Toekomstperspectief milieustraten: gemeentegrensoverschrijdende samenwerking
Op weg naar meer service aan de burgers, betere afvalscheiding, grotere efficiency
Verkennend Rapport Ambtelijke werkgroep Friese milieustraten mei 2014 versie 27 mei 2014
Bestuurlijke samenvatting Bij de gemeentelijke herindeling Boarnsterhim ontstond discussie over de vraag of de milieustraat in Grou wel open gehouden zou kunnen worden, nu een deel van de inwoners die daar gebruik van maakten onder een andere gemeente gingen vallen. Het resultaat was, dat Leeuwarden en Heerenveen afspraken dat de milieustraat Grou gemeentegrens-overschrijdend gebruikt zou gaan worden, zodat deze milieustraat open kan blijven. De discussie over de milieustraat Grou was voor het ambtelijke contactpersonenoverleg bij Omrin aanleiding om de samenwerkingsvraag breder op tafel te leggen. Veel gemeenten achtten het wenselijk om bij alle Friese milieustraten als uitgangspunt te hanteren dat niet de formele gemeentegrenzen maar het gemak voor de burger bepalend zou moeten zijn voor de toegang tot de milieustraat. Het grotere gemak voor de burger leidt naar verwachting tot meer gebruik van de milieustraten en dus tot meer recycling. Verhoging van het recycling is goed voor het milieu en is een centrale doelstelling van het afvalbeleid van zowel gemeenten als rijk. Zodoende werd een ambtelijke werkgroep gevormd die dit verkennende rapport heeft geproduceerd. Allereerst is een uitgebreide inventarisatie van alle ins en outs van de Friese milieustraten uitgevoerd. (De milieustraten op de Waddeneilanden zijn daarbij om voor de hand liggende redenen niet meegenomen). Vervolgens worden de problemen die bij een gemeentegrensoverschrijdende toegankelijkheid optreden verkend en worden belangrijke oplossingsrichtingen aangegeven. Het belangrijkste is de gekozen oplossing voor de verrekening tussen de gemeenten: een uniform verrekentarief per bezoeker op basis van de gemiddelde variabele kosten. Op een aantal punten moet nog aanvullend onderzoek worden verricht voor we werkelijk aan de slag kunnen: registratie en identificatie aan de “voorkant” van de milieustraat nadere onderbouwing van het uniforme verrekentarief per inwoner tussen de gemeenten aan de “achterkant”. Naast de hoofdoelstelling: milieuwinst door algemene onderlinge toegankelijkheid gaat het ook om mogelijke efficiencywinst vindt. De werkgroep is van mening dat gemeentegrensoverschrijdende toegankelijkheid en afstemming naar verwachting op den duur kunnen leiden tot grotere efficiency en mogelijk kostenverlaging. Dat zijn natuurlijk voor alle gemeenten heel belangrijke winstpunten. In dit rapport beschouwen we dat als de nevendoelstelling. We kiezen voor samenwerking van onderop, een groeimodel. De eerste stap is het vragen van commitment aan de colleges van B&W van alle betrokken gemeenten: kunt u instemmen als we verder werken aan de voorbereiding? Daarbij is het niet nodig dat alle gemeenten zich nu al vastleggen. We denken aan het vormen van een “coalition of the willing”. Maar om het als een gezamenlijk project van de Friese gemeenten op te kunnen blijven pakken achten we een commitment van een meerderheid van de Friese gemeenten wel noodzakelijk. In december 2014? moet duidelijk zijn of we een tweede stap kunnen gaan zetten.
-2-
I. Inleiding: wat willen we met dit rapport bereiken en waarom? a. Aanleiding Bij de gemeentelijke herindeling van de gemeente Boarnsterhim, doorgevoerd op 1-1-2014, waarbij de gemeenten Heerenveen, Súdwest-Fryslân, De Friese Meren (nieuwe gemeente met o.a. de oude aangrenzende voormalige gemeente Skarsterlân) en Leeuwarden betrokken waren, ontstond discussie over de milieustraat in Grou. Grou kwam bij Leeuwarden, maar Leeuwarden heeft al een milieustraat. Als de bevolking uit delen van Boarnsterhim die onder de andere gemeenten kwamen te vallen, niet meer welkom waren op de milieustraat van Grou was het gevaar groot dat het bezoekersaantal dermate laag zou worden dat Leeuwarden de milieustraat in Grou zou moeten sluiten. Dat besef leidde tot het inzicht, dat de gemeentegrenzen eigenlijk helemaal niet bepalend zouden moeten zijn voor de toegang tot de milieustraat. Niet de formele grenzen maar het gemak voor de burger moet doorslaggevend zijn. Daarmee wordt het ook mogelijk milieustraten efficiënter te beheren: onderlinge afstemming en kostendeling over meerdere gemeenten. Voor de milieustraat Grou is een voorlopige oplossing gevonden door te regelen dat de inwoners van de gemeente Heerenveen toegang hebben tot de milieustraat Grou. Daarmee is het probleem voor verreweg de meeste “oude klanten” van de milieustraat Grou opgelost (dorpen Akkrum, Nes, Aldeboarn). Er zijn ook al andere milieustraten waarbij verschillende gemeenten samenwerken, zoals de milieustraten in Stiens (samenwerking het Bildt, Leeuwarderadeel, Menameradiel), Franeker (Franekeradeel, Harlingen en Littenseradiel), Damwâld (Dantumadiel en Dongeradeel) en Bolsward (Littenseradiel en Súdwest-Fryslân). Daarmee wordt voldaan aan het wettelijke voorschrift dat elke gemeente de beschikking moet hebben over een milieustraat, alleen of samen met andere gemeenten (wet Milieubeheer). De samenwerking milieustraat Grou is anders van karakter: beide gemeenten hebben al een milieustraat ter beschikking maar kiezen voor samenwerking bij een derde milieustraat om de service aan de burgers te verhogen. De gemeentelijke herindeling leidde dus tot vernieuwende samenwerkingsvormen. Dat zal bij nieuwe herindelingen in de toekomst ook te verwachten zijn. De ontwikkeling bij Grou was aanleiding om het onderwerp van breed toegankelijke milieustraten op het ambtelijke contactpersonenoverleg in Omrin-verband te bespreken en voor te stellen dit nader te onderzoeken. Vanuit het contactpersonenoverleg is een werkgroep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten en Omrin die deze opdracht verder heeft uitgewerkt. Tijdens het proces is regelmatig terugkoppeling gegeven naar het contactpersonenoverleg. Het is van belang op te merken dat het een gezamenlijk project is van de Friese gemeenten en Omrin. b. Hoofddoelstelling: optimale service aan de burgers door onderlinge toegankelijkheid over de gemeentegrenzen heen Een milieustraat is een essentiële voorziening om de scheiding, gevolgd door recycling, van het grof huishoudelijk afval te bevorderen. Grof huishoudelijk afval vormt ongeveer een kwart tot een derde deel van het totale huishoudelijk afval. De verbetering van de afvalscheiding is een belangrijk doel van het gemeentelijke en landelijke afvalbeleid. De staatssecretarissen buitelen over elkaar heen om hoogstaande doelstellingen te formuleren, zoals het “tot stand brengen van een circulaire economie zonder verspilling” en steeds hogere streefcijfers te formuleren voor de scheiding van het huishoudelijk afval: Atsma kwam in 2011 met de 60-65% doelstelling voor de afvalscheiding in 2015, Mansveld mikte in 2013 nog wat hoger: 75%, te bereiken in 2020. Hoewel het Rijk hiervoor geen concrete instrumenten aanreikt, pakken wij de handschoen op om hiermee actief aan de slag te gaan. Onderlinge toegankelijkheid, optimale bereikbaarheid van de milieustraten en een optimaal gemak voor de inwoners van Friesland, waarbij de gemeentegrenzen (provinciegrenzen laten we nog maar even buiten beschouwing) worden overstegen, is daarom vanuit de milieu-invalshoek van de afvalscheiding noodzakelijk. Het bevorderen daarvan door betere afvalscheiding is de centrale doelstelling van dit rapport. Dat gaat nog iets verder dan de kortst mogelijke afstand voor de burger zoals we die verderop in dit rapport met cirkels op de kaart aanduiden, het gaat ook om iemand die bijv. in Franeker woont en in Sneek werkt, en die tussen de middag met -3-
een volle achterbak naar de milieustraat daar rijdt. Of iemand die in Leeuwarden woont en in Drachten werkt, of andersom. Of wat voor reden de burger ook kan hebben. c. Nevendoelstelling: lagere kosten voor de gemeenten en burgers Tegelijk is een milieustraat een dure voorziening. Een goed geoutilleerde milieustraat, met voldoende scheidingsmogelijkheden en met ruime openingsuren, kost grof geschat (kan sterk variëren, bijv. door verschillen in grondkosten) all-in al gauw rond de 600.000 euro per jaar. Het ligt voor de hand om, als we dan toch op zoek gaan naar een verbetering van de toegankelijkheid, ook kijken naar een mogelijk bijkomend effect. Optimalisering van de toegankelijkheid over de gemeentegrenzen heen kan leiden tot uitwisseling van kennis en ervaringen, betere onderlinge afstemming en daardoor lagere kosten. In een tijd, dat de gemeentelijke financiën zwaar onder druk staan, vinden we het onze plicht dat aspect mee te nemen. Het feit, dat in Friesland nog meer gemeentelijke herindelingen op stapel staan, maakt het ook wat gemakkelijker de huidige gemeentegrenzen, althans op papier, te overstijgen. Lagere kosten, bijv. door: efficiëntere bedrijfsvoering door afstemmen van de scheidingsmogelijkheden: niet op alle milieustraten hoeven alle 18 door het landelijke Activiteitenbesluit genoemde scheidingsmogelijkheden aan te bieden, er kan ook worden verwezen naar de dichtstbijzijnde milieustraat waar die wel aanwezig zijn (toegestaan in Activiteitenbesluit); een KCA-depot is een dure voorziening waarvan afstemming wellicht financieel mogelijkheden biedt; niet elke milieustraat hoeft een aparte voorziening voor matrassen te treffen. efficiëntere bedrijfsvoering door afstemming openingsuren bredere inzetmogelijkheden voor deskundig personeel samenwerking bij de vermarkting van de diverse afvalstromen (groter aanbod, gebeurt al bij de grootste afvalstromen) zelfs: sluiting van milieustraten die in het totale plaatje eigenlijk niet meer nodig zijn. Een grensoverschrijdende aanpak maakt dat eerder mogelijk. d. Geen voorstellen tot afgedwongen uniformerings- of samenwerkingsmaatregelen Het acceptatiebeleid van de milieustraten (wat is gratis, wat niet, tot welke hoeveelheid of voor hoeveel keren, en wat kost het dan), en de meting van de hoeveelheden afval (weegbrug dan wel schatting) vertoont meerdere variaties. Meer uniformiteit zou de samenwerking makkelijker maken. Toch is dat vooralsnog geen doelstelling van dit rapport. De gemeentelijke autonomie over het eigen afvalbeleid is vooralsnog onaantastbaar. Het acceptatiebeleid bij de milieustraten wordt door de gemeenten bepaald. Een gemeente met “diftar” (gedifferentieerd afvaltarief naar gelang wat voor afval een huishouden afval aanbiedt, hoeveel en/of hoe vaak) voert een ander tariefbeleid bij de milieustraat dan een gemeente zonder diftar. Daarom heeft dit rapport ook “perspectief”. We doen in dit rapport geen dwingende aanbevelingen om uniformiteit van het acceptatiebeleid te bevorderen. Het gebrek aan uniformiteit is ook geen ramp. De digitale revolutie maakt het mogelijk om de problemen aan de voorkant van de milieustraat zonder veel problemen aan te pakken, de afzonderlijke gemeentelijke regels kunnen bij de bezoekers uit welke gemeente dan ook toegepast worden als ze maar in de computer staan. Hoe de gemeenten aan de achterkant tot een bevredigende onderlinge afrekening komen, ligt wat lastiger Elke milieustraat kent weer andere kostenverhoudingen Daarvoor geven we in hoofdstuk III oplossingen aan. Onze voorzichtigheid is dus geen belemmering voor de eerste stappen naar een meer effectieve aanpak. Dat neemt niet weg, dat een toekomst met wat meer uniform afvalbeleid waarschijnlijk onontkoombaar is, al is het maar vanwege de toenemende druk op kostenefficiency. Een wat uniformer beleid is beter uit te leggen, krijgt op den duur een breder draagvlak, voorlichtingscampagnes krijgen een bredere effectiviteit, achterop liggende gemeenten moeten mee met de vaart van de andere, ook de grotere rol binnen het afvalbeleid van de producentenverantwoordelijkheid lijkt te leiden naar meer uniformiteit. Hoe het ook zij, dat is toekomstmuziek.
-4-
e. Beperkingen van het rapport De milieustraten op de Waddeneilanden zijn op praktische gronden buiten beschouwing gebleven. Het is nu eenmaal voor een bewoner in Noord-Friesland niet makkelijker om naar een milieustraat op een eiland te gaan dan naar een andere milieustraat op de vaste wal. Andersom misschien wel, als je toch met de auto op de boot naar de wal gaat, maar dat is zo marginaal dat we ons die moeite hebben bespaard. De milieustraten op de wal worden wel alle meegenomen, ook als de gemeente de exploitatie heeft uitbesteed. De gemeente Súdwest-Fryslân kent vier milieustraten, afkomstig uit de vroegere samenstellende gemeenten, en is bezig met het uitwerken van de lijnen die de gemeenteraad in 2013 voor de milieustraten in de gemeente heeft vastgesteld. Deze gemeente volgt een eigen traject, beleidsconsequenties als gevolg van dit rapport komen derhalve niet in aanmerking. Niettemin is deze gemeente ter wille van het totaalplaatje bereid geweest mee te werken aan de inventarisatie zoals in dit rapport opgenomen. f. Voorhoede Indien we in Friesland inderdaad komen tot algemene grensoverschrijdende samenwerking en meer onderlinge afstemming nemen we voor zover ons bekend een positie in de voorhoede van samenwerkende milieustraten in. Bij ons weten is een dergelijke provinciale samenwerking met alle gemeenten alleen tot stand gekomen in Zeeland. Het feit dat alle Zeeuwse milieustraten in handen zijn van de Zeeuwse Reinigingsdienst (vallend onder het Openbare Lichaam Afvalverwijdering Zeeland, een gemeenschappelijke regeling) maakt het daar ook heel wat gemakkelijker. Verder zijn de Twentse gemeenten van plan een initiatief te starten, vergelijkbaar met het onze. Een belangrijk verschil is, dat de Twentse gemeenten al hebben besloten tot meer uniformering van het gemeentelijke afvalbeleid, de samenwerking bij de milieustraten wordt daarvan een eerste uitwerking.
-5-
II. Inventarisatie In dit rapport gaat het om 21 milieustraten op het vasteland, waarvan 10 in opdracht van de gemeente door Omrin worden beheerd en 11 door de betrokken gemeenten zelf worden beheerd. In bijlage 1 staat een uitgebreide inventarisatie van allerlei gegevens : gemeente, aantal inwoners, bezoekers, openingstijden, acceptatiebeleid, wijze van identificatie van de bezoeker en van de hoeveelheid enz. De openingstijden zijn voor een gemakkelijk overzicht ook in apart overzicht (bijlage 2) opgenomen: voor de burger is het natuurlijk van belang in één oogopslag te kunnen zien op welke tijden hij of zij terecht kan. Het is dan aan de burger om te besluiten of hij voor beschikbaarheid kiest (open, acceptatie) of voor langere of kortere rijtijden. Het grof huishoudelijk afval wordt overal in meerdere fracties gescheiden, maar het aantal varieert sterk: van 11 tot 20. De inventarisatie vindt u in bijlage 3. Een aantal milieustraten accepteert geen bouw- en sloopresidu en grond. KCA kan men bij 19 van de 21 milieustraten kwijt. Matrassen wordt nog slechts bij enkele straten gescheiden (recycling matrassen is relatief nieuw en duur). Over het algemeen geldt: hoe stedelijker een gemeente is, des te minder afvalscheiding vindt er plaats. Diftargemeenten (Heerenveen, Ooststellingwerf, Opsterland) kennen een relatief hoog bezoekersaantal en aanzienlijk grotere hoeveelheden per inwoner. Dat komt overeen met het landelijke beeld. Ook het haalbeleid voor grofvuil is van invloed op het gebruik van de milieustraten: als de gemeente het ophalen sterk faciliteert leidt dat tot minder bezoekers aan de milieustraat. De identificatie en registratie van de bezoekers vindt plaats op verschillende manieren. Meestal steekproefsgewijs op basis van paspoort of rijbewijs, waarmee eenvoudig de woonplaats kan worden vastgesteld (in de inventarisatie wordt dat ‘postcode’ genoemd). In enkele gemeenten moet de milieupas worden getoond. Het valt te verwachten dat deze methode in de meer stedelijke gemeenten toeneemt naarmate het gebruik van ondergrondse restafvalcontainers toeneemt. De methode is ook dienstig bij het weren van bedrijfsafval (alsof het huishoudelijk afval is). De verschillen in methode lijken niet zozeer van belang, als maar geregistreerd wordt. Slechts één milieustraat kent geen registratie. De registratie van de hoeveelheden afval, die vooral van belang is bij de te betalen stromen, kent twee hoofdsystemen. De gebruikelijkste is de zogenaamde slagboomregeling: aan de slagboom wordt geschat of er sprake is van een kofferbak, een éénassige of een twee-assige aanhangwagen. Het personeel heeft dan wel de vrijheid een heel volle 1-asser als een 2-asser aan te slaan en een heel lege 2-asser als 1-asser. Het minst gebruikelijk, althans voor huishoudelijk afval, is het gebruik van een weegbrug. Voordeel is, dat de hoeveelheid kan dan heel precies worden geregistreerd. Een nadeel is dat de bezoeker twee keer over de weegbrug moet, bij drukte kan dat tot vertragingen leiden. Daarnaast is de weegbrug duur in aanschaf en neemt ruimte in beslag. We geven in het onderstaande kaartje van de provincie de spreiding van de milieustraten weer. De cirkels duiden een discutabele gemiddelde aanrijtijd van ongeveer een kwartier aan, overgenomen uit een NVRD-rapport als aanvaardbare aanrijtijd voor bezoekers. In de uitwerkingsfase van dit rapport zou nader onderzoek (enquête) wenselijk zijn. De verwachte gemeentegrenzen in 2018 zijn ook ingetekend. De geschatte aanrijtijd is bovendien niet meer dan een indicatie op basis van de logistieke ervaring die bij Omrin aanwezig is. De kleine cirkel van Leeuwarden wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door de vertraging van het stadsverkeer en wordt in 2018 al groter geschat als de “haak om Leeuwarden” gereed is. Andere factoren zoals seizoensinvloeden (open bruggen) en recreatieverkeer spelen ook een rol maar konden we moeilijker inschatten en zijn niet in de kaartjes verwerkt. Ondanks deze relativeringen geeft het kaartje toch een goed beeld van de huidige spreiding. De hoeveelheid en omvang van de overlappingen, zeker niet overal maar wel in meerdere delen van de provincie, valt onmiddellijk op. Er is geen sprake van een optimale spreiding, integendeel, vaak gaat het gewoon om de aanwezigheid van een milieustraat per gemeente. Dat benadrukt de mogelijkheden voor onderlinge openstelling en afstemming: o onderlinge openstelling van de milieustraten zal in veel gevallen zeker leiden tot groter gebruiksgemak voor de burgers;
-6-
o
betere afstemming en spreiding lijkt zoals verondersteld tot concrete efficiencyvoordelen te kunnen leiden: de moeite van nadere aandacht en onderzoek waard.
Kaart Friesland: milieustraten (beheer Omrin of beheer gemeente), cirkels met aanrijtijd, huidige gemeentegrenzen en gemeentegrenzen verwacht in 2018. (Verwachting 2018 is indicatief en arbitrair, er zit zeker geen voorkeur voor enige variant achter)
-7-
III. Eerste stappen a. Hoofddoel: onderlinge toegankelijkheid Het organiseren en regelen van volledige onderlinge toegankelijkheid om het gemak voor de burger zo groot mogelijk te maken lijkt ons goed mogelijk. Wat is er voor nodig? Aan de voorkant: identificatie en registratie herkenning van de gemeente waar de bezoeker woont: is mogelijk via postcode, paspoort, rijbewijs of milieupasje, identificatie van de bezoeker vindt nu al overal plaats registratie bezoeker: is simpel mogelijk acceptatieregels: een uitgebreide versie van het inventarisatieschema uit de bijlage kan bij alle milieustraten aan de poort in de computers worden gezet als er aan de voorkant voor een afvalstroom betaald moet worden, vooral het geval bij diftargemeenten, worden kasopbrengsten aan de achterkant altijd één op één verrekend met de gemeente waar de bezoeker vandaan komt. In de uitwerkingsfase moet hier wel preciezer aandacht aan worden besteed. De identificatie en registratie van de bezoekers vindt bij veel milieustraten alleen nog steekproefsgewijs plaats. Moet er één systeem komen? Moet rekening worden gehouden met extra kosten qua registratiesysteem en tijd? Aan de achterkant: kostenverrekening De kosten van het bezoek moeten in rekening gebracht worden bij de gemeente waar de bezoeker vandaan komt en waar de bezoeker ook afvalstoffenheffing betaalt, anders schieten gemeenten met veel bezoekers uit andere gemeenten er bij in en andersom. Daarvoor is een nauwkeurige registratie nodig. Om welke kosten gaat het? We maken onderscheid tussen vaste en variabele kosten. De vaste kosten blijven ongeveer gelijk bij een variërend bezoekersaantal, tenzij er heel sterke verschuivingen optreden . Hieronder vallen bijvoorbeeld de kapitaallasten (kunnen per milieustraat sterk verschillen) maar ook de kosten voor personeel, materieel en containers (het aantal containers wordt meer beïnvloed door het beleid van de gemeente en de beschikbare ruimte dan door het aantal bezoekers). De variabele kosten variëren per bezoeker. Het gaat vooral om exploitatie-, transport- en verwerkingskosten. Nu we de kostenstructuur nader hebben bezien, komt het antwoord over de methode van de verrekening in zicht. We maken onderscheid tussen twee situaties: een situatie van een structurele samenwerking tussen enkele gemeenten die samen de verantwoordelijkheid van een milieustraat aanvaarden. Deze gemeenten verrekenen ze alle kosten, variabel en vast. Dat zijn de samenwerkingsvormen die we in het begin van dit rapport al noemden. het regelen van een algemene toegankelijkheid bij de “eigen” milieustraten. het ligt voor de hand hierbij alleen de variabele kosten in rekening te brengen bij de gemeente waar de bezoeker vandaan komt. De variabele kosten per milieustraat zullen onderling veel minder verschillen dan de vaste kosten. Niettemin zal elke milieustraat wel degelijk een verschillende opbouw hebben van de variabele kosten. Het is niet wenselijk die verschillen door te gaan berekenen. Het zou een omvangrijk karwei worden als een gemeente met alle andere gemeenten met een milieustraat een samenwerkingsakkoord moet gaan sluiten over de specifieke kosten die voor de betreffende milieustraat gelden. Om nog maar niet te spreken van de noodzakelijke administratie als dan ook nog de ingeleverde hoeveelheid afval precies moet worden afgerekend. Een dergelijke tijdrovende, bureaucratische aanpak, waarin ook altijd weer fouten zullen worden gemaakt, zou ons inziens de ondergang betekenen van ons samenwerkingsproject, nog voor we begonnen zijn.
-8-
We stellen daarom voor aan de achterkant een uniform tarief per bezoeker uit een andere dan de reeds deelnemende gemeente(n) te introduceren: een gemiddelde van de variabele kosten per milieustraat gaat dienen als vaste verrekenprijs die de gemeenten elkaar voor een bezoek aan de milieustraat gaan betalen. De ene zal er wellicht een paar stuivers per bezoek bij inschieten, de ander verdienen, dergelijke kleine verschillen mogen de samenwerking niet belemmeren. In bijlage 4 hebben we een eerste verkenning uitgevoerd op basis van vergelijking van de incidentele kosten van de 10 milieustraten die bij Omrin in exploitatie zijn. Dit wijst in de richting van een tarief van ongeveer €5,50 per bezoeker. In de uitwerkingsfase is een onderzoekje naar de financiën van alle milieustraten die willen meewerken noodzakelijk. Een dergelijk gemiddeld tarief is ons inziens voldoende om een begin te maken met de samenwerking. Natuurlijk zullen de berekeningen regelmatig gecontroleerd worden, al was het alleen maar om te controleren of de vaste kosten inderdaad niet worden beïnvloed door het grensoverschrijdende bezoek. Zoals gezegd: dat kan optreden als grotere verschuivingen in het bezoekerspatroon optreden (denk bijv. aan de mogelijke noodzaak van meer personeel). De toekomst zal het leren! We zullen over het algemeen ruimte moeten inbouwen om op basis van feiten en cijfers aanvullende verrekeningen mogelijk te maken. We denken bijvoorbeeld aan deze vragen: Is het verstandig om een maximumhoeveelheid per bezoek vast te stellen van bijv. maximaal twee kubieke meter? De tendens dat gemeenten met diftar een grotere afvalhoeveelheid per bezoeker kennen wijst daar wel op, maar het kan in de praktijk erg meevallen. Is het verstandig een kleine toeslag op het uniform tarief toe te passen bij een milieustraat met containers voor extra fracties, zoals matrassen? Recycling van matrassen is aanzienlijk duurder dan verbranden. We stellen daarom voor om na één jaar te evalueren en de uitgangspunten en resultaten te toetsen aan de ontwikkelingen. b. Nevendoel: efficiencywinst Zoals gezegd willen we dwingende stappen vermijden, zeker in dit stadium. We menen dat sprake kan zijn van een groeimodel. Bovenstaande stappen beschouwen we als een eerste fase, het boeken van werkelijke efficiencywinst is vooral iets voor fase 2, en die fase is mede afhankelijk van de ontwikkelingen in de eerste fase. De voortgang bij de grensoverschrijdende samenwerking (of juist een gebrek daaraan) zal de behoeftes van de inwoners duidelijker maken. Gaan er inderdaad verschuivingen optreden? Kan er al snel een begin gemaakt worden met een onderling verwijzingssysteem in de (digitale) afvalwijzers op basis van aantal fracties en openingstijden? Voldoet het verrekenmodel of moet er naar alternatieven worden gezocht? Gaan de gemeenten zich, mede in het kader van de strenge landelijke scheidingsdoelstellingen, de komende herindelingen van gemeenten en de noodzaak van steeds grotere kostenefficiency, inderdaad werpen op grensoverschrijdende samenwerking en grotere efficiency, komt het project werkelijk tot leven? We stelden in dit rapport vast dat de overzichtskaart zichtbaar maakt dat wel degelijk interessante overlappingen bestaan, maar de daadwerkelijke stappen naar grotere efficiencywinst stellen we vooralsnog afhankelijk van de voortgang in de eerste fase. Hoe het ook zal lopen, het is sowieso nuttig en interessant meer inzicht te verwerven in het functioneren van de milieustraten. Landelijk bestaan benchmarks betreffende de efficiency van inzamelbedrijven en de doelmatigheid van methoden voor afvalscheiding, een benchmark milieustraten bestaat nog niet!
-9-
IV. Nu te nemen stappen De werkgroep legt dit rapport ter goedkeuring voor aan de vergadering van ambtelijke contactpersonen van de gemeenten op 3 juni 2014 met het verzoek om akkoord te gaan met de volgende stappen: 1. De werkgroep stuurt het rapport toe aan alle Friese gemeenten met de vraag of zij akkoord gaan met uitwerking van dit verkennend rapport. Een dergelijke committering vindt plaats door het college van B&W. 2. Los daarvan wordt het rapport al eerder mondeling toegelicht bij de gemeentebestuurders die de aandeelhoudersvergadering van Afvalsturing Friesland op 27 juni 2014 bezoeken, echter niet als onderdeel van de vergadering maar daaraan voorafgaand. 3. De contactpersonenvergadering van december 2014 beoordeelt of de antwoorden aanleiding geven om dóór te gaan met het project. We hanteren daarbij het model van de “coalition of the willing”: de gemeentegrensoverschrijdende samenwerking is een groeimodel, het is dan ook helemaal niet nodig dat alle gemeenten meedoen om toch een begin te kunnen maken. Sommige gemeenten hebben wellicht andere prioriteiten voor hun milieustraten, dat hoeft voor andere gemeenten geen reden te zijn om niet alvast te beginnen, desnoods per regio, dat is sowieso mogelijk. Om het project wel als gezamenlijk plan van de Friese gemeenten te kunnen beschouwen en aan te pakken vinden we het wel wenselijk dat tenminste een meerderheid van de Friese gemeenten zich achter de doelstellingen van het project kan scharen; een besluit om al of niet echt mee te doen kan later plaatsvinden. 4. Zo ja, dan stelt het overleg de opdracht vast aan de werkgroep (al of niet aangevuld met nieuwe leden) om het project nader uit te werken, gericht op de zo spoedig mogelijke daadwerkelijke invoering bij de gemeenten die zich daartoe bereid verklaren, op een flexibele wijze zodat werkenderwijs aanpassingen mogelijk zijn, en op de uitvoering van een evaluatie daarvan na één jaar.
- 10 -
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5.
Tabel inventarisatie Tabel openingstijden Tabel afvalfracties per milieustraat Kostenoverzicht milieustraat & onderbouwing vast bedrag per bezoeker Samenstelling werkgroep
- 11 -
- 12 -
Gorredijk
Stiens
Grou
Ferwert
Kollum
Burgum/Sumar
Drachten
Wolvega
Bolsward
Opsterland
Het Bildt Leeuwarderadeel Menameradiel
H'veen/L'warden
Ferwerderadiel
Kollumerland c.a.
Tytsjerksteradiel
Smallingerland
Weststellingwerff
Súdwest-Fryslân Littenseradiel
TOTAAL FRIESLAND
Balk Joure Lemmer
Oosterwolde
Ooststellingwerf
De Friese Meren
Leeuwarden
Leeuwarden
Sneek Heech Koudum
Heerenveen
Heerenveen
Súdwest-Fryslân
Franeker
Damwâld
Dantumadiel Dongeradeel
Harlingen Franekeradeel Littenseradiel
milieustraat te Buitenpost
gemeente Achtkarspelen
Rapportageperiode 2013
55.092
12.500
33.013
31.720
28.968
50.624
41.366
66.471
50.858
35.791
55.191
9,0 ma, vr, za 9.00-12.00 uur 19,0 ma,di,do,vr 12.45-16.15 u, za 10-15 uur 40,5 ma tm do 7.00-15.45 u, vr 7-12, za 9-11.30 u
41,5 ma tm vr 09.00 tot 16.30 uur za 09.00 tot 13.00 uur ma t/m vrij 16.30-19.00 uur ma t/m vr 13.00-15.00 uur en ma 19.00-20.00 uur ma + vr 13.00-15.30 uur
31,0 ma, di, do, vr 08-12 en 13-16 uur za 09 - 12 uur
20,0 di t/m vr 10:00-12:00 en 13:00-15:00 uur za 8:00 -12:00 uur 44,5 ma tm vr 9.00-16.45 uur, za 9.00-14.45 uur
9,5 ma tm vr 13.00 - 14.30 uur, za 9.00 - 12.00 uur
11,0 ma 13.00 - 16.00, woe en vrij 13.00-17.00
40,5 ma tm vr 08.30 - 16.00 uur za 08.30 - 11.30 uur
21,5 ma tm vr 13.00 - 16.30 uur za 09.00 - 13.00 uur
46,5 ma tm vr 08.30 - 16.45 uur za 09.00 - 13.00 uur
40,5 ma tm vr 09.00 - 16.30 uur za 08.30 - 12.30 uur
46,0 ma tm vr 09.00 - 16.30 uur za 09.00 - 17.30 uur
43,5 ma tm vr 09.00 -16.30 uur za 10.00 - 16.00 uur
1 2 2
2 3 3 2 2
3
7
3
2
2
2 2
3 3
2,3 3
2 3
3/4 4/2
2 3
2 3
3
za 09.00 tot 12.30 uur
41,5 ma tm vr 09.00 - 16.30 uur za 09.00 - 13.00 uur
3,2,2,2
38,0 di tm vr 08.30 - 16.30 uur
2.126 4.807 2.973
4.101 2.343 1.513
7.875
10.000
3.063
4.208
3.458
8.285
7.833
8.557
9.117
5.301
7.072
17 ja 20 ja 16 ja
18 ja 17 nee 17 nee
13 ja
ja
23 ja
21 nee
ja
11 ja
13 ja
12 ja
13 ja
13 ja
13 ja
13 ja
13 ja
gratis deelstr.
1e 3 keer
6 8 3
85,1%
89,4%
93,1%
86,5%
82,5%
87,5%
86,8%
86,3%
sumar
85 92 92
90,7%
94%
weging
inschatting op perron inschatting aan poort inschatting aan poort niet
inschatting aan poort
inschatting aan poort
inschatting aan poort
inschatting aan poort
inschatting aan poort
inschatting aan poort
weegbrug aan poort
inschatting aan poort
registratie hoeveelheid inschatting aan poort
177,0 259,0 187,5
insch. Poort nee door burger
inschatting aan poort 163,0 postcode huisnr inschatting 163,0 postcode huisnr inschatting 163,0 postcode huisnr inschatting
89,4 postcode
afvalpas
180,0 afvalris
nee
milieupas
postcode
217,6 milieupas postcode
99,1 postcode
276,6 postcode
302,8 postcode
89,8 milieupas postcode
209,5 postcode
126,8 postcode
162,4 postcode
scheidingsregistratie percentage kg/inw burger 87,8% 184,0 postcode
kca,asb,tuin, opbr.deelstr
alle
nee alle ghh,b&s,puin nee alle nee alle nee alle 2 m3/mnd gratis
zwrt grond
overig
overig
>10m3
b&s, puin, grond
ghh,b&s,puin
ghh,b&s,puin
vanaf 4e
ghh,b&s,puin
b&s, puin,etc.
ghh,b&s,puin
bezetting hoeveelheden aantal KCA te betalen in tonnen deelstromen ja/nee deelstr. 2 5.169 11 ja ghh, puin 2
De gemeente Súdwest-Fryslân heeft het reilen en zeilen van hun 4 milieustraten in de beleidsnotitie afval opgenomen die eind 2013 door de raad is vastgesteld. Op dit moment is men bezig met het uitwerken van de (specifieke) lijn zoals die door de gemeenteraad is vastgesteld. Zodoende volgt de gemeente Súdwest-Fryslân op dit moment een eigen traject. Wel blijft Súdwest-Fryslân het traject van de werkgroep via het contactpersonenoverleg volgen.
51.500
82.639 5.463
25.463
55.555
32.100
12.855
8.764
19.335
10.794 10.331 13.771
29.953
25.871
95.321
43.518
15.844 20.512 5.463
19.264 24.282
inwoners verzorgingsgebied bezoekers uren open openingstijden per 1-1-2012 t/m 31.12.2013 per week 28.091 13.915 30,5 ma, di, do, vr 8.00 - 12.00 en 13.00 - 16.00 uur za 09.00 tot 11.30 uur, wo gesloten
Registratie milieustraten in Fryslân
nee nee ja
nee nee nee nee nee
nee
ja
nee
nee
nee
nee
ja
nee
ja
nee
gratis gratis gratis gratis gratis 2 m3/mnd gratis
ja
ja
gratis
ja
ja
gratis (3x)
ja
gratis
ja
bedr.afv. ghh-inz. ja/nee j/n/gratis nee gratis
Bijlage 1: Tabel inventarisatie
Bijlage 2: Tabel openingstijden OPENINGSTIJDEN MILIEUSTRATEN FRIESLAND maandag dinsdag woensdag 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Ferwert Damwâld Kollum Buitenpost Burgum/Sumar Drachten Wolvega Oosterwolde Gorredijk Heerenveen Grou Leeuwarden Stiens Franeker Bolsward Sneek Heech Koudum Balk Joure Lemmer 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 maandag dinsdag woensdag
donderdag vrijdag zaterdag 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Ferwert Damwâld Kollum Buitenpost Burgum/Sumar Drachten Wolvega Oosterwolde Gorredijk Heerenveen Grou Leeuwarden Stiens Franeker Bolsward Sneek Heech Koudum Balk Joure Lemmer 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 donderdag vrijdag zaterdag
- 13 -
- 14 -
niet benoemde stromen keramiek tapijt tuinmeubelen (kunststof) veegvuil / kolkenslib huisvuil gft gras kringloopgoederen plastic verpakkingen grind
aanvullende stromen grof huishoudelijk afval bouw & sloop residu verpakkingsglas bont verpakkingsglas wit verpakkingsglas groen verpakkingsglas bruin KCA frituurvet
18 deelstromen cf LAP 1. afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 2. asbest 3. C-hout 4. gasflessen, brandblussers en overige drukhouders 5. grond 6. A-hout en B-hout 7. banden van voertuigen 8. dakafval 9. geëxpandeerd polystyreenschuim 10. gemengd steenachtig materiaal (geen asfalt en gips) 11. gips 12. grof tuinafval 13. harde kunststoffen 14. matrassen 15. metalen 16. papier en karton 17. textiel, niet zijnde tapijt 18. vlakglas
Ferwert
Damwâld Kollum
Inventarisatie inname deelstromen milieustraten Friesland BuitenpostBurgum
Drachten Wolvega Oosterw. Gorredijk H'veen
Grou
L'warden Stiens
Franeker Bolsward Sneek
Heech
Koudum Balk
Joure
Lemmer
Bijlage 3. Tabel afvalfracties per milieustraat
Bijlage 4. Kostenoverzicht milieustraat & onderbouwing vast bedrag per bezoeker Kosten 10 milieustraten
TOTAAL
Personeel
€
1.790.821
Containers
€
185.142
Materieel
€
172.528
Kapitaalslasten
€
599.482
Transport
€
528.697 totaal kapitaalslasten
€
599.482 per bezoeker €
1,38
Verwerking
€
1.349.988 totaal vaste kstn overig
€
2.148.490 per bezoeker €
4,95
Exploitatie
€
507.289 totaal variabele kosten
€
2.385.975 per bezoeker €
5,50
Totaal
€
5.133.946
€
5.133.946 per bezoeker €
11,83
Tonnage
totaal generaal
65527
Bezoekers
434125
Inwoners verzorgingsgebied
448664
Openingsuren
20150
Personeelsuren
49348
- 15 -
Bijlage 5. Samenstelling werkgroep
Hans Boer Jellie Broersma Monique de Jong Petra Kerkstra Willem Stellingwerf Johannes Talman Fokke van der Vliet Nico Zeldenthuis
gemeente Leeuwarden (voorzitter) gemeente Leeuwarderadiel Omrin gemeente Littenseradiel Omrin (inventarisatie) gemeente De Friese Meren gemeente Tytsjerktsteradiel gemeente Heerenveen
- 16 -