Toespraak Secretaris-Generaal Cloo tgv jaarlijkse herdenking Stichting Tuin van Bezinning. Warnsveld, Huis ’t Velde, 13 juni 2013
Dames en heren - familieleden, vrienden en collega’s van een ieder die wij hier vandaag herdenken.
Welkom allemaal, hier in de Tuin van Bezinning, het nationale monument voor Nederlandse politiemensen die sinds de Tweede Wereldoorlog “in het harnas” zijn overleden.
Dit aangrijpende monument is zeven jaar geleden in gebruik genomen. Vóór die tijd kende ons land alleen lokale gedenktekens. Er bleek echter grote behoefte aan een nationaal symbool: om stil te staan in reflectie, om te herdenken en om eer te betonen. Dat nationale monument is er dan – terecht ook gekomen.
Inmiddels zijn de namen van 161 politiemensen in de wand gegraveerd.
161 Dienders die zich jarenlang met hart en ziel voor de Nederlandse politie hebben ingezet. En die tijdens de uitoefening van dit prachtige, maar ook zware en gevaarlijke beroep zijn omgekomen. Een deel van hen door geweld; de overigen door een noodlottig ongeval.
1
161 Namen. Dat zijn er – helaas – opnieuw twee meer dan bij de vorige herdenking, op 14 juni vorig jaar. Dat zijn Jeroen Westerveen en Hendrik Hein de Vries.
Jeroen Westerveen was lid van het arrestatieteam in de politieregio IJsselland. Op 20 juni 2012 – zes dagen na de vorige herdenking in de Tuin van Bezinning - overleed hij aan de gevolgen van een zware val, tijdens een klimopleiding in Engeland. Hij was pas 33 jaar.
Het noodlottig ongeval dat de Friese rechercheur Hendrik Hein de Vries uit leven wegnam, vond al iets langer geleden plaats. Op 30 december 2010 botste hij, op weg van zijn werk naar huis, op een spekgladde weg tegen een boom. Ook Hendrik Hein was nog jong; pas 31 jaar.
Twee jongemannen, in de kracht van hun leven, abrupt weggerukt uit hun kring van dierbaren. Ik wens de familie Westerveen en de familie De Vries, beide hier vandaag aanwezig, veel – héél veel sterkte bij de verwerking van dit zware verlies. [kort moment van stilte] Dames en heren, voor het tweede achtereenvolgende jaar herdenken we op deze bijeenkomst geen politiemensen die zijn omgekomen door een geweldsincident. Dat is op zichzelf goed nieuws. Toch moeten we hoogst alert blijven op het geweld
2
waarmee onze politiemensen worden geconfronteerd. Sla er de kranten of het internet maar op na: met de regelmaat van de klok krijgen agenten te maken met agressief gedrag, beledigingen en bedreigingen; ze worden bespuugd en mishandeld, tot en met pogingen tot doodslag aan toe. Twee weken geleden nog reed een automobilist op volle snelheid in op een agent die hem aan de kant van de weg had gedirigeerd, om hem te kunnen aanspreken op zijn rijgedrag.
Schandalig, dit soort acties! Dit gewelddadige gedrag kunnen we niet hard genoeg veroordelen. Dienders die gewoon professioneel hun werk doen, hun bijdrage leveren aan de veiligheid van onze samenleving. En die dan zonder enige aanleiding te maken krijgen met hevig geweld. Zodanig dat hun eigen veiligheid, hun eigen leven soms zelfs, ernstig in gevaar komt. In het kader van het programma Veilige Publieke Taak hebben we dan ook al flink wat maatregelen genomen, om het geweld tegen politiemensen en andere hulpverleners in te dammen. En daar waar het toch voorkomt, kunnen de daders rekenen op extra zware straffen. Een straf die tot 200 procent hoger kan uitvallen dan bij geweld tegen “gewone burgers”. Ook zal het mogelijk worden om opgepakte verdachten die met hun handen aan onze hulpverleners hebben gezeten, achter de tralies te houden tot aan de snelrechtzitting. Kortom: oppakken, vasthouden en meteen streng straffen.
3
De confrontatie met geweld, dames en heren, is voor de politie echter niet altijd te vermijden. Ze is inherent aan de taken van de politie. Als instantie bekleed met de zwaardmacht in onze samenleving, is de politie gerechtigd om namens de overheid geweld toe te passen, als de situatie daar om vraagt. En politiemannen en –vrouwen, ook dat is eigen aan de functie, begeven zich nu eenmaal met enige regelmaat in gewelddadige situaties. Situaties, bijvoorbeeld, waarin het leven, de bezittingen of de vrijheid van mensen moet worden beschermd. In acute noodsituaties is de politie gemachtigd dwingend in te grijpen, zonder aanzien des persoons. Waar anderen een stapje terug kunnen doen, stappen politiemensen juist naar voren en treden op. Desnoods - als het niet anders kan - met geweld, maar doorgaans proportioneel en beheerst. Minister Opstelten - helaas verhinderd om hier vandaag aanwezig te zijn; wat hij zeer betreurt - steunt het optreden van onze politiemensen van ganser harte. En niet alleen met woorden. Ook met concrete maatregelen, die ertoe bijdragen dat een diender onder alle omstandigheden stevig in zijn of haar schoenen staat. Zo loopt er bij de politie nu al ruim een jaar een mentale weerbaarheidstraining. Een training bedoeld voor alle agenten in de “frontlijn” en die precies die vaardigheden versterkt die nodig zijn om met zelfvertrouwen de straat op te gaan. Ook is er nu een landelijk uniforme Integrale Beroepsvaardigheden Training (IBT). Een gerichte, effectieve training, met – ook hier weer - aandacht voor
4
mentale weerbaarheid en professioneel groepsoptreden van de politie. Dames en heren, wij allen zijn trots op onze dienders! Niet voor niets beschrijft de Politie haar medewerkers als “integer, betrouwbaar, moedig en verbindend”. Die kwalificaties onderschrijven wij op het departement van VenJ volledig! Het zijn kwaliteiten die onze Nederlandse politiemensen keer op keer laten zien in hun optreden. Of het nu gaat om surveillance, om het ingrijpen bij conflicten en incidenten, of bij grootschalige evenementen die uit de hand dreigen te lopen... We beschikken in Nederland over een uitstekende politie, die prima in staat is de samenleving sociaal en veilig te houden. De politie is zichtbaar aanwezig in het straatbeeld om regels effectief te handhaven. En burgers weten zich gesteund door het gezag. Keer ik terug naar de namen, hier op het monument. Ook de politiemannen en –vrouwen die we vandaag, in de Tuin van Bezinning, herdenken, hebben in de uitvoering van deze nobele taken hun ziel en zaligheid gelegd. Het is even wrang als triest dat zij – met hun uitstekende, integere taakopvatting - de uitoefening van het politievak uiteindelijk met de dood hebben moeten bekopen. Zolang als wij leven, en zelfs nog lang daarna, zal de Tuin van Bezinning de herinnering aan deze dappere politiemensen echter levend houden. Dank u voor uw aandacht.
5