Vrijdag 1 april 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Officiële Opening Studio Alijn - Gent
Mijnheer de burgemeester, meneer de schepen, Dames en heren, Beste aanwezigen,
Van harte welkom op de opening van Studio Alijn. U kent het Huis en zijn missie: het wil een ontmoetingsplek zijn, een fysieke en virtuele werkplek van het geheugen die verbanden legt tussen vandaag, gisteren en morgen. Met veel passie wil dit Huis de cultuur van het dagelijkse leven, van vroeger en nu - hier en elders - delen met jong en oud.
1
Door haar consequente aandacht voor de cultuur van alledag neemt het Huis van Alijn een unieke positie in in ons cultureelerfgoedlandschap. Wie op de geschiedenis terugkijkt, kan dat zien als een lijst van opeenvolgende data van oorlogen, van democratisering, van groeiende bevolkingsaantallen. Maar ook van het leven van alledag dat even zeer de moeite is om te bewaren en te tonen. Het alledaagse leven verandert zodanig snel, dat we nauwelijks kunnen bijhouden hoe het vroeger was. Denk aan het speelgoed van de kinderen van vandaag. Ik denk dat ik voor u mag spreken als ik zeg dat dat speelgoed maar heel weinig lijkt op het speelgoed dat wij vroeger hadden. Maar het is nog compleet anders dan dat van onze grootouders en overgrootouders.
Net daarom deel ik als minister van Cultuur die passie voor de zorg voor en het behoud en de ontsluiting van cultureel erfgoed. Vlaanderen heeft een bijzonder rijke culturele geschiedenis en traditie die we nu nog dagelijks aanvullen met nieuwe en
2
waardevolle elementen. (Ik las onlangs nog in de krant dat jongeren het leuk vinden Arabische woorden te gebruiken.) Als beleidsmaker ga ik er van uit dat cultuur iedereen kan raken, maar zeker cultuur van alledag biedt kansen om vele lagen van de bevolking te laten proeven van heden, verleden en toekomst. Het Huis van Alijn kiest hierbij resoluut voor tweerichtingsverkeer waarbij het actief de interactie met het publiek opzoekt. Het is een keuze voor dialoog mét en empowerment van het publiek, een keuze die ik alleen maar kan onderschrijven. Ik vind het ook stimulerend dat jullie instrumenten voor kinderen ontwikkelen: zoals de zoektocht naar de moordenaar van Hendrik, het koddige spookje dat hier al honderd jaar rond spookt.
Musea moeten in de toekomst durven experimenteren met minder traditionele wegen van publieksontsluiting. Zo komen de collecties beter aan bod. Het Huis van Alijn was hierin een voorloper met hun unieke digitale themacollecties: honderden uren bewegende
3
beelden van familiefilms en duizenden foto's over het dagelijks leven in de 20ste eeuw. Maar er zijn nog méér mogelijkheden. Ik vind het belangrijk om e-cultuur en participatie te verenigen en ze elkaar te laten versterken. Zo heb ik als minister van Cultuur een project van het Huis van Alijn gesubsidieerd dat werkt met crowdsourcing. Crowdsourcing is een nieuwe stap in het actief betrekken van het publiek bij het museum. Het zit in het woord vervat: er wordt een taak uitbesteed (outsourcing) aan een massa mensen (crowd). Waar een bezoeker of gebruiker vroeger voornamelijk passief bleef, informatie ontving, kan diezelfde bezoeker of gebruiker nu zelf online informatie leveren aan musea en culturele instellingen. Op die manier wordt de kennis van de bezoeker gebruikt en voelt diezelfde bezoeker zich actief en nauwer bij het museum of de instelling betrokken.
Met de opening van de tentoonstelling “Trots op mijn auto” start hier een uniek project voor Vlaanderen. Het museum wil hiermee de expertise en de kennis van zijn bezoekers zo sterk mogelijk 4
aanwenden. Auto’s zijn tegelijkertijd een banaal en veelzeggend middel. Ik denk dat de retrofans bij bosjes zullen toestromen en er heel boeiende input zal komen. In Groot-Brittannië bijv. gebruiken ze de crowdsourcing-methodiek om de mooiste plekjes in Engeland, Schotland en Wales te bepalen. Het zijn dus de internetgebruikers zelf die (op de site ScenicOrNot) kunnen aangeven welke landschapsfoto’s ze mooi vinden en hun informatie kunnen posten op de site.
Dit proefproject van het Huis van Alijn dat verschillende maanden zal lopen, is een mooie eerste aanzet tot verdere publieksparticipatie en tegelijk de start voor de uitbouw van deze nieuwe vorm van publiekswerking. Ook andere musea in Vlaanderen kunnen dit soort online-publieksbenadering - waarbij het publiek wordt geactiveerd bij het vinden van gegevens - toepassen voor hun eigen specifieke werking.
5
Dames en heren, Wie het verleden en het erfgoed apprecieert, draagt er zorg voor. Om het rijke Vlaamse erfgoed goed te verzorgen, wil ik dat men de koppen bij elkaar steekt, van elkaar leert, dat men van gemeenschappelijke voordelen gebruik maakt. Met andere woorden: ik wil meer synergie en minder versnippering. Daarom heb ik aan alle Vlaams ingedeelde musea gevraagd om kennis en expertise op een proactieve manier ter beschikking te stellen van alle collegaorganisaties en geïnteresseerden.
Het Huis van Alijn heeft de voorbije jaren uiteraard veel expertise opgebouwd over de ‘cultuur van het dagelijks leven’. Als één van de actiepunten voor de volgende jaren wil het museum een kenniscentrum rond deze thematiek uitbouwen. Daarbij vertrekt het vanuit de bewaarde collectie die, zoals ik al zei, zowel fysieke als uitgebreide digitale collecties bevat. In de toekomst kan dit enkel nog groeien. Met de komst van Studio Alijn kunnen bezoekers 6
voortaan minder zichtbare depotcollecties en documentaire verzamelingen digitaal raadplegen.
Het Huis van Alijn wil deze schatkamer, een echte grot van Ali Baba of zeg ik misschien beter: de grot van Ali Pierke? - valideren door zich in te schrijven in internationale netwerken. In 2009 en 2010 zijn hiervoor al de eerste stappen gezet, onder meer door de organisatie van een goed gesmaakte rondetafel n.a.v. ‘World Day for Audiovisual Heritage’. Daarmee speelt het Huis van Alijn niet alleen in op het beleid dat ik recent voorstelde voor immaterieel cultureel erfgoed, maar ook op de strategie om de internationale uitstraling van onze organisaties te versterken.
Ik wens het Huis van Alijn dan ook alle succes toe met Studio Alijn, een museale werkplek, die inspiratie kan bieden voor de hele cultureel-erfgoedsector in Vlaanderen.
(Dank voor uw aandacht) 7
Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
8