TOELICHTING SUBSIDIEVERORDENING DUURZAAM BOUWEN VENLO 2009

TOELICHTING SUBSIDIEVERORDENING DUURZAAM BOUWEN VENLO 2009 Hieronder staan alle voorwaarden uit de Subsidieverordening Duurzaam Bouwen Venlo 2009. De volledige juridische tekst is bindend en is op te vragen bij de Afdeling Gebouwde Omgeving van de gemeente Venlo, tel 077-3596606. 1. ALGEMEEN

Onderdeel 1: Algemene begrippen en afkortingen a. de Awb: de Algemene wet bestuursrecht; b. de Subsidie: een subsidie volgens Artikel 4:21 Awb en de subsidie duurzaam bouwen c. Maatregel:een maatregel in een nieuwe of bestaande woning zoals opgenomen in bijlage 1; de bij de afzonderlijke maatregelen genoemde subsidiebedragen zijn aan de Aanvrager uit te keren bedragen; d. de Aanvrager: een natuurlijke persoon doet de aanvraag, dit is de eigenaar-bewoner van een nieuwbouwwoning of bestaande woning die zich op het grondgebied van de gemeente Venlo bevindt; de eigenaar-bewoner is een natuurlijk persoon die een woning in eigendom heeft of verkrijgt en daarin zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben; e. Uitvoerder : de aannemer/ installateur/ glaszetter die de voor subsidie in aanmerking komende maatregelen aanbrengt; deze dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel; f. Aanvraagformulier: het bij de subsidieverordening behorende aanvraag formulier; g. Gereedmeldingformulier: het bij de subsidieverordening behorende gereedmeldingsformulier; h. Aanvraag om verlening van subsidie: een aanvraag van de Aanvrager om een Beschikking tot subsidieverlening op basis van een Aanvraagformulier uit de subsidieverordening; i. Aanvraag om vaststelling van subsidie: een aanvraag van de Aanvrager om een Beschikking tot subsidievaststelling op basis van een Gereedmeldingformulier uit de subsidieverordening; j. Nieuwbouw woning: een woning waarvoor op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening een bouwvergunning wordt aangevraagd; k. Bestaande woning: een woning waarvoor vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening een bouwvergunning is aangevraagd; l. Beschikking tot subsidieverlening: de beslissing van Burgemeester en Wethouders van Venlo op de Aanvraag om verlening van subsidie die voorafgaande aan het nemen van de Maatregelen wordt gegeven m. Beschikking tot subsidievaststelling: de beslissing van Burgemeester en Wethouders van Venlo op de Aanvraag om vaststelling van subsidie, die vaststelt of de voorwaarden zijn vervuld en hoeveel het exacte subsidiebedrag bedraagt; n. Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak maximaal beschikbaar is voor de verstrekking van de Subsidie.

Onderdeel 2 Doel van de verordening en doelgroep Deze verordening is bedoeld voor het verstrekken van de Subsidie voor Maatregelen die in opdracht van de eigenaar-bewoner aan een bestaande of nieuw te bouwen woning worden

getroffen, met de bedoeling om het verbruik van energie in deze woningen te verminderen om daarmee te komen tot vermindering van de uitstoot van CO2. Daarnaast is het doel om de effecten van klimaatverandering, zoals hitte en piekafvoeren van neerslag, te dempen. Er wordt ingezet op maatregelen die leiden tot energiebesparing en het opwekken van duurzame energie. Dit leidt tot een bijdrage aan de mondiale, landelijke, provinciale en gemeentelijke doelstellingen om te komen tot een reductie van de emissie van CO2 De doeltreffendheid en effectiviteit van deze maatregelen, die in bijlage 1 zijn opgenomen, is relatief hoog. Ook leidt dit tot lagere energiekosten voor de aanvrager. Sommige van de maatregelen leveren zowel een bijdrage aan beperking van energiegebruik, als aan het beperken van de gevolgen van klimaatverandering, zoals piekafvoeren bij stortbuien, of het “hitte-eiland-effect” van de gebouwde omgeving. De subsidieverordening is alleen van toepassing op nieuwbouw en verbouw van - of groot onderhoud aan een woning door of in opdracht van de eigenaar van een woning die tevens bewoner is van deze woning. Als extra stimulans voor het treffen van duurzaamheidsmaatregelen, wordt ook een subsidie gegeven op eventuele bouwmaatregelen wanneer tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in duurzaamheidsmaatregelen. Hiermee wordt verder invulling gegeven aan de bedoeling van het raadsbesluit van 8 juli 2009. Van verhuurders van woningen wordt aangenomen dat deze op basis van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid ten behoeve van de huurders voldoende duurzaamheidmaatregelen hebben getroffen of nog zullen treffen.

Onderdeel 3 Bevoegdheid burgemeester en wethouders De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van de verordening berust bij Burgemeester en Wethouders van Venlo. Burgemeester en Wethouders kunnen aanvullende regels opstellen in het kader van de verordening. 2. AANVRAAG VAN DE SUBSIDIE

Onderdeel 4 Wijze van indienen van de aanvraag De Aanvrager vraagt de Subsidie aan met behulp van het door Burgemeester en Wethouders van Venlo vastgestelde Aanvraagformulier.

Onderdeel 5 De inhoud van de aanvraag Alle in het Aanvraagformulier gevraagde gegevens dienen bij de indiening van de Aanvraag verstrekt te worden. De Aanvrager dient in het Aanvraagformulier alle relevante gegevens te vermelden om voor subsidie in aanmerking te komen en dient overige relevante gegevens toe te voegen. Indien de Aanvraag niet compleet is wordt de Aanvrager op grond van Onderdeel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht eenmaal in de gelegenheid gesteld om de aanvraag binnen een bepaalde termijn te completeren. Aanvragen kunnen elektronisch (via email) worden ingediend. Het is niet toegestaan wijzigingen in het formulier door te voeren.

Toelichting Subsidieverordening Duurzaam Bouwen Venlo 2009

2

3. VERLENING VAN DE SUBSIDIE

Onderdeel 6 De voorwaarden voor de Subsidie 1.

De Subsidie wordt verleend indien aan de volgende voorwaarden en verplichtingen is voldaan: a. De Aanvraag heeft betrekking op Maatregelen bij een Nieuwbouw woning of een Bestaande woning als opgenomen in bijlage 1; voor maatregelen 5 t/m 8 en 10 komen alleen woningen in aanmerking die zijn gebouwd vóór 1995; de voor subsidie in aanmerking komende maatregelen 5 t/m 8 en 10 hebben alleen betrekking op de delen van de woning die voor 1995 zijn gebouwd; b. De indiening van een Aanvraagformulier voor Subsidie voor het realiseren van een of meerdere Maatregelen in een Nieuwbouw woning vindt gelijktijdig plaats met de indiening van aanvraag om bouwvergunning. De Maatregel(en) dient/dienen verwerkt te zijn in de bouwtekeningen en in de EPC-berekening behorende bij de bouwaanvraag; c. Bij een Nieuwbouw woning dient, al dan niet met inbegrip van de Maatregel(en) waarvoor Subsidie wordt aangevraagd, een EPC gerealiseerd te zijn die tenminste 10% lager ligt dan EPC-norm die geldt op het moment van aanvragen; d. De Maatregel(en) waarvoor Subsidie wordt aangevraagd zullen pas uitgevoerd worden nadat door de gemeente een Beschikking tot subsidieverlening is afgegeven; uiterlijk binnen 3 maanden na subsidieverlening is gestart met de uitvoering van de maatregelen; voor zover voor het treffen van de Maatregel(en) vergunningen noodzakelijk zijn, geldt dat uiterlijk binnen 3 maanden na onherroepelijk worden van de vergunning moet zijn gestart met de uitvoering van de Maatregel(en); bij een bestaande woning dienen de maatregelen binnen een jaar na start te zijn gerealiseerd; bij een nieuwbouwwoning dienen de matregelen binnen 2 jaar na de start te zijn gerealiseerd; e. Een Maatregel zal een permanent karakter hebben en zal zodanig worden aangebracht en/of geïnstalleerd dat het beoogde milieu- c.q. energiebesparingeffect technisch haalbaar is; f. Een aan te brengen of te installeren Maatregel is voorafgaand aan het aanbrengen en/of installeren daarvan niet eerder gebruikt; g. Het in Onderdeel 7, lid 1, genoemde totaal per woning beschikbare subsidiebedrag is voor de woning waarop de Aanvraag betrekking heeft nog niet verleend; h. De Aanvrager vermeldt bij de eventuele communicatie aan derden over de in de woning aangebrachte Maatregel dat deze mede tot stand is gekomen door een subsidie volgens de Subsidieverordening Duurzaam Bouwen Venlo 2009.

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet voldaan worden aan de in dit onderdeel opgenomen voorwaarden en verplichtingen. Het indienen van een subsidieaanvraag voor maatregelen in een nieuwe woning dient gelijktijdig plaats te vinden met het indienen van de aanvraag om een bouwvergunning. De EPC-berekening die deel uitmaakt van de aanvraag om bouwvergunning wordt namelijk tevens gebruikt als toets van de subsidieaanvraag. De effecten van de duurzaamheidsmaatregel waarvoor subsidie wordt aangevraagd, mag in deze EPC berekening worden meegenomen. Tevens zal de duurzaamheidsmaatregel direct invloed


3

hebben op het ontwerp en de bouwkundige en installatietechnische onderdelen van de woning. Subsidieverstrekking is verder alleen mogelijk als voor de betreffende woning het in Onderdeel 7, lid 1 genoemd totaalbedrag voor de betreffende aanvrager nog niet is verleend of vastgesteld.

Onderdeel 7 Subsidieplafond en de hoogte van de Subsidie 1.

2. 3. 4. 5. 6.

Per woning kan maximaal aan Subsidie worden verleend en worden vastgesteld: a) een bedrag van € 2.200,00 voor Duurzaamheidsmaatregelen; b) een bedrag van € 1.000,00 voor Bouwmaatregelen; c) een bedrag van € 10.000,00 voor Energieneutrale Bouw. Voor de berekening van het totaal aangevraagde bedrag aan Subsidie dient gebruik te worden gemaakt van de in bijlage 1 opgenomen subsidiebedragen per Maatregel Het Subsidieplafond wordt vastgesteld door Burgemeester en Wethouders; De Aanvragen worden in volgorde van datum van ontvangst in behandeling genomen; De subsidiebedragen worden gereserveerd op basis van volgorde van datum van ontvangst van ontvankelijke Aanvragen; Indien meerdere aanvragen binnenkomen op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt, wordt geloot welke aanvragen voor subsidie in aanmerking komen.

Per woning is het in dit Onderdeel opgenomen maximale subsidiebedrag beschikbaar. De aanvragen worden in volgorde van datum van ontvangst in behandeling genomen, waarbij de datumstempel van ontvangst op het aanvraagformulier voor de gemeente bepalend is. Indien de aanvraag aan de gestelde eisen voldoet wordt deze verder in procedure genomen. Indien blijkt dat de aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om een nieuwe aanvraag in te dienen. In zo’n geval zal de datum van ontvangst van de aangevulde gegevens bepalend zijn en gelden als ontvangstdatum van de aanvraag. Deze ontvangstdatum is van belang in verband met het subsidieplafond. Een subsidie wordt namelijk geweigerd als het subsidieplafond door verstrekking van de subsidie zou worden overschreden.

Onderdeel 8 De inhoud van de beschikking tot subsidieverlening 1. 2. 3.

De Beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval de maximale hoogte van de Subsidie; De Beschikking tot subsidieverlening vermeldt of aan de voorwaarden en verplichtingen uit Onderdeel 6.1 is voldaan en aan welke voorschriften en verplichtingen moet worden voldaan; Burgemeester en wethouders kunnen aan de Beschikking tot subsidieverlening nadere voorschriften en verplichtingen verbinden.

Een beschikking tot subsidieverlening wordt afgegeven als de aanvraag aan alle vereisten voldoet. Op basis van deze beschikking mag de aanvrager aannemen dat de subsidie wordt vastgesteld wanneer aan alle voorwaarden ook daadwerkelijk is voldaan. Eenvoudig gezegd: op basis van de aanvraag wordt eerst geldt gereserveerd. Nadat is aangetoond dat de maatregelen zijn uitgevoerd, wordt de subsidie uitbetaald.


4

4. VASTSTELLING VAN DE SUBSIDIE

Onderdeel 9 De wijze tot indienen en inhoud van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie 1.

Aanvrager dient binnen 12 weken na betaling van de eindfactuur een Aanvraag om vaststelling van de Subsidie in bij Burgemeester en Wethouders van Venlo met behulp van het Gereedmeldingsformulier; 2. Alle in het Gereedmeldingformulier gevraagde gegevens dienen bij de indiening van de Aanvraag om vaststelling van Subsidie verstrekt te worden. Een Maatregel bij een bestaande woning is gerealiseerd als de maatregel geheel is aangebracht en functioneert. Een Maatregel bij een nieuwbouwwoning is gereed als de woning is opgeleverd en geschikt is voor bewoning, waarbij ook de Maatregel geheel is aangebracht en functioneert. Binnen 12 weken na betaling van de maatregelen moet de aanvrager dit melden bij de gemeente met het gereedmeldingsformulier. Als de gereedmelding te laat komt, betaalt de gemeente niet meer uit. Met de gereedmelding verklaart de aanvrager onder andere dat aan de diverse voor subsidie in aanmerking komende voorwaarden en verplichtingen is voldaan. Ook dienen de noodzakelijke bescheiden (nota’s etc) en overige gegevens te worden bijgevoegd. Op de nota dient in ieder geval te zijn vermeld: -voor zonneboiler: Productnaam en aantal GJ, -voor PV-installatie: Productnaam en aantal geplaatste Wp -voor energiebesparende maatregelen Productnaam, dikte, Rd, en aantal m2, -voor glas, U-waarde en m2, KOMOnr.

Onderdeel 10 Beschikking tot subsidievaststelling 1.

De Beschikking tot subsidievaststelling vermeldt in ieder geval: a- of is voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen voor de vaststelling van de Subsidie zoals opgenomen in de Beschikking tot subsidieverlening, de subsidieverordening en de Algemene wet bestuursrecht; b- de hoogte van de Subsidie in euro; c- het bedrag dat als Subsidie wordt vastgesteld kan niet hoger zijn dan het bedrag dat in de Beschikking tot subsidieverlening is opgenomen.


5

5. UITBETALING

Onderdeel 11 De uitbetaling van de Subsidie 1. De Subsidie wordt door Burgemeester en Wethouders van Venlo binnen 8 weken na afgifte van de Beschikking tot Subsidievaststelling aan de Aanvrager uitbetaald als bijdrage ineens; 2. Op de Subsidie wordt geen voorschot verleend. 6. SLOTBEPALINGEN

Onderdeel 12 Onredelijke situaties Indien toepassing van deze verordening zou leiden tot onredelijkheden van overwegende aard, kunnen Burgemeester en Wethouders van Venlo afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Onderdeel 13 Evaluatie doeltreffendheid en effecten Subsidie in de praktijk De evaluatie van de doeltreffendheid en effecten van de Subsidie in de praktijk wordt voor het eerst één jaar na de inwerkingtreding van de verordening uitgevoerd.

Onderdeel 14 Inwerkingtreding 1. De verordening treedt in werking op 16 september 2009. 2. De “subsidieverordening duurzaam bouwen Venlo” van 28 juni 2006, vervalt op het onder 1. genoemde tijdstip, waarbij de daarin neergelegde subsidiebepalingen van kracht blijven voor subsidieaanvragen die voor dat tijdstip zijn ingediend.


6

BIJLAGE 1 LIJST MAATREGELEN Nr

Maatregel

eenheid

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7 8. 9. 10. 11. 12.

Warmtepomp voor warm water en verwarming Warmtepompboiler voor warm water Zonneboiler (tenminste 3 GJ) PV-systeem Vloer/bodemisolatie Spouwmuurisolatie Gevelisolatie Dakisolatie Groendak HR++ glas Aanneemwerkzaamheden Energieneutrale woning

woning woning woning per Wp per m2 per m2 per m2 per m2 per m2 per m2 woning woning

subsidie in euro 1.500 600 600 2,50 10 2 10 10 20 15 1.000 10.000

De onderdelen 1 t/m 10 en 12 worden aangeduid als “duurzaamheidsmaatregelen”. Onderdeel 11 wordt aangeduid als “bouwmaatregel”. Het toe te kennen subsidiebedrag voor het geheel van de maatregelen 1 t/m 10 is gemaximeerd op € 2200,00 per woning. Het toe te kennen subsidiebedrag voor maatregel 11 is gemaximeerd op € 1.000,00 per woning onder de volgende voorwaarden: -de totale opdracht voor bouw- of aanneemwerkzaamheden (inclusief groot onderhoud) bedraagt meer dan € 10.000,-er wordt tegelijkertijd subsidie aangevraagd voor tenminste één van de onderdelen 1 t/m 10 en 12. Dat laatste mag ook in combinatie met subsidies die (voor de maatregelen uit de lijst ) door anderen dan de gemeente Venlo wordt verstrekt; -Voor de betreffende maatregelen is voor het tijdstip van indienen van de Aanvraag niet eerder een subsidie aangevraagd. Het toe te kennen subsidiebedrag voor maatregel 12 is gemaximeerd op € 10.000,00 per woning en bedraagt maximaal 50% van de daadwerkelijke kosten –na eventuele subsidie - voor de maatregelen die maken dat de woning energieneutraal wordt. Subsidie wordt verstrekt voor op naam gestelde facturen. Subsidie kan worden verstrekt zolang het betreffende fonds voldoende middelen bevat om het gehele subsidiebedrag voor de betreffende maatregel uit te kunnen keren. Een omschrijving van de maatregelen staat hierna.


7

OMSCHRIJVING MAATREGELEN (ONDERDEEL VAN BIJLAGE 1) 1. Warmtepomp voor warm water en verwarming Een warmtepomp is een apparaat dat omgevingswarmte van een laag naar een hoger en bruikbaar temperatuurniveau brengt. De warmte kan worden onttrokken aan de omgeving: bodem, water, lucht of afvalwarmte. Voor het aandrijven van de warmtepomp is een beperkte hoeveelheid energie nodig. Door duurzame energie te benutten kan een warmtepomp tot ca. 50% energie besparen ten opzichte van een cv-ketel. Warmtepompen kunnen niet zonder meer worden toegepast. Een warmtepompsysteem bestaat altijd uit: de warmtepomp zelf, een warmtebron en een geschikt warmteafgiftesysteem. Er zijn twee verschillende typen warmtepompen: een elektrisch aangedreven (combi-)warmtepomp; een gasgestookte (absorptie)warmtepomp. Elektrische warmtepomp Bij de elektrische warmtepomp zijn de volgende typen warmtepompsystemen te onderscheiden: Individuele (combi-)warmtepomp met de functies tapwater verwarming, ruimteverwarming en ruimtekoeling. Als warmtebron wordt meestal gebruik gemaakt van de bodem door middel van een bodemwarmtewisselaar. Collectief (combi-)warmtepompsysteem met de functies tapwater verwarming, ruimteverwarming en ruimtekoeling. Deze warmtepomp is vergelijkbaar met de individuele warmtepomp met het verschil dat een collectieve warmtepomp in de warmtebehoefte van meerdere woningen voorziet. Als warmtebron kan gebruik gemaakt worden van de bodem, grondwater (aquifer) oppervlaktewater of afvalwarmte. Bij een elektrische warmtepomp is in de woning geen gasaansluiting meer nodig en kan volstaan worden met alleen een elektriciteitsaansluiting. De consequentie daarvan is dat de bewoners gedwongen zijn om elektrisch te koken. Gasgestookte (absorptie)warmtepomp De gasgestookte absorptiewarmtepomp is op de markt beschikbaar als individuele combiwarmtepomp en als collectieve warmtepomp met de functies tapwater verwarming en ruimteverwarming. In plaats van elektriciteit gebruikt deze warmtepomp gas. De individuele warmtepomp wordt in de woning geplaatst terwijl de collectieve warmtepomp voorziet in de warmtebehoefte van meerdere woningen. Het verschil met elektrische warmtepompen is dat een absorptiewarmtepomp gebruik maakt van een absorptieproces (door middel van een brander/ generator) in plaats van mechanische compressie. De werking van de verdamper, condensator en expansieventiel is voor deze warmtepomp in principe hetzelfde als voor een elektrische warmtepomp. De warmtepomp dient voorzien te zijn van een warmtepompkeur. 2. Warmtepompboiler Een warmtepompboiler wordt gebruikt voor het verwarmen van water. Een vloeistof die in gasvormige toestand overgaat (verdampt), neemt warmte op. Wanneer het gas opnieuw vloeibaar wordt, geeft het die warmte weer af. Een warmtepompboiler onttrekt warmte aan lucht. Door een warmtewisselaar in het voorraadvat wordt die warmte aan het water afgegeven. Een warmtepompboiler kan worden gebruikt wanneer ventilatie plaatsvindt door middel van natuurlijke toevoer en mechanische afvoer van ventilatielucht. Op deze manier kan de warmte in de afgezogen ventilatielucht toch nog nuttig gebruikt worden. De warmtepompboiler benut dan de warmte van de afgevoerde lucht en zet ze om in 3 bruikbare energie. Een minimumdebiet van 125 m per uur is nodig. De warmtepomp dient voorzien te zijn van een warmtepompkeur. 3. Zonneboiler Hieronder wordt verstaan een installatie voor het verwarmen van tapwater met behulp van zonlicht. De zonneboiler bestaat uit een (dak)collector en een voorraadvat. De vloeistof in de dakcollector verwarmt door een afzonderlijk buizenstelsel het water in het voorraadvat, waardoor dit water wordt opgewarmd. Als de zon onvoldoende schijnt wordt het water naverwarmd door cv-ketel of geiser. De collector is het meest effectief als de collector op het zuiden is gericht. De zonneboiler dient voorzien te zijn van een zonnekeur voor zonneboilers. Het Zonnekeur is een kwaliteitsmerk van de Stichting Energie Prestatie Keur (EPK).


8

Voor het plaatsen van een zonneboiler kan in sommige situaties een bouwvergunning nodig zijn. Het is verstandig te allen tijde de afdeling Gebouwde Omgeving (tel. 077-3596606) te raadplegen. 4. PV-systeem Dit is een systeem voor het opwekken van elektriciteit met zonnepanen, waarbij de opgewekte elektriciteit direct wordt gebruikt en/of wordt teruggeleverd aan het openbare elektriciteitsnet. Het systeem bestaat uit een of meerdere zonnepanelen en een of meerdere apparaten die de opgewekte gelijkstroom omzetten in 230 Volt wisselstroom. Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis va de som van de nominale vermogens van de zonnepanelen, uitgedrukt in Wattpiek (WP). De panelen dienen te zijn voorzien van het KEMA keurmerk. Voor het plaatsen van een PV-systeem kan in sommige situaties een bouwvergunning nodig zijn. Het is verstandig te allen tijde de afdeling Gebouwde Omgeving (tel. 077-3596606) te raadplegen. 5. Vloer/bodemisolatie Vloerisolatie/bodemisolatie met een warmteweerstand (Rd) van tenminste 2,5 m2 K/W 6. Spouwmuurisolatie Het betreft spouwmuurisolatie met een warmteweerstand (Rd) van tenminste 1,3 m2 K/W 7 Gevelisolatie Het betreft isolatie van een gevel door middel van voorzetwanden of voorzetgevels met een warmteweerstand (Rd) van tenminste 2,5 m2 K/W 8. Dakisolatie Het betreft dakisolatie met een warmteweerstand (Rd) van tenminste 2,5 m2 K/W 9. Groendak Onder groendak wordt verstaan een dak met lage begroeiing zoals kruiden mossen en vetplanten. Het groendak heeft minstens 3 lagen: een wortelkerende laag, een substraatlaag en een vegetatielaag. De minimale oppervlakte van het groendak, exclusief terrassen of paden, bedraagt 6m2. De aanleg van het groendak wordt in overeenstemming met de bestaande bouwregelgeving uitgevoerd. Het groendak moet 5 jaar in goede staat blijven; de subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd indien dat niet gebeurt. Herstel, of extra aanplant bij sterfte is uitgesloten van subsidie. 10. HR++ glas Glas met een warmtegeleiding (U) van ten hoogste 1,2 W/m2 K. 11. Aanneemwerkzaamheden Dit betreft alle werkzaamheden die niet behoren tot de maatregelen 1 t/m 10 en 12 en die leiden tot nieuwbouw, aanpassing of uitbreiding van een bestaande woning, inclusief groot onderhoud, uitgevoerd door een bouw- of aanneembedrijf dat staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Onder groot onderhoud valt het vervangen van daken (incl. dakkapellen), kozijnen, dakgoten, timmerwerk, metselwerk (incl. voegwerk). 12. Energieneutrale woning Dit betreft de bouw van een nieuwbouwwoning of het aanpassen van een bestaande woning, zodanig dat de totale hoeveelheid energie die in, aan of nabij de woning wordt gebruikt, volledig afkomstig is van duurzame energie die op, in aan of nabij de woning wordt opgewekt. Onder duurzame energie wordt energie verstaan die niet door middel van fossiele brandstoffen is opgewekt. Door het criterium van “opwekken op, in aan of nabij” is inkoop van groene stroom of groen gas etc. niet subsidiabel. De energieneutraliteit dient te worden aangetoond door berekeningen waarin de energievraag en het energieopwekkingpotentieel in beeld worden gebracht. Gedurende 5 jaar dienen afschriften van energierekeningen (gas, elektra) te worden overlegd waaruit blijkt dat de opgewekte hoeveelheid duurzame energie groter of gelijk is dan de hoeveelheid gebruikte energie. Omdat het thema “energieneutrale woningen” nog volop in ontwikkeling is, kunnen B&W aanvullende eisen stellen. De bedoeling van deze subsidie is om kennis op te doen, en particulieren te stimuleren om energieneutrale woningen te bouwen, of bestaande woningen energieneutraal te maken.


9

TOELICHTING SUBSIDIEVERORDENING DUURZAAM BOUWEN VENLO 2009

Recommend Documents