2015-21 1 Nieuwegein
'to
Gemeenteraad
Onde
naar stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o,
%
(MooiSticht) Datum
Raadsvoorstel
p Sociaal plan voor de t r a n s f o r m a t i e van GR WMMN
21 april 2015
Afdeling Ruimtelijk Domein Portefeuillehouder
1
p.w.M. Snoeren
Onderwerp
Sociaal plan voor de transformatie van de Gemeenschappelijke Regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland naar stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. (MooiSticht).
2
Gevraagd besluit 1.
2.
3
Instemmen met het sociaal plan voor de transformatie van de Gemeenschappelijke Regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland naar stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. (MooiSticht). Stichting MooiSticht als opdracht meegeven om te sturen op maximale flexibiliteit in de mogelijkheden van gemeenten om diensten af te nemen.
Aanleiding en probleembeschrijving
Het voorliggende sociaal plan is opgesteld ten behoeve van de transformatie van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) naar de stichting Ruimtelijk Kwaliteit i.o.. Die nieuwe stichting zal MooiSticht gaan heten. Uw gemeenteraad heeft, evenals meer dan 2/3 van de aan de GR deelnemende gemeenten, ingestemd met het opheffen van de GR volgens een liquidatieplan (2013429, 19 december 2013). De opheffing is noodzakelijk geacht omdat de GR niet toekomstbestendig is bevonden. Elke gemeente heeft namelijk de mogelijkheid om op zijn eigen manier om te gaan met welstandsbeleid en maakt zelf de keuze in welke mate men WMMN een rol geeft in de toetsing. De huidige GR kan niet flexibel inspelen op die uiteenlopende individuele wensen. Daarnaast geven de bouwcrisis en de deregulering een ontoelaatbaar financieel risico voor de GR in de bestaande vorm. Als toekomstbestendige vorm is gekozen voor de overgang in een stichting in nauwe samenwerking met Landschap en Erfgoed Utrecht (LEU). Om deze transformatie goed te kunnen voorbereiden, is 1 januari 2017 als datum voor opheffing van de GR gekozen. De stichting MooiSticht ziet per 1 januari 2016 het levenslicht. Volgens de GR (artikel 34) stelt het Algemeen Bestuur (AB) van de GR bij opheffing naast een liquidatieplan tevens een sociaal plan vast. Men vraagt hierbij vooraf om instemming aan de raden van de deelnemende gemeenten. Deze instemming staat los van de keuze of, en zo ja hoe, we diensten afnemen van de nieuwe stichting.
Bladnummer 2/4 Raadsvoorstel 14 april 2015
4
Gewenst maatschappelijk effect
WMMN geeft een deskundig, onafhankelijk advies aan de deelnemende gemeenten bij de uitvoering van de welstandstoets bij bouwaanvragen. Welstandsbeleid is één van de instrumenten die de gemeente heeft om het algemene belang van de ruimtelijke kwaliteit te behartigen. 5
Bestaand beleidskader •
De huidige GR dateert van 1 januari 2006. Uw raad heeft 19 december 2013 ingestemd met het opheffen van de GR per 1 januari 2017 op basis van een liquidatieplan (2013-429). De rechtspositie die volgens deze GR van toepassing is, is gelijk aan die van de gemeente Utrecht.
•
Het inhoudelijk welstandsbeleid staat in de Welstandsnota Nieuwegein 2010 dat in de tweede helft van 2015 wordt vervangen door "welstand op maat". De huidige werkwijze bij de uitvoering van de welstandstoetsing is vastgesteld in de Bouwverordening Nieuwegein.
•
6
Voorgestelde oplossing
Het AB heeft tijdens haar vergadering in december 2014 ingestemd met het bijgevoegde concept sociaal plan. Uitgangspunt van dit conceptplan is de rechtspositie die geldt op grond van de huidige GR ( = die van gemeente Utrecht). De voor de nieuwe stichting gekozen CAO van het Gelders Genootschap (eveneens een commissie voor ruimtelijke kwaliteit) komt hiermee goed overeen. Het conceptplan geldt voorde medewerkers die op 31 december 2015 in dienst zijn van de GR WMMN en per 1 januari 2016 overgaan naar de stichting MooiSticht. Het betreffende personeel heeft haar volledige instemming gegeven. Men heeft hierbij begrip getoond voor het feit dat de nieuwe stichting de huidige van-werk-naar-werk regeling niet structureel kan overnemen. Overeengekomen is dat men deze regeling gedurende de drie beginjaren van de stichting nog hanteert en dat deze daarna vervalt. Dit voorstel beperkt zich tot het sociaal plan. Wij zien geen redenen om hier niet mee in te stemmen. Het AB verzoekt om uiterlijk 1 juni 2015 in te stemmen met het voorliggende sociaal plan, zodat het in de AB vergadering van juni definitief kan worden vastgesteld. Extra beslispunt aangaande flexibele dienstverlening Het financiële model onder de transformatie naar de stichting (zoals opgenomen in het eerder vastgestelde liquidatieplan) gaat ervan uit dat de niet-uittredende gemeenten in ieder geval nog enkele jaren een substantiële hoeveelheid diensten blijven afnemen van MooiSticht. De dienstverlening wordt voorts verbreed (ruimtelijke kwaliteit in brede zin) en blijft ook niet langer beperkt tot bij een GR aangesloten gemeenten. Door dit geheel aan ontwikkelingen, wordt de liquidatie budgetneutraal. Naar huidig inzicht is dit een reëel uitgangspunt. De afname van diensten gebeurt bij MooiSticht niet langer in de vorm van een GR, het is dan immers een stichting. Elke gemeente zal zelf een overeenkomst aangaan met MooiSticht over de gewenste dienstverlening en kan deze dus afstemmen op haar eigen
Bladnummer 3/4
2015-21 1
Raadsvoorstel 14 april 2015
beleid. Die flexibiliteit is onder de huidige GR onvoldoende mogelijk. In de begeleidend brief bij het sociaal plan, geeft het DB van de GR aan dat wij snel nader geïnformeerd zullen worden over de keuzemogelijkheden in de afname van diensten. Het ligt voor de hand dat MooiSticht daarin een bepaalde uniformiteit zal nastreven. In dat licht hebben wij het tweede beslispunt opgenomen om de mogelijkheid te borgen om de dienstverlening eenvoudig af te stemmen op het op te stellen nieuw beleid. Doorkijk naar welstand in de komende jaren fter informatie) 1) Nieuw welstandsbeleid en nieuwe werkwijze bij toetsing Wij werken aan een nieuw beleid "Welstand op maat" dat we in de tweede helft van 2015 ter vaststelling aan uw raad zullen aanbieden. Daarbij stellen we ook voor hoe we aan dat nieuwe beleid gaan toetsen. We willen daarbij meer ruimte bieden voor ambtelijke toetsing, maar we zien ook nog steeds een wezenlijke adviesrol weggelegd voor WMMN/MooiSticht. Het ligt voor de hand om de dienstverleningsovereenkomst met MooiSticht te bepalen op basis van ons nieuwe beleid. 2) Privatisering bouwtechnische beoordeling & omgevingswet De komende jaren staan enkele ingrijpende wetswijzigingen op de planning. Ten eerste wil men de bouwinhoudelijke toetsing van aanvragen en het bouwinhoudelijke toezicht tijdens de realisatie gaan privatiseren. Het wetsvoorstel voorziet in een gefaseerde invoering waarbij men in 2016 wil starten met "de kleinere bouwopgaven". In separate voorstellen gaan wij later nog nader in op deze ontwikkeling en de gevolgen voor o.a. het werkaanbod en de legesinkomsten. Qua welstandsbeoordeling is relevant om te vermelden dat deze beoordeling ook na de privatisering een onderdeel blijft van de gemeentelijke toetsing van bouwinitiatieven. 3)
Omgevingswet
Het omgevingsrecht bestaat uit tientallen wetten en honderden regelingen voor ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Ze hebben allemaal hun eigen uitgangspunten, procedures en eisen. De wetgeving is daardoor te ingewikkeld geworden voor de mensen die ermee werken. Daardoor duurt het bijvoorbeeld langer voordat een project kan starten. Het kabinet wil het omgevingsrecht makkelijker maken en samenvoegen in één Omgevingswet. Het welstandsbeleid wordt eveneens geïntegreerd in de Omgevingswet waarvan de invoering voor 2018 gepland staat. 7
Alternatieven
Dit voorstel gaat puur over het instemmen met het sociaal plan dat door het AB reeds in concept in vastgesteld en de volledige instemming heeft van het betrokken personeel. Wij zien hiervoor geen alternatieven. 8
Financiële aspecten
De GR werkt in principe kostenneutraal. De kosten worden gedekt door de tarieven die de gemeenten betalen voor het advies. De gemeenten rekenen die kosten vervolgens volledig door aan degenen die bouwaanvragen indienen. Die methodiek beogen we voort te zetten als we diensten afnemen van MooiSticht.
Bladnummer 4/4 Raadsvoorstel 14 april 2015
Het liquidatiemodel gaat ervan uit dat WMMN per 1 januari 2017 overgaat in een stichting zonder dat de op dat moment nog aangesloten gemeenten een financiële tegenvaller voor de kiezen krijgen. Er zal zelfs een klein positief eindresultaat zijn volgens het door E&Y opgestelde model. Hier liggen verschillende scenario's aan ten grondslag. Het financiële model gaat ervan uit dat de niet-uittredende gemeenten een substantiële hoeveelheid diensten blijven afnemen van MooiSticht. Zodoende is het sociaal plan budgetneutraal. Naar huidig inzicht is dit een reëel uitgangspunt. 9
Communicatie aspecten
Wij stellen voor om het DB van de GR WMMN middels bijgevoegde conceptbrief op de hoogte te stellen van uw besluit. Het DB heeft verzocht voor 1 juni 2015 uw besluit bekend te maken in voorbereiding op de AB vergadering van juni. 10 Juridische aspecten Het sociaal plan wordt op basis van artikel 34 van de GR voorgelegd aan de deelnemende gemeenteraden. 11 Risico's Houten en Woerden zijn uitgetreden en hebben volgens het liquidatieplan een uittreedbijdrage betaalt. Van andere gemeenten zijn op dit moment geen concrete uittreedplannen bekend. Als er per 1 januari 2016 alsnog gemeenten uittreden, wordt dat risico eveneens gedekt door de vastgelegde uittreedbijdrage. Wel zijn er meerdere gemeenten die hun beleid (willen) vereenvoudigen / dereguleren en daarbij ook kijken om een deel van de bouwaanvragen ambtelijk te gaan toetsen. Zo ook Nieuwegein. De aannames in het liquidatieplan aangaande de dienstenafname van MooiSticht zijn behoudend van aard. De impact van de deregulerende trend op de dienstenafname zou desondanks toch nog groter kunnen uitvallen dan geraamd. Daar staat tegenover dat het dienstenaanbod verbreedt, evenals het potentieel aan afnemers. Het risico dat MooiSticht onvoldoende dienstenafname gaat kennen voor haar personeel, is gering. 12 Bijlagen 1. 2. 3.
Raadsbesluit Conceptbrief aan het DB van WMMN Concept sociaal plan GR WMMN inclusief aanbiedingsbrief
burgemeester en wethouders,
PJ.M. Liebregts secretaris
F.T.J.M. Backhuijs burgemeester
Nieuwegein /
^
20 1 5 - 2 1 1
Raadsbesluit De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 april 2015;
gelet op artikel 34 van de Gemeenschappelijke Regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland;
besluit: 1.
2.
In te stemmen met het sociaal plan voor de transformatie van de Gemeenschappelijke Regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland naar stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. (MooiSticht). Stichting MooiSticht als opdracht mee te geven om te sturen op maximale flexibiliteit in de mogelijkheden van gemeenten om diensten af te nemen.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 mei 2015
de griffier,
de voorzitter,
Postbus 1 IBAIM:
SO AA
Bezoekadres
NL49 BNGH 0285 0043 87
Stadsplein 1
131 LZ
www.nieuwegein.nl
BIC: BNGHNL2G
2015-21 1 Duurzame Ontwikkeling
Contactpersoon Telefoon E-mail
Welstand en Monumenten Midden Ned. De heer A. Tom Postbus 115 3980 CC BUNNIK
Jeroen van Nistelrooy
(030) 607 15 77
[email protected]
Datum 28 mei 2015 Uw kenmerk
15-03005
Zaaknummer Berichtnummer Onderwerp
I n s t e m m i n g met concept Sociaal Plan WMMN
Geachte heer Tom, Uw Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling WMMN heeft onze gemeenteraad het concept aangeboden van het sociaal plan voor de transformatie van de Gemeenschappelijke Regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland naar stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. (MooiSticht). Onze gemeenteraad heeft dit concept besproken tijdens haar vergadering van 28 mei j . l . en heeft besloten hiermee in te stemmen. De gemeenteraad heeft u hierbij als opdracht meegeven om te sturen op maximale flexibiliteit in de mogelijkheden van gemeenten om diensten af te nemen. Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voldoende hebben geïnformeerd. Neemt u gerust contact op met Jeroen van Nistelrooy als u nog vragen of opmerkingen heeft. Zijn gegevens staan in het briefhoofd vermeld.
Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders,
P.J.M. Liebregts secretaris
F.T.J.M. Backhuijs burgemeester
Welstand en M o n u m e n t e n Midden Nederland
Aan de besturen van de deelnemende gemeenten van Welstand en Monumenten Midden Nederland
Bunnik Ons kenmerk Bijlage Onderwerp
2015-21
1
5 maart 2015 15-03005 1 Sociaal Plan
Geacht bestuur, Tijdens de in december 2( 14 gehouden vergadering heeft het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) ingestemd met het concept sociaal plan, dat u hierbij als bijlage aantreft. Dit sociaal plan vormt onderdeel van het liquidatieproces van de GR WMMN waarbij werk en personeel overgaan naar de nieuwe stichting MooiSticht. Uitgangspunt van dit sociaal plan is de rechtpositie die op grond van de gemeenschappelijke regeling van toepassing is, i.e. die van de gemeente Utrecht. Wij zijn verheugd u mee te kunnen delen dat dit sociaal plan de volledige instemming van het personeel heeft. De medewerkers hebben daarbij begrip voor het feit dat de nieuwe stichting de huidige van-werk-naar-werk regeling niet structureel kan overnemen. Op basis van de uitgangspunten in het liquidatieactieplan dat de niet-uittredende gemeenten een substantiële hoeveelheid diensten zullen blijven afnemen van de nieuwe stichting, is dit sociaal plan budgetneutraal. In de AB-vergaderingvan december zijn vragen gesteld over de laatste regel van artikel 3.2 2: Als de werknemer in dienst van de nieuwe werkgever op verzoek van werknemer in een lager betaalde functie wordt geplaatst, wordt een toelage vastgesteld die passend is bij dat salarisniveau. Dit houdt in dat een werknemer die op eigen verzoek naar een lager betaalde functie gaat, ook een lager salaris daarvoor ontvangen zal, dus de toelage zal evenredig omlaag gaan. We stellen u voor om uiterlijk 1 juni 2015 in te stemmen met het concept sociaal plan zoals thans voorligt. Na instemming van de raden van de deelnemende gemeenten, kan het in de junivergadering van het Algemeen Bestuur definitief worden vastgesteld. De instemming met dit sociaal plan staat in principe los van de vraag hoe u diensten wilt afnemen van de nieuwe stichting. In de vergadering van het algemeen bestuur van 29 april a.s. zullen de ABleden nader worden geïnformeerd over de keuzemogelijkheden. Voor technische en inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met
[email protected].
-Hoogachtend,
"TrTA. Tom secretaris algemeen en di
es bestuur
Adviseurs voor Ruimtelijke Kwaliteit Dorpsstraat 1b Postbus 115 - 3980 CC Bunnik - t 030 656 90 00
[email protected] www.welmon.nl - IBAN NL40 BNGH 0285 0369 47 KvK 50694960
CONCEPT SOCIAAL PLAN Gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland
Inl ding Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) is een gemeenschappelijke regeling waar 20 gemeenten bij zijn aangesloten. Als gevolg van een aantal wijzigingen in wetgeving en behoeften van deelnemende gemeenten, is gebleken dat de grondslag van de gemeenschappelijke regeling in belangrijke mate is komen te vervallen. De afgelopen periode is gezocht naar mogelijkheden om van W M M N een toekomstbestendige organisatie te maken. Gebleken is dat samenwerking met LEU (Landschap Erfgoed Utrecht) aansluit op de werkzaamheden van W M M N . Op professioneel gebied kunnen organisaties elkaar inhoudelijk aanvullen en versterken. Daarnaast is deze samenwerking goed voor de ruimtelijke kwaliteit binnen de Provincie Utrecht. Om dit samenwerkingsverband mogelijk te maken, wordt een stichting opgericht waarin de advisering van WMMN zal worden ondergebracht. De werknemers die nu werkzaam zijn binnen de gemeenschappelijke regeling (zeven in totaal) komen - indien zij hiermee instemmen - per 1 januari 2016 in dienst van de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. Op de rechtspositie van deze werknemers is vanaf 1 januari 2016 de CAO Gelders Genootschap van toepassing. Er is voor deze cao gekozen, omdat deze het beste aansluit bij de huidige rechtspositieregeling Utrecht die thans van toepassing is op de werknemers. Om de gevolgen van de overgang van de Arbeidsvoorwaardenregeling Utrecht (ARU) met de uitvoeringsregelingen Gemeente Utrecht (URU) naar de CAO Gelders Genootschap te regelen, is dit Sociaal Plan vastgesteld door het algemeen bestuur.
Werkingssfeer Het Sociaal Plan heeft betrekking op alle werknemers die op 31 december 2015 werkzaam zijn bij WMMN en die per 1 januari 2016 in dienst treden bij de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o.
Algemene uitgangspunten •
In principe blijft de werknemer in eenzelfde, dan wel generieke passende functie werkzaam bij de nieuwe werkgever (Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o.).
•
De inhoud van het nieuwe arbeidsvoorwaardenpakket van de huidige werknemers die per 1 januari 2016 in dienst treden van de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o., is gelijkwaardig aan het arbeidsvoorwaardenpakket dat van toepassing is op de huidige werknemers die werkzaam zijn bij WMI\ «I (peilmoment 31 december 2015).
•
Schriftelijk met de werknemer overeengekomen indi* duele afspraken worden overgenomen in de arbeidsovereenkomst of in een bijlage bij de arbeidsovereenkomst.
•
Voor de totstandkoming van dit Sociaal Plan is gebruik gemaakt van een pakketvergelijking tussen de rechtspositie Gemeente Utrecht en de CAO Gelders Genootschap als het gaat om beloning en arbeidsduur (peilmoment 31 december 2015).
2015-21
1
DEFINITIES
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
Arbeidsovereenkomst
De arbeidsovereenkomst tussen de nieuwe werkgever en de werknemer die overkomt van WMMN
ARU
Arbeidsvoorwaardenregeling Utrecht
Awb
Algemene wet bestuursrecht
CAO
CAO Gelders Genootschap
Datum overgang
De datum waarop de werknemer blijkens de arbeidsovereenkomst in dienst treedt bij de nieuwe werkgever
Functie
Het geheel van werkzaamheden dat door de werknemer wordt verricht
Gemeente
Gemeente Utrecht
Indiensttredingsdocument
Startdocument in nieuwe personeelsdossier van werknemer bij nieuwe werkgever Document met gegevens, noodzakelijk voor de nieuwe werkgever om dit Sociaal Plan goed te kunnen uitvoeren
RGU Salaris
Rechtspositieregeling Utrecht Het voor de werknemer geldende bedrag van de schaal, als bedoeld in artikel 3:1 van de ARU
Salarisperspectief
De opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal, geldend op 31 december 2015
URU
Uitvoeringsregeling Utrecht
Werkgever
De oude werkgever is de gemeenschappelijke regeling WMMN De nieuwe werkgever is Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o., hierna te noemen 'nieuwe werkgever'
Werknemer
Ambtenaar, zoals bedoeld in de RGU en werkzaam bij de oude werkgever, dan wel de werknemer, zoals bedoeld in de CAO Gelders Genootschap en werkzaam bij de nieuwe werkgever
Artikel 1 - Overgang naar de nieuwe werkgever 1.1
Alle werknemers die bij WMMN een functie vervullen, worden per de datum van overgang eervol ontslagen uit hun ambtelijke aanstelling bij de oude werkgever onder gelijktijdige aanbieding van een arbeidsovereenkomst voor een passende functie door de nieuwe werkgever. De formele ontslagprocedure wordt beschreven in artikel 2.
1.2
De werknemers met een vaste aanstelling ontvangen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met in het contract opgenomen eenzelfde vaste arbeidsduur per week, zonder proeftijd. De werknemers met een tijdelijke aanstelling ontvangen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met in het contract opgenomen eenzelfde arbeidsduur per week, overeenkomstig de looptijd vanaf de datum van overgang van het contract bij de oude werkgever. De werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontvangen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een gegarandeerd minimum en/of maximum. De werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontvangen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, overeenkomstig de looptijd vanaf de datum van overgang van het contract bij de oude werkgever met een gegarandeerd minimum en/of maximum aantal uren per overeengekomen periode.
1.3
Alle individuele afspraken die schriftelijk zijn vastgelegd, zullen worden overgenomen door de nieuwe werkgever.
1.4
De nieuwe werkgever biedt alle werknemers een functie aan die vergelijkbaar is met de functie die is vervuld vóór de verzelfstandiging.
1.5
Dit Sociaal Plan blijft van kracht totdat de laatste werknemer die overgaat van de gemeenschappelijke regeling naar de stichting (de nieuwe werkgever) uit dienst treedt.
Artikel 2 - Ontslagprocedure 2.1
Met betrekking tot het aanbod van de nieuwe, passende functie wordt aan alle werknemers een voorgenomen besluit voorgelegd. De werknemers kunnen binnen een redelijke termijn (14 dagen) hun zienswijze op dit voorgenomen besluit kenbaar maken.
2.2
Na indiening van de zienswijze zal het algemeen bestuur het ontslagbesluit nemen, Tegen dit besluit staat voor de werknemers de bezwaar- en beroepsprocedure op basis van de Awb open.
2.3
Indien in een bezwaar- en beroepsprocedure wordt geoordeeld dat de aangeboden functie passend is en de werknemer weigert deze functie, dan heeft de werknemer geen aanspraak op WW en de aanvullende en aansluitende uitkering, zoals genoemd in artikel 19.10 en 19.15 ARU.
2.4
Nadat het ontslagbesluit is genomen, wordt de aanstelling van de werknemer opgezegd en geldt de vastgelegde opzegtermijn (in de meeste gevallen drie maanden).
Artikel 3 - Garantiebepalingen 3.1
2 0
1 5
" 2 *
"
Diensttijd De diensttijd, doorgebracht bij de oude werkgever die direct voorafgaat aan de ontslagdatum, telt mee voor de toepassing van bepalingen uit de cao, waarvoor de diensttijd die is doorgebracht bij de nieuwe werkgever, van belang is.
3.2
Salaris, garantie en rechtspositionele aanspraken
3.2.1
De werknemer behoudt aanspraak op het brutosalaris en het brutosalarisperspectief dat hij onder dezelfde omstandigheden zou hebben genoten, indien zich per peildatum geen wijziging zou hebben voorgedaan. De werknemer behoudt het salarisperspectief dat hij had op de peildatum. Indien dit afhankelijk was van het functioneren, blijft dit van kracht. In het indiensttredingsdocument wordt opgenomen welk salarisperspectief de werknemer heeft.
3.2.2
De vaststelling van salarisgroep en -trede vindt plaats door bij het salaris per maand van de werknemer 1/12 eindejaarsuitkering op te tellen. Op basis van een pakketvergelijking worden aanspraken op persoonsgebonden budget en levensloopbijdrage verdisconteerd in het salaris. Tevens wordt in deze pakketvergelijking een relatie gelegd tussen het salaris, de arbeidsduur en verlof per jaar in beide cao's. Dit leidt tot een salarisrecht bij overgang. Indien het salarisrecht hoger is dan de inpassing in de cao, behoudt de werknemer het meerdere als garantietoelage. De garantietoelage wordt geïndexeerd aan de hand van de salarisontwikkelingen in de cao. Vermeerdering van het aantal arbeidsuren heeft geen invloed op deze garantietoelage. Bij vermindering wordt de vergoeding naar rato verminderd. Indien de werknemer in dienst van de nieuwe werkgever wordt bevorderd naar een functie met een hoger salarisniveau, dan wordt de garantietoelage verminderd met de inkomensstijging die het gevolg is van de bevordering. Als de werknemer in dienst van de nieuwe werkgever op verzoek van werknemer in een lager betaalde functie wordt geplaatst, wordt een toelage vastgesteld dat passend is bij dat salarisniveau.
3.2.3
Individuele afspraken die schriftelijk zijn vastgelegd, zoals een arbeidsmarkttoeslag of een persoonlijke toeslag/toelage, worden overgenomen door de nieuwe werkgever. Van deze afspraken wordt een overzicht gemaakt, dat met de werknemer wordt besproken. Op het moment dat werknemer naar een hogere functie gaat, vervalt de arbeidsmarkttoeslag.
Artikel 4 - Levensloopbijdrage en persoonsgebonden budget Werknemers die op 1 januari 2016 aanspraak maken op een levensloopbijdrage op grond van artikel 6:11 RGU, behouden deze aanspraak. Werknemers die op 1 januari 2016 aanspraak maken op een persoonsgebonden budget op grond van URU 15z, behouden deze aanspraak eveneens. Zowel de levensloopbijdrage, als het persoonsgebonden budget zijn door middel van de per werknemer gemaakte pakketvergelijking, verdisconteerd in het salaris van de werknemer.
Artikel 5 - Pensioen De pensioenregeling voor de overgaande werknemers wijzigt niet: zij blijven aangesloten bij het ABP. Indien vrijwillige voortzetting aan de pensioenregeling van het ABP niet kan worden gerealiseerd, zal - onder handhaving van de op het per peilmoment 31 december 2015 opgebouwde aanspraken (inclusief eventuele aanspraken prepensioen en VUT) en nog op te bouwen aanspraken - overgang naar een andere pensioenregeling worden gerealiseerd. Dit zal in overleg met de werknemers worden vormgegeven.
Artikel 6 - Vakantieverlof en leeftijdsverlof Alvorens de overgang naar de nieuwe werkgever plaatsvindt, worden bestaande aanspraken op vakantieverlof zo veel mogelijk genoten. Indien een werknemer een stuwmeer aan verlof heeft, wordt in onderling overleg gekeken naar een maatwerkoplossing. Er worden geen verlofuren mee overgenomen. De aanspraken op vakantieverlof en leeftijdsverlof zijn in de CAO Gelders Genootschap afwijkend. Het verschil in aanspraken is verdisconteerd in het salaris van de werknemers op grond van de gemaakte pakketvergelijking per werknemer.
Artikel 7 - Arbeidsduur De normale arbeidsduur per week bedraagt op basis van de rechtspositieregeling Utrecht 36 uur. De normale arbeidsduur in de CAO Gelders Genootschap bedraagt gemiddeld over een jaar 38 uur per week. Er wordt 40 uur per week gewerkt, waardoor recht bestaat op negen adv-dagen. Het verschil in arbeidsduur is verdisconteerd in het salaris van de werknemer op grond van de per werknemer opgestelde pakketvergelijking.
Artikel 8 - Reiskosten woon/werkverkeer De werknemers behouden na de overgang aanspraak op de voor hun bij WMMN geldende reiskostenregeling.
Artikel 9 - Ouderschapsverlof Werknemers die uiterlijk op 1 januari 2016 aanspraak maken op ouderschapsverlof, kunnen dit opnemen tegen de bepalingen, zoals die in de rechtspositieregeling van de oude werkgever gelden vóór datum van overgang. Aanspraken op ouderschapsverlof die ontstaan zijn op of na de datum van overgang vallen onder de bepalingen van de CAO Gelders Genootschap.
20 15 -21 V
Artikel 10 - Tegemoetkoming ziektekostenverzekering/collectieve ziektekostenverzekering Werknemers die op grond van de rechtspositieregeling Utrecht gebruik maken van een collectieve ziektekostenverzekering IZA/Zilveren Kruis, maken aanspraak op een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering. Na overgang behouden werknemers deze aanspraak. De aanspraak is verdisconteerd in het salaris van werknemers op basis van de per werknemer opgestelde pakketvergelijking. Op grond van artikel 27 CAO Gelders Genootschap draagt de nieuwe werkgever zorg voor de totstandkoming van een collectieve ziektekostenverzekering bij een ziektekostenverzekeraar, te weten VGZ.
Artikel 11 - Verlengde opzegtermijn en mobiliteit bevorderende maatregelen Voor alle werknemers die werkzaam zijn bij WMMN en in het kader van de verzelfstandiging in dienst treden bij de nieuwe werkgever, geldt over een periode van drie jaar na de overgang een verlengde opzegtermijn van twee jaar bij ontslag wegens reorganisatie, zoals dit nu is vastgelegd in het sociaal statuut (artikel 19.3 ARU en bijlage 15e URU). Deze termijn van twee jaar is inclusief een eventuele toepassing van de (wettelijke) opzegtermijn. Ten behoeve van het 'van werk naar werk'-traject worden door zowel de werkgever, als de werknemer inspanningen geleverd. In geval van een (dreigend) reorganisatieontslag in deze periode van twee jaar kunnen hierbij de hierna genoemde instrumenten worden ingezet: Inschakeling loopbaancentrum van de Gemeente Utrecht of een ander outplacementbureau Loopbaanonderzoek Sollicitatieverlof -
Individuele afspraken Elders werken op proef Bieden van psychische begele ding Hardheidsclausule in bijzondere gevallen
Indien binnen de genoemde periode van twee jaar door de werknemer ander werk wordt gevonden en het nettosalaris, inclusief toelagen en toeslagen, bij de nieuwe werkgever lager is in vergelijking met de netto bezoldiging bij de oude werkgever, kan een suppletie worden gegeven tot 100% van de netto bezoldiging met een maximum van 15% daarvan. De periode voor deze suppletie is maximaal gelijk aan de fictieve WW-uitkeringsperiode, De suppletie wordt berekend op basis van een dienstverband voor eenzelfde aantal uren.
Artikel 12 - (Bovenwettelijke) regeling opgebouwde WW-rechten Bij indiensttreding van de Stichting Ruimtelijke Kwaliteit i.o. behouden de werknemers hun opgebouwde rechten als het gaat om de aanvullende uitkering op de werkloosheidsuitkering op grond van de op 31 december 2015 geldende ARU (artikel 19.10) bij reorganisatie en de aansluitende/nawettelijke uitkering na afloop van de werkloosheidsuitkering op grond van de op 31 december 2015 geldende ARU (artikel 19.15). De tot aan de datum van overgang opgebouwde rechten worden per werknemer berekend en vastgesteld.
Artikel 13 - Overdracht werknemers Voor alle werknemers op wie het Sociaal Plan van toepassing is, wordt naast de arbeidsovereenkomst een indiensttredingsdocument opgesteld. Van deze werknemers dienen minimaal de volgende gegevens in het indiensttredingsdocument te worden vermeld: -
Naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, woonplaats, nationaliteit, huidige en nieuwe functie (beschrijving) Datum indiensttreding bij oude en nieuwe werkgever Arbeidsduur en werktijden per week bij oude en nieuwe werkgever Aantal dienstjaren bij de oude werkgever en overige overheidswerkgevers De bruto inschaling, toelagen en maximale uitloop Nieuwe inschaling, salaris, toelagen en maximale uitloop met de daarbij behorende bruto salariëring Aard en eventueel termijn van het dienstverband bij de oude werkgever (onbepaalde tijd of bepaalde tijd) Aantal uren vakantieverlof en leeftijdsverlof Aanduiding van eventuele uitgeoefende/gehonoreerde nevenbetrekking(en)
WMMN zal er zorg voor dragen dat over de inhoud van het indiensttredingsdocument ten minste eenmaal een gesprek wordt gevoerd met iedere betrokken werknemer. De betrokken werknemer tekent daarbij voor de overdracht van de besproken gegevens.
Artikel 14 - Begeleidingscommissie Er wordt een begeleidingscommissie ingesteld met als taak: - adviseren in het geval van onbillijkheden in de uitvoering van het Sociaal Plan; - toezien op het correct toepassen van de procedures. De commissie kan hierbij aan de werkgever aanbevelingen doen met betrekking tot een incidentele toepassing van de hardheidsclausule. De Begeleidingscommissie oefent haar taak zelfstandig uit en werkt onder volstrekte geheimhouding.
2015 -21 1 De Begeleidingscommissie brengt maximaal 20 dagen na ontvangst van een aanvraag of klacht schriftelijk een bindend advies uit aan zowel de werknemer, als de werkgever. Indien het advies niet unaniem is, kan de minderheid van de commissie verlangen dat het minderheidsstandpunt ter kennis van de betrokkene wordt gebracht. Samenstelling Begeleidingscommissie: - Een lid, benoemd op voordracht van de directie - Een lid, benoemd op voordracht van de werknemers - Een onafhankelijk voorzitter, die tevens de rol van secretaris op zich neemt
Artikel 15 - Hardheidsclausule Indien de toepassing van het Sociaal Plan leidt tot onbillijke of onredelijke gevolgen voor de werknemer, kan de nieuwe werkgever ten gunste van de werknemer afwijken van de bepalingen in dit Sociaal Plan of bij het ontbreken van een adequate materiële voorziening alsnog een regeling daarvoor treffen. De Begeleidingscommissie wordt geïnformeerd en kan aanbevelingen doen.
Deze regeling wordt aangehaald als Sociaal Plan gemeenschappelijke regeling Welstand en Monumenten Midden Nederland.
Ondertekening