TOELICHTING BIJ DE GEMEENTERAAD VAN 17 DECEMBER 2013. 1. GOEDKEURING BEGROTINGSWIJZIGING NRS. 7 & 8 VAN 2013. Het college van burgemeester en schepenen stelt een begrotingswijziging voor met volgend aangepast resultaat: Gewone dienst Ontvangsten eigen dienstjaar Uitgaven eigen dienstjaar Ontvangsten vorige jaren Uitgaven vorige jaren Uitgaven overboekingen Geraamd negatief resultaat eigen dienstjaar Geraamd algemeen begrotingsresultaat
6.814.360,12 - 6.875.750,02 321.750,28 - 108.819,69 - 308.368,68 - 156.827,99 2.093.875,92
Buitengewone dienst Ontvangsten eigen dienstjaar Uitgaven eigen dienstjaar Ontvangsten vorige dienstjaren Uitgaven vorige dienstjaren Ontvangsten overboekingen Geraamd resultaat eigen dienstjaar Algemeen begrotingsresultaat
1.061.382,30 - 993.127,73 0,00 - 376.623,25 308.368,68 0,00 938.374,00
De belangrijkste aanpassing betreft de verlaging van de bijdrage aan het OCMW van € 881.703,00 naar € 650.000,00 of een verlaging van € 231.703,00. 2. GOEDKEURING DOTATIE 2014 AAN DE POLITIEZONE. Het politiecollege heeft aan het college van burgemeester en schepenen het ontwerp van politiebegroting voor 2014 voorgelegd. De dotatie aan de politiezone voor de gemeente Moerbeke wordt voor 2014 geraamd op 459.018,00 euro (ten aanzien van 445.649 euro in 2013) of een stijging van 3%. De politieraad heeft de politiebegroting op 12 december 2013 goedgekeurd. De gemeenteraad is conform de artikelen 40 en 71 WGP (= de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst gestructureerd op twee niveaus) bevoegd om zich uit te spreken over de gemeentelijke dotatie aan de politiezone. In ieder geval dient het bedrag, opgenomen in de politiebegroting, overeen te stemmen met het bedrag voorzien in het budget van de gemeente.
De gemeenteraad keurt de gemeentelijke dotatie 2014 aan de politiezone ten bedrage van 459.018,00 euro goed. 3. OCMW: ADVIES BETREFFENDE DE STRATEGISCHE MEERJARENPLANNING 2014-2019 EN KENNISNAME BUDGET 2014. Ook het OCMW is gebonden aan de nieuwe regelgeving van de beleids- en beheerscyclus. De OCMW-raad keurde op 12 december de strategische meerjarenplanning 2014-2019 en het budget 2014 goed. Het college van burgemeester en schepenen bracht in zitting van 26 november 2013 gunstig advies uit. De meerjarenplanning wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Het budget wordt enkel ter kennis gegeven. De evolutie van de gemeentelijke bijleg is: 2014 2015 2016 2017 2018 2019
715.000 € 661.000 € 650.000 € 669.500 € 689.585 € 710.272,55 €
4. BELASTINGEN EN RETRIBUTIES. De voorgestelde belastingen en retributies dienen opnieuw ter goedkeuring te worden voorgelegd omdat de geldigheidsduur ofwel beperkt is tot 1 jaar ofwel afloopt per 31 december 2013. Voor de belastingen die over meerdere jaren kunnen gestemd worden, is het aan te bevelen deze periode tot 1 jaar na de installatie van de nieuwe gemeenteraden te laten lopen. Dit voorkomt dat men met een juridisch vacuüm zit bij het begin van een legislatuur. Meer uitleg over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen, alsook andere nuttige informatie over specifieke gemeentebelastingen, vindt u in de geactualiseerde omzendbrief gemeentefiscaliteit BB 2011/01 van 10 juni 2011. Deze omzendbrief kan u ook raadplegen op de website van ABB: http://binnenland.vlaanderen.be/omzendbrief. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om geen verhogingen door te voeren. De tarieven blijven m.a.w. op hetzelfde niveau als vorig jaar, met uitzondering van de tarieven voor de sportkampen (worden geïndexeerd) omdat de vergoedingen voor de lesgevers ook gestegen zijn. Hieronder volgt een kleine toelichting per reglement. AANVULLENDE BELASTING OP DE PERSONENBELASTING.
Het tarief blijft voor het jaar 2014 ongewijzigd op 7% aanvullende belasting op de personenbelasting. OPCENTIEMEN OP DE ONROERENDE VOORHEFFING. Het tarief blijft voor het jaar 2014 ongewijzigd op 1860 opcentiemen. BELASTING OP HUISVUIL. Voor de huisvuilbelasting is er een belangrijke wijziging. Op vraag van de Raad van Bestuur van IDM om de alle huisvuil gerelateerde belastingen in één reglement op te nemen, stelt het college van burgemeester en schepenen een nieuw reglement voor waarin zowel de diftarbelasting als de belasting op grofvuil is opgenomen. Het voordeel hiervan is dat er maar één kohier moet worden opgemaakt wat gunstiger is qua kosten (voor de koppeling die CIPAL moet uitvoeren). De tarieven worden hier en daar aangepast (verminderd) conform de eerder gemaakte afspraken om binnen de intercommunale te streven naar éénvormige tarieven. Concreet: Het forfaitair deel per lediging wordt geschrapt voor de GFT-container en terug ingevoerd voor de restcontainer en bedraagt:
0,12 EUR per container 40L
0,25 EUR per container 120L
0,50 EUR per container 240L
2,50 EUR per container van 1100L
Het deel per aangeboden gewicht geldt zowel voor de restcontainer (=vermindering ten aanzien van voorheen € 0,30 per kg) als voor de GFT-container en bedraagt:
0,20 EUR per kilogram aangeboden restafval
0,12 EUR per kilogram aangeboden GFT-afval
0,11 EUR per kilogram aangeboden grof vuil
RETRIBUTIE OP HET GEBRUIK VAN PMD-ZAKKEN. Voor het gebruik van de plastiekzakken bestemd voor de inzameling van plastiek, metaal en drankverpakkingen dient een afzonderlijk reglement te worden goedgekeurd. Het CBS stel voor om nog steeds het tarief van € 0,25/zak te hanteren. RETRIBUTIE OP HET AFLEVEREN VAN BOUW- EN SLOOPAFVAL.
Sinds 1 januari 2008 kunnen de inwoners op het containerpark terecht voor het afleveren van bouw- en sloopafval. De gemeenteraad hanteert sinds 1 januari 2008 een tarief van € 12,50 per kubieke meter, een tarief dat lager ligt dan de werkelijke kostprijs voor het inzamelen van bouw- en sloopafval. Het tarief moet opnieuw vastgesteld worden voor 2014. Het CBS stelt voor om dit tarief te behouden, te meer op voorstel van de intercommunale Durme-Moervaart om een zelfde tarief te hanteren die van toepassing is in onze buurgemeenten teneinde te vermijden dat de inwoners van die buurgemeenten in Moerbeke hun afval komen dumpen omdat het in Moerbeke goedkoper zou zijn. BELASTING OP DE MOTOREN (DRIJFKRACHT). Deze belasting blijft ook ongewijzigd op € 5 per eenheid en per breuk kilowatt. De bestaande vrijstellingen blijven eveneens behouden. BELASTING OP KAMPEERTERREINEN. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om voor de periode 20142019 het huidige tarief van € 0,12 per m² nuttige oppervlakte te bestendigen. BELASTING OP DE CARAVANS, WOONAANHANGWAGENS OF ANDERE SOORTGELIJKE VERBLIJVEN. Het tarief kan vastgesteld worden voor meerdere jaren. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor het bestaande tarief van € 62 te behouden en het reglement van toepassing te maken voor de dienstjaren 2014 tot en met 2019. BELASTING OP HET VERVOER VAN DRONKEN PERSONEN. De belasting op het vervoer van dronken personen was gestemd voor de periode 2009 t.e.m. 2013. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor het reglement te verlengen en van toepassing te maken voor de periode 2014 t.e.m. 2019. Het tarief blijft € 100 per rit en per vervoerde dronken persoon. BELASTING OP DE TIJDELIJKE PRIVATISERING VAN HET OPENBAAR DOMEIN. Deze belasting dient opnieuw hernieuwd te worden en is een belasting op de inname van het openbaar domein naar aanleiding van bouw- en andere werken. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om het reglement te hernieuwen voor de periode 2014 t.e.m. 2019 en hetzelfde tarief te behouden, alsmede de vrijstellingen ongewijzigd over te nemen.
GEMEENTELIJK REGLEMENT OP LEEGSTAND VAN GEBOUWEN EN WONINGEN. De gemeenteraad keurde in 2010 een nieuw reglement goed betreffende de heffing op leegstaande gebouwen en woningen. Dit was het gevolg van een wijziging in het Grond- en pandendecreet waarbij het leegstandregister een bevoegdheid van de gemeente werd (en niet langer meer van de Vlaamse overheid). Dit reglement loopt af einde 2013 en dient dus hernieuwd te worden. Er wordt slechts 1 wijziging doorgevoerd ten aanzien van het reglement van 2010 en dat betreft het begrip “renovatiewerken” (dat wordt geschrapt) omdat dit nergens in de wetgeving vermeld staat. BELASTING OP DE AANVRAGEN TOT HET EXPLOITEREN OF VERANDEREN VAN HINDERLIJKE INRICHTINGEN. Deze belasting geldt voor de periode van 2009 t.e.m. 2013 en dient hernieuwd te worden voor een volgende periode van zes jaar. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor dezelfde regeling over te nemen voor de periode 2014 t.e.m. 2019. Het betreft concreet € 62 voor een milieuaanvraag klasse 2 en € 250 voor een milieuaanvraag klasse 1. GOEDKEURING PLAATSRECHTEN MARKT. De tarieven voor het gebruik van de markt (ter gelegenheid van de organisatie van markten) dienen verlengd te worden vanaf 1 januari 2014. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om hetzelfde tarief van € 0,25/m² te behouden. Het reglement kan vastgesteld worden voor de periode 2014-2019. BELASTING OP DE ONTGRAVINGEN. Deze belasting loopt af einde 2013 en kan vernieuwd worden voor de periode 20142019. Tarief: € 250 per ontgraving. BELASTING OP HET NIET OPTIMAAL AFKOPPELEN VAN HEMELWATER. Aangezien er door de Vlaremwetgeving een verplichting bestaat op een volledige scheiding tussen afvalwater en hemelwater voor woningen op het ogenblik dat een gescheiden riolering wordt (her)aangelegd, heeft de gemeenteraad reeds eerder een belasting goedgekeurd voor de eigenaar die niet de nodige maatregelen treft om het hemelwater op privéterrein optimaal af te koppelen. De belasting bedraagt € 1.000,00 per jaar.
RETRIBUTIEREGLEMENT OP WERKEN AAN NUTSVOORZIENINGEN OP GEMEENTELIJK OPENBAAR DOMEIN. Sinds 2005 kunnen de gemeenten in het gebied van de intercommunale IMEWO aan de distributienetbeheerder een retributie aanrekenen voor de hinder die werken aan nutsleidingen teweeg brengt. Ons huidig reglement eindigt per 31 december 2013 en dient verlengd te worden. Op voorstel van de intercommunale wordt heden een verlenging voorgesteld tot eind 2016. Ten aanzien van het vorige reglement is 1 wijziging aangebracht (=aanvulling) met name in artikel 3: een forfaitaire vergoeding ter compensatie van een belastingvrijstelling. BELASTING OP DE INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN DOOR VASTE STANDPLAATSEN VOOR FRITUREN. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om het bestaande reglement te vernieuwen voor de periode 2014-2019. Er wordt een belasting gevestigd van € 2.250 per jaar per frituur. RETRIBUTIE OP HET GEBRUIK VAN HET ACTIVITEITENAANBOD GEORGANISEERD DOOR DE GEMEENTELIJKE SPORTDIENST: AANPASSING. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor de tarieven voor de sportkampen aan te passen conform de index. De kosten voor de lesgevers zijn ook gestegen. De nieuwe tarieven zijn: 1) Voor sportkampen: € 13 per dag en € 6,5 per halve dag. 2) Voor lessenreeksen: € 3,5 per les en € 3 per les als een volledige lessenreeks wordt gevolgd. 3) Lessenreeksen voor kleuters en -16 jarigen: € 2,5 per les en € 2 per les als een volledige lessenreeks wordt gevolgd. 5. POLDER MOERVAART EN ZUIDLEDE EN MOERBEKE-POLDER: ADVIES VOORLOPIGE RAMING VAN DE UIT TE VOEREN WERKEN AAN DE WATERLOPEN DERDE CATEGORIE GEDURENDE HET JAAR 2014. In het kader van de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, bezorgen de Polderbesturen, Moerbeke-Polder en Polder Moervaart en Zuidlede, hun programma en overeenkomstige raming van de kosten voor het ruimen van de waterlopen van derde categorie binnen de omschrijving van hun grondgebied, voor het dienstjaar 2014.
Voor Moerbeke-Polder bedraagt de raming 34.387, 68 euro (t.a.v. 30.717,06 euro in 2013) en voor de Polder Moervaart en Zuidlede bedraagt de raming 16.085,00 (t.a.v. 13.079,00 euro in 2013). Het college van burgemeester en schepenen stelt voor, in het belang van de landbouw en het milieu, alsmede van de afwatering, om deze ramingen gunstig te adviseren. 6. KERKFABRIEK SINT-ANTONIUS ABT: GOEDKEURING MEERJARENPLANNING 2014-2019. De vorige meerjarenplanning betreft de meerjarenplanning 2008-2013, goedgekeurd in de gemeenteraadszitting van 18 december 2007 en latere wijzigingen. Voor de volgende periode is een nieuw meerjarenplan vereist. De meerjarenplannen van andere kerkfabrieken werden reeds ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd in zitting van 25 juni 2013. Voor de gewone bijleg, evolueert de gemeentelijke toelage als volgt: Gewone bijleg 2014 16.574,68
2015 19.724,76
2016 20.119,26
2017 20.521,64
2018 20.932,08
2019 24.532,64
Voor de buitengewone toelage vraagt de kerkfabriek om volgende investeringen te kunnen doen: 1) Investeringen aan het gebouw. Op basis van de inspectie van Monumentenwacht dienen een aantal werken te gebeuren o.a. de muurankers, de vochtinspijpeling rond de toren, het torenkruis en de dakluiken; 2) Verhogen van de veiligheid en voorkomen en brand: ladderhaken, plaatsen van ladders, brandalarm, torenconstructie, vochtbestrijding pilaren en muren. 3) Binnenschilderwerken, herstellen dorpel en raam sacristieherstellen reling buitentrap en de aankoop van 200 stoelen. 4) Investeringen aan het privaat patrimonium. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 26 november 2013 gunstig advies verleend met uitzondering van de investering betreffende de aankoop van nieuwe kerkstoelen. De kerkfabriekraad heeft beslist dat indien de aankoop van nieuwe stoelen noodzakelijk is, hiervoor een lening zal afgesloten worden. De buitengewone bijleg voor de gemeente wordt begroot op: Buitengewone bijleg
2014 58.420,00
2015
2016
37.510,00 21.695,00
2017
2018
2019
57.846,00
0,00
28.855,00
Het college van burgemeester en schepenen stelt voor gunstig advies uit te brengen. 7. KERKFABRIEK SINT-ANTONIUS ABT: BUDGET 2014. De kerkfabriekraad Sint-Antonius Abt legt het ontwerp van budget 2014 voor. Het resultaat kan samengevat worden als volgt: exploitatie ontvangsten exploitatie uitgaven Negatief saldo eigen dienstjaar Gecorrigeerd overschot Negatief saldo voor toelage
3.630,00 euro 26.623,00 euro - 22.993,00 euro 6.418,32 euro - 16.574,68 euro
De gemeentelijke toelage bedraagt 16.574,68 euro. Investeringsontvangsten Investeringsuitgaven Saldo
58.420,00 euro 58.420,00 euro 0,00 euro
De gemeentelijke toelage bedraagt 58.420,00 euro. Omdat de gemeentelijke bijdrage in het budget de grenzen van het bedrag, opgenomen in het meerjarenplan, niet overschrijdt, dient het budget 2014 enkel ter kennisneming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 8. GOEDKEURING MEERJARENPLANNING 2014-2019. Vanaf 1 januari 2014 zijn alle lokale besturen verplicht om hun meerjarenplanning, budget en jaarrekening op te maken volgens de nieuwe regels van de beleids- en beheerscyclus (BBC). Met BBC gaat een totaal andere manier van plannen gepaard. De opmaak van de meerjarenplanning volgens deze nieuwe regels werd zeer grondig voorbereid en is het resultaat van een wisselwerking tussen het politieke orgaan (CBS) en het ambtelijke niveau. Het heeft dus heel wat tijd en energie gekost met als gevolg een financieel evenwicht als gevolg zowel wat het resultaat op kasbasis betreft, als wat de autofinancieringsmarge betreft. Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting. Deze documenten werden tijdig aan de gemeenteraadsleden bezorgd en uitgebreid toegelicht door BDO op 10 december 2013. Het gemeentebestuur wil inzetten op vijf prioritaire doelstellingen: 1. De gemeente wil een kwalitatief onderwijs- en vormingsaanbod aanbieden en de lokale economie met bijhorende werkmogelijkheden stimuleren.
2. De gemeente en OCMW willen inspelen op de ouder wordende bevolking door voor alle ouderen een thuis te creëren. Hierbij zal de nadruk liggen op mensen zo lang mogelijk in de eigen omgeving te laten wonen, maar zal ook aandacht geschonken worden aan de meer zorgbehoevende senioren. 3. De gemeente wil vrijetijdsmogelijkheden voorzien voor alle inwoners door een regisserende rol op te nemen (samenwerking met en ondersteuning van partners en verenigingen) en door waar nodig actief op te treden als organisator. 4. De gemeente wil een aangename, aantrekkelijke en leefbare gemeente blijven en dit ook verder uitbouwen. 5. De gemeente en OCMW willen een toegankelijke organisatie blijven, zowel voor de burger als voor de interne medewerker, waarbij een uitgebouwd communicatiebeleid aan de basis ligt (incl. afstemming van de dienstverlening tussen gemeente en ocmw). Daarnaast streven de gemeente en het ocmw ernaar om te blijven evolueren naar een professionele en financieel gezonde organisatie. Deze doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met toch een positief financieel resultaat. Het geraamd resultaat op kasbasis in 2019 bedraagt 1.204.730 EUR. De geraamde autofinancieringsmarge (dit is het bedrag dat het gemeentebestuur jaarlijks extra zou kunnen uitgeven aan het terugbetalen van leningen en interesten) bedraagt in 2019 811.893 EUR. De schulden dalen van 11.470.046,27 EUR eind 2013 naar 7.219.798,15 EUR eind 2019. 9. BUDGET 2014. De opmaak van het budget 2014 dient eveneens volgens de nieuwe regels van BBC te worden opgemaakt. Het budget is de vertaling van de langetermijnvisie uit de meerjarenplanning naar de korte termijn en sluit er dus volledig op aan. Het budget bestaat uit een beleidsnota, een financiële nota en een toelichting. 10. ONINBAARSTELLINGEN GEMEENTEBELASTINGEN. Verschillende gemeentebelastingen zijn om diverse redenen (vergissing, gegrond bezwaar, overlijden, enz.) niet meer te innen en worden derhalve oninbaar gesteld. Het betreft in casu: Dienstjaar 2011 2012 2012 2012 2013 2013 2013 2013 TOTAAL
belasting Vast recht 2011 Gemeentebelasting Leegstand 1° deel 2012 2° deel 2012 leegstand Diftar 1° sem. 2013 Caravans Belasting op onbebouwde percelen
bedrag € 121,10 € 990,00 € 181,65 € 4349,21 € 1980,00 € 2039,17 € 124,00 € 1550,00 € 11.335,00
Om het totaalbedrag wat in perspectief te plaatsen, dient wel te worden opgemerkt dat het bedrag diftar 2de deel van 2012 voor het overgrote deel betrekking heeft op afval van de eigen diensten, zoals de school, het gemeentehuis, de werf en de bibliotheek (dit zouden we anders aan onszelf moeten betalen). 11. RECHTSPOSITIEREGELING VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL: DIVERSE AANPASSINGEN. Ingevolge het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, heeft de gemeenteraad in 2008 de rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel vastgesteld. Inmiddels werden reeds 3 kleinere aanpassingen aangebracht. Heden worden we geconfronteerd met meer ingrijpende wijzigingen. Enerzijds heeft de Vlaamse regering haar besluit van 7 december 2007 aangepast (bij besluit van 23 november 2012). Anderzijds zijn er federaal een aantal wijzigingen op het gebied van loopbaanonderbreking, ouderschapsverlof en verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek kind, die voor gevolg hebben dat de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel hiermee in overeenstemming moet worden gebracht. De diverse wijzigingen aan de rechtspositieregeling zijn besproken met de vakbonden en hebben geleid tot een protocol van akkoord. De gemeenteraad keurt deze aanpassingen goed. 12. TOEKENNING ELEKTRONISCHE MAALTIJDCHEQUES. Het gemeentebestuur geeft sinds enkele jaren maaltijdcheques aan haar personeelsleden. Sodexo is tot heden en dit ingevolge een prijsvraag – samen met het OCMW – de leverancier van de maaltijdcheques. Op een vraag van de stad SintNiklaas om deel te nemen aan een samenaankoop, heeft het college van burgemeester en schepenen op 30 april 2013 positief geantwoord. Inmiddels werd de opdracht door de stad Sint-Niklaas gegund aan de meest voordelige bieder, met name de firma Edenred. Edenred kan zowel papieren als elektronische maaltijdcheques aanleveren. Heden werkt het gemeentebestuur nog met paieren maaltijdcheques maar het college van burgemeester en schepenen opteert voor de invoering van elektronische maaltijdcheques en wenst dit ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad. De keuze voor de elektronische maaltijdcheques werd ook voorgelegd aan de representatieve vakorganisaties die een protocol van akkoord ondertekenden. Gelet op de opzeggingstermijn die moet in acht genomen worden, kan pas op 1 maart 2014 gestart worden.
De modaliteiten blijven verder ongewijzigd. De werkgeversbijdrage in de maaltijdcheques bedraagt € 5,80 euro per maaltijdcheque. De werknemersbijdrage in de maaltijdcheques bedraagt € 1,20 per maaltijdcheque. Verder wordt – zoals voorheen – toepassing gemaakt van de pro rata regeling. Dit betekent dat het aantal toegekende maaltijdcheques wordt berekend door het totaal aantal uren normale werkelijke arbeid die de werknemer tijdens het kwartaal heeft gepresteerd, te delen door het normale aantal uren per dag van de maatpersoon in het bestuur. Indien deze bewerking een decimaal getal oplevert, wordt het afgerond op de hogere eenheid. Indien het aldus verkregen getal groter is dan het maximum aantal werkbare dagen van de maatpersoon in het bestuur in het kwartaal, wordt het tot dit laatste aantal beperkt. 13. SUBSIDIEREGLEMENT SPORTRAAD. Het bestaande subsidiereglement is er gekomen vanuit de sportraad, gekoppeld aan het verenigingssportbeleidsplan. De financiën werden rechtstreeks op de rekening van de sportraad gestort. Met het (nieuwe) planlastendecreet moeten de lokale besturen via de Beleids- en Beheerscylus (BBC) aantonen dat ze voldoen aan de Vlaamse beleidsprioriteiten om in aanmerking te komen voor subsidie. Dit betekent dat de subsidies rechtstreeks naar de gemeente komen en derhalve het subsidiereglement vanuit de gemeente zelf moet worden opgemaakt. Dit reglement moet voldoen aan de door Vlaanderen vastgestelde beleidsprioriteiten (BPS1 en BPS2) en moet op de website te raadplegen zijn. Aan de gemeenteraad wordt heden een ontwerp van subsidiereglement ter goedkeuring voorgelegd. 14. SUBSIDIEVERDELING VAN DE JEUGD 2013. Overeenkomstig het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid en het besluit van de Vlaamse regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, werd door de gemeenteraad op 28 september 2010 het jeugdbeleidsplan 2011-2013 goedgekeurd. In uitvoering van het jeugdbeleidsplan wordt door de jeugdraad een voorstel van subsidieverdeling gedaan op basis van de door de jeugdverenigingen ingediende verantwoordingsstukken. Het te verdelen bedrag is € 9.600,00. Kan de gemeenteraad instemmen met de voorgestelde subsidieverdeling evenals machtiging tot betaling van de kredieten verlenen als volgt: Vereniging Toon & Tine Jeugd Rode Kruis Jong VLD
Bedrag (€) 666,58 1.909,88 0,00
Begrotingsart. 76102/332-02 76102/332-02 76102/332-02
Scouts KLJ Jeugdhuis De Kring Suikerspin (kadervorming) Totaal
3.691,60 3.168,94 0,00 163,00 9.600,00
76102/332-02 76102/332-02 76102/332-02 761/112-48
Jong VLD had onvoldoende activiteiten tijdens het werkingsjaar om voor subsidies in aanmerking te komen, jeugdhuis De Kring diende geen subsidieaanvraag in. 15. VERLENGING SAMENWERKINGSOVEREENKOMST GAS-BEMIDDELAAR. Het reglement ‘gemeentelijke administratieve sancties (GAS)’ werd door de gemeenteraad vastgesteld op 6 juli 2010 en nadien nog aangepast. In het GAS is een procedure van bemiddeling voorzien voor minderjarigen die een overtreding begaan. Voor deze bemiddeling heeft de gemeente de voorgaande jaren beroep gedaan op de diensten van een bemiddelaar van de stad Gent. Hiertoe werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Deze samenwerkingsovereenkomst eindigt op 31 december 2013 en dient verlengd te worden. Het huidig voorstel bevat enkele wijzigingen ten aanzien van de vorige jaren. Deze zijn: 1) Bij II. Algemene bepaling mbt de uitvoering van de overeenkomst: De prioriteit gaat daarbij uit naar de organisatie van de bemiddelingsprocedure ten aanzien van minderjarigen, zoals vastgelegd door de gemeenteraad van gemeente Moerbeke. 2) Bij III. Financiële bepalingen: Artikel 9: Aangezien de forfaitaire toelage van de federale staat onvoldoende is om de integrale loonkost en de werkingskosten van de bemiddelaar te betalen, zal, de meerkost doorgerekend worden aan de verschillende gemeenten binnen het gerechtelijk arrondissement Gent, die eenzelfde samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met de stad Gent om beroep te doen op de door de federale regering gefinancierde bemiddelaar, conform artikel 10. Artikel 10:Wat de loonkosten en werkingskosten betreft voor de bemiddelaar, zullen deze kosten via een forfaitair bedrag van € 25 per dossier doorgerekend worden aan de verschillende steden en gemeente binnen het gerechtelijk arrondissement Gent die een samenwerkingsakkoord hebben afgesloten. Uitzondering: Voor dossiers waarin één van de betrokken partijen niet wenst in te gaan op het bemiddelingsaanbod, wordt het forfait niet aangerekend. Artikel 11: De bemiddelaar verbindt er zich toe om na afloop van de subsidiëringperiode en ten laatste tegen het einde van het jaar een overzicht te maken van het aantal behandelde
dossiers waarin het forfait zoals bepaald in artikel 10, zal aangerekend worden. Dit bedrag zal door de stad Gent gefactureerd worden aan de gemeente Moerbeke. 3) Bij IV. Verzekering: Artikel 12:De stad Gent sluit een verzekering af aangaande de burgerlijke aansprakelijkheid en tegen lichamelijke ongevallen bij vrijwillige herstelprestaties van de overtreder in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. De bijdrage voor deze verzekering wordt mee verrekend in het forfaitair bedrag van € 25 per dossier. 4) Bij VII. Duur van de overeenkomst: Artikel 14: Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2014 en is geldig voor onbepaalde tijd. De stad Gent kan de overeenkomst stopzetten wanneer de federale toelage wordt stopgezet of wanneer deze wordt gewijzigd. De gemeente Moerbeke en de stad Gent kunnen het akkoord opzeggen mits een aangetekend opzeggingsbrief, minstens drie maanden voor het einde van de jaarlijkse subsidiëringperiode of binnen een periode van drie maanden na de kennisgeving van een verlaging van de federale subsidiëringregeling. De gemeenteraad stemt in met de verlenging van deze overeenkomst en keurt deze goed. 16. GEBRUIKSOVEREENKOMST BUURTHUIS KRUISSTRAAT: AANVULLING EN 17. GEBRUIKERSREGLEMENT BIBLIOTHEEK: AANVULLING. Deze 2 agendapunten ( 16 en 17) kunnen samen behandeld worden omdat de aanvulling voor beide reglementen hetzelfde is. Het college van burgemeester en schepenen heeft aan de cultuuradviesraad gevraagd of zij een advies konden uitbrengen m.b.t. de mogelijkheid die aan elke Moerbeekse erkende vereniging zou gegeven worden om éénmaal per jaar gratis gebruik te kunnen maken van het buurthuis of van de bibliotheek. Het gratis gebruik kan enkel toegestaan worden als: -
de zaal nog niet verhuurd is; de vereniging zelf niet over een lokaal beschikt waar de activiteit kan doorgaan; de activiteit zelf geen commercieel doel heeft.
De CAR heeft hierover een gunstig advies uitgebracht op 4 september 2013. Een Moerbeekse vereniging kan door het college van burgemeester en schepenen erkend worden als: -
de zetel gevestigd is in Moerbeke of als de activiteiten op het grondgebied Moerbeke plaatsvinden; de vereniging toegankelijk is voor iedereen;
-
de activiteiten een sociaal karakter hebben zonder commercieel oogmerk.
De gemeenteraad stemt in met dit voorstel en verleent goedkeuring aan de aanvulling in beide reglementen. 18. AANVULLING ALGEMEEN VERKEERSREGLEMENT. Het college van burgemeester en schepenen stelt voor om aan alle publieke gebouwen parkeerplaats voor te behouden voor gehandicapten. Concreet: aan het gemeentehuis, aan het politiekantoor en aan de bibliotheek. Hiertoe dient het algemeen verkeersreglement te worden aangepast. De gemeenteraad stemt hiermee in. TOEGEVOEGDE PNTEN DOOR DE FRACTIE CD&V OP DE DAGORDE GEVRAAGD. 1. BESLISSING BIJEENROEPING GBC TEN LAATSTE IN FEBRUARI 2014. Het bijeenroepen van de GBC is niet de bevoegdheid van de gemeenteraad. Op eerdere vragen werd reeds geantwoord dat eerst bekeken moest worden waar we met de gemeentelijke financiën zouden eindigen alvorens we deze commissie zouden samenroepen en dat er op 11 december een vergadering gepland was met Erwin Sucaet, mobiliteitsbegeleider, om de bijeenroeping en de agenda van de eerste GBC te bespreken. Intussen werden de uitnodigingen verstuurd. Het moet echter worden benadrukt dat binnen de Gemeentelijke Begeleidingscommissie het komen tot oplossingen en tot kwaliteitsvolle plannen en projecten die kaderen in het duurzaam lokaal mobiliteitsbeleid centraal staan. Ook het verwerven van het draagvlak voor deze projecten is van belang. De GBC verleent assistentie bij de voorbereiding, de opvolging en de evaluatie van deze projecten. De leden waken vanuit hun eigen takenpakket binnen het mobiliteitsbeleid over de conformiteit, consistentie en specificiteit. Hier ligt het accent op de (op)waardering van de kwalitatieve aspecten van de projecten, plannen en acties. De GBC zal hierover aanbevelingen geven aan de initiatiefnemer. Men kan moeilijk stellen dat de “projecten” waarnaar de drie oppositiepartijen in het verleden reeds verwezen kaderen binnen een duurzaam mobiliteitsbeleid. De kans is ook klein dat de vaste leden input kunnen leveren over deze punten. De GBC zal dan ook enerzijds het huishoudelijk reglement moeten goedkeuren alsook een sneltoets van het mobiliteitsplan moeten doen. Als die punten die reeds werden aangekaart moeten worden aangepakt, zullen de vaste leden wellicht weinig interesse hebben om in de uitvoering ervan te worden betrokken. 2. VRAAG OM BESLISSING TOT STOPZETTING VERGUNNING VOOR BREEKWERF OP SITE SUIKERFABRIEK.
Ook dit punt is geen bevoegdheid van de gemeenteraad. Het is de plicht van de oppositie om het college vragen te stellen over dergelijke problematieken, maar dit hoeft niet door punten aan de agenda van de gemeenteraad toe te voegen. Het gemeentedecreet is duidelijk: de gemeenteraad kan stemmen over zaken die binnen haar bevoegdheid vallen. Wanneer je de zekerheid wil dat een vraag wordt beantwoord op de gemeenteraad, mag die altijd schriftelijk aan het college worden bezorgd (laat ons afspreken dat dit dan minstens een week op voorhand gebeurd, zodat we ons nog kunnen informeren). Vragen zijn dus geen agendapunten. En vragen herformuleren zodat het een voorstel tot beslissing is, kan uiteraard ook alleen voor die zaken die de bevoegdheid van de gemeenteraad zijn. CD&V vraagt om de vergunning voor breekwerken stop te zetten. Er is echter geen vergunning meer voor breekwerken. Op 12 februari werd geadviseerd door de milieuambtenaar dat de aanvraag tot het verlenen van een nieuwe vergunning onontvankelijk was omdat reeds twee vergunningen werden afgeleverd voor breekwerken van steenpuin van de afbraak van de suikerfabriek zelf. Deze vergunning kon slechts twee keer gedurende 1 jaar (dus in totaal 2 jaar) worden toegekend en dan nog enkel voor het breken van steenpuin van de site zelf of waarvan de oorsprong zich binnen een straal van 1 km bevond. Voor nieuwe breekwerken moest een milieuvergunning klasse 1 worden aangevraagd. Dit werd op 27 februari door het college gemeld aan de aanvrager. Een milieuvergunning klasse 1 werd voor zover we weten nooit aangevraagd bij de provincie. Op 22 augustus werd per aangetekend schrijven gemeld dat de breekwerken die de aannemer uitvoerde niet vergund zijn en werd gevraagd deze activiteiten onmiddellijk stop te zetten. Dit werd ook gedaan, sinds dat moment werden geen breekactiviteiten meer uitgevoerd, de breekmachine werd toen ook verwijderd. De ondernemer liet ons ook weten dat eind maart het huurcontract met Iscal Sugar afloopt en dat tegen dan dus alle aanwezige steenpuin ook weg zal zijn. Op 17 september werd op de gemeenteraad op een gelijkaardige vraag van SP.AGroen al hetzelfde geantwoord. De aannemer had ons ook beloofd geen nieuw steenpuin aan te voeren, wat hij volgens jullie brief wel degelijk wel nog doet. Maar opslag van steenpuin op een industrieterrein is niet in strijd met de bestemming van dat terrein uiteraard. Hiertegen kan men weinig beginnen.