BIJLAGEN Toekomst van de mantelzorg
Klarita Sadiraj Joost Timmermans Michiel Ras Alice de Boer
Bijlage bij hoofdstuk 2 Opsporingsvragen .............................................................. 2 Bijlage A
Beschrijvende statistieken ................................................. 4
Bijlage B
Schattingsresultaten in termen van odds ratio.................. 5
Sociaal en Cultureel Planbureau Den Haag, oktober 2009
1
Bijlage bij hoofdstuk 2 Opsporingsvragen 1.
Mantelzorg verlenen
De verleners van mantelzorg zijn opgespoord aan de hand van de volgende reeks vragen: 1 Geeft u zelf geregeld (niet beroepsmatig) hulp aan mensen die ziek of gehandicapt zijn? 2 Hoeveel uur gemiddeld per week biedt u kosteloos hulp aan zieke of gehandicapte familieleden, kennissen of buren? 3 Welke hulp geeft u en aan wie? De hulp is bij de derde vraag onderscheiden in: huishoudelijke hulp (koken, de was doen, schoonmaken, bed verschonen, boodschappen doen, klusjes in en om het huis); lichamelijke verzorging (helpen bij eten en drinken, in en uit bed stappen, aan- of uitkleden, naar het toilet gaan, wassen, lopen buitenshuis); begeleiding, ‘regelen van het huishouden’ (zoals afspraken regelen, vervoer regelen); administratie (formulieren invullen, rekeningen betalen). Wie de hiervoor genoemde eerste vraag met ‘ja’ heeft beantwoord, is beschouwd als een verlener van mantelzorg. 2.
Mantelzorg ontvangen
Het ontvangen van hulp is in het AVO 2007 gemeten met de volgende vragen: 1 Kreeg u of iemand anders in uw huishouden de afgelopen 12 maanden vanwege gezondheidsproblemen hulp in het huishouden, zoals bij het schoonhouden van het huis, de was, de boodschappen of het verzorgen van de warme maaltijd? 2 Wie verleende/verleent deze hulp. Waren/zijn dat: a. gezinsleden of huisgenoten b. andere informele hulpverleners zoals familie, vrienden, kennissen of buren c. zorginstelling zoals thuiszorg, zorgcentrum of schoonmaakbedrijf via de gemeente d. particuliere hulp zoals werkster of particuliere thuiszorg e. hulp vanuit de woonvoorziening bijvoorbeeld serviceflat, aanleunwoning of woon-zorgcomplex f. vrijwillig(st)er g. andere hulpverleners 3 Hoeveel uren per week verleenden zij gemiddeld hulp? 4 Hoeveel weken verleenden zij hulp in de afgelopen 12 maanden? Wie de vragen 1 en 2a of 2b met ‘ja’ heeft beantwoord, is een ontvanger van mantelzorg. Dezelfde rij vragen is gesteld over hulp bij de persoonlijke verzorging en hulp bij de verpleging. Ontvangers van mantelzorg zijn degenen die ten minste bij één van de drie hulpvormen hulp van gezinsleden of andere informele helpers kreeg. 3.
De vraag
De vraag is de som van het gebruik en de onvervulde vraag, die weer uiteenvalt in enerzijds de personen die geen mantelzorg ontvangen maar dit wel wensen en anderzijds degenen die al mantelzorg ontvangen, maar meer van deze steun willen hebben. Deze twee groepen zijn opgespoord met behulp van de volgende vragen: 1 Had uw huishouden de afgelopen 12 maanden meer hulp nodig bij de huishoudelijke activiteiten dan u kreeg? Het gaat alleen om hulp in verband met gezondheid. (vraag gesteld aan huishoudens die al hulp ontvingen) 2
2 Had uw huishouden de afgelopen 12 maanden vanwege gezondheidsproblemen hulp nodig bij de huishoudelijke activiteiten, dus hulp die uw huishouden niet heeft gekregen? (vraag gesteld aan huishoudens die nog geen hulp ontvingen) 3 Heeft u hulp aan iemand gevraagd? 4 Aan wie; was dat aan: a. een gezinslid / huisgenoot b. een andere informele hulpverlener zoals familie, vrienden, kennissen, buren c. de thuiszorg / RIO d. particuliere hulp zoals een werkster e. het CIZ/Wmo-loket f. of was dat aan anderen of een andere instantie? Wie hulp vroeg aan huisgenoten of een familie en bekenden is beschouwd als iemand met onvervulde vraag naar mantelzorg.
3
Bijlage A
Beschrijvende statistieken
Tabel A.1 Kenmerken van de vragers en ontvangers van mantelzorg, 2007 Vrouw Leeftijd leefsituatie (3 samenwonend; 2 weduwe/weduwnaar; 1 alleenstaand) herkomst (3 westers; 2 niet-westers; 1 autochtoon) stedelijkheid (5 niet; 1 zeer sterk) huishoudens besteedbaar inkomen opleiding (1 laag; 2 midden; 3 hoog) mate van beperking (1 geen; 2 licht; 3 matig; 4 ernstig) aantal aandoeningen (0, 1, 2 of meer) huishouden hulp uit Wmo persoonlik verzorging uit AWBZ persoonlik verpleging uit AWBZ particuliere hulp niet kerkelijk reisafstand tot ouder < 30 minuten reisafstand tot kind < 30 minuten contact met kind contact met familie contact met vrienden contact met buren N % Bron: SCP/CBS (AVO’07)
vrager 0,74 46
< 65 jaar ontvanger 0,74 45
geen hulp 0,49 46
vrager 0,73 77
≥ 65 jaar ontvanger 0,73 77
geen hulp 0,55 73
2,50
2,63
2,73
2,28
2,32
2,48
1,55 2,68 2339 1,74 2,30 1,35 0,09 0,03 0,05 0,08 0,38 0,51 0,31 0,32 0,47 0,72 0,50
1,63 2,71 2482 1,80 2,22 1,31 0,07 0,02 0,05 0,07 0,36 0,53 0,31 0,33 0,51 0,71 0,49
1,42 2,84 2958 1,94 1,31 0,54 0,01 0,00 0,00 0,01 0,41 0,47 0,25 0,29 0,44 0,62 0,52
1,20 3,19 1670 1,14 3,08 1,52 0,32 0,30 0,20 0,10 0,14 0,00 0,63 0,57 0,34 0,57 0,61
1,18 3,30 1720 1,11 3,10 1,48 0,28 0,31 0,21 0,09 0,15 0,00 0,67 0,57 0,36 0,55 0,61
1,20 2,88 2085 1,52 2,05 1,03 0,15 0,07 0,04 0,04 0,21 0,02 0,57 0,55 0,27 0,56 0,62
232.000 2,9
182.000 2,3
7.750.000 97,7
156.000 7,2
131.000 6,0
2.000.000 94,0
Tabel A.2 Kenmerken van de verleners van mantelzorg, 2007
Vrouw Leeftijd leef situatie (3 samenwonend; 2 weduwe/weduwnaar; 1 alleenstaand) kind < 12 jaar in huishouden kind in huishouden herkomst (3 westers; 2 niet-westers; 1 autochtoon) stedelijkheid (5 niet; 1 zeer sterk) huishoudens besteedbaar inkomen opleiding (1 laag; 2 midden; 3 hoog) baan (0 geen baan; 1 = 1-20 uur; 2 = 21-35 uur; 3 = voltijd) werkt in de zorg werkt in onderwijs partner werkt (ook) mate van beperking (1 geen; 2 licht; 3 matig; 4 ernstig) aantal aandoeningen (0, 1, 2 of meer) niet kerkelijk reisafstand tot ouder <30 minuten reisafstand tot kind < 30 minuten contact met kind contact met familie contact met vrienden contact met buren N % Bron: SCP/CBS (AVO’07)
4
hulp binnen huishouden 0,54 47
< 65 jaar hulp buiten huishouden 0,71 50
0,47 46
hulp binnen huishouden 0,44 73
< 65 jaar hulp buiten huishouden 0,63 71
2,73
2,50
2,46
1,10 2,89 2673 1,56
1,15 3,00 2114 1,51
1,21 2,89 2036 1,48
2,07 1,06 0,19 0,06 0,64 0,57 0,38 0,55 0,63
1,83 0,99 0,19 0,06 0,55 0,59 0,32 0,65 0,68
1,48 2,16 1,07 0,21 0,01 0,58 0,55 0,27 0,55
65.000 0,03
225.000 0,1
1.900.000 0,87
geen hulp
2,94
2,69
2,73
0,28 0,47 1,47 3,03 2924 1,88 1,49 0,15 0,03 0,41 1,43 0,68 0,32 0,46 0,28 0,31 0,48 0,65 0,56
0,20 0,34 1,32 2,84 2846 1,86 1,32 0,23 0,06 0,43 1,38 0,75 0,34 0,58 0,35 0,41 0,51 0,69 0,62
0,34 0,46 1,44 2,83 2960 1,94 1,81 0,12 0,05 0,51 1,32 0,53 0,42 0,46 0,24 0,27 0,43 0,61 0,50
241.000 0,03
904.000 0,11
6.800.000 0,85
geen hulp 0,56 74
Bijlage B
Schattingsresultaten in termen van odds ratio
Tabel B.1 Het effect van demografische kenmerken op het vragen en gebruiken van mantelzorgen, 2007 (in odds ratio’s en significantiesa, d) 30-64 jaar ≥ 65 jaar vraag gebruik vraag gebruik demografische kenmerken man (ref.) vrouw 2,39*** 2,33*** 1,33 1,47 30-39 jaar (ref.) 40-49 jaar 50-64 jaar
0,60** 0,53**
0,62** 0,57*
65-74 jaar (ref.) ≥ 75 jaar sociaaleconomische kenmerken < 1000 euro (ref.) 1000-1500 euro 1500-2000 euro 2000-2800 euro > 2800 euro lage opleiding (ref.) midden opleiding hoge opleiding gezondheidsproblemen geen beperking (ref.) licht beperkt matig beperkt ernstig beperkt kanker hartziekten darmziekten gewrichtsklachten rugklachten zenuwstelsel huidziekten psychische ziekten overige aandoeningen huishoudelijke hulp persoonlijke verzorging verpleging
zeer sterk stedelijk (ref.) sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk niet stedelijk niet kerkelijk reisafstand tot ouder < 30 min. reisafstand tot kind < 30 min. contact met familie contact met kind contact met vrienden contact met buren
1,27
0,62 0,95 0,8 0,74
0,38** 1 0,87 0,67
1,25 0,89 0,72 1,15
1,78 1,1 0,91 1,84
1,02 0,75
1,27 0,96
0,51* 0,15*
0,48* 0,05**
3,49*** 9,99*** 22,31***
3,17*** 9,98*** 18,92***
2,31* 3,93*** 6,88***
2,04* 2,78* 7,27***
2,47** 2,32** 1,7* 0,54* 1,66* 2,79* 0,36** 1,65* 1,36
3,30** 2,92** 0,9 0,40** 1,45 3,70* 0,66 1,6 1,62*
b b b b b b b b b
b b b b b b b b b
c c c
c c c
0,58 2,24* 3,44**
0,41* 2,38* 3,88***
1,31 1,41
1,36 1,26
geen aandoening (ref.) 1 aandoening ≥ 2 aandoeningen situationele kenmerken samenwonend (ref.) nooit gehuwd weduwe/weduwnaar
0,93
1,67* 6,31***
1,17 4,54**
1,63 1,3
1,96 1,11
0,98 0,92 1,05 0,44**
0,88 0,92 0,95 0,37**
0,99 0,97 1,74 2,01
1,03 1,46 2,32* 2,70*
1,04
0,96
0,72
0,81
1,67*
1,63**
1,38
1,75*
1,35* 0,91 1,56** 0,89
1,51** 1,05 1,5* 0,83
1,43 0,85 1,1 1
1,55 0,79 1,08 1,02
pseudo R-Square 0,24 0,21 0,19 0,22 N 7349 7349 1900 1900 a P-waarde: * p < 0,10; ** p < 0,05; *** p < 0,01. Gewogen schattingen op basis van Nederlandse representativiteit. b Vanwege de kleine aantallen zijn geen cijfers over de afzonderlijke aandoeningen onder 65-plussers vermeld. c Hulp via een AWBZ- of Wmo-voorziening. Door de te weinig aantallen bij de jonge vragers en gebruikers (30-64 jaar) werd het meenemen van deze determinanten in de schattingen onmogelijk. d Ook gecontroleerd voor de volgende aandoeningen: astma, bloedvaten, beroerte, nierproblemen, suikerziekte, aandoeningen aan nek en pols, epilepsie, incontinentie, ongeval, dementie. Bron: SCP/CBS (AVO’07)
5
Tabel B.2 Het effect van verschillende kenmerken op het verlenen van mantelzorg, 2007 (in odds ratio’s en significantiesa) 30-64 jaar ≥ 65 jaar binnen het huishouden buiten het huishouden binnen het huishouden buiten het huishouden persoonskenmerken man (ref.) vrouw 0,82 2,01*** 0,82 1,44** 30-39 jaar (ref.) 40-49 jaar 50-64 jaar
1,42 0,66
2,36*** 2,59***
65-74 jaar (ref.) ≥ 75 jaar
2,14**
samenwonend (ref.) nooit gehuwd weduwe/weduwnaar kind < 12 jaar in huishouden kind in huishouden
1,25 0,75
0,40*** 0,78 1,31
0,62* 1,03
0,68** 0,86
1,81* 1,97** 2,09** 1,71
0,78* 0,77* 0,79* 0,72**
0,74 0,92 0,79 1,18
1,05 1,14 0,89 1,41
sociaaleconomisch kenmerken < 1000 euro (ref.) 1000-1500 euro 1500-2000 euro 2000-2800 euro > 2800 euro
b 0,62 0,55** 0,78
1,54** 1,32 1,31 1,12
b 1,89* b 2,04*
0,82 0,75 0,89 0,66
lage opleiding (ref.) midden opleiding hoge opleiding
1,29 1,22
1,2* 1,2
0,87 1,72
0,99 1,18
geen baan baan < 20 uur p/w baan 20-35 uur p/w baan > 36 uur p/w
2,01* 1,22 0,75
0,83 0,51*** 0,50***
beroep in de zorg beroep in onderwijs partner werkt (ook)
1,15 0,54 0,50***
2,26*** 1,55** 0,95
1,38 1,24 0,07*
0,95 0,8 0,42**
0,99 1,2 0,07*
1,17 0,79 0,63
9,60***
c
8,07**
c
1,18 1,37
1,49*** 1,56***
1 1,06
1,31 0,97
0,78
0,79**
0,62
0,84
zeer sterk stedelijk (ref.) sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk niet stedelijk
gezondheidskenmerken geen beperking (ref.) lichte beperking matige beperking ernstige beperking huisgenoot met ernstige beperkingen in huis geen aandoening (ref.) 1 aandoening ≥ 2 aandoeningen netwerk kenmerken niet kerkelijk reisafstand tot ouder < 30 minuten reisafstand tot kind < 30 minuten
2,49***
3,50***
contact met familie contact met kind contact met vrienden contact met buren
1,34** 1,12 1,30** 1,37***
1,02 1,02 1,33 1,15
pseudo R-Square 0,07 0,12 0,09 0,07 N 6462 7349 1234 1900 a P-waarde: * p < 0,10; ** p < 0,05; *** p < 0,01. Gewogen schattingen op basis van Nederlandse representativiteit. b Categorieën van inkomens zijn samengevoegd vanwege de kleine aantallen respondenten per groep. c De variabele ‘huisgenoten met ernstige beperkingen’ is uit de analyse verwijderd, omdat zeer extreme odds ratio’s ontstonden. d In de analyses waren aanvankelijk ook variabelen opgenomen die informatie geven over de opleiding van de partner. Deze hadden echter geen effect op het verlenen van mantelzorg en zijn daarom uit de definitieve schattingen gelaten. Bron: SCP/CBS (AVO’07)
6
7