GEMEENTERAAD VAN 19 DECEMBER 2013 Aanwezig:
DE PAUW Marc, burgemeester-voorzitter LUYCKX Raymond, LEIRENS Rose, DE GROOTE André, ONGENA Carolien, DE LAUSNAY Yves, LEBON Liliane schepenen; LYBEER Roger, BALCAEN Etienne, BOUCKAERT Jacques, RAMAN Wim, VERCAMER Blijde, COLPAERT Guy DE SUTTER Renaat, TORCQ Alain, VERCRUYSSE Lien, VANDEN HOVE Sofie, ROMBAUT Eva, VAN HULLE Antony, ANCIAUX Emmanuel, GELDOLF Gabriëlle, VAN LYSSEBETTENS Dorothea, VANTOMME Mia, DE BAERE David, KINDT Marieke, SIERENS Elsie, raadsleden; DERYCKERE Gert, gemeentesecretaris
Raadslid Kindt is verontschuldigd. De heer Marc De Pauw, burgemeester-voorzitter opent de zitting om 19.30 u. Het verslag van de voorgaande zitting (21 november 2013) wordt goedgekeurd. De raad vergadert vervolgens in openbare zitting. OPENBARE ZITTING 1.
OCMW - Strategisch meerjarenplan 2014-2019 - Goedkeuring.
Voorzitter mevrouw Lebon geeft toelichting bij het strategisch meerjarenplan van het OCMW: “ Beste aanwezigen, Bij deze licht ik u graag de strategische nota toe van de beleids- en beheerscyclus van OCMW Destelbergen. Bij het hele BBC-verhaal hebben ook wij, raadsleden en managementteam, de denkoefening gemaakt rond de cruciale vragen: wat willen we bereiken?, hoe gaan we dit realiseren?, wat is het financiële plaatje hieraan verbonden? Wij hebben ervoor gekozen één prioritaire doelstelling te benoemen, meer bepaald: de nieuwbouw realiseren. In concreto gaat dit, voor wat betreft de eigen dienstverlening, om de bouw van 20 extra serviceflats, een nieuw dagverzorgingscentrum en 3 kamers voor herstelverblijf. Hier bovenop hebben we ook volgende doelstellingen geformuleerd: 1. duurzaam ondernemen // 2. de zelfredzaamheid en de maatschappelijke inclusie optimaliseren // 3. wonen, welzijn en zorg op maat aanbieden. In deze toelichting beperk ik mij aan te halen waar we vernieuwend willen werken. De bijsturing van de huidige werking is minstens even belangrijk maar om te vermijden dat mij dit te ver zou leiden, kaart ik die niet in detail aan. Momenteel wordt er duchtig gebouwd aan een nieuw contigent van 20 serviceflats op onze campus in Heusden. Zoals te lezen valt in de infobundel werken wij hiervoor samen met Serviceflats Invest. Naast, of liever onder, de serviceflats wordt er ook gebouwd aan een nieuw dagverzorgingscentrum. Wij zetten op termijn daar onze werking gewoon verder en zullen dus dagelijks om en bij de dertig mensen verwelkomen. Bij dit alles is er ook ruimte voor drie kamers herstelverblijf. Wij denken eraan deze kamers ter beschikking te stellen voor senioren die niet langer in het ziekenhuis hoeven te verblijven maar toch nog niet voldoende hersteld zijn om naar huis te keren. In deze vorm van tijdelijke opvang kunnen zij helemaal recupereren. De totale kostenraming bedraagt 4.654.709,92 €. Volgens een vooropgestelde verdeelsleutel van ongeveer 65% voor Serviceflats Invest en 35% voor het OCMW komt onze bijdrage, afgerond, op 1.650.000 €. Het niet-gesubsidieerde gedeelte van het dagverzorgingscentrum wordt gedragen door de gemeente Destelbergen in de vorm van een verhoogde jaarlijkse gemeentelijke toelage die gelijk is aan het bedrag dat het OCMW jaarlijks moet afbetalen voor de nieuwe lening op 30 jaar. De jaarlijkse last van kapitaal en intresten bedraagt volgens de laatste ramingen een kleine 80.000,00 euro (79.036 €). Onder de doelstelling “duurzaam ondernemen” verstaan we onder andere het volgende: We zoeken partners die met ons een samenwerkings-engagement willen aangaan. We denken hierbij aan de voordelen van schaalvergroting, kostenbesparing en uitwisseling van kennis en ervaring. Zelf doen we het nodige om zo efficiënt mogelijk het aankoopbeleid te voeren. We hopen hierbij alvast bij de collega’s van het gemeentebestuur gehoor te krijgen om daar waar mogelijk samen te werken.
We hebben permanent oog voor de veranderingen rondom ons en proberen dan ook zo innovatief mogelijk te werken. De huidige werking is steeds vatbaar voor verbetering en daar willen we naar streven. Onze medewerkers verdienen een luisterend oor voor creatieve oplossingen en verfrissende ideeën. Het OCMW wil het gebruik van de eigen infrastructuur en de dienstvoertuigen goed beheren. Dit impliceert een zorgvuldige planning en een juiste bedrijfscultuur. Aansluitend bij dit laatste zetten we in op alle maatregelen die de organisatiedoelstellingen helpen verwezenlijken mét speciale aandacht voor de medewerkers van OCMW Destelbergen. De instroom en de uitstroom van personeelsleden, het verzuimbeleid, competentiemanagement, diversiteitsmanagement… het zijn maar enkele begrippen die we concrete inhoud willen geven. De werkomgeving verdient ook onze aandacht. Sterker nog, veiligheid op het werk, in alle mogelijke facetten, wordt een investeringspost. Bij dit alles zullen de leden van het managementteam een cruciale verantwoordelijkheid opnemen. Bovendien wordt van hen een grote financiële betrokkenheid verwacht. De secretaris en de financieel beheerder wacht hier een boeiende uitdaging. Wij scharen ons achter de definitie van de Europese Commissie als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen, namelijk: de verantwoordelijkheid van bedrijven voor het effect dat ze op de samenleving hebben. Dit mag geen holle frase worden, we willen onze inspanningen en de resultaten meetbaar maken zodat we kunnen hard maken wat we nu voorop stellen. “Zelfredzaamheid en maatschappelijk inclusie optimaliseren” is een volgende belangrijke doelstelling. Sowieso staat een gepaste activering hierbij centraal. De zelfredzaamheid en sociale integratie van kansengroepen laten toenemen is en blijft een belangrijke opdracht voor de maatschappelijk werkers. Hierbij denken wij zeker ook verder na over alle mogelijke vormen van socioculturele participatie. Een van onze kerntaken blijft financiële en materiële steun op maat aanbieden. Wij zoeken voortdurend naar een goede balans tussen kostendekking en prijssetting voor de eigen dienstverlening. Zo proberen we ons eigen aanbod financieel aantrekkelijk te houden. Anderzijds vinden wij ook dat mensen geleerd kunnen worden hoe verantwoord om te gaan met hun budget. Samen met collega schepen Caroline Ongena willen we onze schouders zetten onder de oprichting van het Huis van het Kind om de kinderarmoede te bestrijden. Tot slot maar niet minder belangrijk, de doelstelling “wonen/welzijn/zorg op maat aanbieden”. •
•
• •
•
•
•
De garantie op een degelijke woning voor een betaalbare huurprijs willen wij zoveel als mogelijk bieden. Daartoe roepen we de gemeentenaren met panden te huur op om zich te melden bij ons sociaal verhuurkantoor. Wellicht hoeft het systeem van de dienstencheques niet meer te worden uitgelegd. Heel veel mensen, jong en oud, maken hiervan gretig gebruik. Daar bovenop wenst OCMW Destelbergen ook te investeren in een dienst voor logistieke hulp. De coördinatie van beide diensten en een verfijnd systeem van wie hiervoor in aanmerking komt uitwerken, is voer voor 2014. Wij maken er een punt van onze werking permanent kritisch te durven bekijken. Vandaar dat de dienst “maaltijden aan huis” in 2014 grondig onder de loep wordt genomen. We vertrekken daarbij natuurlijk vanuit de feedback die we krijgen bij de afnemers van de maaltijden aan huis. Aanvullend bij het personenalarmsysteem wil OCMW Destelbergen een permanentiedienst uitbouwen. Zoals u kan lezen in de informatie die u hebt gekregen is het gebrek aan voldoende mantelzorgers of een gemis aan mantelzorgers die dichtbij wonen vaak een probleem. En als die mantelzorger er dan wel is, dan kan het toch zijn dat er af en toe nood is aan een vorm van oppas. Deze twee gegevens zetten ons aan het werk om te investeren in vrijwilligers die zich buiten de kantooruren willen engageren. Investeren betekent: rekruteren, opleiden, coachen, opvolgen,… Dementievriendelijke gemeente met focus op het nieuwe project ‘Edomah’ dat staat voor “ergotherapie bij dementerende ouderen en hun mantelzorger aan huis”. De gewoonten, de routine van de persoon met dementie in zijn eigen, vertrouwde omgeving worden aangegrepen door de ergotherapeut om mensen met dementie zolang als mogelijk thuis te laten wonen. Alweer komt ook de zorg voor de mantelzorger naar voren. Met de werkgroep “dementievriendelijke gemeente” blijven we inzetten op een positieve beeldvorming naar buiten toe.
Financieel beheerder van het OCMW, Tom Standaert, licht het financiële luik van het meerjarenplan toe aan de hand van een powerpointpresentatie. Raadslid Balcaen geeft zijn commentaar bij de OCMW-begroting. Deze commentaar is gebaseerd op het dossier en op de informatie van OCMW-raadslid Baert: - Geen politiek debat over de beleidsprioriteiten, de beleidsacties en de eigen voorstellen van OCMW-raadslid Baert - Waardevolle acties in het overige beleid maar geen middelen hiervoor
-
Vragen bij het investeringsritme Positief dat er geen afbouw is van activiteiten en personeel Onvoldoende middelen voor armoedebestrijding en sociale cohesie Karige middelen en versnippering van middelen voor ouderenbeleid; vraag om dit uit te klaren Opmaken van een sociaal beleidsplan en starten met een echt sociaal huis Oprichting van een volwaardige welzijnsraad Sp.a betreurt dat er geen aanzet is tot de oprichting van een extra Woon- en Zorgcampus in Destelbergen OCMW en gemeente moeten doelstellingen voorop stellen en inzetten op het faciliteren van lokale reguliere en sociale tewerkstelling Relativeren van de verhoging van de gemeentelijke bijdrag (+95 000 euro); is inclusief de afbetaling van de aankoop van het voetbalterrein (80 000 euro/jaar) Sp.a betreurt het ontbreken van drastische samenwerkingsverbanden en synergiën tussen de gemeente en het OCMW.
Om deze reden zal de Sp.a-fractie het meerjarenplan van het OCMW niet goedkeuren. Voorzitter Lebon betreurt dat de Sp.a-fractie het meerjarenplan niet zal goedkeuren: Er zijn geen middelen voor de bouw van een extra Woon- en Zorgcampus. Het OCMW richt er zich op om ook dienstverlening te voorzien voor de mensen thuis via oa. het dagverzorgcentum met dagverblijf; een mobiele nachtploeg; de dienstenchequeonderneming met een logistieke dienst voor bejaarden; het dienstencentrum DC Reinaert. De voorzitter concludeert dat de noden door vergrijzing van de bevolking wel degelijk worden aangepakt. Voorzitter Lebon is ook niet akkoord met de stelling dat er geen inspraak mogelijk is geweest bij de opmaak van het meerjarenplan. Alle raadsleden hebben op dezelfde manier hun inbreng kunnen doen. Waar mogelijk werd de inbreng verwerkt. Bijvoorbeeld de opmerking over de veiligheid van het personeel werd verwerkt op aangeven van de Raad. Ter bevordering van de sociale cohesie organiseert het DC De Reinaert verschillende activiteiten. Minder mobiele klanten kunnen gebruik maken van de mobiliteitsdienst van het OCMW. Voor de 80+ zijn huisbezoeken georganiseerd om de diensten van het OCMW kenbaar te maken en te luisteren naar de noden. Indien noden werden gedetecteerd, werd dit doorgegeven aan de sociale dienst. Vervolgens nam de sociale dienst contact op en zorgde voor een aangepaste dienstverlening. Nadat alle 80+ zijn bezocht is mijn overgaan tot huisbezoeken bij de 70+ met informatie over de dienstverlening van het OCMW. Wat betreft de versnippering van de sociale dienstverlening tussen de gemeente en het OCMW werd het laatste jaar meer samenwerking georganiseerd. Er worden duidelijke afspraken gemaakt tussen het OCMW en de gemeente. Een voorbeeld van deze samenwerking is het initiatief tot uitbouw van het Huis van het Kind. Raadslid Anciaux vraagt aan de voorzitter om haar toelichting door te mailen. Raadslid Lybeer vermeldt dat Groen zich zal onthouden omdat de fractie zich ook in de OCMW-raad heeft onthouden. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat vanaf het financieel boekjaar 2014 het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de BBC veralgemeend in werking treedt; Overwegende dat een strategisch meerjarenplan 2014-2019 en een budget 2014 volgens de nieuwe regels moet worden opgesteld;
Overwegende dat het meerjarenplan van het OCMW vóór de vaststelling ervan in de raad voor maatschappelijk welzijn voor advies moet worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen; Gelet op het gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen dd.29 oktober 2013; Gelet op de beslissing van de OCMW-raad dd. 4 december 2013 waarbij het strategisch meerjarenplan 2014-2019 werd vastgesteld; Overwegende dat het strategisch meerjarenplan van het OCMW door de gemeenteraad moet worden goedgekeurd; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 22 stemmen vóór Etienne Balcaen stemt tegen, onthouding van Roger Lybeer. Artikel 1. Het strategisch meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW wordt goedgekeurd met een geraamde gemeentelijke toelage van: Dienstjaar 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Geraamde toelage 2.005.169 2.105.428 2.158.063 2.212.015 2.267.315 2.323.998
Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan het OCMW worden toegestuurd. 2.
OCMW - budget 2014 - Kennisname.
DE GEMEENTERAAD Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het OCMW-decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, artikel 86 §4 4° betreffende de opmaak van voorontwerp van de strategische nota van het meerjarenplan, artikel 91 1°, betreffende de opmaak van voorontwerp van de financiële nota van het meerjarenplan; artikel 146§1 dat bepaalt dat het OCMW een meerjarenplan vaststelt dat bestaat uit een strategische nota en een financiële nota; artikel 148, betreffende de procedure voor de goedkeuring van het meerjarenplan van het OCMW door de gemeenteraad; Gelet op het decreet van 17 december 1997 houdende wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de OCMW’s; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 en het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de OCMW’s en de provincies; Gelet op het ministerieel besluit van 23 december 1997 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; Gelet op de beslissing van de OCMW-raad van 4 december 2013 betreffende het meerjarenplan 2014 – 2019 en het budget 2014 van het OCMW; Gelet op het positief advies van het college van burgemeester en schepenen van 29 oktober 2013; Overwegende dat het ontwerp meerjarenplan 2012-2014 van het OCMW bestaat uit een strategische nota en een financiële nota waaruit de berekening blijkt van de vermoedelijke gemeentelijke bijdrage voor de boekjaren 2014 tot en met 2019; Overwegende dat de vermoedelijke gemeentelijke bijdrage als volgt is opgenomen: 2014: 2 005 169 euro 2015: 2 105 428 euro 2016: 2 158 063 euro 2017: 2 215 015 euro 2018: 2 267 315 euro 2019: 2 323 998 euro
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage opgenomen in het budget 2014 2.005.169 euro bedraagt; dat dit bedrag gelijk is aan het bedrag opgenomen in het meerjarenplan; BESLUIT: Artikel 1. De raad neemt kennis van het budget 2014 van het OCMW. Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan het OCMW worden toegestuurd. 3.
Budgetwijziging 2013.
De financieel beheerder van de gemeente De Wilde, geeft toelichting bij de budgetwijziging 2013. Raadslid Raman stelt een vraag over de doorstorting van de aanvullende personenbelasting waarbij een nieuwe raming voor 2013 werd overgemaakt aan het gemeentebestuur. Volgens de beschikbare info zou dit bedrag beduidend lager liggen dan de oorspronkelijke raming. Heeft dit impact op de begroting van de gemeente ? De financieel beheerder bevestigt dat dit geen effect heeft op het budget 2014 maar wel op de rekening 2013. Burgemeester De Pauw bevestigt dat bij de meerjarenplanning de ontvangsten van de aanvullende personenbelasting voorzichtig zijn geraamd (voor 2014 10% minder dan geraamd door de Vlaamse overheid en vervolgens een voorzichtige jaarlijkse stijging van 2%). Hij stelt dat een essentiële bron van inkomsten (1/3e van de totale ontvangsten) niet met zekerheid kan worden geraamd. De gemeenteraad keurt met 14 stemmen vóór en onthouding van Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere de wijzigingen nrs.1 (gewone dienst) en 2 (buitengewone dienst) aan de begroting 2013 goed. Gewone dienst: Uitgaven eigen dienstjaar Saldo Vorige dienstjaren Ontvangsten overboeking
-19.679.975 -545.313 -10.525 55.200
-19.834.676 390.612 -189.038 55.200
Overboeking Resultaat begroting Rekeninguitslag 2012 Saldo
-469.075 120.913 7.635.902 7.756.815
-492.773 -235.999 8.309.833 8.073.834
Buitengewone dienst: Omschrijving
Oorspronkelijk bedrag
Bedrag na de wijziging nr.2
Ontvangsten eigen 2.383.900 dienstjaar Uitgaven eigen dienstjaar -3.086.477 Saldo -702.577 Vorige dienstjaren 5.536.952 Overboeking 441.905 Resultaat begroting 5.276.280 Rekeninguitslag 2011 5.276.280 Saldo 0
4.
2.468.541 -3.102.976 -634.435 5.536.952 465.603 5.368.120 5.368.120 0
BBC - Strategisch meerjarenplan 2014-2019.
Gemeentesecretaris Deryckere en financieel beheerder De Wilde geven een toelichting bij het meerjarenplan 2014-2019:
Op 25 juni 2010 keurde de Vlaamse Regering het besluit betreffende de beleids- en beheerscyclus goed. Vanaf 1 januari 2014 vervangen alle lokale besturen (gemeenten, OCMW’s, provincies en autonome gemeente- en provinciebedrijven) hun huidige begrotingscyclus door de beleids- en beheersyclus (BBC). De beleids- en beheerscyclus is een systeem van beleidsmatig en financieel plannen, budgetteren, registreren en rapporteren. Het is er op gericht om de doelstellingen van het bestuur beter te realiseren. Men zou zich de vraag kunnen stellen waarom deze regelgeving aan de gemeente wordt opgedrongen. Waarom worden dergelijke nieuwe (drastische) wijzigingen doorgevoerd binnen de lokale besturen. In het kader van de tendensen rond het nieuwe publieke management krijgen lokale besturen vanaf 2014 meer autonomie om hun eigen lokaal beleid vorm te geven. Bij deze autonomie hoort meer verantwoording ten aanzien van de gemeenteraad. Een van de tools die hiervoor wordt ingezet, zijn de principes van de BBC. Door de invoering van de BBC worden lokale besturen verplicht om op een andere manier verslag uit te brengen aan de gemeenteraad over het te voeren en gevoerde beleid. In de rapportage wordt vanaf nu verschil gemaakt tussen het gelijkblijvend of overige beleid en het prioritair beleid. De reden hiervoor is de gewijzigde rol van de raad die decretaal werd bijgestuurd. De raad wordt voortaan geacht om hoofdzakelijk een beleidsbepalende rol te hebben en niet een beleidsuitvoerende. De focus van de raad ligt met andere woorden vanaf 2014 op de hoofdlijnen en moet zich in de eerste plaats concentreren op de belangrijkste wijzigingen die het bestuur wil aanbrengen aan de bestaande toestand. Deze hoofdlijnen zitten vervat in de prioritaire beleidsdoelstellingen. Over de vooruitgang van deze beleidsdoelstellingen zal jaarlijks worden gerapporteerd aan de raad. Ze worden opgenomen in de strategische nota van het meerjarenplan en jaarlijks geconcretiseerd in de doelstellingennota van het budget. Deze doelstellingen worden ook geëvalueerd in de doelstellingenrealisatie van de jaarrekening. Het prioritair beleid staat tegenover het overig beleid. Het overig beleid omvat het budget dat noodzakelijk is om het gemeentebestuur dagelijks draaiende te houden op het niveau van het onderhoud van de bestaande reguliere dienstverlening . Toch kunnen we in het overige beleid nog een onderscheid maken, met name: - De overige beleidsdoelstellingen: dat is beleid dat wel in beleidsdoelstellingen is omschreven, maar dat geen deel uitmaakt van het prioritair beleid en waaromtrent niet expliciet dient te worden gerapporteerd aan de raad. Deze beleidsdoelstellingen zijn voor het overgrote deel verbonden aan de uitvoering van Vlaamse beleidsaccenten en zijn gekoppeld aan Vlaamse subsidies. - Het overige beleid: dat is beleid dat gevoerd wordt, maar waaromtrent geen bijzondere doelstellingen worden beschreven. In het meerjarenplan en het budget werken we vanaf nu met beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties. Een beleidsdoelstelling bestaat uit een specifieke omschrijving van het vooropgestelde resultaat of eventueel van het vooropgestelde effect dat de raad wil bereiken voor het extern of intern te voeren beleid (“Wat willen we bereiken?”) (strategisch niveau) Onder een beleidsdoelstelling komen één of meer actieplannen die nodig zijn voor de realisatie van de beleidsdoelstelling (“Hoe gaan we dat bereiken?”) (tactisch niveau) De actieplannen worden gekoppeld aan één of meer acties die ondernomen zullen worden voor de realisatie van het vooropgestelde resultaat (“Wat gaan we daarvoor doen en binnen welke termijn?”) (operationeel niveau) Er wordt steeds een raming van de ontvangsten en uitgaven gemaakt per jaar waarop de beleidsdoelstelling betrekking heeft (“Wat zijn de financiële gevolgen?”). Het is van belang om te melden dat alle budgetten die doorheen de legislatuur worden geïnd of worden uitgegeven gekoppeld zijn aan beleidsdomeinen, beleidsvelden en beleidsitems De indeling van beleidsdomeinen werd eerder dit jaar met eenparigheid van stemmen (GR juni 2013) goedgekeurd door de gemeenteraad. In de beleidsrapporten is enkel dit niveau zichtbaar. Het geeft de raad de mogelijkheid om op een efficiënte manier zicht te krijgen over de budgetten die worden verdeeld over de verschillende beleidsdomeinen. De onderliggende onderverdeling in beleidsvelden en items is voornamelijk een financieel-technisch verhaal en is onderdeel van een financieel registratiesysteem van de Vlaamse overheid die vergelijkingen tussen lokale besturen onderling moet vergemakkelijken. Het meerjarenplan is het plan dat opgemaakt wordt bij de start van de beleidscyclus.
De beleidscyclus is niet gelijk aan de bestuursperiode. De bestuursperiode is de legislatuur, met name de periode tussen twee raadsverkiezingen. De beleidscyclus heeft ook een periode van zes jaar, maar start in principe pas in het tweede jaar van de legislatuur en overspant ook het eerste jaar van de volgende legislatuur. De Vlaamse overheid wenst op deze manier een continuïteit te creëren tijdens het eerste jaar van een bestuursperiode. Zo heeft een nieuwe bewindsploeg tijdens het eerste jaar de tijd om het meerjarenplan voor de komende periode op te stellen zonder dat de uitvoering van het lopende beleid in het gedrang komt. Het budget is het document voor de start van elk jaar uit de beleidscyclus. Beide documenten geven, in verschillend detail, een zicht op de strategie van het bestuur en de wijze waarop ze zal worden gerealiseerd. De jaarrekening is het beleidsrapport dat hoort bij de evaluatie. De jaarrekening blikt terug en geeft een overzicht van de (gedeeltelijke) realisatie van de verschillende doelstellingen in het afgelopen jaar. Bij de opmaak van het meerjarenplan en de financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen wordt in vergelijking met voorgaande jaren 2 nieuw uitgangspunt gehanteerd: 1. Budgetteren op transactiebasis De financiële vertaling van de beleidsdoelstellingen gebeurt alleen op basis van ontvangsten en uitgaven. Een ontvangst of een uitgave is een transactie die een verandering van de beschikbare en realiseerbare geldmiddelen tot gevolg zal hebben op de korte termijn. Dat betekent dat voor elk financieel boekjaar waarop een beleidsdoelstelling betrekking heeft alleen die elementen opgenomen worden die binnen dat jaar zullen zorgen voor een inning of een betaling. De beleidsbeslissingen worden genomen op basis van de hoeveelheid geld (financieringsmogelijkheden) die moet vrijgemaakt worden voor de realisatie van beleidsdoelstellingen. Ook het onderscheid tussen transactiekredieten en verbinteniskredieten is essentieel binnen de BBC. Deze twee kredietsoorten worden als volgt gedefinieerd: - Een transactiekrediet is het krediet dat toegekend wordt voor de ontvangsten en uitgaven binnen één financieel boekjaar. Het is dus het bedrag aan uitgevoerde werken dat in dat jaar zal worden gefactureerd. -
Een verbinteniskrediet is het totaal van de transactiekredieten voor de desbetreffende rubriek. Dat is dus het krediet dat toegekend wordt voor het totaal van de ontvangsten en uitgaven die het gevolg zullen zijn van een verbintenis. Het is dus het bedrag dat men mag gunnen aan bestellingen.
2. Dubbel evenwichtscriterium In het besluit van de Vlaamse regering is sprake van een dubbel evenwichtscriterium, het resultaat op kasbasis enerzijds en de autofinancieringsmarge anderzijds. Om het resultaat op kasbasis te berekenen, wordt het saldo genomen van alle inkomsten en uitgaven van een bepaald boekjaar, vermeerderd met de eventuele kasoverschotten uit vorige boekjaren. Een positief resultaat op kasbasis komt er op neer dat het bestuur tijdens het boekjaar meer geld zal overhouden dan dat het plant uit te geven, rekening houdend met eventuele overschotten uit het verleden. De autofinancieringsmarge is het verschil tussen de middelen die beschikbaar zijn om leningen af te lossen (het financieel draagvlak) en het bedrag dat nodig is om de lopende en geplande netto periodieke leningsuitgaven te vereffenen. Een positieve marge betekent dus dat de te betalen leninglasten gedekt worden door het overschot uit exploitatie van ontvangsten en uitgaven en dat het bestuur meer middelen overhoudt dan nodig is om haar leningsuitgaven te voldoen. De autofinancieringsmarge betekent dus letterlijk de marge waarbinnen het bestuur zelf in staat is om bijkomende investeringen te financieren. Aansluiting bij het meerjarenplan Het budget, inclusief de budgetwijzigingen, moet aansluiten bij het meerjarenplan. Dit is het geval indien aan al de volgende voorwaarden is voldaan: -
De doelstellingennota van het budget bevat voor het financiële boekjaar de beleidsdoelstellingen en actieplannen die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen
-
Het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar is groter dan of gelijk aan nul.
-
De autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in het budget is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan.
De Financieel beheerder geeft toelichting bij de belangrijkste schema’s en overzichten:
Belangrijkste overdrachten
Schema M2 Resultaat op kasbasis
Jaar 2014
I. Exploitatiebudget (B-A)
2.913.255
880.382
991.826
1.031.235
1.186.718
1.323.938
18.521.925 21.435.180 14.141.181
20.026.244 20.906.627 13.608.522
20.294.984 21.286.810 13.884.515
20.623.059 21.654.294 14.144.729
20.915.647 22.102.365 14.482.351
21.236.780 22.560.717 14.826.970
7.293.999
7.298.105
7.402.296
7.509.565
7.620.014
7.733.747
-4.633.427
375.240
393.452
-1.585.965
-1.071.918
-1.052.761
A. Uitgaven B. Ontvangsten
4.759.027 125.600
1.588.930 1.964.170
1.837.815 2.231.266
1.585.965
1.121.918 50.000
1.052.761
III. Andere (B-A)
-1.397.725
-1.433.230
-1.335.708
-111.710
-122.034
-328.258
1.497.999 1.497.999 1.497.999
1.533.504 1.533.504 1.533.504
1.435.982 1.435.982 1.435.982
1.211.984 1.211.984 1.211.984
972.308 972.308 972.308
928.532 928.532 928.532
100.274
100.274
100.274
1.100.274 1.000.000
850.274 750.000
600.274 500.000
100.274
100.274
100.274
100.274
100.274
100.274
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-3.117.897
-177.608
49.570
-666.440
-7.234
-57.082
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.135.654
1.017.757
840.149
889.719
223.279
216.045
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.017.757
840.149
889.719
223.279
216.045
158.963
A. Uitgaven B. Ontvangsten 1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen 1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) Autofinancieringsmarge
1.017.757 Jaar 2014
I. Financieel draagvlak (A-B)
3.293.358
1.217.008
1.287.112
1.329.446
1.484.512
1.612.010
A. Exploitatieontvangsten 21.435.180 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 18.141.822 1. Exploitatie-uitgaven 18.521.925 2. Nettokosten van de schulden 380.103
20.906.627 19.689.619 20.026.244 336.626
21.286.810 19.999.698 20.294.984 295.286
21.654.294 20.324.848 20.623.059 298.210
22.102.365 20.617.852 20.915.647 297.795
22.560.717 20.948.707 21.236.780 288.073
1.777.828
1.769.856
1.630.994
1.409.920
1.169.828
1.116.331
1.397.725 380.103
1.433.230 336.626
1.335.708 295.286
1.111.710 298.210
872.034 297.795
828.258 288.073
1.515.530
-552.848
-343.882
-80.475
314.684
495.679
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Autofinancieringsmarge (I-II)
840.149 889.719 223.279 216.045 158.963 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019
Schema B2 Uitgaven
Ontvangsten
€ 415.733
Beleidsdom ein ALGEMENE FINANCIERING
Saldo
€ 16.646.659
€ 16.230.927 -€ 5.697.411
Beleidsdom ein ALGEMEEN BESTUUR
€ 5.835.481
€ 138.071
Beleidsdom ein RUIMTE
€ 4.159.349
€ 1.031.739
-€ 3.127.611
Beleidsdom ein BURGWELZ
€ 3.613.566
€ 769.256
-€ 2.844.310
Beleidsdom ein LEREN
€ 2.515.134
€ 2.316.432
-€ 198.702
Beleidsdom ein VRIJETIJD
€ 1.982.662
€ 533.023
-€ 1.449.638
€ 18.521.924,73
€ 21.435.179,66
€ 2.913.254,93
Totalen
Evolutie van de schuld Financiële schulden ten laste van het bestuur
2014
A. Financiële schulden op 1 januari
12.486.585,56
€
2015 €
10.988.586,69
2016 €
9.455.082,26
B. Nieuwe leningen
2017
2018
2019
€
8.019.100,63
€
6.857.116,78
€
5.972.309,11
€
1.000.000,00
€
750.000,00
€
500.000,00
€
1.211.983,85
€
972.307,67
€
928.532,42
C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D)
€
€ 10 . 9 8 8 . 58 6 , 6 9
€ 9 . 4 55. 0 8 2 , 2 6
€ 8 . 0 19 . 10 0 , 6 3
€
F. Intresten
€
380.102,64
€
336.625,68
€
295.286,09
€
G. Periodieke leningslasten (D+F)
€
1. 8 78 .10 1,51
€
1. 8 70 .13 0 , 11
€
1. 73 1. 2 6 7, 72
€
1.497.998,87
€
1.533.504,43
€
1.435.981,63
7. 8 0 7. 116 , 78 298.210,47 1. 510 . 19 4 , 3 2
€ 6 . 6 3 4 . 8 0 9 , 11
€ 5.54 3 . 776 , 6 9
€
€
297.794,80
€ 1. 2 70 . 10 2 , 4 7
288.072,51
€ 1. 2 16 .6 0 4 , 9 3
Gemeentesecretaris Deryckere geeft toelichting bij de tot standkoming van het meerjarenplan 2014-2019: Het ontwerp van meerjarenplan is het resultaat van goede samenwerking tussen de het College van Burgemeester en Schepenen, het MAT en de gemeentediensten. Begin 2012 werd een kick-off vergadering georganiseerd voor alle betrokken medewerkers en het schepencollege. Tijdens deze vergadering werden de aanwezigen geïnformeerd over de verplichtingen die voortvloeien uit het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus. In aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen nam het managementteam het initiatief om een omgevingsanalyse uit te voeren. Deze omgevingsanalyse is een verplicht onderdeel van het meerjarenplan maar kon op dat moment ook meerwaarde beteken als inspiratienota voor de nieuwe bestuursploeg. Tijdens de installatievergadering op 2 januari werd het bestuursakkoord van de coalitie Open VLD en CD&V gepresenteerd waarin duidelijke beleidskeuzes werden gemaakt. De omgevingsanalyse en het bestuursakkoord vormden een belangrijke basis voor de volgende fase in het beleidsplanningsproces. Tijdens verschillende werksessies tussen het CBS en de gemeentediensten werden de verschillende beleidsvisies op elkaar afgestemd. Deze verzameling van doelstellingen, actieplannen en acties werd vervolgens gesynthetiseerd in een lijst van 28 strategische doelstellingen. Rond deze strategische doelstellingen werd een 18/06/2013 een eerste participatieavond georganiseerd met een door de gemeentediensten geselecteerd publiek van “wakkere burgers”. Vlak voor het zomerverlof werden deze strategische doelstellingen, samen met een aantal conclusies die voortvloeiden uit de participatieavond, gepresenteerd aan de raadsleden. Aan de raadsleden werd toen gevraagd hun input te leveren tegen midden augustus. Na de verwerking van alle feedback doken we in september een reeks besparingsrondes in startten we de budgetbesprekingen. Op basis van de financiële toestand van de gemeente werden nog een aantal keuzes gemaakt. Adviesraden werden geconsulteerd in de periode oktober-november Op 10/12/2013 boog de gemeenteraadscommissie financiën zich over het ontwerp van meerjarenplan en budget. Het eindresultaat ligt momenteel voor u. Er worden in totaal 13 verschillende beleidsdoelstellingen geformuleerd. Het college stelt voor om daaruit 4 prioritaire doelstellingen te selecteren. “ Burgemeester De Pauw geeft een toelichting bij het meerjarenplan 2014-2019:
“ Geachte raadsleden, Zoals daarnet uiteengezet door de secretaris en de financieel beheerder, is de werkmethode voor de opmaak van de jaarlijkse begroting en de meerjarenramingen grondig gewijzigd. Niet alleen vormelijk, maar ook inhoudelijk en wat de randvoorwaarden betreft, is de manier van budgetteren grondig gewijzigd. Dit veranderingsproces heeft veel tijd gevraagd van, in eerste instantie, de 2 heren die u zopas de inleiding hebben gegeven, maar ook van alle gemeentediensten aan wie de opdracht werd gegeven om een voorstel van beleidsplan op te maken. De leden van het CBS wensen heel uitdrukkelijk alle betrokkenen te danken voor hun werk en inbreng. Ook wij hebben ons moeten vertrouwd maken met het nieuwe BBC verhaal. Hierbij is gebleken dat de nieuwe werkmethode voor- maar ook nadelen heeft. Het verbinden van de naakte begrotingscijfers met specifieke delen van de administratie en met beleidsdoelstellingen die meetbaar zijn, is wellicht te beschouwen als een verbetering. Duidelijk maken hoeveel voor elke doelstelling wordt besteed, maakt het beleid transparanter en evalueerbaar. Anderzijds, wordt door de BBC werkmethode een nog strakker financieel keurslijf gecreëerd en dit in een context van teruglopende ontvangsten en het doorschuiven van steeds meer taken op de rug van de gemeenten. Op louter financieel vlak moeten er een jaarlijks evenwicht getoond worden op kasbasis en, op het einde van de planningsperiode (2019) moet de autofinancieringsmarge positief zijn. We kunnen alleen hopen dat alle andere overheden eenzelfde financiële discipline aan de dag zullen leggen … Een belangrijk deel van de gemeentelijke ontvangsten bestaat uit subsidies bekomen van het Vlaams gewest en, onrechtstreeks, van de Federale overheid. De betoelaging door het Vlaams gewest wordt vanaf 2014 afhankelijk gemaakt van de aansluiting van de gemeentelijke beleidsplannen op deze van de Vlaamse Regering. Mogen we hieruit besluiten dat, wat de bedoelde beleidsdomeinen zoals Jeugd, Cultuur, enz … de gemeenten voortaan als een aanhangsel van de Vlaamse Regering worden beschouwd ? Vanuit het perspectief van de gemeentelijke autonomie roept dit toch enkele bedenkingen op. Onze beleidsplannen werden opgemaakt met het oog op het verder bekomen van deze subsidies, maar zekerheid hierover zullen we pas bekomen in maart/april van 2014. In functie van de reactie van de Vlaamse overheid zullen onze eigen plannen desgevallend moeten aangepast worden. De betoelaging door de Federale overheid is dan weer een ander verhaal. Deze spelen vooral op het vlak van de toelagen aan de lokale politie en aan de brandweer. Hierbij laat ik even de specifieke financieringsmechanismen voor het OCMW buiten beschouwing. Zeker wat de politie betreft, is de toename van de federale toelagen zeer matig te noemen (gemiddeld zo’n 2,5 %/jaar daar waar de gemeentelijke bijdragen over de laatste 5 jaren met zo’n 50 % zijn gestegen. De betoelaging voor de hervorming van de brandweerdiensten zou, volgens de laatste informatie, een iets positiever verhaal moeten worden, dat er voor moet zorgen dat de gemeentelijke bijdragen in de komende jaren slechts beperkt moeten stijgen. Af te wachten uiteraard. Het moge ook duidelijk zijn dat de voorliggende meerjarenramingen als een dynamisch gegeven moeten beschouwd worden. In functie van onder meer de reële betoelaging zullen we jaarlijks moeten evalueren en bijsturen. Ook voor ons is dit BBC verhaal een nieuw gegeven en aanpassingen aan de voorliggende plannen zullen zeker nodig zijn. Wat de algemene financiële context voor de gemeentefinanciën betreft, werd inmiddels de analyse die wij vorig jaar, bij de bespreking van de begroting voor 2013, hebben gemaakt bevestigd. De meeste gemeenten hebben het moeilijk om het budget rond te krijgen en er zijn geen 1000 manieren om hierop te reageren. De aanpassing van de tarieven van de PB en OVH die wij vorig jaar hebben doorgevoerd zijn meer dan nodig gebleken om de financiën van de gemeente Destelbergen in evenwicht te houden. Ook is gebleken dat er geen hulp te verwachten is vanwege de Vlaamse overheid. Ondanks de vele oproepen tot verhoging van de subsidies vanuit het Gemeentefonds, was het antwoord duidelijk. De gemeente moeten zelf hun boontjes doppen. Dit is dan ook wat wij gedaan hebben. Voor de opmaak van het budget 2014 en de meerjarenraming tot 2019 werd opnieuw een grondige analyse gemaakt van de diverse uitgaven en ontvangsten, met als objectief om de gestelde randvoorwaarden qua kasevenwicht en autofinancieringsmarge te halen. Hierbij werd evenwel niet uit het oog verloren dat wij ook nog een actief beleid willen voeren, zowel wat de courante werking van de gemeentediensten als wat de investeringen betreft. Een overzicht van de belangrijkste beleidsmaatregelen die in dit budget en de meerjarenraming verwerkt zijn: ONTVANGSTEN Toen we, begin 2013, de nieuwe tarieven voor de PB en de OVH hebben vastgelegd, was het de bedoeling om (1) hiermee het financieel evenwicht van de gemeente vast te leggen voor de ganse legislatuur en (2) beneden het Vlaams gemiddelde te blijven. In de voorliggende ramingen worden deze intenties bevestigd.
Qua retributies zijn wij voorstander van een verdere responsabilisering van de gebruikers van de betrokken dienstverleningen. In tegenstelling tot andere steden of gemeenten, zijn wij niet systematisch op zoek gegaan naar mogelijkheden tot verhoging van de retributies. We blijven telkens de afweging maken tussen de aard van de dienstverlening en de noodzaak om hiervoor een rechtstreeks bijdrage te vragen aan de gebruikers. Dit is o.m. het geval voor de financiering van de huisvuilophaling en –verwerking. In de mate dat voor deze dienstverlening de rechtstreekse bijdragen van onze burgers verhogen, zullen deze, ten minste gedeeltelijk, gecompenseerd worden door een verlaging van de algemene gemeentebelasting voor de gezinnen. In 2014 wordt hiervoor trouwens reeds een eerste stap gezet. Een belangrijk beleidsobjectief is het onder controle houden van de openbare schuld van onze gemeente. Om dit te rijmen met een andere doelstelling, nl de wil om verder te investeren in het openbaar domein en in de werking van de diensten, hebben wij ook onderzocht op bepaalde activa ten gelde kunnen gemaakt worden. Zo plannen we de verkoop van de terreinen aan de A. De Grootestraat (gelet op de verhuis van de technische diensten); van een deel van het Kwartier Beervelde, de oude sportzaal Kristalbad en van de pastoorswoning in Heusden (van zodra deze vrij komt). UITGAVEN In het BBC verhaal wordt geen onderscheid gemaakt tussen de gewone en de buitengewone uitgaven. Alle uitgaven, van welke aard ook, komen in één tabel terecht. Voor analytische en beleidsredenen blijven we echter een onderscheid maken tussen 3 grote categorieën van uitgaven: •
De rechtstreekse kosten van de gemeentelijke administratie en voorzieningen.
De grootste post hierin vormen de personeelsuitgaven. In tegenstelling tot vele andere steden en gemeenten, hebben wij de gemeentelijke organisatie in het verleden uitgebouwd onder het motto “kwaliteit boven kwantiteit”. Er zit geen vet op onze gemeentelijke organisatie, integendeel zelfs, en besparen op het personeel was dan ook geen optie. Wel zullen we, ook in de komende jaren, zeer voorzichtig omgaan met de verdere invulling van het organogram. Hoewel de focus blijft op het invullen van de kerntaken van de gemeente, willen wij de reeks van voorzieningen die wij hebben op het vlak van cultuur, recreatie, educatie, enz.. bestendigen. Vermits we het echter belangrijk achten om hiervoor de juiste instrumenten aan te wenden en om toch oog te hebben voor het budgettair evenwicht, stellen wij voor om bepaalde subsidiemechanismen zoals de Scaldischeques en de tussenkomsten voor bepaalde energiebesparende maatregelen te schrappen. •
De toelagen aan extern georganiseerde diensten.
Hieronder verstaan we de toelagen aan het OCMW, de politiezone, IVAGO en de brandweer. In de bespreking met deze diensten, hebben wij de boodschap gegeven dat ook hier in de komende jaren zuinig met de middelen zal moeten omgesprongen worden. Wij willen niet raken aan de essentie van deze dienstverleningen, maar ook dienen alle uitgaven te worden verantwoord en moeten dienaangaande afspraken gemaakt worden. Wat het OCMW betreft, zullen alle mogelijke vormen van samenwerking met de gemeente worden onderzocht. Een bijzonder een nieuw hoofdstuk in dit verband, vormen de afspraken en engagementen tussen onze gemeente en de S divisie van TMVW, met name voor de bouw en de exploitatie van de nieuwe sporthal. Het voorliggend budget en de meerjarenramingen houden rekening met de genomen verbintenissen, wat niet belet dat wij, wat de exploitatie van de nieuwe sportinfrastructuur betreft, nauwlettend zullen toezien. • De openbare schuld van de gemeente De aflossingen en interesten op de openbare schuld vormen een niet onbelangrijk deel van onze uitgaven. In de mate dat de uitgaven (inclusief de investeringen) niet gedekt worden door de courante en patrimoniale ontvangsten van de gemeente, is het aangaan van nieuwe leningen de enig mogelijke sluitpost. Hoe hier de stand van zaken is zal ik toelichten na de bespreking van de investeringen; INVESTERINGEN Bij de opmaak van de begroting en de meerjarenramingen, dienden wij ons de vraag te stellen: hoeveel kan onze gemeente in de komende jaren investeren zonder de financiële evenwichten opgelegd in het BBC verhaal te doorbreken ? Het antwoord op deze vraag vindt u in voorliggende documenten. Over de periode 2014-2019 hebben wij een investeringsmarge van ca 9 M€, of zo’n 1,5 M€/jaar. In de voorbije legislatuur werd voornamelijk geïnvesteerd in nieuwe gebouwen zoals de sporthal, het dienstencentrum in Heusden, de Kollebloem, de Berghine, de gemeentelijke scholen en de muziekschool, naast uiteraard de investeringen in ons openbaar domein. In de jaren die voor ons liggen, zal de aandacht vooral uitgaan naar de investeringen in het openbaar domein. De rioleringswerken in de Wellingstraat en omgeving zijn lopende en ons aandeel hierin is verwerkt in de begroting. Het onderhoud en de heraanleg van de gemeentelijke wegen en voetpaden, veiliger fietspaden en trage wegen zullen een groot deel van de investeringen vertegenwoordigen. Bij deze investeringen met het oog op een betere en veiliger mobiliteit, is
het de bedoeling om – door een beroep op een WIS systeem – een planmatige aanpak te realiseren. Middelen werden ook voorzien om, in samenwerking met de betrokken verenigingen, te investeren in de infrastructuur voor sport en andere verenigingen en leeftijdsgroepen. Niet onbelangrijk zijn ook de investeringen in de werking van de gemeentelijke administratie. Het investeren in een CRM systeem zal de hoeksteen vormen van het uitbouwen van een E government organisatie. “ Tot slot concludeert burgemeester De Pauw: Door de aanpassing van de belastingtarieven in 2013 en het doorvoeren van besparingen leggen wij een begroting 2014 en meerjarenramingen tot 2019 voor die het evenwicht van de gemeentefinanciën van Destelbergen aantonen. De door het BBC verhaal opgelegde parameters worden duidelijk gehaald. Dit uiteraard op voorwaarde dat de randvoorwaarden waarin wij ons beleid moeten voeren niet substantieel veranderen. We kunnen, in dit verband, alleen hopen dat de door de Vlaamse Regering aangekondigde besparingen geen belangrijke impact zullen hebben op de verdere betoelaging van de gemeenten. Wat het sluitstuk van de begroting betreft, de evolutie van de openbare schuld, voorzien we een verdere afbouw van deze schuld. Gelet op de geplande aflossingen op de bestaande schuld en met slechts 2,25 M€ aan nieuwe leningen tot 2019, zou de openbare schuld ten laste van onze gemeente tegen 2019 ongeveer moeten halveren (van 12 tot 6 M€). Ook dit is een niet onbelangrijk gegeven in het waarborgen van het algemeen financieel evenwicht. Tot slot wil ik nog even benadrukken dat de voorliggende oefening, zeker naar de toekomst toe, onze best mogelijke inschatting is. Evaluaties en aanpassingen zullen zeker nodig zijn, want de omstandigheden waarin wij moeten werken zullen in de komende jaren zeker wijzigen. Tot zover mijn inleiding. Voor alle vragen en bemerkingen staan de collega’s – schepenen en ikzelf uiteraard ter beschikking. Raadslid Raman vraagt het woord: “ Wij vinden het jammer dat we opnieuw moeten wachten tot de gemeenteraad zelf om bijkomende toelichtingen te krijgen over de begroting. Ik doe een nieuwe oproep om de oppositie tijdig te informeren en degelijk te betrekken bij de opmaak van de begroting. We hebben dit meerjarenplan grondig bekeken, samen met het gemeentelijk budget voor 2014. De belangrijkste vraag hierbij is: krijgen onze burgers een heldere visie van het bestuur? Het antwoord stelt echter wat teleur. De omschakeling naar de BBC heeft veel tijd en energie gekost, maar volgens de N-VA is het gemeentebestuur te laat gestart of heeft het te veel tijd nodig gehad voor de opmaak van de BBC. Hierdoor was er op het einde geen tijd meer voor inspraak, debat of discussie. De adviesraden kregen bv. pas half november een voorstelling van de prioritaire doelstellingen, waarna zij met heel wat vragen achterbleven en snel hun advies moesten leveren. Dat er bovendien op de begrotingscommissie nog zaken waren waarop de bevoegde schepenen zich afvroegen waar die bedragen vandaan kwamen en dat sommige bedragen nog dienden aangepast te worden, boezemt ook niet veel vertrouwen in. Als we teruggaan naar de motivatie rond de begroting 2013 en vooral de motivatie voor de verhoging van de personenbelasting en opcentiemen dan dienen we te stellen dat 2 van de belangrijkste argumenten voor deze verhoging in 2014 beter meevallen dan voorzien. Zo zal er in 2014 geen indexsprong van 3% zijn maar één van 1,2% en zal ook de bijdrage voor de politiezone ruimschoots lager zijn dan initieel ingeschat. Desondanks moeten wij voor 2014 vooral een beroep doen op de overschot van de vorige jaren om positief te geraken en wordt er voor de komende jaren gekozen voor éénmalige kortetermijn oplossingen om de situatie recht te trekken. Vooral dit laatste baart ons zorgen. Om de impact van de hoge aflossingen van gemaakte schulden die de komende jaren op ons afkomen te compenseren, kiezen jullie er voor opnieuw gemeentelijke infrastructuur te verkopen. De Kollebloem, de muziekschool en het dienstencentrum in Heusden die ons nog enkele jaren blijven achtervolgen worden deels gecompenseerd door de verkoop van de sporthal Damvallei, de gronden van de vroegere technische dienst aan de A De Grootestraat en de pastorij van Heusden.
Ondanks een verkiezingsbelofte van CD&V wordt de sporthal Damvallei verkocht. Niet dat dit ons verbaast na de ontwijkende antwoorden die we de voorbije maanden door de bevoegde schepen mochten ontvangen over dit onderwerp, maar wij waren het eens met de stelling van de CD&V. Deze sporthal zou inderdaad dienst kunnen blijven doen als bijkomende locatie voor sportkampen en voor enkele sportclubs met jeugdwerking. Het zou een ontlasting voor de sporthal Bergenmeersen betekenen en de zaal zou tevens kunnen gebruikt worden voor andere initiatieven. Door de gronden waar de technische dienst was gehuisvest aan de A. De Grootestraat te verkopen, verliezen we een opportuniteit om dicht bij de dorpskern op termijn bijkomende serviceflats of andere nodige zorgaccomodatie te voorzien. Intussen neemt ook kostenplaatje van kwartier Beervelde sterk toe Aanpassingswerken en bijkomende kosten op de aankoop brengt ons al aan 700.000 Euro extra bovenop de oorspronkelijke 3.000.000 Euro. Voor het overige: - is het voor ons koffiedik kijken of de gemeente inspanningen levert om te besparen op haar werking. - stellen we vast dat van de 18 Mio uitgaven in 2014 er slechts 1% gaat naar initiatieven die komen uit de resem voorstellen opgesomd in het beleidsplan. 60000 CRM 40000 woonbeleidsplan 30000 mobiliteitsplan 25000 WIS 25000 Huis van het Kind -
zien we dat er in Cultuur en Sport initiatieven worden genomen vooral omdat ze nodig zijn om aanspraak te kunnen maken op subsidies.
U zou dit jaar een evaluatie maken van de vzw Komma en van de Scaldischeques. Deze evaluatie is éénzijdig uitgedraaid in het nadeel van onze gezinnen met kinderen. Extra betaling voor de middagopvang en de afschaffing van de Scaldischeques, zonder alternatief, zijn de resultaten die onze inwoners voorgeschoteld krijgen. Het wordt meer en meer duidelijk dat onze inwoners meer moeten betalen voor investeringen waaraan ze weinig of niets hebben. Van transparantie is er geen sprake. “ Tot slot formuleert raadslid Raman de volgende vragen “ 1. Uit de discussie op de mobiliteitscommissie deze week bleek dat er geen fondsen voorzien zijn voor een veilige verkeersafwikkeling in de Kerkham. We stellen echter ook vast dat de wegenwerken aan de Koedreef slechts in 2016 staan ingeschreven. Zal de gemeente bij de opening van de sporthal een veilige toegang kunnen garanderen? 2. Zowel in 2014, in 2016 als in 2018 staat een opbrengst van 50.000 Euro ingeschreven voor de afkoop sociale last van de verkavelaar. Graag wat uitleg? 3. Rond de 400.000 Euro die geïnvesteerd gaat worden in sport/voetbalinfrastruur vanaf 2016 had ik graag bevestigd gezien voor welke club of clubs dit nu voorzien is 4. En ten slotte hadden we graag een zicht gekregen op de realisatie van alle plannen/reglementen die in het bestuursakkoord zijn opgesomd en in het BBC niet specifiek in actieplannen zijn opgenomen. “ Burgemeester De Pauw stelt voor om samen met de schepenen onmiddellijk de vragen te beantwoorden: Bij de beslissingen over de verkoop van activa is onderzocht in hoever het noodzakelijk is om activa te behouden die niet onmiddellijk aansluiten bij het beleid dat men wil voeren. Concreet werd onderzocht wat Kristalbad nog zou kunnen bieden in het kader van een mogelijk uitwijkscenario. Uit onderzoek blijkt dat, indien het Kristalbad wordt behouden, er noodzakelijke investeringen en renovatiewerken nodig zijn. Het college heeft besloten dat het Kristalbad maar marginaal
nuttig zou zijn en dat de investeringen in het Sportpark Bergenmeers voldoende mogelijkheden bieden voor alle clubs en recreanten. Betreffende de Adrien De Grootestraat bevestigt de burgemeester dat er nog niet is beslist wat hier zou kunnen komen. De mogelijkheid om sociale en betaalbare woningen te vestigen, dient nog verder te worden onderzocht tijdens het vermarkten van de site. Er liggen nog verschillende scenario’s op tafel: zelf ontwikkelen, publiek-private samenwerking, verkopen. In de loop van 2014 zal hier een antwoord worden op gegeven. De burgemeester stelt dat iedereen wist dat bij de in gebruik name van het voormalig kwartier Beervelde door de technische dienst een aantal investeringen noodzakelijk zouden zijn. Op die manier wordt aan de medewerkers een degelijke huisvesting geboden en worden zij in staat gesteld om hun werk op een degelijke manier uit te voeren. Schepen Leirens vult aan dat in het kwartier Beervelde een 40-tal medewerkers werken. De investeringen zijn oa. noodzakelijk in functie van de eisen die voortvloeien uit het ARAB (afzonderlijke toiletten voor mannen en vrouwen, douches, refter) De 700 000 EUR zijn gespreid over verschillende jaren en in dit budget werd al grondig gesnoeid. Schepen Ongena geeft toelichting bij de evaluatie van de werking van vzw Komma: Het contract met vzw Komma loopt af in augustus 2014. Op dit moment wordt een nieuw bestek opgemaakt dat zal worden gepubliceerd in februari 2014. Samengevat verloopt de samenwerking met vzw Komma goed en zijn de directies tevreden. De klachten blijven dit schooljaar beperkt tot 2 schriftelijke klachten. Schepen Leirens geeft toelichting bij de werken in de Kerkham en de Koedreef: De 20 000 euro in 2014 is een budget voor studiekosten. De Koedreef wordt nog niet heraangelegd in 2014 Tot midden 2015 is projectontwikkelaar DAFINAS nog aan het werk. Een nieuwe investering van 200 à 300 000 euro in nieuwe wegenis is op dit moment nog niet verantwoord daar er mogelijks schade zal veroorzaakt worden door zwaar werfverkeer. De sportsite wordt ook ontsloten voor zwakke weggebruikers via de Kerkham. Schepen Leirens bevestigt dat er ondertussen in het College de toezegging werd gegeven om tegen de opening van de sportsite de nodige beschermingsmaatregelen voor zwakke weggebruikers te voorzien. Schepen Leirens stelt voor om de zwakke weggebruikers te verplichten om zich via de Kerkham toegang te verschaffen naar de sportsite. Schepen Luyckx geeft toelichting bij het budget sociale last voor verkavelaars: Bij grotere verkavelingen werden sociale lasten opgelegd aan de verkavelaar. Deze regelgeving werd recent vernietigd. De inkomsten van de sociale lasten 50 000 euro zullen dus niet worden gerealiseerd, wel de inkomsten van de bescheiden last 37 000 euro. Het voorstel van budget werd nog niet aangepast aan deze nieuwe situatie. Raadslid Raman informeert hoe de sociale last op de TAE-site wordt ingevuld. Schepen Luyckx bevestigt dat deze sociale last opgelegd werd in het GRUP. Schepen De Lausnay geeft toelichting bij het budget voor de voetbalinfrastructuur: Bij de opmaak van het totaalplan Bergenmeers werd ook gekeken naar de voetbalinfrastructuur van FC Destelbergen. Naar aanleiding van deze intenties is een budget van 400 000 euro opgenomen in het meerjarenplan. Dit budget wordt gespreid over meerdere jaren. De infrastructuur ligt op domein van de gemeente en dus is de gemeente gehouden aan een goed beheer. Er zijn momenteel vragen over de toestand van het sanitair gedeelte van FCD en de kleedcabines. Er zijn ook nog andere voetbalclubs actief in de gemeente, weliswaar niet op eigendom van de gemeente. Dit betekent echter niet dat deze clubs in de kou zullen blijven staan. Een deel van de voorziene budgetten kunnen ook gereserveerd worden na analyse van de individuele dossiers. Het grootste gedeelte van het budget zal worden aangewend voor investeringen in de infrastructuur op gemeentelijke eigendom. Schepen Ongena geeft nog bijkomende informatie bij de toekomst van sporthal Kristalbad. Zij bevestigt de bekommernis rond de toekomst voor turnclub ATHENA. Bij de oorspronkelijke bouwplannen voor Bergenmeers waren geen voorzieningen getroffen voor turnclubs (oa. longes). Na onderzoek en bijsturing van de bouwplannen werden noodzakelijke voorzieningen getroffen in functie van turnclubs zodat het behoud van Kristalbad niet meer nodig was. Raadslid Balcaen vraagt het woord: “ Voor ons ligt het meerjarenplan 2014-2019 van onze gemeente
Het is een belangrijk en ingrijpend document: het legt in grote lijnen het beleid van deze gemeente vast voor de volgende 6 jaar. Als SP.a verwachtten we dan ook dat het bestuur maximaal voor inspraak en participatie van zijn inwoners zou gaan. Er werden 4 focusgroepen samengesteld met door het bestuur gekozen 'wakkere' burgers, maar dat was alles. De adviesraden en ook wij als gemeenteraadsleden werden niet actief geïnformeerd over dat belangrijk proces dat lopende was, laat staan dat ze/we eraan konden participeren. Een gemiste kans! Via participatie kunnen de echte noden van onze inwoners gedetecteerd worden. En omgekeerd, hoe meer het beleid bekend en gedragen is, hoe groter de betrokkenheid en de inzet van de burger voor zijn of haar gemeente. Dat menselijk kapitaal is essentieel, zeker in tijden van financiële crisis! Nu moeten we stemmen over dat document. Nadere uitleg over wat de betekenis is van het document, wat de waarde is, hoe het moet gelezen worden, vinden we niet terug in het dossier. Een globale visie ontbreekt. Op p. 1 zijn heel summier twee grote uitgangspunten weergegeven. Algemene toetsingscriteria vinden we niet terug. Vreemd is ook dat er wel puntsgewijs uitgaven vermeld worden maar dat de inkomsten niet begroot zijn, terwijl het bestuur dat werk toch moet gedaan hebben? In het document zelf zit niet voldoende informatie om met kennis van zaken te kunnen oordelen over het plan, en het bestuur heeft ons die informatie onvoldoende bezorgd. Als gemeenteraadsleden kunnen we altijd vragen stellen, maar bij zo'n uitgebreid, onvolledig document zijn de vragen eindeloos. We hadden vooraf een globale, uitgebreide informatiemoment gewenst waar zowel de visie, de doelstellingen, de actiepunten en het financiële plaatje aan bod kwamen. Als SP.a willen we een sociaal beleid, een beleid dat bij elke beslissing of maatregel de vraag stelt: komt dit ten goede van elke inwoner van onze gemeente, moet er niet anders geïnvesteerd worden of meer geïnvesteerd ten voordele van bepaalde groepen, is de last niet zwaarder voor de mensen onderaan op de ladder en wordt daarmee rekening gehouden? In het plan worden nobele doelstellingen naar voor geschoven. De vraag is of ze voldoende rekening houden met onze sociale toets. In dat kader is het jammer dat er pas in december gestart is een eerste initiatief tot opmaak van visie op sociaal beleid. Was die denkoefening in januari gestart, dan hadden de resultaten mee opgenomen kunnen worden in het plan. Als het document dichter wordt bekeken, dan stellen we ons o.a. volgende vragen. Bij de beleidsdoelstelling BDO1 'investering in een efficiënte en dienstvaardige administratie (p.1) wordt gezegd dat gemeente zich moet focussen op haar kerntaken omwille van het behoud van het financieel evenwicht. Als socialist houden we ons hart vast: wat zijn de kerntaken van de gemeenten? Hoe beperkend zullen die ingevuld worden? Wat zal afgestoten worden? We hopen dat een automatisatie van de administratie geen groepen zal uitsluiten, met name de ouderen. We staan achter een efficiënte en klantvriendelijke administratie en positief is ook de nauwe samenwerking met het OCMW die naar voor wordt geschoven. Betekent dat de procedure tot automatisch toekenning van gemeentelijke sociale rechten zal worden opgestart, iets waarvoor we hebben gepleit op de gemeenteraad van september ll.? Voor die samenwerking wordt wel geen budget voorzien. Dat in tegenstelling tot het budget voor de uitbouw van een 'Customer Relationship Management' systeem. Een woordje uitleg daarover ontbreekt in het document terwijl het een blijvende kost blijkt te zijn (p.2]. Bij de beleidsdoelstelling BDO2 m.b.t. vrije tijd stellen we vast dat er vanaf 2016 zwaar geïnvesteerd wordt in voetbalinfrastructuur (actieplan 02.03) (p.4] Hoe kunnen we daar een oordeel over vellen zonder enige uitleg wat het project precies inhoudt? Wordt de gelijke behandeling van de verschillende sportclubs hier gewaarborgd? Hoe groot is de totale investering? Een relevante vraag gelet op het feit dat het precies de investeringen in infrastructuur van de afgelopen jaren, de financiën van deze gemeente serieus hypothekeren. Terzelfdertijd vinden we niets terug over de aanleg van het omnisportveld dat ook voorzien is op het sportpark Bergenmeersen. Een dergelijk publiek toegankelijk veld is een sociale investering: zo krijgen ook kinderen en jongeren die niet aangesloten zijn bij een club omdat ze kansarm zijn of die niet kunnen betalen voor sport toch de kans om aan sport te doen. Bovendien is het een plaats waar jongeren ongeacht hun afkomst elkaar ontmoeten en samen actief kunnen zijn. Ons inziens is een dergelijk structureel beleid duurzaam en efficiënt beleid, dat minstens naast een financiële tussenkomst voor bepaalde groepen moet staan (zie bv p.10-11]. De inspanning voor die groepen is trouwens heel beperkt ten opzichte van het totale budget voor sport en jeugd. De beleidsdoelstelling BDO3 'zorgt ervoor dat de inwoners van Destelbergen kunnen wonen in een duurzame leefomgeving' (p.4), en een van de actieplannen is 'het aanbod van kwaliteitsvol en betaalbaar wonen in de groene en residentiële gemeente Destelbergen' [p.5). Daarin wordt met geen woord gerept over het objectief aan sociale woningen dat de gemeente moet halen en dat een van de hefbomen is om betaalbaar wonen voor elke groep te garanderen. In het document worden verschillende uitgaven voorzien voor opmaak van plannen maar er wordt niet geïnvesteerd in een visie m.b.t. de ontwikkeling van Eenbeekeinde, waar alle groen en residentieel karakter aan het verdwijnen is. Onder het actieplan
'integraal waterbeleid' (p.4-5) is helemaal geen sprake van een integraal beleid, alleen van een uit te voeren project, terwijl een integraal waterbeleid in het dichtbebouwde kernen noodzakelijk is. M.b.t. het actieplan 03.05 'bevorderen van werken in eigen gemeente met aandacht voor ondernemingschap en detailhandel' is de vraag of sociale tewerkstelling mee in het actieplan is opgenomen. Door gans het plan zien we dat er voor de opmaak van een plan of de uitwerking van een beleid in het ene domein wel geld voorzien wordt, in het andere niet. Zo ontbreekt voor de materies milieu- en natuurbeleid, verkeersleefbaarheid- en veiligheid, lokale economie een budget, voor wonen en klantvriendelijke administratie is wel een budget voorzien. Een motivatie wordt niet gegeven. Positief is dat het gemeentebestuur inzet op sociale cohesie (p.8), maar of het bedrag van 200.000 euro van Durabric ivm het gemeenschapscentrum op de TAE-site (in 'overzicht enveloppes', p.9/17) effectief zal gebruikt worden voor een gemeenschapscentrum op Eenbeekeinde vinden we niet terug! Positief is dat ingezet wordt op de jeugd, maar is inzet op ouderen niet even belangrijk gelet op de vergrijzing? Waarom is m.b.t. die groep geen specifiek beleidsdoelstelling uitgewerkt? In de uitgaven lezen we beleidskeuzes die nog nergens aan bod zijn gekomen zoals de verkoop sporthal Kristalbad, verkoop van de gronden A. De Grootestraat (in 'overzicht enveloppes', p.9/17). Wat gebeurt er met de turnclub die nu in het Kristalbad zit? Is er een garantie dat er bij een eventuele verkaveling op de gronden in de A. De Grootestraat sociale huurwoningen voorzien worden? Allemaal vragen die voor onze fractie belangrijk zijn en relevant om al dan niet goedkeuring aan dit document te geven. De uitgaven voor wegenwerken in functie van de sporthal, nl. parking en maatregelen voor meer verkeersveiligheid, zijn dan weer niet voorzien (in overzicht enveloppes', p.11/17). Bij de bespreking in de mobiliteitscommissie van eergisteren bleek het bedrag niet voorzien te zijn in de begroting van 2014. Dit was nog maar een greep uit onze vragen, zo kunnen we er nog tientallen stellen. Zoals hoger aangehaald, had de grondige bespreking reeds moeten gebeurd zijn voor deze gemeenteraad en moeten we als SP.a, alleen al wegens die manifest gebrekkige informatie en communicatie, het plan afkeuren. Schepen Leirens verduidelijkt dat heel wat punten die worden aangehaald, opgenomen zitten in het gelijkblijvende beleid. Dit beleid wordt niet geëxpliciteerd in het meerjarenplan. Het is dus zeker niet zo dat er bijvoorbeeld niet wordt gewerkt aan integraal waterbeleid. De knelpunten op vlak van waterbeleid zijn in kaart gebracht en er worden specifieke projecten uitgewerkt. Naast het rioleringsproject in de Wellingstraat wordt er ondertussen ook een studie opgemaakt voor de rioolinfrastructuur in het Schuytershoek. Momenteel wordt een achterstand op bijvoorbeeld het ruimen van grachten ingehaald. Huidige format van het meerjarenplan is in belangrijke mate bepaald door de Vlaamse regelgeving. Burgemeester De Pauw begrijpt de commentaar dat in deze voorstelling het niet eenvoudig is om te zien wat er wordt gepland. Ook het College zelf heeft kritiek op deze methode. De burgemeester bevestigt dat het niet de intentie is om dingen te verdoezelen en engageert zich om bij de verdere toepassing van het BBC-verhaal zo veel als mogelijk transparantie te bieden aan de raadsleden. Schepen De Groote bevestigt dit engagement en verwijst naar een eerste bijeenkomst met verschillende actoren die te maken hebben met sociaal beleid, ouderenbeleid, armoede beleid en welzijn. Burgemeester De Pauw geeft bijkomende toelichting bij de regeling met Durabrik op de TAE-site: Het was de intentie van het bestuur om de realisatie van een gemeenschapscentrum op te leggen aan de bouwpromotor van de site. Nadien is de melding binnengekomen dat de gemeente moet nadenken over een herbestemming van de kerk Pius X. Het college denkt dat het meer zin heeft om op deze site iets te doen. De oorspronkelijke afspraak met Durabrik is om die reden omgezet in een financiële regeling. Raadslid Balcaen meent dat het beter zou zijn om iets te organiseren op de TAE-site. Burgemeester De Pauw blijft bij het standpunt dat het beter is om voort te bouwen op bestaande activiteiten. Een nieuw activiteitencentrum opstarten is niet zonder problemen, er komt veel kijken bij de exploitatie. Schepen Ongena vult aan dat er budgetten (2 x 25 000 euro) zijn voorzien voor investeringen in de lokalen van de Haegepoorters. Raadslid Lybeer vraagt het woord: “ De opmaak van de meerjarenplanning in het kader van de beheers-en beleidscyclus beoogt de raad een beter zicht te geven op de beleidsdoelstellingen, de prioriteiten ,de acties die dit zullen realiseren en de financiële consequenties van deze acties.
In dit MJP zijn de prioritaire beleidsdoelen en de bijhorende acties maar summier beschreven. Beweren dat ze steunen op een zogenaamde SWOT analyse van de sterke en zwakke punten van de gemeente (intern), de kansen en bedreigingen voor de gemeente (extern) lijkt ons eveneens zwaar overdreven. Naar onze mening is de omgevingsanalyse te verbeteren De meeste prioritaire acties zijn pogingen om te besparen o.a door samen te werken met het OCMW . Dit is toch eigenlijk een evidentie ? Als prioriteiten gedurende 6 jaar blijven dan over: het installeren en onderhouden van een CRM systeem, de wegen- en rioleringswerken aan de Wellingstraat en het huis van het Kind. Dit huis van het Kind zorgt overigens nu al voor een serieuze controverse. Waar moet dit huis komen om andere belangrijke diensten zoals de bibliotheek in Heusden niet letterlijk weg te dringen ? Een reeks andere prioritaire acties bestaan uit de opmaak van een reeks plannen (over onder andere lokale economie, milieubeleid en sociaal beleid) die niets zullen kosten ? Ook het ontvangen van subsidies kan toch moeilijk als een actie worden omschreven en komt eigenlijk een beetje belachelijk over.(Beleidsdoelstelling 13) Voor onze fractie is dit meerjarenplan en het budget 2014 dat er de facto uit volgt wel zeer summier opgevat en geeft het weinig antwoorden op de problemen waar onze gemeente de komende jaren mee geconfronteerd wordt. Deze problemen zijn niet veranderd: we denken aan een goede en betaalbare kinderopvang, aan de veiligheid voor de zwakke weggebruikers en aan een degelijk sociaal beleid. Over het budget is weinig nagedacht: denken we maar aan het simpele feit dat er voor de aanpassingen aan de Kerkham die dringend nodig zijn om veilig het sportcentrum te bereiken zelfs geen budget was voorzien voor 2014 ! We hebben een tweetal gerichte bemerkingen : - over de mogelijkheid om met de stad Gent te overleggen in verband met het gebruik van de Gentse zwembaden voor onze inwoners en onze scholen wordt met geen woord gerept. Nochtans kwam de noodzaak hiervoor , ook bij de partijen van de meerderheid, voor de verkiezingen als eerste prioriteit uit de bus. - We willen expliciet toch onze bezorgdheid uiten over de actie 11.01.01 (openingsuren bibliotheek). Onze fractie gaat er van uit dat een bijkomende vermindering van het aantal openingsuren hoegenaamd niet kan overwogen worden. Nu al lijkt het ons dat onze bibliotheken een absoluut minimum aantal uren open zijn. Onze fractie zal het MJP en het budget dan ook niet goedkeuren. Schepen De Groote geeft meer uitleg over de intenties in de bibliotheek van Heusden in het kader van de doelstellingen Huis van het Kind: Er is geen sprake van afbouw van de openingsuren van de bibliotheek. Indien het Huis van het Kind in de bibliotheek zou gevestigd worden, zou dit geen afbouw maar een verbetering van de openingsuren moeten teweeg brengen. De kans is dat er zelfs avondopeningen worden doorgevoerd. Schepen Ongena bevestigt dat de kinderopvang een belangrijk beleidsthema is. Ten aanzien van de private initiatieven zullen een reeks administratieve documenten als ondersteuning ter beschikking worden gesteld. Schepen Luyckx geeft toelichting bij de initiatieven rond sociaal wonen in de gemeente: Momenteel is het de intentie om een woonbeleidstudie uit te voeren. Binnenkort wordt hiervoor een ontwerper aangesteld. Op de TAE-site wordt 10% sociale woningen voorzien. Het project van Matexi zal minstens 50 sociale woningen tellen. De gemeente voert geregeld sociaal woonoverleg. Dit werd niet opgenomen in de beleidsplannen omdat dit behoort tot het gelijklopende beleid. Raadslid Torcq, voorzitter van de financiële commissie geeft tot slot toelichting bij het advies van de commissie: De financiële commissie vergaderde op 10 december 2013. Alle fracties waren aanwezig op deze vergadering. Het verslag van de commissie zal worden toegezonden aan de raadsleden. Raadslid Torcq geeft een overzicht van het verloop van de vergadering; hij wijst op het gunstig advies van het MAT; de staat van het financieel evenwicht wordt geanalyseerd. De commissie stelt vast dat het resultaat op kasbasis over periode 2014-2019 steeds positief is en de autofinancieringsmarge in 2019 positief is. De politieke fracties brengen volgend advies uit: -
5 leden brengen een gunstig advies uit;
-
4 leden onthouden zich bij de stemming.
DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid Titel IV Planning en financieel beheer; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Decreet van 15 juli 2011 houdende vaststelling van de algemene regels waaronder in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen worden opgelegd; Gelet op het Ministerieel Besluit van 9 juli 2013 betreffende de digitale rapportering van gegevens van de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat de Vlaamse Regering uiterlijk op 30 oktober van het jaar waarin de lokale verkiezingen plaatsvinden de Vlaamse beleidsprioriteiten en de bijbehorende subsidieregelingen voor de komende lokale beleidscyclus bekend moet maken; Gelet op de Omzendbrief BZ 2012/3 dd.26 oktober 2012 betreffende de vermindering van de plan- en rapporteringsverplichtingen: bekendmaking van de Vlaamse Beleidsprioriteiten; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat vanaf het financieel boekjaar 2014 het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de BBC veralgemeend in werking treedt; Overwegende dat het meerjarenplan start in het tweede jaar dat volgt op de gemeenteraadsverkiezingen en afloopt op het einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen; Overwegende dat een strategisch meerjarenplan 2014-2019 en een budget 2014 volgens de nieuwe regels moet worden opgesteld; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.20 juni 2013 houdende vaststelling van de beleidsdomeinen, velden en –items; Gelet op de omgevingsanalyse, het ontwerp van strategisch meerjarenplan met de prioritaire en overige beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties; Gelet op het doorlopen participatietraject met de betrokken belanghebbenden in het kader van het geven van een lokale invulling aan de Vlaamse beleidsprioriteiten in de desbetreffende sector; Gelet op het gunstig advies van het MAT van 9 december 2012 Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35, 42, 146, 178bis en 253 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen. Artikel 1. Het strategisch meerjarenplan 2014-2019 wordt goedgekeurd.
Resultaat op kasbasis
Jaar 2014
I. Exploitatiebudget (B-A)
2.913.255
880.382
991.826
1.031.235
1.186.718
1.323.938
A. Uitgaven
18.521.925
20.026.244
20.294.984
20.623.059
20.915.647
21.236.780
B. Ontvangsten
21.435.180
20.906.627
21.286.810
21.654.294
22.102.365
22.560.717
14.141.181
13.608.522
13.884.515
14.144.729
14.482.351
14.826.970
7.293.999
7.298.105
7.402.296
7.509.565
7.620.014
7.733.747
-4.618.427
375.240
393.452
-1.585.965
-1.071.918
-1.052.761
4.744.027
1.588.930
1.837.815
1.585.965
1.121.918
1.052.761
125.600
1.964.170
2.231.266
-1.397.725
-1.433.230
-1.335.708
-111.710
-122.034
-328.258
1.497.999
1.533.504
1.435.982
1.211.984
972.308
928.532
1.497.999
1.533.504
1.435.982
1.211.984
972.308
928.532
1.497.999
1.533.504
1.435.982
1.211.984
972.308
928.532
100.274
100.274
100.274
1.100.274
850.274
600.274
1.000.000
750.000
500.000
1.a. Belastingen en boetes
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
1.b. Algemene w erkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen
50.000
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen
100.274
100.274
100.274
100.274
100.274
100.274
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-3.102.897
-177.608
49.570
-666.440
-7.234
-57.082
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.135.654
1.032.757
855.149
904.719
238.279
231.045
VI. Gecum uleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.032.757
855.149
904.719
238.279
231.045
173.963
2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties
VII. Bestem de gelden (toestand op 31 decem ber) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
1.032.757
Autofinancieringsm arge
Jaar 2014
I. Financieel draagvlak (A-B)
3.293.358
855.149 Jaar 2015 1.217.008
904.719 Jaar 2016 1.287.112
238.279 Jaar 2017
231.045 Jaar 2018
173.963 Jaar 2019
1.329.446
1.484.512
1.612.010
A. Exploitatieontvangsten
21.435.180
20.906.627
21.286.810
21.654.294
22.102.365
22.560.717
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
18.141.822
19.689.619
19.999.698
20.324.848
20.617.852
20.948.707
18.521.925
20.026.244
20.294.984
20.623.059
20.915.647
21.236.780
336.626
295.286
298.210
297.795
288.073
1.777.828
1.769.856
1.630.994
1.409.920
1.169.828
1.116.331
1.397.725
1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden
380.103
1.433.230
1.335.708
1.111.710
872.034
828.258
B. Nettokosten van schulden
380.103
336.626
295.286
298.210
297.795
288.073
Autofinancieringsm arge (I-II)
1.515.530
-552.848
-343.882
-80.475
314.684
495.679
Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal in het kader van het Algemeen bestuurlijk toezicht aan de provinciegouverneur worden toegestuurd. Artikel 3. Na de verzending van het meerjarenplan aan de toezichthoudende overheid zullen de gegevens in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering worden verzonden. 5.
Budget 2014.
Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid Titel IV Planning en financieel beheer; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat het budget de financiële weergave is van de activiteiten gepland in 2014; dat dit budget de planning van de toekomstige activiteiten stuurt en de controle achteraf mogelijk maakt; Overwegende dat het budget bestaat uit een beleidsnota en financiële nota; waarbij de beleidsnota het beleid verwoordt dat de gemeente gedurende het financiële boekjaar zal voeren en de beleidsdoelstellingen concretiseert; waarbij de financiële nota minstens het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget bevat;
Overwegende dat voor 2014 het resultaat op kasbasis 1 032 757 EUR en de autofinancieringsmarge 1 515 530 EUR bedraagt; Gelet op het gunstig advies van het MAT van 9 december 2013 Gelet op het advies van de financiële commissie van 10 december 2013 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35, 42, 146, 178bis en 253 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen. Artikel 1. Het exploitatiebudget, het investeringsbudget en het liquiditeitenbudget 2014, als bijlage bij dit besluit gevoegd, wordt goedgekeurd. Resultaat op kasbasis
MJP
Budget
2014-2019
2014
2.913.255
2.913.255
A. Uitgaven
18.521.925
18.521.925
B. Ontvangsten
21.435.180
21.435.180
14.141.181
14.141.181
7.293.999
7.293.999
-4.618.427
-4.618.427
4.744.027
4.744.027
125.600
125.600
-1.397.725
-1.397.725
1.497.999
1.497.999
1.497.999
1.497.999
1.497.999
1.497.999
100.274
100.274
100.274
100.274
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-3.102.897
-3.102.897
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.135.654
4.135.654
VI. Gecum uleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.032.757
1.032.757
1.032.757
1.032.757
3.293.358
3.293.358
I. Exploitatiebudget (B-A)
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene w erkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen 1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 decem ber) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) Autofinancieringsm arge I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten
21.435.180
21.435.180
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
18.141.822
18.141.822
18.521.925
18.521.925
380.103
380.103
1.777.828
1.777.828
1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden
1.397.725
1.397.725
B. Nettokosten van schulden
380.103
380.103
Autofinancieringsm arge (I-II)
1.515.530
1.515.530
Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. Artikel 3. Na de verzending van het meerjarenplan aan de toezichthoudende overheid zullen de gegevens in een digitaal bestand aan de Vlaamse Regering worden verzonden.
6.
Opcentiemen onroerende voorheffing aanslagjaar 2014.
DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de heffing van alle rendabele belastingen vergt; Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2011/01 dd.10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat het tarief uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar moet worden vastgesteld; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 43§2-15° van het Gemeentedecreet; BESLUIT :met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen. Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2014 worden ten bate van de gemeente 1.300 opcentiemen op de hoofdsom van de onroerende voorheffing geheven. Artikel 2. De inning van deze belasting zal geschieden door de zorgen van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst. Artikel 3. Deze beslissing treedt heden in werking. Artikel 4. Afschrift van deze beslissing zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 7.
Aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting aanslagjaar 2014.
DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de heffing van alle rendabele belastingen vergt; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op de wet van 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2011/01 dd.10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat het tarief uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar moet worden vastgesteld; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 43§2-15° van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen. Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2014 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van dit aanslagjaar. Artikel 2. De belasting wordt vastgesteld op 7,10 % van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het Rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3. De invoering en de inning van de aanvullende personenbelasting zullen geschieden door de zorgen van het bestuur der directe belastingen zoals voorgeschreven bij artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4. Deze beslissing treedt heden in werking. Artikel 5. Afschrift van deze beslissing zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 8.
Algemene gemeentebelasting gezinnen aanslagjaar 2014.
Schepen De Lausnay geeft toelichting bij de aanpassing van het belastingsreglement. De bedoeling is om de huisvuilbelasting gedurende de legislatuur gradueel te verhogen met het oog op een betere toepassing van het principe de vervuiler betaalt. Deze verhoging wenst men te compenseren door een daling van de forfaitaire gezinsbelasting. In de toekomst zal verder onderzocht worden of deze gezinsbelasting nog verder kan worden verlaagd, maar dit hangt af van de inkomsten van de DIFTAR. Raadslid De Sutter dringt aan om zo snel als mogelijk de gezinsbelasting volledig af te schaffen en een doorgedreven toepassing van het principe ‘de vervuiler betaalt’. Raadslid Lybeer sluit zich aan bij de vraag van raadslid De Sutter. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelastingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2011/01 dd.10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat het noodzakelijk is om een algemene gemeentebelasting te heffen om de begroting en het financiële meerjarenplan in evenwicht te houden; Overwegende dat als belastbare toestand 1 januari van het aanslagjaar wordt aangenomen; Overwegende dat gemiddeld jaarlijks een 350-tal gezinnen de gemeente verlaten en een benaderend aantal nieuwe gezinnen zich in de gemeente vestigen; Overwegende dat het billijk is de algemene gemeentebelasting proportioneel vast te stellen in verhouding tot de duur van het verblijf in de gemeente; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 43§2-15° van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen Artikel 1. Voor het aanslagjaar 2014 wordt ten behoeve van de gemeente een Algemene Gemeentebelasting Gezinnen geheven hierna afgekort als "AGB - Gezinnen" ten bedrage van 55 EUR. Artikel 2. Aan de AGB-Gezinnen zijn onderworpen: - Cat 1: de gezinnen die op 1 januari van het aanslagjaar ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente; - Cat.2: de eigenaar die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente over een tweede verblijf beschikt. Aan de AGB-gezinnen zijn niet onderworpen: het gezin van de natuurlijke persoon of zaakvoerder van een bedrijf dat op hetzelfde adres is gevestigd en waarvoor de AGB-bedrijven verschuldigd is (afzonderlijk reglement). Artikel 3. Betaling van de belasting. - Cat.1: De leden van ieder gezin zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting. De inschrijving in de bevolkingsregisters is beslissend; Onder gezin wordt verstaan, hetzij een persoon
-
die gewoonlijk alleen leeft, hetzij twee of meer personen die - al dan niet door verwantschap aan elkaar verbonden - gewoonlijk in één en dezelfde woning verblijven en er samenleven; Cat.2: Zijn er meerdere eigenaars van het tweede verblijf dan is elk van hen solidair en ondeelbaar aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4. Proportionele aanpassing. Cat.1: Belastingplichtigen welke na 1 januari de gemeente verlaten kunnen een aanvraag tot gedeeltelijke terugbetaling van de algemene gemeentebelasting indienen (afzonderlijk reglement). Belastingplichtigen welke na 1 januari in de gemeente toekomen wordt de belasting van 55 EUR proportioneel per volledig kwartaal aangerekend. De registratie in de bevolkingsregisters op 1 april, 1 juli en 1 oktober is beslissend. Cat.2: Belastingplichtigen welke na 1 januari niet meer over het tweede verblijf beschikken kunnen een aanvraag tot gedeeltelijke terugbetaling van de algemene gemeentebelasting indienen (afzonderlijk reglement). Belastingplichtigen welke na 1 januari over een tweede verblijf kunnen beschikken wordt de belasting van 55 EUR proportioneel per volledig kwartaal aangerekend. Tenzij andersluidend bewijs is de opname in het woningenbestand op 1 april, 1 juli en 1 oktober beslissend. Artikel 5. De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 6. De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7. Bezwaarschriften moeten schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dendermondesteenweg 430 te 9070 Destelbergen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 9. Dit besluit wordt op de gemeentelijke website bekendgemaakt en treedt in werking op 1 januari 2014. Artikel 10. Afschrift van dit besluit zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 9.
Algemene gemeentebelasting bedrijven aanslagjaar 2014.
DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelastingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2011/01 dd.10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Overwegende dat het noodzakelijk is om een algemene gemeentebelasting te heffen om de begroting en het financiële meerjarenplan in evenwicht te houden; Gelet op de beslissing van heden waarbij een algemene gemeentebelasting gezinnen wordt geheven; Overwegende dat ook de bedrijven moeten belast worden aangezien zij niet of minder bijdragen tot de gemeentelijke financiering dan de inwoners van de gemeente; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 43§2-15° van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere stemmen tegen.
Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2014 wordt ten behoeve van de gemeente een Algemene Gemeentebelasting Bedrijven geheven hierna afgekort als “AGB – Bedrijven”. Artikel 2 Aan de AGB-Bedrijven zijn onderworpen: de zelfstandigen en de vennootschappen die op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden. Artikel 3 Voor de toepassing van dit besluit wordt het volgende verstaan onder: 1° bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap; 2° zelfstandige: elke natuurlijke persoon die in hoofd- of bijberoep een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht en/of een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep of een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit zelfstandig uitoefent, inclusief elke zelfstandige helper; 3° vennootschap: elke rechtspersoon die een nijverheids-, ambachts-, landbouw-, tuinbouw- en/of handelsonderneming exploiteert, een economische activiteit op zelfstandige basis verricht, een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep zelfstandig uitoefent en/of zich met verrichtingen van winstgevende aard of het beheer van roerende en/of onroerende goederen bezighoudt, evenals elk van deze rechtspersonen in vereffening; 4° vestiging: elk (gedeelte van een) onroerend goed of meerdere onroerende goederen die samen een geheel, een entiteit of een complex vormen, dat/die voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt en/of elke activiteitskern, elk(e) lokaliteit of centrum van werkzaamheden of elk (geheel van) ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, die/dat voor beroeps- of bedrijfsdoeleinden is bestemd of in het kader van beroeps- of bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, evenals een maatschappelijke zetel, een administratieve zetel of lokaliteit en/of een (gedeelte van een) onroerend goed of lokaliteit dat/die bijdraagt tot de realisatie/uitvoering van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden (met inbegrip van bestuur of beheer, in de ruimste zin); 5° agrarisch bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw; 6° landbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt; 7° akkerbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen; 8° weidebouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf voor gebruiks- of winstdoeleinden worden gehouden; 9° bosbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerij; 10° veeteelt: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op het kweken/fokken, vetmesten en/of houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie, voor de vacht of voor het bekomen van jongen; 11° tuinbouw: een bedrijfsmatige exploitatie gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten; 12° landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte die een bestemming kreeg voor landbouw en/of tuinbouw en als zodanig door een agrarisch bedrijf wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden als teeltgrond, oppervlakte in serres, …; 13° serre: elke duurzame constructie die bestemd is of gebruikt wordt voor tuinbouw; 14° teeltgrond: grond waarvan de bodem bestemd is of gebruikt wordt als voedingsbodem voor de producten die erop worden geteeld in het kader van landbouw en/of tuinbouw; 15° openluchtrecreatief bedrijf: een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend bestaan uit het exploiteren van kampeerterreinen en andere openluchtrecreatieve accommodaties van toeristische aard, infrastructuur/installaties in open lucht voor recreatieve sportbeoefening, dieren- en botanische tuinen/parken/markten, openluchtmusea en natuur- en wildreservaten; 16° bedrijfsmatige exploitatie: een exploitatie waarbij met een duurzame organisatie en inzet van arbeid en kapitaal aan het economische productieproces wordt deelgenomen, met de bedoeling de voortgebrachte producten gestadig te verkopen en daarmee bedrijfswinst te realiseren.
Artikel 4 § 1 Elke belastingplichtige is de belasting verschuldigd afzonderlijk per vestiging hoe ook genoemd, die door hem/haar wordt gebruikt of tot gebruik wordt voorbehouden en op het grondgebied van de gemeente is gelegen. § 2 Voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd openluchtrecreatieve en agrarische bedrijven) wordt de belasting vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt. § 3 Voor de openluchtrecreatieve en agrarische bedrijven zijn alle oppervlakten van het goed waarop de vestiging zich bevindt, die door de belastingplichtige worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, belastbaar. Oppervlakte die bestemd is voor of in aanmerking kan komen voor gebruik door de belastingplichtige, is een onderdeel van en wordt ook meegerekend tot de gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Om belastbaar te zijn, volstaat het dat oppervlakte eventueel (nog) kan worden gebruikt, ook al wordt deze oppervlakte op 1 januari van het aanslagjaar niet effectief gebruikt (bv. braakliggende of woeste gronden, improductieve oppervlakte, oppervlakte zonder economisch rendabel gebruik, …). Onder "gebruik" moet elke vorm van gebruik worden verstaan, met inbegrip van het gebruik als (toegangs)weg, parking, plantsoen, grasstrook, groenzone, vijver, sportterrein, laad-, los- of stortplaats, opslag- of overslagruimte, bufferzone, weiland, onderbenutte grond, ... (niet limitatieve opsomming). Onroerende goederen die palen aan, behoren tot of gelegen zijn nabij de door de belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden vestiging en die een bestemming kregen voor een beroeps- of bedrijfsgebruik eigen aan deze belastingplichtige en/of hiermee een functionele band hebben, maken sowieso voor de vaststelling van de belasting steeds integrerend deel uit van het goed waarop de vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt en worden voor de vaststelling van de belasting uitsluitend gerekend tot de door deze belastingplichtige gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. § 4 De gebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, worden voor de vaststelling van de belasting evenredig verdeeld over het aantal belastingplichtigen dat op het goed een vestiging gebruikt of tot gebruik voorbehoudt. Voor de ongebouwde gedeelten van het goed die gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt of tot gebruik worden voorbehouden, wordt het gedeelte dat per belastingplichtige in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de voor elke belastingplichtige belastbare gebouwde oppervlakte ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte op het gehele goed. § 5 Voor de vaststelling van de gebouwde oppervlakte van het goed waarop de vestiging zich bevindt, wordt die van de laagste bovengrondse verdieping in aanmerking genomen. Onroerende goederen die van elkaar zijn gescheiden door een weg, een gracht, een waterloop, één of meerdere andere percelen, … en die belastbaar zijn in hoofde van dezelfde belastingplichtige, worden beschouwd als één goed waarop de vestiging van deze belastingplichtige zich bevindt. Desgevallend wordt voor de vaststelling van de belasting de som of het geheel van de belastbare oppervlakten in aanmerking genomen. Artikel 5 Elke zelfstandige en elke vennootschap die: - voor het eerst de hoedanigheid van belastingplichtige aanneemt of die de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief stopzet; - op het grondgebied van de gemeente één of meerdere nieuwe/bijkomende vestigingen zal gebruiken of tot gebruik voorbehouden en/of die één of meerdere vestigingen sluit; - zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselings- en/of vestigingsadres(sen) op het grondgebied van de gemeente wijzigt of die voor een bepaalde vestiging een wijziging van de belastbare oppervlakte kent; moet binnen de maand, uit eigen beweging, het gemeentebestuur – dienst Belastingen hiervan schriftelijk in kennis stellen. Een dergelijke kennisgeving dient te worden gedag- en genaamtekend. Indien de hoedanigheid van belastingplichtige volledig en definitief wordt stopgezet en/of indien één of meerdere vestigingen worden gesloten en/of indien de belastbare oppervlakte wijzigt, is het vereist dat de zelfstandige of de vennootschap spontaan de nodige bewijzen hieromtrent bij de kennisgeving voegt. Artikel 6 § 1 Elke belastingplichtige moet uiterlijk op 1 mei van het aanslagjaar per vestiging afzonderlijk aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur – dienst Belastingen ter beschikking stelt. De correct ingevulde, gedag- en genaamtekende aangifte(n) moet(en) binnen de hiervoor gestelde termijn toekomen bij het gemeentebestuur - dienst Belastingen.
§ 2 Een belastingplichtige is voor een vestiging vrijgesteld van de in § 1 voorgeschreven aangifteplicht, op voorwaarde dat hij/zij voor het vorige aanslagjaar voor deze vestiging werd aangeslagen op basis van een tijdig ingediend aangifteformulier of een voorstel van aangifte dat zo nodig tijdig werd verbeterd of vervolledigd. Een belastingplichtige kan niettemin worden verplicht voor een dergelijke vestiging – waarvan sprake in het eerste lid - een aangifteformulier in te dienen, indien hem/haar dat uitdrukkelijk wordt gevraagd door het gemeentebestuur - dienst Belastingen. § 3 Voor de vestiging waarvoor overeenkomstig § 2, eerste lid, een vrijstelling van de aangifteplicht geldt, wordt aan de belastingplichtige een voorstel van aangifte ter beschikking gesteld. Het voorstel van aangifte wordt uitgereikt door het gemeentebestuur - dienst Belastingen en vermeldt gegevens inzake de vestiging. § 4 Indien op het voorstel van aangifte onjuistheden of onvolledigheden zijn vermeld of indien de voorgedrukte gegevens niet overeenstemmen met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige uiterlijk op 1 mei van het aanslagjaar het voorstel van aangifte gedag- en genaamtekend indienen bij het gemeentebestuur - dienst Belastingen, met een duidelijke en volledige vermelding en opgave op het voorstel van aangifte van de correcte gegevens en/of alle verbeteringen of vervolledigingen. Het is de belastingplichtige die dient te bewijzen dat hij/zij het (verbeterd of vervolledigd) voorstel van aangifte tijdig indiende. Indien het voorstel van aangifte evenwel geen onjuistheden of onvolledigheden bevat en alle voorgedrukte gegevens stroken met de belastbare toestand op 1 januari van het aanslagjaar, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte niet indienen bij het gemeentebestuur - dienst Belastingen. § 5 Het voorstel van aangifte, dat zo nodig wordt verbeterd of vervolledigd binnen de in § 4 vermelde termijn, heeft dezelfde waarde als een tijdig ingediende aangifte. Indien de belastingplichtige evenwel de in § 4, eerste lid, voorziene verplichting niet tijdig naleeft en/of onjuiste en/of onvolledige gegevens vermeldt en/of foutieve verbeteringen aanbrengt op het voorstel van aangifte, wordt het voorstel van aangifte gelijkgesteld met een gebrek aan aangifte binnen de in § 1 gestelde termijn en/of met een onjuiste aangifte en zijn de bepalingen van artikel 11 van toepassing. § 6 Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige niet overeenkomstig § 2, eerste lid, vrijgesteld is van de aangifteplicht en waarvoor hij/zij vanwege het gemeentebestuur geen aangifteformulier ontvangt, moet de belastingplichtige het aangifteformulier afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur - dienst Belastingen. Voor elke vestiging waarvoor een belastingplichtige overeenkomstig § 2, eerste lid, vrijgesteld is van de aangifteplicht en waarvoor hij/zij vanwege het gemeentebestuur geen voorstel van aangifte ontvangt, moet de belastingplichtige het voorstel van aangifte afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur - dienst Belastingen. § 7 Aangifte kan eveneens worden gedaan door middel van procedures waarbij informatica- en telegeleidingstechnieken worden aangewend en die het behoud van de integriteit van de elektronische documenten waarborgen, evenals de toerekening aan de belastingplichtige. Artikel 7 § 1 De belasting wordt per vestiging als volgt vastgesteld: A. voor alle belastingplichtigen (uitgezonderd openluchtrecreatieve en agrarische bedrijven) met een totale belastbare gebouwde oppervlakte a) kleiner dan 100m²: 150,00 EUR b) vanaf 100m² tot en met 500m²: 1,50 EUR/m² c) vanaf 501m² tot en met 750m²: 750 EUR + 1,40 EUR/m² voor de oppervlakte boven de 500m² d) vanaf 751m²: 1.100 EUR + 0,90 EUR/m² voor de oppervlakte boven de 750m² Belastingplichtigen die door hun aard en voor de uitvoering van hun bedrijvigheid ook effectief teeltgronden en/of serres voor landbouw en/of tuinbouw gebruiken, worden - naast de gewone taxatie voor de andere belastbare gebouwde oppervlakten - voor bedoeld areaal belast tegen het tarief voor agrarische bedrijven. B. Voor openluchtrecreatieve bedrijven wordt naast een taxatie van 150,00 EUR de ongebouwde oppervlakte boven de 10 000m² belast tegen 0,021 EUR/m² C. voor agrarische bedrijven: - forfaitair: 150,00 EUR tot 20 ha landbouwoppervlakte of 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres
- meer dan 20 ha landbouwoppervlakte of 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht en 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres: 150,00 EUR, vermeerderd met: - 7,50 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 20 ha landbouwoppervlakte; - 37,50 EUR per bijkomende ha of gedeelte van ha boven de 5 ha tuinbouwoppervlakte in open lucht; - 0,075 EUR per bijkomende m² of gedeelte van m² boven de 3 000 m² tuinbouwoppervlakte in serres. § 2 In afwijking van § 1 wordt voor de belastingplichtigen die op 1 januari van het aanslagjaar 60 jaar of ouder zijn en een rust- en/of overlevingspensioen ontvangen, de belasting per vestiging vastgesteld op 150,00 EUR § 3 Een fractie van één m² wordt als een eenheid beschouwd. Voor landbouwoppervlakte en/of tuinbouwoppervlakte in open lucht wordt een fractie van één hectare als een eenheid beschouwd. Artikel 8 § 1 Elkeen die de hoedanigheid heeft van zelfstandige of vennootschap op het grondgebied van de gemeente, heeft er minstens één belastbare vestiging - zoals bedoeld in artikel 3 - en behoort als zodanig tot de belastingplichtigen. § 2 Een zelfstandige of een vennootschap van wie de beroeps- of bedrijfsdoeleinden uitsluitend een ambulant karakter hebben, heeft een belastbare vestiging op het adres van zijn/haar in de gemeente gelegen verblijfplaats (waar in het kader van de beroeps- of bedrijfsdoeleinden de opslag van goederen of materiaal, de voorbereiding, de planning, de organisatie, de administratieve ondersteuning of het beheer in de ruimste zin gebeurt of kan plaatsvinden) of maatschappelijke zetel. Artikel 9 § 1 Zowel rechtspersonen die vallen onder het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting als rechtspersonen die een winstoogmerk hebben, maar niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, worden meegerekend tot de vennootschappen bedoeld in artikel 3. § 2 Vestigingseenheden waarvoor een bedrijf een inschrijving heeft in de Kruispuntbank van Ondernemingen, worden meegerekend tot de vestigingen bedoeld in artikel 3. Artikel 10 § 1 De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor de belastingplicht en de belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. Het feit dat in de loop van het aanslagjaar een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige beëindigt, een vennootschap ophoudt te bestaan, de belastbare oppervlakte vermindert en/of een belastbare vestiging wordt gesloten, geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. § 2 Indien bewezen wordt dat een natuurlijke persoon zijn/haar hoedanigheid van zelfstandige uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief beëindigde of indien bewezen wordt dat een vennootschap uiterlijk op 1 januari van het aanslagjaar volledig en definitief ophield te bestaan, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of bij een inactiviteit of zolang de vereffening van een vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan. Artikel 11 § 1 Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 § 1 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd en vermeerderd met volgende belastingverhogingen: - eerste overtreding: 20% verhoging van de verschuldigde belasting; - vanaf de tweede overtreding: 50% verhoging van de verschuldigde belasting. § 2 Bij de bepaling van het toe te passen percent van de belastingverhogingen worden de vorige overtredingen inzake aangifte in de Algemene Gemeentebelasting in aanmerking genomen die werden vastgesteld voor de laatste vier aanslagjaren die het aanslagjaar voorafgaan waarvoor de nieuwe overtreding werd vastgesteld. § 3 De belastingverhogingen bedragen in toepassing van § 1 minimaal 25,00 EUR. Artikel 12 Indien het gezin van de natuurlijke persoon of zaakvoerder van het bedrijf op hetzelfde adres is gevestigd kan een aanvraag tot terugbetaling van de AGB-Gezinnen worden ingediend (afzonderlijk reglement). Artikel 13 § 1 De aangifteformulieren en de voorstellen van aangifte - waarvan sprake in dit besluit – worden uitgereikt door de dienst Belastingen van het gemeentebestuur en dienen aan deze dienst te worden teruggezonden of afgegeven.
De terugzending van een document uitgereikt door de dienst Belastingen van het gemeentebestuur, evenals de toezending van een kennisgeving zoals bedoeld in artikel 5, kan desgewenst ook gebeuren per faxbericht of e-mail (financië
[email protected]). De gegevens van de ingediende documenten uitgereikt door de dienst Belastingen van het provinciebestuur en de kennisgevingen zoals bedoeld in artikel 5, die door het gemeentebestuur fotografisch, optisch, elektronisch of volgens een andere informatica- of telegeleidingstechniek worden geregistreerd, bewaard of weergegeven, evenals hun weergave op een leesbare drager, hebben bewijskracht voor de toepassing van de belasting. Artikel 14 De belasting wordt ingevorderd bij wijze van kohieren welke worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 15 De belasting moet betaald worden binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 16 Bezwaarschriften moeten schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dendermondesteenweg 430 te 9070 Destelbergen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 17 Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 18 Dit besluit wordt op de gemeentelijke website bekendgemaakt en treedt in werking op 1 januari 2014. Artikel 19 Afschrift van dit besluit zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 10. Belasting Vlarem-dossiers. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het Wetboek van Inkomstenbelastingen; Gelet op de Omzendbrief BB 2011/01 dd.10 juni 2011 – coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.21 februari 2013, aangepast dd.18 april 2013, waarbij met ingang van 1 januari 2013 en voor een termijn eindigend op 31 december 2018 een belasting wordt geheven ten laste van de personen die een aanvraag hebben ingediend tot het bekomen van een milieuvergunning; Overwegende dat de behandeling van de Vlarem-dossiers niet alleen een personeelskost veroorzaakt maar ook materiële kosten; Overwegende dat deze kostprijs afhankelijk is de aangevraagde vergunning; Overwegende dat door herhaaldelijke wijzigingen van de Vlarem-indelingslijst complexere inrichtingen die voorheen ingedeeld waren in de klasse 1 of klasse 2, nu ingedeeld zijn in resp. klasse 2 of 3; Overwegende dat de dossierbehandeling van complexere inrichtingen van de huidige klasse 2 of klasse 3 navenant meer werk vraagt dan voorheen, o.m. met geïntegreerde adviesverlening op gemeentelijk niveau; Overwegende dat de gemeentelijke dossiertaks op milieuvergunningsaanvragen en –meldingen sedert 2002 niet meer werd aangepast; Overwegende dat het aangewezen is om de gemeentelijke dossiertaks op milieuvergunningsaanvragen en -meldingen aan te passen rekening houdende met de geëvolueerde regelgeving, arbeidslast en de index;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 43§2-15° van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, onthouding van Roger Lybeer, Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere. Artikel 1. Met ingang van 1 januari 2014 en voor een termijn eindigend op 31 december 2018 wordt een belasting geheven ten laste van de personen die een aanvraag hebben ingediend tot het bekomen van een milieuvergunning. Artikel 2. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op: 50 EUR voor een 3e klasse 150 EUR voor een 2e klasse 1.000 EUR voor een 1e klasse Artikel 3. De belasting zal contant ingevorderd worden tegen afgifte van een kwitantie. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting. Voor 2e en 3e klasse-inrichtingen moet de belasting worden betaald bij het indienen van de aanvraag, ofwel dient een bewijs van betaling bij de aanvraag gevoegd te worden. Voor 1e klasse-inrichtingen moet die belasting worden betaald tijdens de duur van het openbaar onderzoek; de aanvrager zal hiertoe schriftelijk aangemaand worden bij de aanvang van het openbaar onderzoek. Artikel 4. Wanneer de belastbare inrichting slechts gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente gelegen is zal de belasting verminderd worden tot een bedrag dat in dezelfde verhouding staat tot de in artikel 3 vastgestelde som als de oppervlakte van het in de gemeente gelegen deel van de inrichting tot de gehele oppervlakte ervan. Artikel 5. Bezwaarschriften moeten schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen, Dendermondesteenweg 430 te 9070 Destelbergen binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de datum van de contante inning of binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet. Artikel 6. Verwijl- en moratoriumintresten zijn op deze belasting toepasselijk zoals inzake Rijksbelastingen op inkomsten. Artikel 7. De gemeenteraadsbeslissing dd.21 februari 2013 betreffende de heffing van een milieuvergunning wordt met ingang van 1 januari 2014 opgeheven. Artikel 8. Afschrift van deze beslissing zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 11. Retributie afgifte PMD-zakken. Schepen De Lausnay geeft toelichting bij de het ontwerp van retriburiereglement voor de afgifte van PMDzakken. De huidige tariefzetting zorgt voor uniformiteit binnen het IVAGO-werkingsgebied. Dit zorgt ervoor dat de productie van de zakken goedkoper wordt en de zakken ook kunnen aangeschaft worden in meerdere Gentse winkels. Raadslid De Sutter vraagt om in de overwegingen van dit besluit op te nemen dat de huidige voorraad PMD-zakken bij de gezinnen bruikbaar blijft. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeente met ingang van 1 januari 1995 haar beheersrechten met betrekking tot de inzameling en verwerking van huishoudelijke en gelijkgestelde afvalstoffen in de intercommunale IVAGO heeft ingebracht; Overwegende dat de intercommunale IVAGO met ingang van 1 januari 1998 maandelijks de ophaling van plastieken flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons, afgekort PMD-afval, zal organiseren; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.20 december 2001 waarbij de retributie voor de afgifte van PMDzakken met ingang van 1 januari 2002 werd vastgesteld op 3 EUR voor een rol van 25 stuks; Overwegende dat aan elk gezin jaarlijks een rol van 25 PMD-zakken gratis werd bedeeld;
Overwegende dat deze gratis bedeling niet beantwoordt aan het principe “de vervuiler betaalt”, zoals vastgelegd in het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) Overwegende dat de gezinnen die geen zakken wensen aan te kopen met hun PMD-afval nog steeds op het containerpark terecht kunnen; Overwegende dat de bestaande voorraad PMD-zakken bij de gezinnen verder bruikbaar blijft zonder bijkomende retributie; Gelet op het voorstel om binnen het werkingsgebied van de intercommunale een retributie van 6 EUR te vragen voor een rol van 25 stuks; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35, 43§2-15° en 94 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 23 stemmen vóór, onthouding van Roger Lybeer. Artikel 1. De retributie voor de afgifte van PMD-zakken wordt met ingang van 1 januari 2014 vastgesteld op 6 EUR voor een rol van 25 stuks. Artikel 2. De retributie is door de aanvrager verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de zakken. Artikel 3. De invordering van de retributie zal gebeuren bij dwangbevel voor de niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten, en overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure voor de betwiste niet-fiscale ontvangsten. Artikel 4. Afschrift van dit besluit zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 12. Retributie voor de ophaling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen buiten de reguliere ophaalronden - ophaling van grofvuil en tuinafval op aanvraag. Schepen De Lausnay geeft toelichting bij het ontwerp van retributiereglement. Raadslid Anciaux vraagt wat er zal gebeuren met de gemeentelijke hakseldienst. Wordt deze dienstverlening ook overgenomen door IVAGO? Zo niet, op welke manier zullen inwoners aan haksel geraken. Schepen De Lausnay bevestigt dat de hakseldienst aan huis wordt afgeschaft. Haksel kan verkregen worden in de reguliere handelszaken. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeente met ingang van 1 januari 1995 haar beheersrechten met betrekking tot de inzameling en verwerking van huishoudelijke en gelijkgestelde afvalstoffen in de intercommunale IVAGO heeft ingebracht; Gelet op het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA); Gelet op de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999, gewijzig bij gemeenteraadsbesluit dd. 18 december 2013; Gelet op het advies dd. 05 september 2013 van de gemeentelijke commissie Afvalbeleid; Overwegende dat de intercommunale IVAGO met ingang van 1 januari 2014 de ophaling op aanvraag van grofvuil en tuinafval zal organiseren; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35, 43§2-15° en 94 van het Gemeentedecreet; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 stemmen vóór, onthouding van Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere. Artikel 1. De gemeente Destelbergen heft een retributie voor het ophalen op aanvraag en het verwerken van volgende huishoudelijke afvalstoffen: grofvuil en tuinafval Artikel 2. De retributie bedraagt voor grofvuil:
Ophaling
Vervoeren Tot en met 200 > 200-1000 kg reservatiekost kg
> 1000 kg
1e ophaling volgens kalender
Gratis
Gratis
0,075 euro/kg
0,15 euro/kg
2e ophaling volgens kalender
€5
0,075 euro/kg
0,075 euro/kg
0,15 euro/kg
Vanaf 3e ophaling volgens kalender
€5
0,15 euro/kg
Andere dagen (comfortdienst)
€ 20
0,15 euro/kg
Artikel 3. De retributie bedraagt voor tuinafval: Ophaling
Vervoer- en reservatiekost
Per kg vanaf de 1e kg
Per ophaling
€ 20
0,10 €/kg
Artikel 4. Schuldenaar De retributie moet betaald worden door de persoon die het afval aanbiedt. Artikel 5. Betalingsmodaliteiten De aanrekening van de retributie voor het ophalen en verwerken van grofvuil of tuinafval zal gebeuren via de rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil. Volgende mogelijkheden doen zich voor: 1°. Het saldo na aftrek van de aanrekening grof vuil of tuinafval zal groter zijn dan het drempelbedrag op de rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil: De kosten voor de ophaling en de verwerking van het grofvuil of tuinafval worden in mindering gebracht van het saldo van de aanvrager zijn rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil. De aanvrager zal geen betalingsuitnodiging ontvangen gezien het drempelbedrag voor de voorafbetaling retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil niet overschreden is. 2° . Het saldo op de rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil na aftrek van de aanrekening grof vuil of tuinafval zal kleiner zijn dan het drempelbedrag doch groter dan 0. De kosten voor de ophaling en de verwerking van het grofvuil of tuinafval worden in mindering gebracht van het saldo van de aanvrager zijn rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil. De aanvrager zal een betalingsuitnodiging ontvangen gezien het drempelbedrag voor de voorafbetaling retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil overschreden is. Het bedrag van de betalingsuitnodiging is bepaald op de ledigingkost van 10 restcontainers en 5 GFTcontainers. De burger kan een nieuwe aanvraag indienen voor de ophaling van grofvuil of tuinafval. 3° . Het saldo op de rekening voor de voorafbetalingen retributie op het ophalen en verwerken van huisvui na aftrek van de aanrekening grof vuil of tuinafval zal kleiner zijn dan 0 (negatief saldo).
De aanvrager zal een betalingsuitnodiging ontvangen voor de aanzuivering van het negatief saldo en voor de voorafbetaling op de retributie op het ophalen en verwerken van huisvuil. De aanvrager kan binnen de betalingstermijn van de betalingsuitnodiging zijn containers voor restafval en GFT blijven aanbieden. Bij niet betaling binnen de betalingstermijn worden de restafval- en GFT-containers geweigerd tot aanzuivering van de rekening. De burger kan geen nieuwe aanvraag grofvuil of tuinafval doen zolang zijn rekening negatief is. Artikel 6. Algemene bepalingen Wanneer een tweede aanmaning vereist is, wordt deze aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 94, tweede lid van het Gemeentedecreet, of gebeurlijk langs gerechtelijke weg. Artikel 7. Afschrift van dit besluit zal aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd 13. Toekenning noodhulp Filipijnen. Raadslid Lybeer informeert of er ook noodhulp werd toegekend aan Syrië. Schepen Ongena bevestigt dat 1250 euro noodhulp aan Syrië werd toegekend. Het voorstel tot noodhulp voor de Filipijnen gebeurt op voordracht van de GROS. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de tyfoon die op 8 november 2013 over de Filipijnen raasde een enorme catastrofe achterliet; Gelet op de oproep van Artsen Zonder Grenzen om een financiële bijdrage te leveren; Gelet op de kredietvoorziening in het budget 2013, artikel 849/332-02 “sociale bijdragen – liefdadigheid”; Gelet op het voorstel om een financiële bijdrage van 1.250 EUR toe te kennen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen. Artikel 1. Een bedrag van 1.250 EUR te storten als noodhulp aan Bevrijde Wereld op rekening BE19 0012 1876 7412 (BIC: GEBABEBB) als ondersteuning van hun werking om de slachtoffers te helpen van de tyfoon die over de Filipijnen raasde. Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan de financiële dienst worden bezorgd. 14. Toetreding A-divisie TMVW. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeente als vennoot is aangesloten bij de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Watervoorziening (TMVW), een integraal waterbedrijf; Overwegende dat de TMVW beschikt over een Divisie Aanvullende diensten (A); Overwegende dat de gemeente steeds meer wordt geconfonteerd met complexere technischadministratieve vraagstukken en dat er meer en meer eisen worden gesteld op vlak van vakspecifieke kennis; Overwegende dat een intergemeentelijke samenwerking op het vlak van ondersteuning bij en/of aanbieden van facilitaire diensten positieve schaaleffecten en synergiën kan genereren; Overwegende dat de TMVW een zuivere intercommunale is die beheerst wordt door de wet van 22 december 1986 op de intercommunales;
Gelet op de statuten van de TMVW; Overwegende dat de statuten voorzien dat de autonomie van de gemeenten wordt gerespecteerd door vertegenwoordiging in het directiecomité Aanvullende diensten en een beslissing maar uitvoerbaar is mits voorafgaandelijk akkoord van de vennoot; Gelet op de kapitaalsinbreng en de voorgeschreven betalingsmodaliteiten zoals beschreven in het toetredingsdossier; Gelet op het advies van het managementteam dd. 18 november 2013; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35, 42 en 43§2-5° van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 16 stemmen vóór, onthouding van Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere. Artikel 1. Met ingang van heden toe te treden tot de Divisie Aanvullende Diensten van TMVW, volgens de modaliteiten vastgelegd in de statuten van de TMVW en volgens het toetredingsdossier dat als bijlage aan onderhavig besluit wordt toegevoegd. Artikel 2. Een éénmalige kapitaalsinbreng goed te keuren van 768,75 euro Aantal aandelen: 3 (A) + 3(F) Onderschreven kapitaal: € 750 (A) + € 18.75 (F) Artikel 3. Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing. 15. Aankoop sportterrein Kerkham - Goedkeuring akte. Burgemeester De Pauw geeft kort toelichting bij de toeging van een bijkomend artikel aan het ontwerp van beslissing: “Artikel 3 Deze beslissing wordt goedgekeurd onder voorbehoud van goedkeuring door de OCMW-raad van de verkoopprijs van één euro en de vooropgestelde modaliteiten.” DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat het sportterrein in de Kerkham momenteel door de gemeente wordt gehuurd en aan FC Destelbergen wordt ter beschikking gesteld; Overwegende dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van het perceel een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen betreft (BPA nr. 1 Centrum – Herziening en uitbreiding, vastgesteld 25 november 2002); Overwegende dat bij de inrichting van het sportpark Bergenmeersen bundeling en integratie van diverse sportactiviteiten is vooropgesteld en het voetbalterrein hierbij ruimtelijk aansluit; Overwegende dat een koopsom van één euro is overeengekomen en de hierna vermelde aanvullende verkoopsmodaliteiten, vastgesteld door de O.C.M.W. raad van 28 februari 2013, worden goedgekeurd, waarbij de gemeente de financiering ten laste neemt van het niet-gesubsidieerde gedeelte van het nieuw te bouwen complex op de Campus Steenvoorde met het dagverzorgingscentrum, de serviceflats en kortverblijf, en het kosteloos ter beschikking stellen van de lokalen op de Campus van de Kazerne Beervelde; Gelet op het ontwerp van aankoopakte opgemaakt door het notariskantoor Moulin – Van Der Straeten; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het gemeentedecreet; BESLUIT met 16 stemmen vóór, onthouding van Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere Artikel 1. Het ontwerp van akte, met het oog op de aankoop van een sportterrein gelegen te Destelbergen, Kerkham, opgemaakt door de notarisassociatie Moulin – Van Der Straeten, gekend op het kadaster Destelbergen eerste afdeling, sectie B, nummer 607/B4, met een oppervlakte van 8213m², volgens de verkoopprijs van één euro en de vooropgestelde modaliteiten worden goedgekeurd. Artikel 2. De burgemeester en gemeentesecretaris worden gemachtigd om in naam van de gemeente de aankoopakte te ondertekenen. Artikel 3 Deze beslissing wordt goedgekeurd onder voorbehoud van goedkeuring door de OCMW-raad van de verkoopprijs van één euro en de vooropgestelde modaliteiten.
Artikel 3. Afschrift van deze beslissing zal aan de notarisassociatie Moulin – Van Der Straeten worden toegestuurd. 16. Terbeschikkingstelling perceel grond elektriciteitscabine Walbosdreef - Goedkeuring akte. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van de gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de terbeschikkingstelling van een perceel op de hoek van de Walbosdreef en de Dendermondesteenweg door Imewo is aangevraagd voor de vernieuwing van een elektriciteitscabine; Gelet op de overeenkomst dd. 3 januari 2013 voor kosteloze terbeschikkingstelling van een perceel grond kadastraal gelegen 1e afdeling, sectie A, deel van openbaar domein; Gelet op het plan dd. 11 april 2013, opgemaakt door bvba Studiebureau De Moor, waarbij de oppervlakte volgens meting 9,32 m2 bedraagt; Gelet op het voorstel van ontwerpakte opgemaakt door notaris Moulin – Van Der Straeten gevestigd te Destelbergen; Gelet op de artikelen 26, 27§1, 28, 34 en 35 van het gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen. Artikel 1. De kosteloze terbeschikkingstelling van een perceel grond gelegen te Destelbergen, Walbosdreef, gekend op het kadaster, 1e afdeling, sectie A, deel openbaar domein met een oppervlakte volgens meting van 9,32 m2 met het oog op de oprichting van een elektriciteitscabine, wordt goedgekeurd. Artikel 2. De burgemeester en gemeentesecretaris worden gemachtigd om in naam van de gemeente de akte te ondertekenen. Artikel 3. Afschrift van deze beslissing zal aan Imewo en de notaris worden overgemaakt. 17. Kwartier Beervelde - Domaniale concessie - Verlenging. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het transformatieplan van Defensie dat ondermeer de sluiting voorziet van de legerbasis Kwartier Beervelde in de Burgstraat; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.23 september 2010 waarbij principieel besloten werd over te gaan tot het opmaken van een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan met bijhorende onteigeningsplan voor de site Kwartier Beervelde; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.25 november 2010 waarbij Veneco² belast wordt met het opmaken van het Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de herbestemming van het militair domein en bijhorend onteigeningsplan; Gelet op de schatting dd.18 februari 2011 van de verkoopwaarde door het Aankoopcomité Gent I voor een bedrag van 3.000.000 EUR; Gelet op de brief dd.9 juni 2011 van Defensie betreffende de verwerving van het Kwartier Beervelde; Overwegende dat in het geval van minnelijke onteigening de schatting dient verhoogd te worden met een wederbeleggings- en een wachtvergoeding; Overwegende dat in afwachting van de minnelijke onteigeningsprocedure en het verlijden van de akte door het Aankoopcomité Gent 1 de mogelijkheid bestaat om een domaniale concessie te verlenen; Overwegende dat bij verwerving de betaalde concessievergoedingen worden afgetrokken van de aankoopprijs indien de onteigeningsprocedure binnen de tien jaar wordt afgerond; Overwegende dat een domaniale concessie evenwel pas kan worden verleend als de gemeente beslist heeft om over te gaan tot verwerving via onteigening, aan de prijs bepaald door het Aankoopcomité; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.24 november 2011 waarbij de aankoopprijs zoals bepaald door het Aankoopcomité Gent 1, namelijk 3.000.000 EUR, te verhogen met een wederbeleggings- en een wachtvergoeding, werd goedgekeurd; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 19 januari 2012 betreffende de goedkeuring van de van domaniale concessie waarbij een jaarlijkse concessievergoeding van 300.000 EUR verschuldigd is;
Gelet op het schrijven van de gemeente van 7 november 2013 met de vraag tot verlenging van de vergunning tot 31 december 2015; Gelet op het schrijven van Defensie DGMR, Divisie CIS & Infora, Sectie infrastructuur van 25 november 2013 betreffende de vergunning op nationaal militair domein nr. 13.12282 tot eind 31 december 2014; Gelet op de kredietvoorziening in het budget 2014; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het gemeentedecreet; BESLUIT met 16 stemmen vóór onthouding van Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere Artikel 1. De domaniale concessie voor het Kwartier Beervelde, Burgstraat 52, Destelbergen, in bijlage van deze beslissing, wordt verlengd tot 31 december 2014. Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal worden toegestuurd aan: - Defensie; - FOD Financiën, Comité tot Aankoop van onroerende goederen. 18. Kwartier Beervelde - aanvraag onteigeningsmachtiging - motivatie. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd.22.11.2012 tot voorlopige vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kwartier Beervelde’ met bijhorend onteigeningsplan; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd.18.04.2013 tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kwartier Beervelde’ met bijhorend onteigeningsplan; Gelet op het besluit van de Deputatie dd.27.06.2013 tot goedkeuring van het gemeentelijk RUP Kwartier Beervelde; Gelet op het vervolledigen van een dossier tot aanvraag van de onteigeningsmachtiging en het ontbreken van een uitdrukkelijke motivatie bij de vaststelling van het GRUP Kwartier Beervelde met bijhorend onteigeningsplan; Gelet op de noodzaak tot onteigening om de verkoop bij mededinging uit te sluiten, en zodoende het verwerven van de site Kwartier Beervelde mogelijk is aan de prijs zoals bepaald door het Aankoopcomité Gent 1 namelijk 3.000.000 euro verhoogd met een wederbeleggings- en een wachtvergoeding; Gelet op de nota opgesteld door studiebureau Veneco² waarbij het algemeen nut en de noodzaak tot verwerving van de site door de gemeente is gemotiveerd; Gelet op het algemeen nut dat aangegeven is door een zone vastgesteld in het gemeentelijk RUP voor openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, waar onder meer de gemeentelijke technische diensten en groendienst hun werkplaats kunnen inrichten en stockage voor diensten van openbare nut mogelijk is; Gelet op de noodzaak tot onteigening die bepaald wordt door de nood aan een geschikte locatie voor de vestiging van de gemeentelijke technische diensten en groendienst, alsook de nood aan stapelruimte voor de lokale verenigingen en naburige gemeenten; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42§1 van het gemeentedecreet; BESLUIT met 15 stemmen vóór onthouding van Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere Artikel 1. De motivatie tot onteigening van de site Kwartier Beervelde wordt uitdrukkelijk bepaald door het openbaar nut zoals omschreven in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Kwartier Beervelde’, de nood voor de vestiging van de gemeentelijke technische diensten en groendienst, de nood aan stapelruimte voor de lokale verenigingen en naburige gemeenten en de noodzaak om de verkoop met mededinging uit te sluiten. Artikel 2. Een afschrift van deze beslissing zal toegevoegd worden aan de aanvraag tot onteigeningsmachtiging. 19. Politiereglementen aanbieden grof vuil en groenafval. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd;
Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikelen 119 en 135, en op de artikelen 42, 186 en 187 van het gemeentedecreet; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 januari 1999 waarbij de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen werd goedgekeurd. Gelet op het decreet van 14 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet); Gelet op het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA); Gelet op het advies dd. 05 september 2013 van de gemeentelijke commissie Afvalbeleid; Overwegende dat de intercommunale IVAGO met ingang van 1 januari 2014 de ophaling op aanvraag van grofvuil en tuinafval zal organiseren; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen. Artikel 1. Artikel 1 van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 wordt aangepast door: - de omschrijving onder “c. Decreet” te vervangen door de omschrijving: “het decreet van 14 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet)” - de omschrijving onder “g. Huisvuil/huishoudelijke afvalstoffen” te vervangen door de omschrijving: “huishoudelijke afvalstoffen overeenkomstig de bepalingen van het Materialendecreet en het Vlarema” - de omschrijving onder “i. KGA” te vervangen door de omschrijving: “het klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong, overeenkomstig de bepalingen van het Materialendecreet en het Vlarema” - de omschrijving van “o’. Tuinafval: zuiver groenafval, niet verontreinigd met andere afvalstoffen, zoals snoeihout en haagscheersel, afkomstig van het normale onderhoud van particuliere tuinen”, in te voegen na de omschrijving van “Restafval”. Artikel 2. Artikel 19 van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 wordt vervangen door het volgende nieuwe artikel 19: Artikel 19: De ophaling van grofvuil aan huis gebeurt enkel op aanvraag, overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door IVAGO en overeenkomstig de tarieven zoals vastgelegd in het retributiereglement. Artikel 3. Artikel 21 van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 wordt vervangen door het volgende nieuwe artikel 21: Artikel 21: §1. Het op te halen grofvuil dient, brandbaar grofvuil, hout en metaal gescheiden van elkaar, op de voorziene dag van de ophaling aangeboden te worden op de stoep of berm grenzend aan de woonst van de aanbieder. De maximaal toegelaten grootte van de aparte stukken is 2,20 meter. Het maximale gewicht van de aparte stukken is beperkt tot 70 kg. §2. Alle voorwerpen moeten zodanig geplaatst of verpakt worden dat ze geen gevaar kunnen opleveren voor de ophalers van de afvalstoffen noch voor de weggebruikers Artikel 4. Na artikel 24 van hoofdstuk VII “Selectieve inzameling van PMD” worden volgende nieuwe hoofdstuktitel en nieuw artikel 25 ingevoegd: HOOFDSTUK VIII : SELECTIEVE INZAMELING VAN TUINAFVAL” Artikel 25 De ophaling van tuinafval aan huis gebeurt enkel op aanvraag, overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door IVAGO en overeenkomstig de tarieven zoals
vastgelegd in het retributiereglement. Artikel 5. Artikel 25 van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 wordt vervangen door het volgende nieuwe artikel 26: Artikel 26. De officieren van de gerechtelijke politie en de leden van de lokale politie zijn bevoegd voor het vaststellen van inbreuken op deze verordening en het opstellen van proces-verbaal. Artikel 6. Artikel 26 van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 wordt vervangen door het volgende nieuwe artikel 27: Artikel 27. Inbreuken op dit reglement worden bestraft met politiestraffen, voor zover door de wetten, besluiten of verordeningen van de nationale of provinciale overheden of decreten van de Vlaamse regering op dit vlak geen andere straffen zijn voorzien. Artikel 7. Volgende hoofdstukken en artikels van de politieverordening op het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen dd. 21 januari 1999 worden hernummerd: Bestaand nummer
Nieuw nummer
hoofdstuk VIII
hoofdstuk IX
Artikel 27
Artikel 28
artikel 28
artikel 29
Artikel 8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014 Artikel 9. Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan: -
de Provinciegouverneur, het parket van de Procureur des Konings, de bevoegde rechtbanken, de Zonechef van de lokale politie OVAM De intercommunale IVAGO
20. Politiezone Regio Rhode & Schelde - Dotatie 2014. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid de artikelen 40 en 208; Gelet op het KB van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone; Gelet op de Omzendbrief BB 2013/4 dd.22 maart 2013 met de instructies voor het opstellen van de strategische meerjarenplanning (meerjarenplan 2014-2019) en budgettering (budget 2014) volgens de beleids- en beheerscyclus; Gelet op de Ministeriële omzendbrief PLP 49 dd.27 oktober 2012 betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2013 ten behoeve van de politiezones; Overwegende dat in de meergemeentezones de begroting van het lokaal politiekorps door de politieraad wordt goedgekeurd, overeenkomstig de door de Koning bij een in Ministerraad overlegd besluit, vastgestelde minimale begrotingsnormen; Overwegende dat elke gemeenteraad de dotatie die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend moet goedkeuren;
Overwegende dat krachtens de wet de gemeentelijke dotatie aan de politiezone gelijk is aan het verschil tussen de totale geraamde uitgaven, ingeschreven in de politiebegroting, en de federale politiedotatie; Overwegende dat in de meergemeentezones de verscheidene gemeenteraden, in onderling akkoord, het percentage van het aandeel van elke gemeente bepalen; Overwegende dat in de meergemeentezones de gemeentelijke dotatie volgens een specifieke verdeelsleutel onder de gemeenten van de zone moet worden verdeeld indien de gemeenteraden niet tot een akkoord komen; Gelet op het voorstel om zoals vorige jaren deze vastgestelde verdeelsleutel toe te passen; Overwegende dat volgens deze vastgestelde verdeelsleutel het gemeentelijk aandeel is vastgesteld op 27,4652%; Gelet op politiebegroting 2014 zoals vastgesteld door de politieraad op 20 november 2013; Overwegende dat de politiebegroting een dotatie voorziet van 1.793.528 EUR; Gelet op de kredietvoorziening in het budget van een dotatie van 1.793.528 EUR; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 23 stemmen vóór, onthouding van Roger Lybeer. Artikel 1. De gemeentelijke dotatie aan de politiezone Regio Rhode & Schelde voor het jaar 2014 wordt vastgesteld op 1.793.528 EUR. Artikel 2. De gemeentelijke dotatie zal in twaalfden worden uitbetaald. Artikel 3. Afschrift van deze beslissing zal voor de uitoefening van het federaal specifiek toezicht en het gewestelijk gewoon toezicht aan de heer Provinciegouverneur worden toegestuurd. 21. Brandweerdienst gewestelijke groep Gent - Bijdrage 2009,2010 en 2011 - Advies. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de wet van 31 december 1963 op de civiele bescherming en het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken dd.10 oktober 1977 houdende vaststelling van de normen voor het bepalen van de forfaitaire en jaarlijkse bijdrage aan de brandweerdiensten van het centrum van de gewestelijke groep; Gelet op het besluit van de Provinciegouverneur dd.9 januari 1979 waarbij, met het oog op de organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten, de gemeenten werden ingedeeld in gewestelijke groepen ter bestrijding van brand; Gelet op de brief dd.30 oktober 2013 van de Provinciegouverneur waarbij de forfaitaire bijdrage voor de dienstjaren 2009, 2010 en 2011 wordt medegedeeld; Overwegende dat de gemeentebesturen over 60 dagen beschikken om over dit voorstel een advies uit te brengen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen. Artikel 1. Gunstig advies wordt uitgebracht betreffende de onderstaande bijdragen verschuldigd aan de brandweerdienst van het centrum van de gewestelijke groep Gent: - voor het jaar 2009: 433.140 EUR - voor het jaar 2010: 487.393 EUR - voor het jaar 2011: 470.063 EUR Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan de heer Provinciegouverneur en de financieel beheerder worden bezorgd. 22. Scaldischeques - Stopzetting. Schepen Ongena licht de stopzetting van de scaldischeques toe: De scaldischeque hadden tot doel om het verenigingsleven te stimuleren. De scaldischeques zijn nooit echt een succes geweest. Ook na de uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden in 2010 bleef het gebruik beperkt. Ook in 2013 bleek het gebruik niet echt een succes. 1/3e van de uitgereikte cheques worden besteed aan gemeentelijke dienstverlening en zorgt voor bijkomende problemen bij de automatisatie van de
facturatie. Schepen Ongena geeft aan dat de Jeugdraad heeft aangedrongen op het democratisch houden van prijzen en bevestigt dat de Vrije Tijdsdiensten in samenwerking met het OCMW hun krachten zullen bundelen om mensen in moeilijkheden te ondersteunen. Raadslid Balcaen pleit ervoor om de mensen die de scaldischeques echt nodig hebben daadwerkelijk financieel te blijven helpen met een passend vrijetijdsaanbod. Hij kan zich bij de beslissing neerleggen aangezien schepen Ongena zonet heeft bevestigd dat er initiatieven zullen worden genomen. Raadslid Raman stelt dat hij van bij de opmaak van het reglement opmerkingen heeft geformuleerd. Het project is slecht gestart en nooit echt boven water gekomen. Dat men na evaluatie tot de conclusie komt dat men het beter afschaft is logisch, maar dan wordt er wel een alternatief verwacht. De timing van de afschaffing is niet ideaal omdat de leden van de sportverenigingen de komende maanden met hogere lidgelden worden geconfronteerd door de fors verhoogde huurprijzen van de accommodatie van Sportpark Bergenmeers. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.17 april 2008 houdende vaststelling van het reglement tot invoering van scaldischeques, gewijzigd dd.18 september 2008 en 17 december 2009; Overwegende dat met de invoering van de scaldischeques een stimulans en financiële ondersteuning aan het verenigingsleven werd beoogd; Overwegende dat uit de toepassing gedurende de voorbije jaren blijkt de scaldischeques slechts beperkt werden gebruikt; Overwegende dat bovendien van het grootste aandeel wordt ingebracht voor de deelname aan eigen organisaties zoals de sportkampen, speelpleinwerking, bibliotheek en muziekschool; Overwegende dat verder een groot aandeel wordt gebruikt voor activiteiten buiten het grondgebied van de gemeente; Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen dd.17 speelpleinwerking en sportkampen vanaf 2014;
oktober
2013
betreffende
de
inrichting
van
Overwegende dat met de invoering van één tarief, inclusief opvang, de verschillende kortingssystemen werden afgebouwd; Gelet op het voorstel om vanaf het jaar 2014 de uitgifte van de scaldischeques stop te zetten; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42§1 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 14 stemmen vóór, Roger Lybeer stemt tegen, onthouding van Etienne Balcaen, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere Enig artikel. Met ingang van 1 januari 2014 wordt het reglement betreffende de invoering van scaldischeques opgeheven. 23. Toelagen ontwikkelingssamenwerking 2013. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. ontwikkelingssamenwerking werd goedgekeurd;
30
juni
2011
waarbij
het
subsidiereglement
Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd. 21 februari 2013 waarbij de toelagen 2013 werden vastgesteld; Overwegende dat 58.355 EUR te verdelen is volgens het subsidiereglement en 300 EUR bestemd is voor forfaitaire toelagen; Gelet op de ingediende dossiers en het advies van de commissie ontwikkelingssamenwerking; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de artikelen 26, 28, 34, 35 en 42 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen. Artikel 1. De toelagen voor ontwikkelingssamenwerking 2013 worden als volgt vastgesteld:
1. 2. 3. 3.
Plan International (4x300) 11.11.11-actie 11.11.11 campagne FOS
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Bevrijde Wereld FOS Kishor Nagar Memisa Osjosma Pasparou Pedihabilidad Plan België Rako België Rode Kruis Sabine Bogaert Trias Vrienden van Patricia Claeys Wereldsolidariteit
1. 2.
11.11.11 comité Oxfam Wereldwinkel
1.200,00 EUR 4.731,88 EUR 2.119,00 EUR 35,89 EUR 8.166,77 EUR 2.281,28 EUR 2.281,28 EUR 4.562,57 EUR 2.281,28 EUR 4.562,57 EUR 4.562,57 EUR 4.562,57 EUR 2.281,28 EUR 4.562,57 EUR 2.281,28 EUR 4.562,57 EUR 2.281,28 EUR 4.562,57 EUR 2.281,28 EUR 50.188,23 EUR ______________ 58.355,00 EUR 150 EUR 150 EUR 300 EUR
Artikel 2. Afschrift van deze beslissing zal aan de financiële dienst worden bezorgd. 24. Vaststelling begrip dagelijks bestuur overheidsopdrachten en voorwaarden uitoefening voorafgaand visum financieel beheerder. DE GEMEENTERAAD Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op de artikelen 43 § 2 10° en 11° , 57 § 3 5°, 94 1° en 160; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het Gemeentedecreet en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het Gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006 betreffende het Gemeentedecreet; Overwegende dat krachtens artikel 57 §3, 1° het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor daden van beheer van de gemeentelijke inrichtingen en eigendommen, binnen de door de gemeenteraad vastgestelde regels; Gelet op de artikelen 26, 28, 34 en 35 van het Gemeentedecreet; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 4; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 25 juni 2010; Gelet op de omzendbrief BB 2013/4 betreffende de strategische meerjarenplanning en budgettering volgens de beleids- beheerscyclus;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 43 §2 10° de gemeenteraad exclusief bevoegd is om vast te stellen welke opdrachten voor werken, leveringen en diensten kunnen beschouwd worden als opdrachten van dagelijks bestuur; Overwegende dat overeenkomstig artikel 42 § 2 11° de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen, en het vaststellen van de voorwaarden ervan, behalve indien de opdracht nominatief in het vastgestelde budget is opgenomen en onverminderd de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen inzake opdrachten van dagelijks bestuur; Overwegende dat overeenkomstig artikel 57 §3 5°, het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van opdrachten van dagelijks bestuur; Overwegende dat overeenkomstig artikel 57 §3 6° het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor het vaststellen van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten als de opdracht nominatief in het vastgesteld budget is opgenomen en de gemeenteraad de wijze van gunning en de voorwaarden niet zelf heeft vastgelegd; Overwegende dat de opdrachten waarvan de kredieten op het exploitatiebudget voorzien zijn als dagelijks bestuur kunnen beschouwd worden; Overwegende dat sommige opdrachten waarvan de kredieten op het investeringsbudget voorzien zijn als dagelijks bestuur kunnen beschouwd worden; Overwegende dat het begrip dagelijks bestuur ook een impact heeft op de voorgaande visumverplichting van de financieel beheerder die, overeenkomstig artikel 160 § 2, de voorgenomen financiële verbintenissen onderzoekt inzake wetmatigheid en regelmatigheid en dit, overeenkomstig artikel 94 1°, in volle onafhankelijkheid; Overwegende dat de gemeenteraad overeenkomstig artikel 160 § 2 de nadere voorwaarden kan bepalen waaronder de financieel beheerder deze taak uitoefent; dat de gemeenteraad tevens bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur kan uitsluiten van de visumverplichting binnen de grenzen die door de Vlaamse regering zijn vastgesteld; Overwegende dat overeenkomstig het besluit van de Vlaamse regering dd.24 november 2006 de uitsluiting van de visumverplichting van bepaalde categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur beperkt wordt tot de verrichtingen waarvan het bedrag niet hoger is dan het bedrag van de verrichtingen die in het kader van de wet op de overheidsopdrachten gegund worden op basis van artikel 105 §1 4° van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen (momenteel 8.500 EUR, excl. BTW); Overwegende dat de gemeenteraad naar aanleiding van de wijzigingen in de wetgeving overheidsopdrachten de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur voor opdrachten voor opdrachten voor werken, leveringen en diensten en de voorwaarden tot uitoefening van het voorafgaand visum door de financieel beheerder op 12 september 2013 werd vastgesteld; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing dd.15 februari 2007 houdende goedkeuring van het stappenplan voor de implementatie van het Gemeentedecreet; Gelet op de artikelen 26, 28, 34 en 35 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 15 stemmen vóór onthouding van Roger Lybeer, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere. Artikel 1.
Onder opdrachten van dagelijks bestuur in de zin van artikel 43 §2 10° en artikel 57 §3 5° van het gemeentedecreet wordt met ingang van heden begrepen; Alle opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvoor kredieten op het exploitatiebudget zijn voorzien en voor zover deze verbintenissen binnen het boekjaar uitvoerbaar zijn, of – al dan niet met inachtneming van een opzegtermijn – jaarlijks opzegbaar zijn. -
De opdrachten voor werken, leveringen en diensten waarvoor kredieten op het investeringsbudget zijn voorzien en voor zover de waarde van de opdracht niet hoger is dan het bedrag vermeld in artikel 105 §1 2° van het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en wijzigingen. (momenteel 85.000 EUR excl. BTW).
-
Het aanbrengen van wijzigingen tijdens de uitvoeringsfase aan gegunde opdrachten voor werken, leveringen en diensten die niet worden beschouwd als opdrachten van dagelijks bestuur, voor zover uit die wijzigingen geen bijkomende uitgaven van meer dan 10 procent voortvloeien.
Artikel 2.
Alle deelopdrachten van raamcontracten voor investeringen blijven onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad.
Artikel 3.
De financieel beheerder oefent de controle, bedoelt in artikel 160 §2 van het Gemeentedecreet, uit;
Artikel 4.
-
voor alle voorgenomen financiële verbintenissen waarvan het bedrag hoger dan 8.500 EUR, excl. BTW;
-
rekening houdend met de volledige looptijd van de voorgenomen verbintenis van onbepaalde duur betreft wordt met een looptijd van vier jaar rekening gehouden, indien de verbintenissen jaarlijks verlengbaar zijn wordt de controle telkens voorafgaand aan de eventuele verlenging uitgevoerd.
Een afschrift van deze beslissing wordt aan alle gemeentediensten bezorgd.
25. Toekenning eretitel van schepen/gemeenteraadslid - Reglement. Raadslid De Baere vraagt het woord: “ Het is inderdaad de gemeenteraad die bepaalt onder welke voorwaarden de eretitels worden toegekend aan voormalige gemeenteraadsleden en schepenen. Het reglement dat voorligt ter stemming, is echter wel origineel wanneer men ziet dat het de deontologische commissie is die het onderzoek naar de aanvraag moet uitvoeren en advies naar de gemeenteraad moet formuleren. In andere gemeenten is dit het college of in enkele gevallen de voorzitter van de gemeenteraad die verantwoordelijk is voor het onderzoek naar de aanvraag. Vandaar de voor de hand liggende vraag: Waarom schuift het college in dit voorstel de verantwoordelijkheid van het onderzoek af naar de deontologische commissie? Waarom werd het agendapunt verdaagd tijdens de gemeenteraad van november? “ Burgemeester De Pauw stelt dat vooraleer een eretitel kan worden toegekend het noodzakelijk is dat de deontologische commissie om advies wordt gevraagd. Hiermee wenst het bestuur te vermijden dat zij van vooringenomenheid kan worden verdacht; het College wenst geen eigen opinie te geven over een schepen of gemeenteraadslid; het is ook een blijk van vertrouwen in de goede werking van de deontologische commissie. De reden van het uitstel van dit punt tijdens de gemeenteraad van november is terug te vinden in een onduidelijkheid betreffende de criteria voor onberispelijk gedrag. Raadslid De Baere: “ Desalniettemin is het niet vermeld in de taakomschrijving van de deontologische commissie om dergelijke aanvraag voor eretitels te onderzoeken. De deontologische commissie ziet toe op de correcte naleving van de deontologische code van de zetelende mandatarissen. Misschien zal blijken bij een eerste aanvraag voor het toekennen van een eretitel, waarom het college het onderzoek liever doorschuift naar de deontologische commissie. En is er trouwens al een aanvraag ingediend? “ Burgemeester De Pauw stelt voor om eventueel de opdracht van de deontologische commissie aan te passen of te verruimen. Hij bevestigt dat er nog geen officiële vraag tot toekenning van een eretitel werd ontvangen. Elke aanvraag voorafgaand aan de goedkeuring van het reglement telt niet. DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat overeenkomstig de artikelen 17§4 en 69 van het Gemeentedecreet de gemeenteraad de eretitels toekent aan de gemeenteraadsleden en de schepenen onder de voorwaarden die hij bepaalt; Gelet op het ontwerp van reglement tot toekenning van de eretitel aan schepenen en gemeenteraadsleden; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Gelet op de artikelen 17§4, 26, 28, 34, 35, 42 en 69 van het Gemeentedecreet; BESLUIT met 15 stemmen vóór, onthouding van Etienne Balcaen; Stemmen tegen: Roger Lybeer, Wim Raman, Renaat De Sutter, Eva Rombaut, Emmanuel Anciaux, Gabriëlle Geldolf, Dora Van Lyssebettens, Mia Vantomme, David De Baere
Artikel 1. Het reglement tot toekenning van de eretitel van schepen/gemeenteraadslid wordt goedgekeurd en wordt als bijlage bij deze beslissing gevoegd. Artikel 2. De gemeenteraadsvoorzitter, het college van burgemeester en schepenen en de gemeentesecretaris, al naargelang hun respectieve bevoegdheden, worden met de uitvoering van deze beslissing belast. Artikel 3. Dit reglement treedt in werking op 19 december 2013. 26. Door raadslid Emmanuel Anciaux Oplossing voor onze scholen n.a.v. sluiting zwembad Rosas Raadslid Anciaux: De factie vraagt de bevoegde schepen of zijn diensten stilaan in actie schieten om het nakende probleem naar aanleiding van de sluiting van zwembad Rosas en bijhorend de gedwongen verhuis van de gemeentelijke scholen op te lossen. ‘Kunnen zwemmen’ behoort nog steeds tot de verplichtingen in de eindtermen en de fractie ziet niet hoe de scholen aan de verplichting kunnen voldoen wanneer zij hier niet de middelen toe krijgen. Het zou bovendien een kleine smet zijn op het blazoen mocht de gemeente, die net een pak euro’s investeert in een nieuwe sporthal, voor onze scholen niet eens een zwemuur zou kunnen organiseren. Op een overleg dd. 10 december 2013, waar enkel de gemeenteschool van Destelbergen was vertegenwoordigd, werd de vraag “quid gemeenten buiten Gent” niet beantwoord. De bevoegde schepen verzekerde de aanwezigen enkel dat er bij de verhuis en het invullen van de zwemuren geen positieve discriminatie zou zijn ten voordele van de Gentse scholen en verenigingen. Navraag van diverse scholen leert dat enkel Rozenbroeken in aanmerking komt als zwembad op haalbare afstand van de school. Dit zwembad is echter al zo goed als volledig bezet. Schepen De Lausnay bevestigt dat dit dossier goed wordt opgevolgd: Het effect op onze scholen wordt als volgt ingeschat: - Rosas: Klaver en beide gemeentescholen = 628 leerlingen - Rozebroeken: PiusX en Kerkham/Haenhout = 480 leerlingen Volgende initiatieven werden genomen of zijn gepland: - een eerste overleg met de scholen op 21 november 2013; - contact met de Gentse schepen van sport op 10 december 2013; tijdens dit overleg hield de Gentse schepen nog een opening voor Rosas; hij had de impact van een mogelijke sluiting niet goed ingeschat; deze sluiting heeft meer impact dan enkel de leerlingen van EDUGO; maar besparingen dringen zich op en een sluiting van een zwembad is nu eenmaal een grote besparing. - schriftelijke vraag vanuit het College met een vraag tot overleg op 8 januari 2014 Er werden suggesties gevraagd van alle scholen en schepen De Lausnay vraagt ook aan alle gemeenteraadsleden input voor mogelijke oplossingen. Schepen De Lausnay zal ook een plan B voorstellen aan Gent: Indien er toch wordt overgegaan tot sluiting, wil schepen De Lausnay garanties over een minimum aantal uren in het zwembad Rozenbroeken. De eindtermen zijn van uiterst belang en het stadsbestuur moet dit mee in rekening nemen. In dit kader zal schepen De Lausnay deelnemen aan een werkgroep in Gent met als backup onze sportfunctionaris. Hij is er zich wel van bewust dat de impact van Destelbergen op de besluitvorming beperkt blijft. Schepen Luyckx stelt dat een mogelijke oplossing te vinden is in het beperken van het aantal zwemuren voor alle scholen tot de 2 eerste jaren. Enkel de eerste 2 jaren wordt schoolzwemmen verplicht opgenomen in het lestijdenpakket. Mondelinge vragen bij toepassing van artikel 7 reglement van orde. a) Raadslid Rombaut informeert naar de stand van zaken betreffende het project Fit-Out ter hoogte van de Damvalleistraat. Schepen De Lausnay geeft toelichting bij het bouwproject van de Fit-Out. In de bouwvergunning wordt een fitness voorzien, op verdieping een danszaal en zaal voor gevechtsporten. Op het gelijkvloers wordt naast het sanitair ook nog sauna voorzien.
Recent ontving het gemeentebestuur ook een aanvraag tot wijziging van de milieuvergunning van de dancing Riva. In deze milieuvergunning blijven 313 parkeerplaatsen behouden voor de Riva. Schepen De Lausnay stelt dat voor sportbelevend Destelbergen/Heusden dit project een geschenk is aangezien dit bijkomende sportinfrastructuur is die volledig wordt gefinancierd door private ondernemers. De hinder voor de buurtbewoners wordt op de voet opgevolgd. Raadslid Rombaut informeert of de plannen van de Carrera ook opgenomen is in de planning van dit project. Dit project is niet mee opgenomen. Raadslid Rombaut vraagt wat er in de plaats van de fitnessruimte zal komen. Schepen Leirens stelt dat deze ruimte zal ingenomen worden als kantoorruimte of handelsruimte. Zij bevestigt dat de parkeerbehoefte van deze nieuwe invulling goed zal worden opgevolgd. Raadslid Rombaut vraagt om in de toekomst op de hoogte gehouden te worden als er infovergaderingen worden georganiseerd. b) Raadslid Rombaut informeert naar de werking van Komma Blijkbaar moeten ouders voor 31 december 2013 een document indienen waar zij het bewijs leveren van toekenning van toelage. Schepen Ongena meldt dat deze informatie niet meer correct is. Het College heeft deze termijn aangepast en afgestemd op de termijn van de Vlaamse overheid (eind april 2014). Indien Komma dit verkeerd communiceert, zal zij de nodige actie ondernemen. c) Raadslid Torcq informeert naar de verkoop van vuurwerk in de Kangoeroe: Is deze zaak in orde met de reglementering? Wordt daar controle uitgevoerd? Schepen De Lausnay zal dit navragen. d) Burgemeester De Pauw meldt dat de datum van de gemeenteraad van juni wordt verschoven naar aanleiding van de proclamatie van de scholen.: AANPASSING DATUM : GEMEENTERAAD WOENSDAG 25 JUNI 2014 BESLOTEN ZITTING De burgemeester-voorzitter sluit hierna de zitting. Namens de gemeenteraad Op bevel : De gemeentesecretaris
De voorzitter