Thermo Bello: energie voor de wijk Nieuwe Nuts in de praktijk
Deze studie is in opdracht van InnovatieNetwerk uitgevoerd door: Gerwin Verschuur
Projectleider: P.T. Oei (InnovatieNetwerk)
Postbus 19197 3501 DD Utrecht tel.: 070 378 56 53 www.innovatienetwerk.org Het ministerie van LNV nam het initiatief tot en financiert InnovatieNetwerk.
Deze voorstudie is opgesteld in het kader van het thema ‘Duurzaam Ondernemen, concept ‘Nieuwe Nuts’.
ISBN: 978 – 90 – 5059 – 425 – 7 Overname van tekstdelen is toegestaan, mits met bronvermelding. Rapportnr. 10.2.242, Utrecht, september 2010.
e n e r g i e b e d r i j f Thermo Bello bv
Voorwoord
InnovatieNetwerk heeft diverse publicaties over Nieuwe Nuts uitgebracht. Het eerste rapport, uit 2008, belichtte alle aspecten van lokale organisaties die warmte, koude, elektra, waterzuivering en afvalverwijdering kunnen verzorgen met participatie van de bewoners en gebruikers. Er zijn inmiddels tientallen initiatieven opgestart om lokale nutsbedrijven op te zetten. Meestal gaat het daarbij om lokale duurzame energiebedrijven. In 2010 organiseerde Pauline Westendorp de P-Nuts (peanuts) awards, onder juryvoorzitterschap van Herman en Herma Wijffels. De InnovatieNetwerk award ging naar Texel Energie, maar het Culemborgse Thermo Bello was eveneens genomineerd. Dit rapport laat aan de hand van het voorbeeldproject ‘Thermo Bello’ gedetailleerd zien hoe je een dergelijke organisatie kunt opzetten. Het rapport is niet bedoeld als blauwdruk, maar als inspiratiebron voor eenieder die een eigen Nieuwe Nutsbedrijf wil opzetten. Dr. G. Vos, Directeur InnovatieNetwerk
Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting
1
1.
3
Inleiding
2. Achtergronden
5
3. Doelen, vraag en aanbod
11
4. Organisatie
13
5. Techniek van wijkverwarming
19
6. Eigendom netwerk en energieapparatuur
23
7. Risico’s
25
8. Communicatie en planning
33
9. Financiën
39
Summary
41
Samenvatting
Energiebedrijf Thermo Bello is een Nieuw Nutsbedrijf. Het is in november 2008 in Culemborg opgericht door een groepje wijkbewoners, met instemming van de leden van de bewonersvereniging, om een bestaand warmtenet van drinkwaterbedrijf Vitens over te nemen. Thermo Bello startte in januari 2009 met de levering van lage temperatuur verwarmingswater voor ruimteverwarming aan bewoners en zakelijke gebruikers in de wijk EVA-Lanxmeer in Culemborg. Thermo Bello wil en kan als voorbeeld dienen voor initiatieven elders in Nederland. Het voorbeeld is wel niet precies te kopiëren, want Vitens heeft elders in Nederland geen warmtenetten meer te koop. Deze publicatie is dan ook bedoeld om opgebouwde kennis en ervaring te delen met mensen die zich bezighouden of in de toekomst willen bezighouden met lokale energieopwekking. Dat kan een groep ondernemende wijkbewoners zijn of een vereniging, bedrijf, woningbouwcorporatie, gemeente of provincie met ambities op dit gebied. De kennis en ervaring die Thermo Bello heeft opgebouwd, is voortgekomen uit vragen die tijdens het proces aan de orde waren. Deze vragen staan centraal in deze publicatie, omdat vergelijkbare vragen hoogstwaarschijnlijk een rol zullen spelen bij de oprichting van duurzame lokale energiebedrijven. Het hoofdstuk ‘Achtergronden’ beantwoordt vragen over het waarom van een lokaal energiebedrijf in Culemborg, zowel vanuit het perspectief van wijkbewoners als vanuit het perspectief van drinkwaterbedrijf Vitens. Het hoofdstuk ‘Doelen, vraag en aanbod’ beschrijft de doelen, klantgroepen en producten van Thermo Bello. Thermo Bello is een energiebedrijf
dat in de wijk EVA-Lanxmeer is begonnen met wijkverwarming, met de ambitie om zich over de grenzen van de wijk uit te strekken, om bij te dragen aan de ontwikkeling van lokale duurzame energiebedrijven met invloed van eindgebruikers. In het hoofdstuk ‘Organisatie’ komt het programma van eisen aan bod waaraan het energiebedrijf Thermo Bello moest voldoen om draagvlak te krijgen in de wijk. Het hoofdstuk beantwoordt vragen over de rechtsvorm, de zeggenschap, de invloedrijke posities, het toezicht, de betrokkenheid van wijkbewoners en de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling. Het hoofdstuk ‘Techniek van wijkverwarming’ beantwoordt basale vragen over de warmteproductie, transport en levering. Thermo Bello produceert lage temperatuur verwarmingswater door met een warmtepomp warmte te onttrekken aan drinkwater. Dat verwarmingswater wordt getransporteerd door een ondergronds leidingnet. Via een retourleiding komt afgekoeld water terug in het warmtestation. De efficiency van de warmtepomp is de belangrijkste factor voor de rentabiliteit van het energiebedrijf. Het hoofdstuk ‘Eigendom netwerk en energieapparatuur’ gaat in op vragen over het eigendom en de waardering van de warmtebron, de installaties in het warmtestation en het leidingnet. Het hoofdstuk ‘Risico’s’ gaat over de technische, financiële, organisatorische en sociale risico’s. Ook risico’s die samenhangen met de invoering van de Warmtewet komen hier aan bod. Thermo Bello heeft een standpunt ingenomen over concept-uitvoeringsregels van de Warmtewet die de NMa en het ministerie van Economische Zaken hebben opgesteld. Het hoofdstuk ‘Communicatie en planning’ beschrijft de ontwikkeling van Thermo Bello aan de hand van een aantal mijlpalen. Daarbij wordt 1
steeds aangegeven op welke wijze de initiatiefnemers verbinding maakten met de wijkbewoners of met de regiodirecteur van Vitens, om samen verder te komen. Door goed te communiceren, hebben de initiatiefnemers lokaal aanwezige kennis en financiële vermogens optimaal kunnen benutten. Tot slot geeft het hoofdstuk ’Financiën’ een opsomming van technische en financiële kengetallen over het eerste jaar (2009) van Thermo Bello, zonder nadere toelichting.
2
1. Inleiding
In de periode van januari 2007 tot en met november 2008 raakte een groeiende groep bewoners van de wijk EVA-Lanxmeer in Culemborg betrokken bij de overname van een bestaand warmtenet dat woningen en bedrijfsgebouwen voorziet van lage temperatuur verwarmingswater. Na een eerste oriëntatie op de haalbaarheid in 2007, is in januari 2008 een uitgebreid haalbaarheidsonderzoek opgestart dat eind mei zijn weerslag vond in een concept-bedrijfsplan en een meerjaren-exploitatiebegroting. Daarop volgde een aantal beslismomenten voor de verenigde wijkbewoners, zakelijke afnemers, Gemeente Culemborg en de verkopende partij Vitens NV. In november 2008 werd de besloten vennootschap
Energiebedrijf Thermo Bello opgericht, die op 1 januari 2009 begon met de levering van warmte aan 170 huishoudens en 7 bedrijven. Op 1 april 2009 nam Thermo Bello het eigendom van de installaties en het ondergrondse leidingnetwerk van Vitens over. In de loop van 2010 is de organisatie uitgebreid met een Stichting Administratiekantoor waarin 100% van de aandelen van de besloten vennootschap zijn ondergebracht. Er zijn administratievoorwaarden uitgewerkt waarin onder andere de zeggenschap van verschillende categorieën kapitaalverschaffers is geregeld. Ook nam Thermo Bello de rol van machinist van het warmtestation op zich. Een technisch team van wijkbewoners heeft gedegen onderzoek gedaan naar het ontwerp, de inrichting en het beheer van het warmtestation. Dat heeft geleid tot structurele verbeteringen van de verwarmingsinstallatie en regeltechnische optimalisatie. Deze publicatie is een vervolg op ‘Nieuwe Nuts in de praktijk’, waarin reeds twee voorbeeldbedrijven werden gepresenteerd: NDSM NV en gsus sindustries. De focus van deze publicatie ligt op de vraag hoe decentrale energieopwekking gerealiseerd kan worden aan de hand van het voorbeeld van Energiebedrijf Thermo Bello in Culemborg. Deze publicatie is bedoeld voor mensen die zich bezighouden of in de toekomst willen bezighouden met lokale energieopwekking. Dat kan een groep ondernemende wijkbewoners zijn of een vereniging, bedrijf, woningbouwcorporatie, gemeente of provincie met ambities op dit gebied. Deze publicatie behandelt de vragen die in Culemborg een rol hebben gespeeld, hoe daarmee is omgegaan en tot welke antwoorden die vragen 3
hebben geleid. We realiseren ons heel goed dat het voorbeeld van Thermo Bello niet volledig te kopiëren is, omdat omstandigheden nu eenmaal verschillen. Elk initiatief zal, aansluitend op de lokale situatie en de aanwezige mensen, zijn eigen weg moeten vinden. Deze publicatie gaat over de weg die Thermo Bello heeft afgelegd. Hopelijk biedt het u handvatten om met succes uw eigen Nieuwe Nutsbedrijf op te zetten.
4
2. Achtergronden
Waarom wil ‘de wijk’ decentrale energieopwekking in eigen beheer doen?
Drinkwaterbedrijf Vitens NV, dat in Culemborg ook verwarmingswater leverde, wilde het warmtenet verkopen om zich te concentreren op haar kernactiviteit: drinkwaterwinning. De wijk EVA-Lanxmeer kwam al heel snel in beeld als kandidaat om het warmtenet over te nemen. Dat kwam omdat de Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer contractpartij was in een raamovereenkomst warmtevoorziening die voorafging aan de aanleg van het warmtenet in de wijk. De gemeente Culemborg was daarin ook contractpartij, maar zij wilde de activiteit niet overnemen. Een aantal mensen in de wijk reageerde gretig op het verzoek van Vitens NV om het warmtenet over te nemen: de mensen van de werkgroep Energie en Installaties van de Bewonersvereniging, die zich al een aantal jaren sterk maakten voor energiebesparing in de wijk. Zij zagen het als een uitdaging om het ongewone verzoek van Vitens serieus te verkennen. Het eerste groepje mensen dat met het verzoek van Vitens aan de slag ging, was gemotiveerd vanuit de behoefte aan ontwikkeling van gezamenlijk ondernemerschap, zelfsturing, bijdragen aan de transitie naar duurzame energie, en het beheersen van de tarieven.
•
van gezamenlijke tuinen, in het meebeslissen over de inrichting van het openbare groen en het gedeeltelijk beheren ervan. In beide gezamenlijke activiteiten gaat geld om, al is het bescheiden. Een wijkenergiebedrijf was een uitdagende volgende stap in het gezamenlijk ondernemerschap. Zelf sturing geven aan levenskwaliteit is de essentie van het samenleven in EVA-Lanxmeer. Zelfsturing vraagt om een grotere mate van invloed op en betrokkenheid bij voor wat als belangrijk voor de levens-
Deze motieven resoneerden sterk in de wijk, en een korte toelichting op deze motieven is hierbij op zijn plaats: • De behoefte aan ontwikkeling van gezamenlijk ondernemerschap heeft in EVA-Lanxmeer al vorm gekregen in de ontwikkeling en het beheer 5
•
•
kwaliteit wordt ervaren. In EVA-Lanxmeer is daarvoor door de gemeente Culemborg veel ruimte gegeven, vanuit de doelstellingen met de wijk om voorwaarden te scheppen waarin mensen zelf initiatieven kunnen nemen en verantwoordelijkheid dragen voor hun bestaan. Bewonersparticipatie is een van de acht hoofddoelstellingen in het programma van eisen. Wijkbewoners hebben daar inmiddels tien jaar ervaring in opgebouwd. Andere wijkdoelstellingen zijn duurzame stedenbouw, architectuur met integraal ketenbeheer, landschap en cultuurhistorie, transitie naar duurzame energie, duurzaam waterbeheer, verminderen (auto)mobiliteit, voorlichting en educatie. Het bijdragen aan de transitie naar duurzame energie is ook een wijkdoelstelling. Daaraan wordt door projectontwikkelaars en ook door bewoners op verschillende manieren vorm gegeven. Bijvoorbeeld door lokale energiebronnen te benutten voor de opwekking van energie en door maatregelen om energie te besparen. Opwekking van duurzame energie is bedoeld om de afhankelijkheid van fossiele energiebronnen te verminderen tot een maximumgebruik van 40 GJ fossiele energie per woning, dat in EVA-Lanxmeer als bouwnorm geldt. Het beheersen van de tarieven was ook belangrijk. Tegen de achtergrond dat Vitens vijf jaar lang had nagelaten om de tarieven te verhogen terwijl de inkoopprijzen van energie wel sterk waren gestegen, bestond de vrees dat een commercieel energiebedrijf de tarieven fors zou verhogen. Door het warmtenet zelf te beheren, en door met vrijwillige inzet van wijkbewoners de kosten te beteugelen, verwachtte ‘de wijk’ de tarieven te kunnen beteugelen.
Past decentrale energieopwekking in eigen beheer in de wijk EVA-Lanxmeer?
Decentrale duurzame energieopwekking past in de wijk binnen de ambitieuze energiedoelstellingen die bij de ontwikkeling van de wijk zijn gesteld. Vitens heeft het warmtestation en leidingnetwerk aangelegd. Daarnaast hebben veel woningen zelf een duurzame warmtapwater-voorziening op zonenergie en heeft een aantal woningen PV-cellen. De bouwnorm om 6
het fossiele energieverbruik onder de 40 GJ-norm te houden, is onafhankelijk van de grootte van de woning opgelegd. In grote woningen zit vaak meer techniek om die norm te realiseren. Maar het was niet vanzelfsprekend om het warmtenet in eigen beheer te exploiteren. Om draagvlak te krijgen voor wijkverwarming in eigen beheer vond een check plaats op vier niveaus: technisch, economisch, sociaal en cultureel. Het projectteam heeft samen met het wijkbestuur de uitgangspunten − een programma van eisen − opgesteld waaraan een energievoorziening in eigen beheer zou moeten voldoen. Overname was alleen technisch verantwoord als de warmtelevering gegarandeerd kon worden, en de installatie naar behoren functioneerde en zou blijven functioneren. De installatie vertoonde gebreken, en een energiebalans was er bij overname nog niet. Vitens nam de verantwoordelijkheid voor het herstel van de gebreken die tot 1 april 2009 werden ontdekt, maar ook na de overname kwamen er nog gebreken aan de oppervlakte. Het projectteam had vooraf een redelijk sluitende energiebalans moeten verlangen, om de werking van de installaties beter in te kunnen schatten. Overname was alleen economisch verantwoord als er een sluitende meerjaren-exploitatiebegroting kon worden gepresenteerd. Er ging veel tijd en energie in zitten om de getallen hard te maken, want Vitens kon geen verlies- en winstrekening en balans van de warmtevoorziening presenteren. De inkomsten waren wel snel boven water te halen, maar de kosten waren verspreid over verschillende afdelingen en waren veel minder transparant. Overname was alleen sociaal verantwoord als wijkbewoners in het besluitvormingsproces een actieve rol konden spelen en uiteindelijk met de overname konden instemmen. De wijk heeft daarvoor een structuur, de Bewonersvereniging EVA-Lanxmeer (BEL), maar die bleek voor het besluitvormingsproces niet voldoende. Er is daarom een aparte ontwikkelingsvereniging opgezet (de VOEW) om samen met wijkbewoners het haalbaarheidsonderzoek uit te voeren en een bedrijfsplan en meerjaren-exploitatiebegroting op te stellen. Uiteindelijk is de formele verenigingsstructuur wel gebruikt om gezamenlijk te besluiten over het voorstel om het warmtenet over te nemen.
om nieuwe woningen te verplichten tot aansluiting op het warmtenet. De taak van de BEL was om draagvlak in de wijk te organiseren voor het warmtenet. Op grond van die overeenkomst moest zowel de Gemeente als de BEL instemmen met overname. Dat is ook gebeurd. Zowel de algemene ledenvergadering van de BEL als het College van B&W van de gemeente stemde met de overname in. Waarom bood Vitens NV het warmtenet aan wijkbewoners te koop aan?
Overname was alleen cultureel verantwoord als het bedrijf zich sterk maakt voor de ambitie van de wijk op energiegebied, de winstdoelstelling bescheiden blijft, en de bewoners flinke invloed hebben op de ontwikkeling van het bedrijf.
De officiële reden van Vitens was dat het Vitens-hoofdbestuur had besloten om zich te concentreren op haar kernactiviteit: drinkwaterwinning. Toen Thermo Bello het bedrijf overnam, werd zichtbaar dat Vitens niet was ingericht om aan de warmtevoorziening voldoende aandacht te schenken. Taken waren verdeeld over allerlei Vitens-afdelingen en externe partijen die elkaar moeilijk wisten te vinden. Het was los zand, gekenmerkt door gebrek aan afstemming en samenhang tussen de taken. De
Is er een bestaand juridisch kader waarbinnen decentrale energieopwekking in de wijk te realiseren is en waarbinnen overname door ‘een wijkenergiebedrijf’ kan plaatsvinden?
In EVA-Lanxmeer is in 2000 een raamovereenkomst warmtevoorziening Lanxmeer gesloten tussen het drinkwaterbedrijf (het huidige Vitens), de gemeente Culemborg en de Bewonersvereniging (BEL). In die raamovereenkomst zijn afspraken gemaakt over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de drie partijen. Vitens heeft vervolgens geïnvesteerd in de installaties en het leidingnetwerk, en heeft de exploitatie van de warmtevoorziening ter hand genomen. De taak van de gemeente was 7
machinist ontbrak. Vitens wilde de warmtevoorziening niet meer, maar kon het binnen de organisatiestructuur ook niet goed besturen. De regiodirecteur Gelderland van Vitens, die ervoor verantwoordelijk was de warmtevoorziening in Culemborg af te stoten, heeft de partners in de raamovereenkomst daarin een voorkeurspositie gegeven. Vanuit de wijk werd die positie met plezier ingenomen door een enthousiaste groep wijkbewoners die voortvarend aan de slag ging. Het projectteam ging zo gedegen te werk dat de regiodirecteur het steeds leuker begon te vinden, en uiteindelijk concurrerende marktpartijen die zich aandienden afwimpelde omdat hij het traject met de wijkbewoners wilde voltooien. De regiodirecteur van Vitens is in het ontwikkelingsproces de belangrijkste steun geweest van het projectteam van bewoners. Wie zijn betrokken bij het initiatief?
Elk initiatief dat tot een werkende onderneming moet leiden, heeft een groep mensen nodig die in staat is om een onderneming op te zetten. In Culemborg was dat het projectteam, dat in de verkenningsfase bestond uit vier mannen met een technische, bedrijfskundige en financiële achtergrond, en met ervaring met ondernemen in het bedrijfsleven. Toen het haalbaarheidsonderzoek en het werk aan het bedrijfsplan begon, was deze samenstelling niet meer voldoende. Het projectteam liep vast in een strijd met het BEL-bestuur over een intentieverklaring waarop Vitens had aangedrongen, het programma van eisen en het organisatiemodel. Het gekozen BEL-bestuur had een aantal inhoudelijke voorstellen die het projectteam niet wilde overnemen, en het BEL-bestuur vond dat het projectteam niet goed genoeg naar de wijk luisterde. Kortom, het projectteam werd door het wijkbestuur niet helemaal vertrouwd. Het projectteam heeft toen de keuze gemaakt om het initiatief te verbreden en meer mensen uit de wijk te betrekken bij het haalbaarheidsonderzoek. Er werd een ontwikkelingsvereniging onderzoek exploitatie warmtenet (VOEW) opgericht die in korte tijd 68 leden aantrok, van wie twintig mensen deelnamen in vier werkgroepen: techniek, financiën, juridische 8
zaken en communicatie. Er werd advies ingewonnen van de lokale notaris over de organisatievorm, en bevriende contacten buiten de wijk werden aangesproken om onbetaald advies te geven. Door de inzet van deze mensen werd in hoog tempo gewerkt aan verschillende hoofdstukken van een bedrijfsplan en een meerjaren-exploitatiebegroting. De regiodirecteur van Vitens bood het projectteam bestuurlijke ruggesteun in dat proces door niet langer aan te dringen op ondertekening van de intentieverklaring door het BEL-bestuur. Mensen buiten het projectteam losten het inhoudelijke conflict met het BEL-bestuur op, omdat de relaties tussen het BEL-bestuur en het projectteam waren verzuurd. Verder bood het adviesbureau IF Technology ondersteuning bij het maken van het bedrijfsplan en de meerjaren-exploitatiebegroting, in opdracht van Vitens. Door de samenbundeling van inzet van al deze mensen kon eind mei 2008 een redelijk samenhangend bedrijfsplan worden gepresenteerd. Daarover werd de wijkbewoners rechtstreeks met een schriftelijke enquête om hun mening gevraagd. Een meerderheid van de mensen sprak in de enquête vertrouwen in het ontwikkelingsproces uit. Toen het definitieve bedrijfsplan er uiteindelijk lag, werd het hoogste orgaan van de BEL, de algemene ledenvergadering, om instemming gevraagd. Daar werd door een grote meerderheid voor overname van het warmtenet door Thermo Bello gestemd. De gemeente was betrokken omdat zij op grond van de raamovereenkomst moest instemmen met de oprichting van Thermo Bello. Ook werden met de gemeente de mogelijkheden voor samenwerking en ondersteuning verkend. Dat heeft uiteindelijk geleid tot het verlenen van een gemeentegarantie en een ontwikkelingssubsidie door het Regionale Samenwerkingsprogramma Eigen-Wijs Rivierenland. Hoe wordt de overnamesom bepaald?
Het uitgangspunt voor de overname was dat er een marktconforme prijs (overnamesom) zou worden bepaald. Er lagen geen exploitatiebegroting, verlies- en winstrekening en financiële balans klaar. Om de prijs vast te
stellen, werd daarom eerst een rekenmodel en daarna een meerjaren-exploitatiebegroting (10 jaar) opgesteld, waarbij met Vitens overeenstemming werd bereikt over de kengetallen daarvan. Het projectteam heeft uit alle hoeken en gaten relevante informatie gehaald om een overnamesom te kunnen vaststellen waarbij de financiële haalbaarheid van de onderneming gegarandeerd zou zijn. Het was moeilijk om relevante informatie boven tafel te krijgen en schattingen hard te maken. Het onderzoekswerk is deels bij Vitens in rekening gebracht, en de onzekerheden over de exploitatiebegroting hebben de overnamesom voor Vitens nadelig beïnvloed. Om de overname mogelijk te maken, was Vitens bereid om flink af te schrijven op de boekwaarde van de investeringen die zij hadden gepleegd. Vitens wilde er echt vanaf.
9
10
3. Doelen, vraag en aanbod
Wat zijn de doelen van de onderneming?
Energiebedrijf Thermo Bello heeft drie doelen: • Het duurzaam beheren en optimaliseren van een warmtenet in Culemborg. • Volledig onafhankelijk worden van fossiele energie door het ontwikkelen, beheren en optimaliseren van toepassingen van duurzame energieopwekking en energiebesparing, vooralsnog in de wijk EVA-Lanxmeer en uit te breiden in de regio Rivierenland. • Uitbreiding van lokale duurzame energiebedrijven in Nederland door het vergaren en verspreiden van kennis en ervaring. Wie stelt de doelen vast?
De doelen van Thermo Bello zijn geformuleerd in de oprichtingsakte van de besloten vennootschap, in overeenstemming met de formulering in het bedrijfsplan waarvoor instemming van de wijkbewoners was verkregen. In de loop van 2009 en 2010 is met leden van een werkgroep Organisatieontwikkeling Thermo Bello gewerkt aan een statutenwijziging om de overdracht van aandelen van de BV aan een stichting administratiekantoor voor te bereiden. De doelen zijn in overleg met die werkgroep aangepast. De directie van de BV heeft de statutenwijziging bij notariële akte laten vastleggen. In de toekomst worden de doelen vastgesteld door de directie van de BV in samenspraak met de raad van commissarissen en het bestuur van de stichting administratiekantoor.
Wie zijn de klanten van de onderneming?
Thermo Bello heeft per doel ook specifieke doelgroepen. De warmte in de wijk wordt geleverd aan alle aangesloten woonhuizen, appartementen en bedrijfsgebouwen. Op 1 juli 2010 waren dat 170 woningaansluitingen en 7 zakelijke aansluitingen. Om bij te dragen aan de energietransitie van fossiele naar duurzame energie heeft Thermo Bello allereerst in PV-cellen geïnvesteerd. De stroom wordt aan stadsboerderij Caetshage verkocht. Thermo Bello richt zich 11
verder in eerste instantie op energieprojecten voor wijkbewoners, maar dat kan zich uitbreiden tot bewoners in de regio Rivierenland. Bijvoorbeeld in samenwerking met de woningbouwcorporatie of gemeenten in de regio. Om bij te dragen aan de uitbreiding van lokale energiebedrijven richt Thermo Bello zich op ondernemende mensen met ambities op dit gebied in bewonersgroepen, verenigingen, bedrijven, woningbouwcorporaties, gemeenten en provincies in Nederland.
systeem voor tapwaterverwarming. Thermo Bello heeft technische aansluitvoorwaarden voor woningen en voor utiliteitsgebouwen waarin onder andere de stooklijn wordt beschreven. Daarnaast kent Thermo Bello leveringsvoorwaarden. Die zijn vrij te downloaden van de Thermo Bello-website. Thermo Bello produceert ook zonnestroom voor stadsboerderij Caetshage, met PV-cellen op het dak van de stadsboerderij.
Wat zijn de producten van de onderneming?
Klanten van de stadsboerderij hebben de financiering van die PV-cellen mogelijk gemaakt en krijgen hun lening en rente in landbouwproducten terug. De opwekking van zonnestroom maakt voedselproductie in de wijk duurzamer. Meer over dit bijzondere product is te lezen op www.boerzoektbuur.nl. Thermo Bello heeft verder ambitie om nog meer duurzame energie op te wekken uit wind, afval(water)stromen, biomassa of de zon. Het derde product dat Thermo Bello biedt, is kennis en ervaring op het gebied van lokale duurzame energiebedrijven. Deze publicatie is daar een voorbeeld van. Om initiatieven te kunnen ondersteunen van ideefase tot en met realisatie, werkt Thermo Bello samen met InnovatieNetwerk, Greenchoice en DEC (onderdeel van VolkerWessels).
In 2010 is het belangrijkste product van Thermo Bello lage temperatuur verwarmingswater voor ruimteverwarming. Thermo Bello produceert, distribueert en levert verwarmingswater op een variabele stooklijn die afhankelijk is van de buitentemperatuur. De maximale temperatuur van het verwarmingswater, 50 graden Celsius, wordt geleverd bij een buitentemperatuur van -10 graden Celsius. Omdat de leveringstemperatuur meestal onder de 50 graden ligt, hebben de aansluitingen een ander
12
4. Organisatie
Aan welke uitgangspunten moet de onderneming voldoen?
Om vorm te geven aan een in de wijk EVA-Lanxmeer passende organisatie, is een programma van eisen geformuleerd. In dit programma van eisen werden de sturende uitgangspunten expliciet gemaakt. Dat was noodzakelijk om met wijkbewoners over het bedrijfsplan te kunnen praten, zonder in details te verzanden. Het programma van eisen won ook aan gewicht door de weerstand vanuit het wijkbestuur en individuele wijkbewoners tegen detailvoorstellen van het projectteam. Door bezinning op het programma van eisen, kwamen de uitgangspunten achter de detailvoorstellen aan het licht. Door de uitgangspunten centraal te stellen, ontstond ook meer wendbaarheid om met andere detailvoorstellen te komen, en werd het hele bedrijfsplan meer coherent. Hieronder volgen de uitgangspunten zoals geformuleerd in het bedrijfsplan van 3 november 2008: 1. Zelfstandig bedrijf Een bewezen, vertrouwde, courante en herkenbare, bestuurs- en rechtsvorm (bijvoorbeeld een stichting of een besloten vennootschap) die een zakelijke, zelfstandige en slagvaardige onderneming mogelijk maakt. 2. Aansluiting Door Vitens gesloten Raamovereenkomst Warmtevoorziening Lanxmeer
met de gemeente Culemborg en de BEL, alsook leveringscontracten met bewoners en kantooreigenaren moeten door de nieuwe rechtsvorm makkelijk overgenomen kunnen worden. 3. Eenvoud Eenvoudige structuur van het bedrijf met duidelijke afbakeningen van taken en verantwoordelijkheden. Eenvoudig op te richten ook want het bedrijf moet vóór 1 januari 2009 opgericht zijn. 4. Continuïteit warmtelevering Het bedrijf verzorgt continuïteit in warmtelevering, onder andere door continuïteit van het technisch beheer met dezelfde contractpartners waarmee Vitens heeft samengewerkt. 5. Maatschappelijk verantwoorde onderneming Het bedrijf heeft maatschappelijke doelen en zal een deel van de eventuele winsten aanwenden voor investeringen in uitbreidingen, verduurzaming van energiebronnen, energiebesparing, reductie van de CO2-emissie. De aandeelhouders kunnen rekenen op een dividend dat niet veel hoger dan de bankrente ligt. Het winststreven is begrensd door de ambitie om de afnemers een redelijk en concurrerend tarief aan te bieden. 6. Wijkdoelstellingen Het energiebedrijf draagt bij aan de realisatie van wijkdoelstellingen op het gebied van duurzame energie en bewonersparticipatie.
13
7. Financiële participatie Het bedrijf stelt particuliere en zakelijke afnemers van het warmtenet in staat om financieel in de onderneming te participeren. Dan is de wijk ook echt eigenaar van het bedrijf. Financiële participatie is vrijwillig. 8. Verhouding eigen/vreemd vermogen Het bedrijf streeft ernaar om zo snel mogelijk financieel gezond te zijn. De verhouding eigen/vreemd vermogen, de solvabiliteit, is daar een goede indicator van. De inbreng van kapitaal door particuliere en zakelijke afnemers is gesteld op een minimum van 30%. De bank financiert dan de resterende 70%. Het spreekt echter vanzelf dat een start met een zo hoog mogelijke verhouding eigen/vreemd vermogen, de rentelast verlicht en de financiële armslag van het bedrijf vergroot. 9. Integrale benadering van het energievraagstuk Het bedrijf staat voor een integrale benadering van energieopwekking én -verbruik. Dat houdt in dat de activiteiten van het bedrijf niet bij de voordeur ophouden. Het bedrijf levert niet alleen warmte, maar ook adviezen en technische oplossingen om de ingaande én uitgaande energiestroom en de daaraan verbonden geldstromen te minimaliseren. 10. Transparantie Het bedrijf is transparant over zijn doelen, het ontwikkelingsbeleid (uitgewerkt in een voortschrijdend meerjarenplan) en boekhouding. Deze transparantie wordt bevorderd door halfjaarlijkse informatiebijeenkomsten en door op de website alle formele stukken toegankelijk te maken. Welke rechtsvorm wordt gekozen?
Om op 1 januari 2009 van start te kunnen, werd op 27 november 2008 een besloten vennootschap opgericht. De notaris heeft daarbij zoveel mogelijk een standaardmodel voor een BV gebruikt. Het benodigde kapitaal (€ 18.000,-) werd gestort door de drie leden van het projectteam. Een derde deel daarvan (€ 6.000,-) was 14
geleend geld van de werkgroep Energie en Installaties en de bewonersvereniging. Om de zeggenschap van eindgebruikers vorm te geven, is een besloten vennootschap niet genoeg. Vertrouwde rechtsvormen in Nederland om zeggenschap te delen, zijn de (coöperatieve) vereniging en de stichting administratiekantoor. Het projectteam had in het bedrijfsplan de oprichting van een stichting administratiekantoor voorgesteld. Het wijkbestuur vond dat het eenvoudiger kon en stelde voor om de bestaande verenigingsstructuur te gebruiken, en de aandelen van de BV in de bewonersvereniging onder te brengen. Het projectteam was hierop tegen omdat het energiebedrijf niet alleen warmte distribueert en levert (relatief overzichtelijke activiteiten) maar ook warmte produceert. Het voert een technische industriële activiteit uit die kapitaal- en kennisintensief is. De bewonersvereniging was een te democratische rechtsvorm volgens het projectteam. Het projectteam vond het niet juist om de besluitvorming over een technisch bedrijf voor een groot deel bij mensen neer te leggen zonder de kennis en ervaring om voorstellen goed te beoordelen. Het projectteam
voorzag dat het energiebedrijf dan niet slagvaardig zou kunnen werken, omdat het te veel energie en tijd zou gaan kosten om de mensen die moeten besluiten op het kennisniveau te brengen om goede besluiten te kunnen nemen. Uiteindelijk kon het voorstel van het wijkbestuur ook om financiële redenen niet doorgaan, want het wijkbestuur wilde niet voor € 18.000,- risico dragen.
De wijkbewoners hebben tijdens de stemming van de algemene ledenvergadering van de bewonersvereniging het projectteam hun vertrouwen geschonken. Thermo Bello startte met drie directeuren, tevens grootaandeelhouder. Na de opstartfase, die werd afgerond met de oprichting van de stichting administratiekantoor, traden twee directeuren terug en bleef de algemeen directeur aan.
Na de oprichting van de besloten vennootschap was er extra tijd nodig om na te denken over de statutenwijziging van de BV, de oprichting van het administratiekantoor en de administratievoorwaarden. In februari 2009 werd een werkgroep organisatieontwikkeling Thermo Bello opgericht die samen met de notaris voorstellen heeft uitgewerkt. In de voorstellen kreeg de bewonersvereniging alsnog een plaats als een van de vijf certificaathoudercategorieën.
Hoe is de zeggenschap van de eindgebruikers geregeld?
In de loop van 2009 kwam ook de mogelijkheid van een coöperatieve vereniging nog een keer voorbij, omdat veel lokale energiebedrijven die met zelflevering bezig zijn, voor die rechtsvorm kozen. Een coöperatieve vereniging zou het misschien makkelijker kunnen maken om een lokaal energiebedrijf aan een belastend deel van de uitvoeringsregels van de Warmtewet te onttrekken. De werkgroep was (met de notaris) inmiddels zo ver gevorderd met de voorbereiding van een stichting administratiekantoor dat ervan werd afgezien alsnog voor een andere rechtsvorm te gaan. Wie gaat de directie voeren?
De strijd over de rechtsvorm maakte nogmaals duidelijk dat vertrouwen uiteindelijk wordt gesteld in mensen, en niet in structuren. Naarmate het haalbaarheidsonderzoek vorderde en het bedrijfsplan concreter werd, was het belangrijker om helderheid te geven over de invulling van posities − vooral van de directie. Na de zomervakantie van 2008 besloten de drie zittende initiatiefnemers van het projectteam dat zij ook verantwoordelijkheid wilden nemen voor de oprichting en de opstartfase van het bedrijf.
Thermo Bello heeft het eigendom (100% van zijn aandelen) aan de stichting administratiekantoor van Thermo Bello overgedragen. De stichting administratiekantoor heeft een bestuur dat de vergadering van aandeelhouders vormt, dat daarmee de volledige zeggenschap heeft over zaken aangaande het kapitaal van de besloten vennootschap. De stichting administratiekantoor heeft certificaten van aandelen uitgegeven − dat zijn aandelen zonder stemrecht − aan verschillende categorieën kapitaalverstrekkers. Het stemrecht wordt uitgeoefend door de vertegenwoordigers van de verschillende categorieën in het stichtingsbestuur. Deze opzet, van getrapte invloed, maakt het mogelijk om met een kleinere groep mensen besluiten te nemen waar je met een grote groep niet of heel moeizaam uit komt. Een administratiekantoor beperkt het risico op besluiteloosheid en vergroot de slagvaardigheid. Categorie A zijn de bewoners van EVA-Lanxmeer die kapitaal hebben gestoken in de BV. Categorie B zijn zakelijke gebruikers in EVA-Lanxmeer die kapitaal hebben gestoken in de BV. Categorie D is de bewonersvereniging die kapitaal heeft gestoken in de BV. Zij vertegenwoordigt zowel leden die eindgebruiker zijn als leden die dat (nog) niet zijn. Verder zijn er twee bedrijven gelegen buiten de wijk die kapitaal hebben gestoken in de besloten vennootschap. Beide bedrijven hebben behalve een financieel belang ook een (verzekerd) zakelijk belang bij de besloten vennootschap. Categorie C is Greenchoice, dat zakelijke diensten levert aan de BV. 15
Categorie E is DEC, dat zakelijk partner is in de ontwikkeling van lokale duurzame energiebedrijven in Nederland. De categorieën A, B en D hebben gezamenlijk 8 van de 15 stemmen in
bestuur bewoners
Waarover heeft de stichting administratiekantoor zeggenschap?
Het bestuur van de stichting administratiekantoor heeft zeggenschap over zaken aangaande het kapitaal van de besloten vennootschap, zoals: de meerjaren-ontwikkelingsstrategie, de jaarbegroting, de uitgifte van aandelen, de fusie, goedkeuring van de jaarstukken, decharge van de directie, de benoeming en het ontslag van de directie, de uitkering van dividend, het dividendbeleid en het tariefbeleid. Wie houdt toezicht op de directie?
3 3
1 2
3 zakelijke gebruikers
16
Za
het stichtingsbestuur. Daarmee hebben de eindgebruikers altijd meer dan 51% van de stemmen. C en E hebben gezamenlijk 6 stemmen. Er is 1 stem gereserveerd voor een vertegenwoordiger van de directie.
ke
lijk
eg
eb
ru
i ke
rs
bel
3
Het was al snel duidelijk dat de besloten vennootschap, die alleen een klein warmtenet exploiteert, weinig personeel zou kunnen dragen, en hooguit een parttime directeur. De directeur heeft dus beperkte tijd, en een veelheid aan taken: het beheren van relaties en afspraken met leveranciers, het beheren van klantrelaties, personeelsbeleid, financieel beheer, communicatie met de buitenwereld, het aansturen van de organisatieontwikkeling, het voorbereiden van de meerjaren-ontwikkelingsstrategie, het voorbereiden en uitvoeren van investeringsplannen. Er zijn taken waarin een directeur minder goed is, en dus bestaat de kans dat er (kostbare) fouten worden gemaakt. Dat roept de vraag op wie de directeur bijstaat en toezicht houdt op zijn functioneren. Thermo Bello heeft gekozen voor een Raad van Commissarissen die het toezicht houdt op de directie. Er is ook overwogen om het toezicht eenvoudig aan het stichtingsbestuur over te laten. Er zijn vier overwegingen geweest voor de keuze van een Raad van Commissarissen: 1. Een Raad van Commissarissen heeft behalve wettelijke toezichthoudende taken ook de taak om de directie te adviseren. De directeur had behoefte aan advies van professionals op het gebied van ondernemerschap, techniek en het algemeen belang. Dat had ook door middel van een lichtere vorm, een Raad van Advies, gekund. 2. Een Raad van Commissarissen kan wijkbewoners ontlasten van bemoeienis met de dagelijkse praktijk van het energiebedrijf. Wijkbe-
woners kunnen in het stichtingsbestuur op hoofdlijnen sturen en de dagelijks gang van zaken aan professionals overlaten. De consequentie daarvan is dat de betrokkenheid van wijkbewoners afneemt. 3. Het bestuur van stichting administratiekantoor vertegenwoordigt strikt genomen alleen het financiële deelbelang van de aandeelhouders. Een administratiekantoor is beperkt in de mogelijkheden om de belangen van alle andere belanghebbenden af te wegen. De keuze voor een Raad van Commissarissen was dus een keuze voor een breder perspectief dan het financiële. Dit had ook ondervangen kunnen worden met een onafhankelijke voorzitter van het stichtingsbestuur, met gevoel voor andere belanghebbenden. Dit gekoppeld aan een directeur van de BV die ook het geheel van belangen in het oog heeft, kan ook goed werken. 4. Het borgen van de inbedding van Thermo Bello in het drinkwaterbedrijf van Vitens en de gemeente Culemborg. Mede op basis van deze overweging zijn leden voor de Raad van Commissarissen geselecteerd.
Wijkbewoners kunnen betrokken zijn als klant van Thermo Bello, als kapitaalverstrekker, als vrijwilliger die meedenkt en meewerkt in het technisch team, of in de werkgroep organisatie ontwikkeling, of als meewerkend vrijwilliger in projecten.
De vraag naar de noodzaak van een Raad van Commissarissen werd opnieuw actueel met het aantreden van een actieve aandeelhouder, DEC, die op het gebied van ondernemerschap en techniek een flinke bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van Thermo Bello. Dit bedrijf maakt de adviestaak van de Raad van Commissarissen mogelijk kleiner. Op welke wijze kunnen wijkbewoners betrokken zijn?
Thermo Bello dankt zijn ontstaan aan betrokkenheid van wijkbewoners die onbezoldigd kennis en ervaring in het haalbaarheidsonderzoek en de ontwikkeling van het bedrijfsplan hebben gestoken. Er bleek zoveel kennis en ervaring in de wijk voorradig te zijn dat, afgezien van de notaris, nauwelijks gebruik is gemaakt van (dure) externe adviseurs. Logisch dus dat Thermo Bello de bewoners niet alleen dankbaar is, maar hen ook de mogelijkheid wil bieden om betrokken te blijven. 17
Verder kunnen mensen zich inzetten in het bestuur van de stichting administratiekantoor. Naast Thermo Bello kunnen mensen zich ook nog steeds inzetten voor energiebesparing in de bewonerswerkgroep Energie en Installatie. Thermo Bello werkt in projecten samen met deze werkgroep. Het initiatief voor de projectontwikkeling kan vanuit de werkgroep komen, of vanuit Thermo Bello. De taakverdeling tussen de werkgroep en Thermo Bello kan per project verschillen. Welke activiteiten worden gedelegeerd aan andere bedrijven?
De kernactiviteit van Thermo Bello is de productie, distributie en levering van verwarmingswater, in een gesloten circuit. Dijkoraad is verantwoordelijk voor het ontwerp van het warmtestation en als zodanig ook voor aanpassingen in het ontwerp en de aansturing van projectontwikkelaars en installatiebedrijven die nieuwbouwprojecten aansluiten op het warmtenet. De productie van verwarmingswater vindt plaats in een kleine fabriek, die drinkwater als warmtebron gebruikt. Het onderhoud van de installaties in de fabriek wordt gedaan door Installatiebedrijf Noord Brabant (INB). Zo nodig schakelt Noord Brabant andere leveranciers van onderdelen van het warmtestation in voor onderhoudswerkzaamheden zoals de warmtepomp (CIAT), de gasketels (Buderus), de distributiepompen (Biral) en regeltechniek (Rensen Regeltechniek). Het verwarmingswater wordt getransporteerd door ondergrondse verwarmingsbuizen en geleverd aan de aangesloten woningen en bedrijfsgebouwen. Via een retourleiding komt het afgekoelde water weer terug naar de fabriek. Visser & Smit Hanab is verantwoordelijk voor de aanleg van het ondergrondse leidingnetwerk. In geval van leidingbreuk repareren zij de leidingen. 18
Het verbruik wordt bemeterd en jaarlijks uitgelezen. WMS is leverancier van de meetapparatuur voor de warmtemeting bij de eindgebruikers en in het warmtestation zelf. Defecte meetinrichtingen worden door WMS gerepareerd of vervangen. Klanten betalen voorschotten en jaarlijks wordt de eindafrekening opgemaakt en wordt het verschil tussen geschat en werkelijk verbruik afgerekend. Greenchoice doet de klantenadministratie en incasso van de particuliere afnemers. Bij Greenchoice wordt ook (vergroend) gas ingekocht. Administratiekantoor Financi doet de loonadministratie en de financiële boekhouding.
5. Techniek van wijkverwarming
Hoe wordt het verwarmingswater geproduceerd?
In het hart van de wijk EVA-Lanxmeer heeft drinkwaterbedrijf Vitens toestemming om uit vier bronnen jaarlijks maximaal 2 miljoen m³ water te onttrekken. Na zuivering wordt het verse drinkwater eerst opgeslagen in een voorraadkelder van 2.500 m³ voordat het richting de klanten gaat. Vitens maakt maximaal 300 m³ drinkwater per uur. Thermo Bello haalt het drinkwater door een platenwarmtewisselaar en onttrekt er warmte aan met een warmtepomp.
De warmte die is onttrokken aan drinkwater wordt overgedragen op een gesloten warmwatercircuit dat de wijk rond gaat. In de wijk koelt het verwarmingswater af. In het warmtestation wordt de temperatuur van het afgekoelde verwarmingswater weer verhoogd. De warmtepomp heeft een productiecapaciteit van 780 kW, en kan zowel op volle kracht als in deellast draaien (minimaal 20% van de capaciteit). In 2009 leverde de warmtepomp 83% van de totale jaarproductie aan warmte. Als de warmtevraag in de wijk de productiecapaciteit van de warmtepomp overstijgt, worden automatisch één of twee industriële gasketels aangeschakeld om het verwarmingswater op de gewenste temperatuur te brengen. De gasketels komen alleen bij piekvraag in bedrijf. In 2009 werd 17% van de jaarproductie aan warmte met gas geproduceerd.
19
Wat is het rendement van de warmtepomp?
In welke situaties wordt met gas bijgestookt?
De warmtepomp is elektrisch aangedreven en een grote stroomvreter. De energienota (elektriciteit en gas) beslaan 50% van de exploitatiekosten. Het bereiken van een optimaal rendement van de warmtepomp is dus van groot belang voor het financiële resultaat. Maar ook om het gebruik van fossiele hulpbronnen en de uitstoot van CO2 te verminderen. Het rendement wordt uitgedrukt in een getal (CoP), dat aangeeft hoeveel energie eruit komt in verhouding tot de energie die erin gaat. Een CoP van 4 wil zeggen dat per eenheid energie die erin wordt gestoken om de warmtepomp te laten draaien, 4 x zoveel energie wordt opgewekt.
De gasketels komen vooral in bedrijf bij een piekvraag. De behoefte aan warmte is dan zo groot dat de warmtepomp het alleen niet trekt om het verwarmingswater op de gewenste temperatuur te brengen. Bijvoorbeeld als het streng vriest en de vraag naar warmte groot is terwijl aan het drinkwater in een bepaalde tijd maar een bepaalde hoeveelheid warmte kan worden onttrokken. Op maandagmorgen ontstaat vaak een piekvraag als in de kantoorpanden de verwarming weer hoog wordt gezet. De gasketels zijn verder bedoeld als back-up van de warmtepomp op het moment dat die het niet doet vanwege onderhoudswerkzaamheden of een storing.
Het rendement van de warmtepomp varieert en is afhankelijk van het gevraagde vermogen (vollast of deellast) en van het temperatuurverschil tussen het warme water dat het net ingaat en de retourtemperatuur van het afgekoelde water. Volgens de specificaties van de leverancier (CIAT) is de CoP 4,7 in vollast (maximaal vermogen) en CoP 5,3 in deellast op 20% vermogen. Over heel 2009 is een gemiddelde CoP van 4,04 gerealiseerd. De target is een gemiddelde CoP van 4,7 per jaar.
20
Hoe bereikt het verwarmingswater de woningen en bedrijfspanden?
Om het verwarmingswater door het leidingnetwerk te transporteren, zijn zware elektrisch aangedreven distributiepompen opgesteld.
In 2009 waren de distributiepompen verantwoordelijk voor 22% van het elektriciteitsverbruik van Thermo Bello. De twee distributiepompen duwen het water door de aanvoer- en retourleidingen vanuit en naar het warmtestation. De snelheid waarmee het water in de transportleidingen rondstroomt, is afhankelijk van de warmtevraag. Als de retourtemperatuur afneemt omdat bewoners de verwarming hebben uitgezet, draaien de pompen minder hard. De woningen zijn standaard uitgerust met een cv-pomp om het verwarmingswater in de woning rond te pompen. Hoe wordt het warmteverbruik gemeten?
Elke woning en elk bedrijfspand heeft een meetinrichting die het temperatuurverschil tussen de aanvoer en de afvoerleiding meet en het debiet (m³/uur) dat door de warmteleiding stroomt. Die meetinrichting geeft deze gegevens door aan een rekeninstrument dat het verbruik in GJ berekent. Het berekende warmteverbruik in GJ wordt uiteindelijk afgerekend. Gaat er onderweg warmte verloren?
Het is normaal dat warm water dat door een leiding stroomt, warmte aan de omgeving (de grond) afgeeft. Thermo Bello rekent met 7% distributieverliezen, als gevolg van afkoeling in de transportleidingen. Deze leidingen zijn goed geïsoleerd, en dat moet zo blijven om de distributieverliezen te beperken. Als de isolatie niet goed meer sluit, ontstaat een warmtelek. Er zit in de isolatiemantel van de leidingen een lekdetectiedraad die het mogelijk maakt om warmtelekken op te sporen. Dat gebeurt periodiek. Voor de overname van het warmtenet heeft Vitens het hele leidingnetwerk laten controleren. Alle warmtelekken zijn gerepareerd en het net is goed bevonden op de kritische waarden die daarvoor gelden.
waren. Dit grote verlies is grotendeels te verklaren doordat de minder goed geïsoleerde leidingen ook nog eens een deel van het jaar onder water lagen. Begin 2010 is een wijkwerkgroep ‘Droge Voeten’ opgericht om de waterstand in de kruipruimtes te verlagen en om deze warmteverliezen te verminderen.
Een punt van aandacht zijn warmtelekken in kruipruimtes van woningen. De leidingen zijn daar veel minder goed geïsoleerd. Afkoeling van verwarmingswater in de kruipruimtes betekent een aanzienlijk verlies. In 2009 heeft Thermo Bello uitgerekend dat de extra distributieverliezen 9,5% 21
22
6. Eigendom netwerk en energieapparatuur
Wie is eigenaar van het distributienetwerk in de wijk?
Vitens wilde van de verantwoordelijkheid van het warmtenet af, en van de verantwoordelijkheid voor de ondergrondse transportleidingen. Die infrastructuur heeft Thermo Bello op 1 april 2009 overgenomen. De verkoop van een ondergronds leidingnetwerk is tijdrovend omdat het leidingnetwerk kadastraal moet worden geregistreerd, en omdat alle grondeigenaren die het leidingnetwerk in hun grond hebben in de overdrachtsakte moeten worden benoemd. Het eigendom van de transportleidingen loopt tot en met de afsluiter in de kruipruimte van de aangesloten woningen en bedrijfspanden. De
meetinrichting in deze gebouwen is ook eigendom van Thermo Bello. Al het overige leidingwerk is het eigendom van de gebouweigenaren. Wie is de eigenaar van het warmtestation met de technische installaties?
Vitens is eigenaar van het warmtestation en verhuurt de ruimte met het recht van opstal aan Thermo Bello. Thermo Bello is op 1 april 2009 eigenaar geworden van de installaties in het warmtestation, zoals de platenwarmtewisselaar, de warmtepomp, de gasketels, het buffervat, de pompen, de drukvaten en de meet- en regelapparatuur. Wie is eigenaar van de energiebronnen?
Vitens heeft een vergunning van de provincie Gelderland om in het drinkwaterstation in Culemborg jaarlijks maximaal 2 miljoen m³ drinkwater te produceren. Per uur wordt maximaal 300 m³ water opgepompt, gezuiverd en opgeslagen in een reinwaterbasin van 2.500 m³. Vitens heeft Thermo Bello het recht toegekend om – om niet – warmte te onttrekken aan het drinkwater in het reinwaterbasin. Dat recht is voor onbepaalde tijd, en vervalt alleen als Vitens het drinkwaterstation in Culemborg sluit. Vitens is ook eigenaar van de elektriciteitsaansluiting en levert elektriciteit tegen inkoopprijs aan Thermo Bello door. Vitens koopt als grootverbruiker van elektriciteit zelfstandig op de energiemarkt in. In de praktijk betekent die afhankelijkheid dat Thermo Bello relatief goedkoop aan elektrici23
teit komt. Voor de overname heeft Vitens een extra meetinrichting geplaatst om het verbruik van elektriciteit door Thermo Bello te kunnen afrekenen. Vitens beschikt over een met diesel aangedreven generator om zelf elektriciteit te produceren, als back-up als de stroom uitvalt en om dure pieken in de stroomvraag te kunnen scheren. De afhankelijkheid van elektriciteit van Vitens heeft als extra voordeel dat Thermo Bello ook bij stroomuitval nog verwarmingswater kan blijven leveren. Begin 2010 heeft Thermo Bello de gasaansluiting van Vitens overgenomen, om vergroend gas te kunnen inkopen. Hoe zijn de eigendommen gewaardeerd?
Het vastgoed dat Thermo Bello van Vitens heeft overgenomen, bestaat uit ondergrondse transportleidingen, meetinrichtingen in gebouwen en technische installaties in het warmtestation (met het recht van opstal). Voor deze zaken is de overnamesom betaald. De overnamesom is marktconform vastgesteld, en niet op basis van de vervangingswaarde van het vast-
24
goed. De marktwaarde van het vastgoed dat is vastgesteld was aanzienlijk lager dan de vervangingswaarde die bij Vitens in de boeken stond. Toch was de boekwaarde van het vastgoed belangrijk. In de eerste plaats voor het vervangingsplan, omdat de afschrijvingen van de (afgewaardeerde) installatie niet voldoende zijn als reservering voor vervanging ervan. In de boekhouding moet in overeenstemming met de vervangingswaarde van het vastgoed een egalisatiereserve worden opgebouwd. In de tweede plaats bleek de waarde van het vastgoed van belang voor het vaststellen van de overdrachtsbelasting. Want de waarde van het leidingnetwerk is van overdrachtsbelasting vrijgesteld. Voor de bepaling van de overdrachtsbelasting moest dus het aandeel van de transportleidingen in de totale overnamesom worden vastgesteld. Het adviesbureau IF Technology heeft een fiscaal verdedigbare berekening gemaakt dat 70% van de overnamesom aan het leidingnetwerk kan worden toegeschreven en 30% aan de installatieonderdelen. Nog een fiscaal aspect aan de waardering van het vastgoed was dat de overnamesom was vrijgesteld van omzetbelasting.
7. Risico’s
Wat zijn de technische risico’s in de warmteproductie, het transport en de levering?
Volgens de leveringsvoorwaarden heeft Thermo Bello een leveringsplicht, waardoor klanten kunnen rekenen op ononderbroken levering op een
bepaalde temperatuur. De leveringstemperatuur volgt een stooklijn die stijgt als de buitentemperatuur daalt. De maximum leveringstemperatuur is 50 graden Celsius bij een buitentemperatuur van 10 graden onder nul. Wat er technisch mis kan gaan als Thermo Bello gedeeltelijk of in zijn geheel niet aan zijn leveringsplicht kan voldoen, is het volgende: 1. Er ontstaat een machinebreuk. Een onderdeel van de installatie gaat in storing, waardoor er niet voldoende warmte geproduceerd wordt. Als het defecte onderdeel zich in het circuit van de warmtepomp bevindt, zijn er twee gasketels als back-up. Als een gasketel uitvalt, is er een tweede als back-up. Als warmtepomp en gasketels niet werken is er nog warmtebuffer in het buffervat (50 m³) en de transportleidingen om de klanten een paar uur van warmte te voorzien. Met het installatiebedrijf is daarom de afspraak dat zij binnen vier uur ter plaatse zijn, om een storing te verhelpen. Thermo Bello heeft zich verzekerd voor gevolgschade van machinebreuk. 2. Er zijn defecte en onnauwkeurige meetinstallaties in het warmtestation. Thermo Bello produceert warmte op een variabele stooklijn. Als de temperatuurmeters niet goed functioneren, kan het gebeuren dat Thermo Bello verwarmingswater beneden de stooklijn aanbiedt. Als de volumestroommeters niet goed functioneren, kan het gebeuren dat Thermo Bello te weinig verwarmingswater aanbiedt (een onjuist debiet), waardoor 25
klanten gedwongen worden om meer warmte uit een kubieke meter verwarmingswater te halen. 3. Er ontstaat een leidingbreuk in transportleidingen. Een leidingbreuk in transportleidingen betekent dat het verwarmingswater uit de leidingen stroomt. De distributiepomp zal weliswaar uitschakelen, maar dan nog loopt het net leeg. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als een transportleiding door een graafmachine wordt geraakt. Om die reden moeten ondergrondse leidingen bij het kadaster geregistreerd zijn en moeten aannemers die graafwerkzaamheden uitvoeren een kliq-melding doen. Zij krijgen dan informatie over de ondergrondse leidingen op de plek waar gegraven wordt. 4. Er zijn warmteverliezen in de transportleidingen. Als de warmteverliezen in de transportleidingen groter zijn dan 7% kan het gebeuren dat het verwarmingswater met een te lage temperatuur bij de klanten aankomt. Om die reden worden periodieke controles van de isolatie van de verwarmingsbuizen uitgevoerd. 5. Er is een leidingbreuk in de woningen. De woningen hebben wand- en vloerverwarming en het kan gebeuren dat een verwarmingsleiding wordt geraakt bij het boren van een gat in de muur of in de vloer. Het net loopt dan leeg in de woning, tot het moment dat de bewoners de afsluiters dichtzetten. 6. Er zijn warmteverliezen in de kruipruimte van de woningen. Als de warmteverliezen in de kruipruimtes groot zijn, bereikt het verwarmingswater de woningen niet op de goede temperatuur. Het is dan aan de bewoners om de leidingen goed te isoleren. 7. Er zijn defecte en onnauwkeurige meetinstallatie in de woningen. Als de temperatuurmeters (aanvoer en retour) of de volumestroommeter niet goed functioneren, heeft dat voor het comfort van de klant geen gevolgen. Een defect thermostaat heeft uiteraard wel gevolgen voor het 26
comfort. Een defecte meetinstallatie heeft wel gevolgen voor de rekening van de klant, omdat het rekenapparaat met foute gegevens een onjuist verbruik berekent. Wat zijn de financiële risico’s voor Thermo Bello?
Het financiële risico voor Thermo Bello is allereerst dat er in een kalenderjaar verlies wordt gemaakt omdat inkomsten en uitgaven uit balans zijn, of dat er op enig moment te weinig liquiditeit is om de rekeningen te betalen omdat de inkomstenstroom achterblijft bij de uitgaven. Wat er financieel mis kan gaan, is het volgende: 1. Klanten haken af. In 2009 waren drie zakelijke klanten verantwoordelijk voor 48% van de warmteafname. Als een van die klanten besluit af te sluiten, betekent dat een groot verlies aan inkomsten voor Thermo Bello. Maar ook als bewoners afsluiten, betekent dat verlies aan omzet. Het risico dat klanten afhaken is altijd aanwezig omdat er ook een gasnet ligt in de wijk, en sommige woningen met relatief lage kosten hun installatie op aardgas kunnen omzetten. 2. Klanten betalen niet. De incasso van zakelijke klanten doet Thermo Bello zelf. Als klanten niet betalen, betekent dat verlies aan inkomsten terwijl er wel kosten zijn gemaakt. Om die reden is er een persoonlijk klantencontact met de zakelijke klanten. De incasso van particuliere klanten wordt door Greenchoice gedaan. 3. Klanten willen schadeloos gesteld worden. Als Thermo Bello bijvoorbeeld door een technische storing niet aan zijn leveringsverplichtingen voldoet en (zakelijke) klanten, stellen Thermo Bello daarvoor aansprakelijk. Thermo Bello heeft zich hiervoor (nog) niet verzekerd, en loopt daarmee het risico op hoge extra kosten.
lijden. Het technische team van Thermo Bello probeert dit op verschillende manieren te voorkomen. Bijvoorbeeld door kosten van dure professionals uit te sparen door zelf onderzoek uit te voeren, of door zelf kleine onderhoudstaken uit te voeren. Algemeen gesproken is het streven van Thermo Bello om de installatie technisch optimaal te laten werken, om extra slijtage van installatieonderdelen en vervroegde vervanging te voorkomen.
4. De inkoopkosten van energie dalen sterk. Je zou verwachten dat sterk stijgende inkoopkosten een risico voor Thermo Bello inhouden, maar dat is niet zo. De inkoopprijzen voor een kalenderjaar zijn altijd bekend voordat de warmtetarieven worden vastgesteld, en worden normaal gesproken in de GJ-prijs verwerkt. Sterk dalende inkoopkosten betekenen daarentegen wel een risico voor Thermo Bello, omdat de daling niet geheel in de GJ-prijs verwerkt kan worden. Thermo Bello is door de tariefstructuur die Vitens heeft gekozen relatief afhankelijk van de leveringsafhankelijke inkomsten (GJ-prijs), en in mindere mate van het vastrecht. Thermo Bello heeft in 2010 een begin gemaakt met aanpassing van de tariefstructuur. De ontwikkeling van de Warmtewet speelt hierin ook een rol. 5. De machinekosten stijgen sterk. Om de bestaande installatie in een goede staat te houden, zijn kosten begroot voor onderhoud en vervanging. Als de kosten in een jaar veel groter zijn dan begroot, bestaat het risico dat Thermo Bello verlies zal
6. De kapitaalkosten stijgen sterk. De kapitaalkosten van Thermo Bello bestaan uit rente op geldleningen en dividend op kapitaal. De rentetarieven hebben een bepaalde looptijd en zijn afhankelijk van de vraag naar kapitaal en het risicoprofiel van Thermo Bello. Thermo Bello heeft een lening met een gemeentegarantie afgesloten, waardoor het rentetarief relatief laag was. Er kan alleen dividend uitgekeerd worden als er ook winst wordt gemaakt. Om te voorkomen dat de aandeelhouder (stichting administratiekantoor) te hoge dividendeisen gaat stellen, is bij de overdracht van de aandelen aan de stichting administratiekantoor een bestuursreglement dividendbeleid afgesloten. De ontwikkeling van de Warmtewet speelde in de vaststelling van het bestuursreglement ook een rol. 7. De personeelkosten stijgen sterk. Er bestaat een risico dat een personeelslid ernstig ziek wordt en de taken door een invalkracht overgenomen moeten worden, terwijl het zieke personeelslid doorbetaald moet worden. Thermo Bello is hier (nog) niet voor verzekerd. 8. Sterk stijgende algemene kosten. Thermo Bello heeft in de opstartfase te maken gehad met extra kosten voor het maken van afspraken met leveranciers en klanten, organisatiestructuur en communicatiemiddelen (huisstijl, briefpapier, website en bedrijfsbrochure). Deze kosten zijn voor een deel opgevangen met subsidiegelden. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor het voorbereiden van uitbreidingsplannen. 27
9. Er is onvoldoende liquiditeit om rekeningen te betalen. Thermo Bello heeft dit risico ondervangen door de grote kostenposten gelijkmatig over het jaar te spreiden, en de inkomstenstroom op maandbasis te organiseren. Thermo Bello heeft daarnaast bij de overname relatief veel geld geleend en heeft het eigen vermogen als buffer op een spaarrekening gezet om eventuele klappen op te kunnen vangen. In het eerste jaar is die buffer nauwelijks aangesproken, maar er waren zoveel onzekerheden over de inkomsten en uitgaven, dat het achteraf gezien toch een goede keuze was om de financiering niet al te strak in te steken.
belangrijkste doelgroep van de wet. De Warmtewet is wel bedreigend voor lokale duurzame energiebedrijven en remt de ontwikkeling ervan. Volgens Dorine Putman van de ASN Bank is financiering van lokale duurzame energiebedrijven een stuk moeilijker geworden door maximering van de Bijdrage Aansluitkosten (BAK), onzekerheden over referentie, de Redelijke Prijs, en de ontwikkeling van toekomstige kosten op de lange termijn (30 jaar) waarvoor banken een zorgplicht dragen. De ASN Bank is ook ontevreden over de administratieve lastendruk (presentatie IIR Congres op 14 april 2010).
De Warmtewet: mag Thermo Bello kostendekkende tarieven in rekening brengen?
In het politieke debat over de uitvoering van de Warmtewet wordt Thermo Bello gedreven door het motief om kostendekkende tarieven in rekening te mogen brengen (bestaansrecht) en door de motieven: ontwikkeling van gezamenlijk ondernemerschap, zelfsturing en het leveren van een bijdrage aan de transitie naar duurzame energie (zie toelichting bij de eerste vraag in het hoofdstuk ‘Achtergronden’). De Warmtewet heeft een veel smallere doelstelling, want die is uitsluitend bedoeld om consumenten te beschermen tegen monopoliemacht van warmtebedrijven. Daarbij wordt aangenomen dat consumenten zich daar niet zelf tegen kunnen beschermen en niet over alternatieven beschikken om de warmtevoorziening te regelen. Die aannames gaan beide niet op bij Energiebedrijf Thermo Bello. De eindgebruikers (zakelijk en particulier) hebben in het bestuur van de stichting administratiekantoor invloed op het tariefbeleid, en een aanzienlijk deel van de particulieren kan eenvoudig overschakelen naar verwarming op aardgas. Kortom, de eindgebruikers zijn prima in staat om hun belang bij een redelijke prijs zelf te behartigen. De insteek die is gekozen richting de overheid is om de Redelijke Prijs niet van toepassing te verklaren op lokale duurzame energiebedrijven, waarin eindgebruikers zichzelf afdoende hebben georganiseerd om zich tegen onredelijke tarieven te beschermen. Dit kan geregeld worden door het subsidiariteitsbeginsel van toepassing te verklaren op deze wet. Dat ontslaat de NMa van haar toezichthoudende rol. De NMa zou pas weer in het spel moeten komen als ontevreden consumenten aannemelijk maken dat de consumentenbescherming op lokaal niveau niet goed functioneert.
Op initiatief van de Tweede kamer is een Warmtewet voorbereid en begin 2009 aangenomen door de Eerste Kamer. De uitvoering ervan ligt bij het ministerie van Economische Zaken en de Nationale Mededingingsautoriteit (NMa). Thermo Bello heeft zich bij de voorbereiding van de uitvoeringsregels actief opgesteld, met als inzet om ontwikkelingsruimte voor lokale duurzame energiebedrijven te behouden. De Warmtewet geeft de overheid drie instrumenten om invloed uit te oefenen op warmteproducerende energiebedrijven: een vergunningsplicht, een Redelijke Prijs en een Maximum Prijs. De Warmtewet is bedoeld om consumenten te beschermen tegen monopoliemacht van warmtebedrijven. De uitvoering van de Warmtewet is zo vormgeven dat de grote warmtebedrijven er goed mee kunnen leven. Ofwel: de wet is niet zo bedreigend meer voor de 28
Thermo Bello heeft niet alleen principiële maar ook praktische bezwaren tegen uitvoering van de Redelijke Prijs, vanwege de systematiek die wordt voorgesteld om de Redelijke Prijs vast te stellen en te handhaven. Dat brengt Thermo Bello en andere lokale duurzame energiebedrijven in een administratief keurslijf dat is ontworpen voor grote energiebedrijven. Dat administratieve kader past niet omdat het te veel op de kosten in het verleden is gericht, en een voor de bedrijfsvoering nutteloze uitsplitsing vraagt van kosten voor warmteproductie, transport en levering. Daarnaast leidt het niet tot een waarheidsgetrouw beeld van de werkelijke kosten omdat er standaardkosten (norm) worden opgelegd die kunnen afwijken van de werkelijke kosten. De systematiek schept het risico dat lokale duurzame energiebedrijven geen kostendekkend tarief in rekening mogen brengen. Twee concrete voorbeelden illustreren het bezwaar dat de systematiek Thermo Bello in een slecht passend keurslijf dwingt. Thermo Bello wil in de tariefstructuur de verhouding tussen GJ-Prijs en Vastrecht zodanig instellen dat klanten een financiële prikkel ervaren om energie te besparen. Dat is ook in overeenstemming met overheidsdoelstellingen om energiegebruik in bestaande bouw te reduceren. De verdeling van leveringsonafhankelijke en leveringsafhankelijke kosten (LOK en LAK) maakt dit onmogelijk, want deze systematiek leidt tot een sterke verhoging van het vastrecht. Daarnaast zet Thermo Bello zich in om klanten te begeleiden bij energiebesparing, en het zou de kosten die het daarbij maakt graag in het tarief willen verwerken. Dat kan niet omdat warmtebedrijven niet worden geacht zulke diensten te verrichten. Beide voorbeelden laten zien dat de voorgestelde systematiek de ruimte sterk beperkt die Thermo Bello als integraal werkend duurzaam energiebedrijf nodig heeft om ambities op het gebied van energiebesparing te realiseren. Wat zijn de financiële risico’s voor de aandeelhouders/ certificaathouders?
Aandeelhouders/certificaathouders zijn kapitaalverstrekkers en hun risico is dat het kapitaal in waarde daalt of dat het geen inkomsten genereert. Een ander risico is dat ze het kapitaal er moeilijk uit kunnen halen, als ze
het op enig moment voor een ander doel willen inzetten. Een korte toelichting van de risico’s: 1. De waarde van de aandelen/certificaten van aandelen daalt. Voor de stichting administratiekantoor en de certificaathouders is het grootste risico dat zij de waarde van het ingelegde kapitaal geheel of gedeeltelijk verliezen. Om dat risico te verminderen, heeft het stichtingsbestuur dat de certificaathouders vertegenwoordigt, verschillende mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de directie van de besloten vennootschap. Heel belangrijk is ook de formule van waardebepaling van de certificaten. Dat heeft Thermo Bello in het huishoudelijk reglement van de stichting administratiekantoor vastgelegd. Voor de fiscus zijn heel veel verschillende methoden acceptabel, zoals op basis van de intrinsieke waarde en de rentabiliteit, alleen het rendement (contante waarde van toekomstige dividendstromen) of de discount cashflow-methode. Ten slotte is van belang welk deel van de inleg nominaal en welk deel als agioreserve wordt aangemerkt. Bij Thermo Bello zijn aanvankelijk 18000 aandelen van 1 euro uitgegeven. Bij de oprichting van de stichting administratiekantoor was door kapitaalverstrekkers € 150.000,- ingelegd. Er is besloten om niet voor € 132.000,- nieuwe aandelen uit te geven en die vervolgens te certificeren voor de nominale waarde (van 1 euro per stuk). In plaats daarvan zijn 600 certificaten van aandelen uitgegeven voor € 250,- per stuk, waarvan € 30,- nominaal en € 220,- agio. Dit heeft voor de kapitaalverstrekkers als voordeel dat als de nominale waarde daalt, de certificaatwaarde als geheel redelijk op niveau blijft door het relatief grote agiodeel. 2. Er is geen dividend. Kapitaalverstrekkers zijn beleggers in een risicodragende onderneming. Vooraf kunnen geen harde afspraken worden gemaakt over een dividenduitkering. Ook in een bestuursreglement dividendbeleid blijft het uitgangspunt dat er alleen dividend uitbetaald kan worden als er winst wordt gemaakt. De kapitaalverstrekkers lopen dus het risico dat er geen dividend wordt uitbetaald. In het eerste bedrijfsplan (mei 2008) werd 29
voorgesteld om het dividend te maximeren op 5,5%, niet veel meer dan een goed rentetarief. Het doel van dit voorstel was om de mogelijke spanning tussen klanten en kapitaalverstrekkers, een laag warmtetarief of een goede kapitaalvergoeding, in de kiem te smoren. Gaandeweg is duidelijk geworden dat op risicodragend kapitaal een hogere kapitaalvergoeding gerechtvaardigd is. De ontwikkeling van de Warmtewet speelt in het denken over een redelijke kapitaalvergoeding ook een rol. 3. Het risico dat de certificaten onverkoopbaar zijn. Thermo Bello is niet beursgenoteerd en de certificaten van aandelen zijn alleen verhandelbaar binnen de categorie waarin ze zijn uitgegeven. Certificaten zijn per definitie slecht verhandelbaar. Wat ze beter verhandelbaar maakt, is als er een stabiel dividend uitbetaald wordt. Daar is op voorhand niets met zekerheid over te zeggen, maar door het maken van een bestuursreglement dividendbeleid wordt dit risico wel minder. Wat zijn organisatorische risico’s?
De organisatorische risico’s gaan over de capaciteiten van mensen in de posities waarin ze zitten, en over het vermogen van de organisatie om geschikte mensen te vinden of op te leiden voor bepaalde taken. Het volgende kan organisatorisch misgaan: 1. Er zijn geen geschikte mensen voor de beschikbare posities te vinden. In het geval van Thermo Bello is het gelukt om uit een totaal van 250 huishoudens voldoende geschikte mensen te vinden voor de directie, het technisch team en voor de stichting administratiekantoor. Maar het is geenszins vanzelfsprekend dat er altijd geschikte wijkbewoners beschikbaar zullen zijn voor deze posities. Voor de Raad van Commissarissen zijn mensen van buiten de wijk aangetrokken.
30
2. Er zijn meer taken dan mankracht. Thermo Bello heeft een kleine betaalde staf, van een directeur en een beheerder van het warmtestation, en veel taken liggen bij professionals buiten de wijk. De directeur van zo’n kleine organisatie heeft een goed klankbord nodig om met de beschikbare mensen de organisatie op te bouwen. In het geval van Thermo Bello is dat klankbord ingevuld met een directie bestaande uit drie personen, van wie twee gepensioneerde senioren met veel werk- en levenservaring, die zich grotendeels onbezoldigd hebben ingezet. Deze directieleden hebben zich tezamen met andere gepensioneerde wijkbewoners eveneens ingezet in het technisch team. 3. Mensen voeren een taak niet goed uit. Dit speelt bij iedereen − bij professionals en bij vrijwilligers. Mensen maken fouten, en tot op zekere hoogte mag dat ook. Om het risico op (dure) fouten te voorkomen, willen we graag dat mensen samenwerken met mensen die een goed niveau van kennis en ervaring hebben, en aan
wie bepaalde taken kunnen worden toevertrouwd. In het geval van Thermo Bello is de werking van de techniek het meest kritische punt van de organisatie en was het onderhoud uitbesteed aan externe professionals. De installatie werkte verre van optimaal, maar dat bleek voor de overname door Thermo Bello ook niet verwacht te worden. Het warmtestation had geen machinist. Het technisch team van Thermo Bello heeft door zich in de installatie te verdiepen, zichzelf opgeleid voor de functie van machinist. Met een goede machinist valt heel veel te besparen op de kosten, zo is gebleken. 4. Men kan niet goed omgaan met verandering. De enige zekerheid die we hebben, is dat er constant verandering is. Hoe gaan we daarmee om? Thermo Bello is bijna vanaf de start intensief bezig met uitbreidingsplannen om nieuwe gebouwen in de wijk te kunnen aansluiten. Door het zoeken naar een kapitaalverstrekker daarvoor zijn nieuwe perspectieven ontstaan op de organisatieontwikkeling. Door de inbreng van DEC is in 2010 is een investering gedaan in uitbreiding van het hoofdtransportnet om een nieuw schoolgebouw te kunnen aansluiten. Bij verdere toename van de warmtevraag wordt de volgende uitdaging om de productiecapaciteit uit te breiden. Wat zijn sociale risico’s?
onnauwkeurige schattingen van het jaarverbruik, niet-functionerende warmtemeters, slecht functionerende verwarmingsinstallaties in woningen en gebouwen, en serieuze warmteverliezen in kruipruimtes. Er is met de betrokken klanten een persoonlijk klantcontact opgebouwd om de problemen op te lossen. In 2009 en 2010 is samen met een werkgroep organisatieontwikkeling Thermo Bello gewerkt aan aanpassing van de BV-statuten, de oprichtingsakte, administratievoorwaarden en huishoudelijk reglement van de stichting administratiekantoor. In deze documenten liggen de spelregels vast waarmee in de toekomst gezamenlijke besluiten genomen kunnen worden over belangrijke zaken. We hopen dat het met deze spelregels zal lukken om draagvlak te houden in de wijk voor Energiebedrijf Thermo Bello. Halverwege 2010 dienden vijf klanten een verzoek in tot het beëindigen van de levering door Thermo Bello. Zij kwamen tot de ontdekking dat aardgas nog steeds de goedkoopste bron is om een woning te verwarmen, en besloten af te haken in het gezamenlijke traject van omschakeling naar duurzame energie. Dit betekende een gevoelige tegenslag. Het signaal dat ervan uitgaat is in elk geval dat duurzame energie voor een aantal bewoners niet te veel mag kosten.
Een wijkenergiebedrijf stelt de sociale verbanden in de wijk op de proef. De toekomst zal leren of de wijkbewoners en zakelijke gebruikers blijvend bereid en in staat zijn om het energiebedrijf te dragen. In de voorbereidende fasen (verkenning, haalbaarheidsonderzoek en ontwikkeling van het bedrijfsplan en meerjaren-exploitatiebegroting) zijn veel wijkbewoners actief betrokken geweest. Dat heeft geleid tot de oprichting van Thermo Bello en de overname van het warmtenet. In 2009 werden de wijkbewoners klant, de betrokken klanten ook kapitaalverstrekker, en ondervond Thermo Bello zijn vuurdoop met een aantal serieuze problemen rond
31
8. Communicatie en planning
Het grote voordeel van een lokaal energiebedrijf is dat de klanten makkelijk contact kunnen leggen met mensen die taken uitvoeren in de onderneming, omdat deze mensen op loopafstand wonen en werken. In vergelijking met de anonieme doorkiescentrales van grote energiebedrijven wordt dat als een verademing ervaren. Communicatie betekent in verbinding zijn. De verbinding heeft een doel, bijvoorbeeld afstemming over intenties, doelen en middelen gericht op een tastbaar resultaat. Meestal niet zo expliciet is dat in verbinding zijn ook vraagt om saamhorigheid, veiligheid, aanmoediging of bevestiging. Dat vraagt om interesse en een luisterende houding. Dit alles kan het beste in een gesprek waarin mensen elkaar door middel van woorden en lichaamstaal kunnen ontmoeten. Een-op-een-gesprekken zijn in veel gevallen te tijdrovend, en voor het delen van informatie niet altijd het beste middel. In de ontwikkeling van Thermo Bello zijn groepsbijeenkomsten, telefonische gesprekken, e-mails, nieuwsbrieven en een website ook heel nuttige communicatiemiddelen gebleken. In spannende situaties is goede communicatie cruciaal geweest voor de ontwikkeling van Thermo Bello. Hieronder volgen enkele situaties waarbij wordt aangeven wat er toen door middel van communicatie is gebeurd. Deze situaties zijn achteraf gezien de mijlpalen in de ontwikkeling van Thermo Bello geweest:
Wijkbijeenkomst in november 2007
In het begin van 2007 had de vraag van Vitens of de wijkbewoners belangstellend waren om het warmtenet over te nemen de Werkgroep Energie en Installaties bereikt en was een projectteam geformeerd om de mogelijkheden te verkennen. In november 2007 organiseerde het projectteam een wijkbijeenkomst om de uitkomsten van de verkenning te schetsen en om het draagvlak in de wijk te peilen. De bijeenkomst werd gehouden in het Kwarteel, een bewonersgroep van senioren waarin zowel twee leden van het projectteam wonen alsook een groep mensen die heel veel vragen bij en weerstand tegen een energiebedrijf had. Een spannende bijeenkomst, die balanceerde tussen hoop en vrees. De hoop werd vertegenwoordigd door het projectteam en door een expert van buiten de wijk, Pauline Westendorp, die vertelde over haar ervaringen elders in Nederland met de oprichting van lokale duurzame energiebedrijven. Zij liet zien dat het wel vernieuwend en uitdagend is, maar dat het wel kan. De vrees kwam naar boven in een hele berg vragen van wijkbewoners 33
over allerlei mogelijke risico. In de bijeenkomst werden al die vragen geïnventariseerd. Daarbij werden de mensen bevestigd dat de vragen gerechtvaardigd waren en dat hoewel nog niet alle vragen op dat moment beantwoord konden worden, ze in het haalbaarheidsonderzoek meegenomen zouden worden. Er was ook ruimte voor emotie. Een boze wijkbewoner zei: ‘Mijn core business is oud worden en hier ben ik te oud voor.’ Wat uiteindelijk heel belangrijk is geweest in de communicatie is dat het projectteam op dat moment geen toestemming vroeg voor overname, maar om instemming met grondig vervolgonderzoek, een echt haalbaarheidsonderzoek, waarbij de uitkomst daarvan in het ongewisse werd gelaten. Sterker nog, er werd door het projectteam erkend dat de uitkomst van het haalbaarheidsonderzoek zou kunnen zijn: dit moeten we niet doen samen. Tevens werd de oproep gedaan om bij het haalbaarheidsonderzoek betrokken te zijn, om de vele vragen samen te beantwoorden. Door deze opstelling werd momentum gecreëerd voor de oprichting van de ontwikkelingsvereniging, de VOEW.
werd van afgezien, en dat is cruciaal geweest om de mogelijkheid open te houden van een onverwachte en ongewenste negatieve uitkomst van het haalbaarheidsonderzoek. Het hield de focus van wijkbewoners gericht op de onderzoeksfase waarin het initiatief op dat moment was, en weg bij het verlangen naar de vervolgfase.
Oprichtingsbijeenkomst VOEW januari 2008
Clash tussen wijkbestuur en projectteam in maart 2008
De wijkbijeenkomst had duidelijk gemaakt dat er nog onvoldoende draagvlak was in de wijk voor overname van het warmtenet. Vitens hield druk op de ketel en wilde op 1 juli 2009 het warmtenet kunnen overdragen. Het projectteam besloot het proces te versnellen door een ontwikkelingsvereniging voor de exploitatie van het warmtenet op te richten, met als enige doel om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Dit doel werd niet door iedereen gedeeld, want een deel van de bewoners wilde het doel verruimen tot het oprichten van een lokaal duurzaam energiebedrijf. Daar
De communicatie tussen het wijkbestuur en het projectteam verliep moeizaam. Dat had verschillende redenen, maar allereerst een formele. De vraag voor het wijkbestuur was namelijk wie verantwoordelijk was voor het initiatief. De Bewonersvereniging was formeel contractpartner in de raamovereenkomst warmtevoorziening, en het BEL-bestuur had het verzoek van Vitens in eerste instantie bij de Werkgroep Energie en Installaties neergelegd. Het wijkbestuur had de werkgroep een mandaat gegeven om de mogelijkheden te verkennen, maar zij voelden zich wel eindverantwoordelijk. Die verantwoordelijkheid werd ook bevestigd omdat Vitens wilde dat de contractpartners in de raamovereenkomst een intentieverklaring zouden ondertekenen. Het wijkbestuur moest dus een positie innemen, wetend dat de wijk verdeeld was, en zonder zelf de regie in handen te hebben. Het wijkbestuur werd hier nerveus van. Een aantal bestuurders is er inhoudelijk flink ingedoken, wat leidde tot stevige onderhandelingen met het projectteam over het programma van
34
Bewoners konden lid van de VOEW worden voor €7,50 per jaar, en deelnemen in werkgroepen: organisatieontwikkeling, financiën, techniek en communicatie. Niet alleen voorstanders van het initiatief werden lid van de vereniging, maar ook bewoners die heel erg sceptisch waren over de haalbaarheid ervan. In de VOEW, die als snel 68 leden telde, was heel veel kritische massa gebundeld. Ongeveer twintig bewoners werden actief in de werkgroepen, en de algemene bijeenkomsten die met een frequentie van eens per maand werden georganiseerd waren steeds ongeveer vijfentwintig mensen aanwezig om de vorderingen van de verschillende werkgroepen te delen.
eisen voor een wijkenergiebedrijf. Er werd samengewerkt aan verschillende versies van de intentieovereenkomst, maar de spanning liep op en uiteindelijk was er geen gesprek meer mogelijk. De intentieovereenkomst is nooit getekend, en Vitens zag ervan af dat van het wijkbestuur te verlangen. De intentie om serieus werk te maken van een haalbaarheidsonderzoek werd niet op briefpapier van de Bewonersvereniging maar in de praktijk van de VOEW voldoende zichtbaar voor Vitens. Terugkijkend kunnen we vaststellen dat de hamvraag voor het wijkbestuur wie verantwoordelijk was voor het initiatief, beantwoord moet worden met: de initiatiefnemers.
De initiatiefnemers vormden een projectteam dat autonoom opereerde en zich aan het mandaat van het wijkbestuur onttrok. Zij vroegen niet eens om een mandaat, ze gaven het zichzelf. Het wijkbestuur had hier grote moeit mee. De samenwerking met het wijkbestuur − hoe moeizaam ook − heeft wel heel veel duidelijkheid opgeleverd over de uitgangspunten, het programma van eisen voor het wijkenergiebedrijf. Terugkijkend is het heel nuttig geweest. De relatie tussen wijkbestuur en projectteam ontspande weer toen bleek dat het BEL-bestuur de verantwoordelijkheid voor het initiatief niet hoefde te dragen. Er werd overeenstemming bereikt over de besluitvormingsprocedure in de algemene ledenvergadering. Ook hielp het dat twee andere betrokken wijkbewoners vanuit de VOEW een serieus en open gesprek voerden over een aantal uitgangspunten die voor het wijkbestuur heel belangrijk waren. Gesprek tussen projectteam en Vitens in oktober 2008
Eind mei 2008 werd het eerste bedrijfsplan gepresenteerd. Een enquête werd rondgestuurd aan alle wijkbewoners met de vraag of het bedrijfsplan voldoende vertrouwen bood om een volgende fase in te gaan: de bedrijfsontwikkeling. Toen half juni de respons overwegend positief was, kon de deadline van Vitens van 1 juli van tafel. De nieuwe deadline werd gesteld op 1 januari 2009. In oktober 2008 zat het projectteam bij Vitens aan tafel voor een afrondend gesprek over de samenwerkingsovereenkomst om het warmtenet op 1 januari 2009 te kunnen overnemen. Het projectteam was er nog niet klaar voor omdat er nog een aantal onduidelijkheden waren. De wijk moest nog instemmen met de overname. Op 18 november was de Algemene Ledenvergadering van de bewonersvereniging gepland. Maar belangrijker nog voor het projectteam was dat de cijfers van de meerjaren-exploitatiebegroting niet hard genoeg waren. Daardoor durfde het projectteam de verantwoordelijkheid voor de overname en de overnamesom nog niet te nemen. Het is cruciaal geweest dat het gevoel van onzekerheid van het projectteam op tafel is gebracht, en serieus is genomen door de regiodirecteur van Vitens. Vitens was er ook nog niet helemaal klaar voor, want de registratie van het warmtenet bij het kadaster vroeg meer tijd dan ingeschat. En de Gemeente Culemborg had ook 35
meer tijd nodig voor de besluitvorming over een bankgarantie. Er werd besloten om de overname in twee stappen uit te voeren. Een technische overname vanaf 1 januari waarbij Vitens eindverantwoordelijk bleef voor de installatie en de ledenadministratie. Een volledige overname van het eigendom en de rechten en plichten behorend bij het warmtenet per 1 april 2009. De definitieve beslissing over de overnamesom werd uitgesteld om nog wat meer tijd hebben om de cijfers van de exploitatiebegroting harder te maken.
daarna werden de voorstellen in stemming gebracht. De leden hadden een stemkaart die ze omhoog moesten houden. Er waren 73 stemmen voor overname, 2 tegen en 6 onthoudingen. Een overweldigende meerderheid van dezelfde orde stemde ook voor de andere twee voorstellen.
Besluitvorming over de oprichting van Thermo Bello op 18 november 2008
Aan de leden van de bewonersvereniging werden drie vragen ter besluitvorming voorgelegd. De uitnodiging was uitgegaan als een oproep voor een formele besluitvormende algemene ledenvergadering van de bewonersvereniging. Beeldvorming en oordeelvorming was ervoor gepland. Alle informatie was beschikbaar op de website van de VOEW. En op 28 oktober had nog een laatste wijkbijeenkomst plaatsgevonden, waarin mensen vragen konden stellen om zich een oordeel te vormen over de voorliggende besluiten: 1. Een besluit om in te stemmen met overname van het warmtenet door Energiebedrijf Thermo Bello i.o. 2. Een besluit om in te stemmen met aanpassing van de Raamovereenkomst Warmtevoorziening Lanxmeer, zodanig dat de verantwoordelijken van Vitens ten aanzien van warmtelevering worden overgenomen door Energiebedrijf Thermo Bello i.o. 3. Een besluit om € 3.000,- die de Bewonersvereniging van de werkgroep Energie en Installaties ontvangt plus € 3.000,- uit eigen middelen van de BEL (totaal € 6.000,-) aan te wenden voor de oprichting van Energiebedrijf Thermo Bello i.o. De besluitvoorstellen werden nog wel uitgebreid toegelicht door de voorzitter van de VOEW, en er werden nog wel wat vragen toegestaan, maar 36
Op 27 november 2008 hebben de drie leden van het projectteam, Energiebedrijf Thermo Bello formeel opgericht.
Oprichtingsdag 1 april 2009
Met Vitens was afgesproken het formele moment van overdracht te vieren met alle betrokkenen. Na het ondertekenen van de verschillende overnameakten werd in een vergaderzaal een woordje gedaan door de betrokken wethouder, de regiodirecteur van Vitens en de algemeen directeur van Thermo Bello. Daarna werd de overname symbolisch uitgevoerd, door het blauwe water van Vitens van kleur te laten veranderen in rood verwarmingswater van Thermo Bello. Een betrokken wijkbewoner had ingenieus een u-vormige installatie gevuld met water gebouwd, waarbij het water van kleur veranderde door aan een hendel te trekken. Tijdens een receptie met bijzondere hapjes en drankjes werden de glazen geheven en werd getoast op Energiebedrijf Thermo Bello.
energiebedrijf’ en ‘Wijk koopt warmtevoorziening van Vitens.’ In de tekst van het persbericht werd ook verteld dat Thermo Bello een voorbeeld is van een Nieuw Nutsbedrijf dat succesvol kan zijn door lokaal aanwezige ecologische, menselijke en financiële vermogens optimaal te benutten. In overleg met InnovatieNetwerk werd het persbericht gestuurd naar een geselecteerde groep van vooral regionale media. Er waren diverse media (radio, kranten en regionale tv) die er aandacht aan schonken. Het netwerk van lokale duurzame energiebedrijven organiseerde die dag in hetzelfde gebouw een netwerkbijeenkomst, en die deelnemers droegen ook bij aan de feestvreugde. Gesprek met wijkbewoners over de eindafrekening van Vitens
Begin april waren de meterstanden op 31 maart 2009 doorgegeven aan Vitens voor de eindafrekening. De eindafrekening viel niet overal even goed. Want een aantal woningen had drie stookseizoenen een te laag voorschot betaald, en werd nu overrompeld met een enorme naheffing. Binnen een paar dagen zat de directie van Thermo Bello met de betrokken bewonersgroep om de tafel om de oorzaken van het verschil tussen de schatting en het werkelijk verbruik te onderzoeken. De groep bewoners heeft vervolgens zelf een weekmonitoring opgezet om het werkelijke verbruik te meten en met elkaar te vergelijken, en om actie te ondernemen om het verbruik te verminderen. Thermo Bello heeft de groep bewoners geholpen om een betalingsregeling te treffen met Vitens. Plannen en planten
De oprichting van Energiebedrijf Thermo Bello en de overname was in een persbericht naar buiten gebracht, met de kop: ‘Bewoners starten eigen
Het ontwikkelingsproces dat Thermo Bello heeft doorgemaakt, was vooraf niet precies te plannen omdat door een groep wijkbewoners met Vitens een onbekende weg was ingeslagen. Er zijn wel fasen te onderscheiden: verkenning, haalbaarheidsonderzoek, bedrijfsontwikkeling en opstart. We hebben gezien dat het belangrijk is om in elk van die fasen de focus te houden op wat er dan gedaan moet worden, en die fase ook goed 37
af te ronden met een helder overgangsmoment (mijlpaal). Dan kunnen mensen die minder nauw betrokken zijn, de aansluiting houden. Maar de tijd die het ontwikkelingsproces nodig had, was op voorhand moeilijk vast te stellen. Het is als het planten van een zaadje van een onbekende plant. Je weet niet precies wanneer het ontkiemt, hoe snel het wortelt en groeit en wanneer het gaan bloeien. Het enige dat je als verantwoordelijke voor het zaadje kunt doen, is het goed verzorgen en zo gunstig mogelijke omstandigheden scheppen voor de ontkieming, worteling, groei en bloei. Vitens had echt haast om het warmtenet over te dragen, maar heeft geaccepteerd dat de overdracht niet op 1 juli 2008 maar op 1 april 2009 plaatsvond. Het initiatief, het zaadje, had meer tijd nodig om in EVA-Lanxmeer te ontkiemen, wortelen en groeien.
38
9. Financiën
Een heel belangrijk deel van het werk voorafgaand aan de overname was het maken van een meerjaren-exploitatiebegroting met een duur van 10 jaar. Onderstaande technische en financiële kengetallen heeft Thermo Bello na een jaar werken vastgesteld. In de aanloop naar de overname heeft Thermo Bello deze kengetallen zo goed mogelijk proberen in te schatten. Hoewel Vitens al vanaf 2002 met warmtevoorziening in EVA-Lanxmeer bezig was, beschikte het bedrijf niet over deze kengetallen. De technische kengetallen over 2009 zijn als volgt:
De financiële kengetallen van Thermo Bello over 2009 zijn als volgt. Verlies- en winstrekening Bruto Winst Omzet
€ 241.300
Inkoopkosten gas
€ 37.762
Inkoopkosten elektriciteit
€ 91.188
Incassokosten
€
Totaal Bruto Winst
€ 107.495
4.855
Operationele kosten Warmteproductie, -distributie en -levering
Personeel
€ 62.481
Particuliere klanten
175
Machinekosten
€ 21.507
Zakelijke klanten
7
Huisvesting
€
4.840
Warmteopwekking
10607 GJ
Kantoor
€
3.557
-Warmtelevering
9104 GJ (85,8% van de warmteopwekking)
Algemeen
€
9.385
-Warmteverliezen
1503 GJ (14,2% van de warmteopwekking)
Rente
€
5.829
Elektraverbruik
809.168 kWh
Afschrijvingen
€
5.892
-Warmtepomp
78% van het elektraverbruik
Totaal Operationele kosten
€ 113.491
-Distributiepomp
22% van het elektraverbruik
Aandeel warmtepomp in warmteopwekking
85,5%
Operationeel resultaat
€
Berekende gemiddelde COP-warmtepomp
4,04
Gasverbruik
54.138 m³
Aandeel gasketels in warmteopwekking
14,5%
-5.995
39
De balans op 31 december 2009 is als volgt: Balans Leidingnetwerk
€ 102.363
Installaties uit overname
€ 44.993
Nieuwe installaties (w.o zonnepanelen)
€ 25.836
Totaal vaste activa
€ 173.192
Vlottende activa Onder handen werk
€ 16.097
Debiteuren
€
Overlopende vorderingen
€ 19.092
Totaal vlottende activa
€ 35.385
Liquide middelen
€ 89.584
Totaal Activa
€ 298.161
196
Passiva Eigen vermogen
€
7.567
Eigen vermogen in de vorm van achtergestelde € 74.500 renteloze leningen (strikt genomen nog als langlopende schuld op de balans) Langlopende schulden (overige leningen)
€ 142.000
Kortlopende schulden
€ 74.094
Totaal Passiva
€ 298.161
40
Summary
Thermo Bello: Energy for the neighbourhood – New Utilities in Practice Gerwin Verschuur, Thermo Bello InnovationNetwork Report No. 10.2.242, Utrecht, The Netherlands, September 2010. Energy company Thermo Bello is a New Utility Company. It was set up in November 2008 by a small group of neighbourhood residents with the approval of the members of the residents’ association to take over an existing heating network from water company Vitens. In January 2009 it started delivering low-temperature heating water for space heating to residents and business users in the EVA-Lanxmeer neighbourhood in Culemborg. Thermo Bello can and wants to serve as an example for initiatives elsewhere in the Netherlands. The example cannot be exactly replicated because Vitens has no further heating networks for sale in the Netherlands. This publication is intended to share the acquired knowledge and experiences with people already involved in, or seeking to become involved in, local energy generation. This could be a group of entrepreneurial neighbourhood residents or an association, business, housing association, municipality or provincial authority with ambitions in this field. The knowledge and experiences that Thermo Bello has acquired sprang from questions that demanded answers. These answers play a central role in this publication because we expect that similar questions will need to be addressed when creating sustainable local energy companies in the future.
The chapter on backgrounds answers questions about the reasons for setting up a local energy company in Culemborg, both from the perspective of neighbourhood residents and from the perspective of water company Vitens. In the chapter on objectives, supply and demand we describe the objectives, customer groups and products of Thermo Bello. Thermo Bello is an energy company that started to supply district heating in the EVA-Lanxmeer neighbourhood, with the ambition to reach across the boundaries of the neighbourhood in order to make a contribution towards the development of local sustainable energy companies in which end users have an active say. The chapter on organization looks at the requirements that the energy company had to meet in order to gain sufficient support in the neighbourhood. We answer questions about the legal form, control, key positions, supervision, involvement of neighbourhood residents and the division of tasks and responsibilities. In the chapter on district heating technology we give answers to basic questions about heat production, transportation and supply. Thermo Bello produces low-temperature heating water by extracting heat from drinking water using a heat pump. This heating water is transported through underground pipelines, while the cooled-down water is returned through pipelines in the opposite direction to the heating station. The efficiency of the heat pump is the most important factor for the profitability of the energy company. The chapter on the ownership of the network and energy equipment provides answers to questions about the ownership and valuation of the 41
heat source, the installations in the heating station and the pipeline system. In the chapter on risks we deal with the technical, financial, organizational and social risks. Risks relating to the introduction of the District Heating Act are also discussed. Thermo Bello has taken a standpoint on the draft implementing rules of the District Heating Act as drawn up by the Netherlands Competition Authority (NMa) and the Ministry of Economic Affairs. The chapter on communication and planning describes the development of Thermo Bello over time on the basis of several milestones. In this connection, we consistently show how the initiators liaised and communicated with the local residents or with the regional director of Vitens in order to continue making progress together. Good communication was key in enabling the initiators to take optimal advantage of local knowledge and financial resources. The chapter on finance provides a summary of the technical and financial key data of Thermo Bello’s first year (2009), without explanatory notes.
42