Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Zondag 18 april 2010 - Hoegaarden Symposium Natuurpunt Biodiversiteit
Goedemorgen iedereen,
Ik ben blij hier vandaag op dit symposium te zijn voor een onderwerp dat zo belangrijk is als biodiversiteit. En laat me direct met de deur in huis vallen. De doelstellingen die we onszelf hadden opgelegd in 2004, toen Countdown 2010 gelanceerd werd, hebben we niet gehaald. Dat hoorde u ook al van de vorige sprekers. Dat maakt 2010 beleidsmatig een zeer belangrijk jaar.
1
Op de 10de Conference of Parties in Nagoya, eind oktober, zullen de regeringsleiders doelstellingen en een lange termijnvisie voor het beschermen van biodiversiteit moeten onderhandelen. Ik zal zelf in Japan onder het Belgisch voorzitterschap onderhandelen namens de EU. Dit wordt geen gemakkelijke opgave, maar ik zie veel hoopgevende signalen.
In aanloop naar de COP zijn er de komende maanden heel wat voorbereidende conferenties. Zo was er vorige maand een internationale conferentie rond Access and Benefit Sharing (ABS) in Colombia en vinden in mei in Nairobi nog twee belangrijke bijeenkomsten plaats. Europa heeft zijn positie al bepaald met de raadsconclusies van 15 maart. Deze raadsconclusies zijn ook bevestigd in de 2020-strategie voor Europa. En de ambitie is niet min: in Europa moet de achteruitgang van biodiversiteit en ecosysteemdiensten in 2020 zijn stopgezet, eventuele schade zo veel mogelijk hersteld en de EU moet ook zijn bijdrage hebben verhoogd om het wereldwijde verlies aan biodiversiteit tegen te gaan. 2
Met andere woorden: een krachtig statement dat onze doelstellingen stevig fundeert. Om die doelstellingen te bereiken zijn er betere en meer omvangrijke financieringsinstrumenten nodig. Ik hoef u niet te vertellen dat een goed akkoord over biodiversiteit in Japan, mét een bekrachtiging van subdoelstellingen, hoog op de agenda van het Europees voorzitterschap staat. Wij zullen tijdens ons voorzitterschap, begin september in Gent, ook een officieel evenement rond dit thema organiseren. Daar wordt ook een nieuw TEEB-rapport (TEEB: The Economics of Ecosystems & Biodiversity) gelanceerd, dat dieper ingaat op wat lokale besturen rond ecosysteemdiensten kunnen doen. Ik kijk ook uit naar de andere TEEB-rapporten omdat het een economische analyse zal geven van het verlies aan biodiversiteit. Om het draagvlak te vergroten kunnen zulke argumenten zelfs de hardnekkigste tegenstanders overtuigen.
3
Dames en heren, Goede argumenten en een sterk verhaal kan niemand negeren. Daarom heeft Vlaanderen ervoor gekozen om, samen met de andere regio’s van ons land, en in lijn met het thema van de wereldtentoonstelling in Shanghai, de focus te leggen op duurzame ontwikkeling. ‘Better City, Better Life’ speelt in op de nood aan vergroening van onze (verstedelijkte) maatschappij. Biodiversiteit, waterschaarste en de klimaatverandering staan daarbij centraal. Het Vlaamse verhaal brengt onder de titel ‘Green Shoots’ een symbolische en educatieve reis door staaltjes van milieutechnologisch kunnen, die onze verstedelijkte samenleving vergroenen.
Maar ook in Vlaanderen zelf zitten we niet stil. Samen met middenveldorganisaties werken we in een intensief maar participatief proces aan de instandhoudingsdoelstellingen. Door vanaf de ontwerpfase met de verschillende betrokkenen rond de tafel te zitten en samen te zoeken hoé en wáár we wélke 4
doelstellingen kunnen realiseren, hopen we het draagvlak van maatregelen sterk te vergroten én de implementatie achteraf te versnellen. Aan de voorbereidende rapporten wordt en is al hard gewerkt. Binnenkort treedt een tweede fase in, nl. het lokaal overleg. Hier bespreken we samen met lokale vertegenwoordigers van de verschillende organisaties welke doelstellingen we in hun regio willen realiseren. De afgelopen maanden werden ook de andere beleidsdomeinen en lokale administraties betrokken bij het proces. Tegelijk wordt gewerkt aan de optimalisatie van de instrumenten om ze af te stemmen op het halen van de verschillende doelstellingen. En daarmee heb ik het natuurlijk niet enkel over de Europees beschermde gebieden. Het nieuwe soortenbesluit, dat op 1 september 2009 in werking is getreden, is een kapstok om initiatieven te ontplooien rond regionaal belangrijke soorten. We zullen dit doen met soortbeschermingsplannen. In de loop der jaren zijn al verschillende soortbeschermingsplannen opgemaakt, hier in de streek bv. voor de 5
hamster. Deze plannen worden binnenkort bekrachtigd en enkele nieuwe soortbeschermingsplannen is men aan het uitwerken (o. a. voor de vuursalamander en jeneverbes). De rol van gemeenten en provincies in de bescherming van soorten, o.a. via het SOLABIO-project, is zeer belangrijk. De achteruitgang van de biodiversiteit zal enkel gestopt kunnen worden als we samenwerken en als ieder binnen zijn mogelijkheden, initiatief neemt om onze rijke biodiversiteit in stand te houden en te verbeteren. De natuur- en milieuverenigingen spelen hier een vooraanstaande rol, niet enkel door het beheer van terreinen, maar ook door educatie en sensibilisering. De charter-actie rond Countdown 2010, die gemeenten en lokale besturen aanspoort om ook inspanningen te leveren, is hiervan al een mooi resultaat.
Maar we moeten nog breder kijken. Verenigingen, zoals Pasar, die rond natuur werken, bedrijven die inzetten op soortenbescherming op hun terreinen, boseigenaars die beheermaatregelen nemen in functie van bedreigde soorten, landbouwers die via 6
beheerovereenkomsten akkervogels opnieuw kansen geven, of de particulier die een boompje opzet in zijn tuin… We zullen in 2020 pas slagen als al deze actoren de handen in elkaar hebben geslagen.
Ook het Natuurrapport van 2009 bevestigde de nood aan meer samenwerking. Alleen op die manier zullen we onze biodiversiteit op peil kunnen houden. Toch zullen we moeten leren omgaan met soorten die verdwijnen, o.a. door klimaatsverandering, en soorten die komen, de zogenaamde invasieve soorten. We moeten rekening houden met een bijkomende bevolkingsgroei, waardoor de open ruimte nog meer zal dichtslibben. Het Natuurrapport gaf aan dat vooral in valleigebieden, waar natuur en wateropvang kan gecombineerd worden, de biodiversiteit erop vooruit zal gaan. In de grote riviervalleien (Schelde, Maas, Leie,…) zullen we de komende jaren sterk investeren en de natuurkwaliteit gaan verhogen.
Naast een biodiversiteitscrisis, worden we ook geconfronteerd met een financiële crisis. Dit zal in 2011 nog een aanzienlijke impact 7
hebben op het budget van de Vlaamse Overheid. We zullen zeer creatief en efficiënt met onze middelen moeten omspringen. Dit heeft ook zijn weerslag op de budgetten van natuur en verplicht ons om prioriteiten te kiezen.
Een eerste prioriteit is de realisatie van die instandhoudingsdoelstellingen. Een tweede is de toegankelijkheid van natuur en bos. Het gaat hier in de eerste plaats om groen nabij stedelijke kernen en gebieden. In deze gebieden moeten natuurdoelstellingen kunnen samensporen met andere functies van openbaar groen, zoals recreatie. Met de afbakening van de stedelijke gebieden is er op heel wat plaatsen ‘ruimte’ gecreëerd voor dit soort groen. Nu zetten we in op realisaties. Ik hoorde dat Natuurpunt ook hier de komende jaren een rol wil spelen en wil meehelpen aan de realisatie van stadsrandgroen. Wel, vele handen maken licht werk. Ik ben ervan overtuigd dat de samenwerking met lokale besturen, middenveldorganisaties zoals Natuurpunt en bijvoorbeeld VBV, de realisatie van deze groenpolen kan versnellen. 8
Dames en heren, Ik zou u nogmaals kunnen vertellen hoe belangrijk biodiversiteit is voor onze regio, voor Europa & voor de hele wereld. Maar de vorige sprekers hebben hier al goed en voldoende op gewezen. Het is tijd voor acties. 2010 is het jaar waarin we hebben moeten toegeven dat we eerdere doelstellingen niet gehaald hebben. Maar het is ook het jaar waarin we bevestigen dat we beter willen doen. En dat we beter zullen doen.
Joke Schauvliege Minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
9