Theologie & Religiewetenschappen (180 ec) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) -

Theologie & Religiewetenschappen (180 ec) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

I

Vanaf 2013-2014 verandert het programma van de master Theologie en Religiewetenschappen (3 jr). De wijzigingen worden gefaseerd ingevoerd. In 2013-2014 wordt het gewijzigde eerste jaar aangeboden. In 2014-2015 wijzigt ook het tweede jaar, in 2015-2016 volgt het aangepaste derde jaar en is de herziening volledig uitgevoerd. Heb je een studieachterstand of ben je deeltijdstudent, dan zijn de wijzigingen van invloed op jouw studieprogramma. Sommige vakken worden niet meer aangeboden (je volgt dan vervangende vakken) en sommige vakken veranderen in omvang (dan moet je het nieuwe vak in aangepaste vorm volgen). Je kunt afstuderen volgens het programma waarin je gestart bent tot 1 jaar na de nominale studieduur van de opleiding. Voorbeeld: je bent in 2012 -2013 gestart met de opleiding in voltijd, dan kun je tot en met augustus 2016 afstuderen volgens het oude programma. Ben je in 2012-2013 gestart met de opleiding in deeltijd, dan kun je tot en met augustus 2019 afstuderen volgens het oude programma. Programma overzichten De 3-jarige master Theologie & Religiewetenschappen kent voor alle vier de seminaria een eigen route. 2014-2015

-Predikantsopleiding Baptisten 2014-2015 -Predikantsopleiding Doopsgezinden 2014-2015 -Predikantsopleiding Hersteld Hervormden 2014-2015 -Predikantsopleiding Remonstranten 2014-2015 2013-2014

-Predikantsopleiding Baptisten 2013-2014 -Predikantsopleiding Doopsgezinden 2013-2014 -Predikantsopleiding Hersteld Hervormden 2013-2014 -Predikantsopleiding Remonstranten 2013-2014 2012-2013 -Overzicht traject Doopsgezind Seminarium 2012-2013 -Overzicht traject Hersteld Hervormd Seminarie 2012-2013 -Overzicht traject Baptisten Seminarie 2012-2013 -Vervangende vakkenlijst Course descriptions


II

Inhoudsopgave

Master Theologie en Religiewetenschappen Baptisten Seminarium MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 1

1 1

Professional Stream Modules (Free Choice)

1

Section Modules

1

Baptisten Seminarie

3

General Required Courses year 1

3

MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3

3


4

Section Modules

4

Baptisten Seminarie

5

MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3 Section Modules and Classics Master Theologie en Religiewetenschappen Doopsgezind Seminarium MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 1

6 6 7 8


8

Section Modules

8

Doopsgezind Seminarie

9


10

MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 2

10


10

Section Modules

11

MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 3

12

Section Modules and Classics

12

Master Theologie en Religiewetenschappen Hersteld Hervormd Seminarium MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 1

14 14


14

Section Modules

15

Hersteld Hervormd Seminarie

16


16

MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 2

17


17

Section Modules

17

MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 3 Master Theologie en Religiewetenschappen Remonstranten Seminarie MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 1

19 19 19


20

Section Modules

20

Remonstranten Seminarie

21


22

MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 2

22


22

Section Modules

23

Vak: Apologetiek (Periode 3, Periode 6) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

24 III

Vak: Baptistische dogmatiek: Ecclesiologie en Gemeente-ethiek (Periode 3)

26

Vak: Bijbelse theologie (HHS) (Periode 2)

27

Vak: Catechetiek (HHS) (Periode 4)

28

Vak: De menselijke kant van het geloof (Periode 1)

30

Vak: Dogmatiek (HHS) (Periode 5)

30

Vak: Dogmatiek/Symboliek (HHS) (Periode 3)

31

Vak: Doing theology in a Baptist way (Periode 3)

32

Vak: Ecclesiologie vanuit Dopers perspectief (Periode 6)

33

Vak: Ethiek B (HHS) (Ac. Jaar (september), Periode 4)

36

Vak: Gemeenteopbouw Baptistisch Seminarie (Periode 6)

37

Vak: Gemeenteopbouw en praktijkoriëntatie (HHS) (Periode 1)

38

Vak: Gemeenteopbouw en spiritualiteit (Periode 3)

39

Vak: General Research Skills (Periode 3)

41

Vak: Geschiedenis van het gereformeerd Piëtisme (Periode 4)

42

Vak: Groepsgesprekken over de duiding van kwetsbaar leven ()

43

Vak: Hermeneutiek van de bijbelse literatuur (Periode 5)

45

Vak: Hermeneutiek, gemeenschapsvorming en de ethiek van de interpretatie (Periode 1)

47

Vak: Hervormd Kerkrecht (HHS) (Periode 6)

49

Vak: Homiletiek (HHS) (Periode 1+2)

50

Vak: Homiletiek 3 (Periode 5)

50

Vak: Homiletiek I: geschiedenis en theorie van de homiletiek (Periode 4)

52

Vak: Homiletiek II: het preekvoorbereidingsproces (Periode 5)

53

Vak: Kerkelijke scriptie (HHS) (Periode 6)

55

Vak: Klassiekers in de Theologie en de Religiestudies 2 (Periode 5)

55

Vak: Klassiekers in de Theologie en de Religiestudies I (Periode 4)

57

Vak: Leiderschap 1: Psychologische en gemeenschapsaspecten (Periode 1)

59

Vak: Leiderschap 2: Waardengedreven leiderschap (Periode 2)

61

Vak: Luther en Erasmus inzake de genadeleer (Periode 6)

62

Vak: Masterscriptie (Ac. Jaar (september))

64

Vak: Media 1: Religion in a media age (Periode 1)

64

Vak: Media 2: Religion and popular culture (Periode 2)

66

Vak: Pastoraat (Periode 4)

68

Vak: Pastoraat (HHS) (Periode 1, Periode 4)

68

Vak: Praktische theologie (Periode 6)

70

Vak: Reinventing Ministry (Periode 5)

70

Vak: Research Skills (Periode 3)

70

Vak: Restorative Justice and Models of Reconciliation (Periode 4)

72

Vak: Seminarie stage Baptistisch Seminarie ()

72

Vak: Specialisatiemodule Bijbelstudies 1: Apocalypticisme and Revelatie (Periode 1)

74

Vak: Specialisatiemodule Bijbelwetenschappen 2: Versies en Commentaren (Periode 2)

76

Vak: Specialisatiemodule Dogmatiek en Oecumenica 1: Gereformeerde theologie karakteristieke patronen en aangelegenheden (Periode 1)

78

Vak: Specialisatiemodule Dogmatiek en Oecumenica 2: Theologie via receptiestudies - Johannes 79 6 in de Kerkvaders (Periode 2) Vak: Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 1: Recente ontwikkelingen continentale godsdienstwijsbegeerte (Periode 1) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

80

IV

Vak: Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 2: Interdisciplinaire perspectieven op mindfulness (Periode 2)

81

Vak: Specialisatiemodule Islamitische Theologie 2: Islamitische Praktische Theologie (Periode 2) 83 Vak: Specialisatiemodule Islamitische Theologie: Contemporaine Trends in Islamisch Theologisch Denken (Periode 1)

84

Vak: Specialisatiemodule Kerkgeschiedenis 1: Egodocumenten en geschiedenis - het dagboek van een predikantsvrouw (1893-1910) (Periode 1)

85

Vak: Specialisatiemodule Kerkgeschiedenis 2: Oorlog, religie en weerstand (Periode 2)

86

Vak: Specialisatiemodule Praxis 1: Religie, gender en sexualiteit (Periode 1)

88

Vak: Specialisatiemodule Praxis 2: Kwaliteit van leven in gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. (Periode 2)

89

Vak: Specialization Course Philosophy of Religion and Comparative Study of Religions 3: Interdisciplinary perspectives on mindfulness ()

91

Vak: Spiritual Care 1 (Periode 1)

91

Vak: Spiritual Care 2 (Periode 2)

93

Vak: Stage (Ac. Jaar (september))

95

Vak: Stage (Ac. Jaar (september))

95

Vak: Stage en supervisie (HHS) (Ac. Jaar (september))

96

Vak: Teaching Religious Diversity 1 (Periode 1)

97

Vak: Teaching Religious Diversity 2: The Theory and Practice of Interreligious Dialogue (Periode 98 2) Vak: Vaderlandse Kerk vanaf 1795: Onderzoek gereformeerd Piëtisme (HHS) (Periode 5)

100

Vak: Veranderingen in het Nederlandse doperdom (1530-2000) (Periode 4)

101

Vak: Vredestheologie en -ethiek (Periode 5)

103

Vak: Vrijzinnige en remonstrantse preek en liturgie (Periode 5)

104


V

Master Theologie en Religiewetenschappen Baptisten Seminarium Opleidingsdelen: - MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 1 - MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3 - MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3

MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 1 Opleidingsdelen: -

Professional Stream Modules (Free Choice) Section Modules Baptisten Seminarie General Required Courses year 1

Professional Stream Modules (Free Choice) Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Leiderschap 1: Psychologische en gemeenschapsaspecten

Periode 1

6.0

G_LEAD1

Leiderschap 2: Waardengedreven leiderschap

Periode 2

6.0

G_LEAD2

Media 1: Religion in a media Periode 1 age

6.0

G_MED1

Media 2: Religion and popular culture

Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2

Teaching Religious Diversity Periode 1 1

6.0

G_TRD1

Teaching Religious Diversity Periode 2 2: The Theory and Practice of Interreligious Dialogue

6.0

G_TRD2

Credits

Code

Section Modules Vakken:

Naam

Periode


6-10-2015 - Pagina 1 van 104

Specialisatiemodule Bijbelstudies 1: Apocalypticisme and Revelatie

Periode 1

6.0

G_SMBW141

Specialisatiemodule Bijbelwetenschappen 2: Versies en Commentaren

Periode 2

6.0

G_SMBW142

Specialisatiemodule Periode 1 Dogmatiek en Oecumenica 1: Gereformeerde theologie - karakteristieke patronen en aangelegenheden

6.0

G_SMDO141

Specialisatiemodule Dogmatiek en Oecumenica 2: Theologie via receptiestudies - Johannes 6 in de Kerkvaders

Periode 2

6.0

G_SMDO142

Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 1: Recente ontwikkelingen continentale godsdienstwijsbegeerte

Periode 1

6.0

G_SMGF141

Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 2: Interdisciplinaire perspectieven op mindfulness

Periode 2

6.0

G_SMGF142

Specialisatiemodule Islamitische Theologie 2: Islamitische Praktische Theologie

Periode 2

6.0

G_SMCIT142

Specialisatiemodule Islamitische Theologie: Contemporaine Trends in Islamisch Theologisch Denken

Periode 1

6.0

G_SMCIT141

Specialisatiemodule Periode 1 Kerkgeschiedenis 1: Egodocumenten en geschiedenis - het dagboek van een predikantsvrouw (1893-1910)

6.0

G_SMKG141

Specialisatiemodule Periode 2 Kerkgeschiedenis 2: Oorlog, religie en weerstand

6.0

G_SMKG142

Specialisatiemodule Praxis 1: Religie, gender en sexualiteit

6.0

G_SMPR141

Periode 1


6-10-2015 - Pagina 2 van 104

Specialisatiemodule Praxis 2: Kwaliteit van leven in gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening.

Periode 2

6.0

G_SMPR142

Periode

Credits

Code

Baptistische dogmatiek: Periode 3 Ecclesiologie en Gemeenteethiek

6.0

G_BSTHEG

Gemeenteopbouw Baptistisch Seminarie

Periode 6

6.0

G_BSGEMO

Reinventing Ministry

Periode 5

6.0

G_BSREIM

Baptisten Seminarie Vakken:

Naam

General Required Courses year 1 Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Hermeneutiek, gemeenschapsvorming en de ethiek van de interpretatie

Periode 1

6.0

G_MAHERMN

Klassiekers in de Theologie Periode 5 en de Religiestudies 2

6.0

G_CLAS2

Klassiekers in de Theologie Periode 4 en de Religiestudies I

6.0

G_CLAS1

Research Skills

6.0

G_RESSK

Periode 3

MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3 Opleidingsdelen: - Professional Stream Modules (Free Choice) - Section Modules - Baptisten Seminarie Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Doing theology in a Baptist way

Periode 3

6.0

G_BSBTTh


6-10-2015 - Pagina 3 van 104


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


6.0

G_SMDO142

Periode 2


6-10-2015 - Pagina 4 van 104


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

Periode

Credits

Code

Baptistische dogmatiek: Periode 3 Ecclesiologie en Gemeenteethiek

6.0

G_BSTHEG

Gemeenteopbouw Baptistisch Seminarie

Periode 6

6.0

G_BSGEMO

Reinventing Ministry

Periode 5

6.0

G_BSREIM

Baptisten Seminarie Vakken:

Naam


6-10-2015 - Pagina 5 van 104

MA TR3 Baptisten Seminarie jaar 3 Opleidingsdelen: - Section Modules and Classics Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

De menselijke kant van het geloof

Periode 1

6.0

G_HUMDIMFA

General Research Skills

Periode 3

3.0

G_GENRESSK

Masterscriptie

Ac. Jaar (september)

18.0

G_SCRMAGGDS

12.0

G_SEMINTBS

Credits

Code


6.0

G_CLAS2


6.0

G_CLAS1


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


6.0

G_SMDO142

Seminarie stage Baptistisch Seminarie

Section Modules and Classics Vakken:

Naam

Periode

Periode 2


6-10-2015 - Pagina 6 van 104


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

6.0

G_SMGF133

Specialization Course Philosophy of Religion and Comparative Study of Religions 3: Interdisciplinary perspectives on mindfulness

Master Theologie en Religiewetenschappen Doopsgezind Seminarium Opleidingsdelen: - MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 1 - MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 2 - MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 3


6-10-2015 - Pagina 7 van 104

MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 1 Opleidingsdelen: -

Professional Stream Modules (Free Choice) Section Modules Doopsgezind Seminarie General Required Courses year 1


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6-10-2015 - Pagina 8 van 104


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

Doopsgezind Seminarie


6-10-2015 - Pagina 9 van 104

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Ecclesiologie vanuit Dopers Periode 6 perspectief

6.0

G_DSECCL

Veranderingen in het Nederlandse doperdom (1530-2000)

Periode 4

6.0

G_DSTMDIS

Vredestheologie en -ethiek

Periode 5

6.0

G_DSPTHAE


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_MAHERMN


6.0

G_CLAS2


6.0

G_CLAS1

Research Skills

6.0

G_RESSK

Periode 3

MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 2 Opleidingsdelen: - Professional Stream Modules (Free Choice) - Section Modules Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Hermeneutiek van de bijbelse literatuur

Periode 5

6.0

G_DSHERMN

Praktische theologie

Periode 6

6.0

G_DSPRTH

Restorative Justice and Models of Reconciliation

Periode 4

6.0

G_DSRESJUS

Stage


18.0

G_SEMINT1



6-10-2015 - Pagina 10 van 104

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


6-10-2015 - Pagina 11 van 104


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

MA TR3 Doopsgezind Seminarie jaar 3 Opleidingsdelen: - Section Modules and Classics Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

De menselijke kant van het geloof

Periode 1

6.0

G_HUMDIMFA

General Research Skills

Periode 3

3.0

G_GENRESSK

Masterscriptie


18.0

G_SCRMAGGDS

Section Modules and Classics


6-10-2015 - Pagina 12 van 104

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


6.0

G_CLAS2


6.0

G_CLAS1


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6-10-2015 - Pagina 13 van 104


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

6.0

G_SMGF133

Specialization Course Philosophy of Religion and Comparative Study of Religions 3: Interdisciplinary perspectives on mindfulness

Master Theologie en Religiewetenschappen Hersteld Hervormd Seminarium Opleidingsdelen: - MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 1 - MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 2 - MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 3

MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 1 Opleidingsdelen: -

Professional Stream Modules (Free Choice) Section Modules Hersteld Hervormd Seminarie General Required Courses year 1


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


6.0

G_MED2

Periode 2


6-10-2015 - Pagina 14 van 104

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


6-10-2015 - Pagina 15 van 104


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

Hersteld Hervormd Seminarie Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Apologetiek

Periode 3, Periode 6

3.0

G_MAHHSAPOL

Homiletiek I: geschiedenis Periode 4 en theorie van de homiletiek

6.0

G_HHSHOM1

Homiletiek II: het preekvoorbereidingsproces

Periode 5

6.0

G_HHSHOM2

Luther en Erasmus inzake de genadeleer

Periode 6

3.0

G_DOGMLUTHER


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_MAHERMN


6.0

G_CLAS2


6.0

G_CLAS1


6-10-2015 - Pagina 16 van 104

Research Skills

Periode 3

6.0

G_RESSK

MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 2 Opleidingsdelen: - Professional Stream Modules (Free Choice) - Section Modules Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Gemeenteopbouw en spiritualiteit

Periode 3

6.0

G_HHSGOESP

Geschiedenis van het gereformeerd Piëtisme

Periode 4

6.0

G_HHSGGP

Homiletiek 3

Periode 5

6.0

G_HHSHom3

Pastoraat

Periode 4

6.0

G_HHSPAST

Stage


12.0

G_SEMINT2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2

Section Modules


6-10-2015 - Pagina 17 van 104

Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


6-10-2015 - Pagina 18 van 104


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

MA TR3 Hersteld Hervormd Seminarie jaar 3 Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Apologetiek


3.0

G_MAHHSAPOL

Bijbelse theologie (HHS)

Periode 2

3.0

G_HHSBT3

Catechetiek (HHS)

Periode 4

0.0

G_HHSCAT

Dogmatiek (HHS)

Periode 5

6.0

G_DOGHEIL

Dogmatiek/Symboliek (HHS)

Periode 3

3.0

G_HHSDOGSYM

Ethiek B (HHS)

Ac. Jaar (september), Periode 4

4.5

G_MAHHSETHB

Gemeenteopbouw en praktijkoriëntatie (HHS)

Periode 1

3.0

G_GEMOPBOUW

Hervormd Kerkrecht (HHS)

Periode 6

2.0

G_HERVKRECHT

Homiletiek (HHS)

Periode 1+2

6.0

G_HHSHOM

Kerkelijke scriptie (HHS)

Periode 6

4.0

G_KERKSCR

Pastoraat (HHS)


6.0

G_HHSPASTOR

Stage en supervisie (HHS)


12.0

G_HHSSTAGSUP

Vaderlandse Kerk vanaf 1795: Onderzoek gereformeerd Piëtisme (HHS)

Periode 5

6.0

G_ONDGERPIET

Master Theologie en Religiewetenschappen Remonstranten Seminarie Opleidingsdelen: - MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 1 - MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 2

MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 1 Opleidingsdelen: - Professional Stream Modules (Free Choice)


6-10-2015 - Pagina 19 van 104

- Section Modules - Remonstranten Seminarie - General Required Courses year 1


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


6.0

G_SMDO142

Periode 2


6-10-2015 - Pagina 20 van 104


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

Credits

Code

6.0

G_RSGRKL

Remonstranten Seminarie Vakken:

Naam

Periode

Groepsgesprekken over de duiding van kwetsbaar leven Hermeneutiek van de bijbelse literatuur

Periode 5

6.0

G_DSHERMN

Restorative Justice and Models of Reconciliation

Periode 4

6.0

G_DSRESJUS


6-10-2015 - Pagina 21 van 104


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_MAHERMN


6.0

G_CLAS2


6.0

G_CLAS1

Research Skills

6.0

G_RESSK

Periode 3

MA TR3 Remonstranten Seminarie jr 2 Opleidingsdelen: - Professional Stream Modules (Free Choice) - Section Modules Vakken:

Naam

Periode

Credits

Code

Stage


18.0

G_SEMINT1

6.0

G_RSPEL

Vrijzinnige en remonstrantse Periode 5 preek en liturgie


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_LEAD1


Periode 2

6.0

G_LEAD2


6.0

G_MED1


Periode 2

6.0

G_MED2

Spiritual Care 1

Periode 1

6.0

G_SPICA1


6-10-2015 - Pagina 22 van 104

Spiritual Care 2

Periode 2

6.0

G_SPICA2


6.0

G_TRD1


6.0

G_TRD2


Naam

Periode

Credits

Code


Periode 1

6.0

G_SMBW141


Periode 2

6.0

G_SMBW142


6.0

G_SMDO141


Periode 2

6.0

G_SMDO142


Periode 1

6.0

G_SMGF141


Periode 2

6.0

G_SMGF142


Periode 2

6.0

G_SMCIT142


Periode 1

6.0

G_SMCIT141


6-10-2015 - Pagina 23 van 104


6.0

G_SMKG141


6.0

G_SMKG142


Periode 1

6.0

G_SMPR141


Periode 2

6.0

G_SMPR142

Apologetiek Vakcode

G_MAHHSAPOL (100065)

Periode


Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit

Faculteit der Godgeleerdheid

Coördinator

dr. W. van Vlastuin

Examinator

dr. W. van Vlastuin

Docent(en)

dr. W. van Vlastuin

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak Door het college is de student: • in staat om met behulp van de kennis en de inzichten uit de voorgaande apologetiekvakken een analyse toe te passen op de ‘apologetiek van het moderne atheïsme’ zoals dat door Dawkins wordt uitgedragen; • in staat om met behulp van methodologische, epistemologische en cognitieve vaardigheden tot een zelfstandige analyse van Dawkins benadering te komen en deze benadering in de huidige theologische en maatschappelijke context op een relevante wijze te presenteren; • in staat om analyse, inzichten, integratie en toepassing overtuigend te communiceren met vakgenoten en niet-vakgenoten, hetgeen blijkt in een paper met analytische argumentatieve en creatieve kracht; • in staat om aan de hand van het verrichtte zelfstandige onderzoek naar de ‘apologetiek van het moderne atheïsme’ aan te geven welke leervaardigheden bij toekomstig onderzoek verbeterd dienen te worden. Inhoud vak In het eerste jaar bachelor is aandacht gegeven aan concrete apologetische vraagstukken. Apologetiek in het eerste jaar van de master kenmerkte zich door een academische reflectie op de manier van apologetiek. In dit college willen we de inzichten uit de voorgaande colleges toepassen op de religiekritiek van Richard Dawkins. We bespreken in ieder college steeds een hoofdstuk van zijn boek The God Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 24 van 104

Delusion. In de bespreking daarvan oefenen we het gebruik van apologetische argumenten en de reflectie op het gebruik van apologetische methoden. Onderwijsvorm 3 x 2 uur werkcollege: 1e college: H2: The God Hypothesis 2e college: H4: Why there almost certainly is no God 3e college: H6: The Roots of Morality: Why are we good? Alle studenten lezen steeds het betreffende hoofdstuk ter voorbereiding op het college. In het college wordt van iedere student gevraagd om het sterkste argument op een gemotiveerde wijze uit het onderhavige hoofdstuk van Dawkins naar voren te brengen. We inventariseren deze keuzen om tot een gezamenlijke vaststelling van de volgorde van de belangrijkheid van Dawkins argumenten te komen. Het hoofddeel van het college bestaat uit het analyseren van de sterkste argumenten van Dawkins om deze argumenten op een creatieve wijze te kunnen repliceren. Toetsvorm 1. Alle studenten schrijven een paper van ca. 3000 woorden over één van de hoofdstukken uit het boek van Dawkins, in het eerste college onderling af te stemmen. 2. De papers worden beoordeeld aan de hand van de in de cursusdoelen aangereikte kaders: ten eerste kennis van en inzicht in de positie van Dawkins (20%), ten tweede de hantering van de apologetische methodologie in de analyse van Dawkins (20%, ten derde de argumentatieve-analytische (20%) en creatieve kracht (10%) van de beoordeling van Dawkins. Met creatieve kracht wordt bedoeld dat de student in staat is om beschikbare instrumenten op een originele en onafhankelijke wijze te gebruiken om het denken van Dawkins te analyseren en eventueel in een alternatief concept te voorzien. Ten slotte wordt het paper beoordeeld op de manier waarop de student zich bewust is van de leervaardigheden die nog verbeterd dienen te worden (15%). Een goede verwerking van literatuur verhoogt de waarde van het betoog (5%), waarbij ook de in het essay gehanteerde methodologie van belang is (5%), evenals de verzorging van taal en stijl (5%). Literatuur R. Dawkins, The God Delusion (Boston: Mariner Books 2006). Suggestie voor literatuur Andrews, E., Who Made God? Searching for a Theory of Everything, Darlington: Evangelical Press 2010. Brink, G.A. van den, Er is geen God en Philipse is zijn profeeet. De onredelijkheid van een atheist. Kampen: Kok 2010. D’Souza, D., Het christendom is zo gek nog niet. Amsterdam: Nieuw Amsterdam, 2009. Frame, J.M., Apologetics to the Glory of God. An Introduction. Phillipsburg: Presbyterian & Reformed Publishing, 1994. Haught, J.F., God and the New Atheism. A Critical Response to Dawkins, Harris and Hitchens. Louisville: Westminster John Knox Press, 2008. Lewis, C.S., Onversneden christendom. Kampen: Kok, 20097. McGrath, A., Dawkins God. Over genen, memen en de zin van het leven, Kok: Kampen , 2006. Paas, S en Peels, R., God bewijzen, Amsterdam: Balans, 2013. Philipse, H., Atheistisch manifest. Drie wijsgerige opstellen over godsdienst en moraal. Amsterdam: Bert Bakker, 2007. Plantinga, A., Warranted Christian Belief. New York: Oxford University Press, 2000. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 25 van 104

Swinburne, R., Het bestaan van God. Baarn: Callenbach, 1997. Overige informatie Aangezien kennis, inzicht en vaardigheden in dit werkcollege worden geoefend, is aanwezigheid in het college vereist.

Baptistische dogmatiek: Ecclesiologie en Gemeente-ethiek Vakcode

G_BSTHEG ()

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

drs. T. van der Leer

Examinator


Docent(en)

drs. T. van der Leer, prof. dr. H.A. Bakker

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • heeft inzicht in de verschillende stromingen van de ecclesiologie en kan op grond hiervan afwegen, onderbouwen en rechtvaardigen wat: (1) de waarde/betekenis van elke stroming in het licht van de bijbelse theologie is, (2) en voor vragen aan de (eigen) kerkelijke traditie in de hedendaagse context worden gesteld. Dit inzicht blijkt uit de 2 te schrijven essays, waarbij het aankomt op het probleemoplossend vermogen van de student (casus-stelling-argumenten-afweging); • kan het eigene van een baptistische ecclesiologie in vergelijking met andere stromingen identificeren, beschrijven, onderbouwen en beoordelen; • heeft kennis van en inzicht in de geschiedenis, de theologie en de praktijk van het congregationalisme en kan deze beschrijven, onderbouwen en beoordelen; • is in staat om zelfstandig een eigen ecclesiologie te ontwikkelen, te beoordelen en te ontwerpen door de collegestof, de opgegeven verplichte literatuur en eigen toegevoegde bronnen, te integreren en kritisch te verwerken; • verstaat (en kan uitleggen) wat de essentialia van Christus’ Koninkrijksethiek zijn; • verstaat de begripsvorming van Stassen en Gushee en kan deze actualiseren door te laten zien dat hij de methodiek van Stassen en Gushee (Bergrede toepassen) kan aanwenden (bevrijdende alternatieven voorleggen) en er kritische vragen bij kan plaatsen; • heeft inzicht in de complexiteit van ethische keuzes waar een plaatselijke gemeente als collectief voor staat (tweede essay toont dit aan); • is in staat om deskundige hulp en ondersteuning te geven in het proces van communale ethische verkenning en besluitvorming (tweede essay toont dit aan). Inhoud vak In deze cursus denken we na over wat het betekent een baptisten gemeente te zijn in relatie tot de hedendaagse oecumenische context. We leren te identificeren en te beoordelen wat hierin het verbindende en het Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 26 van 104

onderscheidende is. We onderzoeken bijbels-theologische en historische bronnen en komen tot een eigen ontwerp van een ecclesiologie die controleerbaar verbonden is met Bijbel en traditie en relevant is voor de hedendaagse context. Met name wordt ingegaan op de theologie en de praktijk van het congregationalisme en de communale processen rond bestuur, besluit en ethiek. Voortdurend wordt naar een hermeneutisch verantwoord ‘ethisch vloertje’ voor plaatselijke gemeenten gekeken. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, waarin de literatuur wordt vergeleken, onderzocht en beoordeeld met het oog op een eigen te schrijven en te verdedigen ontwerp. Studenten presenteren in de colleges concept versies van hun eigen gemeentevisie en in geleide discussies worden de complexe theologische vragen rond de baptistische kroonjuwelen gemeente, doop en vrijheid (en ethische vragen over deze kwesties) geïdentificeerd, beoordeeld en voor verder autonoom onderzoek in kaart gebracht. Toetsvorm Essay waarin een eigen ecclesiologie wordt beschreven en verantwoord met verwerking van de literatuur (50%); een kritisch essay over ‘Het ethisch vloertje voor de Baptistengemeente van vandaag’ (50%) Literatuur Verplichte literatuur: Henk Bakker, Gunnende kerk. Kompas voor een waardengestuurde gemeente ethiek (2012). A. van de Beek, Lichaam en Geest van Christus. De theologie van de kerk en de Heilige Geest, Zoetermeer 2012. Teun van der Leer, ‘Welke kerkvorm heeft de toekomst?’, Theologia Reformata 53.1 (2010), 16-28. Glen H. Stassen, David P. Gushee, Kingdom Ethics: Following Jesus in Contemporary Context (Downers Grove: IVP Academic, 2003). Miroslav Volf, After Our Likeness: The Church as the Image of the Trinity, Grand Rapids 1998. Eventuele artikelen t.z.t. op Blackboard. Aanbevolen literatuur: Stanley J. Grenz, Theology for the Community of God, Grand Rapids 1994 Husbands & Treier, The Community of the Word: Towards an Evangelical Ecclesiology, IVP Downers Grove 2005. Richard B. Hays, The Moral Vision of the New Testament: Community, Cross, New Creation. A Contemporary Introduction to New Testament Ethics (New York: HarperSanFrancisco, 1996). Veli-Matti Kärkkäinen, An Introduction to Ecclesiology, IVP Downers Grove 2002. J. Reiling, Gemeenschap der heiligen, Amsterdam 1964. Stuart Murray, Post Christendom, Carlisle 2004. Stuart Murray, Church after Christendom, Carlisle 2004. John G. Stackhouse (ed.), Evangelical Ecclesiology, Grand Rapids 2003. Nigel Wright, Free Church, Free State, Londen 2005. Overige informatie Aanwezigheid tijdens colleges is verplicht, evenals voorbereiding op het college. Het missen van een college i.v.m. dringende redenen, altijd i.o.m. de docent.

Bijbelse theologie (HHS)


6-10-2015 - Pagina 27 van 104

Vakcode

G_HHSBT3 (100064)

Periode

Periode 2

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P. de Vries

Examinator

dr. P. de Vries

Docent(en)

dr. P. de Vries

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: heeft inzicht in belangrijke thema’s uit de bijbelse theologie en wel met name de betekenis van die van de verzoening en van het verbond. Inhoud vak Aan de hand van het Bijbelse thema van het verbond komt de eenheid van Oude en Nieuwe Testament aan de orde. De diverse verbonden worden behandeld. Het boek van de Psalmen heeft alleen al door zijn vele thema’s een bijzonder karakter. Daarnaast geeft het inzicht in het geloofsleven van de vromen onder de oude bedeling. Onderwijsvorm Werkcollege. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Verplicht: - Geoffrey Grogan, Prayer, Praise & Prophecy: A Theology of Psalms, Christian Focus Publications, Fearn, Ross-shire, Scotland 2009. - Paul R. Williamson Sealed with an Oath, Nottingham 2007. Aanbevolen: - L.H. van der Meiden, Het nieuwe verbond, Haarlem 1955. Wordt door de docent op blackboard gezet (lezen is niet verplicht; het levert gecombineerd met en goed antwoord op het tentamen erover wel een bonuspunt op). Vereiste voorkennis De extra-curriculaire module ‘de kerk en het joodse volk’ dient te zijn gevolgd. Overige informatie De student mag max. 20% afwezig zijn.

Catechetiek (HHS) Vakcode

G_HHSCAT (100068)

Periode

Periode 4

Credits

0.0

Voertaal

Nederlands


6-10-2015 - Pagina 28 van 104

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: • ontwikkelt een visie op het gedoopte kind dat catechese zal ontvangen; • heeft kennis van de geschiedenis, de theorievorming en methoden van catechese; • heeft kennis genomen van pedagogische en didactische inzichten en kan deze kennis en inzichten toepassen op de catechese; • kan een lesplan voor de catechese uitwerken; • kan de lesinhoud met catechisanten communiceren met gebruikmaking van verschillende werkvormen. Inhoud vak Dit college bestaat uit twee onderdelen. In het eerste onderdeel van dit college komt de problematiek van het dopen van kinderen in gereformeerd en modern perspectief aan de orde. Daartoe wordt het klassieke formulier van de kinderdoop gelezen. Het tweede onderdeel van dit college Na een summiere inleiding over de geschiedenis van de catechese geeft een oriëntatie in de pedagogische en didactische beginselen, toegepast op de catechese. Vervolgens komen aan de orde: de catechese als ontmoeting en leerproces, de psychische en cognitieve ontwikkeling van de catechisant, methoden van catechese, het creëren en evalueren van een lesschema. Onderwijsvorm Werkcollege. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur D.F. Wright, Infant Baptism in Historical Perspective, Milton Keynes: Paternoster, 2007, 147-384. Jos de Kock, Wim Verboom ea., 'Basisboek Catechese', Zoetermeer 2011. Aanbevolen voorkennis Systematische Theologie HHS (G_SYSHHS) uit de Bachelor Godgeleerdheid. Overige informatie Omdat kennis, inzicht en vaardigheden in het werkcollege worden geoefend, is aanwezigheid een vereiste. Tijdens het vak Stage (G_SEMINT2) observeert de student bij 10 catechese-lessen en verzorgt zelf ten minste 5 catecheselessen en maakt daarvan volgens aangegeven richtlijnen een kort evaluatief verslag. Daarbij inbegrepen is het uitgewerkte lesplan van één van de door de student gegeven catecheselessen.


6-10-2015 - Pagina 29 van 104

De menselijke kant van het geloof Vakcode

G_HUMDIMFA (110038)

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. J.W. van Saane

Examinator

dr. J.W. van Saane

Docent(en)

dr. J.W. van Saane

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: kan met behulp van relevante pastoraal theologische en godsdienstpedagogische literatuur probleemstellingen uit zelf beschreven cases onderzoeken en de wetenschappelijk reflectie daarop systematisch beschrijven. Inhoud vak Inzet: hoe ontwikkelen mensen een religieuze identiteit? Studenten leren empirisch waarnemen, theoretisch reflecteren en strategisch doordenken wat inzicht in de menselijke geloofsontwikkeling betekent voor de begeleiding door voorganger, docent of pastor. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege. De studenten interviewen enkele leden uit hun eigen of anderzins bekende gemeente m. b. t. pastorale en godsdienstpedagogische thema's. Met behulp van relevante literatuur diepen zij de beschreven situaties uit en bewerken de vragen op wetenschappelijke wijze. Literatuur Vraag literatuur op via docent. Overige informatie Instruction may be in English if one or more foreign students enroll for the course. Foreign students are requested to contact the instructor before the start of the course.

Dogmatiek (HHS) Vakcode

G_DOGHEIL (100067)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. W. van Vlastuin

Examinator

dr. W. van Vlastuin

Docent(en)

dr. W. van Vlastuin

Lesmethode(n)

Hoorcollege


6-10-2015 - Pagina 30 van 104

Doel vak De student: • verkrijgt kennis van en inzicht in de grootste vraagstellingen die zich in de geschiedenis van de kerk rondom deze thematiek hebben voorgedaan; • is in staat om het verworven inzicht op een analytische wijze toe te passen in nieuwe omstandigheden; • is in staat om inzichten, oordelen en conclusies duidelijk en ondubbelzinnig te communiceren met specialisten en niet-specialisten; • ontwikkelt de methologische vaardigheid om zelfstandig onderzoek te doen in de systematische theologie. Inhoud vak In dit college komen verschillende vragen aan de orde, zoals de verhouding tussen rechtvaardiging en heiliging, de vraag of de wet een leefregel van de dankbaarheid is, de kwestie of heiliging een positie is of een proces, de problematiek van ‘een klein beginsel van nieuwe gehoorzaamheid’, de plaats van de mens in het proces van vernieuwing, enz. De botsing tussen Kohlbrugge en Da Costa komt aan de orde, de vragen van de heiligingsbewegingen en de benadering van de puriteinen. Dit alles confronteren we met de boodschap van Romeinen 6, 7 en 8. Het is de bedoeling om zo tot een eigen oordeelsvorming over dit thema te komen en een eigen methodologie te ontwikkelen. Onderwijsvorm 6 x werkcollege. Het college vindt plaats in de vorm van intervisie. De studenten lezen ieder college een hoofdstuk uit de studie van de docent en zij schrijven daarover een kritische reflectie van 500 woorden die zij in het college inbrengen. Door de analyse van deze reflecties vindt er een verdieping van de theologische vraagstelling plaats. De colleges inclusief de voorbereiding leveren 48 uur op. In de 6 colleges lezen we respectievelijk de hoofdstukken 2, 4, 5, 6, 8, 9. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur W. van Vlastuin, Word vernieuwd. Een theologie van persoonlijke vernieuwing, Utrecht: Kok Kampen [416] Overige informatie Aangezien kennis, inzicht en vaardigheden in dit werkcollege worden geoefend, is aanwezigheid in het college vereist.

Dogmatiek/Symboliek (HHS) Vakcode

G_HHSDOGSYM (100096)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. W. van Vlastuin

Examinator

dr. W. van Vlastuin


6-10-2015 - Pagina 31 van 104

Docent(en)

dr. W. van Vlastuin

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: verwerft kennis van de inzichten omtrent de heilige doop; verdiept zijn inzicht in de problematiek van de doop van kinderen; is in staat om zich rekenschap te geven zijn eigen positie ten aanzien van het dopen van kinderen. Inhoud vak In dit college worden teksten uit de belijdenis van de kerk besproken. De concentratie is ditmaal op de vragen rondom de kinderdoop. We lezen samen het klassieke formulier van de kinderdoop. Onderwijsvorm 3 x 3 college-uren hoor/werkcollege per week. Toetsvorm Schriftelijk tentamen of (in overleg als groep) werkstuk. Literatuur W. van ’t Spijker e.a. (red.), Rondom de doopvont. Leer en gebruik van de heilige doop in het Nieuwe Testament en in de geschiedenis van de westerse kerk, Kampen 1983 (uitgezonderd hoofdstuk over doop in de vroege kerk en in de Middeleeuwen).

Doing theology in a Baptist way Vakcode

G_BSBTTh ()

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. H.A. Bakker

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • kan de hoofdlijnen van het theologische denken van James McClendon omschrijven; • weet vanuit McClendons theologie verbindingen te leggen met contemporaine theologen en het theologische klimaat waarin McClendon werkzaam was, zoals Martin Luther King, John Howard Yoder en Karl Barth; • is in staat de theologie van McClendon te ‘wegen’, zodat kritische vragen bij sommige loci van zijn theologie kunnen worden gezet (examenvragen); • kan de opgedane inzichten vertalen naar de baptistentraditie en naar de werkvloer van de gemeente. In geleide discussies tijdens de colleges wordt voortdurend gereflecteerd over de actualiteit van Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 32 van 104

McClendons theologie voor de praktijk van de kerk. Uit de collegegesprekken en de participatie van de student blijkt of de student inzichten kan vertalen naar oplossingrichtingen. Inhoud vak In dit college wordt op de theologie van James McClendon ingegaan. McClendon is een vernieuwende, uitdagende theoloog en baptist, die gaandeweg in West-Europa meer bekendheid krijgt. Het is niet te doen om de drie delen van zijn theologie geheel door te nemen. Daarom zijn de volgende capita selecta de cursusinhoud: -Vol. 1, in zijn geheel (pp. 17-351) -Vol. 2, uit deel 1 het tweede hoofdstuk ‘Eschatology’ (§1-3, pp. 64102) -Vol. 2, uit deel 2 het zesde hoofdstuk ‘Jesus the Risen Christ’ (§1-3, pp. 238-279) -Vol. 3, de inleiding (hst. 1, pp. 17-56), en deel 1 het tweede hoofdstuk ‘Religion As Culture’ (§1-4, pp. 59-97) -Vol. 3, deel 3, hoofdstukken 8 en 9, ‘The Search For Christian Identity’ en ‘A Theology of Witness’ (pp. 309-383). Onderwijsvorm De student bereidt de colleges voor door de opgegeven pagina’s uit McClendon te lezen. In de contacturen wordt de inhoud door middel van geleide theologische gesprekken kritisch besproken. Toetsvorm Er vindt een schriftelijke toets over alle gelezen en besproken stof plaats (100%). Literatuur Verplichte literatuur James Wm. McClendon, Systematic Theology, Vol. 1: Ethics (Nashville: Abingdon Press, 2002) 394 pp., Vol. 2: Doctrine (Nashville: Abingdon Press, 1994) 536 pp., Vol. 3: Witness (Nashville: Abingdon Press, 2000). Aanbevolen literatuur: Amos Young, ‘The "Baptist Vision" of James McClendon, Jr: A WesleyanPentecostal Response’, Wesleyan Theological Journal 37 (2, 2002) 32-57. Perspectives In Religious Studies 27/1 (2000) – een heel nummer aan McClendon gewijd. A.J. Conyers, ‘The Changing Face of Baptist Theology’, Review and Expositor 95 (1998) 21-38. James Wm. McClendon, ‘The God of the Theologians and the God of Jesus Christ’, in: Axel D. Steuer, James Wm. McClendon (eds.), Is God GOD? (Nashville: Abingdon Press, 1981) 181-205. Stanley J. Grenz, Theology For the Community of God (Carlisle: Paternoster, 1994). Idem, Renewing the Center. Evangelical Theology in a Post-Theological Era (1999). Overige informatie Aanwezigheid tijdens colleges is verplicht, evenals voorbereiding op het college.

Ecclesiologie vanuit Dopers perspectief Vakcode

G_DSECCL ()


6-10-2015 - Pagina 33 van 104

Periode

Periode 6

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. F. Enns

Examinator

prof. dr. F. Enns

Docent(en)

prof. dr. F. Enns

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student : • can describe the different dimensions and the theological foundation of ecclesiology from Anabaptist-Mennonite perspective, such as free-church, believers´ church and congregational church model (faith community, "priesthood of all believers", church-state relation), ministry and ordinances (Lord´s Supper, Baptism, footwashing) and the practices of a peace-church (binding and loosing, missional and diaconial dimensions); • is with his knowledge able to contribute in a unique way to the ongoing discussion in the field; • studies individually and in study groups a variety of ecclesiological writings from16th century Anabaptism as well as 20th and 21st theologians; • can describe how these approaches relate to each other and to the wider ecumenical discussions, evidenced by their ability to construct a coherent argument on this matter; • can explain the "believers´ church model and it´s related congregational structure, including the essential elements of it; • can analyze and compare some alternative church models; • demonstrates that he has integrated his knowledge on the subject, by giving an explanation of these differences and commonalities connecting these church models to their historical origins; • demonstrates that he can apply his knowledge of ecclesiology to contemporary questions and challenges to being church by introducing current political and societal questions by giving an oral presentation on an actual political or societal subject from an ecclesiological perspective; • formulates solutions to contexts of the western European pluralistic societies and compare those with insights and approaches to other contexts; • formulates judgments on the basis of the given information, taking into account the societal and ethical responsibilities of the church´s self-understanding, such as how those ecclesiological aspects promote peace and justice within and beyond the church, for the common good – orally as well as in writing; • is able to communicate (orally as well as in writing) conclusions based on the knowledge mentioned above as well as different motives and arguments in a clear manner; • will develop the ability to argue for and against other/new ecclesiological models and their respective implications; • is after this course able to perform independently and autonomous follow up studies The student will demonstrate his integration of knowledge on the subject by writing a paper that on a specific chosen topic from the field under investigation at the end of the course.


6-10-2015 - Pagina 34 van 104

Inhoud vak Different church models from the wider ecumenical field will be presented (orthodoxy, roman-catholic, protestant) and compared with an ecclesiology from Anabaptist-Mennonite perspective. These include approaches from 16th century Anabaptism as well as current models within the Mennonite (peace-church) tradition. Within these models, church ordinances ("sacraments"), church ministries, and church practices will be introduced in regard to their respective theological foundation as well as in their application. In class students will exchange and test their ideas and insights. In seminar-style sessions, students will present small essays on specific topics and discuss their insights with each other. Onderwijsvorm Seminar-style, presentations, reading-reports. Toetsvorm Oral presentations and discussions in class and paper on a specific topic from the field. Literatuur Primary sources: Walter Klaassen (ed.), Anabaptism in Outline. Selected Primary Sources. Kitchener/Ont and Scottdale/IN: Herals Press 1981. Secundary sources: Neal Blough, Christ in Our Midst. Incarnation, Church and Discipleship in the Theology of Pilgram Marpeck. Kitchener/ON: Pandora 2007. Fernando Enns, The Peace Church and the Ecumenical Community. Ecclesiology and the Ethics of Nonviolence. Copublished by Kitchener/Ontario: Pandora Press and Geneva: World Council of Churches 2007, Ch. II.3., pp 84-104. (in German: Friedenskirche in der Ökumene, 2003). Fernando Enns, Believers Church Ecclesiology: A Trinitarian Foundation and Its Implications; in: New Perspectives in Believers Church Ecclesiology, ed. by A.Dueck, H.Harder, K.Koop, Winnipeg/Manitoba: CMU Press 2010, 179-198. (in German: Enns, Ökumene und Frieden, Kap. B.III. Entwurf einer ökumenischen Friedenskirchen-Ekklesiologie: ein trinitätstheologischer Ansatz). Fernando Enns (Hg.), Heilung der Erinnerungen – befreit zur gemeinsamen Zukunft. Mennoniten im Dialog. Berichte und Texte ökumenischer Gespräche auf nationaler und internationaler Ebene. Frankfurt/M: Lembeck und Paderborn: Bonifatius 2008. Thomas Finger, A. Contemporary Anabaptist Theology. Downers Grove/IL: InterVarsity 2004. Marlin E. Miller, Theology for the Church. Wirtings by Marlin E. Miller, ed. by Richard A. Kauffman and Gayle Gerber Koontz, Elkhart/IN: Institute of Mennonite Studies 1997. A. James Reimer, Mennonites and Classical Theology. Kitchener/ON: Pandora 2001. John D. Rempel, The Lord's Supper in Anabaptism: A Study in the Christology of Balthasar Hubmaier, Pilgrim Marpeck, and Dirk Philips (Studies in Anabaptist and Mennonite History 33), Scottdale/PA and Waterloo/ON: Herald Press 1993. Miroslav Volf, After Our Likeness: The Church as the Image of the Trinity. Grand Rapids, MI: Eerdmans 1998. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 35 van 104

Sjouke Voolstra, The Colony of Heaven. The Anabaptist aspiration to be a Church without Spot or Wrinkle in the sixteenth and seventeenth centuries; in: A.Voolstra, A.G.Hoekema, P.Visser (red.), Beldenstormer uit bewogenheid. Verzamelde opstellen van Sjouke Voolstra, Hilversum 2005, 129-139. Sjouke Voolstra, Een Gemeente van Heiligen. De kenmerken van de ware kerk volgens Menno Simons; in: Dooperse Stemmen 7, Amsterdam 1994. John Howard Yoder, Body Politics. Five Practices of the Christian Community Before the Watching World. Scottdale/PA: Herald Press 2001. Overige informatie Compulsory attendance (80%). Active participation in class is required.

Ethiek B (HHS) Vakcode

G_MAHHSETHB (100069)

Periode

Ac. Jaar (september), Periode 4

Credits

4.5

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. R. van Kooten

Examinator

dr. R. van Kooten

Docent(en)

dr. R. van Kooten

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De predikant in opleiding wordt toegerust voor de ethische vragen zoals hij deze in pastoraat,catechese en prediking kan tegenkomen. De student: • kan onderscheiden waar het bij ethische vragen van gemeenteleden op aankomt op zodanige wijze dat hij zowel de bijbelse principia als ook het eigene van een casus weet te benoemen. Het gaat hier met name de terreinen van huwelijk en gezin (waarbij de predikant zowel benaderd kan worden over problemen bij erfopvolging in een zaak als ook incest, echtscheiding, zelfmoord, donortransplantatie et cetera); • kan vanuit de hiervoor genoemde vaardigheid leiding en richting geven in pre¬diking en cateche¬se en pastoraat, zodat helder is dat het niet gaat om een persoonlijke mening maar om bijbelse waarden en normen; • Verwerft de vaardigheid om te onderkennen waar de christelijke vrijheid in het geding is en waar het met de Schrift aantoonbaar noodzakelijk en heilzaam is adequaat ant¬woord te geven vanuit de Schrift; • Is vaardig in zelfreflectie en weet bij de stof te benoemen a. wat een eyeopener is; b. waar voor hem nog vragen liggen; c. waar hij het niet mee eens en weet uit te leggen waarom, welke axioma’s er verborgen zit¬ten in eigen argumentatie en wat deze te maken hebben met zijn sociale en theologische achtergrond. Inhoud vak In de colleges wordt de betekenis behandeld van het 5e, 6e en 7e gebod. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege (verplicht). De studenten bereiden thuis de stof voor en maken een leesverslag van dat boek dat aan de orde is. Tevens worden in een speciaal document (te Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 36 van 104

downloaden bij cursus¬docu¬menten van deze module op blackboard) de hierboven genoemde punten van de zelfreflectie beant¬woord (a. Wat is een eyeopener voor mij; b. Waar liggen er voor mij nog vragen; c. Waar ben ik het niet mee eens? Roept het weerstand bij je op? Leg uit waarom, Het werk wordt drie dagen voor het college elektronisch ingeleverd). Toetsvorm Schriftelijk tentamen of werkstuk over de hierboven genoemde literatuur. Literatuur R. van Kooten, Eert uw vader en uw moeder, (Houten, 2e, 1995); R.van Kooten, Ons leven is van God (Houten 2004), hfst. 18-27; R. van Kooten, Gij zult niet echtbreken, dl.1 (Houten 2e, 1999); R. van Kooten, Gij zult niet echtbreken, dl.2 (Houten 1993). Patrick D. Miller, The Ten Commandments, Interpretation, Resources for the Use of Scripture in the Church (Louisville 2009).

Gemeenteopbouw Baptistisch Seminarie Vakcode

G_BSGEMO ()

Periode

Periode 6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

drs. E. Groen

Examinator

drs. E. Groen

Docent(en)

drs. E. Groen

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • beschrijft de verschillende hoofdstromingen in de gemeenteopbouw; • kan deze modellen waarderen vanuit de mennonitische en baptisten theologie; • beschrijft een gemeente (verleden en heden) op basis van het model van De Caluwé en Vermaak; • maakt een analyse van de gemeente en een stelt een diagnose met behulp van de Studying Congregations; • ontwerpt een advies voor een verandertraject vanuit de methodiek van waarderende gemeenteopbouw op basis van de beschrijving van de gemeente en de analyse en het advies; • beschrijft de eigen rol in dat proces op basis van de kleurentheorie van De Caluwé en Vermaak. Inhoud vak In deze cursus staat een baptisten wijze van gemeenteopbouw centraal. Hoe kan een gemeente vanuit een congregationalistische theologie bouwen aan de gemeente binnen de context waarin de gemeente opereert? Centraal staan de waarden van een congregationalistische gemeenteopbouw voor het bepalen en kiezen van de methoden en modellen. Daarnaast staan de vaardigheden centraal om te komen tot een analyse en diagnose van de gemeente vanuit organisatiekunde , (systematische) theologie en organisatiesociologie. Tenslotte leer de student om gemeenteopbouwplan te schrijven passend bij de situatie. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 37 van 104

Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, waarin de literatuur wordt besproken, beoordeeld en toegepast op een eigen te schrijven en te verdedigen ontwerp. Studenten maken opdrachten en bespreken die met de medestudenten en docent. De opdrachten maken deel uit van de portfolio van de opdracht. Toetsvorm Portfolio bevattende: - beschrijving van de gemeente in het verleden en heden met behulp van de literatuur waarbij de student aan geeft welke vormen in de literatuur daarvoor geschikt zijn, welke vorm gekozen is met onderbouwing van de keuze; - analyse en diagnose van de gemeente op basis van organisatiekunde, (systematiche) theologie; - gemeenteopbouwplan; - reflectie op het geheel vanuit de eigen positie in dialoog met de literatuur. Literatuur Verplichte literatuur: Eduard Groen, Geloofwaardige gemeente. Uitgangspunten van een baptisten gemeenteopbouw, Barneveld 2011 (Unie van Baptisten Gemeenten). Léon de Caluwé en Hans Vermaak, Leren veranderen. Handboek voor de veranderkundige, p. 1-231, Deventer 2006 (tweede geheel herziene druk). Nancy Ammerman e.a. Studying Congregations. A new handbook, Nashville 1998. Jan Hendriks, Goede wijn. Waarderende gemeenteopbouw Utrecht 2013. Eventuele artikelen t.z.t. op Blackboard. Aanbevolen literatuur: Nancy Ammerman, Congregations in transition. A quide for analyzing, assesing, and adapting in changing communities. Nashville 2002. Albert J. Remmelzwaal, Actief en afhankelijk. Een praktijktheorie voor leiderschap in kerkelijke gemeenten. Delft 2003 (niet meer in de boekhandel). Ronald W. Richardson, Werken aan een gezonde gemeente. Bijdragen aan het ‘gezin’ dat gemeente heet, Gorinchem 2002. Sake Stoppels, Voor de verandering. Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie Zoetermeer 2009. Gary Nelson, Borderland churches. A congregation´s introduction to missional living, St louis Missouri 2008. Matthijs Vlaardingerbroek, Grensverleggend. Hoe de kerk opnieuw missionair kan zijn., Heerenveen 2012. Stuart Murray, The naked anabaptist. The bare essentials of a radical faith. Scotdale 2010. Johannes Zimmermann, Gemeinde zwischen Sozialität und Individualiät. Herausforderungen für den Gemeindeaufbau im gesellschaftlichen Wandel. Neukirchen 2006. Aanbevolen voorkennis Baptistische theologie: Ecclesiologie en Gemeenteethiek (G_BSTHEG). Overige informatie 100% aanwezigheid tijdens colleges is verplicht, indien de student de stof niet heeft voorbereid, dan wel de opgegeven opdrachten niet heeft gemaakt geldt de student als afwezig.

Gemeenteopbouw en praktijkoriëntatie (HHS) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 38 van 104

Vakcode

G_GEMOPBOUW (100063)

Periode

Periode 1

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: heeft inzicht in diverse stromingen en concepten voor de gemeenteopbouw; heeft grondige kennis van de theologische inzichten en overwegingen met het oog op het functioneren van de gemeente; heeft voldoende kennis van de voornaamste agogische inzichten en modellen voor de gemeenteopbouw; heeft op grond van deze kennis en inzichten de attitude en de vaardigheden om in een concrete situatie een proces van gemeenteopbouw op verantwoorde wijze te kunnen begeleiden. Inhoud vak Verschillende stromingen en concepten voor gemeenteopbouw worden behandeld en geanalyseerd op de theologische inzichten en overwegingen die er aan ten grondslag liggen. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan de praktisch- theologische begeleiding van processen van gemeenteopbouw. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege. Toetsvorm Schriftelijk tentamen + stageverslag. Literatuur J. Hendriks, Een vitale en aantrekkelijke gemeente. Model en methode van gemeente-opbouw, Kampen 1996; M. te Velde, Gemeenteopbouw 1 & 2, Barneveld 1992-1993. Aanbevolen voorkennis Er wordt tijdens de stage (G_HHSSTAGSUP) door de student een verslag gemaakt, waarin een analyse wordt gegeven van: de concrete situatie in de gemeente, het proces van gemeenteopbouw en de theologische inzichten die daarbij van doorslaggevend belang zijn. Overige informatie Er wordt tijdens de stage (G_HHSSTAGSUP) door de student een verslag gemaakt, waarin een analyse wordt gegeven van: de concrete situatie in de gemeente, het proces van gemeenteopbouw en de theologische inzichten die daarbij van doorslaggevend belang zijn.

Gemeenteopbouw en spiritualiteit Vakcode

G_HHSGOESP ()


6-10-2015 - Pagina 39 van 104

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek, dr. W. van Vlastuin

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • kan belangrijke modellen op het vlak van de praktische ecclesiologie beschrijven en daarbij belangrijke begrippen en concepten uit het vak hanteren. • kan deze modellen zelfstandig op hun theologische en sociologische merites beoordelen. Dit blijkt uit het paper waarin onder andere, met gebruikmaking van de literatuur, een kritische reflectie geboden moet worden op basis van een analyse van de context, identiteit en cultuur, structuur en middelen en de leiding van een kerkelijke gemeente. De eisen waaraan het paper moet voldoen en de bijbehorende beoordelingsmatrix zijn opgenomen in de studiehandleiding; • is in staat om deze analyse te maken aan de hand van een door de docent verstrekt model. Hierbij inbegrepen is het werken met een aantal onderzoekvaardigheden – ontleend aan de methode van Richard R. Osmer – zoals interviews, participant observation, artifact analysis, spatial analysis, demographic analysis. Dit blijkt uit een presentatie voor de groep, waarbij de belangrijkste resultaten aan de orde komen; • kan de uitkomsten van deze praktisch-ecclesiologische analyse duidelijke en ondubbelzinnig overbrengen op de andere studenten, wat blijkt uit een vijf-minuten-presentatie tijdens het laatste college; • kan op grond van zijn kennis van de theorie van de gemeenteopbouw en de gemaakte analyse persoonlijke leerdoelen formuleren met het oog op de gemeentestage in het tweede semester. Inhoud vak Gedurende een aantal colleges worden de belangrijkste theoretische en theologisch concepten behandeld die in de literatuur behorende bij deze module ter sprake komen. Deze colleges zijn bedoeld om de student in staat te stellen zelfstandig een paper te schrijven op basis van de literatuur. Daarnaast maakt de student een analyse van de context, identiteit en cultuur, structuur en middelen en de leiding van een kerkelijke gemeente aan de hand van het model van de docent. Op grond van deze analyse houdt de student een presentatie voor de groep. De studenten en de docent geven op grond van de presentatie hun feedback. Op grond van de collegestof, de bestudeerde literatuur voor het paper en de resultaten van de gemaakte analyse en de bespreking daarvan formuleert de studenten persoonlijke leerdoelen op het vlak van de praktische ecclesiologie met het oog op de gemeentestage in het tweede semester. Onderwijsvorm


6-10-2015 - Pagina 40 van 104

Hoorcollege en werkcollege. De stof voor elk college wordt bestudeerd aan de had van het format van de docent (zie cursusdocumenten). De presentaties die gehouden worden gedurende de colleges 4 tot en met 6 worden uiterlijk 2 dagen voor het betreffende college ingeleverd bij de docent. De student dient minimaal 80% van de colleges aanwezig te zijn. Toetsvorm De student schrijft een paper waarin op basis van de literatuur een kritische reflectie wordt geboden op de gemaakte analyse. De beoordelingsmatrix voor dit paper staat is opgenomen in de studiehandleiding. Voor het eindcijfer van de module weegt het paper voor 60%, de uitgewerkte analyse voor 30% en de gehouden presentatie daarvan voor 10%. Literatuur Rein Brouwer e.a., Leven lichaam. Dynamiek van christelijke geloofsgemeenschappen in Nederland, Kampen 2007. Daarnaast een titel naar keuze, in overleg met de docent.

General Research Skills Vakcode

G_GENRESSK (111021)

Periode

Periode 3

Credits

3.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. E. van Staalduine-Sulman

Examinator


Docent(en)

prof. dr. M.C. de Boer, prof. dr. H.C. Stoffels, prof. dr. M.G.K. van Veen, dr. A.L. Vroom, dr. V.A. van Bijlert, dr. E. van Staalduine-Sulman, prof. dr. A.A. den Hollander, dr. L. Minnema, dr. H. Amirav, dr. E.V. Tolstoj

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak The student: Has acquired knowledge of different modes of argumentation in various theological disciplines; Has acquired sufficient skills in constructing a valid argument in the discipline of his or her specialization; Is familiar with, and understands, the subject and its principle sources and authorities in the field of his or her expertise; Exhibits critical discrimination and a sense of proportion in evaluating evidence and the opinions of others; Is able to produce a thesis proposal in preparation of or in connection with his or her master's thesis. Inhoud vak Introduction to writing a master thesis. Formal and methodological criteria, modes of argumentation, how to structure a paper (abstract, keywords, state of the question, etc. ). Knowing how to create appropriate references and bibliographies. Knowing how to use the internet and digital sources as resources for theological research. Knowing how to conduct a literature search in available databases on the topic of the student's specialization, and how to write a thesis proposal. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 41 van 104

Onderwijsvorm Lectures on methodology, training assignments, introduction to thesis requirements for the various master specializations, presentations of thesis proposals. In addition to the weekly course, students will be monitored by staff from their own master specialization. Toetsvorm Thesis proposal, in accordance with the formal and methodological criteria offered in this course. Literatuur Literature will be passed on via Blackboard, and depends to a large extent on the topic of the student's specialization. Overige informatie For students of the subprogram Bible Translation, of the master of Theology, this course contains a component 'Computer- Assisted Translation' by prof. dr. L. J. de Vries, in which the student is introduced to the Paratext as an aid in translating the Bible. Instruction will be in Dutch if all the students enrolled can read and understand Dutch. See Blackboard for the most recent information about this year¿s restructured program.

Geschiedenis van het gereformeerd Piëtisme Vakcode

G_HHSGGP ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. W.J. op t Hof

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • heeft globale kennis van en inzicht in de geschiedenis van de Vaderlandse Kerk vanaf 1795 tot heden, waarbij het historisch perspectief van de reden van de scheiding per 1 mei 2004 een kerndoel is; • heeft de vaardigheid om geschreven bronnen betreffende het Nederlands gereformeerd Piëtisme uit de periode van de Republiek te kunnen lezen en interpreteren; • heeft de vaardigheid om de genoemde kennis en lees- en interpretatiepotentie om te zetten in een wetenschappelijke ordening van gegevens uit gedrukte en geschreven bronnen uit de tijd van de Republiek alsmede in een zelfstandige oordeelvorming daarover; • heeft de vaardigheid om de bereikte Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 42 van 104

resultaten op een verantwoorde wijze aan een breder publiek via verslagen bekend te maken; • heeft de motivatie om zelfstandig op wetenschappelijk verantwoorde wijze onderzoek te verrichten en de resultaten daarvan te publiceren. Inhoud vak In de colleges wordt achtereenvolgens aandacht geschonken aan: het wezen en de bronnen van het gereformeerd Piëtisme; het wezen en de bronnen van de Nadere Reformatie; de geschiedenis van het Nederlands gereformeerd Piëtisme; de geschiedenis van de Nadere Reformatie; het internationaal karakter van het gereformeerd Piëtisme; de uitwerking van het internationaal gereformeerd Piëtisme. In zes colleges worden het lezen en interpreteren van geschreven bronnen betreffende het Nederlands gereformeerd Piëtisme bijgebracht. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Aan de hand van fotokopieën wordt het lezen en interpreteren van de desbetreffende geschreven bronnen aangeleerd. Vervolgens worden de opgedane kennis en vaardigheden in praktijk gebracht door het uitvoeren van een opdracht tot archiefonderzoek. Toetsvorm Mondeling tentamen en onderzoeksopdracht. Beide gelden voor 50%. Literatuur A.J. Rasker, De Nederlandse Hervormde Kerk vanaf 1795, Kampen 2004, 19385; W.J. op 't Hof e.a., Belijdenis en verbond, Zoetermeer 2003, 21-128

Groepsgesprekken over de duiding van kwetsbaar leven Vakcode

G_RSGRKL ()

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. C.W. Anbeek

Examinator

dr. C.W. Anbeek

Docent(en)

dr. C.W. Anbeek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De eindtermen waaraan de student moet voldoen zitten op het gebied van de eindtermen 1, 2 verdiepte kennis en inzicht in de klassieke theologie en de hedendaagse moderne samenleving. En de eindtermen 3 en 4 die vaardigheden en attitude omvatten zijn als volgt: De student: • kan beschrijven wat algemeen menselijke ‘oervragen’ (ultimate concerns) zijn en de relatie leggen met de kwetsbaarheid van (mensleijk) leven; • kan levensbeschouwelijke duidingen van algemeen menselijke ‘oervragen’ benoemen, analyseren en met elkaar vergelijken. • kan de eigen levensbeschouwelijke duiding van menselijke ‘oervragen’ benoemen en hierbij verbindingen leggen met traditionele levensbeschouwelijke bronnen, op zodanige wijze dat hij conclusies kan Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 43 van 104

trekken over hoe traditionele inzichten vertaald kunnen worden in de hedendaagse context. • kan binnen verschillende maatschappelijke en culturele contexten de levensbeschouwelijke duiding van menselijke ‘oervragen’ identificeren en benoemen en voor anderen verhelderen. • kan met het oog op concrete debatten over maatschappelijke en culturele vraagstukken, zoals bijvoorbeeld levenseindevraagstukken, de achterliggende levensbeschouwelijke duiding van menselijke ‘oervragen’ identificeren en benoemen en voor anderen verhelderen. • past de systematiek van het benoemen van sociaal-maatschappelijke ethische verantwoordelijkheden ook op de eigen levensbeschouwing toe en geeft een mondelinge/ schriftelijke eigen duiding van de menselijke ‘oervragen’ en geeft daarbij aan op welke aspecten hij zich nog verder academisch of professioneel op wil ontwikkelen . • kan de levensbeschouwelijke duiding van menselijke ‘oervragen’ verbinden met hedendaagse maatschappelijke vraagstukken, zoals levenseindebeslissingen, op zodanige wijze dat hij zich als levensbeschouwelijk professional kan mengen in het maatschappelijk debat over deze vraagstukken. Inhoud vak In deze module staat het leren herkennen, analyseren en vergelijken van levensbeschouwelijke (seculier en religieus) duidingen van menselijke oervragen (ultimate concerns) centraal. Levensbeschouwingen, maar ook politieke filosofieën en ideologieën, kun je zien als ‘zoektochten naar antwoorden’ op belangrijke vragen van het menselijk bestaan. Deze ‘oervragen’ die schuilgaan achter het menselijk bestaan zijn bijvoorbeeld: Hoe kunnen we kennen? Wat is mens zijn? Hoe verhoudt de individu zich tot de gemeenschap? Wat is verantwoordelijkheid? Wat is vrijheid? Wat is van onopgeefbaar belang? Naar welke toekomst streven wij? Breekpunten in het bestaan, waarbij kwetsbaarheid, eindigheid, nietmaakbaarheid, machteloosheid en onrecht zich manifesteren, intensiveren dikwijls de zoektocht naar antwoorden op de oervragen van het bestaan. Aan de hand van een aantal teksten verdiepen studenten zich in inhouden en vormgevingen van verschillende levensbeschouwingen met betrekking tot deze oervragen. Vervolgens staat de eigen levensbeschouwelijke zoektocht centraal: welke levensbeschouwelijke antwoorden benoemt de student als (toekomstig) theoloog voor zichzelf als het gaat om de oervragen van het menselijk bestaan? Welke bronnen uit levensbeschouwelijke tradities kunnen worden geïdentificeerd als van belang voor de eigen levensbeschouwelijke duiding? Ten slotte staat de vraag centraal welke sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden voortvloeien uit de eigen levensbeschouwelijke duiding van ‘oervragen’. Deze laatste vraag wordt geëxpliciteerd aan een concreet maartschappelijk vraagstuk, zoals bijvoorbeeld levenseindeproblematiek. Onderwijsvorm Dit vak wordt in beginsel gedoceerd volgens het Oxford tutorial model. Dit houdt in dat de student veel zelfstandig doet en gericht commentaar op zijn werk krijgt van de docent. De student bestudeert de opgegeven literatuur zelfstandig en schrijft een aantal papers. De papers worden geschreven aan de hand van een aantal door de docent geformuleerde richtvragen, waarin de leerdoelen verwerkt zijn. In plaats van colleges worden tutorialbijeenkomsten gehouden waarin met de docent wordt Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 44 van 104

gediscussieerd over de geschreven papers. Als meer dan tien studenten het vak daadwerkelijk gaan volgen, worden de tutorialbijeenkomsten aangevuld met werkcolleges. De nadruk op zelfstandig werk en schrijfvaardigheid blijft gehandhaafd. Toetsvorm De cursus wordt afgerond door het schrijven van een zogenaamd tutorial paper, op basis waarvan een eindgesprek plaatsvindt. Literatuur Anbeek, C. & Jong, de A. (2013). De berg van de ziel. Een persoonlijk essay. Utrecht: Ten Have. Berkvens-Stevelinck, C., (2012). Erfenis Europa – toekomst van een stervende zwaan. Vught: Skandalon. Botton, de Alain. (2011). Religie voor atheïsten. Een heidense gebruikersgids. Amsterdam: Atlas. Brink, van den G., Kooi, van der C. (2012). Christelijke Dogmatiek. Een inleiding. Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum (gedeeltelijk). Butler, J.,. (2003). Precarious life : The powers of mourning and violence. London; New York: Verso. Haab, B. (1999) Pelgrimage: weg en beweging. Innerlijke transformatie van hedendaagse voetpelgrims naar Santiago en structurele veranderingen van de weg, J. Pieper, P. Post, R. van Uden (eds) Pelgrimage in beweging. Een christelijk ritueel in nieuwe contexten. UTP Katern 22, Gooi en Sticht: Hilversum, 1999, p. 13-37. Rütter, S. (2006) ‘Von deinen Sinnen hinaus gesandt, geh bis an deiner Sehnsucht Rand’ Zur Philosophischen Tiefe der Ärztlichen Seelsorge, Sinn und Person. Beitrage zur Logotherapie und Existenzanalysevon Viktor E. Frankl, Belz Verlag: WeinheimBasel, p. 53-64. Aanbevolen voorkennis Vrijzinnige en remonstrantse kerkgeschiedenis (G_RSKG). Overige informatie Ten behoeve van het goed kunnen volgen en afronden van deze cursus, is het noodzakelijk dat de student aanwezig is bij alle tutorial bijeenkomsten. De tijdens de bijeenkomsten behandelde stof maakt deel uit van de tentaminering.

Hermeneutiek van de bijbelse literatuur Vakcode

G_DSHERMN ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. C.R.B. Karrer-Grube

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • kan de elementen analyseren die een rol spelen bij het voorbegrip Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 45 van 104

dat lezers van een Bijbelse tekst meebrengen; • is bereid en in staat zijn eigen voorbegrip te verwoorden; • kan in eigen woorden benoemen wat de gangbare wijze van Bijbeluitleg is in de eigen geloofstraditie; • is bereid en in staat om te verwoorden hoe hij zich ertoe verhoudt; • kent de hermeneutische implicaties van methodes van Bijbeluitleg;. • kan argumenten voor de keuze van een methode benoemen; • kan de hermeneutische problemen toelichten die zich voordoen; rondom het vraagstuk van de verhouding van Oude en Nieuwe Testament; • is in staat te verwoorden hoe hij zich verhoudt tot dit probleem. Bij de hierboven genoemde doelen maakt de student korte papers. De student: • maakt een ontwerp voor een Bijbelstudie of preek in de (gemeente)praktijk; • herkent Bijbels-theologisch relevante thema's in een gekozen Bijbeltekst en kan deze plaatsen binnen een breder theologisch kader; • geeft blijk van hermeneutische competentie door bovengenoemde hermeneutische vraagstukken toe te passen op de gekozen Bijbeltekst; • geeft structuur aan de opzet van Bijbelstudie of preek door een keuze uit zijn inzichten en ideeën te maken en benoemt theologische en hermeneutische argumenten die leiden tot zijn keuze en interpretatie; • herkent in de feedback die hij op zijn ontwerp ontvangt, de elementen die hij tot verbetering van zijn werken met Bijbelse teksten kan inzetten. Inhoud vak De student leert de relevantie van hermeneutische visies voor de uitleg van Bijbelse teksten inschatten: de hermeneutische implicaties van verschillende methodes van Bijbeluitleg, de verhouding Oude en Nieuwe Testament als probleem van de Bijbelse hermeneutiek, reflectie op de traditie van schriftuitleg in de geloofsgemeenschap. Bij de genoemde onderwerpen worden geselecteerde Bijbelse teksten besproken. De stappen op de weg van analyse van de tekst naar werken met de tekst in de (gemeente)praktijk worden geoefend. Hermeneutische en theologische reflectie staan daarin centraal. Deze module houdt verband met de stage die de student loopt. Het functioneren van een Bijbelse tekst in de praktijk van de geloofsgemeenschap wordt aan een voorbeeld bestudeerd: voorbereiding van een activiteit rondom een Bijbelse tekst, feedback door leiding en deelnemers, uitvoering activiteit (zo mogelijk) , hermeneutische reflectie. Onderwijsvorm Werkcollege. Deze worden voorbereid door literatuurstudie en korte tussentijdse papers. Tijdens werkcolleges wordt door studenten actief geoefend met de toepassing van verworven kennis op het gebied van hermeneutiek en Bijbelse theologie. Toetsvorm Werkstuk: In overleg met de docent wordt een Bijbeltekst gekozen en een gemeenteactiviteit rondom deze tekst voorbereid. Het werkstuk houdt in: inhoudelijke analyse van de tekst, Bijbels-theologische reflectie, hermeneutische reflectie op eigen begrijpen en op de situatie van mogelijke deelnemers, insteek en opzet van de activiteit.


6-10-2015 - Pagina 46 van 104

Literatuur De literatuur wordt twee weken van tevoren via Blackboard bekend gemaakt. Aanbevolen voorkennis Ervaring met de exegetische analyse van Bijbelse teksten. Basale kennis van hermeneutische theorieën. Overige informatie Aanwezigheid bij de colleges is verplicht. Studenten die geen stage lopen kunnen een activiteit voor een andere soort praktijk kiezen.

Hermeneutiek, gemeenschapsvorming en de ethiek van de interpretatie Vakcode

G_MAHERMN ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. A.W. Zwiep

Examinator

prof. dr. M. Moyaert

Docent(en)

dr. A.W. Zwiep, prof. dr. M. Moyaert

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

400

Doel vak The student: • develops knowledge, understanding and competences in the field of hermeneutics of sacred writings with a view to the scholarly and professional community. • can demonstrate (in writing and/or in oral communication) his knowledge and understanding of the various definitions of hermeneutics in current scholarship as a basis for developing an adequate hermeneutic theory and praxis (= Dublin Descriptor 1: Knowledge and understanding);

• is competent to apply various hermeneutic theories to a case study pertinent to his master specialization (=Dublin Descriptor 2: Applying knowledge and understanding);

• can integrate hermeneutic theory, where possible and relevant, into a larger (multi-disciplinary) frame of reference, especially with a view to the professional community and praxis (i.e. society, academy and church) and report about this (=Dublin Descriptor 3: Making judgements); Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 47 van 104

• can communicate the conclusions of your research in a position paper written for a specialist (peer) audience (=Dublin Descriptor 4: Communication);

• can show that you are aware of the complexities of ‘understanding’ (or not-understanding) [hermeneutic gap, text, author, reader, interpretive community, context, effective history (Wirkungsgeschichte), etc.] • can deal with them professionally in a largely self-directed (autonomous) learning process (hermeneutical habitus) (=Dublin Descriptor 5: Learning skills). Inhoud vak Advanced Hermeneutics of Sacred Writings. I: Theoretical Reflections (Zwiep): (1) Defining the Issues and Exploring the Field: The Ethics of Interpretation after Gadamer, Ricoeur and Derrida; Hermeneutics as methodology of the human sciences (Geisteswissenschaften); Current conceptions and misunderstandings; Current Trends in Hermeneutics; (2) Introduction to Scriptural Reasoning (MM); (3) The Discovery of Historical Consciousness (Dilthey and Gadamer); (4) The Discovery of the Reader (Iser, Jauss, Fish, Eco); (5) The Discovery of the Text as World (structuralism, scriptural reading practices and literary studies; Ricoeur; narratology, theology and narrative identity, autobibliocriticism); (6) The Discovery of the World as Text (Barthes, Foucault, Derrida and Deconstruction and Holy Writ); a religious interpretation (Caputo). Part II: Practical Applications (Moyaert): (7) The Discovery of the Global World (Intercultural Hermeneutics); (8) The Discovery of the Other (Postcolonial and Liberationist Hermeneutics); (9) The Discovery of Difference (Feminist and Womanist Hermeneutics); (10) Guest lectures on Jewish, Islamic and/or Buddhist hermeneutics; (12) Post-Shoa Hermeneutics. Onderwijsvorm Lectures, reading assignments, peer review, reflection paper, Scriptural Reasoning project, research paper. Toetsvorm Reflection paper on Scriptural Reasoning Project (40%); research paper, topic depending on the student’s specialization (60%). Literatuur Selected chapters from Arie W. Zwiep, Tussen tekst en lezer: Een historische inleiding in de bijbelse hermeneutiek, deel 2: Van moderniteit naar postmoderniteit (Amsterdam: VU University Press, 2013, second edition 2014) (for Dutch students, if not studied before) and/or equivalent literature in English (t.b.a.). Various scholarly articles Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 48 van 104

(accessible via ATLA Religion Database and/or Blackboard). Aanbevolen voorkennis A basic training in biblical and philosophical hermeneutics at a BAlevel (G_HERM or an equivalent course approved by the exam committee). Recommended literature in case of deficiency, Arie W. Zwiep, Tussen tekst en lezer 1: vroege kerk-Schleiermacher (Amsterdam: VU University Press, 2009, 32013), Anthony C. Thiselton, Hermeneutics. An Introduction (Grand Rapids: Eerdmans, 2009), or W.G. Jeanrond, Theological Hermeneutics (London: SCM, 1994). Training in Biblical languages (Hebrew, Greek) is not required; a good command of English is. Overige informatie A basic training in biblical and philosophical hermeneutics at a BAlevel (G_HERM or an equivalent course approved by the exam committee). Recommended literature in case of deficiency, Arie W. Zwiep, Tussen tekst en lezer 1: vroege kerk-Schleiermacher (Amsterdam: VU University Press, 2009, third edition 2013), Anthony C. Thiselton, Hermeneutics. An Introduction (Grand Rapids: Eerdmans, 2009), or W.G. Jeanrond, Theological Hermeneutics (London: SCM, 1994). Training in Biblical languages (Hebrew, Greek) is not required; a good command of English is.

Hervormd Kerkrecht (HHS) Vakcode

G_HERVKRECHT (100077)

Periode

Periode 6

Credits

2.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

ds. J.L. Schreuders

Examinator

ds. J.L. Schreuders

Docent(en)


Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: • heeft kennis van en inzicht in de uitgangspunten en de concrete uitwerkingen van het kerkrecht zoals dat in de Nederlandse Hervormde Kerk (ihv) vigerend is en gaat worden; • heeft de vaardigheid om de genoemde kennis annex inzicht toe te passen in de praktijk van het kerkelijk leven. Inhoud vak In de colleges wordt achtereenvolgens aandacht geschonken aan: de Nederlandse Hervormde Kerk (ihv); de zin van haar kerkorde; de opbouw van haar kerkorde; de leden van de Kerk; de gemeenten van de Kerk; de meerdere vergaderingen van de Kerk. Onderwijsvorm Hoorcollege.


6-10-2015 - Pagina 49 van 104

Toetsvorm Mondeling tentamen. Literatuur P. van den Heuvel, De hervormde kerkorde. Een praktische toelichting, Zoetermeer 1991, 23-66, 76-126, 135-203, 217-321, 328-356, 407-410.

Homiletiek (HHS) Vakcode

G_HHSHOM (100062)

Periode

Periode 1+2

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. R. van Kooten

Examinator

dr. R. van Kooten

Docent(en)

dr. R. van Kooten

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student kan na het doorlopen van deze module: • christologisch preken over teksten uit het OT; • met vrijmoedigheid preken op het niveau van een beginnend predikant; • een preek van zichzelf en van een ander formeel, exegetisch, dogmatisch en homiletisch op weten¬schap¬pelijke wijze evalueren; • is de student in staat om zelfstandig een exegetisch, theologisch en homiletisch verantwoorde preek te maken. Inhoud vak In periode 1 wordt het boek behandeld van Sidney Greidanus, Preaching Christ from the Old Testament, Grand Rapids, 1999, ISBN 0-8028-4449-9. In periode 2 wordt het boek behandeld van Roger Wagner, Tongues aflame, Learning to preach from the apostles, Ross-shire, 2004, ISBN 1-85792965-9. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege (verplicht). De studenten bestuderen voor ieder college in periode 1 een aantal hoofdstukken van Sidney Greidanus, Preaching Christ from the Old Testament. In periode 2 een aantal hoofdstukken van Roger Wagner, Tongues aflame. Het werk wordt drie dagen voor het college elektronisch ingeleverd. In beide periode bestuderen de studenten thuis de preek die wordt besproken en letten hierbij zowel op het formele aspect, de exegese, de dogmatische noties en de homiletische opbouw. Eén student heeft de hoofdkritiek, twee andere studenten noemen twee goede en twee zwakke punten. Toetsvorm Beoordeling deelname en ingeleverde werk. Zo nodig schriftelijk tentamen over op te geven literatuur.

Homiletiek 3


6-10-2015 - Pagina 50 van 104

Vakcode

G_HHSHom3 ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak De student: • heeft verdiept inzicht in de hermeneutische en homiletische opgave van het christologisch preken van oudtestamentische teksten. Dit blijkt uit de beantwoording van de studievragen bij het boek van Bryan Chapell, Christ-centered preaching. Redeeming the expository sermon (2005), die ter college besproken worden; • heeft zich verder bekwaamt in rhetorische vaardigheden die aan de orde komen aan de hand van de analyse van gehouden preken met behulp van het door de docent verstrekte analyse-instrument. Het analyse-instrument is terug te vinden onder de cursusdocumenten op blackboard. Het betreft gehouden preken van zowel de student zelf als van de overige deelnemers aan de module; • heeft geoefend met preekanalyse, aan de hand van een door de docent verstrekt model, waarbij afzonderlijke aandacht wordt gegeven aan de formele, exegetische, dogmatische en homiletische aspecten van de preek; • kan met gebruikmaking van de theorie van de homiletiek zelfstandig een exegetische, theologisch en homiletisch verantwoorde preek te maken. Dit blijkt uit een gehouden preek die door elke student ter bespreking wordt ingebracht. Inhoud vak Deze module staat met name in het teken van de hermeneutische en homiletische opgave die de christologische prediking vanuit oudtestamentische teksten met zich meebrengt. Aan de hand van voorbereidende opdrachten worden deelaspecten van dit thema belicht. Van elke deelnemer wordt ter college een preek besproken. Eén student levert daarbij de hoofdkritiek en geeft aandacht aan het formele, aan de exegetische, de dogmatische en de homiletische aspecten. De andere studenten noemen twee goede en twee zwakke punten. Verder worden in een aantal colleges enkele belangrijke homiletische thema’s behandeld, zoals de liturgische context, trinitarische prediking, catechismusprediking, het preken van de heilsfeiten en prediking en sacrament. Onderwijsvorm Werkcollege. De student dient tenminste 80% van de colleges bijgewoond te hebben. Toetsvorm


6-10-2015 - Pagina 51 van 104

De student schrijft een kritische reflectie over zijn eigen ingeleverde en besproken preek, waarbij grondig gebruik wordt gemaakt van de literatuur. De instructie voor het paper inclusief de beoordelingsmatrix staat onder de cursusdocumenten van deze module. Literatuur Bryan Chapell, Christ-centered preaching. Redeeming the expository sermon, Grand Rapids 2005. Daarnaast een titel naar keuze, in overleg met de docent.

Homiletiek I: geschiedenis en theorie van de homiletiek Vakcode

G_HHSHOM1 ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak De student: • kan een globaal overzicht van de geschiedenis van de prediking geven en is in staat de in het studieboek beschreven periode kort te karakteriseren. Dit blijkt uit een te schrijven review over een aantal capita uit het studieboek. Daarnaast kan de student de principia van de principiële, materiële en formele homiletiek beschrijven en toont de student in die beschrijving aan inzicht te hebben in deze principia; • is met deze kennis in staat om met het oog op de prediking de focus en de function van de preektekst te ontdekken en om in het verlengde daarvan zelfstandig het preekvoorbereidingsproces vorm te geven, zoals dat in de volgende module behandeld wordt (Homiletiek II); • is met deze kennis is ook in staat om kritisch te reflecteren op zijn eigen positie en om het werk van anderen op zijn homiletische merites te beoordelen, wat blijkt uit een door de student verzorgde analyse van een (door de student zelf uitgekozen) preek uit verleden of heden aan de hand van een door de docent verstrekt model en uit een te schrijven recensie over een homiletische vakpublicatie; • weet deze beoordeling, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die daaraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op de andere studenten; • is in staat om op grond van zijn kennis van de geschiedenis en de theorie van de homiletiek zich nader te verdiepen in specifieke homiletische theorieën, deze te analyseren, te evalueren en de output hiervan te integreren in zijn eigen visie op de homiletische theorie met het oog op de eigen homiletische bekwaamheid. Hiermee wordt een begin gemaakt in de vorm van een forumdiscussie op blackboard, gedurende laatste twee weken van de periode. Deze vaardigheden worden nader ontwikkeld en getoetst in de modules II en III. Inhoud vak


6-10-2015 - Pagina 52 van 104

Met het oog op de geschiedenis van de homiletiek schrijft elke student een review over een aantal hoofdstukken uit het boek van O.C. Edwards jr., A history of preaching. De studenten krijgen de beschikking over elkaars reviews. Uit het boek van S. Geidanus, The modern preacher and the ancient text, worden de hoofdstukken behandeld die de homiletische voorwaarden van de prediking raken (hoofdstuk 1 en 4 t/m 7). Uit het boek van W. Kremer, Priesterlijke Prediking, worden de hoofdstukken 1 t/m 4 en 6 behandeld; daarin komt met name het inhoudelijke aspect van de prediking ter sprake. Om kritisch te leren reflecteren op eigen positie kiest iedere student een preek uit heden of verleden die overeenkomt met hoe hij zelf zou willen preken. Deze preek wordt geanalyseerd aan de hand van de analysemethode van de docent. Tijdens de collegedagen 4 t/m 6 worden deze besproken. Tenslotte kiest de student in overleg met de docent een boek waarvan hij een uitvoerige recensie schrijft, waarin hij het gelezen werk uitvoerig evalueert en zijn waardering beargumenteert. Hierbij wordt ook aandacht gegeven aan de vraag hoe de betreffende auteur zich verhoudt tot de positie van Greidanus en de positie van Kremer. Door deze opzet van de module maakt de student kennis met een breed scala aan literatuur en verwerft de theoretische kennis die nodig is om zelfstandig het preekvoorbereidingsproces vorm te geven en om (in de volgende modules) een exegetisch, theologisch en homiletisch verantwoorde preek te maken. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege (verplicht). De studenten bestuderen van tevoren de stof aan de hand van het format van de docent (te downloaden onder cursusdocumenten) en beantwoorden de vragen. De beantwoording van de vragen wordt twee dagen voor het college per mail ingeleverd bij de docent. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over: Sidney Greidanus, The Modern Preacher and the Ancient Text, Grand Rapids, 1988, repr.2003, capita selecta; W. Kremer, Priesterlijke Prediking, Amsterdam 1976, O.C. Edwards jr., A history of preaching, Nashville 2004, capita selecta. Het tentamen telt voor de helft van het cijfer. De voorbereiding van college door het maken van leesverslagen, het review en de recensie tellen gezamenlijk voor de andere helft van het eindcijfer. Literatuur Sidney Greidanus, The Modern Preacher and the Ancient Text, Grand Rapids 1988 (repr.2003). W. Kremer, Priesterlijke Prediking, Amsterdam 1976. O.C. Edwards jr., A history of preaching, Nashville 2004.

Homiletiek II: het preekvoorbereidingsproces Vakcode

G_HHSHOM2 ()

Periode

Periode 5


6-10-2015 - Pagina 53 van 104

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak De student: • kan proces van tekstkeuze tot preek beschrijven en toont daarin theoretische kennis van en praktisch inzicht in dit proces; • past aan de hand van de opgegeven tekst de bij de module Homiletiek I verworven en bij deze module verdiepte kennis zelf toe in het (gezamenlijk geëxerceerde) preekvoorbereidingsproces; • is in staat om het exegetische, hermeneutische, dogmatische en homiletische aspect van een preekvoorstel te analyseren en op grond van deze analyse tot een zelfstandig en beargumenteerd oordeel over het preekvoorstel te komen, blijkend uit de feedback op elkaars werk gedurende de werkcolleges; • kan deze evaluatie, met inbegrip van de overwegingen, argumenten en motieven die daaraan ten grondslag liggen, duidelijk overbrengen op de andere studenten. Hierbij geldt het model van Thomas G. Long (The Witness of Preaching) als uitgangspunt, met name de hoofdstukken 3 tot en met 8; • is in staat kritisch te reflecteren op zijn eigen preekvoorbereidingsproces en preekvoorstel. Dit blijkt uit de progressie in de elkaar opvolgende, voorbereidende opdrachten voor elk college, waarop de student van de docent feedback krijgt; • is in staat – ter verbetering en verdieping – zelfstandig zich nader te verdiepen in homiletische vakliteratuur; dit blijkt uit het definitieve preekvoorstel (en de bijbehorende onderbouwing in termen van de homiletische theorie) waarmee de module wordt afgesloten. Inhoud vak In de colleges wordt het proces van tekstkeuze tot het maken van een preek door middel van een gefaseerd stappenplan behandeld en in praktijk gebracht. Dit stappenplan, waarbinnen allerlei individuele keuzemomenten geïntegreerd zijn, wordt door de docent geïntroduceerd tegen de achtergrond van een aantal verschillende, gangbare concepten (Th.G. Long, D. Buttrick, P.S. Wilson e.a.). Daarbij komen ook deelaspecten als het kiezen van illustraties, actualiseringen, het gebruik van citaten, stijl, woordkeus en voordracht aan de orde. Aan de hand van een opgegeven preektekst werkt de student gedurende de periode gefaseerd aan zijn preekvoorstel. Het voorbereidende werk wordt door de docent van feedback voorzien en in de werkgroep besproken. De student analyseert het exegetisch, hermeneutisch, dogmatisch en homiletisch aspect van zijn eigen werk en dat van anderen. Bij het geven van feedback is het model van Th. G. Long uitgangspunt. De module wordt afgesloten met het schrijven van een definitief preekvoorstel, waaruit blijkt dat de theoretische en praktische inzichten die in de werkcolleges in de vorm van feedback verkregen zijn, verwerkt zijn. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 54 van 104

Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege (verplicht; er mag ten hoogste één college verzuimd worden). De studenten bereiden in drie fasen aan de hand van een op te geven tekst de preek voor. Het werk wordt drie dagen voor het college per mail ingeleverd. Toetsvorm Het ingeleverde werk gedurende de collegeperiode wordt beoordeeld voor een kwart van het eindcijfer, het definitieve preekvoorstel voor de helft en de literatuuropdracht eveneens voor een kwart. De literatuuropdracht, die dient ter verdieping, wordt voorafgaand aan de collegeperiode via Blackboard opgegeven.

Kerkelijke scriptie (HHS) Vakcode

G_KERKSCR (100073)

Periode

Periode 6

Credits

4.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Niveau

600

Doel vak De student: is in staat zelfstandig onderzoek te doen en de onderzoeksresultaten zowel schriftelijk als mondeling gestructureerd te presenteren. Inhoud vak De student schrijft een scriptie over een onderwerp naar keuze dat gerelateerd is aan één van de door het seminarie verzorgde vakken. Onderwijsvorm In overleg met de docent aan wiens vakgebied het onderwerp gerelateerd is. Toetsvorm Mondeling eindevaluatie. Literatuur In overleg met de docent aan wiens vakgebied het onderwerp gerelateerd is.

Klassiekers in de Theologie en de Religiestudies 2 Vakcode

G_CLAS2 ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit



6-10-2015 - Pagina 55 van 104

Coördinator

M. Klaver

Examinator

M. Klaver

Docent(en)

M. Klaver, G.F. Bos MSc

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500

Doel vak The student is able to: • reproduce the main insights of the author as presented in this classic work; • do literature research into the historical context and place in the history of ideas of this classic; • give a scholarly analysis and discussion of the form and rhetorical flow of the text; • describe and present the main argumentative steps in a specific part of this classic, and evaluate their coherence with other aspects of the work; • discern anomalies and ambiguities in the text and bring them to bear on the argumentative power of it; • apply insights from this classic to other texts from the same author; • reflect on ways of approaching this text from the perspective of one’s own specific methodology within theology and/or religious studies; • analyze contemporary religious phenomena from the perspective of reading this classic work so as to stimulate discussion in a community of readers; • confront ideas proposed by the author of the classic with one’s own views; • collect research results from a subgroup, organize the material in a logical fashion, pick out the key issues and present those to the reading community and a broader audience; • reflect critically on and develop their skills in reading classics in a scholarly and independent way. Inhoud vak In this course, research master students and divinity students read an absolute top classic from the field of theology and/or religious studies. Staff members are cordially invited to join in order to create a community of readers. The course will include two types of sessions. During plenary sessions (the second session of the week), the whole group will practice close reading of a rather small but representative piece of text. This meeting is particularly open to staff members. During this meeting, flow of argumentation, ambiguities and evaluation will take center stage, introduced by a few short presentations from students or staff members. During the first session of the week, a larger part of the work is discussed, with a primary emphasis on the historical context and specific methodological approaches to the text. In most of these sessions, small groups will carry out their own research on a specific part or theme the books under discussion during that week. Each subgroup will present the results of their work during the first session. At the end of the course, students will present the results of the course during a public event to which all faculty staff and students will be invited. Toetsvorm Oral presentations and feedback on them will be part of this course, and will be 50% of the mark of the course. Every student has to make sure to Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 56 van 104

present her work at least once during this period. The other 50% will consist of a paper. • The length of the paper should be between 2000 and 3000 words. • Thematic question within one or two books, where you describe the argument. • Pose and answer one historical question and discuss either the rhetorical flow or the consistency of the argument. Criteria for evaluating the paper: clear and well-defined (i.e. not too wide-ranging) research questions, transparently composed answers to these questions in a well documented manner (i.e. with detailed references to Foucault’s passages, and interacting with relevant literature), clear conclusions, adequate bibliographical annotations. Criteria for evaluating presentations in class: • Keeps to the time; • Clear question, steps to answer it, clear conclusion; • Engaging people; • Using audiovisual tools efficiently (when applicable). Literatuur We read the book and articles together. Foucault’s book is available in English and in Dutch and the use of multiple translations in class encourages us to discuss the differences and to keep us aware of the things that get lost in translation. Therefore, students and staff are encouraged to use their own translation of the work. Foucault, Michel. Discipline, toezicht en straf: de geboorte van de gevangenis. Groningen: Historische Uitgeverij, 1989. Foucault, Michel. Discipline and punish: The birth of the prison. Random House LLC, 1977. Foucault, Michel. "Technologies of the self: A seminar with Michel Foucault". Technologies of the Self edited by Luther H. Martin, Huck Gutman and Patrick H. Hutton, pp. 16-49. Univ. of Massachusetts Press, 1988. (http://foucault.info/documents/foucault.technologiesofself.en.html) Foucault, Michel. "About the Beginning of the Hermeneutics of the Self: Two Lectures at Dartmouth". Michel Foucault. Political Theory, Vol. 21, No. 2 (May, 1993), pp. 198-227. Introductions to the work of Foucault will be announced on Blackboard.

Klassiekers in de Theologie en de Religiestudies I Vakcode

G_CLAS1 ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. P.B.A. Smit

Examinator

dr. P.B.A. Smit

Docent(en)

dr. P.B.A. Smit, prof. dr. M. Moyaert

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500


6-10-2015 - Pagina 57 van 104

Doel vak The student is able to: • reproduce the main insights of the author as presented in this classic work; • do literature research into the historical context and place in the history of ideas of this classic; • give a scholarly analysis and discussion of the form and rhetorical flow of the text; • describe and present the main argumentative steps in a specific part of this classic, and evaluate their coherence with other aspects of the work; • discern anomalies and ambiguities in the text and bring them to bear on the argumentative power of it; • apply insights from this classic to other texts from the same author; • reflect on ways of approaching this text from the perspective of one’s own specific methodology within theology and/or religious studies; • analyze contemporary religious phenomena from the perspective of reading this classic work so as to stimulate discussion in a community of readers; • confront ideas proposed by the author of the classic with one’s own views; • collect research results from a subgroup, organize the material in a logical fashion, pick out the key issues and present those to the reading community and a broader audience; • reflect critically on and develop their skills in reading classics in a scholarly and independent way. Inhoud vak In this course, research master students and divinity students read an absolute top classic from the field of theology and/or religious studies. Staff members are cordially invited to join in order to create a community of readers. 1. The texts that will be read this year are central documents from the World Council of Churches on the one hand and ecclesial documents from the Second Vatican Council on the other hand. 2. Students will engage in a close-reading and a comparative reading of these documents. 3. This course is understood as a form of ecumenical learning, not only because it focuses on reading and comparing texts from the WCC and Vatican II, but also because it will be taught (and followed) by teachers from various denominations (Protestant and Catholic) 4. Students who follow this course are invited to participate in the ecumenical workshops that will be organized towards the end of the course in a collaboration between the VU Amsterdam and the KU Leuven. Here students, under the guidance of teachers, will engage in a process of ecumenical reasoning. 5. At the end of this study day, students will present the results of the course during a public event to which all faculty staff and students will be invited. Onderwijsvorm Seminar, including group sessions, presentations, plenary close reading, exchange with a peer group of the Catholic University of Louvain. Toetsvorm


6-10-2015 - Pagina 58 van 104

Oral presentations and feedback on them will be part of this course, and will be 50% of the mark of the course. The other 50% will consist of a paper in which the student discusses a small text by the same author and demonstrates how the methodology in her own specialization of choice affects a reading of this text. Literatuur Required reading: The following documents produced by the Second Vatican Council: Lumen Gentium. Nostra Aetate. The following documents produced by the World Council of Churches: The Church: Towards a Common Vision. Baptism, Eucharist, Ministry. Secondary Literature: Ecumenism & Interreligious Dialogue, Edward Idris Cardinal Cassidy, 2005. The Church in the Making, Richard Gaillerdetz, 2006. Optional Reading History of Vatican II, Guiseppe Alberigo & Joseph A Komonchak eds., Orbis Books, Maryknoll Vol. 1: Announcing and Preparing Vatican II, 1996. Vol. 2: The Formation of the Council’s Identity, First Period and Intersession, October 1962-September 1963, 1997. Vol. 3: The Mature Council, Second Period and Intersession, September 1963-September 1964, 2000. Vol. 4: Church as Communion, Third Period and Intersession, September 1964-September 1965, 2002. Vol. 5: The Council and the Transition, Fourth Period and the end of the Council, September 1965-December 1965, 2006. Commentary on the Documents of Vatican II, Vols. I to V, Herbert Vorgrimler ed., 1967 ET, Burns & Oates, Tunbridge Wells/Herder & Herder, New York. 1. Baptism, Eucharist & Ministry, 1982-1990: Report on the Process and Responses Faith and Order Paper 149 (Geneva: WCC Publications, 1990). 2. Briggs, John/Mercy Amba Oduyoye/Georges Tsetsis (eds.), A History of the Ecumenical Movement. Volume 3, 1968-2000 (Geneva: WCC, 2004). 3. Fey, Harold E. (ed.), A History of the Ecumenical Movement. Volume 2, 1948-1968 (London: SPCK, 1970). 4. Gassmann, Günther (ed.), Documentary History of Faith and Order, 1963-1993 (Geneva: WCC, 1993). 5. Meyer, Harding/Lukas Vischer (eds.), Growth in Agreement: Reports and Agreed Statements of Ecumenical Conversations on a World Level Faith and Order Paper 108 (Geneva: World Council of Churches, 1984). 6. Rouse, Ruth/S.C. Neill (eds.), A History of the Ecumenical Movement. Volume 1: 1517-1948 (London: SPCK, 1954). 7. Vischer, Lukas, A Documentary History of the Faith and Order Movement 1927-1963 (St. Louis: Bethany Press, 1963).

Leiderschap 1: Psychologische en gemeenschapsaspecten Vakcode

G_LEAD1 ()

Periode

Periode 1


6-10-2015 - Pagina 59 van 104

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. J.W. van Saane

Examinator

dr. J.W. van Saane

Docent(en)

dr. J.W. van Saane, dr. S. Stoppels

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student: • has knowledge of the models about leadership from contemporary psychology; • has knowledge of the models about community building from psychology and practical theology; • analyses empirically acquired data on the basis of scientific models, culminating in a categorization of the data and in a mutual comparison of the data; • is able to judge the case, and to formulate concrete interventions for leader and community; • is able to reflect on his or her own leadership profile and to process in this profile his or her development items for further professional and academic growth. Inhoud vak The central issue of this module is the interrelation between psychological mechanisms and leadership on the one hand and community aspects and leadership at the other hand. The focus is on the coherence between the person of the leader or pastor, group aspects and religious factors. The research disciplines in this module are psychology of religion and practical theology. With the use of contemporary models about leadership and community building from psychology and practical theology critical reflections on case materials will be constructed. Toetsvorm Assignments 1 + 3 must be graded sufficient. Assignments 2 + 4: each 50% weight. Literatuur Bryman, A. (2008). Social Research Methods. Oxford: Oxford University Press. Kirkpatrick, L.A. (2005). Attachment, Evolution, and the Psychology of Religion. New York/London: The Guilford Press. Ch. 1-3, 4, 5. Saane, Joke van (2012). Geloofwaardig leiderschap. Zoetermeer: Boekencentrum. Spilka, B., Hood, R.W. jr., Hunsberger, B. & Gorsuch, R. (2003). The Psychology of Religion. An Empirical Approach. New York/London: The Guilford Press. Ch. 4. Saraglou, V. & Munoz-Garcia, A. (2009). Individual differences in Religion and Spirituality. An issue of personality traits and/or values. In: Journal for the Scientific Study of Religion, 47(1): 83- 101 http://www.ucl.be/cps/ucl/doc/psyreli/documents/2008.JSSR.pdf . Stoppels, Sake (2009). Voor de verandering. Werken aan vernieuwing van gemeente en parochie. Zoetermeer: Boekencentrum. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 60 van 104

Hofstede, Geert, Gert Jan Hofstede (2005). Cultures and organizations. Software of the mind. New York . [in Dutch: Allemaal andersdenkenden. Omgaan met cultuurverschillen, Amsterdam 2005 of latere druk]. Herrington, Jim, Mike Bonem, James H. Furr (2000). Leading Congregational Change. A Practical Guide for the Transformational Journey. San Francisco. Doornenbal, Robert (2012). Crossroads. An Exploration of the EmergingMissional Conversation with a Special Focus on ‘Missional Leadership’ and Its Challenges for Theological Education. Delft. See http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/handle/1871/35543/dissertation.pdf? sequence=1 . John Kotter (1996), Leading Change, Boston: Harvard Business School Press. Yukl, G. (2010). Leadership in Organizations. New York: Pearson. Books written by (religious) leaders about their ‘transformational journey’. The titles below are just examples. Feel free to choose your own ‘ego-document’: Hamilton, Adam, leading Beyond the Walls. Developing Congregations with a Heart for the Unchurched, Nashville 2002. Garner, Stephen Chapin with Jerry Thornell, Scattering Seeds. Cultivating Church Vitality, Herndon 2011. Hybels, Bill, Courageous Leadership, Grand Rapids 2002. Stibbe, Mark, Andrew Williams, Breakout. One Church’s Amazing Story of Growth Through Mission-Shaped Communities, Milton Keynes 2008. Covey, Stephan R. (1989). The Seven Habits of Highly Effective People. New York: Free Press. Greenleaf, R.K. (1977). Servant Leadership. A journey into the nature of legitimate power and greatness. Mahwah: Paulist Press. Overige informatie • Literature should be read before classes as indicated; • Assignments should be fulfilled before classes as indicated; • 80% presence is required.

Leiderschap 2: Waardengedreven leiderschap Vakcode

G_LEAD2 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. E.C.T. de Jongh

Examinator

dr. E.C.T. de Jongh

Docent(en)

dr. E.C.T. de Jongh

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student: Knowledge and understanding • demonstrates insight in communal identity as ‘moral space’ (defining specifics of human intentionalities) in a paper assignment on organisational identity. • can describe the gap between economic and instrumental Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 61 van 104

rationality on the one hand and substantial rationality on the other by referring to organisational practices (praxis). Applying knowledge and understanding • conducts a hermeneutical reading of horizons of intentionality (analyse and weigh value systems). • formulates a ‘road map’ for improvement of responsible management as conclusion of the paper assignment on organisational identity. Making judgments • is able to identify values involved in social situations, and weighing these values as part of the decision to act. • is able to discern which spiritual practices are appropriate in the ‘road map’ for improving responsible management. Communication: • is able to significantly analyse the value system (‘moral space’) of societal and business organisation, including core values and core practices and make the analysis to bear on organisational practices. Learning skills: • can reflect on his/her assumptions and competence with respect to improving responsible management. • recognizes the possibilities of his/her current organizational position for improving responsible management. • is able to find a learning community relevant to his own tradition for expanding his/her hermeneutic horizon. Onderwijsvorm Reading assignments will be critically discussed, explicated and commented upon. Students prepare themselves in small groups for a presentation and a debate of some capita selecta. Toetsvorm Each week an assignment will be given for the following course meeting (clinic) which allows students to work methodically towards the final paper assignment. A paper will be written on the topic of ‘leadership, transformation of values and moral space within an organisational setting’. Students are expected to write a ‘roadmap’ for transformation, based on field analysis (app. 5.000 words). Literatuur Obligatory: [for English speaking students an alternative list will be provided for] Awee Prins, Uit verveling (Kampen: Klement, 20072). Paul van Tongeren, Leven is een kunst. Over morele ervaring, deugdethiek en levenskunst (Mechelen: Klement/Pelckmans, 2012). James Hunter, The Servant (New York: Crown Business, 2012). Erik de Jongh, Responding to the Situation. A Study of Spirituality in Organisations (Leidschendam: Quist Publishing, 2011). Diss. VU. J.S. Reinders, De gekantelde organisatie. Over bijzondere zorginstellingen en hun kwetsbare identiteit. Oratie VU, 31 maart 2006. Reader of articles and excerpts of books. Overige informatie • Literature should be read before classes as indicated; • Assignments should be fulfilled before classes as indicated; • 80% presence is required.

Luther en Erasmus inzake de genadeleer


6-10-2015 - Pagina 62 van 104

Vakcode

G_DOGMLUTHER (100057)

Periode

Periode 6

Credits

3.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. W. van Vlastuin

Examinator

dr. W. van Vlastuin

Docent(en)

dr. W. van Vlastuin

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: • is in staat om analytisch over theologische vragen na te denken en zelfstandig een onderzoeksvoorstel te formuleren waarbij hij in staat is om aan te geven welke vaardigheden verder ontwikkeld dienen te worden om in een academische of professionele context te functioneren; • verkrijgt kennis van en inzicht in de reformatorische mensleer en genadeleer op zodanige wijze dat hij in staat is om origineel onderzoek te verrichten en een bijdrage aan het wetenschappelijk discours te leveren; • is in staat om een zelfstandig oordeel te formuleren ten aanzien van deze problematiek in kerk of samenleving; • is in staat om kennis, inzicht, conclusies en argumenten duidelijk en ondubbelzinnig te communiceren in een wetenschappelijke context of daarbuiten. Inhoud vak In de bespreking van het Luthers geschrift ‘De knechtelijke wil’ wordt ingegaan op de historische achtergrond van dit geschrift. Er blijken in dit geschrift verschillende lijnen uit Luthers theologie samen te komen. Deze theologische beslissingen krijgen ruimschoots aandacht. Onderwijsvorm 3 x 2 uur werkcollege. De studenten bereiden zich op het college voor door per college een gedeelte te lezen en daarover de bijbehorende vragen te beantwoorden. Toetsvorm Schriftelijk tentamen waarin niet alleen kennis wordt gevraagd, maar ook het analytisch denkvermogen wordt getoetst. Literatuur M. Luther, De servo Arbitrio [320] (diverse uitgaven en vertalingen). De originele tekst van De Servo Arbitrio is te vinden in de editie van A. Freitag in de zogenaamde Weimarer Ausgabe, XVIII, 597-787. Er bestaan verschillende vertalingen in het Duits, Frans en Engels. Er is een oudere Nederlandse vertaling die heel slecht is. Handzaam en puntig vertolkt is de vertaling van J.I. Packer en O.R. Johnston onder de titel The Bondage of the Will, Grand Rapids 1957. Daarnaast is er E. Gordon Rupp and Philip S. Watson (ed.), Luther and Erasmus: Free Will and Salvation, Philadelphia: The Westminster Press, 1969, onderdeel van de 'The Library of Christian Classics: Ichtus Edition'. Er zijn hiervan ook latere uitgaven dan van 1969, uitgegeven door SCM Press in Engeland, ISBN 0664241581. Hierin is ook Erasmus’ Diatribe opgenomen. Heel goed is ook Martin Luther, Lateinisch-Deutsche Studienausgabe, Leipzig 2006 band 1, 219-661. Er is ook een Nederlandse vertaling: Kiezen is dienen, Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 63 van 104

Kampen: Kok, 2010. Overige informatie Aangezien kennis, inzicht en vaardigheden in dit werkcollege worden geoefend, is aanwezigheid in het college vereist.

Masterscriptie Vakcode

G_SCRMAGGDS (118903)

Periode


Credits

18.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. J.H. Roeland

Examinator

dr. J.H. Roeland

Doel vak De student: • kan zelfstandig theologisch onderzoek verrichten; • kan onderzoek schriftelijk en mondeling presenteren en verdedigen. Inhoud vak In deze module verdiept de student zich in een deelgebied van de theologie en verricht ten behoeve daarvan zelfstandig onderzoek. De resultaten van dit onderzoek wordt neergelegd in de vorm van een scriptie. Onderwijsvorm Literatuurstudie en/of veldwerk. Toetsvorm Scriptie. Literatuur Afhankelijk van de keuze van scriptie-onderwerp. Overige informatie Sectieleiders fungeren als coördinatoren bij dit onderdeel. De scriptiebegeleider is afhankelijke van het gekozen onderwerp.

Media 1: Religion in a media age Vakcode

G_MED1 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. J.H. Roeland

Examinator

dr. J.H. Roeland

Docent(en)

dr. J.H. Roeland, dr. M. Klaver

Lesmethode(n)

Werkcollege


6-10-2015 - Pagina 64 van 104

Niveau

400

Doel vak The student: • develops an understanding of the mediated nature of late-modern (religious) life; • describes historical and recent changes in media and media culture and the consequences of such changes on religion; • describes and critically evaluates the current state of the art in social-scientific research on the relationship between religion and media, including the main theoretical approaches and debates; • defines and distinguishes the main concepts being used in these theoretical debates; • can apply theory on manifestations of religion in media and media in religion; • critically evaluates theory on the basis of research and personal knowledge and experience, in order to develop well-defined problem definitions; • initiates research independently, resulting in a research proposal including a problem definition, research question, theoretical and conceptual framework, and methodology; • communicates clearly and precisely in order to reach both academics and a broad interested public. Inhoud vak In our contemporary media age, religion and media (understood in the broadest sense as material forms of communication and mediation practices) can no longer be perceived to be two distinctive domains. In a globalised world, religion holds sway over the public debate in which both old and new media have a strong impact on everyday constructions of religion. Moreover, religious institutions, organizations, groups and individuals use (new) media to communicate their messages, to bind believers in (online and offline) communities, to create (virtual) environments where believers develop and express religious identities, and to relate to political, social and cultural life. This course starts with a critical examination of concepts such as ‘media age’ (Castells), ‘digital age’ (Castells), ‘information society’ (Webster) and ‘network society’ (Van Dijk) – concepts frequently used to characterise late-modern society as being defined by media technologies and cultures. Such a claim is critically discussed by adding a historical perspective in order to compare contemporary with earlier media technologies and cultures and their impact on everyday life. Next, the consequences of media technologies and cultures on religion will be discussed, both by turning to ‘old’ technologies (printing press, radio, television) and new technologies (Internet, social media). Six aspects of religion are discussed in particular: text, authority, community, ritual, identity, and representation. The recurrent question in this course is: what happens to the everyday practice of religion when confronted and/or constituted by new media technologies and cultures? Three theoretical approaches are distinguished to discuss this question: technological determinism (associated with McLuhan), the mediatization of meaning approach (Steward Hoover, Birgit Meyer), and the social shaping of technology approach (Heidi Campbell). Theory is discussed on the basis of personal knowledge and experience, knowledge attained in Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 65 van 104

bachelor education, and empirical (primarily sociological and anthropological) case studies on mediated religious practices. Onderwijsvorm A combination of small-scale interactive lectures and seminar-style meetings. The lectures will provide a solid theoretical basis; in seminar-style meetings students will interpret complex social, cultural and religious phenomena on the basis of theoretical knowledge, and discuss theoretical insights on the basis of empirical case-studies. Students are expected to participate actively, by selecting and presenting empirical studies (scientific articles, books, or papers), evaluating their scientific quality, and relating them to the theoretical debates under study. In discussing these studies, students differentiate between the several distinctive elements of the scientific construction of theoretical knowledge (in particular problem definition, research question and methodology). Toetsvorm A final paper (100%) on a relevant subject, which includes problem definition, research question, theoretical and conceptual framework, and a rudimentary methodology, written in an accessible language. Literatuur Heidi Campbell (ed.), 2012. Digital Religion: Understanding Religious Practice in New Media Worlds. London, New York: Routledge. Selected articles and book chapters.

Media 2: Religion and popular culture Vakcode

G_MED2 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. J.H. Roeland

Examinator

dr. J.H. Roeland

Docent(en)

prof. dr. C. van der Kooi, dr. J.H. Roeland

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student: • develops an understanding of the popularization of contemporary religion and the religious nature of contemporary popular culture; • describes and critically evaluates the current state of the art in social-scientific research on the relationship between religion and popular culture, including the main theoretical approaches and debates; • defines and distinguishes the main concepts being used in these theoretical debates; • can apply theory on manifestations of religion in popular culture and popular culture in religion; • differentiates between empirical (sociological, anthropological) and concerned (ethical, theological) approaches of religion and popular culture, and is able to formulate concerned problem definitions; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 66 van 104

• can connect one’s personal (ir)religious perspectives, principles and sources to popular cultural texts and practices, and develop and discuss arguments for an ethical or theological concerned position in a multireligious context; • initiates research independently, resulting in an empirically-based, concerned research proposal including a problem definition, research question, theoretical and conceptual framework, and methodology; • communicates clearly and precisely in order to reach both academics and a broad interested public. Inhoud vak Popular culture is frequently perceived to be artificial, superficial and secular. However, research suggests that popular culture may function as a repertoire from which people draw in their search for (religious) meaning and a cultural site where religious practices are played out and deep religious feelings can be experienced. Movies, games, dance events, pop music, music festivals, media events, virtual worlds and other forms of popular culture seem to be not only entertaining, but may also be important in people’s search for (religious) meaning. At the same time, traditional and post-traditional religions increasingly embrace popular culture, a process often described as the popularization of religion. Relipop, for instance, is a popular phenomenon, both among evangelical and Muslim youngsters. Another example is evangelical worship, a blending of ‘secular’ poprock music and Christian worship texts. Religious people use popular media and new media technologies (including social network sites as Facebook and Twitter) to establish new religious communities. There is a growth in religious meetings that follow the format of a festival or event. Finally, a commercial ‘relimarket’ has been developed in recent years, offering an enormously amount of religious consumer products: books, clothes, music, movies, lifestyle gadgets, etc. The distinction between religion and popular culture thus becomes increasingly problematic. This process evokes a number of questions, which will be addressed in this course, namely: which religious dimensions can be distinguished in popular culture? And conversely: to what extend do religious practices, identities, communication styles and communities transform under the influence of popular culture? These mainly sociological questions tap into a wider theoretical debate on religious changes in late-modern society. In this debate, which will be discussed extensively during this course, three approaches can be distinguished: the secularization approach, the (re-)socialization approach, and the commodification approach. These approaches are discussed in class on the basis of personal knowledge and experience, knowledge attained in bachelor education, and empirical (primarily sociological) case studies. In addition to a sociological approach to the topic of this course, a concerned approach,defined by a critical stance towards popular culture on the basis of ethical or theological normativity, is discussed as well. While in sociological research ethical and theological normativity is supposed to be bracketed, a concerned approach involves an ethical and/or theological evaluation. Hence, the student is offered a set of tools to define, analyse and evaluate the ‘truthfulness, meaningfulness, goodness, justice, and beauty of popular cultural texts and practices’ (Lynch 2005, ix).


6-10-2015 - Pagina 67 van 104

Onderwijsvorm A combination of small-scale interactive lectures and seminar-style meetings. The lectures will provide a solid theoretical basis and a methodology for doing concerned ethical-theological research. In seminar-style meetings students are involved in two different exercises. In the first place, students will interpret complex social, cultural and religious phenomena on the basis of theoretical knowledge, and discuss theoretical insights on the basis of empirical case-studies. Students are expected to participate actively, by selecting and presenting empirical studies (scientific articles, books, or papers), evaluating their scientific quality, and relating them to the theoretical debates under study. In discussing these studies, students differentiate between the several distinctive elements of the scientific construction of theoretical knowledge (in particular problem definition, research question and methodology). In the second place, students analyze and evaluate popular cultural texts and practices from an ethical and/or theological perspective. Students participate actively by reflecting on their (ir)religious perspectives, principles and sources, developing arguments for an ethical or theological concerned position, and contributing to scholarly and public concerns about popular culture. Toetsvorm A final paper (100%) on a relevant subject, which includes a concerned problem definition, research question, theoretical and conceptual framework, and a rudimentary methodology, written in an accessible language. Literatuur Gordon Lynch, 2005. Understanding Theology and Popular Culture. Malden (MA), etc.: Blackwell. A selections of articles and book chapters.

Pastoraat Vakcode

G_HHSPAST ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Pastoraat (HHS) Vakcode

G_HHSPASTOR (100070)

Periode


Credits

6.0


6-10-2015 - Pagina 68 van 104

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Docent(en)

dr. P.C. Hoek

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: • kan de belangrijkste stromingen binnen de pastoraaltheologie beschrijven en de kenmerkende theologische aspecten ervan benoemen. Verder heeft de student inzicht in de belangrijkste thema’s in termen van de life cycle en in de cruciale thema’s uit de pastoraaltheologie, zoals grondhouding, luistervaardigheden, de plaats van Woord en gebed en dergelijke. Dit blijkt uit de literatuurtoets bij deze module; • oefent in het voeren van pastorale gesprekken en in het weergeven van pastorale gesprekken in de vorm van een verbatim. Dit blijk uit het schrijven van een verslag van tien gevoerde pastorale gesprekken en het schrijven van een verbatim van één die gesprekken; • oefent met verbatimanalyse in een setting van intervisie; • krijgt inzicht in zijn persoonlijke functioneren in pastorale relaties en het effect daarvan de communicatie in de pastorale relaties, wat blijkt uit de wijze waarop de student de feedback van de medestudenten en de docent hanteert gedurende de sessies waarin de verbatims besproken worden. Inhoud vak De module wordt verdeeld in tweemaal zes colleges. De eerste reeks colleges zijn hoorcolleges. Een aantal fundamentele concepten uit de pastoraaltheologie worden behandeld aan de hand van casus. De student bereid het college voor aan de hand van een verplichte voorbereidende opdracht aan de hand van de casus. Het tweede zestal colleges staat in het teken van de verbatimbesprekingen. Een verbatimbespreking vindt plaats in twee aaneengesloten collegeuren. In een setting van intervisie reflecteert de student aan de hand van het verbatim op de pastorale communicatie en de rol van zijn eigen persoon, theologie en spiritualiteit daarin. De verbatimsessies dienen ook om de student meer vaardig te maken in het analyseren van pastorale communicatie en het geven van feedback. Bij de module wordt naast de literatuurtoets een paper geschreven over één van de onderwerpen die gedurende de eerste zes colleges aan de orde zijn geweest. Bij de beoordeling van het paper hoort een nabespreking, waaruit blijkt dat de student voldoende in staat is tot reflectie op het eigen pastorale en communicatieve functioneren. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege. De student bereidt de hoorcolleges voor aan de hand van verplichte opdrachten. Daarnaast voert hij tenminste 10 pastorale gesprekken en maakt van één gesprek een verbatim volgens de instructie van de docent. Voor de verbatimbespreking zorgt de student dat alle deelnemers over een exemplaar van het verbatim beschikken. Voor het college geldt een aanwezigheidsplicht.


6-10-2015 - Pagina 69 van 104

Toetsvorm Literatuurtoets. Daarnaast schrijft de student een paper, waarover een eindgesprek plaatsvindt. De beoordelingsmatrix voor het paper staat onder de cursusdocumenten. Beide onderdelen, de toets en het paper, tellen voor de helft van het eindcijfer. Literatuur H.C. van der Meulen (red.), Liefdevol oog en open oor. Handboek pastoraat in de christelijke gemeente, Zoetermeer 2010.

Praktische theologie Vakcode

G_DSPRTH ()

Periode

Periode 6

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. C.W. Anbeek

Examinator

dr. C.W. Anbeek

Docent(en)

dr. C.W. Anbeek

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Overige informatie In 2014-2015 valt dit vak samen met Groepsgesprekken over de duiding van kwetsbaar leven (G_RSGRKL).

Reinventing Ministry Vakcode

G_BSREIM ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Faculteit


Coördinator

prof. dr. E.A.J.G. van der Borght

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Research Skills Vakcode

G_RESSK ()

Periode

Periode 3

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator


Examinator



6-10-2015 - Pagina 70 van 104

Docent(en)

prof. dr. H.C. Stoffels, prof. dr. M.G.K. van Veen, dr. A.L. Vroom, dr. V.A. van Bijlert, prof. dr. A.A. den Hollander, dr. L. Minnema, dr. H. Amirav, dr. E.V. Tolstoj, dr. E. van Staalduine-Sulman

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • is able to describe his/her own favourite methods of learning and investigating; • is able to apply methods to find literature for his/her own investigation; • is able to review articles/book chapters with regard to methods and argumentation; • is able to create a coherent, well defined and methodologically right research proposal; • is able to name the constitutive elements of the Netherlands Code of Conduct for Scientific Practice and apply them in his own research proposal; • is able to describe the influence of the researcher as a subject on his research and evaluate his/her influence on his/her own thesis research; • is able to describe and recognize the difference between rhetorical and scientific argumentation; • is able to apply the ten rules for establishing a dispute (Van Eemeren & Grootendorst); • is able to evaluate texts with regard to their argumentation, that is, recognize fallacies in texts and write a short review countering the fallacies. Inhoud vak The plenary lectures provide an introduction to the topics of the subject of the researcher and his/her influence on the research, the ethics of science and argumentation. These lectures lead to the exam. Five series of tutorials provide an introduction to methodology, each in their own specialty: history of religion – texts of/on religion – religious practices – religious reasoning – comparison of religions. Each student must participate in at least one series of tutorials. Within this series the student delivers a research proposal. Onderwijsvorm Plenary lectures on research ethics and argumentation. Voluntary lecture on library, databases and web searching. Tutorials on methodology. Visit of one promotion week meeting. Toetsvorm Formative Preliminary research proposal handed in on 15 December 2014. Summative Logbook with the following assignments (40%): (1) reflection on Kolb test: what is my favourite way of learning and researching? (English: http://www.brianmac.co.uk/learnstyle.htm) (5%) (1a) outcome of a library and web search on your topic (5%) (1b) reflection on a promotion week meeting (10%): for research


6-10-2015 - Pagina 71 van 104

students: reflection on one promotion, its preliminary proposal and its methodological chapter; for other students: report of one "promotion week" meeting with regard to argumentation and/or methodology (1c) and reviews on the argumentation of four self chosen articles on the research subject (20%) (2) Definitive research proposal (60%), also including a small status quaestionis based on literature for the research subject itself, and a paragraph on methodology, using the literature of the tutorials and at least two chapters from Routledge. Literatuur M. Stausberg & S. Engler (eds), The Routledge Handbook of Research Methods in the Study of Religion (Oxon: Routledge, 2011) (e-book UBVU). Frans H. van Eemeren, R. Grootendorst, Argumentation, Communication and Fallacies: A Pragma-Dialectical Perspective (Hillsdale NJ 1992). De Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening (VSNU 2012) http://www.vsnu.nl/files/documenten/Domeinen/Onderzoek/Code_wetenschapsb eoefening_2004_(2012).pdf) = The Netherlands Code of Conduct for Scientific Practice (http://www.vsnu.nl/files/documenten/Domeinen/Onderzoek/The_Netherlands_ Code_of_Conduct_for_Scientific_Practice_2012.pdf) . Literature for the workshops becomes available via Blackboard. Overige informatie This course can only be closed if the research proposal is approved. Part time students are supposed to study full time during this course. Students for General Research Skills (3EC) follow one entire workshop series. They hand in the definitive proposal (100%).

Restorative Justice and Models of Reconciliation Vakcode

G_DSRESJUS ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Faculteit


Coördinator

prof. dr. F. Enns

Examinator

prof. dr. F. Enns

Docent(en)

prof. dr. F. Enns

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Seminarie stage Baptistisch Seminarie Vakcode

G_SEMINTBS ()

Credits

12.0

Faculteit


Coördinator


Examinator


Niveau

500

Doel vak


6-10-2015 - Pagina 72 van 104

De student: • weet zich de voor het uitvoeren van zijn stage voldoende kennis eigen te maken om te kunnen functioneren binnen en een bijdrage te leveren aan de kerkelijke gemeente; • is zich bewust van eigen motieven, kwaliteiten, spiritualiteit en (basis)houding en weet deze te ontwikkelen via het uitvoeren van opdrachten in het pastorale werk, voorgaan in diensten, leiden van vergaderingen en groepsbijeenkomsten. Na afloop van elke activiteit vult de student een logboek in om te reflecteren op de eigen bijdrage en de opgedane ervaring en vraagt feedback op zijn bijdrage van directbetrokkenen; • is zich bewust van de effecten van zijn handelen, spreken en verantwoordelijkheden in de stagepraktijk en vraagt hierop feedback. • is in staat zelfstandig een planning te maken en zich in te voegen in bestaande gemeentelijke activiteiten, waarbinnen hij kan werken aan zijn leerdoelen; • toont aan om te kunnen gaan met diversiteit binnen een gemeente door in contacten en communicatie relaties aan te gaan met zeer van elkaar verschillende mensen en groepen; • kan benoemen welke keuzes hij maakt en welke positie hij inneemt in discussies of bij beslispunten en weet deze te onderbouwen en hierover te communiceren; • demonstreert zijn communicatieve vaardigheden in geschrift en in persoonlijke contacten en vraagt hierop feedback; • toont aan in vergaderingen en gesprekken complexe vragen te kunnen analyseren en bespreken en mee te kunnen denken in het zoeken naar adequate oplossingen; • benoemt en beschrijft welke afwegingen hij maakt in gesprekken over geloof en leven en in de geloofscommunicatie binnen groepen en bijeenkomsten. Aan het einde van de stageperiode is de student in staat zelfstandig en methodisch werkzaam te zijn binnen het pastorale werk en in het voorgaan in (kerk)diensten op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar en kan richting geven aan gemeente-opbouwprocessen. Inhoud vak De student oefent in de praktijk in de pastorale begeleiding, het voorgaan in (kerk)diensten en het meewerken aan gemeenteopbouw. Onderwijsvorm Voorafgaand aan de stageperiode schrijft de student een stage-leerplan en formuleert daarin specifieke leerdoelen die zich richten op het persoonlijk functioneren, het functioneren als professional en de context van de organisatie/ gemeente waarbinnen de student stage loopt. Op basis van dit leerplan worden concrete afspraken gemaakt met de stagebegeleider ter plekke. De student houdt een logboek bij van zijn stage-ervaringen. De student schrijft reflecties op zijn stage-ervaringen. Regelmatig worden er intervisie-bijeenkomsten gehouden met andere stagiaires om opgedane ervaringen te bespreken en daarop te reflecteren. Van elke student wordt minimaal 1 verbatim (woordelijk gespreksverslag van een ontmoeting binnen het pastorale werk) besproken, 1 observatieverslag van een vergadering, 1 preek en een opzet voor een educatieve bijeenkomst als ook reflectie op de door de student geleide bijeenkomst. Onderdeel van de stage is het volgen van een presentatietraining van 8 dagdelen. Er vindt een tussen- en een eindevaluatie plaats met de stagedocent. Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 73 van 104

De eindevaluatie vindt plaats op basis van het eindverslag van de stage. Toetsvorm Bij de tussen- en eindevaluatie wordt een beoordelingsformulier besproken met student en stagebegeleider. De toetsing vindt plaats op basis van de observaties van de stagebegeleider en de stagedocent en de verslaglegging van de stage (logboek, reflectieverslagen, eindverslag) Literatuur Op aangeven van de docent. Aanbevolen voorkennis Basisvakken pastoraat, homiletiek en exegese dienen te zijn gevolgd. Overige informatie In overleg met de student wordt naar een geschikte stageplaats gezocht.

Specialisatiemodule Bijbelstudies 1: Apocalypticisme and Revelatie Vakcode

G_SMBW141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte

Examinator

prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte

Docent(en)

dr. E. van Staalduine-Sulman, prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak After this course, the student has the following skills: • introduction (Dublin descriptor a,b,e): about the student is acquainted with the genre of apocalyptic literature and its theological influence in later Christianity and is able to analyse this genre and its influence; • exegesis (Dd b,c): read and interpret apocalyptic sections of biblical and non-canonical sources of the same period in a way that shows a scholarly understanding of the relevant texts; • interests (Dd b,c,d): analyze the symbolic language and the literary structures of apocalyptic literature, and grasp the theological interests of the source(s) studied; • justice (Dd c,d): situate the sources studied in this course in their religious and social contexts, and give a scholarly evaluation of the idea of ‘revelation’; • learning (Dd e): find and use/apply adequate literature to finish his paper properly. Nota bene: all these skills and competences are shown by the participants in this course in their presentations in class as well as their final paper. Inhoud vak


6-10-2015 - Pagina 74 van 104

This course offers an introduction to apocalyptic literature of Israel, early Judaism, and early Christianity, studies the impact of apocalypticism on the rise of Christianity, and focuses on the apocalyptic context of the idea of ‘revelation’. The student will be introduced to early Judaism, and become acquainted with a number of its sources. In separate groups Old and New Testament students will read each time a part of these sources that is of special interest for either Old or New Testament. Onderwijsvorm Lectures on the introductions to the ancient sources, including secondary literature on them, followed by the reading of a number of primary sources. (This will partly have to be done from translations, since many sources have been transmitted in quite exotic languages). Toetsvorm Formative 1. Write an introductory essay on the formation of the genre of apocalyptic literature in which you situate this literature in its historical context. 2. Presentations on the various sources within class sessions. 3. Study one source text in particular, to be selected from the list of texts that will be available on Blackboard when this course starts. Summative 4. All students keep track of the classes by writing a summary of every session. Thus a portfolio is built, which should be added to the general introduction (see above, 1). 5. To this portfolio the student adds a paper in which (s)he discusses the chosen source text, its main theological motifs, and evaluates the theological position taken in the source text of her/his choice. Literatuur Bibliographical data and several articles will be put on Blackboard. Obligatory literature: John J. Collins, The Apocalyptic Imagination. An Introduction to Jewish Apocalyptic Literature (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2nd ed., 1998). Some useful books are: Richard Bauckham, James R. Davila, Alexander Panayotov (eds.), Old Testament Pseudepigrapha. More Noncanonical Scriptures vol. 1 (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2013). James H. Charlesworth (ed.), The Old Testament Pseudepigrapha, 2 vols. (New York, etc: Doubleday, 1983/1985). John J. Collins, Daniel C. Harlow (eds.), Early Judaism. A Comprehensive Overview (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2012). John J. Collins, Daniel C. Harlow (eds.), The Eerdmans Dictionary of Early Judaism (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2010). Anathea E. Portier-Young, Apocalypse against Empire. Theologies of Resistance in Early Judaism (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2011). James C. VanderKam, An Introduction to Early Judaism (Grand Rapids, Cambridge UK: Eerdmans, 2001). Christopher Rowland, The Open Heaven. A Study of Apocalyptic in Judaism and Early Christianity (London: SPCK, 1982). Vereiste voorkennis


6-10-2015 - Pagina 75 van 104

BA degree including Greek and Hebrew.

Specialisatiemodule Bijbelwetenschappen 2: Versies en Commentaren Vakcode

G_SMBW142 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)

dr. E. van Staalduine-Sulman, prof. dr. L.J. Lietaert Peerbolte

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak In his paper, the student shows that he is able to: • describe the most important versions and early commentaries of the Bible in their historical context, including their connection to both Old and New Testament (Dublin descriptor a,b,e); • apply this knowledge to his explanation of the sources in a way that introduction to and exegesis of the source strongly relate to each other (Dd b,e); • discern and evaluate textual variants in the various ancient versions (Dd a,b,c); • create an overview of the growth of the meaning of an OT section that is quoted in a NT section (until 600 CE) (Dd b,c); • make an analysis of the interests of the authors or translators and the mechanisms used within the exegesis/translation to achieve those interests (Dd b,c,d); • describe his own interests in exegesis and to formulate where these interests do (not) concur with those of the ancient authors (Dd c,d,e); • explain opinions from the sources as meaningful in their context in a way that does justice to these opinions (Dd c,d); • (Dd e): find specialized and scientific literature (i.e. scientific chapters or articles concerning the author and source, and preferably about the text at hand itself) to finish his paper properly. Inhoud vak The core of the course consists of introductions to the most important Jewish and Christian versions and commentaries of the Bible (until the 6th century CE) and their value for both Old and New Testament studies: Septuagint, Theodotion, Aquila, Symmachus, Itala, Vetus Latina, Vulgate, Flavius Josephus, Qumran versions, Targums, Peshitta, Coptic version, Mekhilta, Midrashim, Mishnah, and several Church Fathers. Onderwijsvorm Lectures on the introductions to the ancient sources, including secondary literature on them. Exercises on how to read and use ancient texts for textual criticism, exegesis and reception history.


6-10-2015 - Pagina 76 van 104

Toetsvorm Formative (30%) 1. Logbook about the chosen sections of OT and NT, the chosen sources, the first impression on these sections and sources, and literature about these sections and sources. Delivered on a weekly basis (first plan; full plan; introduction literature and reflection; OT exegesis; NT exegesis; etc). 2. Presentations on the various sources within the workshops. Summative (70%) Paper about an OT section that is used in the NT, in which is analyzed and evaluated what meaning the OT section carries in the different sources: • OT, LXX and NT; • and two other sources as desired (on either the OT section or the NT). Every student includes a short introduction to the chosen sources. Every student adds a paragraph about his own interests and aims in exegetical enterprises. Literatuur Bibliographical data and several articles will be put on Blackboard. Some useful books are: E. Tov, Textual Criticism of the Hebrew Bible (Minneapolis: Augsburg Fortress, 2e ed. 2001). Ernst Würthwein, Der Text des Alten Testaments (Stuttgart: Deutsche Bibelgesellschaft, 5e druk 1988) of The Text of the Old Testament (Grand Rapids: Eerdmans, 2e ed. 1995) M.J. Mulder (ed.), Mikra: Text, Translation, Reading and Interpretation of the Hebrew Bible in Ancient Judaism and Early Christianity (CRINT; Assen: Van Gorcum, 1988). S. Safrai (ed.), The Literature of the Sages (CRINT; Assen: Van Gorcum, 1987). H.L. Strack, G. Stemberger, Introduction to the Talmud and Midrash (Minneapolis: Fortress Press, 1996). C. Kannengiesser, Handbook of Patristic Exegesis: The Bible in Ancient Christianity (Leiden, Boston: Brill, 2006). A.W. Zwiep, Tussen tekst en lezer: een historische inleiding in de bijbelse hermeneutiek, 2 delen (Amsterdam: VU University Press, 2009). E. Tov, The Text-critical Use of the Septuagint in Biblical Research (JBS 3; Jerusalem: Simor, 2e ed. 2007). K.H. Jobes, M. Silva, Invitation to the Septuagint (Grand Rapids: Eerdmans, 2000). J.M. Dines, The Septuagint (London: Bloomsbury Academic, 2004). B. Chilton, P.V.M. Flesher, Targums: A Critical Introduction (Leiden: Brill, 2011). M. van Loopik, De Tien Woorden in de Mekhilta (Delft: Meinema, 1987). J. Trebolle Barrera, The Jewish Bible and the Christian Bible. An Introduction to the History of the Bible (Leiden: Brill; Grand Rapids: Eerdmans, 1998). D.C. Parker, The Living Text of the Gospels (Cambridge: Cambridge University Press, 1997). P.W. Flint (ed.), The Bible at Qumran. Text, Shape, and Interpretation (Studies in the Dead Sea Scrolls and Related Literature; Grand Rapids: Eerdmans, 2001). Aanbevolen voorkennis


6-10-2015 - Pagina 77 van 104

BA degree including Greek and Hebrew.

Specialisatiemodule Dogmatiek en Oecumenica 1: Gereformeerde theologie karakteristieke patronen en aangelegenheden Vakcode

G_SMDO141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. G. van den Brink

Examinator

dr. G. van den Brink

Docent(en)

dr. G. van den Brink, prof. dr. G. van den Brink

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak On the basis of the acquired knowledge and insight the student is able to offer an original contribution to the development of a theory which answers the leading question of the course (see . The student will write part of a scholarly paper on this topic – a paper which will actually be submitted to an academic journal (e.g. the Journal of Reformed Theology). Inhoud vak The leading question in this course is: what – if anything – makes "Reformed theology" different from other branches of Christian theological reflection, such as "Lutheran", "Anglican", "Baptist" theology etc. Is it possible to ‘define’ Reformed theology, or could we at least describe a number of characteristic patterns and concerns? If so, which ones, and why? Onderwijsvorm One lecture, followed by tutorials with presentations and discussions in preparation of the final product. Toetsvorm The course is entirely directed at completing one final product: the article to be submitted. Each student is expected to hand in 1-3 pages as part of this article which discuss part of the problem and which are absolutely blameless from a stylistic point of view. It is this contribution which is marked at the end of the course. Literatuur Core text during the course will be R. Michael Allen, Reformed Theology (London: Continuum, 2010). Next, depending on the number of students participating, several parts will be read from Wallace M. Alston Jr. & Michael Welker (eds.), Reformed Theology: Identity and Ecumencity, 2 Volumes (Grand Rapids: Eerdmans, 2003, 2007) and other relevant scholarly papers. Each student reads a number of these papers/chapters. Overige informatie Given the fact that we will be closely cooperating in writing one communal product, the student is allowed to be absent during no more


6-10-2015 - Pagina 78 van 104

than one of the regular meetings.

Specialisatiemodule Dogmatiek en Oecumenica 2: Theologie via receptiestudies Johannes 6 in de Kerkvaders Vakcode

G_SMDO142 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. P.M. Wisse

Examinator

dr. P.M. Wisse

Docent(en)

dr. P.M. Wisse

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student is able to: • reproduce central aspects of the reception of John 6 (in thinkers discussed in this course); • apply a ’hermeneutics of suspicion’ to the reception of the Gospel of John (idem); • analyze the strategies through which theologians negotiate between the authority of John and the authority of other authors in the Bible; • analyze the roots of these strategies in the historical, social, philosophical and theological context of the interpreters; • analyses the systematic-theological implications of interpretations of John 6 for the theology of the Lord’s supper; • evaluates the consequences of interpretations of John 6 in the light of the student’s own theological commitments; • summarize, analyze and present the research results of the group of students in class; • develop her own research into the reception of John using the method explored in the course; • describe the results of a reception-theological investigation in a paper. Inhoud vak In this module, the student is introduced to a few representative examples of the way in which theologians from the history of Christianity use the Gospel of John, specifically John 6. These theologians are read through the lens of a ‘hermeneutics of suspicion’, in which it is critically examined which elements from John are privileged and which are ignored or suppressed. The way in which John is read is investigated in the context of the theologians’ context and theological purposes, and compared to their view of the Bible as a source of authority. During the first few sessions, the method to be applied will be explored. Subsequently, primary texts from Origen, Augustine and John Chrysostom on John 6 will be studied through this hermeneutics of suspicion. From Origen, we read a commentary, whereas from Augustine and


6-10-2015 - Pagina 79 van 104

Chrysostom, we read sermons on the Gospel of John. For those who have difficulties to read Latin, the texts will be available in English, although we will keep the original languages at hand. Onderwijsvorm This is an ICT intensive course. Google Docs will be used to read the primary texts, which are introduced on Thursdays and discussed on Tuesdays. In between, students will be assigned an aspect of the hermeneutical process, to be provided to others through Google Docs. One of the students will collect the results of the process and present them during the Tuesday session. The form of the presentation will be taken into account during the session. Toetsvorm A final paper of 2000 words on a piece of reception of John 6 will be the final assessment for the course, in which the student presents the results of an independent piece of reception-theological research using the method exercised in the course.

Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 1: Recente ontwikkelingen continentale godsdienstwijsbegeerte Vakcode

G_SMGF141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. W.L. van der Merwe

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: Knowledge and understanding • is able to explain in his/her own words the various meanings of "apologetics" and the difference between postmodern and traditional apologetics, and how the notion of the "death of God" is related to it philosophically and culturally; • is able to explain the various developments in phenomenology, hermeneutics and deconstruction leading up to recent and current approaches to "God-talk" by a number of present-day, mainly Continentalphilosophical authors; Applying knowledge and understanding • is able to apply his/her understanding of various contributions to the "postmodern apologetics" (as explored in a number of selected texts by philosophers and scholars) to the reinterpretation of core notions of the Christian faith in theology, (post)secular culture and with regard to possible existential significance; Making judgements • is able to argue in a philosophically informed and nuanced way why some authors or theories seem more convincing than other ones with Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 80 van 104

regard to arguments for God in present day (post)secular contexts and with regard to creative reinterpretations of the Christian faith; Communication • is able to formulate his/her understanding of the reasons for and significance of postmodern approaches to apologetics in contemporary, continental philosophy of religion in a clear and systematic way to fellow students and to an audience with limited philosophical and theological fore-knowledge of the issues at stake; Learning skills • is able to analyze, contextualize and interpret the historical, philosophical and cultural preconditions of the recent and current developments of a postmodern apologetics, to reflect on them in a critical and creative way and to determine, in an initial way, his/her own philosophical and existential stance with regard to these developments. Inhoud vak This module focuses on the major arguments for God in contemporary, continental philosophy of religion. Attention is focused on "postmodern apologetics" within recent and current continental philosophy of religion after the so-called "death of God" and the demise of natural theology, and more specifically on the approaches inspired by phenomenology, hermeneutics and deconstruction and there antecedents, for example in the thought of Heidegger, Levinas and Derrida. Various approaches by philosophers like e.g. Ricoeur, Marion, Henry, Lacoste, Nancy (and their appropriation by American authors like e.g. Caputo and Kearney) are analyzed and evaluated. Onderwijsvorm Weekly seminar sessions take the form of introductions to specific topics by the lecturer, followed by class discussions and/or the "close reading" of texts and/or presentations by students. Each meeting has a specific focus on the basis of a selection of literature that needs to be read thoroughly beforehand. To guide students through the reading material a few elementary questions (pertaining to each session) are provided in the course program. Students are expected to answer these questions in writing and to hand these exercises in in advance of the meeting. The course is concluded and the students’ acquired knowledge, understanding and skills are assessed with a written assignment and presentation to the class at the end of the course. Toetsvorm Written assignment and presentation. Literatuur For the literature, see Course Manual and Blackboard. The book Postmodern Apologetics? Arguments for God in Contemporary Philosophy, by Christina M. Gschwandtner, Fordham University Press: New York, 2013 will serve as basic text, supplemented by other readings from primary texts. Overige informatie Preparatory exercises and attendance of seminar sessions are mandatory.

Specialisatiemodule Godsdienstfilosofie en Vergelijkende Godsdienstwetenschappen 2: Interdisciplinaire perspectieven op mindfulness Vakcode

G_SMGF142 ()


6-10-2015 - Pagina 81 van 104

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. A.L. Vroom

Examinator

prof. dr. A.F.M. van der Braak

Docent(en)

dr. A.L. Vroom

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • knows and understands both the origins and deep history of mindfulness as well as its wider contemporary applications, especially in health care and spiritual care. • can compare classical Buddhist perspectives on mindfulness with newly emerging insights from the philosophy, history and science of mindfulness. • can analyze, reflect upon, and interpret psychological, religious, medical, neuroscientific and cognitive science-perspectives on mindfulness. • can analyze, reflect upon and interpret the confluence of Buddhist and Western epistemologies that is inherent in the meeting of mindfulness with modern culture, and are able to identify potential conflicts as well as possibilities for synergy. • is aware of and can discern their own particular viewpoint on mindfulness, can relate that viewpoint to their own backgrounds, traditions and biases, and are able to make their angles transparent, flexible and fruitful rather than disconcerting, stubborn or distorting. Inhoud vak Integrating mindfulness-based approaches into medicine, psychology, neuroscience, health care, spiritual care, education, business leadership, and other major societal institutions has become a burgeoning field. This rapidly growing interest in mainstream contemporary applications of ancient meditative practices raises philosophical questions that will be addressed in this course from a philosophy of religion-perspective. This course offers an overview of the interchanges, reflections and collective conversations between various disciplines that characterize this new and promising field. Onderwijsvorm Interactive class. Students prepare text-analyses; findings are peered before class, and presented and discussed in class. Teacher leads discussion, feedbacks presentations and introduces academic discussions on the subject matter. Toetsvorm Presentation in class (20%); participation, peer-review and discussion (10%); and a final paper (70%). Literatuur Mindfulness: Diverse Perspectives on its Meaning, Origins and Applications, ed. by Mark Williams and Jon Kabat-Zinn (2013). The Healing Power of Meditation: Leading Experts on Buddhism, Psychology Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 82 van 104

and Medicine Explore the Health Benefits of Contemplative Practice, ed. by Andy Fraser (2013). Various articles on Blackboard. Overige informatie The student is asked to also reflect on his or own relation to mindfulness, in order to discern how this influences one’s academic position, and reasonable openness is expected on this point. For the first class, there will be an assignment on Blackboard.

Specialisatiemodule Islamitische Theologie 2: Islamitische Praktische Theologie Vakcode

G_SMCIT142 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. M. Ajouaou

Examinator

dr. M. Ajouaou

Docent(en)

dr. M. Ajouaou

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • is able to explain Islamic educational theory and Islamic pedagogical principles and compare them with the Western educational theory; • is able to clarify the difference between Islamic education and Islamic religious education on the basis of concrete examples in the field of education in the Netherlands; • is able to summarize the object, content and methods of Islamic religious education and to explain it to others; • is able to form an opinion about the problems regarding the existing tension between the classical Islamic educational ideals and the secular society in which young people live; • is able to independently analyze the opportunities and bottlenecks of Islamic education and Islamic religious education in The Netherlands and to present them clearly to others; • is able to describe Islamic education models and methods from an Islamic perspective, like the pentagon relation model of al-Kaylani; • is able to independently analyze problems of Islamic education and Islamic religious education in The Netherlands and make propositions for the future. Inhoud vak This module considers Islamic theory of knowledge and the importance of education and upbringing in Islam. From there we take a critical look at the current practice in the West. Then we cover the difference between classical and modern Islamic religious education and educational models and methods. The relations between Islamic education are discussed as a system and Islamic religious education in its different forms in the West. Finally, we focus on the opportunities and risks of Islamic education and Islamic religious education in the Netherlands.


6-10-2015 - Pagina 83 van 104

Onderwijsvorm Lectures and seminars with presentations and interim assignments. Toetsvorm The final grade is calculated as follows: 15 % interim assignments; 15 % active participation and presentation; 70 % written exam on the lecture material and the assigned literature. Literatuur Wetering, Stella van der & Arslan Karagul, ‘Zoek kennis van de wieg tot het graf’. Islamitisch godsdienstonderwijs, Antwerpen-Apeldoorn: Garant, 2013. Pp.165. Abdullah, A.R.S., Educational Theory A Qur’anic Outlook, Makkah al Mukarramah: Umm al Qura University Faculty of Education, Educational & Psychological Research Center, 1982, pp. 200(1-150). Karagul, A., Islamitische godsdienstonderwijs op de basisschool in Nederland, Amsterdam: UvA (phd.), 1994, (chapters. 1,2,5,6 pp.1-84; 171201). Additional literature: Articles, refer to the overview of the colleges which will be posted on Blackboard. Lecture material (will be distributed by the lecturer). Aanbevolen voorkennis Basic knowledge of Islam similar to the course 'Islam' (G_ISLAM). Overige informatie This course will be taught in Dutch. Participation in the lectures is mandatory (minimum attendance 80%). The necessary presence is compensated by additional assignments.

Specialisatiemodule Islamitische Theologie: Contemporaine Trends in Islamisch Theologisch Denken Vakcode

G_SMCIT141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. P.A. van Doorn-Harder

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • is able to articulate the most important historic developments that have given rise to prominent contemporary trends within Islamic thinking; • is able to reflect on the theories, philosophies, and methods of legal reasoning that are foundational to these contemporary trends; • can contextualize the various religious and social developments resulting from contemporary theologies within certain Islamic societies;


6-10-2015 - Pagina 84 van 104

• integrates theological reflection and research skills concerning contemporary Islamic theological thinking; • will be prepared to effectively communicate about and do research on the various trends within contemporary Islamic theological thinking; • will be able to develop a research project within the area of contemporary Islamic theology; • is able to summarize, analyze and present the results of this research during a class period. Inhoud vak The course equips students with the basic knowledge of the various developments within contemporary Islamic theological thinking. The course aims at improving students’ critical skills and theorizing abilities in order to reflect on major changes within Islamic societies, connecting past and present developments. Students will especially be challenged to reflect on the history and conditions of specific Islamic contexts and they will be able to apply the newly-found research skills and theorize about these contexts. Onderwijsvorm This class is interactive. Students prepare text-analyses; findings are presented and discussed during class. Students are expected to do independent research on a topic of their own choice, while synthesizing their own information with the class readings. Teacher leads discussion, feedbacks presentations and introduces academic discussions on the subject matter. Toetsvorm Presentation in class and discussion (20%); participation (10%); a final research report (70%). Literatuur See blackboard for information on primary texts and articles, as well as on the research methodology. Charles Kurzman, Modernist Islam, 1840-1940: A Sourcebook. (2002). Charles Kurzman, Liberal Islam: A Sourcebook. (1998). Shireen Hunter, T. (ed. ), Reformist Voices of Islam: Mediating Islam and Modernity.(2008). Incidental articles. Aanbevolen voorkennis This course is recommendable for those who have a strong basis in knowledge of Islamic theology. Overige informatie For the first class, there will be an assignment conveyed via e-mail.

Specialisatiemodule Kerkgeschiedenis 1: Egodocumenten en geschiedenis - het dagboek van een predikantsvrouw (1893-1910) Vakcode

G_SMKG141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. A.A. den Hollander


6-10-2015 - Pagina 85 van 104

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • evidently has gained understanding of the historical phenomenon of egodocuments; of how this type of document should be edited, including an accompanying commentary; • is able to apply the acquired knowledge from the secondary literature in the preparation of the actual edition of (a part of) the diary of the minister's wife E.H. Hovy; • is able to critically evaluate editions of egoocuments; • is able to independently prepare a scholarly edition of an egodocument. Inhoud vak This course will, on the basis of secondary literature and concrete examples of published egodocuments, give insight in the function of (historical) egodocuments, especially diaries, in the study of the past. The students will be teached the necessary skills to edit a scholarly edition, using (parts of) an unedited diary. Onderwijsvorm The course offers lectures, but mostly seminars. Both the text edition as the accompanying commentary (introduction and annotations) of (parts of) the diary will be prepared by the students and discussed during the seminars. Toetsvorm Preparation of a scholarly edition of (a part of) the diary of E.H. Hovy, including the text edition and the accompanying commentary. Literatuur Required reading: M. Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenschap, Den Haag: Constantijn Huygens Instituut 1997, pp. 19-82,333-352, 363-392. R. Dekker (red.), Egodocuments and history: autobiographical writing in its social context since the Middle Ages. Hilversum: Verloren 2002, pp. (exact number of pages will be announced on blackboard). Spiegel historiael, ISSN 0038-7487 ; jrg. 40 (2005), nr. 3/4 (mrt./apr.), special issue on egodocuments. Other literature: Series Egodocumenten, Hilversum: Verloren (1988-), 29 volumes were published up to now. Vereiste voorkennis Due to the language of the sources, proficiency in Dutch is required. Overige informatie Active participation necessary; attendance required.

Specialisatiemodule Kerkgeschiedenis 2: Oorlog, religie en weerstand


6-10-2015 - Pagina 86 van 104

Vakcode

G_SMKG142 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. G. Harinck

Examinator

prof. dr. G. Harinck

Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • gains an understanding of the impact of the German occupation on Dutch higher education, the VU University especially; • is able to formulate the moral dilemma’s and the resistance of a university in face of a hostile occupying power; • has an insight in the role of the religious convictions of resisting members of the academic community, as well as of the changing views on resistance and religion after the war; • has learned skills to execute historical research on primary sources and to base his opinions and historical understanding on this research. Inhoud vak On a memorial plate in the central hall of its main building the VU University remembers the more than 90 victims in its academic community that lost their life during the war for the cause of freedom. Who are they, why and where did they loose their lives, and how is this related to the ideal of freedom? We don’t now much of the majority of the people mentioned on the plate and in this course we try to reconstruct who they were. An important aspect of the course is the relation of their lives with the freedom they aspired and the role and meaning of religion as a motive and aim in the aspiration of these men and women. Another issue is the question why and how these 90 plus persons have been commemorated in and outside of the academic community, with this plate, but also in meetings, articles and otherwise. Onderwijsvorm Lectures and seminars. Toetsvorm Final paper. Literatuur Required reading: Gjalt Zondergeld, Geen duimbreed?! De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting (Zoetermeer 2002). George Harinck (red.), Tussen lijdelijkheid en verzet. Gereformeerden in bezettingstijd (Barneveld 2005). Other publications will be announced on Blackboard.


6-10-2015 - Pagina 87 van 104

Vereiste voorkennis Due to the language of the sources, proficiency in Dutch is required. Aanbevolen voorkennis Knowledge of World War II and the Reformed tradition. Overige informatie For the historical research we will make use of the collection of the Historical Documentation Center for Dutch Protestantism at the VU University (HDC). The sources have to be consulted in its reading room.

Specialisatiemodule Praxis 1: Religie, gender en sexualiteit Vakcode

G_SMPR141 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. R.R. Ganzevoort

Examinator

dr. A.K. Mosher

Docent(en)

prof. dr. R.R. Ganzevoort, dr. A.K. Mosher

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: • understands the complex relation between religion, gender, and sexuality (historical, psychological, sociological, theological); • understands the complex relation between religion, gender, and sexuality (historical, psychological, sociological, theological); • understands the power aspects of sexuality and gender; • understands the main aspects of different sexualities; • can analyze and deconstruct religious conflict around sexualities; • can contribute to debates regarding sexual diversity in such a way that mutual understanding and respect are fosteredunderstand the power aspects of sexuality and gender; • understand the main aspects of different sexualities; • can analyze and deconstruct religious conflict around sexualities; • can contribute to debates regarding sexual diversity in such a way that mutual understanding and respect are fostered. Inhoud vak The ambivalent intersection of sexuality, gender, and religion (and here especially Christianity) is the topic of this course. Issues include the biblical, theological, and ethical issues; the meanings of sexuality and gender; and much more. This course is intended for every student who wishes to understand the complexities of the interaction with and the theological interpretation of sexual and gender diversity. The course aims to contribute to positive dialogues, as well as awareness about self-care and ethical development of clergy. The course is organized along three general topics (concepts, normativity, dialogue) and six important cases (sexual abuse, homosexuality, transsexualism, Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 88 van 104

prostitution, honor issues, and pedophilia). Onderwijsvorm Twelve working group style class meetings (24 hrs); literature study (126 hrs); reflective assignment (2 hrs); interview assignment with presentation (4 hrs); writing a joint position paper (4 hrs); concluding essay (20 hrs). Toetsvorm Presence and participation (20 %); assignment 1,2,3 (30%); concluding essay (50%). Literatuur Please consult the syllabus on Blackboard for reading materials. Overige informatie Since the learning program for this course is group activity, and a joint position paper will be written, classroom attendance is mandatory.

Specialisatiemodule Praxis 2: Kwaliteit van leven in gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening. Vakcode

G_SMPR142 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. J.S. Reinders

Examinator


Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500

Doel vak The student: Knowledge and understanding • demonstrates insight in quality of life as a theoretical construct in quality assessment in healthcare and human services (specifying different approaches and their philosophical underpinnings) in a paper assignment on Quality of Life in Liberal Society; • can describe and explain the difference between subjective and objective quality of life in relation to the concept of a ‘goodness of fit’ within a liberal social context; • can describe and explain the difference between a list theory of QoL and a capability theory by referring to their respective implications for healthcare and human services; Applying knowledge and understanding • conducts a hermeneutical analysis of different approaches to quality assessment in healthcare and human services with specific reference to Long-term care settings (specifying connections between target, instrument, and methodology); • formulates a ‘road map’ for a strategy of quality improvement in a specific setting (oral presentation); Making judgments


6-10-2015 - Pagina 89 van 104

• is able to identify value systems underlying distinct approaches to quality assessment and quality improvement (oral presentation); • is able to discern the moral values entering into the choice of specific tools of quality assessment and quality improvement (oral presentation); Communication • is able to analyse the connections between the concept of quality of life and the demand for quality assessment in healthcare and human service systems with reference to their core values and core practices and in view of his goals of quality improvement; Learning skills: • can reflect on his/her assumptions and competence with respect to strategies of improving quality of life for patients and clients in healthcare and human services; • is able to determine his/her contribution to debates on quality of life and quality assessment in the context of healthcare and human service organizations. Inhoud vak This course investigates the connections between the concept of quality of life and its current uses in quality assessment in healthcare and human services. By looking at how these connections are shaped by the context of neo-liberal policies regarding specific sectors in society, it demonstrates the contribution of ethics to important social issues. Two dominant approaches to quality of life will be discussed: the list theory approach and the capabilities approach. The analysis of their underpinning philosophies will be directly linked with specific conceptions of public responsibility and public morality as it is understood by neo-liberalism. Positions taken in the debate on the relevance of quality of life in the current demands for quality assessment presuppose specific conceptions of the nature of healthcare and human services. In this connection background factors such as the influence of the market economy on the development of instrumental approaches to quality assessment will be explored. The neo-liberal drive towards the privatization of the good will behind the list theory approach will be contrasted with the Aristotelian approach behind the capabilities approach. Onderwijsvorm Reading assignments will be critically discussed, explicated and commented upon. Students prepare themselves in small groups for an oral presentation and a debate on quality of life and quality assessment in specific settings. Toetsvorm A Book Report will be written about a major publication from the required literature on scientific approaches to quality of life (app. 3.000 words). A paper will be written on the topic of ‘Quality of Life in Liberal Society’ (app. 5.000 words). Literatuur Obligatory [for English speaking students items in Dutch will be replaced]: Selected Material from: Fayers, P., Machin, D. (2007) Quality of Life: The Assessment, Analysis and Interpretation of Patient-reported Outcomes. Second Edition. Chicester: Wiley. Keith, K.D., & Schalock, R.L. (2000). Cross-cultural perspectives on Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 90 van 104

quality of life. Washington, DC: American Association on Mental Retardation. Nussbaum, M.C. (2011). Creating Capabilities: The Human Development Approach. Cambridge MA: Harvard University Press. Nussbaum, M.C., Sen, A. (1993), Eds. The Quality of Life. Oxford: Oxford University Press. Reinders, H.S. (2013) ‘Disability and Quality of Life. An Aristotelian Discussion’. In: Bickenbach, J., Felder, F., Schmitz, B. (2013) Eds. Disability and the Good Human Life. Cambridge: Cambridge University Press, 199-218. Robeyns, I. (2011). The Capability Approach. Stanford Encyclopedia of Philosophy. Schalock, R. L. (2004). The concept of quality of life: What we know and do not know. Journal of Intellectual Disability Research, 48 (3), 203216. Schalock, R. L., Brown, I. Brown, R., Cummins, R. A., Felce, D., Matikka, L., Keith, K. D., & Parmenter, T. (2002). Conceptualization, measurement, and application of quality of life for persons with intellectual disabilities: Results of an international panel of experts. Mental Retardation, 40(6), 457-470. Sen, A. (1999). Development as Freedom. Oxford: Oxford University Press. Wells, Th. (2012) Sen’s Capability Approach. The Internet Encyclopedia of Philosophy. Overige informatie Students prepare each of the lectures by reading assigned chapters from the books as indicated in the list. At least 90% class attendance is required.

Specialization Course Philosophy of Religion and Comparative Study of Religions 3: Interdisciplinary perspectives on mindfulness Vakcode

G_SMGF133 ()

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. A.F.M. van der Braak

Examinator

dr. H.W.A. Blezer

Docent(en)

dr. H.W.A. Blezer

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Niveau

500

Spiritual Care 1 Vakcode

G_SPICA1 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator


Examinator



6-10-2015 - Pagina 91 van 104

Docent(en)


Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak • De student kan kenmerken van geestelijke verzorging identificeren in relatie tot andere disciplines en in relatie tot levensbeschouwelijke richtingen; • De student kan de zes dimensies van het narratief-hermeneutische model voor het werken met levensverhalen in de geestelijke verzorging beschrijven en de theologische implicaties beoordelen; • De student kan existentiële thema’s als woede, angst en schuld in levensverhalen interpreteren met behulp van het narratief-hermeneutische model en de omgang met die thema’s psychologisch en theologisch analyseren; • De student kan een strategie voor geestelijke verzorging in een concrete situatie ontwerpen en dat ontwerp verantwoorden in het licht van de beroepscode voor geestelijk verzorgers; • De student kan respectvol communiceren met mensen uit de eigen en andere levensbeschouwelijke traditie(s) en de mogelijk optredende verschillen van visie verhelderen; • De student kan een visie op de eigen professie presenteren aan collega’s en andere professionals; • De student kan reflecteren op zijn/haar competenties en handelen als geestelijk verzorger in concrete begeleidingssituaties en kan identificeren welke verdere professionele ontwikkeling hij/zij nodig heeft. Inhoud vak De module Spiritual Care I is de eerste beroepsveldmodule voor de specialisatie Spiritual Care. Kernvraag in de module Spiritual Care I is: ‘wat is geestelijke verzorging?’ In deze module komen de geschiedenis van het beroep, kerneigenschappen (ook volgens verschillende tradities), de plaats in de instelling, modellen en methoden aan bod (waaronder de relatie tussen presentie en interventie). Deze module draait om de basistheorie van het vakgebied van de geestelijke zorg. Dat betekent dat we aandacht geven aan de achtergrond van het vak (zowel historisch als theoretisch), aan de beroepsidentiteit en aan de specifieke inhoudelijke deskundigheid. Aan de orde komen kernbegrippen van de geestelijke zorg als contingentie, zingeving, identiteit, narrativiteit, levensbeschouwing en spiritualiteit, alsmede de methodische notie van de presentie. De student wordt bekend gemaakt met verschillende modellen van geestelijke zorg, met name met het narratief-hermeneutisch model waarin de geestelijk verzorger optreedt als tolk en gids. De module wordt gedragen door een narratieve benadering op geestelijke verzorging. Daarom is er aandacht voor het levensverhaal, contingentie en zingeving, en de psychologische en theologische reflectie op existentiële thema’s aan de orde: verlies, trauma, angst, schuld, woede, verlangen. Onderwijsvorm Hoor- / werkcolleges met discussie (6 x 4 uur) en opdrachten (12 uur). Bestudering literatuur (132 uur = 800 pp.).


6-10-2015 - Pagina 92 van 104

Er zijn zes collegeochtenden voorzien. Het zijn dubbelcolleges. Dat wil zeggen dat alle sessies uit twee delen bestaan. In het eerste deel gaan we aan de slag met de conceptuele en formele aspecten van de theorie. In het tweede deel komen inhoudelijk-theologische thema’s aan de orde als verlangen, woede, trauma, hoop etc. Bij deze thema’s verbinden we existentiële levensthema’s met de verschillende religieuze tradities. Dat daagt de geestelijk verzorger uit om zowel met de eigen traditie als met de traditie van de gesprekspartner om te gaan. De module heeft een studiebelasting van 6 EC = 168 uur. • Colleges: 24 uur • Opdrachten: 14 uur • Literatuur: 130 uur. Toetsvorm De beoordeling vindt als volgt plaats: • Participatie; • Opdrachten (inclusief paper); • Schriftelijk tentamen (take home). Literatuur • Jaap Doolaard, Nieuw Handboek Geestelijke Verzorging. Kampen 2006 (partes); • Jan Visser & Ruard Ganzevoort. Zorg voor het Verhaal. Zoetermeer 2007; • Reader. • Voor Engelstalige studenten wordt alternatieve literatuur voorzien. Overige informatie Deze cursus wordt aangeboden in het Nederlands / This course will be taught in Dutch.

Spiritual Care 2 Vakcode

G_SPICA2 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. E.C.T. de Jongh

Examinator

dr. E.C.T. de Jongh

Docent(en)

dr. E.C.T. de Jongh

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak De student: • is in staat de karakteristieken van spiritualiteit te onderscheiden in relatie tot andere academische disciplines en in relatie tot verschillende levensbeschouwelijke stromingen; • kan de betekenis van symbolen en rituelen in zijn/haar eigen traditie beschrijven voor het proces van innerlijke transformatie en deze verbinden met de hoofdvormen van spiritualiteit; • houdt een referaat over het transformatieproces van een klassieker in een veld naar keuze, gevolgd door een dialoog met de Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 93 van 104

groep; • schrijft een spirituele autobiografie; • rapporteert over existentiële kwesties in verband met zijn/haar adviserende rol ten opzichte van (zorg)managers, kiest een bij het domein passende strategie te kiezen en is in staat die keuze te verantwoorden in een paper; • faciliteert een dialoog in de colleges en met name naar aanleiding van zijn/haar referaat, volgens de specifieke richtlijnen die zijn aangeleerd; • is in staat een leergemeenschap te identificeren die past bij zijn/haar eigen traditie; • neemt concrete stappen in zijn/haar eigen spirituele groei, verantwoord in een Persoonlijk Ontwikkelings Plan. Inhoud vak De module BMV II is de tweede beroepsveldmodule voor de specialisatie Spiritual Care. Kernvaag in de module BVM II is ‘wie ben je als geestelijk verzorger?’. Identiteit is daarmee het centrale thema. In deze module wordt je identiteit als geestelijk verzorger verhelderd door aandacht te besteden aan de eigen levensbeschouwelijke biografie van de student, zijn leerhouding, symbolen/rituelen en spiritualiteit. Verheldering van de eigen identiteit gaat in een dialogische opzet gelijk op met inzicht in de identiteit van andere studenten. Deze module draait om spiritualiteit: in verschillende vormen en tradities, in de gedachten en levens van diverse mensen. Dat betekent dat studenten hun eigen geestelijke ervaring spiegelen aan historische vormen en contemporaine voorbeelden. Daarbij doet het er niet toe of studenten zelf in een bepaalde religieuze traditie staan of ongebonden zijn. Aan de orde komen de hoofdvormen van spiritualiteit, spiritualiteit als academische discipline, de situering van spiritualiteit in organisaties en de integratie van spiritualiteit in de beroepsuitoefening, in het bijzonder de adviesrol. Door de verkenning van spiritualiteit in praktisch en theoretisch opzicht raken studenten vertrouwd met hun eigen spiritualiteit en die van andere studenten en wordt de basis gelegd voor een persoonlijke verhouding tot het domein van de geestelijke verzorging. Onderwijsvorm Hoor- / werkcolleges met discussie (6 x 4 uur), individuele en groepsopdrachten. Bestudering literatuur (94 uur = ca. 700 pp.). Er zijn zes collegeochtenden voorzien. Het zijn dubbelcolleges. Dat wil zeggen dat alle sessies uit twee delen bestaan. In het eerste deel gaan we aan de slag met de conceptuele en formele aspecten van de theorie van spiritualiteit. In het tweede deel komen concrete vormen van spiritualiteit aan de orde (mede in de vorm van referaten van de studenten) zowel uit het verleden als hedendaags. De verschillende vormen worden bekeken vanuit de theorie van spiritualiteit en verbonden met de eigen traditie of levensbeschouwelijke richting. Dat daagt de geestelijk verzorger uit om zowel met de eigen traditie als met de traditie van de gesprekspartner om te gaan. Toetsvorm De beoordeling vindt als volgt plaats: - Referaat; - Levensbeschouwelijke biografie; - Paper; - Persoonlijk ontwikkelingsplan; - Eindgesprek; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 94 van 104

Beoordelingscriteria: (a) actieve participatie; (b) verstaanbaarheid, leesbaarheid en overtuigingskracht; (c) bereidheid om vragen te stellen bij de eigen houding. Literatuur - Johan Verstraeten, Leiderschap met hart en ziel, Tielt 2003 - Een inleidend werk in een school van spiritualiteit (in overleg met de docent). - Reader: Van Aalsum, Heitink, Van Hiele, Schneiders, Waayman, Maas, Burrell & Morgan, Tennekes, Mackor, Delbecq, De Jongh (2010 en 2012), Van Ruler. Voor Engelstalige studenten wordt alternatieve literatuur voorzien. Aanbevolen: - Erik de Jongh, Responding to the situation, Leidschendam 2011 . - Stephen Toulmin, Kosmopolis, Verborgen agenda van de Moderne Tijd, Kampen/Kapellen 1990. - Thierry Pauchant, In Search of Meaning: Managing for the Health of Our Organizations, our Communities, and the Natural World, San Francisco 1995. - Margaret Benefiel, The Soul of A Leader, New York 2008 (In 2010 verschenen in Nederlandse vertaling). - Robert C. Solomon, Spirituality of the skeptic, New York 2002. - Geloven in het publiek domein, eds. W.B.J.H. van de Donk et.al. (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2006). Overige informatie Deze cursus wordt aangeboden in het Nederlands / This course will be taught in Dutch.

Stage Vakcode

G_SEMINT1 ()

Periode


Credits

18.0

Faculteit


Coördinator

drs. A.J. Noord

Examinator

drs. A.J. Noord

Niveau

500

Stage Vakcode

G_SEMINT2 ()

Periode


Credits

12.0

Faculteit


Coördinator

dr. W. van Vlastuin

Examinator

dr. W. van Vlastuin

Niveau

500


6-10-2015 - Pagina 95 van 104

Stage en supervisie (HHS) Vakcode

G_HHSSTAGSUP (100066)

Periode


Credits

12.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. P.C. Hoek

Examinator

dr. P.C. Hoek

Doel vak De student: • heeft geoefend met alle werkzaamheden van een gemeentepredikant; • heeft de pastorale, didactische, communicatieve, agogische en homiletische competenties versterkt, waarin hij zich bij eerdere modules in het praktisch-theologische curriculum op een basaal niveau heeft bekwaamd. Dit blijkt uit de beoordeling van de stagebegeleider, die bij de beoordeling gebruik maakt van het beoordelingsinstrument dat is opgenomen in de stagehandleiding; • is in staat om zelfstandig en kritisch te reflecteren op zijn eigen persoon en functioneren in de diverse contexten van het werk in de kerkelijke gemeente, zoals het pastoraat, de catechese, de prediking, beleid en bestuur. Dit blijkt uit het reflexieve verslag dat de student schrijft over de stage en uit het eindgesprek daarover met de docent; • is in staat om op een constructieve en coöperatieve manier samenwerken met andere werkers in gemeente en kerk. Dit blijkt uit de beoordeling van de stagebegeleider; • kan een reflexief verslag schrijven, waarbij met name de eigen ervaringen, de eigen persoonlijkheid en het eigen functioneren in het kader van de stage – mede aan de hand van de voorgeschreven literatuur – geanalyseerd worden. Inhoud vak Gedurende stageperiode is de student intensief bij het predikantswerk in de stagegemeente betrokken om zich nader te bekwamen in de pastorale, didactische, homiletische en leidinggevende competenties die met het oog op het predikantschap vereist zijn. Onder leiding van de stagebegeleider verdiept de student zijn kennis van de pastorale, catechetische, homiletische en beleidsmatige en spirituele facetten van het predikantswerk. Naast deze generieke aandachtsgebieden zijn de persoonlijke leerdoelen van de student, die in het intakegesprek geformuleerd zijn, richtinggevend. Bij het vaststellen van deze persoonlijke leerdoelen kunnen aan de psychologische screening uit het eerste jaar belangrijke persoonlijke aandachtspunten ontleend worden. De student schrijft een rapportage aan de hand van het format in de stagehandleiding, inclusief een sterkte-zwakte analyse. Daarbij wordt de in de stagehandleiding genoemde literatuur gebruikt. Onderwijsvorm Beroep- of ambtgerelateerde leerstage.


6-10-2015 - Pagina 96 van 104

Toetsvorm De student schrijft een verslag van de stage. Voor de richtlijnen en de bijbehorende beoordelingsmatrix wordt verwezen naar de stagehandleiding. Het verslag dient door de begeleider van de stage geaccordeerd te zijn. Aan de hand van dit verslag en de beoordeling van de stagebegeleider vindt een eindgesprek plaats met de docent. Literatuur Corja Menken-Bekius en Henk van der Meulen, Reflecteren kun je leren. Basisboek voor pastoraat en geestelijke verzorging, Kampen 2007. Daarnaast kiest de student, in overleg met de docent, een ‘klassieker’ uit de pastoraal-theologische literatuur.

Teaching Religious Diversity 1 Vakcode

G_TRD1 ()

Periode

Periode 1

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator


Examinator


Docent(en)

dr. G.D. Bertram-Troost, prof. dr. M. Moyaert

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student: • has developed knowledge, understanding and competences in the field interreligious dialogue (incl. anthropological, philosophical, hermeneutical, political, pedagogical and ethical questions); • can recognize, summarize and explain the dominant positions in the ongoing discussion about the (im-)possibility of interreligious dialogue [Dublin Descriptor 1]; • can integrate the insights from the course and use them to analyze and discuss articles written by authoritative thinkers [Dublin Descriptor 2]; • learns to make nuanced judgments about the complex matter of interreligious encounters. [Dublin Descriptor 3]; • can integrate insights from this course and apply them to a case study [Dublin Descriptor 4]; • is aware of his/her own identity, fears, and biases, theological, philosophical, pedagogical, ethical and hermeneutical prejudices as s/he teaches about diversity issues. S/he has developed a capacity for metareflection on these issues [Dublin Descriptor 5] and can reflect on all these elements as a proof of metareflecton in the paper. Inhoud vak It is clear that religious diversity is a fact. It is also a fact that religious diversity presents a challenge for society at large as well as for different working places (schools, hospitals, companies…). In this course, we will delve deeply into the complexities related to the meeting between religions, so that students learn to get a better grasp of the deeper lying mechanisms that affect this meeting (for better or for worse). We will conclude this course with the examination of case Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 97 van 104

studies, to which the insights of this course may be applied. This program should enable students to make nuanced judgments about the complex matter of interreligious encounter. We will address fundamental questions touching upon 1. How do we define religion; and how does the way we define religion affect the way we understand the meeting between religions? 2. How do we make sense of religious diversity –Why are there so many religions? How do they relate to one another? 3. What does it mean to be religiously committed in a time of detraditionalization, individualization and pluralization? 4. What is the relation between religion and conflict within the broader society? How can one deal with it? 5. How does religious diversity relate to the ethical realm? Is there a universal or global ethics – or is this a Western (Christian) invention? Onderwijsvorm Lectures and work class focused on a combination of theory and reflection. Variety of teaching strategies: reading assignments, buzzing groups, posting Questions and positions on Blackboard. Toetsvorm Logbook; book review; paper. On the basis of these three documents, there will be a final individual graduation interview. Literatuur Articles posted on Blackboard. Aanbevolen voorkennis BA: Hermeneutics, Philosophy of Religion, Introduction in the Study of Religion. Overige informatie As active participation of the students during the meetings is expected, it is highly recommendable to be present at all meetings. If this is not possible, the student needs to inform the course coordinator and discuss the possibilities.

Teaching Religious Diversity 2: The Theory and Practice of Interreligious Dialogue Vakcode

G_TRD2 ()

Periode

Periode 2

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

dr. A.L. Vroom

Examinator

dr. A.L. Vroom

Docent(en)

dr. A.L. Vroom

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400


6-10-2015 - Pagina 98 van 104

Doel vak This course has two combined and related objectives, the first relating to analytic and practical skills in communication processes in general and the second relating to analytic skills concerning inter-religious communication in specific. 1. Communication theory and practice The student: • can use the communication models developed by Marshall Rosenberg and Stone, Patton and Heen respectively in his or her working environment be it education and training, journalism, or religious leadership; • can analyze examples of conflict in the work-field from the perspective of these communication models and plan and practice a communicative intervention and evaluate its outcome; • can critically evaluate the possibilities and limits of both models in relation to the actual culture of respectively learning, media or organization one find oneself in. Specifically, the student can clarify the relation between affective and cognitive dimensions of communication; These learning objectives are tested by means of reports and a series of practicals during the course. 2 Inter-religious encounter The student: • can analyze case studies from inter-religious encounter from the perspective of the mentioned communication theories extended with theories found to fit the own specific focus with inter-religious relations; • builds the framework of his or her own theory from these casestudies, choosing one’s own focal point, but in all cases specifically exploring how the affective and cognitive dimensions of communication manifest in the context of inter-religious encounter. These learning objectives are tested by means of presentations during the course and a final paper. Inhoud vak All communication, also inter-religious dialogue starts with basic principles of communication, which has been overlooked in the field of inter-religious dialogue. We bridge that gap by examining and practicing several communication models, such as Marshall Rosenberg’s and Stone, Patton and Sheen, that try to clarify what works to connect and what works to divide people in communication, and then develop the bricks of our own theories based on our analyses of case-studies in interreligious dialogue. The students find necessary additional theoretical frameworks according to their own specific focus. The course combines theory, analysis and practice from comparative philosophy, religious studies, communication studies and education of religion. Onderwijsvorm Practicals and interactive classes. 80 % participation required, break in class 6. Students are expected to create their own learning routes connecting to their chosen fields of expertise. Also, students are expected to be reasonably open about their experiences with trying out non-violent communication techniques. Toetsvorm Five of the classes are communication workshops, full attendance including handing in the different assignments such as peer reviews will Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 99 van 104

be rewarded with 10 points (20% of grade). Other assessment consists of presentations (20%) and final paper (60%). Literatuur Nonviolent Communication, by Marshall Rosenberg (translated as Geweldloze Communicatie, Ontwapenend, doeltreffend en verbindend, Lemniscaat 2011). [Any edition or language is OK]. Difficult conversations: How to discuss what matters most. By Stone, D., Patton, B. & Heen, S., 1999, London: Penguin Books. My Neighbours Faith: Stories of Interreligious Encounter, Growth and Transformation, 2012 Orbis Books, ed. Jennifer Howe Peace. Peacemakers in Action, edited by David Little, Tanenbaum Institute (www.tanenbaum.org). This source is available in pdf online. Language, Epistemology and Mysticism, article by Steven Katz, 1980, available in pfd online. For (future) educators: Life-enhancing Learning, by Marshall Rosenberg (any edition OK). Several articles on inter-religious education, conflict and peace processes, intercultural communication and sharing religious experience, to be sought and chosen by students on their specific topic. Aanbevolen voorkennis Basic knowledge of diverse religious traditions. Teaching Religious Diversity I is recommended. Overige informatie Note blackboard for assignment for first class. 80% participation required, five classes are practicals.

Vaderlandse Kerk vanaf 1795: Onderzoek gereformeerd Piëtisme (HHS) Vakcode

G_ONDGERPIET (100076)

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

dr. B.J. Spruyt

Examinator

dr. B.J. Spruyt

Docent(en)

dr. B.J. Spruyt, prof. dr. W.J. op t Hof

Lesmethode(n)

Hoorcollege

Doel vak De student: • heeft globale kennis van en inzicht in de geschiedenis van de Vaderlandse Kerk vanaf 1795 tot heden, waarbij het historisch perspectief van de reden van de scheiding per 1 mei 2004 een kerndoel is; • heeft de vaardigheid om geschreven bronnen betreffende het Nederlands gereformeerd Piëtisme uit de periode van de Republiek te kunnen lezen en interpreteren; • heeft de vaardigheid om de genoemde kennis en lees- en interpretatiepotentie om te zetten in een wetenschappelijke ordening van gegevens uit gedrukte en geschreven bronnen uit de tijd van de Republiek alsmede in een zelfstandige oordeelvorming daarover; Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) - 2014-2015

6-10-2015 - Pagina 100 van 104

• heeft de vaardigheid om de bereikte resultaten op een verantwoorde wijze aan een breder publiek via verslagen bekend te maken; • heeft de motivatie om zelfstandig op wetenschappelijk verantwoorde wijze onderzoek te verrichten en de resultaten daarvan te publiceren. Inhoud vak In de colleges wordt achtereenvolgens aandacht geschonken aan: het wezen en de bronnen van het gereformeerd Piëtisme; het wezen en de bronnen van de Nadere Reformatie; de geschiedenis van het Nederlands gereformeerd Piëtisme; de geschiedenis van de Nadere Reformatie; het internationaal karakter van het gereformeerd Piëtisme; de uitwerking van het internationaal gereformeerd Piëtisme. In zes colleges worden het lezen en interpreteren van geschreven bronnen betreffende het Nederlands gereformeerd Piëtisme bijgebracht. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges. Aan de hand van fotokopieën wordt het lezen en interpreteren van de desbetreffende geschreven bronnen aangeleerd. Vervolgens worden de opgedane kennis en vaardigheden in praktijk gebracht door het uitvoeren van een opdracht tot archiefonderzoek. Toetsvorm Mondeling tentamen en onderzoeksopdracht. Beide gelden voor 50%. Literatuur A.J. Rasker, De Nederlandse Hervormde Kerk vanaf 1795, Kampen 2004, 19385; W.J. op 't Hof e.a., Belijdenis en verbond, Zoetermeer 2003, 21-128

Veranderingen in het Nederlandse doperdom (1530-2000) Vakcode

G_DSTMDIS ()

Periode

Periode 4

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. P. Visser

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak De student: • heeft aantoonbare kennis en inzicht gebaseerd op het Bachelorprogramma Doopsgezinde Geschiedenis, welke thans worden verdiept door ingewijd te geraken in de verschillende omslagpunten in het Nederlandse doperdom op theologisch, religieus en moreel terrein, alsmede van de effecten daarvan op maatschappelijk en cultureel gebied – of juist omgekeerd; • zal in staat zijn zijn/haar probleemoplossende vermogens toe te passen op het fenomeen van de historische dynamiek van het doperdom met voortdurende veranderingen tot gevolg; • leert begrijpen dat, anders dan in de andere kerken, de neus voor kritische leerstelligheid, de platte organisatiegraad alsmede de autonomie van lokale gemeente en elk individu de doperse gemeenschap


6-10-2015 - Pagina 101 van 104

noopt tot constante reflectie op het verleden, mede als gevolg van een voortdurend veranderend heden, zichtbaar in de transitiefasen van het doperdom; • zal die vermogens ook weten toe te passen op vergelijkbare fenomenen van het doperdom, waarbij dankzij multidisciplinaire methoden, contexten en referentiekaders hij/zij in staat zal zijn met andere complexe casussen om te gaan; • zal in staat zijn oordelen te formuleren op grond van de niet volledige of beperkte informatie die tijdens dit college wordt aangereikt, waarbij hij/zij rekening zal dienen te houden met de wetenschappelijke, specifiek historiografische tradities en methodologieën die binnen het onderzoeksterrein van de Radicale Reformatie, c.q. de Anabaptistica vigerend zijn; • zal in staat zijn zelfstandig de conclusies, alsmede de onderliggende kennis, motieven, en overwegingen met betrekking tot de constituerende krachten van de verschillende veranderingsprocessen en fasen in het Nederlandse doperdom duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten, geïnteresseerde leken en ander volk; • bezit de leervaardigheden die hem/haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd karakter. Inhoud vak Het is een misvatting te denken dat het doopsgezinde geloof, zijn praktische manifestaties en religieuze, filosofische en ethische aannames en inzichten, sedert het optreden van Menno Simons (1536-1561) gekenmerkt worden door een vaste kern van theologische aannames en visies, alsmede een bijbehorend religieus-ethisch attitudepakket. Aan de hand van de analyse en uitdieping van zes deels sociaaleconomisch, deels cultureel en politiek, en deels theologisch bepaalde breekpunten in de reeds verre van eenduidige lineaire ontwikkeling wordt inzichtelijk gemaakt dat er doorheen de geschiedenis van een fascinerend dynamisch veranderingsproces sprake is. Daarbij zal blijken dat beginselen en tradities zoals het ontbreken van een dichtgetimmerde dogmatiek en een klerikale hiërarchie, gevoegd bij de sterk ontwikkelde traditie van autonoom denken en belijden door zowel individu als gemeente de voorwaarden hebben geschapen voor de te behandelen dynamiek. Chronologisch geordend komen de volgende transitiefasen aan de orde: 1. De overgang van het gewelddadige naar het pacifistische doperdom; 2. De veranderingen als gevolg van de vrijheid in de Gouden Eeuw; 3. De Verlichting als katalysator van emancipatieprocessen; 4. De 19de-eeuwse vrijzinnigheid van het doopsgezind burgerdom; 5. De Gemeentedagbeweging als revitalisatie van verloren beginselen; 6. De secularisatie als ramp en zegen. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege. Toetsvorm Mondeling tentamen. Literatuur Roth & Stayer (eds.), A Companion to Anabaptism and Spiritualism, 1521-1700 (Leiden./Boston, 2007); Lapp & Snyder (red.), Geloof en Traditie beproefd (Witmarsum, 2012), or the English edition Testing Faith and Tradition (Kitchener, 2006); J. van Eijnatten, Mutua Christianorum Tolerantia. Irenicism and Toleration in the Netherlands: The Stinstra Affair (Firenze, 1998); en nog nader op te geven artikelen.


6-10-2015 - Pagina 102 van 104

Vereiste voorkennis Bachelor Geschiedenis doperdom. Overige informatie Aanwezigheid verplicht.

Vredestheologie en -ethiek Vakcode

G_DSPTHAE ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Engels

Faculteit


Coördinator

prof. dr. F. Enns

Examinator

prof. dr. F. Enns

Docent(en)

prof. dr. F. Enns

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

400

Doel vak The student: • can name the different dimensions and the theological foundation of Peace-Theology and –Ethics from a broad ecumenical (and inter-religious) perspective. The student can describe the role of peace and justice within the Christian tradition as well as the (historical and political) obstacles and challenges to (Christian) Ethics. By this knowledge the student will be able to contribute to the ongoing discussion in the field of theological ethics by taking part in the discussions in class; • can analyze a variety of ethical and theological questions arising from today´s political and societal challenges to conflict resolution – in manyfold dimensions. Non-violent approaches to civil conflict management, "good practices", as well as new trends in peacetheology will be explored by the students´ reading preparatory material for each session; • is able to transfer this knowledge to new or unknown circumstances of different contexts in order to test the potential of different models. The student is able to integrate the knowledge and cope with the political, societal, and ethical complexities of each given context by comparing case studies; • can formulate judgments on the basis of the given information, by taking part in the discussions during class as well as in writing smaller essays or reading reports on very specific topics and texts, taking into account the societal and ethical responsibilities involved; • can communicate conclusions growing out of the knowledge, motives and arguments in a clear manner to the other participants of the class as well as writing a small article for the public on a specific topic of the field; • can analyze the ethical "dilemmas" and develop the ability to argue for and against different ethical approaches and their respective implications by writing a paper at the end of the course. Inhoud vak


6-10-2015 - Pagina 103 van 104

The ongoing ecumenical debate on "Just Peace" will be presented and discussed. This includes a theological understanding and different approaches to peace as well as different models of justice (retributive vs. restorative and transitional justice), based on biblical texts. From this different "testing fields" will be approached: The "Responsibility to Protect", "Just Policing", conflict transformation and reconciliation models. Onderwijsvorm Lectures, Presentations, discussions, partly as "open colleges". Toetsvorm Paper. Literatuur An Ecumenical Call to Just Peace – Companion. Geneva: World Council of Churches 2011. Fernando Enns, Ökumene und Frieden. Theologische Anstöße aus der Friedenskirche. Theologische Anstöße Bd. 4, Neukirchen-Vluyn: Neukirchener 2012. Duane K. Friesen and Gerald W. Schlabach (eds.), At Peace and Unafraid. Public Order, Security, and the Wisdom of the Cross, Scottdale/PA: Herald Press 2005. John Paul Lederach, Building Peace: Sustainable Reconciliation in Divided Societies, Washington D.C.: United States Institute of Peace Press 1997. John Paul Lederach, The Moral Imagination: The Art and Soul of Building Peace, Oxford (et.al.): University Press 2005. John Paul Lederach, The Little Book of Conflict Transformation, Good Books, 2003. Overige informatie Compulsory attendance (80%)

Vrijzinnige en remonstrantse preek en liturgie Vakcode

G_RSPEL ()

Periode

Periode 5

Credits

6.0

Voertaal

Nederlands

Faculteit


Coördinator

prof. dr. M. Barnard

Examinator

prof. dr. M. Barnard

Docent(en)

dr. T.R. Barnard

Lesmethode(n)

Werkcollege

Niveau

500


6-10-2015 - Pagina 104 van 104

Theologie & Religiewetenschappen (180 ec) Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Godgeleerdheid - M Theologie en Religiewetenschappen (3j) -

Recommend Documents