Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project Bureau TOP
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Inhoudsopgave Pagina Brief aan de leerkracht Leeswijzer
4 5
Theorie De techniekles Het vierjarenplan De begeleiding van de Techniek Coach Afspraken en voorbereiding
6 11 12 13
Praktijk Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 Suggesties voor integratie
Bijlagen Samenwerkingsovereenkomst Lijst met websites
3
17 34 54 76 92
108 109 113
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Brief aan de leerkracht Bureau TOP Frankrijklaan 10-A 2391 PX Hazerswoude-Dorp
[email protected]
Beste leerkracht,
Uw school maakt gedurende vier jaar gebruik van de ondersteuning van een Techniek Coach met als doel dat u over vier jaar zelf de technieklessen kunt gaan geven. Ter ondersteuning is deze handleiding voor u geschreven. In de handleiding vindt u allerlei informatie over het traject en de technieklessen. Om te beginnen is het handig alvast iets te weten over de wederzijdse verwachtingen. Wat kunt u van de Techniek Coach verwachten? De begeleiding van de Techniek Coach is vooral gericht op het ontwikkelen van een goed gevoel bij het geven van een techniekles. Vanwege het feit dat de Techniek Coach veelal een technische achtergrond heeft en geen pedagogisch-didactische, zal het accent van de coaching op de techniek liggen. Alles in goed overleg. Wat mag Techniek Coach van u verwachten? Het zelfstandig geven van een techniekles is geen automatisme. Het gaat om nieuwe kennis en vaardigheden. De Techniek Coach verwacht daarom van u een actieve (leer-) houding. Gezamenlijk maakt u afspraken over de invulling van het 4-jarenplan. Dat vergt de nodige voorbereiding, oefening en reflectie. Een belangrijk reflectief moment is de nabespreking van de les en het maken van afspraken voor het vervolg, zodat de techniekles een vaste plek in uw onderwijs krijgt. Veel succes! Met vriendelijke groet,
Uw Techniek Coach
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
4
Leeswijzer De handleiding bestaat uit een theoretisch en een praktisch deel. In het theoretisch deel vindt u achtergrondinformatie over: •de techniekles: opbouw, duur, thema’s, doorlopende leerlijn (hoofdstuk 1) •het 4-jarenplan (hoofdstuk 2) •de begeleiding van de Techniek Coach (hoofdstuk 3) •afspraken en voorbereiding van de techniekles (hoofdstuk 4) In het praktijkgedeelte vindt u: •specifieke informatie voor uw eigen groep •een standaard lesbeschrijving voor uw eigen groep •de uitwerking van de praktische opdrachten per groep •suggesties voor integratie met andere vakken In de bijlage vindt u nog: •de samenwerkingsovereenkomst •internetadressen voor meer informatie en ideeën
5
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 1.
De techniekles Hoe is de techniekles opgebouwd? De opbouw van de techniekles is voor de groepen 5, 6 en 7 anders dan in groep 8. Voor de groepen 5, 6 en 7 bestaat de techniekles uit drie onderdelen: •inleiding •video en •doe-opdrachten De techniekles in groep 8 bestaat alleen uit doe-opdrachten. Inleiding In het inleidende praatje behandelt u per groep twee thema’s (behalve in groep 8). Om de aandacht van de kinderen te bewaren is het de kunst de inleiding niet langer te laten duren dan maximaal 45 minuten. Enkele tips: •Houd flink tempo. In de standaard lesvoorbereiding is weinig ruimte voor het uitlopen van tijd. •Gebruik afwisselende werkvormen. Video De techniekles voor de groepen 5 t/m 7 bevatten ieder een eigen video die past bij het centrale thema van de groep. Dit onderdeel duurt ongeveer 20 minuten. Doe-opdrachten Iedere groep bestaat uit een flink aantal uitdagende opdrachten waar de kinderen voor kunnen kiezen. Zij maken daarbij gebruik van een werkboek.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
6
Welke thema’s staan centraal? In de groepen 5, 6 en 7 staan per groep 2 thema’s centraal in de inleiding. Groep 5 •Bewustwording van techniek om ons heen/waar is het van gemaakt? •Een eenvoudige stroomkring Groep 6 •Verbindingen en bevestigingsmiddelen •Magnetisme Groep 7 •Metalen en constructies •Elektriciteit Groep 8 •De werkplaats Dit thema is gekozen als ‘grande finale’ na het doorlopen van het 4-jarenplan. In deze afsluitende les verwerken de kinderen de opgedane kennis en vaardigheden, waarvan de basis is gelegd in de groepen 5, 6 en 7.
7
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Welke plek hebben de technieklessen? In 2004 hebben het ministerie van OC&W en het bedrijfsleven gezamenlijk de ambitie uitgesproken om techniek op nationale schaal te verankeren. De ambitie is uitgewerkt in het Nationaal Actieplan VTB. De twee belangrijkste motieven: 1. Techniek is bij uitstek een middel om een moderne, aantrekkelijke en motiverende leeromgeving voor kinderen te maken. Een leeromgeving die alle competenties van kinderen aanspreekt en daardoor de beste basis kan bieden voor het vervolgonderwijs. 2. Het is van groot belang om al op de basisschool kinderen een realistisch beeld te bieden van techniek en technologie als belangrijk maatschappelijk fenomeen. Op basis daarvan kunnen kinderen een gefundeerde afweging maken over een bèta-/technische oriëntatie in het vervolgonderwijs. De kerndoelen Sinds maart 2006 zijn er nieuwe kerndoelen. Het aantal is teruggebracht van 115 naar 58. De scholen hebben tot augustus 2009 de tijd om de nieuwe kerndoelen in te voeren. In totaal zijn er zeven nieuwe kerndoelen natuur & techniek. Daarvan zijn er drie direct van toepassing op de technieklessen, te weten: 42. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 44. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. De ondersteuning van de Techniek Coach sluit om meerdere redenen perfect aan bij de landelijke ambities: 1a. De techniekles is zo ingericht dat het de kinderen uitdaagt. 1b. De techniekles spreekt meerdere competenties (niet alleen kennis, ook vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten) aan. 2a. De technieklessen van groep 5 t/m 8 geven de kinderen een realistisch beeld van techniek. 2b. Op basis van de technieklessen kunnen de kinderen een gefundeerde afweging maken voor het vervolgonderwijs.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
8
Hoe ziet de doorlopende leerlijn er uit? Alle opdrachten voor de groepen 5 t/m 8 hebben een relatie met de 4 domeinen: •constructie •transport en overbrengingen •productie •energie. Sommige opdrachten komen steeds op een moeilijker niveau terug in alle groepen. Voorbeelden hiervan zijn: •de fiets •verschillende stroomkringen van eenvoudig naar complex •constructies van voorwerpen van eenvoudig naar complex •metaalbewerking van eenvoudig naar moeilijk. De 4 domeinen 1. Constructie Demonteren en monteren, van eenvoudig naar complex. 2. Transport en overbrengingen De fiets. Van materiaalherkenning naar energieopwekking, overbrenging en tenslotte repareren. 3. Productie Materialen en gereedschappen. Van herkennen naar ontwerpen, naar maken, gebruiken en evalueren. 4. Energie Stroomkringen en energiebronnen combineren met constructies van eenvoudig naar complex.
9
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Doorgaande leerlijn in schema In dit schema staan de thema’s per domein uitgewerkt. Het vormt een overzicht van de leerlijn van groep 5 t/m 8.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
10
Hoofdstuk 2.
Het vierjarenplan De begeleiding van de Techniek Coach duurt vier jaar. Na die periode bent u in staat om de techniekles zelf te geven.
Hoe ziet het vierjarenplan er uit? Eerste jaar De Techniek Coach geeft de gastles, u volgt de les en doet mee.
Tweede jaar U neemt in overleg met de Techniek Coach onderdelen van de techniekles over.
Derde jaar U geeft de techniekles, de Techniek Coach volgt de les en doet mee.
Vierde jaar U geeft zelfstandig de techniekles, de Techniek Coach is op afstand beschikbaar.
11
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 3.
De begeleiding van de coach Wat kunt u van de Techniek Coach verwachten? De Techniek Coach streeft met zijn coaching twee doelen na. Aan het einde van het vierjarige project bent u in staat om: •zelfstandig techniekles te geven in de groep. •techniek te integreren in andere vakken. Denk aan: rekenen, taal en wereldoriëntatie. De coaching is vooral gericht op het ontwikkelen van een goed gevoel bij het geven van een techniekles. De Techniek Coach is daarbij gericht op het ontwikkelen van zelfstandigheid bij de leerkracht. Het accent van de coaching ligt overigens nadrukkelijk op de techniek. In de meeste gevallen heeft de Techniek Coach een technische achtergrond en geen pedagogisch-didactische. De Techniek Coach stimuleert u om zelf kritisch na te denken over het geven van technieklessen in de groep. In de nabespreking van de les wordt u zich bewust van de mogelijkheden en de eventuele drempels of belemmeringen. Samen met de Techniek Coach maakt u in voorbereiding op de les een duidelijke rolverdeling, zodat u kunt experimenteren en oefenen.
Wat mag de Techniek Coach van u verwachten? Om het beoogde resultaat (het zelfstandig geven van technieklessen en de integratie met andere vakken) te bereiken mag de Techniek Coach uiteraard ook iets van u verwachten. De Techniek Coach kan het niet alleen. Echte liefde komt van twee kanten! Om te beginnen verwacht de Techniek Coach dat u zich goed voorbereidt op de techniekles. Tijdens het eerste contact (een telefoongesprek of bespreking op school) maakt u goede afspraken. U geeft bijvoorbeeld zelf aan welk onderdeel van de les u voor uw rekening wilt nemen om te oefenen. Na de techniekles bespreekt u samen met de Techniek Coach de les. U kunt vervolgens zelf het initiatief nemen om de techniekthema’s in de praktijk toe te passen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
12
Hoofdstuk 4.
Afspraken en voorbereiding Waar maakt u afspraken over? Ruim voor aanvang van de eerste techniekles neemt de Techniek Coach contact op met de school voor een afspraak. Na afloop van de eerste les kan een overleg gepland worden met de techniekcoördinator en de leerkrachten van groep 5 t/m 8. De Techniek Coach: 1. geeft extra informatie over het project met behulp van deze handleiding 2. beantwoordt vragen 3. maakt duidelijke afspraken over het vervolg. De afspraken gaan onder andere over: •wederzijdse verwachtingen •de verplichte aanwezigheid van de leerkracht bij de techniekles •de datum, tijd en locatie van de techniekles per groep •de rolverdeling tussen de leerkracht en de Techniek Coach •de rol van de techniekcoördinator op school •de voorbereiding van de leerkracht •de ruimte waar de techniekles gegeven wordt •het nagesprek. De techniekcoördinator van de school maakt een verslag en stuurt dit per mail naar de Techniek Coach toe.
13
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoe bereidt u zich goed voor? Het is al eerder beschreven: het geven van een techniekles vraagt om nieuwe kennis en vaardigheden. Dat vergt een goede voorbereiding. Het maakt natuurlijk uit of u al eerder een techniekles heeft meegemaakt, maar al in het eerste jaar kunt u het een en ander doen: Voorbereiding eerste jaar: 1. Lezen van de handleiding 2. Formuleren van vragen aan de Techniek Coach 3. Nadenken over de eigen ondersteuningsbehoefte 4. Nadenken over integratiemogelijkheden van de techniekles met andere vakken (zie suggesties hoofdstuk 10) 5. Opdoen van ideeën m.b.v. het overzicht van websites in de bijlage. Voorbereiding tweede jaar Volgens het vierjarenplan is het dit jaar de bedoeling dat u zelf onderdelen van de techniekles voor uw rekening neemt. De voorbereiding die u kunt treffen: 1. 2. 3. 4. 5.
Lezen van de standaard lesbeschrijving voor uw groep Kiezen van een thema voor de inleiding Kiezen van de praktische opdrachten die u wilt begeleiden Het meenemen van een technisch voorwerp of afbeelding Afspraken maken over de rolverdeling: wie doet wat?
Voorbereiding derde jaar In het derde jaar is de voorbereiding gericht op het zelf geven van de techniekles. In samenspraak met de Techniek Coach kunt u uiteraard afspraken maken over de rolverdeling.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
14
Wat bespreekt u in het nagesprek? Na de techniekles deelt u samen met de Techniek Coach uw ervaringen in het nagesprek. Zie het als een soort reflectie om van te leren. De meeste gesprekken zullen spontaan verlopen, niet via een leidraad. Toch een aantal suggesties van vragen die u van de Techniek Coach kunt verwachten: Vragen in het eerste jaar De les •Wat heeft u gedaan in de voorbereiding? •Is de handleiding duidelijk en bruikbaar? De 1. 2. 3. 4.
leerlingen Hoe waren de reacties van de kinderen? Is dit een motiverende leeromgeving voor kinderen? Waarom? Wat hebben uw leerlingen ervan geleerd? Welke competenties (kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten) van de kinderen worden tijdens de techniekles aangesproken?
De leerkracht 5. Hoe heeft u de techniekles zelf ervaren? 6. Aan welke vorm van ondersteuning heeft u de meeste behoefte? Het vervolg 7. Heeft u zelf ideeën opgedaan om meer met techniek in uw onderwijs te gaan doen? Wat wel/niet? 8. Ziet u mogelijkheden om de technieklessen te integreren met andere vakken (rekenen, taal, wereldoriëntatie, …) 9. Heeft u concrete plannen om de komende periode zelf technieklessen te organiseren? Welke? 10. Welk onderdeel kunt u volgend jaar zelf voor uw rekening nemen?
15
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Vragen tweede en derde jaar Naast een herhaling van de vragen van het eerste jaar, ligt het accent in het tweede jaar nog meer op de eigen ervaring en ondersteuning: 1. Bent u tevreden over (het onderdeel van) de les die u heeft gegeven? 2. Wat vindt u dat heel goed ging? 3. Waarvan denkt u: ‘Dat had beter gekund?’ 4. Wat vond u echt moeilijk? 5. Heeft u nog vragen aan de Techniek Coach? 6. Zijn er dingen waarmee u geholpen zou willen worden?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
16
Hoofdstuk 5:
Groep 5 Algemeen Doel: Aan het eind van de les kunnen de kinderen: •Met voorbeelden uitleggen dat techniek zich overal om ons heen bevindt; •Benoemen van welke materialen technische voorwerpen worden gemaakt; •Een eenvoudige stroomkring maken. Naar keuze hebben de kinderen ervaring opgedaan met activiteiten rond de vier domeinen: constructie, transport en overbrenging, productie en energie. Naast het opdoen van technische kennis en vaardigheden is een belangrijk doel dat kinderen plezier beleven aan de techniekopdrachten. Thema’s: In groep 5 staan de volgende thema’s in de inleiding centraal: •Bewustwording van techniek om ons heen. Waar is het van gemaakt? •Een eenvoudige stroomkring Begeleiding In de praktijk is gebleken dat bepaalde activiteiten/opdrachten iets meer begeleiding vergen dan gemiddeld. Voor groep 5 zijn dat: Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht
3 4 7 10
– – – –
werken met metaaldraad fietsonderzoek constructie: een bakje monteren gereedschappen en materialen herkennen
Het is handig een extra begeleider bij de techniekles te betrekken (techniekcoördinator, stagiair, onderwijsassistent, ouder, opa).
17
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Duur van de opdrachten Naar schatting duren de opdrachten in groep 5 gemiddeld 10 – 15 minuten. Het is een richtlijn en een hulpmiddel om aan kinderen die langer bezig zijn met de opdracht te vragen hoe het gaat en/of wat ze moeilijk vinden. Opdracht 1. Elektriciteit: stroomkring maken 2. Elektrische apparaten in een huis 3. Werken met metaaldraad 4. Fietsonderzoek 5. Constructies 6. Constructie: een schip monteren 7. Constructie: een bakje monteren 8. Meten met een meetlat 9. Meten met een rolmaat 10. Gereedschappen en materialen herkennen 11. Zonnecellen
5 min.
10 min.
15 min.
Organisatie Als de kinderen in tweetallen werken aan 11 opdrachten, kunnen zeker 22 kinderen tegelijkertijd aan een opdracht werken (een aantal opdrachten kunnen uitgevoerd worden zonder materiaal of met behulp van het werkschrift). Voor grotere groepen zou dat betekenen dat kinderen moeten wachten. Een drietal oplossingsmogelijkheden: •Maak groepjes van 3 i.p.v. 2; •Zorg voor een parkeeropdracht, bijvoorbeeld een techniekopdracht waar kinderen met tussenpozen aan kunnen werken. De lijst met websites biedt genoeg aanknopingspunten; •Laat kinderen extra informatie (tekst, filmpjes, plaatjes) opzoeken over enkele techniekonderwerpen die aan bod komen of laat ze enkele oefeningen op internet doen (zie voor suggesties hoofdstuk 9.4) •Laat kinderen die moeten wachten, kijken hoe andere kinderen de opdracht uitvoeren. Ruimte Het is aan te raden om twee afzonderlijke ruimtes te gebruiken: een ruimte voor de inleiding en een ruimte voor de praktijkopdrachten. U kunt beter het overzicht bewaren en de kinderen worden tijdens de inleiding niet afgeleid door de spullen. Lesvoorbereiding •Zet een video-/ DVD-recorder klaar. •Zet de praktijkopdrachten uit. •Selecteer uit de praktijkopdrachten een aantal materialen voor de inleiding. •Leg de materialen klaar voor de inleiding (zie lesbeschrijving).
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
18
Een standaard lesbeschrijving voor groep 5 Wat
Hoe en welke hulpmiddelen
Tijd
Opening
Neem een pakkend technisch voorwerp mee. Vraag wat het is en vertel dan dat deze ochtend een techniekochtend is.
2 minuten
Doel
1 minuut Leg het doel van de technieklessen uit. Het doel van de technieklessen is de kinderen te laten ervaren hoe veelzijdig en boeiend techniek is. Tijdens de technieklessen kun je ontdekken of je talent hebt voor techniek en of je later een technisch beroep wilt kiezen. In de groepen 6, 7 en 8 krijg je ook een techniekles. Vandaag is de eerste kennismaking.
Programma
Vertel wat er deze ochtend gaat gebeuren: eerst een praatje, dan een plaatje (video) met iets wat heel spannend is en dan zelf aan de slag met allerlei techniekopdrachten.
1 minuut
Afspraken
Maak goede afspraken over de werkhouding van de kinderen om er een leuke les van te maken, maar ook voor de veiligheid!
1 minuut
Inventariseren van technische apparaten en voorwerpen
5 minuten Meteen daarna stel je de vraag: Probeer in 1 minuut met je groepje zoveel mogelijk voorwerpen of apparaten te bedenken die met techniek te maken hebben. Schrijf deze op een papiertje. Teken een woordspin op het bord en inventariseer het aantal antwoorden.
Maak een rondje langs de groepjes en laat ieder een of twee voorwerpen noemen. Het gaat om een eerste inventarisatie, niet om volledigheid. Houd bij aanvang ook tempo in de les! Schrijf of teken aan ieder pootje van de spin het apparaat of het technische voorwerp. Zorg ervoor dat er ook een lamp en een fiets aan één van de pootjes getekend wordt. Als de kinderen de lamp en de fiets niet noemen, voeg ze dan zelf toe. 19
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Soorten metalen en eigenschappen van metalen
Stel de vraag: Van welk materiaal zijn deze apparaten en/of voorwerpen gemaakt?
5 minuten
Laat de kinderen weer per groepje in 1 minuut een lijst met materialen opschrijven. Verken op interactieve wijze met de kinderen de verschillende soorten metalen en schrijf de woorden, ijzer, aluminium, enz. bij de voorwerpen die aan de pootjes van de spin hangen. Vraag ook van welke materialen de fiets is gemaakt. Voeg deze ook toe aan ‘de fiets’ op het bord: staal of aluminium, plastic (kunststof), glas, rubber, textiel.
Elektriciteit
Ga dan verder met de lamp: 5 minuten Vraag de kinderen naar de onderdelen van een zaklamp: het lampje, de batterij(en) en de schakelaar. Of: vraag naar de onderdelen van een fietsverlichting: dynamo, draadjes, lamp. Vertel vervolgens dat in de techniek met symbolen wordt gewerkt. Schrijf het woord ‘symbolen’ op het bord. Teken vervolgens het symbool van een lampje, de batterij en de schakelaar. Als kinderen de schakelaar een aan/uit-knopje noemen, vraag dan naar een ander woord.
Vraag de kinderen of ze nog meer plekken weten waar met symbolen wordt gewerkt en waarom dat handig is? (verkeerstekens, plattegronden, label in je kleding, muzieknoten, computerspelletjes, bureaublad van je computer, MSN-logo, winks ;-) Neem eventueel verschillende lampjes, batterijen en schakelaars mee om aan te tonen waarom het handig is om met symbolen te werken. Zonder taal te gebruiken weten we allemaal wat er mee bedoeld wordt. Het symbool van de schakelaar lijkt op een brug die open of dicht staat. Als de brug dicht is, kan er stroom door. Als de brug open staat niet.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
20
Stroomkring
Vraag aan de kinderen hoe het lampje kan branden. Laat ze dat zelf tekenen en help ze daarbij.
10 minuten Materiaal: Werkboek
Introduceer het woord stroomkring. Als de stroomkring gesloten is brandt het lampje. Als de stroomkring open is brandt het lampje niet. Verwijs nog eens naar de brug of vergelijk de stroomkring met een kring van kinderen die elkaar een hand geven. Verwijs nu naar de opdracht met de stroomkring. Pak het werkboek erbij en leg nog eens uit wat de kinderen moeten doen. Vertel ze dat u straks nog meer gaat vertellen over de opdrachten in het werkboek, maar dat jullie nu eerst iets heel spannends gaan doen. Video Raket lanceren
5 minuten Laat de video zien. Vraag na afloop van de video of de kinderen zin hebben om zelf het experiment te doen.
Naar buiten! Kinderen lanceren zelf een raket
Neem de kinderen mee naar buiten en tref alle voorbereidingen om de raket de lucht in te ‘pompen’. Vul van tevoren een emmer met water. Houd de kinderen op een veilige afstand door ze in een halve cirkel om de flesraket plaats te laten nemen. Laat steeds twee kinderen naar voren komen om met de fietspomp de raket te lanceren. De andere kinderen blijven op hun plaats. Zij mogen niet achter de flesraket aan rennen. Pas op bij het pompen dat je vinger niet klem komt te zitten. En let op de dat de wind in de rug waait.
Uitleg werkboek
Ga terug naar het lokaal. De kinderen gaan aan de slag 10 minuten met de opdrachten. Bespreek de opdrachten kort aan de hand van het werkboek. Besteed extra aandacht aan de veiligheid: - de veiligheidsbril bij opdracht 3 - de rolmaat bij opdracht 9
Werken in tweetallen
Vertel de kinderen dat ze met z’n tweeën mogen werken aan de opdrachten.
21
20 minuten Materiaal: Limonadefles Emmer met water Lanceerplatform Fietspomp
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Coaching en begeleiding
Als de opdracht klaar is mogen ze een volgende opdracht kiezen. Niet alles hoeft af. Kinderen kunnen ook elkaar helpen.
Lezen en doen De kinderen gaan naar de ruimte waar de opdrachten 115 minuten staan opgesteld en gaan aan de slag. De Techniek Coach en de leerkracht (+ extra begeleiding) begeleiden de leerlingen waar nodig. Vertel de kinderen dat ze even de tijd nemen om goed de opdracht te lezen. Neem de kinderen vijftien minuten voor het eind van de les mee naar hun eigen lokaal. Laat ze vertellen wat de uitkomst is van de puzzel. Laat ze samen de oplossing roepen: ‘Techniek is boeiend!!!’ Verrassing
Dan volgt nog een verrassing. Alle leerlingen krijgen een aandenken.
Afsluiting
Vertel de kinderen dat ze volgend jaar in groep 6 weer een techniekles krijgen van de meester of juf en de Techniek Coach. En ook in groep 7 en 8!
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
10 minuten
22
GROEP 5 Opdrachten Opdracht 1: Elektriciteit: stroomkring maken Doel
Leerlingen weten wat een open en gesloten stroomkring is en kennen het principe van een schakelaar.
Duur
5 – 10 minuten
Domein
Energie
Tips
• Verwijs naar het praatje en het schema op het bord
Veiligheid
• Pas op voor kortsluiting! • Verbind nooit rechtstreeks een snoertje met de aansluitcontacten van de batterij. Verbind er altijd een voorwerp aan: lamp, zoemer.
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Het opwekken van energie
Waar vind je het principe nog meer? Elektriciteit in huis, op school zaklamp, walkman, afstandsbediening (batterij), mobiele telefoon
23
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 2: Elektrische apparaten in een huis Doel
Leerlingen weten dat elektriciteit nodig is voor het dagelijkse gebruik van verschillende elektrische apparaten. Zij beseffen dat we veel missen zonder elektriciteit (‘Zonder elektriciteit gaan we terug naar het stenen tijdperk.’)
Duur
10 – 15 minuten (kan dienen als parkeeropdracht)
Domein
Energie
Tips
• Verwijs naar de woordspin op het bord. • Laat onbekende woorden van apparaten opzoeken in het woordenboek of op internet. • Bij deze oefening hoort een antwoordblad.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Vele voorwerpen in en om het huis werken op energie: op stroom of op batterijen.
Waar vind je het principe nog meer? Ook de school zelf kan als voorbeeld worden gebruikt.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
24
Opdracht 3: Werken met metaaldraad Doel
De kinderen: • ervaren hoe metaal kan worden bewerkt zonder het toevoegen van een warmtebron • leren omgaan met enkele gereedschappen
Duur
10 minuten
Domein
Productie
Tips
• Buig het draad bij het pinnetje (‘Zet je vinger achter de pin en buig het draad’) • Volg met de draad de bruine lijn langs de pinnen. • Verbind na het buigen de uiteinden aan elkaar door de draad door het oogje te halen.
Veiligheid
Gebruik een veiligheidsbril. Maak van het uiteinde van het staaldraad een oogje.
Mate van begeleiding
hoog
Technisch principe
Het koud bewerken van staal
Waar vind je het principe nog meer? Spaken fiets, bevestiging spatbord, achterkant schoolbord, deurdranger (deur gaat altijd dicht hierdoor), fitness apparatuur (bijv. de handknijper), oogjes voor netophanging van doel, sluitingen sieraden, batterijhouder (veertje)
25
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 4: Fietsonderzoek Doel
De kinderen • kunnen verschillende onderdelen van de fiets benoemen • kennen de functies van deze onderdelen (bijv. dynamo geeft licht, ketting zorgt voor overbrenging: trapper naar wiel)
Duur
10 – 15 minuten (kan dienen als parkeeropdracht)
Domein
Transport en overbrengingen
Tips
• Bij deze oefening hoort een antwoordblad. • Geef evt. de eerste twee antwoorden cadeau (begin geven H en D). • Laat onbekende onderdelen van de fiets opzoeken in het woordenboek of op internet.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
De fiets is een dankbaar voorwerp om allerlei technische principes uit te leggen: • constructie: de vorm van de fiets • productie: waar is de fiets van gemaakt? (zie inleiding) • transport en overbrenging: de ketting, tandwielen en derailleur.
Waar vind je het principe nog meer? Andere transportmiddelen Verschil tussen gemotoriseerd/ongemotoriseerd In de sport
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
26
Opdracht 5: Constructie (raceauto, motor en helikopter) Doel
Leerlingen: • verwerven technisch inzicht bij het monteren en demonteren • leren werken met een technische tekening • zien het belang in van planmatig werken
Duur
10 minuten
Domein
Constructie
Tips
• Haal de raceauto, motor en helikopter bewust uit elkaar (demontage), alvorens te beginnen aan de montage. • Het loshalen van de wielen vergt een beetje kracht. • Let op dat de kleine onderdelen niet kwijt raken. Gebruik daarvoor een onderlegblad/ dienblad. • Laat de leerlingen de materialen per stap klaarleggen. • Motor en helikopter: gebruik de rode schroevendraaier (kunststof pioentje)
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Het lezen van een technische tekening Het volgen van de instructie Planmatig werken
Waar vind je het principe nog meer? Navigatiesysteem, kaartlezen, bouwtekeningen, bouwpakketten, speeltoestellen
27
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 6: Constructie: een schip monteren Doel
De leerlingen: • monteren een schip • leren stapsgewijs werken • herkennen de basisvormen van een schip (scheepsromp = kielbalk met spanten)
Duur
10 minuten
Domein
Constructie
Tips
• Bevestig eerst de plaatjes van de kielbak • Daarna de spanten
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
De constructie van een schip. De vorm van de scheepsromp is gestroomlijnd.
Waar vind je het principe nog meer? Vormen in de natuur: vissen Formule 1 autoraces Sport: innovatie schaatspakken, calimerohelm bij tijdrit wielrennen, skiën Windtunnels om stroomlijn te testen
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
28
Opdracht 7: Constructie: een bakje monteren Doel
De leerlingen: • monteren het bakje op correcte wijze • weten waarom stapsgewijs werken belangrijk is
Duur
15 minuten
Domein
Constructie
Tips
• Bevestig de schroefjes aan de binnenkant en de vleugelmoer aan de buitenkant. Anders heb je geen ruimte om de vleugelmoer aan te draaien. • Je kunt het bakje maar op één manier in elkaar zetten. • Let op dat de opdracht niet té lang duurt, zodat de kinderen niet meer aan andere opdrachten toe komen.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Monteren en demonteren
Waar vind je het principe nog meer? Meubels in elkaar zetten (IKEA), speelgoed, boekenplanken De montage van elektronica: radio, dvd-speler
29
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 8: Meten met een meetlat Doel
De leerlingen: • passen het metriek stelsel toe (centimeters, millimeters) • meten de afstand van rechte vlakken op de millimeter nauwkeurig
Duur
5 – 10 minuten
Domein
Constructie
Tips
Licht deze opdracht klassikaal toe aan de hand van het werkschrift. • Het geboorde gat geeft de bovenkant aan. • Let op: het zijn geen standaardmaten. Meet dus op de millimeter nauwkeurig.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Het nauwkeurig meten van rechte vlakken is van belang bij vele constructies
Waar vind je het principe nog meer? Vraag: Wat kun je allemaal meten? Waarom is dat handig/belangrijk? Wanneer is het handig om een meetlat te gebruiken? Wanneer is dat niet zo handig? (zie ook opdracht 9: meten met een rolmaat)
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
30
Opdracht 9: Meten met een rolmaat Doel
De leerlingen: • passen het metriek stelsel toe (centimeters, milimeters) • meten de afstand van rechte vlakken op de millimeter nauwkeurig
Duur
10 minuten
Domein
Constructie
Tips
Maak een duidelijke afspraak over het gebruik van de rolmaat (zie volgende punt).
Veiligheid
• Zet de rolmaat ‘op de rem’ om terugschieten te voorkomen. • Pas op voor je vingers, de rolmaat kan scherpe zijkanten hebben.
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Het nauwkeurig meten van rechte vlakken is van belang bij vele constructies.
Waar vind je het principe nog meer? Lengte en breedte van je eigen kamer, je tafel, hoogte van je stoel Meten van je eigen lengte, confectiematen kleding, maat schoenen Framehoogte van je fiets Vraag: Wanneer is het handiger om een meetlat te gebruiken en wanneer een rolmaat?
31
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 10: Gereedschappen en materialen herkennen Doel
De leerlingen: • leren gereedschappen en materialen herkennen • benoemen de gereedschappen en materialen • kunnen bij de gereedschappen aangeven waar het voor wordt gebruikt
Duur
15 minuten
Domein
Productie, constructie
Tips
• Laat de kinderen het gereedschap bij de letters leggen. • Vraag ook waar je het gereedschap voor gebruikt. • Laat de kinderen de slagzin roepen bij de afsluiting.
Veiligheid
Gebruik de gereedschappen alleen voor de opdracht: het herkennen en benoemen.
Mate van begeleiding
gemiddeld
Technisch principe
Bij techniek maak je gebruik van diverse gereedschappen en materialen. Dat hangt af van de toepassing. Het is handig om de namen te kennen en te weten waar ze voor worden gebruikt.
Waar vind je het principe nog meer? Bij klussen in en om het huis.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
32
Opdracht 11: Zonnecellen Doel
De leerlingen: • weten en ervaren dat energie opgewekt kan worden door gebruik te maken van zonlicht • kunnen aangeven waar zonne-energie voor gebruik wordt
Duur
5 – 10 minuten
Domein
Energie
Tips
Vraag de kinderen ook naar de toepassingen van zonnecellen: - Waar wordt het voor gebruikt? - Welke vormen van groene stroom heb je nog meer? Wijs kinderen erop dat ze over dit onderwerp veel meer informatie kunnen vinden op het internet (zie bijlage)
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Het opwekken van (groene) energie.
Waar vind je het principe nog meer? Het Solarproject: de snelste auto op zonnecellen Tuinverlichting, satellieten Moderne drinkbak voor koeien
33
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 6:
Groep 6 Algemeen Doel inleiding Thema 1: Verbindingen en bevestigingsmiddelen Aan het eind van de les kunnen de kinderen: • drie permanente en drie losneembare verbindingen noemen. • verschillende verbindingen vervaardigen met het daarbij behorende hulpmiddel. • kunnen zij verbindingen aanwijzen in de nabije omgeving. Thema 2: Magnetisme Aan het eind van de les kunnen de kinderen: • vertellen wat magnetisme doet. • de verschillende verschijningsvormen en toepassingen van magneten benoemen. • Naar keuze hebben de kinderen ervaring opgedaan met activiteiten rond de vier domeinen: constructie, transport en overbrenging, productie en energie. Naast het opdoen van technische kennis en vaardigheden is een belangrijk doel dat kinderen plezier beleven aan de techniekopdrachten. Duur van de lesonderdelen Inleiding – 40 minuten (uitleg, interactie, demonstratie) Video – 15 minuten (de video over de magneettrein) Doe-opdrachten – 100 minuten Afsluiting – 15 minuten Opdracht (in minuten) 05 1. Verbindingen 2. Elektriciteit: stroomkringen 3. Elektrische geleiding 4. Meten 5. Stellen van het waterpas 6. Magneten 7. Fietskeuring APK 8. Balans 9. Demonteren/monteren van een kruiwagen 10. Aluminium aan een koordje
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
10
15
20
25
30
34
Begeleiding In de praktijk is gebleken dat bepaalde activiteiten/opdracht 6 zijn dat: Opdracht 1 – verbindingen (scharnierbevestiging op plaat) Opdracht 9 – demonteren en monteren van een kruiwagen Opdracht 10 – aluminium aan een koordje Een extra begeleider is niet noodzakelijk, wel handig. Met name bij opdracht 10 – het maken van de ketting met aluminium en een koordje. Duur van de opdrachten De opdrachten in groep 6 duren naar schatting circa 5 tot 30 minuten. Het is een richtlijn en een hulpmiddel om aan kinderen die langer bezig zijn met de opdracht te vragen hoe het gaat en/of wat ze moeilijk vinden. Organisatie Als de kinderen in tweetallen werken aan 10 opdrachten, kunnen 20 kinderen tegelijkertijd aan een opdracht werken. Voor grotere groepen zou dat betekenen dat kinderen moeten wachten. Een drietal oplossingsmogelijkheden: Maak groepjes van 3 i.p.v. 2; Zorg voor een parkeeropdracht, bijvoorbeeld een techniekopdracht waar kinderen met tussenpozen aan kunnen werken. De lijst met websites biedt genoeg aanknopingspunten; Laat kinderen extra informatie (tekst, filmpjes, plaatjes) opzoeken over enkele techniekonderwerpen die aan bod komen of laat ze enkele oefeningen op internet doen (zie voor suggesties hoofdstuk 9.4) Laat kinderen die moeten wachten, kijken hoe andere kinderen de opdracht uitvoeren. Laat kinderen overigens niet wachten op een opdracht die nog lang duurt. Ruimte Het is aan te raden om twee afzonderlijke ruimtes te gebruiken: een ruimte voor de inleiding en een ruimte voor de praktijkopdrachten. U kunt beter het overzicht bewaren en de kinderen worden tijdens de inleiding niet afgeleid door de spullen. Lesvoorbereiding •Zet een video-/ DVD-recorder klaar. •Zet de praktijkopdrachten uit. •Selecteer uit de praktijkopdrachten een aantal materialen voor de inleiding. •Leg de materialen klaar voor de inleiding (zie lesbeschrijving): de fiets.
35
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Een standaard lesbeschrijving voor groep 6 Wat
Hoe en welke hulpmiddelen
Opening
Schrijf ‘techniek’ midden op het bord.
Opdoen van voorkennis
Vraag de kinderen wat ze nog weten van de techniekles 5 minuten van vorig jaar. Welke onderwerpen zijn aan bod geweest? (kennismaking techniek, stroomkring) Welke activiteit hebben ze buiten uitgevoerd? (de flesraket) En welke opdrachten hebben zij gedaan?
Doel
2 minuten Vraag of de kinderen nog weten wat de bedoeling was van de technieklessen. Het doel van de technieklessen is de kinderen te laten ervaren hoe veelzijdig en boeiend techniek is. Tijdens de technieklessen kun je ontdekken of je talent hebt voor techniek en of je later een technisch beroep wilt kiezen. In de groepen 7 en 8 krijg je nog een techniekles.
Programma
Vertel wat er deze ochtend gaat gebeuren: eerst een praatje, dan een plaatje (video) en dan zelf aan de slag met allerlei techniekopdrachten.
1 minuut
Afspraken
Maak goede afspraken over de werkhouding van de kinderen om er een leuke les van te maken, maar ook voor de veiligheid!
1 minuut
Definitie van techniek
2 minuten De kinderen hebben vorig jaar kennis gemaakt met techniek. Maar wat betekent het precies? Vraag de kinderen wat het woord ‘techniek’ volgens hen betekent. (Een verklaring: ‘Techniek is alles wat de mens heeft bedacht en gemaakt om het zichzelf makkelijker te maken’). Noem maar eens een voorwerp waardoor we het onszelf makkelijker hebben gemaakt. Dat is techniek!
Leergesprek: losneembare verbindingen en bevestigingsmiddelen
Zet een fiets in de klas. Hiermee is het makkelijker en sneller dan lopen om van de ene naar de andere plek te komen. Vertel de kinderen dat we het vandaag gaan hebben over twee onderwerpen: •Verbindingen en bevestigingsmiddelen •Magneten en wat doen ze?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Tijd
10 minuten Materiaal: De fiets
36
Leergesprek: losneembare verbindingen en bevestigingsmiddelen
We beginnen met de fiets. Daarop zitten een heleboel 10 minuten losse onderdelen vastgemaakt. Vraag de kinderen enkele losse onderdelen te noemen. Materiaal: Vraag vervolgens hoe of waarmee de onderdelen zijn De fiets vastgemaakt. Schrijf deze op het bord: schroefjes, boutjes, moertjes. Vertel erbij dat deze onderdelen ‘bevestigingsmiddelen’ worden genoemd en dat ze ook weer ‘losneembaar’ zijn. Teken twee kolommen op het bord en schrijf de losneembare bevestigingsmiddelen in de linkerkolom. Vraag de kinderen of ze nog een aantal voorbeelden kunnen noemen van losneembare bevestigingsmiddelen op de fiets. Welke onderdelen van de fiets zijn ‘losneembaar’ en hoe zijn ze bevestigd. Denk aan: •bout en moerverbinding; •schroefverbinding •klemverbinding (uitneembaar voorwiel, zadel, stuurpen) •scharnierverbinding (balhoofd van de fiets, waarmee het voorwiel kan draaien) Vraag de kinderen of ze nog een aantal algemene losneembare verbindingen kunnen noemen. Denk aan: •vetersluiting •gesp op riem of schooltas •ritssluiting •knopen •klittenband •schroefdeksel van jampot •trekhaak Schrijf deze woorden ook op het bord in de linkerkolom. Vraag waarom het handig is dat de verbindingen losneembaar zijn
Leergesprek: niet-losneembare verbindingen
37
Vraag vervolgens naar enkele voorbeelden van ‘niet-los- 5 minuten neembare’ bevestigingsmiddelen op de fiets en schrijf deze in de rechterkolom. Denk aan: •een gelast frame •klinknagels (meestal bij spatborden) Vraag naar enkele algemene ‘niet losneembare verbindingen’. Denk aan: lijm, kit, cement, soldeer, spijkers, nietjes, naaigaren.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Leergesprek: niet-losneembare verbindingen
Om te controleren of de kinderen de begrippen losneem- 5 minuten bare verbindingen en niet losneembare verbindingen hebben begrepen, legt u het volgende probleem voor: Ik wil twee velletjes papier aan elkaar bevestigen op twee manieren: losneembaar en niet losneembaar. Hoe kan ik dat doen? Laat de kinderen eerst voor zichzelf nadenken. Vervolgens kunnen ze het in hun groepje kort bespreken, waarna u een aantal groepjes vraagt naar hun oplossing (Een paperclip is losneembaar, een nietje of lijm niet losneembaar, zonder het papier te beschadigen). Vraag nu wat het verschil is tussen losneembare en niet losneembare verbindingen. De niet losneembare verbindingen zijn alleen weer los te halen door ze te beschadigen. Door te slijpen, branden, knippen, hakken, verwarmen, zagen e.d. Vraag tot slot waarom het handig dat sommige verbindingen niet losneembaar zijn.
Demonstratie Losneembare verbindingen
Demonstreer de losneembare verbindingen aan de hand van een scharnier, bout en moer, (hout)-schroef. Leg het verschil uit tussen een bout en een schroef. Een bout heeft een zeskantige kop, een schroef een ronde kop met bijvoorbeeld een kruiskop of een gleuf.
Demonstratie niet-losneembare verbindingen
Demonstreer vervolgens de niet losneembare verbindin- Demonstratie gen aan de hand van het stalen koker profiel. kokerprofiel Leg de klinknagelverbinding en de popnagelverbinding uit door een tekening op het bord. Vertel dat bij de Eifeltoren, oude treinstations en oude stalen schepen gebruik is gemaakt van klinknagels.
Leergesprek: Magneten en wat doen ze?
Vraag waar magneten voor worden gebruikt (om memoblaadjes vast te houden, kastdeuren dicht te doen, de koelkast af te sluiten, tasjes dicht te doen, magneetjes op het bord). Vraag waar magneten nog meer voor worden gebruikt: autosloperij of recyclingbedrijf om zware metalen op te tillen, deurbellen, dynamo). Vraag naar de werking van een magneet. Wat doet een magneet? De magneet trekt aan of stoot af. Vertel over de noorden de zuidpool en dat gelijke polen elkaar afstoten en ongelijke polen elkaar aantrekken. Demonstreer dit ook.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
5 minuten Materialen: Scharnier Bout en moer Schroef
5 minuten Materialen: Verschillende magneten Kompas
38
Leergesprek: Magneten en wat doen ze?
Vertel dat magneten kunnen verschillen in vorm (staaf, vierkant, rond, hoefijzer), maar ook in sterkte. Vraag welke materialen door de magneet worden aangetrokken: alle ijzerhoudende metalen. Niet in alle metalen zit ijzer (koper, tin, aluminium, brons en messing worden niet door een magneet aangetrokken).
5 minuten Materialen: Verschillende magneten Kompas
Introduceer het kompas door te vragen of er wel eens iemand is verdwaald of een dropping heeft meegemaakt. Hoe kwam je weer op de goede plek terecht? Hoe deed men dat vroeger of hoe doe je dat op zee? Een eenvoudig kompas is een (ronde) magneet aan een Ronde touwtje. Als de magneet is uitgedraaid, kun je zien magneet welke kant het noorden en het zuiden is. Touwtje Uitleg elektromagneet
Vertel dat een Deense uitvinder, Hans Christiaan Oersted, in 1820 ontdekte dat je van een batterij ook een magneet kunt maken. Hij verbond de – en de + pool van de batterij met een draadje en hield dit draadje in de buurt van een kompas. Hij merkte dat het kompas bewoog! De draad onder spanning was een magneet! De draad moet dan wel opgewonden zijn als een spoel. Rondom de spoel onder spanning ontstaat een magnetisch veld. (Via Google kunt u een Engelstalig filmpje bekijken met een vergelijkbare demonstratie over magnetisme en de werking van een elektromotor: http://video.google.com/videoplay?docid=6789885958250085638&q=magnetism)
5 minuten
Bespreek met de kinderen dat ze in groep 5 hebben geleerd dat je een stroomkring open of dicht kunt zetten (het voorbeeld van een open of gesloten brug is genoemd). Dat openen of sluiten van de stroomkring doe je met een schakelaar. Daarmee zet je de stroom aan of uit. Bij een elektromagneet gaat dat net zo. Als je de stroom aanzet werkt het als een magneet en trekt het metalen aan. Als je de stroom afzet, valt het metaal naar beneden. Zo werkt dus de elektromagneet bij een autosloperij of recyclingbedrijf.
39
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Demonstratie elektromotor
Demonstreer de eenvoudigste elektromotor ter wereld!
5 minuten
Benodigdheden: •Een batterij, type AA 1,5 volt •Een schroefje •Een kleine ronde, sterke magneet •Een snoertje waardoor elektriciteit kan lopen Let in het eerste jaar goed op de demonstratie van de Techniek Coach! Video: de zweeftrein
Vertel dat de kinderen straks naar een video gaan kijken over de magneettrein. Vraag de kinderen eerst wie er wel eens met de trein heeft gereisd? Hoe komt de trein vooruit? Wat is het verschil met een auto? De trein rijdt op een rails. Daar heeft de NS nog wel eens problemen mee. Wie kan bedenken wat er lastig is aan een trein op rails? De wielen slijten door de wrijving. Leg het begrip wrijving uit door de kinderen zich voor te laten stellen hoe het is om te fietsen met de rem ingeknepen.
5 minuten
Vertel dat hele knappe technische mensen (technici met een moeilijk woord) daar iets op hebben bedacht! Ze wilden een snelle en zuinige trein zonder slijtage die bovendien bijna geen geluid maakt: De magneettrein! (ter info: De magneettrein wordt o.a. in China en Duitsland gebruikt, nog niet in Nederland. Snelheid: 400 km/uur. Een model van deze trein staat bij Drachten langs de snelweg A7. Misschien kennen kinderen de trein van de reclame van Disney World) Deze trein zweeft een stukje boven de grond. Hoe dat kan? Demonstreer nu het model van de zwevende magneten Materiaal: en vertel dat de magneettrein op dezelfde manier op Model zweveneen magnetisch veld zweeft, zodat er maar weinig de magneten wrijving is en de trein heel hard, zuinig en geluidloos kan rijden. Vertel dat de trein niet alleen door een magneet wordt opgetild, maar ook door magneten wordt aangetrokken om te rijden. Hoe werkt dat?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
40
Video: de zweeftrein
Vertel dat de uitvinding van Hans Christiaan Oersted hier wordt gebruikt! Denk ook maar aan de elektromagneet van de autosloperij of het recyclingbedrijf. Op de banen waarop de trein rijdt liggen spoelen die met elektriciteit aan of uitgezet kunnen worden. Een spoel onder spanning werkt als een magneet, weet je nog? Onder de trein zitten langwerpige platte magneten. Die worden door de spoel aangetrokken of afgestoten. Hoe meer stroom door de spoel, hoe sneller de trein gaat.
Demonstreer nog eens het aantrekken en afstoten van twee staafmagneten. Vertel dat de video die de kinderen nu gaan bekijken veel moeilijke woorden bevat. Daar gaat het niet om. Het gaat om het zien van de zweeftrein. Bekijk de video over de magneettrein. Bespreek de video kort na. Wat hebben de kinderen gezien? Hoe werkt de magneettrein? Hoe blijft hij zweven? Hoe komt het vooruit?
Materiaal: Twee staafmagneten Video
Tot slot kunt u een opengewerkt model van een dynamo Opengewerkt laten zien en aangeven dat daar ook een magneet en model dynamo een spoel in zitten. Om te controleren of de kinderen het principe van de elektromagneet begrijpen, kunt u hen vragen aan de hand van het model de werking van de dynamo uit te leggen. Laat de kinderen eerst de onderdelen benoemen: magneet en opgewonden draad = spoel). Wat gebeurt er als je harder trapt? Hoe harder je trapt, hoe meer elektriciteit, hoe meer licht. Uitleg werkboek
41
Bespreek de opdrachten kort aan de hand van het werkboek. Verwijs bij de bespreking naar uw inleiding en het bord bij de activiteiten waar het gaat over verbindingen en magnetisme
10 minuten Werkboek
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Werken in tweetallen
Vertel de kinderen dat ze met z’n tweeën mogen werken aan de opdrachten.
Coaching en begeleiding
Als de opdracht klaar is mogen ze een volgende opdracht kiezen. Niet alles hoeft af. Kinderen kunnen ook elkaar helpen.
Lezen en doen De kinderen gaan naar de ruimte waar de opdrachten staan opgesteld en gaan aan de slag. De Techniek Coach en de leerkracht (+ eventueel extra begeleiding) begeleiden de leerlingen waar nodig. Vertel de kinderen dat ze even de tijd nemen om goed de opdracht te lezen.
90 minuten
Nabespreking Neem de kinderen vijftien minuten voor het eind van de 5 minuten les mee naar hun eigen lokaal en bespreek bepaalde opdrachten kort na: Opdracht 1, pagina 8: het woordweb. Waar denk je aan bij het woord ‘verbindingen’? Opdracht 3, pagina 14, elektrische geleiding: welke materialen geleiden wel/niet? Waarom? Opdracht 4, pagina 15 - 18: vergelijk de omtrek van de kubus met die van het voorwiel. Opdracht 6, pagina 21: Wat is je conclusie? Opdracht 7, pagina 28 en 29: Wie heeft er verbeterpunten ontdekt? Verrassing
Dan volgt nog een verrassing. Alle leerlingen krijgen een aandenken.
Afsluiting
Vertel de kinderen dat ze volgend jaar in groep 7 weer een techniekles krijgen van de meester of juf en de Techniek Coach. En ook nog in groep 8!
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
10 minuten
42
GROEP 6 Opdrachten Opdracht 1: Verbindingen Doel
De leerlingen: • leren het verschil tussen losneembare en permanente verbindingen. • kunnen 3 voorbeelden noemen van losneembare en permanente verbindingen in de klas. • kunnen voorbeelden van verbindingen noemen aan de kleding. • kunnen een scharnier (= voorbeeld van een verbinding) op een plaat bevestigen. • kunnen een technische tekening lezen.
Duur
20 minuten
Domein
Constructie
Tips
Verwijs naar de inleiding Specifieke tips voor de oefening met het scharnier: • deze opdracht lijkt niet zo moeilijk, maar vraagt veel begeleiding. • let op dat er 4 paar verschillende schroeven zijn. • leg eerst de verschillende schroeven bij elkaar. • leg vervolgens de verschillende gereedschappen bij de schroeven (steeksleutel, inbus sleutel, torque sleutel, kruiskopschroevendraaier, gewone schroevendraaier) Help de kinderen bij het lezen van de technische tekening: waar zitten de verschillende schroeven? Waar komen de sluitring, de veerring, het moertje en de borgring?
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
hoog
43
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Technisch principe
Belangrijk verschil tussen losneembare en permanente verbindingen moet duidelijk zijn. Een scharnier is een draaibaar verbindingsstuk tussen twee delen. Deuren en ramen worden met ten minste twee scharnieren in een kozijn afgehangen.
Waar vind je het principe nog meer? Fiets Zie lesplan Voorwerpen thuis Voorwerpen in en rond de school Scharnier: Pianoklep, autodeur, koffer, heup, elleboog, brug
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
44
Opdracht 2: Elektriciteit: stroomkringen Doel
De leerlingen: • bouwen een gesloten stroomkring met magneetschakelaar om een lamp te laten branden en een ventilator te laten draaien • bouwen een serieverbinding en een parallelle verbinding en ervaren het verschil • leerlingen weten dat er verschillende soorten schakelaars en stroomcircuits zijn • leerlingen leren dat techniek eigen symbolen kent die internationaal gelden
Duur
10 minuten
Domein
Energie
Tips
Verwijs naar de uitleg over de symbolen van het lampje en de batterij. Welk symbool blijft er dan nog over voor de magneetschakelaar? Laat kinderen elkaar helpen.
Veiligheid
Het lesmateriaal nodigt uit om te experimenteren. Maak daarbij geen kortsluiting (!!!) door rechtstreeks de plus- en de minpool van de batterijpack te verbinden zonder dat daar een apparaat (lamp, ventilator) tussenzit.
Mate van begeleiding
gemiddeld
Technisch principe
De werking van een stroomkring Geleiding en voeding
Waar vind je het principe nog meer? Dokter bibber Zenuwspiraal
45
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 3: Elektrische geleiding Doel
Leerlingen: • weten wat elektrische geleiding is • ontdekken welke materialen stroom kunnen geleiden • kunnen een uitspraak doen over de verschillende materiaalsoorten die wel/niet geleiden
Duur
5 minuten
Domein
Energie
Tips
Bespreek het verschil tussen staal en aluminium. Laat de kinderen het materiaal uit de klemmetjes halen. En vraag waar vliegtuigen van worden gemaakt. Waarom? (Antwoord: aluminium omdat het veel lichter is dan staal.)
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Elektrische geleiding
Waar vind je het principe nog meer? Trein, hoogspanningsdraden, schrikdraad
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
46
Opdracht 4: Meten Doel
De leerlingen: • leren het begrip omtrek • meten de omtrek van een kubus en een wiel • ontdekken het verschil in aantal omwentelingen tussen een klein en een groot wiel om een bepaalde afstand af te leggen • kunnen een uitspraak doen waarom zij harder moeten fietsen dan hun ouders
Duur
10 minuten
Domein
Transport
Tips
• Leg het meten van de omtrek uit bij de bespreking van de opdrachten. • Zet een grote en een kleine fiets in de klas. • Laat kinderen ook de afstand van hun eigen fietswiel meten op het schoolplein door een streepje te zetten bij het begin en het eind. Neem het ventiel als startpunt.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Meten van de omtrek Verhouding tussen omwenteling grote en kleine (tand-)wielen
Waar vind je het principe nog meer? Grote en kleine tandwielen Fiets, klok
47
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 5: Stellen van het waterpas Doel
Kinderen kunnen werken met een waterpas en weten waarom deze wordt gebruikt.
Duur
5 minuten
Domein
Constructie
Tips
Praat met de kinderen over het nut van een waterpas. Kunnen zij dingen opnoemen waarbij het belangrijk is dat ze precies horizontaal of verticaal staan?
Veiligheid
Nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Plaats het waterpas op het te controleren oppervlak en kijk vervolgens naar de bel in het buisje. Staat de bel in het midden van het buisje dan noemen we de stand waterpas.
Waar vind je het principe nog meer? Het waterpas wordt veelvuldig gebruikt bij de bouw voor stellen van deuren, kozijnen, muren etc. en in de installatietechniek voor opstellen van toestellen en aanleg van leidingdelen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
48
Opdracht 6: Magneten Doel
De leerlingen ervaren al onderzoekend: • wat een magneet is en kan • dat een magneet een noord- en een zuidpool heeft • dat de polen van magneten elkaar aantrekken of afstoten • dat de sterkte van een magneet kan verschillen en hoe je dat kunt meten
Duur
20 – 30 minuten
Domein
Energie
Tips
Verwijs naar de inleiding van de les.
Veiligheid
Wijs de kinderen op het gebruik van de materialen met scherpe punten (zoals spijkers) om onderzoek te doen naar magnetisme.
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
Veel ijzerlegeringen (=mengsel van ijzer met een ander metaal) vertonen magnetisme. Naast ijzer vertonen ook nikkel en kobalt magnetische eigenschappen.
Waar vind je het principe nog meer? Koelkastdeur, koelkastmagneetjes, kompas, vishengel-spelletje, afvalverwerking om bijvoorbeeld glas en ijzerhoudend materiaal te scheiden.
49
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 7: Fietskeuring APK Doel
Kinderen kunnen aan de hand van een keuringsrapport bepalen of hun fiets goedgekeurd is of verbeteringen bevat.
Duur
15 – 20 minuten
Domein
Transport
Tips
Gebruik naast het leerlingenboek de vragenlijst. Laat de kinderen goed lezen om te bepalen of een onderdeel goedgekeurd kan worden of niet.
Veiligheid
Niet zo zeer van toepassing op de les zelf, maar op de veiligheid in het verkeer. Bespreek met de kinderen het belang van een keuring voor de veiligheid (denk aan bijvoorbeeld fietsverlichting).
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Materialen zijn aan slijtage onderhevig. Dat vergt onderhoud.
Waar vind je het principe nog meer? Het veiligheidsprincipe geldt niet alleen voor de fiets, ook voor andere vervoersmiddelen zoals de step, skeelers, en rollerskates.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
50
Opdracht 8: Balans Doel
De leerlingen ervaren de werking van een balans door het met gewichtjes steeds weer in evenwicht te brengen.
Duur
10 – 15 minuten
Domein
Constructie
Tips
Let op de duur van de opdracht. Als kinderen te lang hiermee bezig zijn, laat ze dan rouleren. Zie ook: www.rekenweb.nl. Zoek naar het probleem van de maand juni 2006 of de spelletjes ‘fruitpuzzels’ en ‘dieren wegen’.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Een balans (ook wel twee-armige balans) is een meetinstrument met twee armen. Het dient om de grootte van een onbekende massa aan één van de twee armen te bepalen. Dat doe je door aan de andere arm bekende gewichten te plaatsen, totdat dat de balans in evenwicht is. Een ander principe is de hefboomwerking. Een hefboom is een mechanisme waarmee een kleine kracht in combinatie met een grote beweging wordt omgezet in een kleine beweging die een grote last verplaatst, waarvoor een grote kracht nodig is.
Waar vind je het principe nog meer? Balans: evenwichtsbalk, koorddansers. Hefboom: bruggen, slagbomen, wip, kruiwagen (zie opdracht 9), hark, koevoet, klauwhamer, papiersnijmachine, nietmachine.
51
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 9: Demonteren en monteren van een kruiwagen Doel
De leerlingen: • monteren een kruiwagen nadat ze het eerst goed hebben bekeken en gedemonteerd • leren omgaan met een inbussleutel, een steeksleutel en bevestigingsmiddelen • verwoorden het principe van de hefboomwerking
Duur
15 minuten
Domein
Constructie
Tips
Bij het demonteren van de kruiwagen is het de bedoeling dat de leerlingen de kruiwagen gedeeltelijk uit elkaar halen, niet helemaal.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
Hefboomwerking: zie opdracht 8
Waar vind je het principe nog meer? Bruggen, slagbomen, wip, kruiwagen, hark, koevoet, klauwhamer, papiersnijmachine, nietmachine.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
52
Opdracht 10: aluminium aan een koordje Doel
De leerlingen: Bewerken een rondje aluminium met slagpen, prikpen of spijker in een mal en bevestigen het met een kabelklem.
Duur
15 minuten
Domein
Productie
Tips
Bij deze activiteit is permanente begeleiding wenselijk. Om alle kinderen aan bod te laten komen, is het belangrijk om het tempo in de gaten te houden. Schrijf van tevoren de figuren van de slagletters op het bord. De kinderen kunnen alvast een keuze maken. Laat de leerlingen ook alvast kiezen of ze een ketting of een sleutelhanger willen maken. Als je het koordje schuin afknipt en het een beetje natmaakt, past het makkelijker door de kabelklem.
Veiligheid
Deze opdracht veroorzaakt veel geluid. Door viltmatten onder de mal te leggen kun je de herrie aanzienlijk verminderen en daarmee draagbaar maken.
Mate van begeleiding
hoog
Technisch principe
Metaalbewerking zonder warmte (slagletters). Klembevestiging.
Waar vind je het principe nog meer? Sieraden bij de juwelier Slagletter: ouderwetse typemachine Etsen, linoleum Graveermachines voor sieraden, pennen, glas
53
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 7
Groep 7 Algemeen Doel inleidend praatje Thema 1: Metalen en constructies Leerlingen: •kunnen enkele metalen benoemen. •weten dat metalen verschillende kenmerken en toepassingen hebben. •kunnen een aantal materialen van een fiets benoemen. •weten dat een driehoeksconstructie steviger is dan een vierkantsconstructie. •kunnen het woord constructie uitleggen. Thema 2: Elektriciteit Leerlingen: •kunnen vertellen waar elektriciteit vandaan komt en hoe elektriciteit gemaakt wordt. •kunnen de werking van een elektriciteitscentrale natekenen. Naar keuze hebben de kinderen ervaring opgedaan met activiteiten rond de vier domeinen: constructie, transport en overbrenging, productie en energie. Naast het opdoen van technische kennis en vaardigheden is een belangrijk doel dat kinderen plezier beleven aan de techniekopdrachten. Duur van de lesonderdelen Inleiding – 45 minuten (uitleg, interactie, demonstratie) Video – 25 minuten (de video over Mister T en nabespreking) Doe-opdrachten – 100 minuten Afsluiting – 15 minuten
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
54
Begeleiding In de praktijk is gebleken dat bepaalde activiteiten/opdrachten iets meer begeleiding vergen dan gemiddeld. Voor groep 7 zijn dat: Opdracht Opdracht Opdracht Opdracht
2 4 6 9
– – – –
meten met een schuifmaat monteren van een bakje buttons maken elektrische apparaten in de woning
Een extra begeleider is handig bij opdracht 6 – het maken van de button (techniekcoördinator, stagiair, onderwijsassistent, ouder, opa). Deze begeleider kan dan ook uitleg geven over het principe van de buttonpers. Ook al is het de bedoeling dat de leerling zelf de button maakt, soms lukt dit niet. Duur van de opdrachten De opdrachten in groep 7 duren naar schatting circa 5 tot 15 minuten. Het is een richtlijn en een hulpmiddel om aan kinderen die langer bezig zijn met de opdracht te vragen hoe het gaat en/of wat ze moeilijk vinden.
Opdracht 5 min. 1. Meten met een gradenboog 2. Meten met een schuifmaat 3. Wegen 4. Monteren van een bakje 5. Weerstanden meten 6. Buttons maken 7. Plattegrond woning 8. Gereedschappen en onderdelen 9. Elektrische apparaten in de woning 10. Cijfers vormen (schakelen) 11. Een brug bouwen 12. Onderdelen van een herenfiets herkennen 13. Paperclip maken 14. Demowand
55
10 min.
15 min.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Organisatie Als de kinderen in tweetallen werken aan 14 opdrachten, kunnen zeker 28 kinderen tegelijkertijd aan een opdracht werken (een aantal opdrachten is zonder materiaal uit het werkschrift te maken). Moeten kinderen in grotere groepen toch wachten, dan zijn er een vijftal oplossingsmogelijkheden: • Maak groepjes van 3 i.p.v. 2. • Zorg voor een parkeeropdracht, bijvoorbeeld een techniekopdracht waar kinderen met tussenpozen aan kunnen werken. De lijst met websites biedt genoeg aanknopingspunten. • Laat kinderen extra informatie (tekst, filmpjes, plaatjes) opzoeken over enkele techniekonderwerpen die aan bod komen of laat ze enkele oefeningen op internet doen (zie voor suggesties hoofdstuk 9.4). • Laat kinderen die moeten wachten, kijken hoe andere kinderen de opdracht uitvoeren. • Laat kinderen overigens niet wachten op een opdracht die nog lang duurt. Ruimte Het is aan te raden om twee afzonderlijke ruimtes te gebruiken: een ruimte voor de inleiding en een ruimte voor de praktijkopdrachten. U kunt beter het overzicht bewaren en de kinderen worden tijdens de inleiding niet afgeleid door de spullen. Lesvoorbereiding • Zet een video-/ DVD-recorder klaar. • Zet de praktijkopdrachten uit. • Selecteer uit de praktijkopdrachten een aantal materialen voor het inleidend praatje • Leg de materialen klaar voor de inleiding (zie lesbeschrijving)
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
56
Een standaard lesbeschrijving voor groep 7 Wat
Hoe en welke hulpmiddelen
Tijd
Opening
Schrijf ‘techniek’ midden op het bord.
Opdoen van voorkennis
Vraag de kinderen wat ze nog weten van de techniekles 5 minuten van vorig jaar. Welke onderwerpen zijn aan bod geweest? (Verbindingen en bevestigingsmiddelen bij de fiets, magneten en wat doen ze) Welke video hebben ze bekeken? (de magneettrein) En welke opdrachten hebben zij gedaan?
Doel
Vraag of de kinderen nog weten wat de bedoeling was van de technieklessen. Het doel van de technieklessen is de kinderen te laten ervaren hoe veelzijdig en boeiend techniek is. Tijdens de technieklessen kun je ontdekken of je talent hebt voor techniek en of je later een technisch beroep wilt kiezen. Als je voor techniek wilt kiezen is het handig wanneer je er iets van af weet. In groep 8 krijg je nog een techniekles, waarin je kunt laten zien wat je allemaal geleerd hebt.
2 minuten
Programma
Vertel wat er deze ochtend gaat gebeuren: eerst een praatje, dan een plaatje (video) en dan zelf aan de slag met allerlei techniekopdrachten.
1 minuut
Afspraken
Maak goede afspraken over de werkhouding van de kinderen om er een leuke les van te maken, maar ook voor de veiligheid!
1 minuut
Introductie techniek
Stel de kinderen drie opdrachten: 1. Bedenk een aantal technische voorwerpen waar je vanmorgen mee te maken hebt gehad. 2. Bedenk een aantal voorwerpen in de klas. 3. Bedenk welke technische beroepen jullie ouders hebben.
10 minuten
Laat de kinderen gedurende 3 minuten samen enkele voorwerpen en beroepen opschrijven. Het gaat niet om de volledigheid, maar om hun eerste ingevingen. Bespreek de ideeën van de kinderen.
57
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Introductie techniek
Bespreek nog een paar vragen klassikaal: •Stel je voor als er geen techniek zou zijn. Wat dan? •Waarom is techniek zo belangrijk?
10 minuten
Vragen die verwijzen naar de techniekles in groep 6: •Hoe heten de mensen die steeds iets nieuws uitvinden? (Denk groep 6: Hans Christiaan Oersted, de uitvinder van de elektromagneet) •Weten jullie nog wat techniek betekent?(Een definitie: ‘Techniek is alles wat de mens heeft bedacht om het zichzelf makkelijker te maken’) •Kun je een voorwerp noemen, waardoor we het onszelf makkelijker maken? Dat is techniek! Leergesprek metalen
Vertel dat we het vandaag tijdens het praatje over twee onderwerpen gaan hebben: •metalen en constructies •elektriciteit Eerst metalen. Laat een voorwerp zien van metaal (van bijv. brons of aluminium) dat de nieuwsgierigheid van de leerlingen wekt. Vertel er iets over. Laat de leerlingen raden waar het van is gemaakt.
5 minuten
Metalen voorwerp zelf meenemen
Vraag of ze nog meer metalen op kunnen noemen. Schrijf deze op het bord: ijzer, staal, koper, tin, zink, chroom, nikkel, aluminium, zilver, goud, brons, lood. Let er op dat kinderen koper noemen. Noem zelf: titanium (brilmontuur en beugel) en wolfraam (gloeidraadje in een gloeilamp en darts). Vraag of er iemand titanium bij zich heeft. Van titanium zijn horloges, brilmonturen en beugels gemaakt. Waarom zouden ze dat van titanium hebben gemaakt? Het is een sterk en licht metaal en het roest niet. Stel je voor dat een beugel of bril van lood zou zijn gemaakt. Het is wel een duur metaal! Vraag wie er wel eens wolfraam heeft gezien? Teken een gloeilamp op het bord. Het gloeidraadje is van wolfraam. De eigenschap hiervan: het geeft licht als er een elektrische stroom doorheen gaat. Laat de kinderen voorwerpen opnoemen die gemaakt zijn van metaal. Schrijf deze ook op het bord: fiets, tafel- en stoelpoten, lantaarnpalen, hekken, auto’s, deurklink, scharnieren, schroeven, een robot, de Eifeltoren, een spoorbrug, treinrails, brilmontuur, beugel, horloge, klok, hijskraan, elektriciteitsmasten, etc. Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
58
Leergesprek constructies Puzzel op het bord
Teken een puzzel op het bord en vraag de kinderen te raden wat het voorstelt. Teken van links naar rechts: eerst een driehoek met de punt omhoog. Daarnaast een driehoek met de punt omlaag. U krijgt zo een parallellogram. Teken nog een driehoek met de punt naar boven. Weten de kinderen het al? Teken een wiel. Ah, een fiets!!! Teken het andere wiel, het zadel en het stuur. Teken nu de spaken.
5 minuten
Demonstratie stevigheid vierkant en driehoek
Vraag aan de kinderen welke vorm het meest in de fiets voorkomt: de driehoek (het frame en de spaken). Vraag waarom dat zo is. Een driehoeksvorm is een stevige vorm. Toon dit met behulp van het aluminium model aan door de vierkante vorm te verstevigen met dwarsverbindingen. Een vierkant zonder dwarsverbindingen scharniert/wiebelt alle kanten op. Vertel dat alle sterke constructies een driehoeksvorm hebben. Als voorbeeld kunt u nog de Eifeltoren noemen of de kinderen vragen naar een brug in de buurt. Vraag voor het goede begrip: Waarom is een damesfiets minder sterk dan een herenfiets? Laat het begrip ‘constructie’ nog eens vallen en vraag of de kinderen kunnen uitleggen wat dit woord betekent. Kunnen de kinderen voorbeelden noemen van stevige en slappe constructies?
Leergesprek Elektriciteit
10 minuten Nu iets anders. Het tweede onderwerp van vandaag: elektriciteit Wat is dat? Laat de kinderen hun ideeën verwoorden. Verwijs naar de inleiding van groep 5. Vertel dat we het hebben gehad over de stroomkring. Vraag of de kinderen nog weten wat je daar ook alweer voor nodig hebt: batterij, draad, schakelaar en iets wat je wilt laten werken: een lamp, zoemer of motortje. Verwijs ook naar de elektromotor in groep 6. Hoe werkte die ook alweer? (zie lesplan groep 6). Verwijs tot slot naar de onderdelen van de dynamo (ook groep 6).
59
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Leergesprek Elektriciteit
Leidt vervolgens de werking van een elektriciteitscentrale 10 minuten in door te vertellen dat onze huizen of onze school natuurlijk niet op een batterij of een fietsdynamo werken. Je zou je suf trappen! Maar hoe werkt dat dan? Waar komt de elektriciteit vandaan? En: hoe wordt het gemaakt? Laat de kinderen vertellen wat ze weten/denken te weten over hoe elektriciteit in hun huis of de school terecht komt. Misschien kennen de kinderen het elektriciteitshuisje (transformatorhuisje) in de buurt en de elektriciteitsmasten in het weiland. In huis heb je de meterkast en lopen er ook allerlei draden naar de verschillende stekkerdozen. Maar hoe wordt het gemaakt?! Leg uit dat elektriciteit o.a. wordt gemaakt in een elektriciteitscentrale. Teken op het bord een pan zonder deksel met een laagje water erin. Daaronder tekent u een vuurtje. Wat gebeurt er nu? Het water verdampt. We krijgen stoom (waterdamp). Maak nu de pan dicht (niet met een deksel, maar echt potdicht). Vraag aan de kinderen wat ze denken dat er zal gebeuren? Als je het water blijft verhitten zal er druk ontstaan in de pan. De pan zal exploderen!
Teken nu aan de bovenzijde van de dichte pan een leiding die naar een turbinewiel (een schoepenrad van een oude watermolen of een zandmolentje) gaat. Teken ook de stoom uit de leiding die tegen de turbinewiel aan blaast. Dit wordt een turbine genoemd. Aan de achterkant van deze turbine zit een hele grote dynamo. Deze wekt de stroom op. De centrale wordt op kolen, aardgas, aardolie of huisvuil gestookt (en energie van de kernsplitsing = kernenergie) De centrale levert gemiddeld 380.000 Volt (380 kiloVolt). Dat moet teruggebracht worden tot 230 Volt. De stroom gaat eerst onder de grond of via de elektriciteitsmasten naar de steden en dorpen toe. Dat gaat via de transformatorhuisjes. (In werkelijkheid zit er nog een verdeelstation tussen, herkenbaar aan de grote isolatoren en hoge hekken in moeilijk bereikbare gebieden). Verwijs naar de opdrachten 2 (stroomkringen) en 3 (elektrische geleiding) uit het werkschrift van groep 6.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
60
Vertel dat de kinderen naar een video gaan kijken over Mister T. Vertel waar de film over gaat: ‘Je krijgt te zien hoe een groepje kinderen zelf een robot ontwerpt en in elkaar zet. Met deze zelfgemaakte robot houden zij een wedstrijd’. •Geef aan dat u na de video nog wat vragen heeft: •Wat komt er allemaal bij kijken als je een robot wilt maken? •Welke technische beroepen heb je gezien? •Welke technieken heb je gezien? •Waarvoor gebruiken mensen robots?
25 minuten
Uitleg werkboek
Bespreek de opdrachten kort aan de hand van het werkboek. Verwijs bij de bespreking naar uw inleiding en het bord bij de activiteiten waar het gaat over verbindingen en magnetisme.
10 minuten
Werken in tweetallen
Vertel de kinderen dat ze met z’n tweeën mogen werken aan de opdrachten.
Coaching en begeleiding
Als de opdracht klaar is mogen ze een volgende opdracht kiezen. Niet alles hoeft af. Kinderen kunnen ook elkaar helpen. Organiseer de les wel zo dat iedereen met een hangertje naar huis gaat (opdracht 10).
Video: Mister T
Film: 18 minuten Bespreking: 7 minuten
Lezen en doen De kinderen gaan naar de ruimte waar de opdrachten staan opgesteld en gaan aan de slag. De Techniek Coach en de leerkracht (+ eventueel extra begeleiding) begeleiden de leerlingen waar nodig. Vertel de kinderen dat ze even de tijd nemen om goed de opdracht te lezen.
100 minuten
Nabespreking
Neem de kinderen vijftien minuten voor het eind van de les mee naar hun eigen lokaal en bespreek bepaalde opdrachten (de invuloefeningen) kort na.
10 minuten
Verrassing
Dan volgt nog een verrassing. Alle leerlingen krijgen een aandenken.
5 minuten
Afsluiting
Vertel de kinderen dat ze volgend jaar in groep 8 de laatste techniekles van de meester of juf en de Techniek Coach krijgen. Dan mogen ze laten zien wat ze de afgelopen jaren allemaal geleerd hebben!
61
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
GROEP 7 Opdrachten Opdracht 1:
Meten met een gradenboog
Doel
Leerlingen weten waar graden voor worden gebruikt. Met behulp van de gradenboog kunnen ze deze meten.
Duur
10 – 15 minuten.
Domein
constructie
Tips
Het is handig de werking van de gradenboog klassikaal uit te leggen. Gebruik taartpunten om uit te leggen wat hoeken en graden zijn. Leg eventueel de relatie naar de kompasroos van de scheepvaart (koers). Begeleiding bij de uitvoering van de opdracht is gewenst. Zeker in het begin. Daarna kunnen de kinderen elkaar uitleg geven.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
gemiddeld
Technisch principe
Een gradenboog is een meetinstrument dat wordt gebruikt voor meetkunde. Het wordt gebruikt om verschillende hoeken te berekenen. Ze worden net als een geodriehoek gebruikt om de positie van een hoek te bepalen.
Waar vind je het principe nog meer? Een gradenboog wordt veel in het middelbaar wiskundeonderwijs toegepast als lesmateriaal. 360 graden: kompas, breukentaart, klok. Plinten zagen in een verstekbak. Het berekenen van hellingen: knikkerbaan, heuvel, berg, skatebaan.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
62
Opdracht 2: Meten met een schuifmaat Doel
Leerlingen leren wat een schuifmaat is en hoe je er heel nauwkeurig mee kunt meten.
Duur
10 – 15 minuten
Domein
Constructie
Tips
- Het is handig de werking van de schuifmaat klassikaal uit te leggen. Laat de kinderen bij nul aflezen. - Begeleiding bij de uitvoering van de opdracht is gewenst. Zeker in het begin. Daarna kunnen de kinderen elkaar uitleg geven.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
De maatvoering in millimeters is belangrijk om heel nauwkeurig te kunnen meten. Het verschil met een meetlat, duimstok of meetlint is dat het met een meetlat mogelijk is om bij een cilindervorm de buitenmaten, binnenmaten en dieptes te meten.
Waar vind je het principe nog meer? Een gaatje boren en een passend schroefje vinden. De loodgieter die de juiste maat pijp nodig heeft.
63
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 3: Wegen Doel
Het herkennen van het (soortelijk) gewicht van materialen. Door te wegen ontdekken kinderen spelenderwijs dat materialen met dezelfde lengtes en afmetingen verschillend van gewicht kunnen zijn.
Duur
5 minuten
Domein
Constructie en productie
Tips
- Voor de kinderen is het soms lastig om de materialen te herkennen. Verwijs naar de inleiding waar de diverse kenmerken van materialen worden verteld. - De weegschaal weegt maar tot 2 kilo, dus geen zware voorwerpen erop zetten. - Let op notatie weegschaal 100.4 gram (met een punt = een tiende achter de komma). Sommige leerlingen zullen 1004 gram opschrijven.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
In de natuur- en scheikunde geeft de dichtheid of soortelijke massa van een materiaal aan hoeveel massa van dat materiaal aanwezig is in een bepaald volume. De dichtheid van vaste stoffen wordt weergegeven in kg/dm3 bij een kamertemperatuur (20 °C). Zo weegt aluminium 2,755 kg/dm3 en hout gemiddeld 0,8 kg/dm3.
Waar vind je het principe nog meer? Waarom wordt een bril of een beugel niet van staal gemaakt? Het gewicht van een fiets. Vliegtuigbouw.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
64
Opdracht 4:
Monteren van een bakje
Doel
Leerlingen lezen de instructie, monteren en demonteren een bakje.
Duur
15 minuten
Domein
Constructie
Tips
- Voor sommige leerlingen is dit een lastige opdracht. Het lukt ze niet het bakje in elkaar te zetten. Vooral het plaatsen van het profielstuk is moeilijk. Als de opdracht te lang duurt mogen ze verder. - Link met groep 6: soms is het handig dat iets weer los kan voor reparatie, vandaar dat een verbinding soms niet permanent is.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Hoog
Technisch principe
Niet permanente verbinding Ruimtelijk inzicht
Waar vind je het principe nog meer? Veel voorwerpen in het dagelijks leven bestaan uit meerdere onderdelen die aan elkaar bevestigd zijn: motor, klimrek, computer, bouwdozen, tafel, stoel, kast, etc.
65
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 5: Elektrische geleiding Doel
Leerlingen kunnen een meter aflezen en weten de relatie te leggen tussen stroom/ spanning en de lichtopbrengst (lichtsterkte).
Duur
5 minuten
Domein
Energie
Tips
- Leg uit dat 1 streepje op de meter een half volt is. - Leg uit wat een weerstand is (zie technisch principe).
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Elektrische weerstand is de elektrische eigenschap van materialen om de doorgang van elektrische stroom te “bemoeilijken”. Vloeit door een materiaal een elektrische stroom, dan gebeurt dit niet ongehinderd: er is energie voor nodig, de stroom ondervindt “weerstand”.
Waar vind je het principe nog meer?
Als je de televisie aan laat staan zie je een lampje branden. Dat noemen we een led, een klein lampje. Ledjes gebruiken heel weinig stroom en gaan bijna niet kapot. Een led heeft dus een hele lage weerstand. Toch is het beter je televisie niet op de stand-by stand te laten staan. Het kost je toch stroom. Dimmerschakelaar in huis. Druk: de waterkraan, een waterpistool met pomp. Een spuitje: veel vloeistof door een smal buisje Ventiel/vinger voor tuinslang .
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
66
Opdracht 6: Buttons maken Doel
Kinderen maken kennis met de felstechniek (het omvouwen van metaal/randje) en ervaren de werking van de hefboom.
Duur
10 minuten
Domein
Productie
Tips
- Bij deze opdracht is extra begeleiding wenselijk. Laat kinderen ook samenwerken. De een leest voor, de ander voert de handeling uit. Daarna wisselen. - Verwijs naar het onderwerp verbindingen in groep 6. Een button is een permanente verbinding. - Vraag of de kinderen nog verschillende soorten verbindingen kennen. De speld van de button is overigens een losneembare verbinding. - De folie van het plaatje kan statisch worden door de rode kunststof ring. - Verwijder de zwarte ring bij de plaatsing van de speld. Zet het zwarte kruis in de vrije stand. - Houd tempo bij deze populaire opdracht, zodat alle kinderen aan bod kunnen komen.
Veiligheid
Gebruik bij het omlaag duwen van de buttonpers twee handen.
Mate van begeleiding
Hoog
Technisch principe
Het omvouwen (felsen) geeft sterkte aan het materiaal (pan, dakgoot). Koud metaal bewerken is sterker. De werking van de hefboom.
Waar vind je het principe nog meer? Spatbord fiets, deksel van jampoot, kroonkurk frisdrankflesjes.
67
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 7: Plattegrond woning Doel
Leerlingen werken met stroomkringen en elektrisch schema’s. Zij nemen kennis van de toepassingen van stroomkringen in huis en denken na over de functie van de meterkast thuis.
Duur
15 minuten
Domein
energie
Tips
Een voorbeeld is getekend in het schrift (blz. 23). Laat kinderen deze verbinding aanwijzen op het paneel en maak deze stroomkring.
Veiligheid
Pas op voor kortsluiting als kinderen vrij gaan experimenteren. De plus- en de minpool van de krachtbron mogen niet direct met elkaar verbonden worden. Er moet altijd een ‘apparaat’ tussen zitten.
Mate van begeleiding
gemiddeld
Technisch principe
Een stroomkring is een gesloten elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere. Voorbeeld: door een lichtschakelaar te sluiten ontstaat een stroomkring vanuit het lichtnet via de bedrading, de schakelaar en de lamp. Er kan een stroom gaan lopen.
Waar vind je het principe nog meer? De meterkast Menselijk lichaam: bloedsomloop, energie
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
68
Opdracht 8: Gereedschappen en onderdelen Doel
Leerlingen herkennen diverse gereedschappen die nodig zijn voor het maken en repareren van producten.
Duur
10 minuten
Domein
Productie
Tips
Geef zonodig de beginletter van de slagzin cadeau (spijker is T). Geef vervolgens niet te snel het antwoord, maar stel een wedervraag. De slagzin wordt: ‘Techniek is boeiend’
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Een gereedschap is een hulpmiddel om de bewerkingen uit te kunnen voeren die een mens (of dier) met zijn lichaam zelf niet of moeilijk kan uitvoeren.
Waar vind je het principe nog meer? In de natuur. Mensen en mensapen kunnen gereedschap gebruiken, maar ook bij andere dieren is het gebruik van gereedschap gezien. Geschiedenis: Hoe deden mensen dat vroeger? In de prehistorie en andere geschiedenisperioden?
69
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 9: Elektrische apparaten in de woning Doel
Leerlingen kunnen apparaten in huis benoemen die energie nodig hebben om te werken. Zij beseffen dat energie erg belangrijk is om comfortabel te leven in huis.
Duur
10 minuten
Domein
energie
Tips
- Deze opdracht kan goed gebruikt worden als parkeeropdracht. - Bespreek het antwoordblad na aan het einde van de les.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
laag
Technisch principe
Energie is haast onzichtbaar, maar van groot belang om comfortabel te leven.
Waar vind je het principe nog meer? Thuis, op school, de sportclub, etc.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
70
Opdracht 10: Cijfers vormen (schakelen) Doel
De leerlingen ervaren dat de digitale cijfers bestaan uit individuele karakters.
Duur
10 minuten
Domein
Energie
Tips
• De tabel invullen is lastig. Leg de tabel daarom goed uit. De horizontale kolom geeft de nummers van de schakelaars aan. Om het cijfer 1 te maken moet je een aantal schakelaars omzetten. • Sluit altijd met een punt (6 omgedraaid is een 9). • De digitale cijfers staan in de verticale kolom. • Geef een voorbeeld: het cijfer 1 bestaat uit de schakelaars 2 en 3 plus 8 is de punt. • Zet een kruisje bij de schakelaars die je gebruikt hebt.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag (na goede instructie)
Technisch principe
Een 7-segmentdisplay wordt gebruikt om cijfers (en soms letters) aan te geven. Met de 7 segmenten zijn alle cijfers en de letters A, b, C, d, E en F (redelijk) leesbaar te vormen. Elk segment kan afzonderlijk ‘aan’ of ‘uit’ gezet worden. Soms is er een decimale punt aanwezig (waardoor er eigenlijk acht segmenten zijn).
Waar vind je het principe nog meer? Benzinestations, scoreborden, wekker, klok, rekenmachine en loopkrant.
71
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 11: Een brug bouwen Doel
De leerlingen: • bouwen een stabiele hangbrug met behulp van metalen strips en kabelverbindingen • ervaren dat een driehoeksconstructie stabieler is dan een hangbrug zonder de driehoeksverbindingen • werken volgens werktekening
Duur
20 minuten
Domein
Constructie
Tips
- Test de hangbrug door het tussen twee stoelen te hangen. - Vestig de aandacht op de stabiliteit van de brug door de driehoeksverbinding te benoemen/aan te laten wijzen.
Veiligheid
Nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Door de driehoekconstructie in de kabelverbindingen bouw je een stabiele brug.
Waar vind je het principe nog meer? Hangmat, grote bruggen, spoorbruggen, hijskraan, achtbanen en de Eifeltoren.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
72
Opdracht 12: Onderdelen van een herenfiets herkennen Doel
De leerlingen kunnen de fietsonderdelen en de functies daarvan benoemen.
Duur
10 minuten
Domein
Transport en overbrengingen
Tips
Een fiets in de klas bevordert het begrip van de functies. De kinderen kunnen het dan uitproberen. Verwijs ook naar groep 5. Daar hebben ze deze oefening in eenvoudigere vorm (met de antwoorden in willekeurige volgorde erbij) eerder gedaan.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe Waar vind je het principe nog meer? Andere transportmiddelen
73
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 13: Paperclip maken Doel
Met een mal maken de leerlingen van een metaaldraad een eigen paperclip.
Duur
5 minuten
Domein Tips
• Leg deze opdracht uit tijdens de klassikale instructie. Vertel de leerlingen dat ze de instructie heel nauwkeurig moeten volgen. • Deze oefening leent zich goed voor samenwerken: de één leest, de ander voert uit. • Buig met je vingers zo dicht mogelijk tegen de cilinder (het buigpunt) aan en buig het draad ietsjes door (de draad veert anders terug).
Veiligheid
Pas op voor de uiteinden van de draad.
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Het koud vervormen van metaal is een manier van metaalbewerken.
Waar vind je het principe nog meer? Een paperclip is een voorbeeld van een losneembare verbinding. Een ander voorbeeld is een veertje in je pen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
74
Opdracht 14: Demowand (demonstratie) Doel
De leerlingen leggen de relatie tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik van de demowand. Ze benoemen de driehoeksconstructie en kunnen iets zeggen over het materiaalgebruik en (soortelijk) gewicht.
Duur
5 minuten
Domein
constructie
Tips
- Demonstreer de demowand. - De verbindingsstukken (koppelingen) zijn kwetsbaar. - Het lijkt alsof de demowand zwaarder is wanneer deze is ingeklapt dan uitgevouwen. Dat is natuurlijk niet zo, maar wel verwonderlijk. Vergelijk de uitgevouwen en ingeklapte demowand met een persoon die zichzelf groot en klein maakt op een weegschaal. De vorm verandert, het gewicht blijft hetzelfde.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Gemiddeld, demonstratie
Technisch principe
Bij de demowand is een duidelijke relatie tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. Dit is één van de kerndoelen natuur en techniek (kerndoel 46)
Waar vind je het principe nog meer? Op de camping: (lichtgewicht) tenten en andere spullen, tentstokken, klapstoelen, klaptafels van aluminium, parasol, paraplu.
75
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 8:
Groep 8 Algemeen Doel Het voornaamste doel van de werkplaats is kinderen via de uitdagende opdrachten te interesseren en enthousiasmeren voor techniek. Het is de afsluiting van een 4-jarig traject en daarom raadzaam nog eens te kijken naar de ambities van het Nationaal Actieplan VTB, zoals beschreven in hoofdstuk 2. Thema De werkplaats Dit thema is gekozen als ‘grande finale’ ter afsluiting van het 4-jarige VBTA-programma. Deze afsluitende les biedt de kinderen uitdagende lesstof, waarvoor in de voorgaande gastlessen (in de ideale situatie) in de groepen 5 t/m 7 de basis is gelegd. Duur van de lesonderdelen De opbouw van de les ziet er anders uit dan in de groepen 5 t/m 7. Er is geen theoretische inleiding en video. Wel een introductie, waarbij de veiligheid, de samenwerking en de mogelijke keuzes voor de kinderen worden besproken. Daarna een korte uitleg van de opdrachten. De duur van deze opdrachten is aanzienlijk langer dan de opdrachten in de groepen 5 t/m 7. Reken gemiddeld 45 minuten per opdracht. Begeleiding Deze les vraagt om een intensievere begeleiding dan de voorgaande groepen. Gemiddeld is een begeleider op 5 à 6 leerlingen wenselijk. Per tafel een begeleider. Ruimte en inrichting werkplaats In de werkplaats wordt onder andere getimmerd, gesoldeerd en geboord. De meest ideale werkplaats is daarom een handenarbeidlokaal met werkbanken en oude tafels die tegen een stootje kunnen. Mocht dat niet lukken dan kunnen de tafels beschermd worden met platen hardboard of karton.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
76
Houd bij de indeling van de werkplekken rekening met de veiligheid en dat tafels waar getimmerd wordt gescheiden zijn van tafels waar nauwkeurig gewerkt wordt. Wat betreft de veiligheid, houd vooral de stroomvoorziening in de gaten. Het is belangrijk dat een begeleider het gebruik van de elektrische apparatuur in de gaten houdt. Een mogelijke opstelling: Tafel 1: Solderen en plaatwerken Opdracht 10 Solderen - vlinder in evenwicht Gereedschappen o.a. verlengsnoer, soldeerbouten met toebehoren, staaldraad, punttangen, blikschaar, potloden, veiligheidsbrillen. Tafel 2: Metaalbewerking 1 Opdrachten 7 Fotolijstje maken 9 Hanger of sleutelhanger van aluminium Gereedschappen o.a. bankschroef, boormachine(s), stappenboor, boortjes, draadsnijgereedschap, centerpons, hamer, zaagmal, hangertje. Tafel 3: Metaalbewerking 2 Opdrachten 8 Armband Gereedschappen o.a. hamer, zagen, bankschroef, schuurmateriaal Tafel 4: Verbindingstechniek Opdrachten 6 Panfluit Gereedschappen o.a. zaagmal, lijmmal, zagen, schuurpapier. Tafel 5: Overigen Opdrachten 1 Helikopter “vliegt” op zonnecel 2 Stroomkringen 3 Zweefmolen 4 Fietsverlichting 5 Robothond Gereedschappen O.a. maatlat, punttang, onderlegplaat, schroevendraaier en steeksleutel.
77
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Een standaard lesbeschrijving voor groep 8 Wat
Hoe en welke hulpmiddelen
Opening
Vertel wat er deze ochtend gaat gebeuren en besteed kort aandacht aan de herinneringen van de kinderen met betrekking tot de technieklessen van voorgaande jaren. Vertel dat deze les bestaat uit een werkplaats met opdrachten. Vraag de kinderen naar hun beelden bij een werkplaats. Hoe ziet het eruit? Hoe werkt het? Waar moet je rekening mee houden in een werkplaats? Vandaag is het eigenlijk een beetje feest! Je kunt laten zien wat je de afgelopen jaren allemaal over techniek hebt geleerd.
5 minuten
Keuze maken
Vertel de kinderen dat de opdrachten in een circuitvorm staan opgesteld. En dat de 10 opdrachten gemiddeld 45 minuten per opdracht duren. Dat betekent dat je een keuze moet maken. Vertel dat je van de 10 opdrachten 5 dingen kunt kiezen die je mee kunt nemen: •Een panfluit •Een fotolijstje •Een armband •Een ketting of sleutelhanger •Een soldeeropdracht: ‘In evenwicht’
10 minuten
Laat de kinderen twee ‘meeneemopdrachten’ kiezen. Gebruik daarvoor de (in voorgaande jaren door u zelf gemaakte?) voorbeelden, zodat de kinderen weten waar ze voor kiezen.
Materiaal: Zelfgemaakte voorbeelden
Maak goede afspraken over de veiligheid. Naast de werkhouding die heel belangrijk is, een aantal specifieke opmerkingen: •Gebruik de boormachine alleen als er toezicht is. Desnoods boren kinderen samen met de begeleider. •Gebruik de boormachine niet als pistool. •Gebruik bij het buigen van staaldraad een veiligheidsbril. Dat is verplicht! •Wijs/prik niet in de richting van anderen! •Let op de hitte van de soldeerbout. Leg de soldeerbout zorgvuldig weg. Leg de bout niet op een snoer, die kan smelten.
2 minuten
Instructie: veiligheid
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Tijd
78
Instructie: samenwerken
1 minuut Maak tweetallen. Samenwerken is in de techniek heel belangrijk. 2 weten meer dan 1 en samen zijn er vier handen. Wijs bij de opdrachten op deze samenwerking. Een kind kan lezen en de ander uitvoeren.
Uitleg opdrachten
Loop met de kinderen de opdrachten af. Leg kort uit wat de bedoeling is en waar je op moet letten. Geef uitleg over de materialen die de kinderen nodig hebben voor de ‘meeneemartikelen’ en geef aan waar ze deze kunnen vinden. Geef aan dat de kinderen maar 1 messing plaatje krijgen om de armband van te maken. Leg daarom ook niet meer plaatjes neer dan het aantal kinderen dat voor deze opdracht heeft gekozen. Let voor de begeleiding van de opdrachten goed op de tips in paragraaf 8.3.
Coaching en begeleiding
Als de opdracht klaar is mogen ze een volgende opdracht kiezen. Niet alles hoeft af. Kinderen kunnen ook elkaar helpen. Organiseer de les wel zo dat iedereen met twee meeneemartikelen naar huis gaat.
10 minuten
Instructie: Vertel de kinderen dat ze even de tijd nemen om goed Lezen en doen de opdracht te lezen. Dat is ook een belangrijke vaardigheid bij techniek: het lezen van de handleiding. Kinderen kunnen elkaar ook helpen. Een leerling leest, de ander voert uit. Aan de slag!
100 minuten De kinderen gaan aan de slag in de werkplaats. Naast technische kennis en vaardigheden is het in de techniek belangrijk om goed te overleggen, goed de handleiding te lezen en goed samen te werken. Als een gereedschap in gebruik is moet je bijvoorbeeld even overleggen wanneer jij het kunt gebruiken.
Nabespreking
Neem de kinderen vijftien minuten voor het eind van de 10 minuten les mee naar hun eigen lokaal en bespreek het werken in de werkplaats en bepaalde opdrachten kort na. Hoe hebben de kinderen het werken in de werkplaats ervaren? Wat vonden ze het leukst? Wat kon beter? Wat hebben ze er van geleerd?
79
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Oorkondes uitdelen
Dan volgt nog een verrassing. Alle leerlingen krijgen een oorkonde. De namen worden voorgelezen en ieder kind neemt zijn eigen oorkonde in ontvangst
Afsluiting
Vertel de kinderen nogmaals wat het doel was van de technieklessen: het interesseren en enthousiasmeren van kinderen voor techniek. In kindertaal: ‘dat kinderen het leuk vinden om iets met techniek te gaan doen.’ Wat vind je van techniek? Wie lijkt het leuk om later een technisch beroep te hebben? Wat lijkt je daar leuk aan?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
5 minuten
80
GROEP 8 Opdrachten Opdracht 1: Helikopter Doel
De leerlingen: • passen het metriek stelsel toe (centimeters) • meten afstanden met meetlat • lezen een technische tekening • vervormen metaal in koude toestand • leren solderen met een soldeerbout • ervaren twee toestanden van een materiaal (vloeibaar en vast) • sluiten een elektrisch circuit aan (stroomkring)
Extra
Drijven deze elektromotor nog via twee andere vormen van energie aan (generator en batterijen).
Duur
20 minuten
Domein
Transport en overbrengingen, productie en energie
Tips
• Buig van verkoperd staaldraad een wiek voor de helikopter volgens een tekening. • Soldeer de uiteinden van de wiek aan elkaar. • Soldeer de wiek op een messing pulley. • Klem de pulley op de motoras. • Plaats motor klemmend in bovenzijde helikopterframe. • Sluit het zonnepaneel aan op de bedrading van de motor. • Laat wieken draaien door zonne-energie of een andere lichtbron. • Laat de leerlingen de werkbeschrijving aandachtig lezen en volgen.
Extra
Laat de leerlingen de aansluitdraden van de motor omdraaien op de aansluitpunten van het zonnepaneel. De wiek zal de andere kant opdraaien (in technische termen heet dit: het omdraaien van de polariteit van de opgewekte spanning, - en +).
81
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Veiligheid
Let erop dat de leerlingen op de juiste wijze met de soldeerbout omgaan. Dus niet wijzen in andere richtingen dan het te solderen materiaal en veilig wegleggen als zij hem niet meer gebruiken (niet op aansluitsnoeren en brandbare ondergrond). Voorkom dat leerlingen het soldeertin laten smelten op de tip van soldeerbout. Je krijgt anders nooit een goede en sterke verbinding. Zorg voor voldoende luchtcirculatie (open ramen).
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
Maken van een permanente verbinding tussen twee verschillende metalen (met soldeertin). Maak het te solderen materiaal zodanig warm dat het soldeertin smelt als het op het te solderen materiaal wordt aangebracht. Maken van een losneembare klemverbinding, aansluiten van een elektrisch circuit. Het zonnepaneel zet via fotocellen licht om in elektrische energie. Hierdoor gaat de gelijkstroom motor draaien.
Waar vind je het principe nog meer?
Het opwekken van elektrische energie via alternatieven (groene stroom). Rekenmachines op zonnecellen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
82
Opdracht 2: Stroomkringen Doel
In groep 5 en 6 hebben leerlingen al voor het eerst spelenderwijs kennisgemaakt met elektronische schakelingen. De leerlingen: • bouwen gesloten stroomkringen met gebruikmaking van zeer verschillende onderdelen (nu ook met geluid) • bouwen een serieverbinding en een parallelle verbinding en ervaren het verschil • ervaren dat er verschillende soorten schakelaars en stroomcircuits zijn • leren dat elektrotechniektechniek eigen symbolen kent die internationaal gelden
Duur
20 minuten
Domein
Energie en overbrengingen
Tips
• Verwijs naar de gebruikte symbolen, leg deze eventueel klassikaal uit. • Laat leerlingen elkaar helpen. • De leerlingen plaatsen de kleine kunststof pulley op de motoras en kunnen met een elastiekje (als een ketting van een fiets) de zweefmolen aandrijven. • Leerlingen ervaren dat draairichtingen eenvoudig kunnen worden veranderd als u ze het elastiekje in een 8-vorm laat plaatsen.
Veiligheid
nvt
Mate van begeleiding
Laag
Technisch principe
Stroomkring: ieder elektrisch apparaat kan pas werken als de stroomkring “gesloten” is. Overbrengingen
Waar vind je het principe nog meer?
Elektrische apparaten. Voorbeeld van tandwiel snaarverbinding noemen.
83
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 3: Zweefmolen Doel
De leerlingen: • leren een technische tekening te lezen • monteren en demonteren • ervaren het omzetten van bewegingen door tandwielen
Duur
30 minuten
Domein
Constructie, transport en overbrengingen
Tips
- Het elastiekje in een 8-vorm laten plaatsen. - Laat de leerlingen 3 tandwielen tekenen en geef van het eerste tandwiel de draairichting aan door een pijl. Laat de leerling nu de draairichting aangeven van het laatste tandwiel (draait in dezelfde richting als eerste tandwiel).
Veiligheid
- Laat de leerlingen de schroefjes alleen met de schroevendraaier vastdraaien, dit voorkomt beschadigingen. - Overbrengingen in fabrieken e.d. dienen altijd afgeschermd te worden om ongelukken te voorkomen (denk aan de kettingkast).
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
- Aandrijving door middel van overbrenging m.b.v. tandwielen. - Snelheid verandert door grootte tandwielen.
Waar vind je het principe nog meer?
Ketting aandrijving van de fiets
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
84
Opdracht 4: Fietsverlichting Doel
De leerlingen: • monteren en demonteren fietsverlichting • leren inwendige bedrading van fietsverlichting aan te sluiten • leren elektrische bedrading hiervan door te meten
Duur
20 minuten
Domein
Constructie en energie.
Tips Veiligheid Mate van begeleiding
gemiddeld
Technisch principe energieopwekking door menskracht
stroomkring
Waar vind je het principe nog meer?
Energieopwekking met (natuurlijke) hulpbronnen Knijpkat Hand aangedreven sirene
85
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 5: De robothond (extra differentiatie opdracht voor de “bollebozen”) Doel
De leerlingen: • leren monteren volgens een technische tekening, omschrijving en voorbeeld • demonteren • sluiten een stroomkring aan • leren stapsgewijs werken
Duur
45 minuten
Domein
Constructie, energie en overbrengingen
Tips
• Opdracht vereist geduld en fijne motoriek. • Eigen begeleider. • Let op: niet het hoofd en de tandwielkast demonteren. • Pootje demonteren maar laat de as zitten. • Veel losse onderdelen: netjes werken met onderplaat.
Veiligheid Mate van begeleiding
Hoog
Technisch principe
stroomkring energieopwekking door menskracht
Waar vind je het principe nog meer?
Vergelijken motoriek mens Automatisering
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
86
Opdracht 6: Panfluit Doel
De leerlingen: • doen ervaring op met het metrisch stelsel Ze kunnen verschillende maten meten, aftekenen en op maat zagen • weten hoe ze een zaag hanteren • weten dat lijm een vorm van een permanente verbinding is
Duur
20 minuten
Domein
Constructie en productie
Tips
• Dopjes plaatsen voordat je gaat lijmen. • Pvc pijpjes opruwen, voordat je gaat lijmen. • Pijpje voor pijpje lijmen. • Postbode-elastieken ombinden. • Minimaal 15 minuten drogen. • Je kunt ook een rechte panfluit maken door een mal te maken van hardboard, waarbinnen je de panfluit klemt.
Veiligheid
• Voldoende luchtcirculatie i.v.m. lijmen (open ramen) • Waarschuw de leerlingen dat de zagen alleen zijn om te zagen en geen aanwijsstok.
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
• Meten en aftekenen • Zagen • Lijmen en klemmen
Waar vind je het principe nog meer?
Rekenen, muziek
87
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 7 Metaalbewerking: fotolijstje maken Doel
De leerlingen: • leren technische tekening lezen en bijbehorende stappen uit te voeren • hebben kennis van het metrisch stelsel • leren om draad te snijden en verschillende technische vaardigheden uit te voeren (meten, zagen en boren)
Duur
30 minuten
Domein
Constructie en productie
Tips
• Tappen: plaats de tap met het wringijzer rechtop in het geboorde gat. Oefen er druk op uit en draai rechts, net zolang totdat de tap is verzonken in het gat (tot het niet verder kan). Draai dan de tap eruit door linksom te draaien. Vervolgens kan het schroefje worden bevestigd. • Gebruik bankschroefbekjes/spanplaten om beschadiging van het materiaal te voorkomen. • Laat leerlingen elkaar dingen uitleggen. • Begeleider noodzakelijk bij het boren.
Veiligheid
Veiligheid boren: recht naar beneden boren. Wanneer de boor door het materiaal is, gelijk stoppen met boren. Niet te veel druk uitoefenen. Je kunt ook de handboor gebruiken. Let op snoer boormachine. Lijmklem goed klemvast zetten.
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe Waar vind je het principe nog meer?
Ventiel fiets
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
88
Opdracht 8: Metaalbewerking: armband Doel
De leerlingen: • leren verschillende manieren van (koude) metaalbewerking (vijlen, knippen, slagletters ponsen). • leren stapsgewijs werken.
Duur
30 minuten
Domein
Productie
Tips
• Gebruik schilderstape zodat leerling de naam recht op het messingstripje kunnen aanbrengen en het midden van de armband wordt aangegeven. • Punten van armband kunnen het beste door de leerkracht/Techniek Coach op 45 graden afgeknipt worden, daarna bijvijlen. • Bij knippen materiaal achter in de schaar brengen (hier kan meeste kracht worden gezet). • Hamer met kunststofdoppen gebruiken voor kloppen armband. • Merk de voorzijde van de slagletter, zodat leerlingen weten dat ze de letter goed inslaan.
Veiligheid
Voldoende
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
Vijlen, buigen, ponsen, knippen
Waar vind je het principe nog meer?
Juwelier, siervoorwerpen, link leggen met andere materiaalbewerkingen (hout) Materiaalkennis (wat is messing?)
89
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Opdracht 9: Metaalbewerking: hanger/sleutelhanger van aluminium Doel
De leerlingen: • leren technische werktekening lezen • werken stapsgewijs • leren verschillende manieren van koud metaalbewerking
Duur
30 minuten
Domein
Productie
Tips
• Laat de leerlingen de werkbeschrijving aandachtig lezen en volgen. • Assisteer de leerlingen door de boor voor hen rechtop te houden en de uitgeoefende druk te controleren. • Gebruik de boor en zaagmal om een mooie zaagsnede te krijgen en het gat op de juiste plaats. • Poets het aluminium op met een stukje fijne staalwol tot het glimt. • Meet de omtrek van je hoofd en tel daar ongeveer 10 cm bij op.
Veiligheid
Laat altijd iemand toezicht houden bij het boren. Kinderen spelen hier vaak mee alsof het een pistool is en richten daarbij op medeleerlingen.
Mate van begeleiding
Hoog
Technisch principe
Zagen Vijlen Boren Netjes afwerken Meten
Waar vind je het principe nog meer
Aardrijkskunde delfstoffen (bauxiet) Sieraden
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
90
Opdracht 10: Solderen – vlinder in evenwicht Doel
De leerlingen: Leerlingen krijgen vaardigheid in diverse vormen van koude en warme metaalbewerking. (knippen, vijlen, buigen en solderen)
Duur
30 minuten
Domein
Productie, constructie
Tips
• Zet een begeleider bij solderen. • Voorkom dat leerlingen het soldeertin laten smelten op de tip van soldeerbout, hierdoor komt nimmer een goed en sterke verbinding tot stand. • Je moet het werkstuk verhitten en niet het tin. Soldeertin leg je tegen het warme werkstuk aan. • Als het soldeer vloeit dan glimt het mooi. Waneer soldeer afkoelt dan is het dof en is de verbinding klaar. • Blik event. ontvetten (spiritus). • Gebruik sjablonen, maar mag ook eigen ontwerp maken.
Veiligheid
Zorg voor voldoende luchtcirculatie (ramen open) Let erop dat de leerlingen op de juiste wijze met de soldeerbout omgaan, d.w.z. niet wijzen in andere richtingen dan het te solderen materiaal en veilig wegleggen indien zij hem niet gebruiken (niet op aansluitsnoeren en brandbare ondergrond).
Mate van begeleiding
Gemiddeld
Technisch principe
Solderen is een permanente verbinding (als je het goed doet). De verbinding komt tot stand als beide materialen de smelttemperatuur van solderen hebben bereikt.
Waar vind je het principe nog meer?
• Elektronica (printplaten) • Lassen
91
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Hoofdstuk 9
Suggesties voor integratie Integratie met andere vakken De Commissie Wijnen, de adviescommissie die de herziene kerndoelen heeft opgesteld, bepleit leerdoeloverstijgend en geïntegreerd onderwijs. Scholen worden gestimuleerd om de leerprocessen afwisselend vakgericht en vakoverstijgend in te richten. Techniek biedt heel veel kansen om vanuit de vakken het onderwijs rijker en betekenisvoller te maken. Het heeft een relatie met alle andere vakken in de school. Techniek komt immers overal voor. In dit hoofdstuk worden vooral suggesties gedaan voor de integratie met taal, rekenen/wiskunde, wereldoriëntatie en ict. Voor taal en rekenen zijn de kerndoelen Nederlands en Rekenen/Wiskunde als leidraad genomen voor de indeling van de integratiemogelijkheden.
9.1 Taal en techniek Woordenschat Kerndoel 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. De wereld van techniek zit boordevol technische begrippen voor apparaten, voorwerpen, materialen, eigenschappen en gereedschappen. Wanneer je deze woorden kent en daarbij kunt gebruiken in bepaalde situaties, dan ben je beter in staat om over de wereld van techniek te denken en te spreken. Met andere woorden: je begrijpt de wereld van techniek beter. In dit deel is per groep aangegeven om welke technische begrippen het gaat en welke opdrachten expliciet gericht zijn op het verwerven van een technische woordenschat. Informatievaardigheden Kerndoel 4 De leerlingen leren informatie achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. In de werkschriften komen de kinderen veel instructieve teksten tegen, waaronder schema’s en tabellen. De digitale bronnen kunnen de kinderen raadplegen als zij naar aanleiding van een techniekles meer willen weten over een technisch onderwerp dat aan bod is gekomen. Zij kunnen zelf aanvullende informatie zoeken op internet of gebruik maken van het overzicht met internetadressen in de bijlage. Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
92
Woordenschat groep 5 Inleiding Thema 1: bewustwording van techniek en waar wordt het van gemaakt? •Technische apparaten en voorwerpen (de woordspin). •Verschillende metalen van technische apparaten en voorwerpen (een vliegtuig is niet gemaakt van staal, maar van aluminium). •Een definitie van techniek. Thema 2: een eenvoudige stroomkring •De betekenis van het woord stroomkring. •Onderdelen van een stroomkring. (aan/uit-knopje = schakelaar). •Een gesloten en een open stroomkring. •Het lezen van de symbolen van een eenvoudige stroomkring: lampje, batterij, schakelaar, draadjes. •Plaatsen waar symbolen worden gebruikt: verkeerstekens, legenda plattegrond, label kleding, muzieknoten, games, bureaublad computer, logo’s, msn, winks ;-) Opdrachten •Opdracht 2: Elektrische apparaten in een huis Kinderen labelen 30 toepassingen van elektriciteit in de woning. •Opdracht 4: Fietsonderzoek Kinderen labelen 26 onderdelen van de fiets: voorspatbord, achterspatbord, bagagedrager, zadelpen, dynamo, band, velg, handvat, bel, koplamp, achterlicht, spaken, handrem, remkabel, remblokjes, trapper (pedaal), traparm (crank), spatlap, kettingscherm, drinkbus (bidon), frame, voorvork, versnelling (derailleur), stuur, slot, zadel. Uitleg derailleur: derail = op een ander spoor. De derailleur brengt de ketting op een groter of kleiner tandwiel over. •Opdracht 10: Gereedschappen en materialen herkennen De kinderen maken een zin van de letters die horen bij de plaatjes. Moeilijke woorden stekerbus, fitting (opdracht 1), buigmal (opdracht 3), solutie (opdracht 4), demonteren en monteren (opdracht 5).
93
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Woordenschat groep 6 Inleiding Thema 1: Verbindingen en bevestigingsmiddelen •De woorden: verbindingen, bevestigingsmiddelen, permanent, losneembaar, klinknagelverbinding, popnagelverbinding. •Losneembare verbindingen: schroefjes, boutjes, moertjes, klem, scharnier, veters, gesp, riem, rits, knoop, paperclip, klittenband, deksel, trekhaak. •Permanente verbindingen: lassen, lijmen, kitten, metselen, solderen, spijkeren, nieten, naaien. •Begrippen van beschadigingen aan permanente verbindingen: slijpen, branden, knippen, hakken, verwarmen, zagen. Thema 2: Magnetisme •De verschillende vormen van magneten: staaf, vierkant, rond, hoefijzer. •De kenmerken van een magneet: noord- en zuidpool, aantrekken en afstoten. •Niet-ijzerhoudende metalen die niet door een magneet worden aangetrokken: koper, tin, aluminium, brons, messing. •Permanente en niet permanente magneten (een elektromagneet kan met een schakelaar aan- of uitgezet worden). •De voordelen van de zweeftrein: slijtage, wrijving, geluidloos, zuinig. Moeilijke woorden In groep 6 zijn geen opdrachten die specifiek gericht zijn op de woordenschat. Wel komen er moeilijke woorden in de teksten. Hieronder staan alleen de woorden die niet in de lesbeschrijving staan en ook niet staan afgebeeld: magneetgestuurde schakelaar, serieverbindingen, parallelle verbindingen, fitting (opdracht 2), demonteren en monteren (opdracht 9). Woordenschat groep 7 Inleiding Algemeen •Technische voorwerpen die je dagelijks gebruikt (inventarisatie). •Technische beroepen. Thema 1: metalen •Metalen: ijzer, staal, koper, tin, zink, chroom, nikkel, aluminium, zilver, goud, brons, lood, titanium, wolfraam. •Kenmerken en toepassingen (voorwerpen) van metaal. •Het verschil tussen een driehoeksconstructie en een vierkantsconstructie. •Het verschil tussen stevige en slappe constructies. •Het woord ‘constructie’.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
94
Thema 2: elektriciteit •Hoe en waar wordt elektriciteit gemaakt? Elektriciteitscentrale, turbine, kolen, aardgas, aardolie, huisvuil, elektriciteitsdraden, elektriciteitsmast, transformatorhuisje (verdeelstation). Opdrachten •Opdracht 8: Gereedschappen en onderdelen De kinderen maken een zin van de letters die horen bij de plaatjes. •Opdracht 9 Elektrische apparaten in de woning Deze opdracht is het vervolg van opdracht 2 in groep 5. Toen waren de apparaten gegeven. Nu moeten de kinderen proberen zoveel mogelijk (van de 30) elektrische apparaten in de woning zelf te benoemen. •Opdracht 12: Onderdelen van een herenfiets herkennen Deze opdracht is het vervolg van opdracht 4 in groep 5. Toen waren de onderdelen gegeven. Nu moeten de kinderen proberen zoveel mogelijk (van de 26) onderdelen van de fiets zelf te benoemen. Woordenschat groep 8 In groep 8 werken de leerlingen in de werkplaats. Daar maken ze gebruik van veel materialen en gereedschappen. Alle benodigdheden staan in de werkbeschrijvingen.
95
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
9.2 Rekenen & wiskunde en techniek Veel praktische opdrachten die de kinderen tijdens de technieklessen uitvoeren doen een beroep op de reken- en wiskundige kennis en vaardigheden van de leerlingen. Het gaat daarbij om: • Wiskundig inzicht en handelen. • De structuur en samenhang van aantallen, hele getallen, kommagetallen en breuken. • Het oplossen van eenvoudige meetkundige problemen en het rekenen met eenheden en maten, zoals: lengte, omtrek, gewicht en snelheid. Bijvoorbeeld het omrekenen van centimeters naar millimeters. Deze drie competenties van leerlingen zijn in de technieklessen duidelijk zichtbaar en komen overeen met de vernieuwde kerndoelen 24, 26, 32 en 33. In deze paragraaf is per groep aangegeven waar de elementen van rekenen en wiskunde zich bevinden. Kerndoel 24 De leerlingen leren praktische en formele wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. Kerndoel 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. Kerndoel 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
96
Rekenen en wiskunde in groep 5 Meten en meetkunde in groep 5 Kerndoel 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. •Opdracht 8: Meten met een meetlat Het meten van de afstand van 4 rechte vlakken in millimeters met een meetlat. •Opdracht 9: Meten met een rolmaat Het meten van de hoogte en breedte van enkele voorwerpen in de klas en zichzelf. De leerlingen schrijven de afstand op in centimeters en millimeters.
97
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Rekenen en wiskunde in groep 6 Wiskundig inzicht en handelen in groep 6 Kerndoel 24 De leerlingen leren praktische en formele wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. •Opdracht 4: Meten, oefening 3 Vraag: Waarom moet je harder trappen op een fiets met kleine wielen dan op een fiets met grote wielen? Leerlingen doen onderzoek en vergelijken de omwenteling van verschillende fietswielen. Als het kleine wiel een omwenteling heeft gemaakt, is het grote wiel nog maar op de helft. De omtrek van het grote wiel is dus twee maal de omtrek van het kleine wiel. De leerlingen vergelijken tot slot de omwenteling van het grote wiel met de omtrek van de kubus. En wat blijkt? Even groot! •Opdracht 5: Stellen van het waterpas Stel je wilt een schilderij ophangen of een boekenkast plaatsen. Hoe weet je nu dat het precies recht hangt of staat? In deze opdracht wordt de werking van het waterpas behandeld. •Opdracht 6: Magneten, oefening 4 Hoe meet je de sterkte van een magneet? Is dat de grote of de vorm van de magneet of iets anders? De afstand waarbij de spijker door de magneet wordt aangetrokken zegt iets over de sterkte van de magneet. •Opdracht 8: Balans Probleem 1: Aan het uiteinde van de linkerarm van een balans hangt een gewichtje. Hoeveel gewichtjes moet je halverwege de rechterarm hangen om de balans weer in evenwicht te krijgen? Probleem 2: Aan het midden van de linkerarm van de balans hangen vier gewichtjes. Hoeveel gewichtjes moet ik aan het uiteinde van de rechterarm hangen om de balans weer in evenwicht te krijgen? Probleem 3: De linker- en de rechterarm bestaan ieder uit 11 gaatjes. Aan de linkerarm hangen op 3 gaatjes van het midden 2 gewichtjes. Aan de rechterarm wil ik 1 gewichtje hangen. Waar moet ik die ophangen om de balans weer in evenwicht te krijgen? Wat valt je op? Kun je zelf nog meer sommen maken met de balans? Meten en meetkunde in groep 6 Kerndoel 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
98
Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. •Opdracht 4: Meten, oefening 1 en 2 Het meten van de omtrek van een kubus met een meetlat. het meten van de omtrek van een fietswiel met een meetlint en een rolmaat. Bij het meten met het meetlint leggen de leerlingen het lint om het wiel. Bij het meten met de rolmaat meten de leerlingen de afstand op de grond na een omwenteling. •Opdracht 5: Stellen van het waterpas Met vulplaatjes van 1, 2 en 3 millimeter kun je het waterpas stellen. Wat is de totale dikte van de plaatjes bij elkaar als het waterpas horizontaal staat? •Opdracht 10: Aluminium aan een koordje Om een ketting te maken moet je eerst de omtrek van je hoofd meten met een meetlat. Daar tel je 15 centimeter bij op. Hoeveel centimeter koord heb je nodig?
99
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Rekenen en wiskunde in groep 7 Wiskundig inzicht en handelen in groep 7 Kerndoel 24 De leerlingen leren praktische en formele wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. •Opdracht 3: Wegen Hoe kan het dat materialen die precies even groot zijn toch een ander gewicht hebben? Met een elektronische weegschaal meten de leerlingen vijf even grote staafjes van verschillend materiaal. •Opdracht 10: Cijfers vormen (schakelen) Je kent de digitale cijfers wel van je wekker, het scorebord of de benzinepomp. Ieder streepje van een digitaal cijfer kun je aan of uit zetten (schakelen). Je hebt in totaal 7 streepjes plus een punt = 8 schakelaars. Om cijfer 1 te maken, zet je schakelaar 2 en 3 aan en 8 (de punt). Vraag: Waarvoor gebruik je de punt? Opdracht: Kruis in de tabel de schakelaars aan die je hebt gebruikt voor de 10 cijfers. Getallen en bewerkingen in groep 7 Kerndoel 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. Groep 7 •Opdracht 3: Wegen De elektronische weegschaal geeft het aantal gram aan met een cijfer achter de komma. Wat betekent 100.4 gram? •Opdracht 5: Weerstanden meten Een streepje is een ? volt = 0,5 volt Twee streepjes is 1 volt Hoeveel volt is 11 streepjes? Schrijf dat in een breuk en een kommagetal. Meten en meetkunde in groep 7 Kerndoel 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
100
•Opdracht 1a: Meten met een gradenboog Om een hoek van een driehoek (of van een dak) te meten gebruiken technici een hulpmiddel: een gradenboog. Een gradenboog vind je ook terug op een geodriehoek. Een cirkel bestaat uit 360 graden. Een cirkel of taartvorm kun je opdelen in verschillende delen van gelijke grootte. Een cirkel bestaat uit vier hoeken van 90 graden. Als je dezelfde taartvorm verdeelt in acht gelijke punten dan krijg je acht hoeken van elk 45 graden. Een relatie met het leren rekenen met breuken is gemakkelijk te leggen. •Opdracht 2: Meten met een schuifmaat Om de exacte diameter van een rond voorwerp te meten, is het handig om een schuifmaat te nemen. Met de bekken van de schuifmaat meet je de buitenkant (de diameter), met de staart de diepte (de hoogtemaat) van een gat en met de snavels de diameter van het gat. Opdracht: Zoek een aantal voorwerpen en bedenk daarbij welk meetinstrument het handigst is om te gebruiken: een meetlat, een rolmaat, een meetlint of een schuifmaat. •Opdracht 3: Wegen Wat betekent het als er 100.4 op de elektronische weegschaal staat? 100.4 gram? 1004 gram? 100.4 kilogram? Wat betekent 100.4 gram? Wat betekent 0.4 gram? Hoeveel gram gaat er in een kilo? Hoeveel keer gaat een voorwerp van 0.1 gram in een gram? En hoeveel keer gaat een voorwerp van 0.1 gram in een kilogram? Hoeveel gram zijn de staafjes samen? Hoe noemen ze 100 gram ook wel? Hoe noemen ze 500 gram ook wel? Zoek enkele voorwerpen en schat daarvan het gewicht. Schrijf dat op. Meet daarna het gewicht met de weegschaal. Zat je er ver naast? Als je dit samen doet of met meerdere kinderen kun je kijken wie er het dichtste bij zat. •Opdracht 5: Weerstanden meten Bij het aflezen van de voltmeter moet je weten dat één streepje 1/2 volt is. Dus twee streepjes 1 volt.
101
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Rekenen en wiskunde in groep 8 Wiskundig inzicht en handelen in groep 8 Kerndoel 24 De leerlingen leren praktische en formele wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. •Opdracht 1: Helikopter Voor het maken van een propeller heb je een staaldraad van 1 mm en 49 centimeter lang nodig. De vorm van de propeller komt er zo uit te zien: Vraag: Hoe lang zijn de lange zijde, de twee korte zijden en hoeveel houd je dan nog over voor de twee uiteinden? Stel je hebt een draad van 1 meter. Hoe ziet de verdeling er dan uit?
•Opdracht 3: Zweefmolen De aandrijving van de zweefmolen gaat via tandwielen. Een klein tandwiel drijft een groot tandwiel aan. Het grote tandwiel drijft vervolgens het kleinste tandwiel van de as van de propeller aan. Waarom zijn de tandwielen niet allemaal even groot? Wat gebeurt er? Waarom is de volgorde van klein tandwiel naar groter tandwiel naar kleinste tandwiel? Wat zou er gebeuren als je de volgorde van de tandwielen zou verwisselen? De aandrijving gaat via een elastiek. Wat gebeurt er als je het elastiek niet in een rondje, maar in een achtje laat draaien? (antwoord: draairichting verandert). •Opdracht 8: Metaalbewerking: armband De armband wordt gemaakt van een strip messing. De afmetingen zijn 150 x 20 x 1 mm. Wat betekent dat? Als je het midden van de armband hebt bepaald (zie getallen en bewerkingen), kun je je naam met slagletters inslaan. Neem je naam: is het aantal letters een even of een oneven getal? Met oneven aantal letters is het makkelijk de middelste letter te vinden, maar wat doe je als je naam uit een even aantal letters bestaat? Getallen en bewerkingen in groep 8 Kerndoel 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. •Opdracht 5: De robothond Voor deze opdracht maak je gebruik van schroeven van 2,5 x 6 mm. Wat betekent dat?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
102
Zou je dat een grote of een kleine schroef kunnen noemen? In de (klus)winkel staan op een doosje schroeven de maten aangegeven. Wat betekent: 5,0 x 50 mm? Welke schroef is langer: 6,0 x 40 mm of 4,0 x 60 mm? •Opdracht 8: Metaalbewerking – armband De afmetingen van de strip messing zijn gegeven in millimeters: 150 x 20 x 1 mm. Waarom is dat denk je? Probeer ze eens over te schrijven, maar dan in centimeters. Stel de strip messing is 150 millimeter. Je wilt met slagletters je naam op de armband zetten. Je begint in het midden. Wat is het midden van 150 millimeter? Hoe schrijf je dat in centimeters? (breuk of kommagetal). Meten en meetkunde in groep 8 Kerndoel 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. Kerndoel 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. •Opdracht 6: De panfluit Je gaat een panfluit maken. De panfluit is gemaakt van 8 stukjes pvc-buis. Ieder stukje heeft een eigen lengte, van klein naar groot: 70 mm, 80 mm, 90 mm, 115 mm, 120 mm, 135 mm, 155 mm, 165 mm. Vraag: De pvc-buis is 1 meter lang. Hoeveel centimeter is het stukje pvc dat je overhoudt? •Opdracht 7: Metaalbewerking: fotolijstje maken Maak een fotolijstje van 2 kunststofplaatjes van 100 x 150 mm. De standaard is een aluminium staafje van 60 mm met een diameter van 10 mm. In het staafje maak je een gat van 12 mm diep en 2,5 mm breed. Hierin maak je (tap je) een schroefdraad. In de kunststofplaatjes boor je op 20 mm van de onderkant en 50 mm van de zijkant (precies in het midden van de 100 mm) ook een gat. Met een metaalschroefje (bout) van M4, 10 mm zet je het staafje (de standaard) vast. Als je een werktekening zou moeten maken. Hoe ziet die er dan uit? •Opdracht 9: Metaalbewerking: Hanger/sleutelhanger van aluminium In een staafje aluminium van 50 mm met een diameter van 10 mm boor je 6 mm van de bovenkant een gat met een boor van 3 mm. De onderkant van het staafje zaag je schuin af. Hoe ziet de werktekening er uit?
103
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
9.3 Techniek en Wereldoriëntatie Enkele onderdelen van de technieklessen vormen uitstekende aanknopingspunten voor vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en biologie (natuur en milieu). In deze paragraaf staan enkele voorbeelden uit de inleiding van de les en de opdrachten waar u aan kunt denken. Groep 5 In de inleiding wordt gesproken over ‘Waar is het van gemaakt?’ Achter ieder materiaal zit een verhaal, dat je kunt onderzoeken. Hoe worden bijvoorbeeld de verschillende materialen van de fiets gemaakt? Aluminium, staal, plastic, glas, rubber, textiel? Hoe zag een fiets er vroeger uit? Een opdracht als elektriciteit en zonnecellen kan aanleiding zijn voor een gesprek over het milieu of over het leven van mensen vroeger, toen er nog geen elektriciteit was. Groep 6: In groep 6 komen de onderwerpen verbindingen en magnetisme aan bod. In de inleiding wordt gesproken over de constructie van de Eifeltoren in Parijs, maar dichter bij huis zullen ook voorbeelden te vinden zijn van stevige constructies met driehoeksvormen. Bij de bespreking over magnetisme wordt Hans Christiaan Oersted aangehaald als uitvinder van de elektromagneet. Het biedt een aanknopingspunt om op zoek te gaan naar andere belangrijke uitvinders. Wie was nou de belangrijkste uitvinder volgens de kinderen? Welke uitvinding is het belangrijkst geweest voor de mens? Welk het grappigst? Welk het meest onnozel? Het onderwerp magnetisme is natuurlijk een onderwerp dat aansluit bij de behandeling van de windrichtingen noord en zuid. Hoe bepaalt men tegenwoordig eigenlijk de richting? (GPS) En hoe ging dat vroeger? (kompas) In welke richting loop je eigenlijk als je van school naar huis toe loopt? Om deze vraag te beantwoorden heb je een gedetailleerde kaart nodig of een routeplanner op internet. Groep 7 In groep 7 staan de thema’s metalen en constructies en elektriciteit centraal. De behandeling van deze onderwerpen kan nog verder worden uitgebreid. Hoe wordt elektriciteit gemaakt en welke manieren zijn er nog meer? Het verschil tussen groene en grijze energie stroom in relatie tot duurzaamheid, het broeikaseffect, het klimaat, de bevolkingsaantallen van vroeger en nu. De stroomkring kan vergeleken worden met de kringloop in de natuur, bijvoorbeeld de kringloop van het water. En als het gaat over metalen: hoe wordt een bril gemaakt of een beugel? Wat is er nog meer van metaal gemaakt? Hoe gaat dat in zijn werk? Hoe deed men dat vroeger?
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
104
Groep 8 In groep 8 ligt het accent op de verwerking van datgene wat de kinderen in de voorgaande jaren hebben geleerd. Het uiteindelijke doel van de technieklessen is de kinderen te laten ervaren hoe veelzijdig en boeiend techniek is. Tijdens de technieklessen ontdekken zij of ze talent hebben voor techniek en of ze later een technisch beroep willen kiezen. Dit gegeven biedt mogelijkheden voor extra verdieping. Techniek gaat namelijk ook over gebouwen en beroepen in de buurt van de school. De gebouwen vertellen vaak iets over het verleden. En de mensen die er werken over de beroepen. Welke gebouwen in de buurt hebben met techniek te maken? Welke mensen werken daar? Wat doen ze precies? Welke machines en gereedschappen gebruiken ze? Welke producten maken zij? Zijn er in de loop van de tijd nieuwe bedrijven bijgekomen of oude bedrijven verdwenen? Op welke plek van het dorp of de stad bevinden de bedrijven zich?
105
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
9.4 Techniek en ICT Als kinderen meer willen weten over de onderwerpen die aan bod komen of de leerkracht is op zoek naar aanknopingspunten om techniek meer te integreren, dan biedt ICT vele mogelijkheden. De suggesties kunnen ook worden ingezet tijdens de techniekles als parkeeropdracht. In deze paragraaf geven we enkele suggesties. Rekenweb Via www.rekenweb.nl kunnen kinderen een aantal spelletjes spelen die nauw verwant zijn aan de technieklessen. Kijk maar eens naar het probleem van de maand juni 2006 en de spelletjes ‘fruitpuzzels’ en ‘dieren wegen’. Deze spelletjes kunnen worden ingezet bij opdracht 8, balans, in groep 6. Bij het onderwerp magnetisme wordt gesproken over het kompas. Spelletjes die daar bij passen zijn: ‘helikoptervlucht’ en ‘koers’. In de verschillende groepen komt het onderwerp energie terug. Het spelletje ‘de lampenfabriek’ behandelt een leuk rekenkundig probleem. Teleblik Teleblik (www.teleblik.nl) is een verzameling videomateriaal op internet. Scholen kunnen gratis een inlogcode aanvragen en gebruik maken van het archief. Sommige dingen zijn moeilijk met woorden uit te leggen, vandaar de uitdrukking “één beeld zegt meer dan duizend woorden”. Typ naar gelang de interesse in de zoekfunctie van Teleblik de woorden: metaal, magnetisme, elektriciteit, constructie, uitvindingen, techniek, beroepen, etc. Webpaden – webkwesties Over dezelfde onderwerpen zijn digitale lessen op internet te vinden. Naast digiles worden ze ook wel webwandeling, webpad of webkwestie genoemd. Leerlingen kunnen op een gestructureerde en gestuurde wijze op het internet informatie zoeken, selecteren, verwerken en zich eigen maken. Enkele websites om te beginnen: www.webpaden.nl, www.webkwestie.nl en www.iselinge.nl/scholenplein. Netwijs Netwijs is de zoekmachine voor het basisonderwijs. Typ hier het onderwerp in waar je meer over wilt weten. www.netwijs.nl. Crocodile Clips Elementary Op de website http://www.crocodile-clips.com/s3_4.htm is gratis een programma te downloaden met de naam Crocodile Clips Elementary. Kinderen kunnen met deze simulatie zelf stroomkringen maken en bijvoorbeeld een lampje laten branden met een schakelaar er tussen.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
106
9.5 Techniek in de andere vakken Enkele opdrachten zijn zo logisch verbonden aan een vakgebied, dat we ze u niet willen onthouden. Tekenen en handvaardigheid Vrijwel iedere opdracht uit het domein productie vergt de nodige handvaardigheid. In groep 5 gaat het om het maken van een dolfijn of ster met metaaldraad. In groep 6 om het maken van een ketting met een rondje aluminium. In groep 7 om het maken van een button en een paperclip. Het buttonplaatje kunnen ze overigens zelf ontwerpen tijdens een tekenles. En in groep 8 denken we aan de opdrachten als het maken van een panfluit, fotolijstje, armband, hanger of sleutelhanger en de soldeeropdracht. Lichamelijke oefening In het algemeen kun je denken aan een vergelijking van de stroomkring met de bloedsomloop. De techniekles kan aanleiding zijn om te spreken over onderwerpen als energie, gezonde voeding en uithoudingsvermogen. In de sport worden overigens veel technieken toegepast om sneller, hoger, dieper en verder te gaan. Denk bij groep 7 aan de metalen en constructies van de racefiets, de klapschaats, aërodynamica en kleding. Het skelet van de mens bezit ook scharnierpunten. In groep 6 komt het scharnier ter sprake bij de opdracht verbindingen. Een onderwerp in groep 7 is weerstand. De zweeftrein heeft weinig weerstand. Een gewone trein veel meer. Wat is dat eigenlijk weerstand? Vergelijk het maar eens als fietsen tegen de wind in of vergelijk schaatsen op ijs maar eens met skeeleren op asfalt. Merk je verschil? Muziek In groep 8 kunnen de kinderen een panfluit maken. Zo zijn er nog meer muziekinstrumenten te maken. Verkeer De fiets is een dankbaar voorwerp met veel aanknopingspunten. De meeste scholen doen aan het eind van groep 7 mee aan het verkeersexamen. Het bestaat uit een theorie- en een praktijkgedeelte. Voor het praktijkgedeelte wordt altijd de fiets gekeurd. Nu kunnen de kinderen dat zelf doen. In groep 5 gaat het over symbolen in de techniek. Welke symbolen ken je in het verkeer? Waarom hebben mensen deze symbolen met elkaar afgesproken? Wat betekenen ze?
107
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Bijlagen •Samenwerkingsovereenkomst •Lijst met websites
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
108
Bijlage 1: Samenwerkingsovereenkomst SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TECHNIEK Ondergetekenden: Stichting Promotie Metaaltechnieken, stichting met volledige rechtsbevoegdheid, in uitvoerende zin Bureau TOP, gevestigd: Frankrijklaan 10-A te Hazerswoude-Dorp, rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw J.M. Hey, directeur, hierna te noemen: Bureau TOP en Naam school: ………………………..................................., gevestigd: ………………………..................................., rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………………………..................................., functie:…………………….........., hierna te noemen: De school Samen te noemen: Partijen Partijen komen het volgende overeen 1. IN AANMERKING NEMENDE DAT •Bureau TOP is opgericht door de sociale partners in de metaal en elektro; •Bureau TOP een samenwerkingsverband is van de opleidingsfondsen Arbeidsmarkt en Opleiding in de Metalektro (A+O) en Opleiding en Ontwikkeling Metaalnijverheid (OOM); •Bureau TOP zich onder andere ten doel stelt leerlingen in het basisonderwijs kennis te laten maken met techniek ten einde een positieve keuze voor een technische opleiding te bevorderen; •Bureau TOP hiertoe onder andere gastlessen techniek op basisscholen vanaf groep 5 aanbiedt; •Bureau TOP voor voornoemde gastlessen beschikt over Techniekcoaches die deskundig zijn op het gebied van techniek en door Bureau TOP opgeleid zijn voor het geven van gastlessen; •De gastlessen gericht zijn op de zelfwerkzaamheid van leerkrachten in het basisonderwijs ten aanzien van het onderwerp techniek;
109
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
•Bureau TOP als inhoudelijke basis voor de gastlessen de kerndoelen techniek en de Cito-toets heeft; •De school ten doel heeft om zijn leerlingen een optimaal leerplan aan te bieden; •De school verplicht is om de kerndoelen techniek een plaats te geven in haar leerplan; •De school behoefte heeft aan het binnen de school halen van deskundigheid op het gebied van techniek ten einde haar schoolplan op dat punt te realiseren en haar leerkrachten daarin te faciliteren en te ondersteunen; •Partijen besloten hebben tot samenwerking en deze samenwerking in deze overeenkomst vastleggen. 2. AFSPRAKEN •Bureau TOP verplicht zich tot het aanbieden van gastlessen en de daarbij behorende menskracht en materialen vanaf groep 5 t/m groep 8. •Deze gastlessen bestaan tenminste uit een uitleg over technische onderwerpen en een practicum waarin kinderen zelf aan de gang kunnen met techniek. •De gastlessen vinden gedurende vier aaneengesloten schooljaren plaats. Tijdens en na deze periode kan de school op ondersteuning rekenen via een website en een helpdesk van Bureau TOP. •De gastlessen worden in onderling overleg tussen de gastdocent en de school afgesproken. •De school verplicht zich tot het aanwijzen van een techniekcoördinator die onder andere het aanspreekpunt is voor de gastdocent.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
110
3. FINANCIEN •Gedurende de looptijd van deze samenwerkingsovereenkomst worden door Bureau TOP geen kosten in rekening gebracht voor de school. •De school verplicht zich om tijd in te roosteren voor de gastlessen en aan de leerkracht circa 12 uur per schooljaar ter beschikking te stellen om zich in het onderwerp techniek te verdiepen. 4. OVERIG •De overeenkomst wordt aangegaan voor de periode van 4 jaar vanaf 1 september 2006 tot 31 augustus 2010. •Gedurende de contractuele periode zal per schooljaar tenminste drie maal overleg plaatsvinden tussen partijen, in het bijzonder de techniekcoördinator en de gastdocent over de voortgang van deze overeenkomst. •Bureau TOP heeft lesmateriaal ontwikkeld voor de groepen 5, 6, 7 en 8. De techniekcoaches geven, na overleg, de technieklessen ook aan combinatiegroepen zoals 5/ 6 en 7/8. •Jenaplan- en Montessorischolen, alsmede scholen voor speciaal basisonderwijs kunnen eerst toegelaten worden na overleg tussen de programmaleiding van Bureau Top en de betreffende school. Aldus in tweevoud opgemaakt en ondertekend. Datum:
Bureau TOP:
111
De school:
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Additionele Informatie School Naam school:
Bezoekadres school:
Postadres school:
Telefoon school: E-mailadres school: Naam techniekcoördinator:
Gemiddeld aantal leerlingen per groep
Aantal groepen
Groep 51 Groep 6 Groep 7 Groep 8 1
Indien combinatiegroepen graag aangeven.
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
112
Bijlage 2: Lijst met websites Algemeen www.techniekbasisonderwijs.nl Officiële website van het landelijk VTB-project www.schoolvoorbeelden.nl Voorbeelden van scholen die techniek geïntegreerd hebben Leermiddelen www.technokist.nl Techniek-leskisten www.techniektorens.nl Kastsysteem gevuld met ± 80 technieklessen www.ontdekkasteel.nl Kastsysteem gevuld met ± 80 technieklessen www.bambox.nl Bamboestokjes met elastiek, ook workshops www.opitec.nl Techniek-lesmaterialen en -onderdelen www.pmot.nl Techniek-leermiddelen www.reinders.nl Techniek-leermiddelen www.flecnederland.nl Techniek-leermiddelen www.heutink.nl Leermiddelen, o.a. Heutink Techniek Set www.breukhoven.nl Leermiddelen voor o.a natuurkunde, biologie en techniek
113
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
Lesopdrachten en – ideeën www.praktischtechniek.nl O.a. te downloaden lesopdrachten gekoppeld aan WO-onderwijs www.ontdekplek.nl Site met o.a. 50 techniekopdrachten www.encyclopedoe.nl Alfabetisch zoeksysteem naar techniekopdrachten www.webquests.nl Online opdrachten op onderwerp, o.a. techniek www.proefjes.nl Allerlei proefjes www.c3.nl Opdrachten en info over chemie www.speeltech.nl Opdrachten en info techniek www.natuurlijkenergie.nl Leuke en informatieve site over elektriciteit en energie www.zorn-uitgeverij.nl Veelal gratis te bestellen lesmateriaal, ook voor techniek Excursies www.slingertouw.nl Techniek-ontdeklokaal + verhuur leskisten, Nijmegen (4 – 12 jaar) www.tccn.nl Techniekcentrum, Nijmegen (6 – 16 jaar) www.technoplanet.nl Techniekcentrum, Arnhem www.technopromo.nl Techniek(doe)centrum, Cuijk (10 – 14 jaar)
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006
114
www.watermuseum.nl Doe -en ontdekmuseum rond Water, Arnhem www.spelerij.nl Speeltuin en uitvinderij, Dieren www.ontdekhoek.nl Techniekwerkplaats (4 – 14 jaar), R’dam, Den Bosch, Sittard en Zwolle www.e-nemo.nl Techniek(doe)museum, Amsterdam www.technopolis.nl Techniek(doe)museum in Mechelen (B), site met info en opdrachten Leerkrachten www.vonk-techniek.nl Vereniging voor docenten Techniek in het Basisonderwijs www.vedo-tech/nl Vereniging voor docenten Techniek in het Voortgezet Onderwijs www.techniekcoach.nl Informatie over het VBTA-project van Bureau TOP Leerlingen www.jouwtechniek.nl Hier zie je hoe dingen gemaakt worden en door wie www.zozitdat.nl Zelf ontdekken en doen www.kennislink.nl Zoek op onderwerpen over techniek www.kijk.nl Laatste nieuws over wetenschap en techniek www.technika10.nl Speciaal voor meiden met leuke werkstukken
115
Handleiding technieklessen van het Techniek Coach-project - versie 2006