THEORETISCH KADER UNITED MOBILITY
Theoretisch kader Automotive Management Abstract
In dit document vindt u het literaire onderzoek. De methode en tools worden hierin verwerkt.
M. Aktas M. Nabil S. Selimović
Colofon
Opdrachtgever Naam Organisatie E-mail Telefoon
Auke Hoekstra TU Eindhoven, TU Delft, ElaadNL ,Alliander, Urgenda
[email protected] 06 - 24 67 15 82
Bedrijf Adres Postcode en Plaats Afdeling Contactpersoon
Hogeschool Rotterdam RDM-kade 59 3089 JR Rotterdam Engineering andAppliedScience R. Hogt
Opdrachtnemer
Bedrijf Adres Postcode en Plaats Afdeling
Fontys Hogescholen Horsten 10 5612 AX Eindhoven Automotive
Bedrijf Adres Postcode en Plaats Afdeling Contactpersoon
Hogeschool Rotterdam RDM-kade 59 3089 JR Rotterdam Engineering and Applied Science M. van Oosten
Projectleden
Naam Studentnummer E-mail Telefoon
Muhammed Aktas 0867060
[email protected] 06 - 24 67 15 82
Naam Studentnummer E-mail Telefoon
Marwan Nabil 0864310
[email protected] 06 – 41 18 84 06
Naam Studentnummer E-mail Telefoon
Samir Selimović 0863991
[email protected] 06 - 27 28 92 71
1 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Table of Contents 1.
Inleiding........................................................................................................................................... 4
2.
Methode ......................................................................................................................................... 4
3.
CTQ boom ....................................................................................................................................... 7
4.
Homologatie eisen .......................................................................................................................... 8 4.1.
Keuringschecklist..................................................................................................................... 8
4.2.
Voertuigidentificatie ............................................................................................................... 8
5.
Bill of Materials ............................................................................................................................... 8
6.
IDEF0 ............................................................................................................................................... 9
7.
Flow Chart ....................................................................................................................................... 9
8.
Bouwplan ...................................................................................................................................... 10 8.1.
9.
Bouwboek ............................................................................................................................. 10
8.1.1.
5S ................................................................................................................................... 10
8.1.2.
Visual management ...................................................................................................... 11
Projectmonitor .............................................................................................................................. 13 9.1.
Earned Value Analysis ........................................................................................................... 13
Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 15 References ........................................................................................................................................ 15 Figuren- en Tabellenlijst.................................................................................................................... 15 Bijlagen.................................................................................................................................................. 16 A.
Afbeeldingen ............................................................................................................................. 16
B.
Homologatie eisen .................................................................................................................... 23
2 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Voorwoord
Het projectplan is geschreven in het kader van het Project Automotive Management dat deel uitmaakt van het curriculum van de opleiding HBO Automotive Engineering Minor Automotive Management van de Hogeschool Rotterdam. Dit document betreft het projectplan voor het United Mobility project volgens het IPMA-D principe. Voor het opstellen het dit projectplan is er gebruik gemaakt van het boek “Projectmanagement voor HBO op basis van IPMA-D”. Niet alle tools uit het boek zijn toegepast gezien de geringe tijd dat voor het procesmanagement team beschikbaar was. Naast de informatie uit het boek is dit projectplan ook tot stand gekomen dankzij informatie die is opgedaan in de colleges projectmanagement. In het bijzonder willen wij de docenten Matthijs van Oosten en Roeland Hogt bedanken voor de begeleiding tijdens het project. Rotterdam, december 2015
3 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
1. Inleiding
Nadat het vooronderzoek is uitgevoerd kan het theoretisch kader worden opgesteld. In het theoretisch kader staat alle vergaarde informatie uit het vooronderzoek beschreven dat nuttig is voor het doorloop van het project.
2. Methode
Voor procesmanagement zijn een aantal methodes beschikbaar. Hoewel veel methodes overeenkomen op bepaalde momenten, heeft elke methode zijn eigen doel en toepassingsvlak. In Tabel 1 zijn een aantal overwogen methodes te zien.
Tabel 1: Methodes
PDCA PDCA is een vrij globale methode die in de andere methodes terug te zien is. Het is vaak de fundament voor het oplossen van het probleem daarom is het toepasbaar op vele gebieden, maar niet specifiek genoeg. 1 DMAIC DMAIC is een bekende Lean tool die gebruikt wordt in procestechniek. Het is een systematische aanpak voor verbetering in een bestaand proces. Omdat er een compleet nieuw proces ontworpen moet worden is deze niet erg van toepassing in dit project. A3 A3 is een in 8 stappen verdeelde problem solving PDCA voor kleine problemen. De naam wordt afgeleid van de visuele tools die alles in een A3 formaat blad weer kan geven. 1
(Liesener, 2013 )
4 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
8D-Analyse 8D is ook een Problem Solving PDCA die wordt gebruikt om problemen zo snel mogelijk systematisch op te lossen. De specifiekere methodes komen niet overeen met de benodigdheden van dit project. Hoewel de PDCA cyclus wel toegepast kan worden maar dan in andere vorm. De methodes die meer overeenkomen zijn de methodes uit het Design for Six Sigma. Deze methodes zijn meer gericht op het ontwerpen van een geheel nieuw proces in plaats van het verbeteren van een bestaand proces. In Tabel 2 een overzicht te zien van de verschillen tussen de Lean en Design for Six Sigma-methodiek.
Tabel 2: DMAIC & DMADV
5 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
DMADV is niet de enige methodiek die toegepast wordt voor een nieuw proces. Er zijn verschillende afleidingen ervan zoals DCCDI, PIDOV en DMEDI, die niet veel ervan afwijken. 2
DMADV
DCCDI
PIDOV
DMEDI
Define
Define
Plan
Define
Measure
Customer
Identefy
Measure
Analyze
Concept
Design
Explore
Design
Design
Optimize
Develope
Verify
Implement
Validify
Implement
Aan de definities is te zien dat er duidelijk grote overeen komsten zijn. Hieronder is een voorbeeld te zien van de inhoudelijke overeenkomsten tussen PIDOV en DMADV.
Figuur 1: PIDOV & DMADV
2
(Sigma, 2016)
6 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
De overeenkomsten zien er als volgt uit: • Definieer wat de project doelen zijn en wat het plan is. Denk hierbij aan bijgaande zaken zoals stakeholders, afspraken, organisatie en planningen. • Zorg dat je duidelijk hebt wat de eisen zijn van de klant of opdrachtgever. Specificeer deze zo dat je het proces er op kan richten. • Welke mogelijkheden en middelen zijn er om de eisen en doelen te realiseren, maak overzicht van concepten. • Werk het concept uit tot in detail. Optimaliseer dit zodat het klaar is voor realisatie. • Realiseer het ontwerp. Zorg dat het werkt en laat het zien.
Define
Measure
•Plan van Aanpak •Planning
•CTQ •Homologatie Eisen
Explore
Develope
•Bill of Materials •IDEF0 •Keurings Checklist
•Flowchart •Bouwboek •Bouwplanning •Earned Value
Implement •Advies •Beslismomenten •Rapport
Tabel 3: DMEDI
DMEDI lijkt het meest toepasselijk in het project, omdat er grote oriëntatie nodig is in de 3de fase. Daarnaast is het project voor Automotive Management geldig tot voor de Bouwfase en zal laatste fase enkel bestaan uit advies die nodig is om het voertuig te kunnen bouwen. Ook wordt met de begeleiders beslismomenten bepaald. En tot slot wordt een presentatie gegeven en een eindrapport opgeleverd.
3. CTQ boom
De Critical To Quality boom is een tool om klanten/opdrachtgevereisen te vertalen naar technische eisen voor het proces. Er is een verschil in wat de klant zegt en wat de klant echt wilt. Door de stem van de klant te ontleden en in meetbare aspecten te verdelen, kan je het proces erop richten. Op tijd lekkere, warme koffie met vriendelijke bediening:
VOC
Kwaliteit van de koffie
Tijd
Kwaliteit van dienstverlening
Sterkte van de koffie
Wachttijd
Vriendelijkheid van bediening
Beoordeling sterkte (1-5)
Tijd van levering
Vriendelijkheidsbeoordeling (1-10)
=3
<2 minuten
CTQext
CTQint
>6
Figuur 2: CTQ boom
7 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
4. Homologatie eisen
De homologatie eisen zijn een belangrijk aspect in dit project. Het voertuig moet de weg op kunnen. Dit houdt in dat er in het bouwproces een RDW keuring moet plaatsvinden en het voertuig in de engineeringfase ernaar ontworpen moet worden. Volgens informatie dat beschikbaar is valt het voertuig onder de voertuigcategorie L5e. In bijlage B is een overzicht te zien van de betreffende eisen.
4.1. Keuringschecklist
In de keuringschecklist staat beschreven aan welke eisen er voldaan moet worden zodat een zelfbouw voertuig de openbare weg op mag rijden. Door de checklist te volgen wordt het voertuig zo gebouwd zodat het door de keuring kan komen. De punten van de checklist komen direct vanuit het RDW-bestand “Regeling voertuigen”. 3 Voor het aanvragen van een toelatingskeuring moet allereerst online een opdrachtformulier ingevuld worden. Vervolgens wordt door de RDW een aanvraag formulier opgestuurd. Deze aanvraagformulier moet volledig ingevuld worden en opgestuurd met de benodigde formulieren. De RDW medewerker neemt dan contact met de desbetreffende persoon voor een afspraak. Als het voertuig voldoet aan alle eisen wordt het kenteken binnen 5 dagen opgestuurd.
4.2. Voertuigidentificatie
Voertuigen die zelf gebouwd worden en op de Nederlandse wegen gaan rijden moeten een kenteken krijgen. Eén van de procedures die moeten gebeuren om een kenteken te krijgen, is het identificeren van het voertuig. Elk voertuig die in Nederland rijdt heeft een identiteit. Met andere woorden is dat het chassisnummer van het voertuig. Voor voertuigen die zelf gebouwd gaan worden moet een afspraak gemaakt worden met de RDW. Deze afspraak moet gebeuren voor dat er gestart wordt met de opbouw van het voertuig. Bij komst van de RDW wordt een chassisnummer op het voertuig aangebracht. Na het aanbrengen van het chassisnummer is het zelfgebouwde voertuig geïdentificeerd. 4
5. Bill of Materials
De Bill of Materials is een lijst met alle materialen en componenten die nodig zijn voor de productie van het eindproduct. Het is een communicatiemiddel tussen de technische kant van het project en de financiële kant. Een BOM kan ook gemaakt worden voor de productiecomponenten en/of middelen die nodig zijn. In een BOM kunnen zaken vermeld staan als doorlooptijd, bouwuren, verantwoordelijken, prijzen en kwantiteit. Daarnaast worden in de BOM-lijst ook aannames gedaan hoe onderdelen geassembleerd worden waarbij ook de risico’s meegenomen worden.
3 4
(Overheid, 2015) (RDW, 2016)
8 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
6. IDEF0
Een IDEF0 is een functiemodel afgeleid van SADT waarin in volgorde(van links naar rechts) wordt aangeven wat voor activiteiten moeten gebeuren om als output het gewenste resultaat te krijgen. Deze methode kent geen herhalingsloops, maar de Flowchart juist wel. Deze methode wordt gebruikt in combinatie met een Flowchart. Zo vullen de beide methodes elkaar goed aan. In het project United Mobility wordt deze methode gebruikt om het begin van het verloop van het bouwproces in kaart te brengen. 5 Figuur 3: IDEF0
7. Flow Chart
De Flowchart is uitgebreider en daardoor meer geschikt voor detailprocesontwerpen. Het proces wordt beschreven van boven naar beneden. Ondertussen worden details aangeven wat er moet gebeuren, welke duidelijk wordt gemaakt door symbolen. De Flowchart wordt in het project United Mobility gebruikt om het bouwproces uit te zetten, waarin duidelijk wordt gemaakt wat de Figuur 4: Flowchart keuze- en beslissingsmogelijkheden zijn. Ook is de fout die in het bouwproces ontstaat gemakkelijk te achterhalen.
5
(Nieuwenhuis, 2013-2010)
9 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
8. Bouwplan
Het plan bevat het overzicht van de werkzaamheden in de Bouwfase. Processen worden hier in kaart gebracht tot een gebouwd prototype. Hierin komen planningen aan te pas, procestools, benodigdheden en Earned Value om de bouwproces te bewaken. Het bouwplan hoort te bevatten: • Een IDEF0 over het bouwproces • Een Flowchart over het bouwproces • Een bouwboek • Een bouwplanning • Earned Value Analysis
8.1. Bouwboek
In het bouwboek wordt de Bill of Materials herhaald en werktekeningen van de verschillende onderdelen weergegeven. Vervolgens wordt er stap voor stap beschreven hoe de verschillende onderdelen tot een compleet product komen. 8.1.1. 5S 5S is een methode binnen Lean Management om de werkplek te organiseren. Het doel van 5S is efficiënter werken. Een efficiënte werkplek wordt gecreëerd door het wegnemen van verspillingen en door het gestandaardiseerd inrichten. 5S staat voor de 5 woorden die met de letter S beginnen. Deze 5S woorden komen oorspronkelijk uit het Japans en zijn vertaald in het Nederlands als volgt; 1. Selecteren 2. Structureren 3. Schoonmaken 4. Standaardiseren 5. Stand houden Hieronder zijn enkele voorbeelden te zien hoe een werkplaats ingedeeld moet zijn. In de afbeeldingen links is een werkplaats afgebeeld welke niet volgens 5S is ingedeeld. De rechter afbeeldingen zijn volgens 5S ingedeeld. Apparaten 6
Kasten en Gereedschapsmuur
6
(CORBO, 2006)
10 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Gereedschapskar
Figuur 5: 5S
8.1.2. Visual management Visual Management is een Lean managementtool die helpt bij het continu verbeteren van processen. Het doel van Visual Management is informeren, maar vooral effectief communiceren met behulp van visuele middelen. Het gaat er om dat medewerkers op verschillende manieren zijn voorzien van juiste en heldere informatie. Visual Management helpt medewerkers zich bewust te zijn van hun taak en de kosten ervan. Ook helpt Visual Management om onzichtbare taken zichtbaar te maken. Hoe toe te passen Stap 1: Bepaal welke informatie er getoond moet worden en welke fouten voorkomen moeten worden. Stap 2: Ontwerp een eenvoudig visueel hulpmiddel om deze activiteiten zichtbaar te maken en te beheersen. Stap 3: Test de methode uit, vraag feedback van betrokkenen. Stap 4: Train de betrokkenen zodat iedereen met het hulpmiddel kan omgaan. Visual Management in de werkplaats Belijning 7 Door het aanbrengen van lijnen kan er voor gezorgd worden dat 5S in combinatie met VM een gestructureerd werk kan leveren. Hierdoor worden spullen niet zomaar ergens anders geplaatst.
Figuur 6: Belijning
7
(Michiel, 2005)
11 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Voetstappen op de vloer Door voetstappen op de vloer te plaatsen zorg je ervoor dat mensen de juiste route aanhouden en niet extra gaan lopen. Ook kan dit ervoor zorgen dat mensen die de werkplaats komen bezoeken niet overal terechtkomen waar ze horen te komen.
Figuur 7: Voetstappen 5S
Schoonmaakcoderingen Door verschillende kleurtjes en vormen aan de gereedschappen en ruimtes te geven wordt de werkplaats goed schoongehouden.
Tabel 4: Schoonmaakcoderingen
12 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
9. Projectmonitor
De projectmonitor geeft een overzicht van de taken die gedaan moeten worden en hoeveel tijd deze in beslag nemen. In de projectmonitor is ook een planning verwerkt, zodat er gezien kan worden wat wanneer af moet. Voortgang volgens Projectmonitor Door het invullen van de projectmonitor kan de voortgang van het project gezien worden. Als deze met duidelijke kleuren is aangegeven, geeft dit een overzichtelijke uitleg over de situatie van het project.
Figuur 8: Projectmonitor
9.1. Earned Value Analysis 8
Aan de hand van de gegevens uit de projectmonitor kan een Earned Value Analysis ingevuld worden. Hierin zijn een aantal zaken te zien met betrekking tot de voortgang van het project. Het afgeronde percentage van het project tot het meetmoment kan afgelezen worden. Daarbuiten worden de “gebudgetteerde kosten van gepland werk tot het huidige moment”, “de som van de gebudgetteerde kosten van daadwerkelijk uitgevoerd werk tot aan het huidige moment” en “de som van de daadwerkelijk gemaakte kosten van uitgevoerd werk tot aan het huidige moment” tegen elkaar uitgezet in een grafiek. Dit geeft een duidelijk beeld hoe het project er verder voor staat.
Earned Value Analysis
Euro's
8000 6000
PV
4000
EV
2000
AC
0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
Tabel 5: Earned value
8
(Riepma, 2010)
13 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
BCWS = Budgeted Costs of Work Scheduled - Gebudgetteerde kosten van gepland werk tot het huidige moment. PV = Planned Value - De waarde van BCWS BCWP = Budgeted Costs of Work Performed - De som van de gebudgetteerde kosten van daadwerkelijk uitgevoerd werk tot aan het huidige moment. EV = Earned Value - De waarde van BVWP ACWP = Actual Costs of Work Performed - De som van de daadwerkelijk gemaakte kosten van uitgevoerd werk tot aan het huidige moment. AC = Actual Costs De waarde van ACWP
14 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Bronnenlijst References
Anon., 2015. Minor AMA, Rotterdam: Van Oosten . CORBO, 2006. CORBO Organisatie, Advies & Expertise B.V.. [Online] Available at: http://www.corbo.nl/wordpress/wp-content/uploads/2015/03/Artikel-5S-in-layout.pdf Liesener, T., 2013 . Lean - Leadership - Innovation & more. [Online] Available at: http://www.kaizen-factory.com/2013/09/11/pdca-a3-dmaic-8dpsp-what-are-thedifferences/ Michiel, V. e., 2005. Van checklist naar visueel management in 3 stappen. [Online] Available at: http://www.flowinmotion.com/checklist-visueel-overzicht/ Nabil, M., 2015. Eindrapport, Rotterdam: sn Nieuwenhuis, M. T. A. o. M., 2013-2010. The Art of Management. [Online] Available at: http://123management.nl/0/020_structuur/a222_structuur_01_tactisch_procesontwerp.html Overheid, 2015. Wetten.verheid.nl. [Online] Available at: Wetten.overheid.nl/ RDW, 2016. Toelatingskeuring auto. [Online] Available at: https://www.rdw.nl/sites/igk/Paginas/Auto.aspx Riepma, R., 2010. Projectmanagement voor het HBO op basis van IPMA-D. 1 red. sl:Van Haren Publishing B.V.. Sigma, S., 2016. Six Sigma. [Online] Available at: http://www.isixsigma.com/new-to-six-sigma/design-for-six-sigma-dfss/dmaic-versusdmadv/
Figuren- en Tabellenlijst
Figuur 1: PIDOV & DMADV...................................................................................................................... 6 Figuur 2: CTQ boom ................................................................................................................................ 7 Figuur 3: IDEF0 ........................................................................................................................................ 9 Figuur 4: Flowchart ................................................................................................................................. 9 Figuur 5: 5S ........................................................................................................................................... 11 Figuur 6: Belijning ................................................................................................................................. 11 Figuur 7: Voetstappen 5S ...................................................................................................................... 12 Figuur 8: projectmonitor ....................................................................................................................... 13 Tabel 1: Methodes .................................................................................................................................. 4 Tabel 2: DMAIC & DMADV ...................................................................................................................... 5 Tabel 3: DMEDI ....................................................................................................................................... 7 Tabel 4: Schoonmaakcoderingen .......................................................................................................... 12 Tabel 5: Earned value ............................................................................................................................ 13
15 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
Bijlagen
A. Afbeeldingen
a. Product Brakedown Structure
Ontwerp bouwproces
Werk instructie
Processchema
IDEFO
Flowchart
PDCA
b. Processchema
16 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
c. Methodes
d. DMAIC & DMADV
17 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
e. Opgesomd DMADV, DCCDI, PIDOV & DMEDI
DMADV
DCCDI
PIDOV
DMEDI
Define
Define
Plan
Define
Measure
Customer
Identefy
Measure
Analyze
Concept
Design
Explore
Design
Design
Optimize
Develope
Verify
Implement
Validify
Implement
f.
PIDOV & DMADV
18 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
g. CTQ-boom
h. IDEF0
Define •Plan van Aanpak •Planning
Measure •CTQ •Homologatie Eisen
Explore •Bill of Materials •IDEF0 •Keurings Checklist
19 Automotive Engineering Project United Mobility
Develope •Flowchart •Bouwboek •Bouwplanning •Earned Value
Implement •Advies •Beslismomenten •Rapport
Versie 1.0
i.
FlowChart
j.
5S toepassing
20 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
k. Visual management
l.
Projectmonitor
21 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
m. Earned Value Analysis
22 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
B. Homologatie eisen
Keuringseisen United Mobility
Overall Procesgroep 1. Max gewicht 1.1. 1000kg (ex batterijen) 2. Maximale maat 2.1. 4x2x2,5m (lxbxh) 3. Rijbewijs 3.1. B (Bij behalen rijbewijs voor of op 19 januari 2013 3.2. A (Bij behalen rijbewijs na 19 januari 2013 Body 4. Verplichte verlichting 4.1. Grootlicht 4.2. Dimlicht 4.3. Richtingaanwijzer 4.4. Waarschuwingsknipperlicht 4.5. Remlicht 4.6. Verlichting kentekenplaat achter 4.7. Stadslicht 4.8. Achterlicht 4.9. Achterreflector 5. Claxon 6. Beveiliging met sleutel tegen joyriding 7. Kentekenplaat achter 7.1. 210x143mm 7.2. Kenteken mag maximaal 30 graden naar boven wijzen 8. Geen gevaarlijke uitstekende delen 9. Voldoende groot gezichtsveld 9.1. Vanaf het oog van de bestuurder: 9.1.1. 3 graden omhoog 9.1.2. 5 graden omlaag 9.1.3. 14 graden in beide richtingen kunnen kijken 10. Ruiten Ruitenwissers, ruitensproeiers en ontdooiings- en ontwassemingsinrichtingen 10.1. Een ruitenwisser moet 90% van het gezichtsveld kunnen wissen met circa 40 slagen per minuut 10.2. Voorruit moet ontwassend worden via een verwarming of een blower 10.3. De voorruit moet voldoen aan het bepaalde in Richtlijn 97/24/EG, hoofdstuk 12. 10.4. De voorruit en zijruiten gelegen voor de oogpunten van de bestuurder mogen geen beeldvertekening vertonen. 10.5. Het materiaal van de ruiten van voertuigen, anders dan de voorruit, moet bestaan uit gehard of gelaagd glas, of kunststof, dat bij breuk minder kans geeft op ernstige verwondingen dan bij breuk van gewoon glas. 10.6. De lichtdoorlaatbaarheid van de ruiten van de voorste portieren gelegen voor de oogpunten van de bestuurder mag niet minder bedragen dan 70% 10.7. Voertuigen met een voorruit moeten zijn voorzien van een geschikte ruitensproeien ruitenwisinrichting en een geschikte ontdooiings- en ontwasemingsinrichting. Deze inrichtingen zijn echter niet vereist voor driewielige bromfietsen met carrosserie en met 23 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
een motor van maximaal 4 kW of voor voertuigen waarbij aan de voorruit geen ondersteunende of andere structuren of panelen zijn bevestigd die meer dan 100 mm naar achter reiken. De inrichting is vereist voor elk voertuig met een vast dan wel afneembaar of opvouwbaar dak. Er wordt visueel gecontroleerd en vastgesteld of de inrichting warme lucht op de voorruit blaast dan wel op andere wijze de voorruit verwarmd. 10.8. 11. Zicht achteruit 11.1. Wordt gedaan met 1 of 2 camera’s 11.2. Binnenspiegel: 20 meter breed op 60 meter achter de ogen van de bestuurder. 11.3. Linkerspiegel: 2,5 meter breed op 10 meter achter de ogen van de bestuurder. 11.4. Rechterspiegel: 4 meter breed op 20 meter achter de ogen van de bestuurder. 12. Goedgekeurde veiligheidsgordels 12.1. met bevestigingspunten vergelijkbaar met de oorspronkelijke auto waar ze vandaan komen 13. Snelheidsmeter 14. Standaard merktekens voor verlichting, claxon en ruitenwisser Chassis Aandrijflijn 15. Elektromagnetische compatibiliteit 15.1. Als de onderdelen (motor, power electronica, etc.) los zijn getest is het geheel ok. 15.2. Als de onderdelen al in een ander voertuig zijn getest zijn die onderdelen ok. 15.3. Als er toch gemeten moet worden wordt met de spectrumanalysator of automatische ontvanger gekeken of de grens tussen 30 en 1000 Mhz niet wordt overschreven. Geen complete test dus. 16. Als de spanning hoger is dan 60V DC of 25V AC moet de isolatie goed in orde zijn 16.1. In de passagiersruimte en baggageruimte pak je een gebogen koperdraadje van 100 mm lang en 1 mm dik. Dit probeer je overal in te steken. Als je hiermee geen stroom kunt trekken is het goed. 16.2. In de overige gedeelten probeer je met je vinger (of een mechanische vinger in de echte test) de potentieel stroomdragende delen aan te raken. Als dat niet lukt, is het goed. 16.3. Je moet delen die stroom afschermen markeren met een stickertje en je mag ze niet zonder gereedschap (bijvoorbeeld een schroevendraaier) kunnen verwijderen. Behalve in het motorcompartiment: daar is het prima als je bescherming met je handen kunt verwijderen zolang dat niet per ongeluk kan. 16.4. Waar mogelijk moet je aarding gebruiken. 17. Hoogspanningskabels moeten oranje zijn. 18. Batterijen 18.1. Batterijen in het passagierscompatiment moeten goed afgeschermd zijn. 18.2. Batterij moet stevig bevestigd zijn. 18.3. Aandrijflijn en bekabeling vormen niet het laagste of achterste deel van het voertuig. 19. Laden 19.1. Als je aan het laden bent mag de auto niet vanzelf gaan rijden. 19.2. Tijdens het laden moet je verbonden zijn met de aarde van het lichtnet. 20. Lampje of piepje als waarschuwing als de auto klaar is om weg te rijden 24 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0
20.1. Dit moet ook gebeuren als de bestuurder uit wil stappen terwijl de auto klaar is om weg te rijden. Wielophanging 21. Weggedragstest 22. Rem moet minimaal 5 m/s kunnen vertragen(bij natte remschijven 2,5 m/s). 22.1. Wordt gemeten met koude banden/remmen op een goed wegdek. 22.2. ABS is niet verplicht 23. Parkeerrem 23.1. Moet het voertuig kunnen houden op een helling van 18% 24. Banden moeten goedgekeurde banden zijn.
25 Automotive Engineering Project United Mobility
Versie 1.0