N
Themanummer: Verband Laatst sprak een meneer op de radio van dat hij zich zou verdiepen in de wortels van de notie ‘naastenliefde’. Notiewortelverdieping. In onze losgetrokken wereld -vrij om eindelijk eens te kunnen dansenzijn nog altijd mensen op zoek naar wortels. In dit nummer o.a. mensen die voortdurend weggeschoffeld worden, maar liever willen aarden; mensen die een ander stekje zoeken; één op zoek naar roots en een ander in het geweer tegen ongeworteld koopgedrag. Het wordt tijd dat iemand zich opwerpt voor de blaadjes, die van de zwaarte niets weten. [Matthijs, namens de redaktie]
5
5
Palestina
Marius van Hoogstraten
13
13
Liza i Sverige
Colofon
Kampverslag Yarmouk
ViadeVIA is een kwartaaluitgave van de stichting Vrijwillige Internationale Aktie (VIA), de Nederlandse afdeling van Service Civil International (SCI). VIA is een vredesorganisatie die vrijwilligers uitzendt naar vrijwilligers kampen in het buitenland en zelf kampen in Nederland organiseert. Daarnaast houdt VIA zich bezig met verschillende (inter)nationale projecten, gericht op vrede, conflictoplossing en solidariteit. In een werkkamp doe je gedurende twee of drie weken sociaal nuttig werk in een internationale groep. Ieder jaar rond 15 april geeft VIA de werkkampgids uit met daarin alle zomer werkkampen.
Interview
21
21
Rosalinde Koolstra
29
29
Foto’s Markelo
37
37
De stem van de bulldozer Lokien Holleman
49
49
Tasje
Vrijwillige Internationale Aktie tel. 020-6892760 Marius van Bouwdijk Bastiaansestraat 56 1054 SP AMSTERDAM e-mail:
[email protected] www.via-nl.nl
Marius van Hoogstraten
De artikelen en meningen in de ViadeVIA zijn persoonlijk en vertalen niet per definitie de mening van de VIA. 53
53
Verband (column) Florian Kullberg
Oplage ViadeVIA 76: +/-450 exemplaren Redactie ViadeVIA: Florian van Kuijk, Matthijs Stinissen, Lokien Holleman, Chris van der Kooij. Druk: Kaboem. Tekeningen: Bas van der Schot (www.basvanderschot.nl). Dank aan allen voor hun inzendingen, interviews foto’s, medewerking aan artikelen en hulp bij het versturen van het blad.
ViadeVIA #76
Palestina Marius van Hoogstraten
De Israëlische soldaat telt af. “Shalosh. Shtaym.” Voor hij de “één” bereikt heeft de man zijn auto al gestart en is hij op weg naar het parkeerplaatsje. Israël is hier de baas. Hij is Palestijn. En hij moet nu wachten. Geen discussie. De soldaat, een jaar of achttien, negentien, brilletje, gebreid keppeltje, wanstaltig groot geweer, gaat verder met het controleren van persoonsbewijzen. Het is een uur of negen ‘s avonds, donker, en ik zit op een blok beton bij een checkpoint - scherpe verlichting, hier en daar een pantserwagen, vaste machinegeweren in de betonnen hokjes - ergens tussen Nablus en Ramallah. Ik moet ook wachten. Na enorm gedoe om Nablus uit te komen moest ik hier in the middle of nowhere de gedeelde taxi uit stappen. “Je visum, waar is het?” “Dat heb ik niet, ik weet het ook niet, er is iets misgegaan, op het vliegveld zeiden ze dat ‘t in orde was. Je moet me erlangs laten, ik moet hoe dan ook naar Tel Aviv om een nieuw visum te regelen.” Het was nieuw voor mij om zo onvoorwaardelijk ondergeschikt te zijn aan iemand die slecht Engels spreekt en een M16 om zijn schouder heeft. “Je mag er niet langs.” De taxi vertrok zonder mij. Boos worden had ik bij het checkpoint in Nablus al geprobeerd. Dat werkte toen een beetje, maar ik had het idee dat deze kerels daar minder vatbaar voor zouden zijn. Dus zei ik niet: “Dit is niet eens Israël, dit is een stuk land dat jij loopt te bezetten, waar je mee wegkomt omdat jij Heel Veel Geld, Wapens en Media-Adviezen krijgt uit Amerika en die Palestijn daar niet! Israël begint vijftig kilometer verderop - waarom controleer je me hier op een Israëlisch visum? Dat slaat toch nergens op?” maar deed ik wat ze zeiden: ik ging wachten.
6
Marius van Hoogstraten
Palestina
Na een half uurtje kijken naar de enorme rij auto’s, rap gepasseerd door kolonisten met het Goede Nummerbord, naar de Arabieren die zo nu en dan zonder opgaaf van reden apart gezet werden en naar de soldaten die onderling grappen maakten in het Hebreeuws, mag ik gaan. Geen verdere uitleg. Ik krijg een lift van een heel dikke en erg vriendelijke kolonist, die laat is voor een huwelijk in Jeruzalem omdat hij nog Torahrollen moest schrijven, en kom via nog een gedeelde taxi veilig aan in mijn hotel in Ramallah. De jongens met wie ik in Nablus naar het zwembad (mannen en vrouwen gescheiden, uitzicht op een checkpoint) ben geweest en alcoholvrij bier heb gedronken, mogen hun stadje überhaupt niet uit tot ze dertig jaar zijn. Ze hebben allemaal wel eens in de gevangenis gezeten, goeddeels zonder proces. Ze lieten me Nablus zien: monumenten voor martelaren, posters van zelfmoordterroristen, kapotgeschoten ziekenhuizen. En: zoetigheden, een prachtig oud centrum, lachende jongetjes die willen dat ik een foto van ze maak. Er was die middag een demonstratie van één of andere club vechtersbazen, ik ben vergeten welke. We hoorden ze schieten toen we op weg naar de ijssalon waren.Ô Het Heilige Land. Na aankomst in Jeruzalem sms’te ik naar mijn ouders: “Ik ben in de heilige stad. Hier gaat het allemaal om. Het is moeilijk te geloven.” Dat was het inderdaad: de stad waar alles plaatsheeft, van de Schepping via de beproeving van Abraham en de Passie van Christus naar het Laatste Oordeel. Vanuit mijn herberg had ik uitzicht op de Rotskoepel, waar
Mohammed naar de hemel steeg om enige instructies van God in ontvangst te nemen. Na verovering van Jeruzalem haalden de Moslims de Joodse tempel die daar stond maar even weg om er een moskee neer te zetten. Er zijn nu Joden die dat graag terug willen doen. Deze stad, daar wordt al duizenden jaren oorlog om gevoerd, en toch noemt men haar de Stad van de Vrede. Nabij Bethlehem (geen pittoresk dorpje, ruimte genoeg in de herbergen en die stal blijkt een grot te zijn) werkte ik iets meer dan een week op het land van de Tent of Nations-organisatie, die daar later in de zomer activiteiten organiseert voor kinderen uit nabijgelegen vluchtelingenkampen. Niet toen ik er was. Het land wordt omringd door dorpjes: één Arabisch dorp, dat niet mag groeien van de bezetter, en drie Israëlische nederzettingen. De nederzettingen zijn beter verlicht, liggen op de bergtoppen en er is voortdurend bedrijvigheid. De bewoners van het Arabische dorp kunnen hun familie alleen onderhouden door voor de kolonisten te werken. Samen met langetermijnvrijwilligers Bastian en Jan en boer Daher bevloeiden we nieuwe olijfboompjes met in de winter opgevangen regenwater - de nederzettingen hebben grote waterleidingen uit Israël. We maakten met een oude traktor, roestig gereedschap en gevonden materialen een podium voor een theater - de nederzettingen hebben graafmachines en goede bouwmaterialen. ‘s Nachts werden we uit onze slaap gehouden door de honden die enthousiaste kolonisten en hun bulldozers van ons land moeten houden - de nederzettingen hebben legerpatrouilles, wachttorens en zijn allemaal gewapend.
7
8
Verband In Ramallah doorbrak ik argwanend gestaar (het “is hij nou Joods of wat doet hij hier eigenlijk”-gestaar) met mijn roestige Arabisch, en werd ik meegenomen door lieve mensen om naar het graf van Arafat te kijken, humus te eten en een waterpijp te roken. Ik mocht niets betalen. Ramallah is gezellig. Later blijkt er die dag een demonstratie omtrent de gevangenneming van een Israëlische soldaat te zijn geweest. Niets van gemerkt. Het was allemaal moeilijk te geloven. Aan de andere kant was het ook wel iets te makkelijk te geloven. In zijn belachelijk populaire boek schrijft Joris Luyendijk: “Daar liep ik, in luxe en vrijheid te midden van armoede en onderdrukking. Dat was aanstootgevend, maar na een tijdje niet meer, en dat was pas echt aanstootgevend.” Ik nam schaamteloos ijsjes, drankjes en eten aan van mensen die waarschijnlijk in een jaar minder inkomen hebben dan ik in een maand, en zij moeten er nog voor werken ook. Ik klaagde over mijn visumproblemen (twee keer een half uurtje vertraging) tegen mensen die hun eigen stad nog niet uit mochten. Ik vertelde over Amsterdam aan mensen wier ouders bijna zestig jaar geleden de deur van hun huis dichttrokken om het geweld te ontvluchten en nooit meer terug mochten. “Zijn er problemen in Nederland?” -”Ja, er is gedoe tussen moslims en atheïsten, moeilijk uit te leggen. Mijn Arabisch is niet zo goed.” “Maar er is geen oorlog?” -”Nee, er is geen oorlog.” “Dan zijn er geen problemen.”
Toen op het Ben-Gurion vliegveld allerlei rechten geschonden werden doordat ik onderworpen werd aan een vrij stricte zoektocht door mijn bagage en mijn kleren, een pesterijtje voor toeristen die in de bezette gebieden zijn geweest, wond ik mij niet eens meer op. De Palestijnen hadden het veel erger. Die lijden echt, vond ik. Ja? Ze hebben wel te eten. Ze kunnen, vaak, naar school- ik heb begrepen dat de Palestijnen hoog staat in de HoogopgeleideVolkeren-Ranglijst. Ze hebben meestal electriciteit en bijna allemaal een mobiele telefoon. Er is in Palestina meer vrijheid van meningsuiting dan in de meeste andere Arabische landen. Palestijnen zijn naar internationale maatstaven niet uitzonderlijk zielig. De eindeloze conflicten in Afrika, waar geweld, onderdrukking en hongersnood elkaar in rap tempo afwisselen, zijn, humanitair, vele malen erger. Maar het Heilige Land is Belangrijk. Het is Belangrijk, omdat wij, de Westerlingen, de Kruistochten op ons geweten hebben. Omdat wij het Kolonialisme op ons geweten hebben. Omdat wij de Holocaust op ons geweten hebben. Het is Belangrijk, omdat wij de wapens leveren waarmee de Palestijnen onder schot gehouden worden, omdat de falende Palestijnse Autoriteit ons schepsel is, omdat Israel weet dat het bijna onvoorwaardelijk op ons kan rekenen. Daarom hebben we ermee te maken. Niet omdat het een uitzichtloze hoop ellende, onderdrukking en geweld is. Maar omdat dat goeddeels onze schuld is.
9
10
Bas van der Schot
ViadeVIA #76
Liza i Sverige Liza van Kuijk is een bekend vrijwilliger bij de VIA. Nu zit ze in Zweden. Tijd voor een interview
14
Interview
Liza i Sverige
Oplettende mensen hebben gemerkt dat jij niet zo vaak te zien bent in Nederland. Hoe zit dat?
met gezondheid op te zetten. Ik wil later namelijk ook met gezondheidsvoorlichting aan te slag.
Ik ben mijn half-Zweedse wortels gaan verkennen in Zweden. Sinds September zit ik in Växjö (uitgesproken als Veksjoe) als een EVS vrijwilliger (European Voluntary Service).
En hoe is het leven in Zweden?
Voor VIA? Ik moet bekennen dat mijn zendorganisatie de nationale Jeugdraad is en niet VIA. Ik ben EVS wel op het spoor gekomen door LTV van VIA.
Ik leef samen met vier andere vrijwilligers uit vier andere landen, Rupert ´Rupi´ uit Oostenrijk, Maria ´Meri´ uit Spanje, Karolis ´Carlo´ uit Litouwen en Mustafa uit Turkije.Voor mij valt te cultuur shock gelukkig wel mee, ik ben al vaker in aanraking geweest met de Zweedse cultuur.Vooral voor Meri en Mustafa is het wennen: werktijden, de omgang met elkaar, de taal.
Wat doe je zo al? Mijn gastorganisatie is Tech Group, die sinds 16 oktober de naam Nätverket SIP heeft. SIP staat voor “Samhällsförändring I Praktiken”, wat losjes ´actief de maatschappij veranderen´ betekent. Het is een netwerk van NGOs die jongeren steunen, als individu of als organisatie om hun idealen te verwezenlijken. Binnen Tech Group, nu Nätverket SIP heb ik de mogelijkheid gekregen om projecten 15
16
Verband Spreek jij zelf Zweeds?
Zijn er nog andere nadelen aan Zweden?
De Zweedse taal was voor mij een belangrijke reden om naar Zweden te gaan. Ik ben helaas niet tweetalig opgevoed. Het is iets makkelijker voor mij om het Zweeds op te pikken, Nederlands en Zweeds hebben veel dingen gemeen, bovendien heb ik gelukkig toch wel wat kennis van het Zweeds door mijn Zweedse wortelhelft [moeder, red.]. Na 6 weken Zweden kan ik al wel gesprekjes voeren, het meeste lezen en verstaan. Het moeilijke is echter om Zweeds te blijven praten, want iedereen spreekt Engels in Zweden! Mijn blonde lokken werken hier wel in mijn voordeel denk ik, want de meeste mensen antwoorden wel in het Zweeds als ik in het Zweeds iets vraag.
Waar ik ook ben, de muggen weten me te vinden, ook in September. Op een festival waar we gewerkt hebben kwam ik thuis met 18 muggebeten.
En leidt dat wel eens tot misverstanden? Ik stel mezelf hier voor als Liza... uit Holland. Mijn achternaam, van Kuijk, is erg moeilijk uit te spreken en komt er ongeveer uit als Fan Kuk, wat in het Zweeds ‘klote lul’ betekend!
Wanneer ben je weer terug? Ik blijf 6 maanden, tot maart dus. Iedereen kan mijn verhalen volgen op mijn weblog: www.liza.vankuijk.com
Voor wie meer wil weten: www.natverketsip.se http://ec.europa.eu/youth/index_ en.html www.liza.vankuijk.com
17
18
Bas van der Schot
ViadeVIA #76
Kampverslag Palestinian youth center /jafra/ Syria Yarmouk camp Euro-Palestinian summercamp, 15-29 July 2006
Rosalinde Koolstra
22
Roos
Yarmouk
Heel goed kan ik me herinneren hoe het vliegtuig over een kaal, bruin landschap vloog. Zo anders als Nederland, als Europa, kon ik alleen maar denken. Want dat was mijn enige referentiekader; verder was ik nooit geweest. Deze reis naar Syrië was ook mijn eerste vliegreis. Nog een gedachte die door mijn hoofd ging was wat mijn vader voor mijn vertrek tegen me had gezegd: besef goed wat een voorrecht het is zo’n grote reis te kunnen maken. Hoewel ik nog nauwelijks een idee had van wat me te wachten stond, wist ik dat het een ervaring zou worden om nooit te vergeten.
Op 12 juli, de dag voor ons vertrek, zagen we het nieuws op het journaal over de kidnapping van de Israëlische soldaat door Hezbollah. Ons plan om na het project door Libanon te reizen, zetten we meteen uit ons hoofd, maar we beseften ons toen wel dat het gebeuren invloed zou hebben op het project in Damascus. Op 13 juli liepen we met onze volle rugzakken over het vliegveld van Damascus. Nog verdwaasd van de reis, die twee uur langer duurde doordat ons vliegtuig niet over Libanon kon vliegen, zagen we ineens tussen de vele mensen twee lachende mensen die vrolijk naar ons zwaaiden. Door hen werden we in een kleine, gele taxi over drukke wegen met chaotisch toeterend verkeer naar het Jafra Youth Center in het Yarmouk Camp gebracht. Onderweg verbaasde ik me over het landschap; zo droog, kaal met palmbomen, over de warme wind die door de open ramen naar binnen waaide en aanvoelde als een föhn, over het verkeer dat op mij de indruk maakte van totale afwezigheid van verkeersregels, over de Palestijnse jongen voorin de auto die in gebroken engels druk en vrolijk tegen ons aanpraatte. Ik lachte naar Anoeshka en voelde me goed.
Een jaar geleden had ik samen met Anoeshka een project van SIW in Tsjechië gedaan. Het was ons zo goed bevallen, dat we deze zomer weer een project wilden doen. Misschien weer in Oost-Europa, maar het liefst in het Midden-Oosten. Uit de lijst van korte termijn projecten op de site van VIA, sprak die in Syrië ons het meest aan. Om een indruk te geven is hier de eerste zin van de beschrijving van het project: The objectives of this workcamp are to promote the idea of a democratic Palestine, especially after the victory of Hamas during the last elections, to participate to some activities of the centre and, for those who want it, to conceive new projects in collaboration with Jafra.Vooral in verband met de studie die we beiden doen, culturele antropologie en ontwikkelingsstudies in Nijmegen, leek dit project ons erg interessant. Anoeshka doet extra vakken van conflictstudies, en ik van Midden-Oosten studies. Gesprekken met Lokien, ervaringsdeskundige bij VIA van het Midden-Oosten gebied, en het voorbereidingsweekend maakten ons nog enthousiaster voor het project.
23
Yarmouk Camp is in 1948 als Palestijns vluchtelingenkamp ontstaan. In de loop van de tijd groeide het en veel Palestijnen openden er winkeltjes. Het goedkoop kunnen winkelen en wonen trok ook Syriërs aan, en uiteindelijk is Yarmouk officieel een deel van Damascus geworden. Het Jafra Jeugd Centrum ligt in één van de kleine straatjes van de hoofdstraat: Yarmoukstreet. In het straatje hangen aan de muren veel Palestijnse politiekbeladen affiches.
24
Verband Jafra is gevestigd in een hoekgebouw met twee deuren: de ene geeft toegang tot een zaal met een klein kantoortje en nog een ruimte waar de theatergroep van Jafra wekelijks oefent. Achter de andere deur is een trap die naar boven leidt, onder andere langs het kantoor van de communistische Palestijnse partij PFLP. Op de bovenste verdieping bevonden zich naast toilet, douche en een keukentje, een paar ruimtes die wij gebruikten als slaapkamer. Anoeshka en ik werden leuk ontvangen. We maakten kennis met een klein groepje Palestijnse jongeren en met mierzoete thee. Om ons te kunnen oriënteren waar we precies waren, probeerden we Yarmouk-Camp te vinden op ons kaartje van Damascus. Het stond er niet op. De reactie op onze verbazing zullen we nooit vergeten: ‘Yarmouk is not on the map, but in our hearts.’ Er volgde gelach. De eerste dag van het project, 15 juli, was de groep Europese vrijwilligers compleet: twee meiden uit Zwitserland, een meisje en een jongen uit België, een vrouw en een jongen uit Italië, twee meiden uit Engeland, een jongen uit Tsjechië en wij twee. Anoeshka en ik waren de enige die elkaar al kenden.We kregen allen een programma waarop de activiteiten per dag waren genoteerd; lezingen, bezoeken aan Palestijnse organisaties maar ook ‘toeristische’ dingen zoals het bezoeken van Old Damascus en de Romeinse ruïnes van Palmyra. Die twee weken nam ik mijn kladblok en pen overal mee naar toe. Alles wilde ik vastleggen. Mijn hoofd liep over van de indrukken en informatie en ik was doodsbang dat ik dingen zou vergeten.
Door middel van lezingen kregen we informatie over onder andere de geschiedenis van het Palestijns-Israëlisch conflict, over de huidige politieke situatie in het Midden-Oosten en over de Palestijnse cultuur. Dankzij bezoeken aan bijvoorbeeld andere vluchtelingenkampen in Damascus, scholen, een redactie van een tijdschrift, een kunstcentrum, leerden we de situatie van Palestijnen nog beter kennen. Er vonden veel interessante discussies plaats waarbij het gat tussen overheden en volk vaak ter sprake kwam. Ik vond het heel indrukwekkend om de Palestijnse kant van het verhaal te horen. De persoonlijke verhalen maakten de situatie voor mij zoveel intenser; het ging niet meer alleen om theoretische feiten, maar ook om mensen. Mensen met dromen over een betere toekomst, mensen met verlangens, angsten… Uitspraken als ‘Palestine is my dream, my life, my sole, my hope...’ maakte het zo veel realistischer. Ik bekeek het nu heel anders. Het meest indrukwekkend vond ik onze deelname aan een Palestijnse demonstratie in Yarmouk tegen de oorlog in Libanon en ons bezoek aan een school waarin honderden Libanese vluchtelingen onderdak hadden gekregen. Tijdens de demonstratie was ik me er heel erg van bewust hoe sterk het groepsgevoel onder de demonstranten was. Alle vlaggen, het klappen en schreeuwen was zowel beangstigend als opzwepend. Het bezoek aan de Libanese vluchtelingen overviel de meeste vrijwilligers een beetje. Helemaal gesluierd werden we in kleine groepjes naar binnen geloodst, want de bewaking bij de ingang mocht niet weten dat er buitenlanders naar binnen gingen. In groepjes met jongeren van Jafra deelden we het meegebrachte eten uit. In elk klaslokaal bleken 30 vluchtelingen te ‘wonen’.
25
26
Roos
Yarmouk
Na een half uur stonden we alweer buiten, vol van indrukken. Ik merkte dat ik op een gegeven moment overgeprikkeld raakte van alle indrukken en informatie, maar gelukkig stonden er genoeg ontspannende dingen op het programma. Zo hebben we bijvoorbeeld ook een christelijk klooster bezocht. Het klooster, Mar Musa genaamd, ligt tegen een berghelling midden in de woestijn. Het was er heerlijk tot rust komen. Het bezoek aan Palmyra was ook prachtig en ik genoot van het slenteren door moskeeën van Damascus. Omdat alle vrijwilligers ook samen graag iets wilden produceren naast het krijgen van veel informatie en ervaringen hadden we het plan opgevat samen een soort krant te schrijven met onderwerpen als de huidige situatie van Palestijnse vluchtelingen, toekomstdromen van Palestijnen en ons project in Jafra. We hebben de krant de naam ‘Palestijn Now!’ gegeven en hij is inmiddels af. De krant sluit af met een zin van elke vrijwilliger die hij de lezer mee wil geven. Opvallend is dat ze, ondanks dat we ze onafhankelijk van elkaar bedacht hebben, dezelfde strekking hebben; we hebben veel geleerd, en wat we geleerd, gezien en ervaren hebben, heeft ons geraakt. Mijn zin luid: ‘During the work camp in the Jafra Youth Centre I started to realize that the Palestinian cause is not only about land, but about dreams, hopes and identity. This insight is very important and I see it as my obligation to share it with people back in the Netherlands.’ Bij deze.
foto’s zijn van Rosalinde (’Roos’)
Links: www.jafracenter.net Anoeshkaenroos.waarbenjij.nu
27
28
Bereiding multi-maal
Vrijwilligers moesten gedurende het kamp de kar trekken
Een van de werkkampen die VIANederland organiseerde was ‘Mar-kelo’, op een asielzoekerscentrum in het Oosten van het land. De vrijwilligers organiseerden tal van activiteiten met de kinderen van het centrum, uiteenlopend van een voetbaltoernooi, knutselen, een spooktocht, op speciaal verzoek van de kinderen tot een heuse circus voorstelling. Ook voor de wat oudere kinderen waren er activiteiten; zo bereidde een aantal meiden een fantasievol multicultureel maal en waren er filmavonden.
Veertig bewijzen van een geslaagd kamp
Steuntje in de rug
De foto’s zijn afkomstig van twee online albums, te vinden op: http://www.mijnalbum.nl/Album=GDTP7ALJ en http://www.mijnalbum.nl/Album=NPIUWJWJ
ViadeVIA #76
De stem van de bulldozer Mijn vriend heeft een passie voor grote dingen die kunnen graven, slopen, rijden, vervoeren of andere gemotoriseerde handelingen uit kunnen voeren. In miniatuurvorm staan er vele van deze ‘monsters’ in zijn kast. Om over de boeken hierover nog maar te zwijgen.
Lokien
37
38
Lokien Holleman
Bulldozer
Als ik net een weekje of twee terug ben uit Palestina en ik met mijn vriend op de bank zit, gaat de telefoon. Het is een van zijn vrienden, die vertelt dat we even moeten ‘zappen’ naar National Geographic. Daar wordt de top 10 van dit soort gevaartes gepresenteerd. Hoewel onze interesses redelijk ver uit elkaar liggen, proberen we ons toch te interesseren voor elkaars hobbies. Ik kijk dus ingespannen naar het beeldscherm. Hierover bewegen machines in vele soorten en maten voort. De een kan heel veel vervoeren in zijn laadbak, de ander kan juist heel snel en flexibel bewegen en weer een ander is enorm sterk. Ik heb (ondanks de boekenkasten) nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten ‘zwaargewichten’ bestaan.
Natuurlijk is het machtig hoe mensen zulke dingen hebben kunnen maken. Maar denk je eens in hoe iemand die zijn huis is kwijtgeraakt tegen zo’n bulldozer aankijkt. Als je machteloos hebt staan toekijken, huilend, met je kinderen zich verschuilend achter de schijnveilgheid van je rug of je arm. Hier hebben ze hun kindertijd doorgebracht, hier is alles ontstaan wat ze in hun korte leven hebben meegemaakt, bezeten, liefgehad. En met een oorverdovend lawaai wordt dat alles platgewalst.
De meneer op de tv raakt duidelijk opgewonden over een wel heel ‘zwaar gewicht’. Een bulldozer zo groot als enkele huizen. In een test wordt er getoond hoe twee van deze reuzen in enkele seconden een soort sta-caravan tot stof verpulveren. ‘Dat verbaast me niks’, ontglipt mij - ondanks mijn vaste voornemen om gewoon geintereseerd naar de top 10 te kijken. ‘In Palestina worden er huizen tot puin gereden door heel wat kleinere bulldozers. Daar heb je helemaal niet zo’n gevaarte voor nodig. Hoewel, eigenlijk zijn de kleine bulldozers al enorme gevaartes. Ik weet nog dat ik de eerste keer voor zo’n ding stond. Echt angstaanjagend is dat.’ Ongewild nam de avond toch weer een andere wending. Ik kan simpelweg niet naar deze aparaten kijken, zonder dat dat gevoel van angst en afgrijzen bij me naar boven komt.
39
Zelf ben ik op mijn 12e een keer verhuisd. Ik moet bekennen dat ik tot op de dag van vandaag nog wel eens droom over mijn oude huis. Ik weet nog precies hoe ik moest huilen, toen mijn vader de brief voorlas waarin stond dat ons blok gesloopt ging worden en dat we moesten verhuizen. Let wel, we hebben 3 jaar de tijd gehad om aan dat idee te wennen, een nieuw huis te zoeken, al onze spulletjes in te pakken en te verhuizen. Hoe had ik gereageerd als ik die tijd niet had gekregen? Als alles in een klap weg was geweest? En niet door een brand of een ander afschuwelijk ongeval, maar doelbewust; door mensen - die zelf misschien thuis ook wel kinderen hebben? ‘Dat is de concurrent,’ onderbreekt mijn vriend mijn gedachten. ‘Caterpillar. Zij zijn ook aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan schending van mensenrechten.’ Daarom houd ik ook zoveel van hem. Zonder dat hij het echt laat merken, weet hij precies wat mij bezig houdt. Eigenlijk weet hij misschien wel meer over de situatie in Palestina dan ik. Ik vraag me plotseling af of hij
40
Verband miniaturen van Caterpilliar in zijn kast heeft staan, of dat hij deze doelbewust laat staan op beursen. Maar belangrijker vind ik nu de rechtszaak. Ik besluit om weer eens het Internet in te duiken en de laatste status van het proces te bekijken. Ik heb er al heel lang niks meer over gehoord. Misschien hebben ze wel steun nodig, misschien kan ik iets voor ze doen. De laatste keer dat ik er over hoorde - eigenlijk sinds ik de petitie tekende - was tijdens mijn bezoek in Palestina. Een vrijwilliger uit Noorwegen sprak er over. Hij zij dat het in elk geval gelukt was om de rechtszaak te beginnen. Dat is al een hele prestatie! Daarvoor waren veel handtekeningen nodig. En ook nog eens in Amerika. Daar wordt naar mijn mening doorgaans wel een manier gevonden om dit soort rechtszaken af te wijzen. Ik zit vol respect voor de mensen die dit hebben opgezet. Tegelijkertijd toont het ook weer eens aan dat het helemaal niet moeilijk is om iets te doen. Ik zeg niet dat deze rechtszaak nou vrede in het Midden Oosten brengt, maar ik vind het wel een heel belangrijke ontwikkeling. Het legt de verantwoordelijkheid bij mensen zelf. Of je nu een bulldozer bedrijf hebt, of iets heel anders: als je doelbewust je spullen verkoopt of je medewerking verleent aan schendingen van mensenrechten, kun jij daar ook voor aansprakelijk gesteld worden. Het zijn niet alleen de militairen ter plaatse die schieten, of de mensen ter plaatse die de muur bouwen. Het zijn juist al die mensen eromheen, die besluiten tot deze strategieen, en die ze ondersteunen en (finanacieel) mogelijk maken. Of zelfs mensen die hiertegen niet in opstand komen...
Ik ben blij dat de Noor me over de zaak vertelt. Het komt op het goede moment. We zijn allemaal erg toe aan wat positief nieuws. In de verte horen we de ‘stem’ van de bulldozer, zoals de Palestijnen het noemen, onafgebroken zingen. De stem van de bulldozer; het klinkt bijna poetisch. Geheel onterecht, naar mijn mening. Er is helemaal niets poetisch aan dat gele brok metaal. Met het grootste gemak schept het tonnen aarde uit de plek die ooit bouwland was, maar zich inmiddels al halverwege de transformatie naar een bouwput bevindt. De stem is heel dichtbij; eigenlijk aan de grens van het land van Sharif, waar we op dat moment te gast zijn.Voor het eerst, sinds een korte tijd relatieve rust. Hij heeft natuurlijk zijn advocaten al gebeld, maar hij krijgt geen gehoor. ‘De advocaten doen ook niks,’ verzucht hij. Het is moeilijk om precies te beschrijven hoe dat werkt. Het komt er ongeveer op neer dat de advocaten zeggen dat ze er niks aan kunnen doen, omdat het illegaal is. Ja, klinkt vreemd... Ze zeggen dat ze bijvoorbeeld een beslissing kunnen aanklagen, maar in dit geval was de uitspraak dat de kolonisten niet (nog niet) mochten bouwen. Ze hadden dus al gelijk gekregen. Als de kolonisten dan toch op hun eigen houtje, illegaal, gaan beginnen met ontginnen, kunnen ze daar verder niks aan doen. Dat is dan de taak van de politie. En ja, de Israelische politie laat natuurlijk niks van zich horen... We besluiten er heen te gaan. Sharif brengt ons achterop de tractor. Vanaf een afstandje kijken we even toe. Twee Israelise militaire jeeps komen aanrijden. We houden ze scherp in de gaten. Als ze stoppen en met de kolonisten praten, moeten we
41
42
Lokien Holleman
Bulldozer dat onmiddelijk vastleggen. Dat zou namelijk wel aan te klagen zijn! ‘Maar doe wel heel voorzichtig,’ waarschuwt Sharif, ‘ze kunnen zo je camera afpakken’. Maar ze stoppen niet. We kijken ze heel lang na, terwijl ze over de Palestijnse bouwlanden rijden, tot ze uit het zicht verdwenen zijn. Shafir zet ons af. Op naar de bulldozer. Een kleine is het, met wielen en geen rupsbanden. Een man erin, een ernaast en nog twee andere mannen in spijkerbroeken, T-shirts, petten op, zitten op een hoop puin. We hebben een kleine discussie over de herkomst van de mensen. Heel raar hoe je in Palestina altijd zo in hokjes denkt. Als ik iemand zie, is het eerste wat ik me afvraag: is het een Palestijn, of een Israeli? En als het een Israeli is, is het dan een kolonist? Of een vredesactivist? En hoe denkt hij? Hoe denkt hij over mij? Wat kan ik zeggen?
Bulldozer in Yayyous; foto: Lokien
De mannen in spijkerbroek blijken Kolonisten te zijn. De Noor ‘knoopt een gesprek met ze aan’: ‘Hello! What are you doing here?’ ‘No English!’ ‘You don’t speak English?’ ‘No.’ ‘Do you speak any other languages?’ ‘Ivriet!’ ‘Do you speak any other languages, except from Ivriet?’ ‘No, no! Ivriet! We love Israel!’ ‘But this is Palestinian farm land...’ ‘No, no, this is ALL Israel!’
43
44
ViadeVIA #76 En daarbij maakt de man een wijds armgebaar, waarmee hij de hele omgeving aanduidt. Daarna lopen ze weg om versterking te bellen. We maken foto’s van de bulldozer en de hopen puin. Als we met de tractor wegrijden, rijdt de bulldozer op ons af. Een meter voor me, recht voor mijn neus, rijdt hij. Ik realiseer mij weer hoe angstaanjagend hij is. Dat als hij even doorrijdt, hij ons en de hele tractor omver rijdt. Terwijl een tractor in mijn gedachten altijd een behoorlijk grote machine was.
Weinig opgewekt komen wij bij het hutje aan. Het geel van de bulldozer en het flitsen van de ramen in de zon, blijft ons de rest van de dag en de volgende dagen gezelschap houden. Ik heb kennis gemaakt met een van de vele gezinnen waarbij deze gele kolossen een enorme rol spelen in het leven.
Voor meer informatie over Caterpillar:
De eerste keer dat ik een bulldozer zag, was anderhalf jaar geleden in Hebron. Daar stond er een voor de moskee. Ik had er een foto van willen maken, maar durfde dat toen niet, omdat hij omringd was door militairen. Achteraf heb ik daar spijt van. Deze dingen zijn zo buiten alle proporties; iedereen die er eens een van zo dichtbij heeft gezien, moet zich wel realiseren dat deze dingen niet ingezet kunnen worden tegen families, kinderen. De bulldozer op het land is nog maar een kleine. Met rubber banden. Geen rubsbanden. En dit gevaarte gaat al overal doorheen. Als we langs de kolonisten rijden om naar huis te gaan, is de versterking inmiddels gearriveerd. Een jeep met mannen en grote geweren. Alsof er niets aan de hand is, rijden we door. Onderweg stoppen we even. Sharif stapt af en haalt mijn fototoestel onder een steen vandaan, die hij daar voor de zekerheid had neergelegd, omdat ik toch geen foto’s meer kon maken, omdat mijn rolletje inmiddels vol was.
www.hrw.org (human right watch): www.hrw.org/ english/docs/2004/11/22/isrlpa9711.htm www.democracyinaction.org/ dia/organizations/jvfp/petition.jsp?petition_KEY=187 www.jewishvoiceforpeace.org: www.jewishvoiceforpeace.org/ publish/article_321.shtml www.democracynow.org: www.democracynow.org/ article.pl?sid=05/03/16/1458237 www.commondreams.org: www.commondreams.org/headlines05/0414-02.htm
45
46
Bas van der Schot
Verband
Tasje Marius van Hoogstraten
In Irak en Afganistan voert het Westen een oorlog om olielevering veilig te stellen. Die olie komt via dure en milieubelastende transporten op den duur in een raffinaderij terecht, wordt van daaruit naar een ontwikkelingsland verscheept voor verwerking, en komt ons land deels weer binnen in de vorm van plastic tasjes. Wegwerptasjes, geproduceerd om een zojuist gekocht product in mee te nemen naar huis en daarna als ze geluk hebben nog een enkele keer gebruikt worden om iets in te transporteren. Vaker dan dat zijn ze niet inzetbaar: ze gaan al snel scheuren en knappen. Afgedankt en opgebruikt verdwijnen ze de afvalbergen in, of de vuilverbranding, of een of ander natuurgebied. Waarom toch? Ieder mens heeft, zoals ik, minstens tien tassen rondslingeren die de taak beter volbrengen. Van linnen tasjes tot grote watervaste schouder- of rugtassen, allemaal duurzamer, comfortabeler en fraaier. Zijn we werkelijk te stom om voordat we uit huis weggaan te bedenken dat we misschien die dag wel eens een plaat of wat bananen zouden willen kopen? Zijn we werkelijk zo onlogisch ingesteld dat we bereid zijn met een onhandige plastic tas te zeulen om maar niet met een iets grotere schoudertas van huis te hoeven vertrekken? Is ons beeld van de samenleving, en van ons eigen kooppatroon, werkelijk zo verouderd dat we het een onverwachte bijzonderheid vinden een transactie tegen het lijf te lopen? Volgens mij zit het werkelijke probleem niet in onze individuele suffigheid. Het is eerder dat wij leven in een consumptiemaatschappij. De consumptiemaatschappij leeft
49
50
Marius van Hoogstraten
Tasje
van lichtheid. Kopen, winkelen, of funshoppen is licht, leuk en lekker. We moeten zonder veel na te denken ter plekke verleid worden een ding te kopen. Geld moet rollen en als we overal bij nadenken doet het dat niet. Dus moet een aankoop zo geïsoleerd mogelijk lijken: het liefst een impulsaankoop die niet teveel tentakels der consequentie heeft naar verleden of toekomst. Zoals een winkeltje in Praag erg eerlijk op zijn gevel heeft staan: “Impulsive consumers are our best customers”. Als ik nu met een tas van huis vertrek, begint de ellende voor het systeem al. Ik ben van tevoren van plan, of in elk geval erop voorbereid, met meer producten thuis te komen dan waarmee ik vertrok. Hiermee is de aankoop, dan al voorvoeld, dus niet meer geïsoleerd in de tijd. Het kan nooit meer een impulsaankoop zijn, we kunnen ons nooit meer totaal overgeven aan de verleiding van het kopen, omdat we al van huis vertrokken met het plan íets te gaan kopen. Stel dat iedereen een tas mee zou nemen als zij iets zouden gaan kopen: dat zou bijna impliceren dat je niets kunt kopen als je zónder tas vertrekt. Dat zou de dood van de consumptiemaatschappij betekenen. Het spreekt voor zich dat het grootkapitaal hiertegen strijd voert, en dat doen ze met het tasje. Het tasje is het teken voor de ultieme lichtheid van het kopen: “Niet nadenken, alles is geregeld, we hebben zelfs een tasje voor je, je hoeft alleen maar te betalen.” Maar ook iemand die met een linnen tasje van huis vertrekt, ‘voor het geval dat’, verzet zich niet werkelijk tegen de onverwachte aanschaf en dus niet werkelijk tegen het meest fundamentele van de consumptiemaatschappij: dat we dingen
kopen alleen omdat we tijdens de transactie in de waan verkeren dat we het nodig hebben, of, nog erger, omdat het “leuk” is. Leuk. Leuk! Het is een product, een ding dat jou invloed op de wereld bemiddelt, waar oerwouden voor zijn gekapt, kinderen voor uit school gehouden, oliestaatjes voor gebombardeerd. Het minste wat je zoiets verschuldigd bent is het iets meer respect te geven dan ‘leuk’. Op zijn minst ‘nodig’. En op zijn minst thuis al bedenken dat je het nodig hebt. En dus géén ‘geval dat’: als ik thuis niets kan bedenken dat ik nog moet kopen, hoef ik dus ook niets te kopen. Dan heb ik dat linnen tasje dus ook nergens voor nodig.
51
ViadeVIA #76
Verband (column) Florian Kullberg
De wereld, gezien vanuit Florian’s brein
54
Florian
Verband
Wij mensen, wij draaien allemaal maar om elkaar heen. We zijn daartoe gezegend en gedoemd, en het is gewoon maar zo.
We trekken allemaal aan elkaar. Elke ziel aan de andere kant van de wereld wordt door ons aangetrokken, en wij door haar of hem, doordat we de ruimte vervormen. Onze indruk op het universum. Dat is prachtig.
Misschien een goed moment om er een klein stukje van de algemene relativiteitstheorie bij te halen. (Ik ben altijd op zoek naar een reden om dat te doen, maar nu leek het me wel goed uit te komen, bovendien heb ik er juist over gelezen in het boek ´een korte geschiedenis van bijna alles`, dus ik weet er nu heel veel van). In deze theorie wordt gesteld dat zwaartekracht op zich eigenlijk niet bestaat. Stel je de werkelijkheid voor als een matras. (Beetje raar, alsof dit bestaan is om in te gaan slapen. Nee, het is als volgt: Werk, doe je best en toon een beetje medeleven. Maar even voor nu: stel je voor dat deze werkelijkheid een matras is, een enorm matras.) Voorwerpen die zwaar zijn, zegge een grote loden bal, zullen het matras een stuk indrukken. Het vervormt de werkelijkheid een beetje. Zo maakt alles wat bestaat een grotere of kleinere indruk op de werkelijkheid. Leg nu naast de grote bal een kleiner voorwerp, een knikker bijvoorbeeld, dat rolt lekker, en je zult zien dat de dit voorwerp doordat het matras is ingedrukt naar het grotere voorwerp toe zal rollen. Zo is het dus ook met de ruimte om ons heen, alleen dan in wat meer dimensies. Alles trekt een heel klein beetje aan elkaar.
55
Minder comfortabel is het als je uit een vliegtuig springt en je parachute gaat niet open. Dan kan het je weinig schelen of de zwaartekracht op zich wel of niet bestaat, of wat voor indruk je op het universum maakt. Je bent dan meer bezig met het ontwijken van het aardoppervlak, wat lastig is aangezien het groot is en snel dichterbij komt. Nu is onze planeet gezegend met enkele moerassen. Het zou zomaar kunnen dat je daarin valt, en je levend en wel belandt in een ziekenhuis. Geheel in het gips gewikkeld natuurlijk want overleven gaat niet vanzelf. Je maakt een behoorlijke indruk op je matras en de zuster met de zachte handen moet je vaak omdraaien om doorligplekken te voorkomen. Tegen de tijd dat het verband eraf mag, heb je ook al een behoorlijke indruk op haar gemaakt. Zo´n indruk zelfs dat ze tegen alle natuurwetten in binnenstapt in jouw matrasruimte, en als vanzelf naar je toe rolt. Zo draaien wij mensen om elkaar heen, en zo vallen wij naar elkaar toe. Het is overal en altijd hetzelfde in het universum. Volgende keer de theorie dat juist dit oorlogen veroorzaakt. Ironisch genoeg. Want behalve dat alles elkaar aantrekt, is ook alles weerbarstig.
56
Verband
Verwijzingen bij genoemde seminars en workshops in het NSF artikel:
Rectificatie/ Aanvulling In de vorige ViadeVIA, nummer 75, pagina 37, had Lokien Holleman een sfeerimpressie gegeven van het Tweede Nederlands Sociaal Forum. De redactie was vergeten om daarbij de links te voegen, voor mensen die meer willen weten. Rechts alsnog de links.
Redactie
- Website Nederlands Sociaal Forum (inclusief verslagen): www.sociaalforum.nl - 11 september onderzoekscommissie: www.onderzoek911.nl - The iron wall (film): www.theironwall.ps - Seminar The iron Wall georganiseerd door: ucp www.unitedcivilians.com, eajg www.eajg.nl, Nederlands Palestina Komitee www.palestina-komitee.nl - Robert Fisk: www.robert-fisk.com - Kernwapens:VD AMOK (www.vdamok.nl) - burgemeesters voor vrede (www.mayorsforpeace.org) - WISE Nederland (tegen kernenergie in Nederland): www.tegenstroom.nl - Seminar over Vijandsbeeld: hiervoor werd een reader samengesteld en uitgedeeld. Er zijn nog enkele exemplaren over. Geinteresseerd: mail
[email protected]
57
58
Bas van der Schot
59
60