Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR 11 juli – Ambitieus en bescheiden
Geachte burgemeester, Beste schepenen, Collega’s uit de gemeenteraad, Dames en heren,
Ik ben erg blij hier in vandaag Evergem te zijn. En ik heet u allen welkom op dit feest van de Vlaamse Gemeenschap.
Een jaar geleden werd ik Vlaams minister. Anderhalve week geleden werd ik Europees voorzitter voor Leefmilieu voor de komende zes maanden. Het kan verkeren, zei Bredero. Hier, in de gemeenteraad in Evergem, heb ik geleerd hoe je met verantwoordelijkheid moet omgaan. Dat doe je met twee woorden, die makkelijker uit te spreken zijn, dan na te volgen: Ambitie en Bescheidenheid.
1
De ambitie om vanuit een domein, in samenwerking met andere collega’s, richting te geven aan de maatschappij. De ambitie om als beleidsmaker de openbare middelen rechtvaardig en zo duurzaam mogelijk te gebruiken. Maar ook de bescheidenheid om te beseffen dat een samenleving zich niet zomaar laat kneden. De bescheidenheid om te beseffen dat de overheid het niet alleen kan, dat ze middenveld en bedrijfswereld nodig heeft om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. Dat advies inwinnen geen teken van zwakte maar één van wijsheid is. (Bewust zijn dat je iets niet weet is al een grote stap naar kennis.)
We hebben in 2008 de zwaarste financieel-economische crisis in dertig jaar meegemaakt, sommigen zeggen zelfs sinds de Tweede Wereldoorlog. De impact van die crisis heeft een enorme schokgolf door het landschap gejaagd. Een schokgolf die nog altijd nazindert en die heel wat mensen en instellingen met de voetjes op de grond heeft gezet. Maar een schokgolf die ook heeft laten te zien wat wérkelijk belangrijk is. Wat er werkelijk toe doet. Een kans om verspilling, hebzucht en willekeur een halt toe te roepen. De Vlaamse Regering heeft dat met bescheidenheid en ambitie gedaan. De Vlaamse ministers hebben eerst zelf het goede voorbeeld gegeven met de afslanking van de kabinetten. Iets wat onderhandelingen en voorbereidingen – zeker tijdens het Europees
2
voorzitterschap – niet makkelijker maakt, maar wel een teken dat politici (ook) in eigen boezem durven te kijken.
Er is een budgettair kader opgesteld dat streng maar rechtvaardig is. Er is expliciet gekozen voor besparingen – in tegenstelling met andere overheden – , maar ook voor verantwoorde investeringen zoals bijvoorbeeld in zorg, onderwijs, welzijn … om de toekomst van Vlaanderen veilig te stellen. Zelfs binnen dat strenge kader hebben we geopteerd voor een blokkering van de middelen, die als buffer optreedt in het geval de inkomsten tegenvallen.
In mijn beleidsdomeinen Leefmilieu, Natuur en Cultuur ontsnappen we niet aan de budgettair moeilijke situatie. Maar iedereen leverde evenveel in, en de inspanningen zijn gelijkaardig verdeeld. Ook investeringen blijven nodig.
Zelf heb ik – om maar een voorbeeld te geven – als minister van Leefmilieu verder geïnvesteerd in het project MOS – Milieuzorg Op School – : omdat we ons er mee engageren voor de kennis en het gedrag van onze kinderen. Een investering die niemand zich kan berouwen. Een investering ook die geen enkele regio kan veroorloven zich te ontzeggen. Ook in waterzuivering en riolering, bodemsanering, natuur enz. gaan investeringen door. 3
En ook voor Cultuur blijven we investeren. Twee erfgoedconvenanten zijn opnieuw uitgereikt waarmee het verleden nieuw leven wordt ingeblazen om inspiratie te geven voor de toekomst. Negen migrantenverenigingen krijgen een structurele erkenning en worden zo vaste gezichten in het sociaal-culturele middenveld dat mee de kleuren krijgt van het al vrij diverse Vlaanderen.
(De projectsubsidies voor Cultuur heb ik echter moeten bevriezen. Niet omdat de cultuurprojecten het niet waard zouden zijn maar omdat er geen alternatief was. De vorige regering heeft immers de structurele middelen voor de kunsten al voor 97 procent besteed en vastgelegd tot en met 2012. Het heeft geen zin die middelen toch aan te spreken om ze dan het volgende jaar weer te moeten intrekken.)
Ik wil hier ook nogmaals het belang van Cultuur beklemtonen. Vlaanderen heeft Cultuur geëmancipeerd en Cultuur heeft Vlaanderen geëmancipeerd. Cultuur was, samen met onderwijs, het eerste (van een hele rij) beleidsdomein(en) dat geregionaliseerd werd en is de hefboom geweest voor ons gemeenschapsgevoel. Het is onze taal, maar het is méér dan onze taal. Het is onze kunst, maar het is méér dan onze kunst. Het is onze gemeenschap, maar het is méér dan onze gemeenschap. 4
In het licht van een nieuwe staatshervorming vergeten we misschien dat we al een lange weg hebben afgelegd. Vroeger zette Cultuur via de schilderkunst ons in de jaren 70 op de internationale kaart, o.a. door de succesvolle tentoonstelling ‘Van Ensor tot Permeke’. Zoals de toenmalige minister van Cultuur, Renaat van Elslande, zei: “We zijn maar met zo’n twintig miljoen Nederlandstaligen, zeker, maar een schilderij dat spreekt aan, daar heb je geen directe taal voor nodig.”
Maar intussen zetten we ook qua taal stappen vooruit. Vlaamse schrijvers als Claus en Elsschot worden over de hele wereld gelezen. Meer en meer buitenlandse studenten komen naar hier om Nederlands te leren. Over de taalgrens groeien hele generaties op in een taalbad van het Nederlands. En onze regisseurs, onze danschoreografen worden over de hele wereld gevraagd, van Milaan tot New York, van Avignon tot Poznan.
Gezien die historische groei, is het essentieel dat Vlaanderen in Actie, het toekomstprogramma (Pact 2020) voor Vlaanderen, een cultureel luik heeft. Dat was tot op vandaag niet het geval. En dat is een gemiste kans. Waarom zouden we economisch top willen zijn en cultureel maar middelmaat? Dat zou onnatuurlijk zijn: als een lichaam zonder ziel. Ik zou bijna zeggen: on-Vlaams.
5
Hebben we dáárom zoveel staatshervormingen gehad? Zijn daarom heffingen, opcentiemen, registratierechten geregionaliseerd? Zijn daarom Welzijn en Leefmilieu, Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlands beleid gedefederaliseerd? Om dan Cultuur stiefmoederlijk te behandelen? Nee toch?
Binnen de ateliers van Vlaanderen 2020 leeft er zeker goodwill tegenover Cultuur, 80% van de deelnemers was het erover eens dat we onze troeven in Cultuur meer moeten aanwenden om Vlaanderen te promoten en dat we daarvoor een consistente overheidsstrategie moeten voeren. Iets waar ik vroeger al voor gepleit had. Maar daar horen twee kanttekeningen bij.
Ten eerste vind ik dat we Cultuur niet te instrumenteel mogen zien: Cultuur is waardevol op zich en méér dan het visitekaartje van een regio. Ten tweede mogen we niet alleen in het kruim, in de topfiguren van Vlaanderen investeren. Je wordt maar top door te groeien, door kansen te krijgen. Met andere woorden: we moeten ook in de basis investeren en niet enkel met een rekenmachine het kosten-baten-plaatje van buitenlandse verkenners berekenen. Ik heb dan ook het initiatief genomen om via het Cultuurforum 2020 Cultuur te integreren in Vlaanderen in Actie, waarbij we gebruik maken van dezelfde methodieken. Een eerste fase werd vorige maand al afgerond en is goed onthaald. 6
Dames en heren, Zoals ik al gezegd heb, hebben we al aanzienlijke stappen gezet voor een autonoom Vlaanderen. Zoals Hugo Schiltz (in 2002) zei: “De periode van het vechten tegen is voorbij. Vlaanderen kan nu werken voor. We zijn geen samenleving meer van verdrukten en underdogs. Integendeel, we zijn een welvarende gemeenschap.” Het feit dat ik als Vlaams minister Europees voorzitter voor Leefmilieu ben, en mijn Franstalige collega Lanaan voor Cultuur, bewijst dat de copernicaanse omwenteling al is ingezet.
Ook in multilateraal verband krijgen we met Vlaanderen een volwaardige rol toebedeeld, zoals binnen de Europese Unie, de OESO, de Raad van Europa of de Verenigde Naties. Tegelijkertijd promoten we een Europa dat op federale beginselen is gebouwd en waarin de culturele diversiteit wordt gerespecteerd en bevorderd.
Want Vlaanderen is in al zijn diversiteit (met zijn hoofdstad Brussel) een microkosmos die de macrokosmos van Europa weerspiegelt. We wonen in een regio, compact en vol met geschiedenis, een regio waar felle veldslagen zijn geleverd, waar honderdduizenden doden zijn gevallen maar ook waar de Europese geschiedenis in een plooi is gevallen. Vlaanderen stond aan de wieg van Europa en het gevoel vandaag die rol van pionier weer te mogen opnemen – voor een 7
historische twaalfde keer met het Belgisch voorzitterschap -, maakt me erg trots.
Die trots verhindert me niet te zien welke zware uitdagingen ons nog te wachten staan. Sta me toe even de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap voor Leefmilieu toe te lichten. Dit is te belangrijk om onaangeroerd te laten. Ook hier passen bescheidenheid en ambitie. De EU is het grootste handelsblok op deze planeet en is met zijn 500 miljoen inwoners goed voor een omzet van bijna 12 biljoen euro, of één vijfde van de totale wereldproductie maar vertegenwoordigt nog geen 10% van de wereldbevolking.
De zwaarste dobber wordt ongetwijfeld Cancùn. In deze Mexicaanse kuststad wordt een vervolg gebreid aan de internationale klimaatonderhandelingen, na het magere resultaat van Kopenhagen. De strijd tegen klimaatopwarming zal niet ophouden als we geen bindend akkoord hebben. Maar we zouden zoveel meer kunnen doen als we een internationaal akkoord zouden hebben met een multilaterale samenwerking, een globale afspraak rond CO2-prijzen en de opname van vliegtuigen en scheepvaart in de uitstootberekeningen.
Daarvoor gaan we in Europa met verenigde stem moeten spreken en inzetten op dezelfde doelstellingen. Ik heb de jongste maanden veel 8
contacten gehad met de Europese Commissie en de Leefmilieuministers van de andere landen om de violen te stemmen en ik zal dat ook de komende maanden blijven doen, in de hoop een verdedigbaar en ambitieus akkoord uit de brand te slepen.
Een ander punt dat ik heel erg belangrijk vind, is het duurzaam materialenbeheer. Deze middag nog heb ik de Internationale Conferentie ‘Van wieg tot wieg’ geopend in het NT Gent. Enerzijds tonen we aan het grote publiek dat die cradle-to-cradle-benadering juist is: een zo volledig mogelijk hergebruik van materialen en grondstoffen en het zo sterk mogelijk herintegreren van afval in het productiesysteem.
Anderzijds probeer ik mijn Europese collega’s van Leefmilieu van het belang van C2C te overtuigen, en velen zijn er al van overtuigd, maar als we C2C op een Europese schaal kunnen stimuleren, zullen we veel sneller naar een groene, transitie-economie kunnen gaan. Een economie die minder vervuilend zal zijn, minder CO2 zal uitstoten, jobs kan creëren en meer bos en groen in het straatbeeld zal brengen.
En daarmee, dames en heren, kom ik aan mijn derde prioriteit: biodiversiteit. In 2010 hadden we normaal een verbetering moeten bereiken van de biodiversiteit. De pijnlijke conclusie is dat de situatie 9
verslechterd is. Wederom moeten we hier bescheiden én ambitieus zijn. Én voor de eigen deur vegen. Eind april waren er hier in Vlaanderen al 500.000 bomen geplant sinds 2008 en zijn we dus halfweg de ‘1 miljoen bomen-campagne’. Op Europees niveau hebben we een netwerk van 25.000 beschermde gebieden opgebouwd, bijna 17% van het Europees grondgebied, (Natura2000). Het Verenigde Naties-programma UNEP heeft meer dan tien miljard nieuwe bomen op de teller staan. Maar dat neemt niet weg dat er globaal nog zeer veel woud gekapt wordt, zeeën en oceanen overbevist worden en vruchtbare landbouwgronden systematisch verkleinen.
Zowel via ons buitenlands als ons binnenlands beleid moeten we ons blijven inzetten voor de biodiversiteit. Ik heb daarvoor verschillende Landinrichtingsprojecten gesteund, zoals het Stadsbos Gent, het Stadsbos Deinze en het planprogramma van de Stiemerbeekvallei. In de toekomst plan ik nog een omzendbrief rond bebossing van gronden en een plan van aanpak voor ruimtelijk bedreigde bossen.
Daarmee bouwen we ook aan een andere doorbraak uit het Pact 2020: het ‘Groen en Dynamisch Stedengewest’. Eén van mijn favoriete doelstellingen voor 2020 - en ik denk dat iedereen zich hier in kan vinden – is de gedachte dat iedereen op vijf minuten
10
(fiets)afstand van een park/bos woont. Ook dat moet de ambitie zijn van een topregio!
Dames en heren, Ik kom nu aan mijn vierde prioriteit. Met het Belgisch voorzitterschap schrijven we ons in in de Europese logica. Dat wil zeggen dat we niet op vele paarden tegelijkertijd gaan wedden, dat we niet bezig zijn met inhoudsloos prestige of met megalomane stokpaardjes. Dat wil vooral zeggen dat we Europa beter helpen draaien. Dat we Europa vooruit krijgen. Met het Verdrag van Lissabon zijn zware stappen genomen en daardoor ondergaat de Unie nog enkele groeipijnen, die weggemasseerd moeten worden. Een andere nuttige maatregel zou een uniformisering van de rapportering kunnen zijn. Nu heerst er nog een te grote flou in informatie voor de Europese Commissie waardoor we vanuit Vlaanderen op de vingers getikt worden, omdat we een te goeie leerling willen zijn. Terwijl bepaalde grote landen door hun ambigue informatie ermee weg komen. Een gelijk speelveld voor iedereen zal de Europese integratie zeker bevorderen. Ik onderschrijf dan ook volledig de woorden van minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere die stelt dat België ‘een herdershond’ zal zijn. We mogen dan misschien wel klein zijn, maar we hebben veel ervaring en werkkracht. Om het met de Chinese wijsgeer Lao Tse te zeggen: "Een mier in beweging doet meer dan een indommelende os." 11
De Vlamingen geloven ook duidelijk in het Europees project. Ze zijn grote Europa-liefhebbers. Tussen 1996 en 2007 zijn de voorstanders van het Europees lidmaatschap onder de Vlamingen met 36 procent gestegen tot een indrukwekkende 77 procent. Waar in 1996 nog maar 2 op 5 Vlamingen het lidmaatschap een goede zaak vond, zijn drie kwart van de Vlamingen daar nu van overtuigd.
Ik vind dat een belangrijke statistiek. In onze autonomie en de drang naar de juiste hefbomen mogen we niet onze openheid naar de rest van de wereld verwaarlozen. We staan voor belangrijke momenten, met het Europees voorzitterschap en een nieuwe federale regering die gevormd moet worden en voor grote onderhandelingen en een staatshervorming staat.
Ik hoop echt uit de grond van mijn hart dat de copernicaanse omwenteling er komt, los van de persoon of de partij die daarvoor verantwoordelijk is. Want het gaat hier niet over persoonlijke doeleinden, zoals het niet over zelfstandigheid op zich gaat. Het gaat erover om als overheid over voldoende samenhangende hefbomen te beschikken die ons toelaten de sociaal-economische en ecologische maatregelen te nemen die nodig zijn. Goed wetende dat meer autonomie geen doel is op zich, maar een middel tot meer welvaart en welzijn, meer werkgelegenheid en meer geluk. 12
Dames en heren,
Dit alles kunnen we nooit bereiken zonder ambitie, maar ook niet zonder bescheidenheid. (Ik wens u allen een prachtige 11 juli!)
(Ik dank u voor uw aandacht)
Joke Schauvliege Minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur
13