sc h o l i n g 2 september 2015 Contextuele behandeling van complex trauma www.rvagroep.nl
8 oktober 2015 Kompas Kinderen- en Jeugdpsychiatrie www.sympopna.nl
8 september 2015 Trauma in ontwikkelingsperspectief www.delfosacademy.nl
12 oktober 2015 Laat professionals hun werk goed doen. Goede diagnostiek in de GGZ leidt tot betere en goedkopere zorg www.sympopna.nl
26 november 2015 TERRA Conferentie www.terra-net.eu
8 december 2015 Arq Najaarssymposium www.arq.org
C o g i sc o p e
0215
0 2 1 5 C o g i sc o p e
C o g i sc o p e 0 2 15
t i j d sc h r i f t o v e r g e v o l g e n v a n sc h o k k e n d e g e b e u rt e n i ss e n
jaargang 12 nummer 2 juli 2015
Scholingsaanbod Arq i.s.m. RINO Noord Holland
17 september 2015 F-ACT Congres 2015 www.factcongres.nl 22 september 2015 GGZ Kennisdag 2015 www.trimbos.nl 24 september 2014 Ouderenpsychiatrie in de praktijk www.nursingcongressen.nl 2 oktober 2015 ACT Congres: leven en werken met waarden www.cursussenencongressen.nl 8 oktober 2015 3e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering www.celevt.nl
15 oktober 2015 Congres positieve psychologie www.tijdschriftpositievepsychologie.nl 22-24 oktober 2015 9th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry www.oudconsultancy.nl 3-6 november 2015 3rd World Conference of Women’s Shelters www.worldshelterconference.org 5-7 november 2015 ISTSS Annual Meeting www.istss.org
EMDR - basiscursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma September – november 2015
Basisopleiding Psychotrauma Kenmerken, diagnostiek en behandeling Oktober – december 2015
Psychotrauma en ouderen Diagnostiek, behandelvormen en comorbiditeit September – december 2015
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma Oktober – december 2015
Trauma, cultuur en migratie Complicerende factoren bij de behandeling September – december 2015
Behandeling van getraumatiseerde gezinnen Een trauma heb je nooit alleen November 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik of mishandeling Traumagerichte behandeling in 2 fasen September – december 2015
Betrouwbare diagnose PTSS met CAPS-5 Aanpassingen naar DSM-5 November 2015
Narratieve Exposure Therapie (NET) (BEPP) Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS Behandeling van complexe ptss September 2015 – mei 2016 November 2015 – mei 2016 Informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
The m a num m e r R a d ic a l ise ring Terroris medreig ing v anuit een exis tentieel g ezichts p unt Sig nalering cruciaal – maar wat, wie en hoe? Ps y cholog is che inb reng onontb eerlijk b ij p rev entie en nazorg
C OGI S C O P E
0215
r e d a ct i o n e e l
Ar q - b o e k e n r e e k s
Kijken, zien, begrijpen Wie vandaag de dag over radicalisering schrijft, kan zowat overal beginnen. In de hele wereld waarop we wonen. Bij het proces zelf, de voedingsbodems, of de uitkomsten en gevolgen. Over slachtoffers en daders kan het gaan, hun families, vrienden, contacten – over wat ze denken en doen. Het accent kan op de geschiedenis, het relaas liggen, sociologische of ideologische achtergronden belichten, in de psychologie van individuen en groepen duiken, lokale machtsverhoudingen en geopolitieke strategieën ontrafelen. Of iedereen die bezig is het fenomeen te doorgronden een spiegel voorhouden, want hoe we radicalisering en radicalisme zien zegt zoveel over hoe we willen kijken.
Arq Psychotrauma Expert Groep en Uitgeverij Boom geven samen een reeks wetenschappelijke boeken en e-books uit op het gebied van psychotrauma. De boeken zijn te bestellen via de website van Uitgeverij Boom (www.boompsychologie.nl) en zijn ook te leen in de bibliotheek van Cogis.
Extremisme is wel een probleem. Als radicaal denken overgaat in doen om buiten die dialoog te treden, geweld te gebruiken en mensen felle schade te berokkenen, dan worden rechtsstatelijke grenzen overschreden. Dat kan niet – daar is iedereen het wel over eens. Hoewel… in sommige landen, tegen dictatoriale regimes, is een radicaal breken, geweld voor de goede zaak dan toch niet te rechtvaardigen? Afghanistan, Irak, Syrië, de landen waar de Arabische Lente is verwaaid, zijn voorbeelden van hoe moeilijk het is om klare lijnen te trekken. Extremisme kan nooit, maar vanuit een democratisch perspectief is het ene extremisme kennelijk toch erger dan het andere, om het Orwelliaans te zeggen.
In een democratie is radicalisering geen probleem. Eigenlijk kan een democratie niet bestaan zonder radicalisme. Democratie is immers een ‘process of questioning’, schreef de Franse filosoof Claude Lefort: ‘democracy is instituted and sustained by the dissolution of the markers of certainty. It inaugurates a history in which people experience a fundamental indeterminacy as to the basis of power, law and knowledge, and as to the basis of relations between self and other, at every level of social life’. Het is een vorm-van-regeren die belangentegenstellingen expliciteert en zodoende het conflict institutionaliseert in een voortdurend zoeken naar dialoog en balans.
In dit themanummer hebben we geprobeerd om radicalisering en radicalisme breed te portretteren en vanuit verschillende gezichtspunten te benaderen. Wat de verschillende artikelen bindt, is hoe beleid en professionaliteit zo goed mogelijk kunnen worden afgestemd op wat we zien gebeuren. En als er alvast één conclusie uitspringt, is het dat we op veel verschillende manieren kijken.
A new generation: how refugee trauma affects parenting and child development Elisa van Ee, proefschrift 2013 € 24,90, ISBN 9789089532671 Linking post-disaster mental health to the erosion of social fabric Tim Wind, proefschrift 2013 € 24,90, ISBN 9789089531957
Hans Moors
Kwartaalblad: verschijnt 4x per jaar
Mental health in war-affected populations Pim Scholte, proefschrift 2013 € 19,90, ISBN 9789461057631
Kosten: € 27,50 per jaar Aanmelden:
[email protected]
gevolgen van schokkende gebeurtenissen. Er is
55
2015 januari-juni iseerde van getraumat Behandeling
geconfronteerd. Daarbij denken wij ook aan geüni-
• congresverslagen
formeerden bij defensie, politie, ambulance, brand-
• recensies
weer, openbaar vervoer.
• actuele informatie uit het veld
21 april 2015 3e Landelijke studiedag ‘Basis GGZ’ www.leidscongresbureau.nl 23 april 2015 (herhaling 26 mei 2015) Trauma en Verslaving Refereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arq aanmelden:
[email protected]
The legacy of World War One Shaping the Modern World www.legacyww1.org
Complexe traumatisering – basiscursus Diagnose en behandelvormen Mei-september 2015
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma Oktober – december 2015
Informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
14 november 2014 NVGP-congres ‘De groep dichtbij – dichtbij de groep www.groepstherapie.nl
door Trudy Mooren en Gerrit Breeuwsma www.centrum45.nl 20 november 2014 Jaarcongres Nederlands jaaRgang 12 Kenniscentrum Ouderenpsychia trie www.nkop.nl
Them anum
21 oktober 2014
Mensenhandel en trauma Refereerbijeenkomst, verzorgd door Equator Foundation en Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel www.equatorfoundation.nl
• M a a ts c h a p p e l i j k e i m p a c t va n mini-crises • Er va r i n g e n a a n h e t W O I f r o n t
tijdsChrift over gevol gen va n s C h o k k ende gebeu rten
issen
Verbinden na trauma Miranda Ollf, Oratie 2012 e-book € 9,95, 9789461273833
SCholing
24 september 2014
Ouderenpsychiatrie in de praktijk www.nursingcongressen.nl 2 oktober 2015 ACT Congres: leven en werken met waarden
• L e ve n s ve r h a l e n i n h e r i n n e r i n g s c uwww.cursussenenco l tu u r ngressen.nl é n tr a u m a th e r a p i e 8 oktober 2015
3e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering www.celevt.nl
22-24 oktober 2015 9th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry www.oudconsultancy.nl 3-6 november 2015
3rd World Conference of Women’s Shelters www.worldshelterconference.org 5-7 november 2015 ISTSS Annual Meeting www.istss.org
26 november 2015 TERRA Conferentie www.terra-net.eu
Trauma, cultuur en migratie
Complicerende factoren bij de behandeling September – december 2015
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma oktober – december 2015 Behandeling van getraumatiseerde gezinnen Een trauma heb je nooit alleen november 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik Betrouwbare diagnose PTSS met of mishandeling CAPS-5 Traumagerichte behandeling in 2 fasen Aanpassingen naar DSM-5 September – december 2015 november 2015
TijdSChRifT ove R gevolgen va n S C h o k k e n d e gebeuRTeniSS en
Themanum mer Radicalise ring Terrorismed reiging vanuit een existentiee l gezichtspu
nt
Signalering cruciaal – maar wat, wie en hoe? Psychologi sche inbreng onontbeerl ijk bij preventie en nazorg
Ruud Jongedijk
Ruud Jongedijk
Levensverhalen en psychotrauma
Levensverhalen en psychotrauma
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
Voor PTSS-patiënten zijn er succesvolle traumagerichte therapieën zoals CGT of EMDR. Deze behandelingen zijn niet altijd toereikend en kunnen ook te belastend zijn voor patiënten die in het verleden meerdere en complexe traumatiserende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Speciaal voor deze PTSS-patiënten is Narratieve Exposure Therapie (NET) ontwikkeld. Het doel van NET is de patiënt het overzicht over zijn gehele leven te geven en om de traumatiserende gebeurtenissen te integreren in het levensverhaal. Dit gebeurt op basis van drie pijlers: de chronologische levenslijn, de narratieve exposure en het getuigenisverslag. NET is inmiddels een bewezen effectieve behandelvorm. Dit eerste Nederlandse handboek over NET bevat een praktische handleiding over de behandelmethodiek, met veel voorbeelden en casuïstiek. Diverse gerenommeerde auteurs belichten NET vanuit hun eigen invalshoek: levensverhalen van de vrouwen van Srebrenica, zwijgen als coping bij seksueel trauma, biografie en hechting bij vroeg getraumatiseerde kinderen, getuigenistherapie, NET in Uganda, NET bij ouderen, KIDNET, NET en dissociatie en NET in een groepssetting.
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
Anna Neeltje Drogendijk
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
In recent years, an increasing number of studies have been published indicating several psychosocial consequences of disasters. Only some of these studies specifically address the effects on non-Western populations. This thesis complements the growing body of literature on ethnic minorities. It describes the psychosocial consequences for ethnic minorities affected by the Enschede Fireworks Disaster in The Netherlands in 2000. The central question of this thesis is: what is the impact of a disaster on ethnic minorities? Is the mental health impact of a disaster greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives? What is the relationship between acculturation into the Dutch community and the social support systems that address mental health problems after a disaster? And concerning after-care, do General Practitioners recognise mental health problems that arise from the disaster?
Dit inspirerende boek is een aanrader voor traumatherapeuten en voor hen die geïnteresseerd zijn in levensverhalen bij getraumatiseerde mensen.
To answer these questions, we examined comparative data from the Enschede Fireworks Disaster Study, looking at affected ethnic minorities, affected Dutch natives and non-affected ethnic minority and Dutch natives. Furthermore, we conducted in-depth interviews with Dutch Turkish people affected by the fireworks disaster. Finally, we used a GPmonitor, a record of all problems, diagnoses and interventions used to address the impact of the disaster.
Ruud Jongedijk is psychiater en directeur Zorg & Innovatie bij Stichting Centrum ’45 en Arq Psychotrauma Expert Groep. Hij heeft NET als behandelmethode in Nederland geïntroduceerd en heeft NET-trainingen en supervisietrajecten opgezet.
The overall conclusion is that the impact of a disaster tends to be greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives. The reason for this discrepancy can be found in the fact that ethnic minority populations tend to live in a more vulnerable situation before a disaster, and that probably increases the negative psychosocial impact after the disaster. The author of this thesis is Anna Neeltje (Annelieke) Drogendijk. She is the director of the Impact Knowledge and advice centre for psychosocial care concerning critical incidents. She worked for 11 years as a researcher with the Institute for Psychotrauma.
ISBN 978-9-4610563-7-5
informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
matiek VERWIJDERD om het zo te laten passen
Anna Neeltje Drogendijk
Experiencing a disaster can profoundly affect one’s psychological well-being. The impact can last even longer when there are ongoing adversities, such as severe physical health issues, property damage, forced relocation or financial loss.
Narratieve Exposure Therapie (NET) (BEPP) Beknopte Eclectische Behandeling van complexe ptss Psychotherapie voor PTSS September 2015 – mei 2016 november 2015 – mei 2016
(vooraankondiging) en Een integratieve behandelvorm voor traumaproble-
www.cogis.nl/cogiscope Colofon Redactie: Michel Dückers, Joris Haagen, Jeroen Knipscheer (hoofdredacteur), Hans Moors, Michaela Schok en Ine Spe. Eindredactie: Marleen van de Ven Bureauredactie: Linda Reek Redactieadres: Cogis, Nienoord 5, 1112 XE Diemen Telefoon 020-6601930, fax 020-6601931 E-mail
[email protected] Oplage: 1300 exemplaren
Trauma en beschaving. Een historischsociologisch onderzoek naar de opkomst en verbreiding van de zorg voor slachtoffers van schokkende gebeurtenissen Frank Hermans, 2010 € 36,90, ISBN 9789461053336
Druk: ZuidamUithof, Utrecht ISBN 1871-1065 © Cogis Cogis Cogis is het kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Hulpverleners vormen de belangrijkste doelgroep. Voor hen ontwikkelt en organiseert Cogis cursussen, trainingen, congressen, symposia en studiedagen, ook op aanvraag. Daarnaast geeft Cogis beleidsadviezen en fungeert het als vraagbaak voor geweldsgetroffenen. De bibliotheek van Cogis
- Op bevende grond - Psychoso ciale onderste uning in conflictg ebieden 8 december 2015 – (hoe) kunnen we Arq Najaarssymposiumhelpen? - (On)verg eten www.arq.org geheime n na genocide
Scholingsaanbod arq i.s.m. Rino noord holland EMDR - basiscursus Basisopleiding Psychotrauma Eye Movement Desensitization Kenmerken, diagnostiek en and Reprocessing bij trauma behandeling September – november 2015 oktober – december 2015
Psychotrauma en ouderen Diagnostiek, behandelvormen en comorbiditeit September – december 2015
CogiSCoPe
Cogiscope verschijnt 4x per jaar. Een jaarabonnement kost
Vormgeving: CARTA, communicatie & grafisch ontwerp, Utrecht
Deconstructing delayed posttraumatic stress Geert Smid, proefschrift 2011 € 15,90, ISBN 9789461057884
nummeR 2 juli 2015
21 november 2014 Innovatief inzetbaar: (e)tools ter tief en versterking van deld collec 17 november 2014 ingsve veerkracht voor 3 november 2014 - Spann hoog risico-beroepen Meet the Xperts II, Research en Best Practices de alternatie- indivi du EMDR ven. I fErvaringsdeskun t O V E r digheid g E V O L g EArq n Najaarssymposium Refereerbijeenkomst t I j d s C h r en Stichting www.cogis.nl Centrum ’45 V a n s C hcliëntgestuurde O k k E n dorganisaties, E gEbE sE n en steun deu r t E n I s rouw 2 september 2015 stand van zaken - Verlie s, www.centrum45.nl 8 oktober 2015 27 november 2014 Contextuele www.ggzplussymposium.nl behandeling vanctief perspe comKompas Kinderen- en isch Kansen en obstakels histor plex in de trauma ïne: 4 november 2014 Jeugdpsychiatrie - Oekra psychotraumahulpverlening 20 november 2014 www.rvagroep.nl Narratieve Exposure Therapie www.sympopna.nl Samenwerken in een Veerkracht online: complex veld (NET) supervisiedag toepassingen (NtVP-congres) voor preventie en praktijk 8 september 2015 www.centrum45.nl www.sympopna.nl 12 oktober 2015 Arq Najaarssymposi Trauma in ontwikkelingsperspe um i.s.m. ctief Laat professionals INPREZE hun werk goed 6 november 2014 www.delfosacademy.nl 2 december 2014 doen. Goede diagnostiek www.cogis.nl/veerkrachtonline in de Sociale Psychiatrie: de revanche 3e landelijke studiedag GGZ leidt tot betere en goedkopere Basis GGZ van het systeemdenken 17 september 2015 www.leidscongresbureau.nl zorg 20 november 2014 www.sympopna.nl F-ACT Congres 2015 www.sympopna.nl (herhaling 9 december 2014) 4 december 2014 www.factcongres.nl Kinderen en oorlog 6-8 november 2014 Studiedag Klinische Refereerbijeenkomst 15 oktober 2015 psychotherapie ISTSS Annual Meeting Stichting – de therapeutische 22 september 2015 Centrum ’45, verzorgd Congres relatie positieve www.istss.org vanpsychologie GGZ Kennisdag 2015 • Ve r bzorglijn i n d e n o p n avanuit ti o ndea a l daag é n www.tijdschriftpositievepsychoKind en Trauma, www.opzgeel.be www.trimbos.nl Eu r o p e e s n i ve a u logie.nl
COgIsCOpE 10 oktober 2014 Congres ‘Angststoornisse n …en?’ www.parnassia-academie.nl
mer MH1 7
CogisCope
Anna Neeltje Drogendijk
• interviews
en depressie
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
gevolgen van) schokkende gebeurtenissen worden
9 oktober 2014
Symposium Psychotraumatis ering II www.scem.nl 9 oktober 2014 Symposium Jeugd en Gezinsonderzoek www.ru.nl
7 november 2014 Symposium Angst
in een diverse samenleving. Naar diversiteitscompetente behandeling en autonome cliënten www.tilburguniversity.edu
Ruud Jongedijk
psychotrauma
20-21 april 2015 Annual Conference UK Psychological Trauma Society www.ukpts.co.uk
www.medilex.nl
www.celevt.nl
30 oktober 2014 Vluchtelingenbeleid? Gemeenten aan zet! Congres t.g.v. 35 jarig bestaan van VluchtelingenWerk Nederland www.vluchtelingenwerk.nl/cong res
pe
Levensverhalen en psychotrauma
werkbelasting voor mensen die veelvuldig met (de
16 april 2015 Psychiatrie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking www.medilex.nl
16 april 2015 mensen de zorg voor Psychiatrie in jke beperking met een verstandeli
0 1 1 5 C O g I s C O p E
• achtergrondverhalen over 10 april 2015 7e jaarcongres klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen www.zonderzorg.nl
6 maart 2015 Congres Integrale Zesde congres (G)Gz in crisis? Psychiatrie. De psychiatrie.nl www.congresintegrale
21 april 2015 6 maart 2015 22 januari 2014 studiedag ‘Basis rouw februari) 3e Landelijke Traumatische for (herhaling 17 2015 Psychotherapy based op PTSS GGZ’ Brief Eclectic januari-december Over evidence reau.nl en migratie s en de www.leidscongresbu Traumatic Grief* Trauma, cultuur gerichte interventie factoren bij de (Rolf Kleber) www.rino.nl Complicerende dilemma’s ervan van behandel23 april 2015 behandeling* 2015 & Het voorspellen mei 2015) en 14 september met PTSS: (herhaling 26 9, 16 maart www.rino.nl succes bij veteranen Therapie en diagnostiek n voor de Co-morbiditeit Narratieve Exposure Richtlijnaanbevelinge 23 juni 2015 Stichting 24-26 april 2015 24-26 juni 2015 Refereerbijeenkomst (NET)* (Joris Haagen) 11 februari 2015 Arq praktijk betere First International Conference on t Stichting Getuigen of therapie European Congress onl ’45 / Stichting Naar een3rd Body. Centrum jeenkoms the www.rino.n Mind Stichting Refereerbi en leefstijlOutreach Transcultural Psychiatry in Central Refereerbijeenkomst Assertive directiesecretariaat@ e gezondheid / Stichting Arq Aanmelden: lichamelijk Centrum ’45 www.eaof.org European Countries Centrum ’45 / Stichting Arq met een ernstige centrum45.nl n: 27 maart 2015 van patiënten Aanmelde .nl g aanmelden: www.wpa-gdynia-2015.org posium centrum45 Arq Najaarssym psychische aandoenin directiesecretariaat@
[email protected] 2 september 2015 24-26 april 2015 on www.arq.org www.sympopna.nl al Conference Contextuele behandeling van 30 april 2015 First Internation Central 29 januari 2015 Psychiatry in GGZ+Tech in gemeenten 2015 11 maart 2015 Transcultural maart-april 18 februari en met Kwetsbare gezinnen scholingsaanbod arq i.s.m. rInO noord holland Countries www.ggzplussymposium.nl lex.nl re diagnose PTSS bij angst en depressie tie European Betrouwba Rehabilita www.medi 5.org Narratieve Exposure Therapieeerde GGZ Psychotrauma enCAPS-5. ouderen www.wpa-gdynia-201 in gespecialis naar DSM-5* Diagnostiek, behandelvormen (NET) 19 mei 2015 2015 Aanpassingen www.trimbos.nl januari-juni – verdie- van complexe ptss ring en comorbiditeit www.rino.nl Masterclass Positieve psychologie Behandeling Complexe traumatise september – december 2015 september – mei 2016 in de praktijk pingscursus ormen* www.11congressen.nl behandelv Diagnose en Beknopte Eclectische Behandeling van getraumatiwww.rino.nl Psychotherapie voor PTSS (BEPP) seerde gezinnen 28 mei 2015 Congres Kind en trauma Een integratieve behandelvorm Een trauma heb je nooit alleen voor traumaproblematiek september – december 2015 www.traumacongres.nl Mei – december 2015 Trauma, cultuur en migratie 10-13 juni 2015 ESTSS Conference 2015 EMDR - basiscursus Complicerende factoren bij de behandeling www.estss.org Eye Movement Desensitization september – december 2015 and Reprocessing bij trauma september – november 2015 22-26 juni 2015
Een belangrijk aandachtsgebied vormt ook de
sChOLIng
comorbiditeit* www.rino.nl
8 oktober 2014 Diagnostiek en behandeling van psychische gevolgen in de volwassenheid
29 oktober 2014 Building Bonds From the Inside Out. Werken en Verbinden met de Kracht van Binnenuit www.eftnetwerk.nl
0215 C o g i S C o Pe
www.medilex.nl
COgiSCO
sCholing 6 oktober 2014
Ontkenning bij vermoedens van kindermishandeling www.herlaarhof.nl
01 15
2015 januari-december en ouderen Psychotrauma en behandelvormen Diagnostiek,
20 januari 2015 in de GGZ
j a a r g a n g 1 2 n u M M E r 1 a p r E-health IL 2015
2015 maart-september rlijk misbruik 2015 PTSS na vroegkinde februari-mei ing EMDR basiscursus and of mishandel behandeling in Desensitization Traumagerichte Eye Movement bij trauma* twee fasen* Reprocessing www.rino.nl www.rino.nl
0215
gezinnen alleen* heb je nooit Een trauma www.rino.nl
lland
RINO Noord-Ho
Abonnementsinformatie € 27,50. U kunt zich abonneren via de Cogis-site:
031 4
* Organisatie
Arq i.s.m. in handen van
0314 C o g i s Cope
g
r 2014
C o g i S C o P e 0215
SCHOlin
be 4 deCeM
13 januari 2015 Kinder- en Jaarsymposium Jeugdpsychiatrie www.benecke.nl
C O g I s C O p E 0 115
Inhoud:
MMer g 11 nu
e giSCOp 0414 C O
p e 0414
en slachtoffers van mensenhandel, seksueel
jaargan
gen r geVOl en rifT OVe rTeniSS TijdSCH e gebeu Okkend Va n S C H
jaargang 11 nummer 3 oktober 201 4
04 14
van schokkende gebeurtenissen
0314
als oorlogsgetroffenen, asielzoekers, vluchtelingen
CogisCope
Thema: sociale en psychische gevolgen COgiSCO
aandacht voor de hulpverlening aan slachtoffers
Long term psychosocial consequences for disaser affected persons belonging to ethnic minorities Annelieke N. Drogendijk, proefschrift 2012 € 19,90, ISBN 9789461056382 Trauma, lichaamsbeleving en seksualiteit. Een geïntegreerd behandelprogramma met bewegings-, lichaamsgerichte en verbale componenten Mia Scheffers en Ria Helleman, 2013 e-book € 10,50, ISBN 789461052643
Levensverhalen en psychotrauma. Narratieve exposure therapie in theorie en praktijk Ruud Jongedijk, 2014 € 37,50, ISBN 9789461056375
Cogiscope
geweld, rellen, aanslagen, gijzelingen, rampen.
Arq-boekenreeks
v a n d e r e d a ct i e
Cogiscope informeert over de psychosociale
c o g i sc o p e 0 2 1 5
Miranda Olff
Verbinden na trauma
Verbinden na trauma
Een ongeval, overval, brand of uit de hand gelopen caféruzie; het kan iedereen overkomen. Bij zo’n tien procent van de slachtoffers leidt een dergelijke gebeurtenis tot een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Traumatische ervaringen doen iets met de werking van het angstsysteem en met ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. In haar oratie zet Miranda Olff uiteen hoe het angstsysteem bij PTSS ontregeld raakt. Ook schetst ze het belang van regulatie hiervan door het oxytocinesysteem. Dit systeem, waarbij de sociale context een grote rol speelt, stimuleert gevoelens van veiligheid en verbondenheid: aspecten die juist bij PTSS zo verstoord zijn. Miranda Olff is bijzonder hoogleraar Neurobiological mechanisms of prevention and treatment in trauma and PTSD aan de Universiteit van Amsterdam vanwege Stichting Arq Psychotrauma Onderzoek. Daarnaast is zij editor-in-chief van de European Journal of Psychotraumatology (EJPT).
9
789461
056375
>
25-02-14 14:10
S.064.003 Arq_covers_ANDrogendijk_wt.indd 2
Cogis heeft een uitgebreide bibliotheek over de psychische gevolgen van geweld. Naast een uitgebreide eigen verzameling gedrukt- en beeldmateriaal is veel (externe) informatie ook digitaal toegankelijk. www.cogis.nl/bibliotheek Foto omslag: Belangstellende bij rechtszaak tegen ronselaars Syrië-
www.arq.org www.uitgeverijboom.nl
www.boompsychologie.nl
S.064.008 Arq_cover_RuudJongedijk_11.indd 1
Miranda Olff
19-10-12 13:16
gangers, 2014 (Jaap Arriens/HH).
cogiscope 0215
i nh o u d
2 Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
29 Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
Terrorismedreiging vanuit een existentieel
gezichtspunt
Psychologische inbreng ono ntbeerlijk
Hans Moors en Michel Dückers
8 D emocratisme: een waardig alternatief voor islamisme? Socrateslezing door voormalig islamitisch
Veronique Huijbregts
Rubrieken
34 Onderzoek
extremist Maajid Nawaz
De kinderen van New York na 9/11:
Jurriaan Jacobs
een overzicht van studies
Trudy Mooren
12 Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur
36 In de Spreekkamer
Hoe een gevaarlijk land bedreigend werd
Marijn Kruk
Jelly van Essen, psychotherapeut bij Stichting Centrum ’45: ‘Lastig om hun
16 Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe?
leven weer op de rit te krijgen’
Marleen Kamminga
38 Berichten uit het veld
Expertise loont pas in een proces van samen goed kijken en een oordeel vormen
42 NtVP katern
Rob Witte
20 Radicalisering en Jihadisme
Welke opgaven liggen bij de politie?
Nicolien Kop en Hans Moors
25 Puberaal, lastig of radicaliserend?
48 Boeken Puberaal, lastig of radicaliserend? Ine Spee en Maartje Reitsma
52 In de media
Aandacht voor radicalisering maakt maatschappelijke taak van onderwijs niet eenvoudiger
47 Inspiratie: Gerdy van Bellen
Ine Spee
Scholing (achterkant omslag)
1
2
cogiscope
0215
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
Hans Moors en Michel Dückers
Terrorismedreiging vanuit een existentieel gezichtspunt
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
Anders Breivik (AFP Photo/Facebook-Youtube/ANP)
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
cogiscope 0215
3
De aanslagen in Frankrijk en Denemarken en de dreiging aan de grenzen van fort Europa etsen het gevaar van radicalisering en terrorisme op ieders netvlies. Logisch dat deze dreiging vooral vanuit een veiligheidsperspectief wordt benaderd. Maar dat is niet het hele verhaal. Mensen radicaliseren in specifieke maatschappelijke en persoonlijke omstandigheden. Er zit onmiskenbaar een psychosociale, existentiële component in dat proces. Veel beleidsmakers en professionals zien dat scherp. En toch mondt dit debat over ‘bonding and bridging’ vaak uit in een verlammend wijzen naar ‘root-causes’ en de spreekwoordelijke ‘slechte jeugd’. Hoe moeten we radicalisering nu eigenlijk zien? En vanuit welke aanvliegroute kunnen we constructief en profijtelijk de extremistische uitwassen ervan tegengaan? In een poging een ingewikkeld debat te verhelderen combineren Moors en Dückers verschillende perspectieven.
4
cogiscope
0215
Het gevaar van radicalisering is dat het kan leiden tot (gewelddadig) activisme, extremisme en terrorisme. Dat heeft psychosociale gevolgen op individueel en op collectief niveau: angst, onveiligheid, onzekerheid en onrust, mogelijk ontstaan zelfs psychische klachten. De psychosociale gevolgen van terrorisme vragen om een adequate reactie. Communicatie vanuit overheden en gemeenschapsleiders is idealiter gericht op het versterken van de weerbaarheid binnen en tussen groepen onder druk, het neutraliseren van onrust en angst, en het zenden van een krachtige boodschap van rechtsstatelijkheid, herstelvermogen en daadkracht. Daders en sympathisanten zullen worden gestraft. Dat is de achterkant van het verhaal. Aan de voorkant speelt vooral de vraag waarom mensen radicaliseren, soms zelf overgaan tot gewelddadige acties en acteren op het ‘podium van de angst’. Radicalisering als proces Waarom vinden radicale opvattingen – van welke origine dan ook – ingang? Omdat ze zwart-wit zijn. Ze sluiten aan bij wat veel mensen als prettig ervaren: een eenvoudig te stereotyperen wereld, een helder onderscheid tussen goed en kwaad. Dat is een alomtegenwoordig, kleinmenselijk fenomeen. In de geschiedenis, waar dan ook ter wereld, staan radicalen steeds op gespannen voet met hen die hun radicalisme radicaal willen tegengaan. Want in beide kampen wil men vrij zijn van overheersende opinies en vrij zijn om daarvan te vinden wat men wil. Radicaliseren, teruggaan tot waar de kern wortelt, behelst een metanoia: een omkering van denken binnen de maatschappelijke
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
orde. Daar ligt het probleem niet. Maar waar dat denken, binnen doorgaans kleine groepen, geladen wordt vanuit een religieuze of politieke overtuiging, die zich bewust vervreemdt van die maatschappelijke orde, kan een gevaarlijk radicalisme ontstaan. Niet vanwege die religieuze of politieke overtuiging op zichzelf, maar bij degenen die daaraan rechtvaardiging ontlenen – terecht of ten onrechte – voor handelingen die strijdig zijn met normen, waarden en uiteindelijk de rechtsorde. In wetenschap en beleid bestaat overeenstemming dat radicalisme de resultante is van een proces van vervreemding en verwijdering van de gevestigde samenleving en haar stelsel van normen en waarden. Het proces van radicaliseren is een politiek-ideologisch fenomeen, met een voedingsbodem in politieke en culturele ontworteling. Die krijgt betekenis in een veronderstelde interne cohesie binnen de eigen geloofs- of ideeëngemeenschap, gevoed door tegenbeelden van achterstelling en discriminatie. Het proces van vervreemding en verwijdering ontwikkelt zich van een vertrouwensbreuk, via een legitimiteitconflict tot een legitimiteitbreuk. Godsdienst of etniciteit kunnen hierbij een rol spelen, maar dat is niet per definitie het geval. Uiteraard speelt godsdienst een belangrijke rol bij een fenomeen als islamitisch radicalisme, maar ook hier is dat niet de enige of exclusieve factor die radicalisering aanjaagt. Daarom is het zo belangrijk om – altijd weer – het proces van radicaliseren goed in beeld te houden. Wat is de motivatie van radicaliserende
individuen en hoe is de maatschappelijke inbedding van die motivatie? Radicaliseren is een complex proces van identiteitsconstructie in een lokale omgeving, met tegelijkertijd een globaal én een kleinmenselijk aspect. Een proces, kortom, dat weinig mensen op dezelfde wijze doorlopen. De kleinmenselijke oorsprong In het debat over het voorkomen van radicalisme blijft het situationele en vooral het kleinmenselijke achter het proces van radicaliseren goeddeels buiten beeld. De Belgische journalist Chris de Stoop wees daar in 2010 al op in zijn diepgravende gevalstudie Vrede zij met u zuster, over de basisemotie van homegrown radicalisme en terrorisme: ‘de kwetsbaarheid, de wrok, het gevoel onrecht aangedaan te zijn, en de zin om ooit eens iets op te blazen’. We voeren het debat daarentegen in categorieën die een totum pro parte gaan vormen voor het beschrijven en analyseren van sociale en culturele spanningen in de samenleving. Zodoende slijt de nuance. Het debat polariseert langs verschillende breuklijnen. Tegen een decor van clashing civilizations kan het niet neutraliserend en weinig precies meer zijn. Daarom stelt het de burger niet gerust en blijken oplossingen vaak zo weinig toepasselijk in de praktijk. Hoe hangen maatschappelijke context en die dikwijls toch kleinmenselijke drijfveren eigenlijk samen? Radicalisme gaat enerzijds om het verlangen naar erkenning, de wens om iemand te zijn, bij een sterke groep te horen die gezien wordt. Anderzijds speelt een bijna
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
Dostojevkiaans ressentiment van imaginaire wraak op de samenleving, of beter eigenlijk ‘de gemeenschap van die anderen’ waardoor iemand zich voelt uitgespuugd. Marijn Kruk heeft dat in De Groene Amsterdammer (21 januari 2015) aan de hand van de aanslagplegers in Parijs mooi laten zien. Drie perspectieven Er zijn verschillende aanvliegroutes denkbaar om het hier geschetste kleinmenselijke aspect af te pellen. Hierna volgen drie perspectieven met een uitwerking van risicofactoren. Hoewel ze alle drie relevant zijn in het licht van radicaliseringsprocessen, leggen ze elk een ander accent. De eerste twee beschrijven het traject dat voorafgaat aan radicalisering, extremistisch geweld en terrorisme.
Perspectief 1. Risicofactoren voor radicalisering: overgaan tot geweld(sdreiging) Het eerste perspectief richt op de drempel om geweld te gebruiken. Ergens in het proces van radicaliseren overschrijdt iemand die drempel. In theorie is dat het aangrijpingspunt voor preventie. Over de achtergronden van dat proces (existentiële worsteling, gepercipieerde marginalisatie, ervaren onderdrukking en vernedering, een gebrekkige kansenstructuur: de ‘root causes’) is veel kennis vergaard, evenals over de ontwikkeling van dat proces. Maar wat is nu precies het trigger-moment? Åsne Seierstads recente studie over that man: Anders Breivik, maakt huiveringwekkend duidelijk hoe iemand een thuis zoekt, maar niet vindt, er geleidelijk voor kiest om uit de gemeenschap te stappen en
die keihard te treffen. Ergens in het traject construeerde Breivik een cognitieve legitimatie, die hij uitwerkte in een ‘manifest’, dat voor hem de keuze onderbouwde om de emotionele drempel naar geweld te slechten. In retrospectief zijn de momenten in dat keuzeproces en de redenen erachter onmiskenbaar. Maar het chronologische relaas toont vooral hoe moeilijk de radicalisering van Een van ons (zoals de treffende titel van het boek luidt) concreet is te duiden.
cogiscope 0215
5
again’: diepgaand contact met een charismatisch persoon, bijvoorbeeld in detentie, maar ook daarna op Internet of via vrienden van vrienden. Dat contact initieert en stimuleert een proces van herleven, een religieus ontwaken, een perspectief op binding. En dan volgt vaak de ‘initiatiereis’, een langer of korter verblijf in (de buurt van) een brandhaard ergens op de wereld waar jihadisten vechten. Vooropgesteld: hoewel een universeel parcours is dit voorbeeld specifiek beschreven
Figuur 1 Achtergrond (Root causes)
Gedachtenontwikkeling
Triggermoment
Terreurmoment
• existentiële worsteling
• cognitieve legitimatie
• omstandigheden
• dreiging of feitelijk
• gepercipieerde marginalisatie
of gebeurtenis
geweld, gericht op
• ervaren onderdrukking en
resulterend in
aanwakkeren angst
vernedering
emotionele
of onrust
• gebrekkige kansenstructuur
katalysator
Perspectief 2. Risicofactoren voor radicalisering: het cultiveren van ontworteling Het gegeven dat het cultiveren van wraak en ontworteling stadia doorloopt, biedt een tweede perspectief. De Iraans-Franse filosoof en socioloog Farhad Khosrokhavar heeft die stadia in zijn boek Radicalisation op een rij gezet. Het begint met afwijkend gedrag, vaak na een jeugd in een disfunctioneel gezin: kleine criminaliteit, drugsgebruik of -handel soms. Justitie komt eraan te pas en dikwijls volgt een vrijheidsstraf. In de gevangenis groeit vervolgens het besef dat het leven weinig waard is, gestigmatiseerd is geraakt. Die emotie maakt gevoelig voor wat Khosrokhavar een ‘cruciale ontmoeting’ noemt, een ‘born
voor islamitisch georiënteerde radicalen. En niet elke uitreiziger komt terug met het plan voor een aanslag in het land waar hij of zij opgroeide en begon te radicaliseren; maar wel als een ontworteld, boos mens dat zich uitgesloten voelt en zich buitengesloten heeft. (Zie figuur 2 op pagina 6) Betekent dit dan dat radicalisering samenhangt met de gevangenis (en het detentieregime), het problematische leven in slechte wijken of ban lieues, een niet verwerkt migratie- en integratieverleden? In het Nederlandse en Europese debat wordt altijd op dergelijke verbanden gewezen. Toch is die link niet te leggen. Het is een fuzzy logic. Zulke omstandigheden zijn belangrijk,
6
cogiscope
0215
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
(zie ook de Multidisciplinaire richtlijn psycho sociale hulp bij rampen en crises).
Figuur 2 Afwijkend gedrag
Cruciale ontmoeting
Initiatiereis
Ontworteld mens
• jeugd in disfunctioneel gezin
• diepgaand contact met
• langer of korter
• woede
• kleine criminaliteit
charismatisch persoon,
verblijf nabij
• gevoel van uitsluiting
• drugsgebruik of -handel
dat voortduurt (evt. via
brandhaard met
• gerealiseerde
• justitieel traject, vrijheidsstraf
internet of vrienden)
jihadisten
buitensluiting
• stigma
• initiatie proces van herleven, religieus ontwaken, perspectief op binding
vergen specifieke aandacht in beleid en aanpak, omdat ze het probleem van radicalisering accentueren. Maar ze zijn er in de kern niet de oorzaak van. Die is, zoals gezegd, existentieel. De jihadistische islam, zegt Khosrokhavar in voornoemd artikel van Kruk, levert iemand het statuur ‘van strijder voor het geloof waarvan hij zich tot heraut heeft uitgeroepen. Hij doodt, zaait angst, maakt zich gehaat en put trots uit de aandacht die de Westerse media hem nu opeens bieden. Vanaf nu is hij iemand en in plaats van de minachting die hij ontwaarde in ogen van degenen die hem eerst nog zijn existentie onthielden, leest hij nu doodsangst. Eindelijk is hij hen de baas.’
Perspectief 3. Risicofactoren voor traumagerelateerde klachten per tijdfase Het derde perspectief is van een geheel andere aard. Het gaat om ‘risk and protective factors’ voor de ontwikkeling van psychopathologie in de context van een ramp of andere schokkende gebeurtenis (denk in het bijzonder aan het werk
van Chris Brewin en Emily Ozer en collega’s). Onderzoek naar trauma-gerelateerde klachten benadrukt dat risicofactoren verschillen per fase. Voorafgaand aan de gebeurtenis zijn er al risico’s aanwezig, bijvoorbeeld het behoren tot een etnische minderheid, of eerdere blootstelling aan gebeurtenissen en bestaande psychische problematiek. Als dan een ramp volgt die gepaard gaat met (dreigende) dood of ernstig letsel kan de impactfase uren of dagen duren. Risicofactoren in deze fase zijn blootstelling, doodsangst, verlies van wat dierbaar is en bijkomende stress. De geografische en gepercipieerde nabijheid doet ertoe: dichterbij is risicovol. In de eerste weken en maanden is er doorgaans veel aandacht en steun van sociale omgeving en samenleving. In de maanden en jaren na de gebeurtenis nemen steun en aandacht af. Men voelt zich mogelijk in de steek gelaten, beschikt over onvoldoende randvoorwaarden en ‘kapitaal’ om het leven weer op te pakken, en vindt onvoldoende toegang tot professionele hulpverlening
Niet lineair krachtenspel Wat tot de verbeelding spreekt, is dat de voedingsbodem van radicaliseringsprocessen deels overeenkomt met de psychopathologische risico factoren. De root-causes van radicalisering komen goeddeels overeen met risicofactoren voor psychosociale problemen in rampencontext, met name in de pre-fase en de desillusie-fase. De desillusie-fase past bij het zelfbeeld van ontworteling dat in het tweede perspectief centraal staat. Zodra radicalisme resulteert in een geweldsdaad of dreiging is het derde perspectief nuttig om mogelijke gevolgen voor slachtoffers en hun omgeving beter te begrijpen. Tegelijkertijd maakt het derde perspectief duidelijk dat de ervaring van geen podium meer te hebben en in de steek gelaten te worden op zich weer een voedingsbodem vormen voor radicaliseringsprocessen. Hetzij in de vorm van marginalisatie, stigma, cognitieve legitimatie, emotionele katalysator of uitsluiting en buitensluiting. Er lijkt sprake te zijn van een niet-lineair krachtenspel. Inzetten op ‘inner circle’ De psychosociale ondersteuning van overlevenden, nabestaanden en ieder ander geraakt door eventuele aanslagen wijkt in de praktijk niet af van andere rampen. Een sleutelrol is weggelegd voor de eigen sociale kring van vrienden en familie. Daar kunnen mensen dagelijks hun verhaal kwijt, is er aandacht en begrip. Dat geldt eveneens voor de werkomgeving, school, gebedshuis of vereniging. Hier kan de bekende
Radicalisering: in het spoor van root-causes en kleinmenselijkheid
cogiscope 0215
7
Literatuur
Figuur 3
Brewin, C.R., B. Andrews & J.D. Valentine, ‘MetaPre-fase
Impact: uren, dagen
Honeymoon (veel aan-
Desillusie: maanden
analysis of risk factors for post-traumatic stress
• geslacht en leeftijd
• verlies van ‘bronnen’,
dacht en steun):
tot jaren
disorder in trauma-exposed adults’, in: J Consult
(vrouwen met/en kinderen
bijkomende stress-
een week tot maanden
• verlies van aandacht
hoger risico)
bronnen
• bijkomend verlies van
en sociale steun
• etnische minderheid
• blootstelling aan dood,
‘bronnen’ en andere
• gevoel in de steek te
• omgeving met weinig
vernietiging, doodsangst
stressbronnen
zijn gelaten
sociale steun en/of lage
• geografische en
(bijvoorbeeld
• bijkomend verlies van
sociaaleconomische
gepercipieerde nabijheid gescheiden zijn van
status
van ramp
• eerdere gebeurtenis
Clin Psychol 68 (2000) pp. 748–66. De Stoop, Chr., Vrede zij met u zuster. Het verhaal van een westerse zelfmoordterroriste. Amsterdam: De Bezige Bij, 2010. Dückers, M. & C. Spreeuwenberg, ‘De inkt mag dan
‘bronnen’ en andere
wel droog zijn, de dialoog stopt niet: Nieuwe
dierbaren en huis en
stressbronnen
richtlijn voor psychosociale hulp bij rampen en
haard)
• onvoldoende randvoor-
meegemaakt (stapeleffect)
waarden om leven op te
• bestaande psychische
pakken (provisorische
problemen
omstandigheden, en geen werk of onderwijs) • geen toegang professionele hulpverleners
crises’, in: Cogiscope vol. 11 (2014) 1, pp. 19-23. Khosrokhavar, F. , Radicalisation. Paris: Éditions de la Maison des Sciences de l’Homme, 2014. Kruk, M., ‘Eindelijk waren ze iemand. De radicalisering van Coulibaly en de Kouachi-broers’, in: De Groene Amsterdammer, 21 januari 2015. Multidisciplinaire richtlijn psychosociale hulp bij rampen en crises. Impact, 2014. Ozer, E.J., S.R. Best, T.L. Lipsey & D.S. Weiss, ‘Predictors of posttraumatic stress disorder
omgeving zien hoe het met partner, kind, broer, collega, studiegenoot of medelid gaat. Zij kunnen afwijkingen van het normale zien die aanleiding voor professionele ondersteuning en zorg. Het derde perspectief – inclusief de route via de kringen rondom mensen – is nuttig om mee te nemen in het plannen en uitvoeren van de nazorg in geval van een terroristische aanslag. De eerste twee perspectieven lenen zich meer voor de voorkant. De kringenbenadering kent hier een dilemma. De uitdaging is om de kring van vrienden en familie die het beste voorheeft met hun dierbare daadwerkelijk op een verantwoorde manier te activeren ten behoeve
van de veiligheid. Bovendien moet men toegang zien te krijgen tot kringen die er op gebrand zijn om pottenkijkers te weren. Het gaat om zones waar idealen en groepsbelang doorgaans zwaarder wegen dan het individu. Ongeacht het perspectief mag duidelijk zijn dat adequaat inspelen op radicalisering en extremisme, hoe kleinmenselijk ook, om een mensoverstijgende inspanning vraagt.
and symptoms in adults: A meta-analysis’, in: Psychological Bulletin 129 (2003) pp. 52-73. Seierstad, Å., Een van ons. Breda: De Geus, 2014.
Hans Moors is voormalig lector integrale veiligheid, tegenwoordig partner bij Lokaal Centraal – Expertgroep Maatschappelijke Vraagstukken en redactielid van Cogiscope. Michel Dückers is bestuurskundige en senior beleidsadviseur/onderzoeker bij Impact, landelijk kennis- en adviescentrum voor psychosociale zorg en veiligheid bij schokkende gebeurtenissen en redactielid van Cogiscope.
8
cogiscope
0215
Democratisme: een waardig alternatief voor islamisme?
Jurriaan Jacobs
Socrateslezing door voormalig islamitisch extremist Maajid Nawaz
Democratisme: een waardig alternatief voor islamisme? Op 28 maart 2015 sprak Maajid Nawaz in De Rode Hoed te Amsterdam de Socrateslezing ‘From extremism to secular liberalism’ uit. De belangrijkste vraag die hij, als ervaringsdeskundige, opwierp was: hoe kunnen wij als vrijgevochten westerlingen met een sterk geïndividualiseerde cultuur een inspirerend alternatief bieden voor het zoveel Islamitische jongeren aansprekende islamisme? Jurriaan Jacobs verkent hoe Nawaz deze vitale vraag beantwoordt. Bieden democratische ‘counter-narratives’ die
Maajid Nawaz (Polaris/HH)
aanhaken op de kernelementen van islamisme misschien adequaat weerwoord?
Democratisme: een waardig alternatief voor islamisme?
Het Kalifaat als ideaal Maajid Nawaz was geruime tijd prominent lid van de extremistische organisatie Hizb ut-Tahrir. Deze organisatie zet zich al jaren in voor de oprichting van een verenigd Islamitisch rijk: het Kalifaat. Er zijn veel voorbeelden van volkeren of naties die op vreedzame wijze streven naar een verenigd rijk dat een thuis biedt voor alle gelijkgestemden. Echter, een groot probleem bij het Kalifaat is dat het zijn grondslag vindt in een fundamentalistische interpretatie van de Koran en de Hadith en dat in het Kalifaat een extreme visie op de Sharia toepasselijk wordt verklaard. Religie en politieke ideologie komen zo dicht bij elkaar te liggen en deze interpretatie van de islam, die islamisme wordt genoemd, botst met de idealen van de democratische rechtsorde en mensenrechten waar veel westerlingen prat op gaan. Hoewel Hizb ut-Tahrir in Nederland niet verboden is, heeft de AIVD de organisatie vanwege haar ideologie en manier van werken als radicaalislamitisch bestempeld. Zo roept de organisatie in Groot-Brittannië studenten op om naar Irak of Syrië af te reizen en een ideologische oorlog tegen de Verenigde Staten te voeren. Gelukkig is Nederland lange tijd gevrijwaard gebleven van gewelddadige botsingen tussen westerse idealen en islamitisch extremisme. Helaas kwam met de moord op Theo van Gogh in 2004 een abrupt einde aan deze relatieve rust. Sindsdien heeft ook
in Nederland het islamisme voet aan de grond gekregen en is een gestaag groeiende stroom van jihadisten op gang gekomen. Vruchtbare voedingsbodem Waarom is het islamistisch gedachtegoed zo aantrekkelijk en waarom vertrekken juist nu zoveel jongeren om mee te vechten in de jihad, de heilige oorlog? Nawaz zoekt naar verklaringen. De zwaar beveiligde spreker presenteert onder grote belangstelling zijn ervaringen met het extremisme en vervolgens zijn volledige breuk met en overstap naar het seculaire liberalisme. Het verhaal van Nawaz is een verhaal dat niet in de koude kleren gaat zitten. Zijn geschiedenis, zijn ervaringen met Engelse C18 skinheads1 en folteringen in de meest beruchte gevangenis van Egypte zorgen voor kippenvel. Nawaz biedt een inkijk in de jaren tachtig in Groot-Brittannië: een wereld waar racistische steekpartijen aan de orde van de dag zijn. Terwijl in Bosnië moslims genadeloos worden afgeslacht, worden in Engeland, bij Nawaz, de zaadjes gepland voor de radicale ideeën die hij lang heeft uitgedragen. In zijn boek Radical (2012) beschrijft Nawaz deze tocht in detail. Het is een must read voor wie geïnteresseerd is in het radicaliserings- en deradicaliseringsproces van een jonge moslim. In de Socrateslezing richt Nawaz zich echter vooral op zijn zoektocht naar een (geloof)waardig alternatief voor geradi-
cogiscope 0215
9
caliseerde moslimjongeren. Kernelementen van islamisme Centraal in Nawaz’ alternatieve weg staan vijf kernelementen van islamisme. Dit framework, dat Nawaz zelf heeft ontwikkeld, leidt er uiteindelijk toe dat het islamisme een merk wordt, een aansprekend middel voor verzet tegen de gevestigde orde en tegen dictators in de Arabische wereld. Het eerste kernelement van het raamwerk is ideologie. Hierin staat het implementeren van een radicale versie van de Islam in de huidige maatschappij centraal. Onlosmakelijk verbonden aan deze ideologie is een letterlijke interpretatie van de heilige geschriften van de Islam en het gebruik van de Sharia als leidende en bepalende wetgeving. Deze ideologie wordt vervolgens versterkt door verhalen en propaganda waarmee de legitimiteit van de ideologie wordt bevestigd. Een voorbeeld van dit tweede kernelement is het continu vertellen en uitbeelden van de moderne kruistochten tegen de Islam. In de derde plaats vaart het islamisme op sterke leiders en helden die het verzet tegen de gevestigde orde symboliseren. Nawaz noemt hier het voorbeeld van IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi, een man die
10
cogiscope
0215
zeer aanwezig is op Internet en online een groot aantal volgelingen heeft. Binnen het islamistische framework wordt deze man neergezet als de belichaming van het leed dat moslims is aangedaan; een man die zich hiervan heeft vrijgevochten en nu een heldenstatus heeft. In de vierde plaats is er het gebruik van symbolen. Deze symbolen maken de ideologie en verhalen tastbaar en geven volgelingen een gemeenschappelijk beeld dat voornamelijk door de groep zelf wordt begrepen en bevestigd. Het laatste kernelement van het islamisme is het aanwezig zijn van een sterke droom of een einddoel. Uiteindelijk streeft het islamisme er naar om vanuit het Kalifaat het onrecht dat moslims over de hele wereld is aangedaan te wreken en recht te zetten. Wat doet het Westen? Wat kan het Westen doen tegen de toenemende radicalisering van westerse moslimjongeren? Neem de door het Westen aangevoerde war on terror die onder meer resulteerde in de val van Saddam Hoessein en later Osama Bin Laden. Nawaz benadrukt dat het doodschieten van Osama Bin Laden in zijn ogen niets meer is dan een grove moord, waarmee het Westen een eigen grens radicaal heeft overschreden. Hij merkt op dat terrorisme niet met terrorisme bestreden kan worden. Natuurlijk is de war on terror een activiteit op vreemde bodem. In eigen land ondernemen vrijwel alle Europese landen tal van activiteiten om radicalisering te voorkomen en tegen te gaan. Zo heeft Nederland een uitgebreid actieplan radicalisering waarbij partijen zoals docenten, jeugdwerkers, onderwijsinspecteurs, ouders en buren samenwerken om radicalisering te de-
Democratisme: een waardig alternatief voor islamisme?
tecteren en daarna een vangnet in te richten om risicojongeren weer op het goede spoor te krijgen (zie ook de beschrijving van het TERRA-project elders in dit nummer; Nawaz is overigens lid van de adviesraad van TERRA). Criminalisering Maar praten en een sociaal vangnet is niet genoeg. Zeker niet als het zoeken naar een oplossing in de dialoog gecombineerd wordt met het criminaliseren van moslimjongeren, bijvoorbeeld door middel van geavanceerde profiling- en detectietechnologieën. De criminalisering zit hem erin, dat deze technologieën zich richten op voorspellende waarden en niet op crimineel gedrag zelf. Louise Amoore (2013) beschrijft hoe geavanceerde systemen van detectie bijdragen aan segregatie in de samenleving. Technologie is niet meer neutraal, het is door en door politiek. Dat vergeten overheden dikwijls en zodoende dragen ze ongewild bij aan verder verlies van vertrouwen bij de groepen moslimjongeren die ze juist zoveel als mogelijk willen insluiten. Zonder aantrekkelijk alternatief geen oplossing Het is volgens Nawaz dan ook niet raar dat veel westerse moslimjongeren worden verleid door het sterke tegengeluid van het islamisme. Het Westen zet er weinig tegenover dan een uitgepolderde democratie waar geïnstitutionaliseerd racisme door de aderen stroomt en moslims misschien wel nooit een volwaardig burgerschap zullen verwerven. De belofte van een gelijkwaardige en vrijgevochten staat, daarentegen, waarin tegelijkertijd een eervolle plek is weggelegd voor
de jongens of meisjes die zich onderscheiden in hun dienstbaarheid aan de Islam en de gemeenschap van gelovigen is aanlokkelijk. Nawaz geeft aan dat een collectieve inspanning nodig is om jongeren te overtuigen dat radicalisering niet het juiste pad is. Om radicalisering daadwerkelijk tegen te gaan, moet deze jongeren een (geloof)waardig alternatief worden geboden. Dat is idealiter een democratische cultuur, geladen met ideologieën, verhalen, helden, symbolen en doelen. Echter, in dit democratisch ideaal staat niet religie voorop maar mensenrechten. Nawaz zet dit standpunt kracht bij door aan te geven dat hij zelf zijn vrijheid te danken heeft aan het westerse ideaal van de mensenrechten. Vanwege zijn activiteiten bij Hizb ut-Tahrir werd Nawaz vastgezet in de beruchte Mazra Tora gevangenis in Caïro (Egypte) om een vijfjarige straf uit te zitten voor lidmaatschap van een verboden organisatie. Niet snel na zijn arrestatie riep Amnesty International Nawaz uit tot prisoner of conscience en begon te lobbyen voor zijn vrijlating. De verbazing bij Nawaz destijds was groot: waarom zou een organisatie uit het Westen, waar hij zich zo lang tegen had afgezet, zich voor hem in de strijd werpen? In de jaren na zijn vrijlating realiseerde hij zich steeds meer dat mensenrechten een positievere en grotere kracht vormen dan het islamisme ooit kan zijn. Hier ligt volgens Nawaz dan ook de kern van het verhaal, de counter-narratives die het Westen moet inzetten om dat (geloof)waardige alternatief te presenteren. Dat verhaal draait om de mensenrechten en moet worden verteld op een manier die sprekend lijkt op de islamistische re-
Democratisme: een waardig alternatief voor islamisme?
cogiscope 0215
- advertentie -
toriek: een mensenrechtenideaal geladen naar islamistische stijl. Jammer genoeg ontbrak het Nawaz aan de tijd om dieper in te gaan op hoe een democratisch ideaal geladen kan worden met de vijf kernelementen van het islamistisch framework. Daardoor komt het gedachtegoed van Nawaz nu enigszins over als een vorm van ‘democratisme’: een doorgeschoten, geïdeologiseerde versie van democratische idealen. Nawaz biedt niettemin hoop en uitzicht op een vreedzame oplossing.
Literatuur Amoore, L., The Politics of Possibility. Risk and Security Beyond Probability. Durham: Duke University Press, 2013. Nawaz, M., Radical. My journey from islamist extre-
Training versterkt veerkracht van kinderen en leerkrachten War Trauma Foundation (WTF) helpt mensen en gemeenschappen die zijn getroffen door oorlog en geweld. Kinderen in Bukavu in de provincie Zuid-Kivu, zijn vooral bezig met overleven. Ze kunnen zich slecht concentreren op het leren lezen en rekenen. Het voortdurende geweld in dit deel van DR Congo treft ook de leerkrachten, die onder zeer moeilijke omstandigheden hun werk proberen te doen. Het trainingsprogramma van War Trauma Foundation (WTF) leert hen om hun leerlingen te ondersteunen en om met hun eigen stress om te gaan. Ons psychosociale programma bestrijkt nu zeven scholen. We willen het programma graag uitbreiden.
mism to a democratic awakening. London: The Random House group, 2012.
1 Combat 18 is een Engelse groep van hooligans die haar ontstaansgeschiedenis kent vanuit het voetbal. Zie voor meer informatie de website van de AIVD: https://www. aivd.nl/onderwerpen/extremisme/rechts-extremisme/gedachtegoed/blood-honour-combat/
Helpt u mee met uw gift? Maak een gift over op NL29INGB0000001050 t.n.v. War Trauma Foundation, Diemen Of steun ons via crowd sourcing platform www.pifworld.com Zoek het project ‘Veerkracht versterken van kinderen’ van War Trauma Foundation. Meldt u aan voor onze nieuwsbrief: www.wartrauma.nl.
Jurriaan Jacobs is onderzoeker bij Stichting Impact, landelijk kennis- en adviescentrum voor psychosociale zorg en veiligheid bij schokkende gebeurtenissen.
11
12
cogiscope
0215
Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur
Marijn Kruk
Hoe een gevaarlijk land bedreigend werd
Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur Dat Libië zowel doorvoerland voor vluchtelingen als jihadistenhaard is geworden, heeft alles te maken met de chaos waarin het land momenteel verkeert. Hoe heeft het zover kunnen komen? Marijn Kruk plaatst de gebeurtenissen vanuit eigen ervaring in perspectief. Kinderen tijdens een door Fajr Libya, een coalitie van revolutionairen, georganiseerde sportmanifestatie, Tripoli 2014 (Corbis/HH)
13
Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur
cogiscope 0214
Moammar Kadhafi, de Libische dictator, dreigde nog dat hij Europa 'zwart' zou laten zien. Diens zoon Saif al-Islam waarschuwde voor 'rivieren van bloed' in eigen land. Westerse regeringsleiders, de Franse president Sarkozy voorop, lieten zich er niet door afschrikken. In het voorjaar van 2011 startte de NAVO een militaire campagne in Libië.
woestijn gevangen toen hij – verkleed als geitenhoeder – richting Niger probeerde te ontsnappen. Maar hun beider voorspellingen zijn tot op zekere hoogte uitgekomen. Zo is het aantal Afrikaanse migranten dat via Libië zijn weg naar Europa vond de afgelopen jaren spectaculair gestegen. Tegelijk gleed het land weg in een burgeroorlog. Dat biedt radicaal islamitische groeperingen alle ruimte. Zo is de militant salafistische organisatie Ansar-al Sharia is al sinds 2012 actief in de omgeving van Benghazi. Sinds begin dit jaar manifesteert Islamitische Staat zich in het gebied rond Sirte. Na de val van Kadhafi verdween Libië uit het oog van het wereldnieuws. Dat richtte zich op de oorlog in Syrië, de opkomst van Islamitische Staat of het steeds agressievere Rusland. Dat veranderde met de bootvluchtelingencrisis in de Middellandse Zee. Tienduizenden vluchtelingen zetten voet aan wal op de Italiaanse kust. Als ze die al haalden, want veel ervan verdronken. Vluchtelingenorganisatie UNHCR schatte dat er in 2014 219.000 vluchtelingen de Middellandse Zee overstaken. Daarvan verdronken er naar schatting 3500, al liggen werkelijke cijfers waarschijnlijk hoger. Het merendeel van deze mensen vertrok vanuit Libië.
Hij gaf hij zijn massavernietigingprogramma's op, betaalde schadevergoeding aan de nabestaanden van de Lockerbie-aanslag en ook maakte hij zich dienstbaar aan de War on Terror van George W. Bush. Het voordeel voor Kadhafi was evident: eindelijk kon zijn olie weer vrijelijk stromen. Westerse bedrijven stonden in de rij. Gigantische bouwprojecten verrezen. Daarvoor waren arbeiders nodig, en die liet Kadhafi massaal uit het Afrikaanse achterland komen. Daarmee kwam ook de smokkelindustrie vanuit Libië op gang, want veel gastarbeiders wilden dóór. Wie het kon betalen, kocht een enkeltje Lampedusa, lokale vissers leenden zich er graag voor. De grote bazen achter de schermen waren allemaal getrouwen van de Kadhafi-clan. Kadhafi zette de immigranten ook in als drukmiddel. Tegen Italië vooral, dat toen nog eindstation en geen tussenstation was. In 2009 kwam hij met toenmalig premier Berlusconi een regeling overeen: Italië zou Libië 5 miljard euro betalen. Officieel als reparatie voor de geleden schade tijdens de kolonisatie (1911-1943). In ruil daarvoor beloofde Kadhafi de doorvoer van immigranten binnen de perken te houden. In vergelijking met nu ging het toen nog om betrekkelijk kleine aantallen: gemiddeld zo'n 15.000 per jaar. Na de opstand tegen Kadhafi in 2011 zou dat getal spectaculair toenemen. Veel zorgen maakte men zich in Europa aanvankelijk niet. Dit zou allemaal tijdelijk zijn. Wanneer de Libische staat weer op zijn hoeven stond, zou het land de vluch-
NAVO-operatie Naar het voorbeeld van Tunesië was de bevolking in opstand gekomen tegen het dictatoriale regime in Tripoli. In het oosten van het land was het binnen enkele dagen gelukt de regeringstroepen te verjagen. Nu dreigde Kadhafi met een contraoffensief. Tanks stonden voor de poorten van de oostelijke havenstad Benghazi. Kadhafi zou de opstandelingen, ‘ratten’ zoals hij ze noemde, achtervolgen en vermorzelen – stad voor stad, straat voor straat, huis voor huis. Daar wilde de Navo een stokje voor steken en op 19 maart openden Franse vliegtuigen het offensief. Maar de militaire operatie, die de bescherming van de Libische burgerbevolking ten doel had, werd geleidelijk steeds verder opgerekt. Westerse regeringsleiders wilden Kadhafi’s hoofd. De coalitie zou niet rusten eer diens regime gevallen was. Dat gebeurde eind augustus 2011, toen rebellen uit de Nafusabergen de hoofdstad Tripoli binnen reden. Twee maanden later werd Kadhafi door rebellen vermoord in zijn geboortestad Sirte. Saif al-Islam werd in de
Transit Libië Libië is al veel langer een transitland. Dat gaat terug tot het moment dat Kadhafi na de aanslagen van 11 september 2001 eieren voor zijn geld koos.
14
cogiscope
0215
telingen tegenhouden – net als onder Kadhafi. En net zoals Tunesië, Algerije en Marokko dat over het algemeen ook braaf doen. Maar het liep anders. Niet alleen zou de Libische staat nimmer herrijzen. Wat daarvoor doorging, zou in korte tijd zelfs compleet verpulveren. Nieuw begin Het begon allemaal zo veelbelovend: in 2012 waren er vrije verkiezingen, de eerste in ruim veertig jaar. Maar de regering die daarvan het resultaat was, zou er nimmer in slagen het geweldsmonopolie te verwerven. Het probleem waren de honderden milities die uit het conflict met Kadhafi tevoorschijn kwamen. Ze groepeerden studenten, winkeliers, automonteurs, werklozen en wisten de hand te leggen op grote hoeveelheden wapens, helemaal nadat Kadhafi eenmaal was verslagen en zij zich toegang verschaften tot diens rijk gevulde arsenalen. Veel milities bleven intact, ondanks pogingen van de nieuwe regering om hun macht te breken, bijvoorbeeld door ze in te lijven in het nieuwe Libische leger. De loyaliteit van de militieleden lag lokaal: ze dienen de belangen van de eigen stad of streek. Als het erop aankwam lieten ze zich aan de minister van Defensie in Tripoli weinig tot niets gelegen liggen. Van hun kant wierpen de milities zich op als hoeders van de revolutie. Zo belichaamden ze een wijdverspreid wantrouwen jegens de nieuwe politieke klasse in de hoofdstad. Hier en daar is geopperd dat het anders zou zijn gelopen indien de regering de betaling aan de milities zou hebben stopgezet. Dat is de vraag: wanneer milities hun geld niet kregen, togen ze
Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur
naar Tripoli om het te halen. Ik was eens in de stad toen een militie uit Misrata het kantoor van de premier met luchtafweer onder vuur nam, omdat ze naar hun smaak niet genoeg betaald kregen. Dat was maar één van de manieren om te laten zien wie de baas was. Het gebeurde zelfs dat de premier voor korte tijd werd ontvoerd. Ook was Tripoli regelmatig het toneel van strijd tussen de rivaliserende milities. Zo kwamen meer dan zeventig burgers om het leven toen militieleden het vuur openden op een groep Tripolitijnen die demonstreerden tegen hun aanwezigheid in de stad. Intussen kreeg Benghazi te maken met een mysterieuze afrekeninggolf. Rechters en legerofficieren uit de Kadhafi jaren waren doelwit, maar spoedig ook vrouwenactivisten en journalisten die zich pas na de opstand van 2011 hadden doen gelden. Eind 2013 maakte ik er een portret van een jonge vrouw, Enas Al Drissi. Ze behoorde tot de revolutionairen van het eerste uur, maar zag haar dromen van een stabiel en vrij Libië in korte tijd verdampen. Nadat haar auto in brand gestoken was en ze doodsbedreigingen kreeg, verkleinde haar wereld tot de muren van haar ouderlijk huis. Dat bevond zich op enkele honderden meters van het gerechtsgebouw dat in 2011 nog het bruisend centrum van de opstand tegen Kadhafi was geweest. Van het gebouw zelf was weinig meer over. Moslimextremisten van Ansar al-Sharia hadden de oostelijke muur opgeblazen. De wind huilde door de raamloze vensters. Voedingsbodem Ansar al-Sharia wordt in verband gebracht met
de bestorming van het Amerikaanse consulaat in Benghazi op 12 september 2012, waarbij ambassadeur J. Christopher Stevens door verstikking om het leven kwam. Leden van de groep waren ook aanwezig in de nog oostelijker geleken stad Derna. Deze stad vaardigde in het verleden relatief veel strijders af naar de jihad, eerst naar Afghanistan, later naar Somalië en Irak. Hier stond de wieg voor de in de jaren negentig opgerichte Libische Islamitische Gevechtsgroep (Al-Jama’a al-Islamiyyah al-Muqatilah bi-Libya). Deze groepering wilde Kadhafi ten val brengen en een Islamitische Staat in Libië stichten. Over trainingsfaciliteiten beschikte ze niet. Jonge rekruten werden Abu Salim ingestuurd, de gevaarlijkste achterbuurt van Tripoli, slechts gewapend met een mes. Het doel? Er levend uit tevoorschijn zien te komen. De groep ondernam diverse (slecht voorbereide) aanslagen op de Libische dictator. De leider van groep, Abdelhakim Belhadj, werd in het kader van de ‘rendition programmes’ die de Amerikaanse en Britse inlichtingendiensten in de nasleep van de aanval op het World Trade Center opzetten, gearresteerd in Maleisië en uitgeleverd aan Tripoli, waar hij werd gemarteld. Belhadj deed later afstand van zijn radicalisme en speelde na de inname van Tripoli een belangrijk rol bij het bestuur van de chaotische stad. Hij richtte een gematigd islamitische partij op en spande een proces aan tegen de Britse overheid. Van de Libische Islamitische Gevechtsgroep werd weinig meer vernomen. Het neemt niet weg dat Derna altijd een haard van radicale islam is gebleven. Politie of legermacht zijn na de
Springplank Libië: over vluchtelingen en terreur
cogiscope 0215
15
mei 2015) niet in een overeenkomst te bereiken. met zijn offensief de extremisten uit Benghazi opstand tegen Kadhafi nimmer teruggekeerd. Partijen staan nog steeds lijnrecht tegenover elzou verdrijven. Maar ze herstelden zich en sloeToen ik de stad eind 2013 bezocht was er een kaar. gen terug. Van de stad is weinig meer over. sterke arm in de vorm van drie radicaal islamiDat is een zorgelijke situatie, want begin 2015 Vrijwel alle bewoners zijn gevlucht. tische milities: de Abu Salim brigade, het Leger deed Islamitische Staat zich gelden in de omvan de Islamitische Staat in Libië en Ansar algeving van Sirte, de thuishaven van Kadhafi’s Failing state? Sharia. Alle drie streefden ze naar invoering nu gemarginaliseerde stam, de Kadhadhfa. In Vanuit Tripoli viel weinig heil te verwachten. van de islamitische staat en een strikte toepaseen spectaculair gefilmde video was te zien hoe In een atmosfeer van totale desillusie vonden sing van de sharia, het islamitische recht. In 21 Egyptische kopten – als gastarbeiders werkop 25 juni 2014 parlementsverkiezingen plaats. de heuvels even buiten de stad was Al-Qaeda zaam in Libië – werden onthoofd in de branding De opkomst bedroeg 18 procent, een teken dat neergestreken in de persoon van Sufian Ben van de Middellandse Zee. Later executeerde IS Libiërs volkomen murw zijn van het geweld en Qumu. Deze Libiër werd opgeleid door Osama ook nog eens een groep Ethiopische bin Laden en vocht in christenen, die op doorreis waren naar Afghanistan aan de zijde Europa. Het geeft aan hoezeer de huivan de Taliban en later Politie of legermacht zijn na de opstand tegen dige chaos in Libië ruimte biedt aan in Soedan. Nu stoomde extremisten. En aan migranten die hij jonge rekruten uit Kadhafi nimmer teruggekeerd. vanaf de Libische kust de sprong naar de regio klaar voor de Europa willen wagen. jihad in Syrië. Op het Een oplossing is niet in zicht. Zo nu en dan geen enkel vertrouwen meer hebben in een povoormalige politiebureau wapperde de zwarte klinken er oproepen tot een internationale inlitieke oplossing. Liberalen en moslimbroeders jihadistenvlag. Boven de stad patrouilleerde een terventie, maar concrete actie blijft uit. Wie werkten elkaar op alle mogelijke manieren teAmerikaanse drone, gestationeerd op het eiland zou er zich in dat wespennest willen begeven? gen. Een nieuwe grondwet was er nog altijd niet. Cyprus. Het toestel produceerde een snerpende Vluchtelingen, ja die wel. Met tienduizenden teDe moslimsbroeders verloren de verkiezingen, brom. gelijk blijven ze de enorme risico's trotseren. Op maar betwistten de uitslag. Machtige milities uit De toestand in Derna is er sindsdien niet beter de Tsjadische grens worden ze opgevangen door de havenstad Misrata steunden hun protest. opgeworden. In oktober 2014 zochten de radide mensensmokkelaars. Dan gaat het Libië door, Spoedig waren er twee parlementen: een intercale milities aansluiting bij Islamitische Staat. richting kust. Een enkeling keert om, de meesnationaal erkend parlement dat zetelt in Tobruk, Sindsdien komen er berichten over onthooften wagen het er toch maar op. Wat hebben ze te nabij de Egyptische grens en een dissident pardingen, kruisigingen en kindhuwelijken. In verliezen? Hun leven stelde toch al niet zo veel lement dat zetelt in Tripoli. Generaal Hafter Benghazi bond Khalifa Hafter de strijd met de meer voor. sloot zich aan bij het parlement in Tobruk, islamitische milities aan. Deze voormalige legernet als Zintan, een stad in de westelijke gelegeneraal van Kadhafi had in de jaren tachtig met gen Nafusabergen dat beschikt over geduchte zijn meester gebroken en was naar de Verenigde milities. Zo nu en dan komt het tot een gewaStaten uitgeweken. In 2011 was hij naar Libië Marijn Kruk is historicus en journalist. Hij pend treffen. Een vertegenwoordiger van de teruggekeerd en sloot zich aan bij het rebellen. schrijft onder meer voor Trouw en De Groene Verenigde Naties probeert te bemiddelen, maar In het voorjaar van 2014 lanceerde hij ‘Operatie Amsterdammer. slaagde er tot op het moment van schrijven (29 Dageraad’. Aanvankelijk leek het erop dat Hafter
16
cogiscope
0215
Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe?
Rob Witte
Expertise loont pas in een proces van samen goed kijken en een oordeel vormen
Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe? ‘Waar moet je dan op letten? Hebben jullie geen checklist of zo?’ ‘En waar moeten we dan heen met die signalen?’ Docenten en eerstelijns professionals in de veiligheidszorg stellen zulke vragen tijdens bijeenkomsten over radicalisering. Bijeenkomsten die in de afgelopen 10 jaar regelmatig op lokaal en landelijk niveau zijn georganiseerd door overheden en branches – al dan niet meegefinancierd door of vanuit landelijke en lokale ‘Actieplannen Polarisatie en Radicalisering’. Anti-ISIS-mars in de Schilderswijk in Den Haag, augustus 2014 (Bart Maat/ANP)
Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe?
cogiscope 0215
Radicalisering is een ingewikkeld proces, waarin groepen en individuen terecht (kunnen) komen. Bij vroegtijdige signalering van zo’n proces gaat het niet om het waarnemen van een terrorist. Op het moment dat die wordt waargenomen, zijn ‘we’ te laat. Nee, om zo’n situatie (ver) voor te zijn, gaat het erom in een zo vroeg mogelijk stadium signalen op te vangen dat iemand (mogelijk) in een radicaliseringsproces terecht is gekomen. Op een moment dat interventie en preventie (nog) is te realiseren.
vanuit een gevoel van ‘consequent te handelen’. Er zijn ook processen bekend waarbij crimineel of anderszins strafrechtelijk (gewelddadig) gedrag werd vertoond, en men op enig moment dit gedrag ideologisch ging motiveren of inkaderen. Voorts zijn relatief geïsoleerde radicaliseringsprocessen bij individuen geconstateerd (een bekend voorbeeld is Anders Breivik), maar evenzo zijn er voorbeelden waarin individuele processen onderdeel uitmaakten van een radi-
ling prophecy als mogelijk gevolg: de agressieve benadering van elke beer maakt elke beer uiteindelijk ook gevaarlijk.
17
Het beoordelen van een situatie Wat in dit geïsoleerde signaleren van radicalisering dreigt mis te gaan, is dat de beoordeling voorafgaat aan de waarneming. Juist bij vroegsignalering – en eigenlijk hoe vroeger hoe meer – dient waarneming vóóraf te gaan aan oordeelsvorming. In de gesprekstechnieken – zeker bij hulpverleningsgesprekken – wordt Kijken en zien Een radicaliseringsproces kent geen gespreksleiders (hulpverleEen radicaliseringsproces kent ners) geleerd eerst te luisteren. geen eenduidig stramien, noch eenduidig stramien, noch verloopt het Dit luisteren bestaat er uit te verloopt het voor iedereen op horen wat gezegd wordt zóndezelfde wijze. De variatie en voor iedereen op dezelfde wijze. der direct de woorden van een diversiteit zijn enorm. Het is impliciet of expliciet oordeel niet voor niks dat het proces te voorzien. Deze techniek is vaak pas achteraf duidelijk(er) ook zeer gewenst bij het signaleren. Eerste vraag caliseringsproces dat vooral in groepsverband wordt en dat daarin dan belangrijke key moments is: Wat nemen we precies waar? Vervolgvragen plaatsvond. of turning points zijn aan te geven. Ook eindigt richten zich er dan (nog) niet op om te achter Vanuit deze gegevenheden is voor het (vroeg)signiet elk radicaliseringsproces in extremisme of halen waar dit op duidt, maar of deze waarnenaleren van een radicaliseringsproces geen lijstterrorisme. Soms buigt het proces om in een ming gestaafd wordt of kan worden door andere je van zeven punten te geven, waarbij men bij maatschappelijk en politiek aanvaardbaar actiwaarnemingen – van de waarnemer zelfs of bijde constatering van ten minste vijf hiervan kan visme, zoals ook sommige politieke partijen zijn voorbeeld door collega’s in de signaleringsketen. spreken van een radicaliseringsproces. Speuren ontstaan. Of ‘men haakt af’ vanwege schijnbaar Is zo’n waarneming uiteindelijk goed geverifiwe de bossen af voor die gevaarlijke beer, waarfutiele redenen, zoals het krijgen van werk, woeerd, pas dan kan een stap worden gemaakt naar van we enkele typeringen menen te weten, dan ning of een relatie. duiding en oordeelsvorming. Hierbij verdient is de kans groot dat we andere gevaarlijke dieNet zo min als het verloop en de uitkomst van het sterk de voorkeur om ook deze duiding en ren niet waarnemen met alle gevolgen vandien. een radicaliseringsproces vooraf vaststaan, beoordeelsvorming tezamen met partners uit te Maar evenzo groot is de kans dat we elke beer staat er eenduidigheid over de start. Zo zijn ravoeren om zo tot een voldragen oordeel te (kunper definitie als (zeer) gevaarlijk beschouwen en dicaliseringsprocessen bekend, waarbij betroknen) komen. geen onderscheid meer weten aan te brengen in kene steeds meer ideologisch geïnteresseerd Eén van de oordelen kan dan zijn, dat men (mode mate van gevaar. Overigens met een self fullfil en later onderlegd werd en door-radicaliseerde
18
cogiscope
0215
Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe?
gelijk) met een startend of voortgaand radicalise- niet alleen door professionals zelf opgevangen, ringsproces te maken heeft. Maar deze werkwijze maar kunnen ze tevens worden opgepikt door impliceert, dat men dient open te staan dat ook personen binnen hun werkveld. En dat schept een ander oordeel mogelijk is. Het scala van po- verwachtingen: wie signalen kenbaar heeft getentiële oordelen is oneindig. Iemand kan zich maakt, verwacht terecht dat er iets mee wordt isoleren van zijn omgeving en/of zich (steeds gedaan. meer) agressief uiten en/of anders gaan kleden Moeten we dan allemaal radicaliseringsexpert of manifesteren en/of veranderen van interesses. worden? Neen! Enige deskundigheidsbevordeDeze soorten uitingen kunnen op een mogelijke ring op dit terrein is natuurlijk niet slecht, maar problematiek wijzen, maar misschien ook niet. zou vooral ten dienste moeten staan van (beter) Het zou kunnen gaan over de (start van) een Een voorname les is radicaliseringsproces, maar bijvoorbeeld dat radicalisering deel uitmaakt ook op een problematische thuissituatie, van een ‘scala aan potentiële oordelen’. middelengebruik, of iets anders persoonlijks. Een voorname les is dat radicalisering deel uitmaakt van een ‘scala aan potentiële signaleren. Om op basis van signalen te komen tot een goede oordeelsvorming is het raadzaam oordelen’. om radicaliseringsdeskundigheid te betrekken. Maar dit geldt evenzeer voor andere problemaEn als het dan over radicalisering gaat? Professionals zijn aan te spreken op en hebben tiek die kan spelen, zoals huiselijk geweld, maat(enige) verantwoordelijkheid bij het (vroeg)sig- schappelijke spanningen, LHBT’s, specifieke naleren van maatschappelijke onrust en span- religieus-culturele vraagstukken, et cetera. Dat ningen, waaronder radicalisering toch zeker is vergt eveneens specialisme om adequaat te kunte vatten. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de nen duiden. En niet iedere professional is een professionele kwaliteitseisen, zoals gesteld in expert in alles. Daarom is het raadzaam een exWelzijn Nieuwe Stijl. Ook binnen het onderwijs pertisenetwerk op te bouwen, bestaande uit indiof binnen de politie wordt gewezen op de signa- viduen/organisaties die in voorkomende gevallen leringsfunctie specifiek in relatie met radicalise- ‘ingevlogen’ kunnen worden. Zij kunnen een ring, zoals elders in dit themanummer aan de oordeelsvormingsproces met specialistische kenorde komt. Overigens worden signalen natuurlijk nis bijstaan en ook eventueel een bijdrage c.q.
onderbouwing leveren bij het besluiten tot en het nemen van vervolgstappen. Worden signalen van radicalisering opgevangen dan is er één belangrijke tip voor de betrokken professional (en organisatie): ‘Schoenmaker hou je bij je leest!’ Ken je eigen kwaliteit en capaciteit! Zoals gezegd, behoort het (vroeg)signaleren tot die ‘leest’. Maar gedegen oordeelsvorming betekent doorgaans dat expertise moet worden ‘binnengehaald’. De doorgeleiding van opgevangen signalen behoort dan nog wel bij de ‘leest’. Maar voor nadere actie of voor het ontwerpen van een deradicaliseringsaanpak geldt dat hoogstwaarschijnlijk niet. Goedbedoeld, maar ondeskundig handelen kan (soms) meer schade toebrengen dan bijdragen aan een oplossing. Doorgeleiding van radicaliserings signalen ‘Waarheen met die signalen en of duiding?!’, vroeg laatst iemand tijdens een studiedag over radicalisering. Daar is in Nederland geen eenduidig antwoord op te geven, want afhankelijk van de lokale (en soms regionale) context. Enkele gemeenten hebben een meldpunt radicalisering. In andere gemeenten kan men altijd contact opnemen met de coördinator Openbare Orde & Veiligheid, of in het uiterste geval met de burgemeester zelf. In weer andere gemeenten en regio’s verloopt doorgeleiding en opschaling per definitie via de politieorganisatie. In verschillende gemeenten is in het verleden een Signaleringsaanpak Maatschappelijke Onrust en Spanningen – soms ook een Sociaal Calamiteiten
Radicalisering signaleren! Maar wat, wie, hoe?
Plan ontwikkeld. Deze aanpak structureert zo nodig het doorgeleiden van signalen van (potentiële) onrust en spanningen, waaronder radicaliseringssignalen. Kenmerkend voor deze aanpak is dat zij zoveel mogelijk aansluit bij de lokaal bestaande overlegstructuren op buurt- of wijkniveau tot en met een centraal stedelijke ‘spin in het signaleringsweb’ – soms is dit de lokale driehoek, soms een specifiek ketenoverleg. Deze ‘spin’ moet een knooppunt (kunnen) zijn van de vele bestaande lokale netwerken binnen uiteenlopende sectoren (welzijn, woningbouw, openbare orde en veiligheid, hulpverlening, etc.). Let wel: geen nieuw netwerk, maar juist de koppeling van bestaande netwerken! Veelal onder regie van de gemeente (en verantwoordelijkheid van de burgemeester) zijn nadere precisering en verificatie van opgevangen signalen en gedegen oordeelsvorming op dit centrale dan wel een lager niveau ter hand te nemen. Daarna kan besloten worden over te ondernemen acties. Afhankelijk van de aard van de signalen en – in dit geval: de radicalisering, is te bepalen op welk niveau deze acties worden opgepakt. Bijkomend voordeel van de open lijn met het centrale niveau (burgemeester) is dat in voorkomende gevallen meteen kan worden ‘opgeschaald’ en bijvoorbeeld de externe communicatie (o.a. naar media) kan worden opgepakt. Voordeel van deze signaleringsstructuur is dat signalering niet slechts een bottom-up kwestie is. Deze structuur biedt de mogelijkheid om ook top-down verzoeken om alertheid uit te doen gaan en specifieke signalering te initiëren. Dat kan gewenst zijn vanwege allerlei buurtmecha-
nismen of trigger events in binnen- en buitenland. Kortom… Zie het signaleren van radicalisering dus niet als een geïsoleerde taak en verantwoordelijkheid, maar integreer het in een bredere signaleringsaanpak. In deze aanpak ligt de nadruk eerst op de kwaliteit van het signaleren en daarna pas op een gedegen duiding en oordeelsvorming. Eerst kijken, dan zien en dan weten wat deze signalen (kunnen) betekenen. Benadruk de signaleringstaak van iedere professional, maar wel zo dat ‘de schoenmaker zich bij zijn leest kan houden’. Zorg lokaal voor een signaleringsstructuur, zodat enerzijds kan worden opgeschaald naar een lokaal centraal punt en anderzijds ook centraal kan worden gestuurd op het focusseren van de signaleringstaak. En richt binnen deze structuur een expertisenetwerk in om in voorkomende gevallen de broodnodige (externe) expertise te kunnen inschakelen. Dat geldt uiteraard voor radicalisering. Maar evenzeer voor andere maatschappelijke problemen die individuen en groepen raken. Vanuit een (vroeg)signaleringsperspectief is er slechts gradueel verschil tussen radicalisering, huiselijk geweld, kindermishandelen, overlastgevend gedrag van verwarde mensen, of andere inbreuken op de ‘normaliteit’.
Rob Witte is (de)radicaliseringsdeskundige en partner van Lokaal Centraal – Expertgroep maatschappelijke vraagstukken.
cogiscope 0215
- advertentie -
IMMO: Instituut voor Mensenrechten en Medisch Onderzoek Het iMMO levert een bijdrage aan de bescherming van mensenrechten, in het bijzonder door het uitvoeren van medische onderzoeken van vermoede slachtoffers van marteling en inhumane behandeling. Deze onderzoeken vinden plaats in de context van een asielprocedure en worden verricht door vrijwillig werkende artsen en psychologen. Men gaat daarbij in op het causale verband tussen de medische bevindingen en het gestelde asielrelaas. Er zijn thans 53 artsen en psychologen die als rapporteur voor iMMO werken. Artsen en psychologen die belangstelling hebben om iMMOrapporteur te worden, kunnen zich aanmelden op de website www.stichtingimmo.nl of nemen contact op met iMMO, Nienoord 5, 1112 XE Diemen, telefoon 020-8407670
19
20
cogiscope
0215
Radicalisering en Jihadisme
Nicolien Kop en Hans Moors
Welke opgaven liggen bij de politie?
Radicalisering en Jihadisme
Wijkagent deelt zijn twitteraccount met jonge Marokkanen, Rotterdam 2010 (Hans van Rhoon/HH).
Radicalisering is een breed fenomeen. Het beleidsaccent ligt de afgelopen jaren vooral op islamitisch radicalisme en jihadisme. De dreiging van en angst voor aanslagen in Nederland is aanzienlijk. Overheden, politie, justitie en maatschappelijk middenveld slaan de handen ineen om de democratische rechtsstaat te beschermen, de jihadistische beweging te verzwakken en de voedingsbodem voor radicalisering zoveel als mogelijk weg te nemen. Dat klinkt logisch. Maar in de praktijk van het politiewerk is die opgave niet zo eenduidig als ze lijkt, aldus Nicolien Kop en Hans Moors.
Radicalisering en Jihadisme
cogiscope 0215
21
Dreigend en bedreigd Eind augustus 2014 presenteerde het kabinet een integrale aanpak van jihadisme. Dit actieprogramma bouwde deels voort op bestaand beleid om polarisatie en radicalisering tegen te gaan en richt zich op vijf groepen maatregelen. Strafrechtelijke, bestuurlijke en maatschappelijke maatregelen worden ingezet om het risico dat uitgaat van (terugkerende) jihadgangers te beperken. Het uitreizen van jihadgangers wordt belemmerd. Verder wordt geïnvesteerd in het tegengaan van radicalisering, onder meer door middel van vroegsignalering van maatschappelijke spanningen, de aanpak van ronselaars, het voorkomen van nieuwe aanwas en het stimuleren van tegengeluiden. Speciale aandacht gaat uit naar de bestrijding van online jihadistische boodschappen die haat en geweld prediken. Ten slotte worden informatie-uitwisseling en samenwerking tussen betrokken organisaties geïntensiveerd. Er is ook wel wat aan de hand. De berichten zijn legio over jongeren die uitreizen – de AIVD noemt een aantal van meer dan 150 personen – om in Syrië, Irak of Noordelijk Afrika te gaan vechten. De vraag is welke dreiging zij vormen na terugkeer. En dat geldt misschien nog wel meer voor geradicaliseerde moslims die in Nederland (ver)blijven, zoals de AIVD eind april 2015 in zijn Jaarverslag 2014 onderstreepte. De aanslagen in Parijs en Kopenhagen en de verijdelde plot in Verviers liggen vers in het geheugen. Dat zou ook in Nederland kunnen gebeuren.
22
cogiscope
0215
De laatste meting van de Risico en Crisisbarometer (Ipsos B.V., i.o.v. NCTV) eind oktober 2014, liet bovendien zien dat Nederlanders van 15 jaar en ouder zich ernstig zorgen maken over het conflict met IS en dat de angst voor en zorgen over een internationale crisis en over een terroristische aanslag in Nederland groeien. Die trend is trouwens ook in de Eurobarometer zichtbaar en beïnvloedt de ervaren veiligheid. Men voelt zich minder veilig bij grote evenementen, in het vliegtuig, het openbaar vervoer of openbare gebouwen en op treinstations en vliegvelden. De meting van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (SCP) over het eerste kwartaal van 2015 bevestigt dit beeld. Van alle Nederlanders is veertig procent (zeer) bezorgd over de internationale politieke situatie, vooral over de dreiging van terrorisme, de radicale islam en IS. Slechts zes procent maakt zich helemaal geen zorgen. Mensen geven aan zich onmachtig te voelen, omdat ze geen grip op de situatie hebben. Hun verwachting is dat Nederland noch de internationale gemeenschap in de positie is om het tij te keren. De politie en radicalisering De politie handhaaft de rechtsorde. Dit betekent, dat de politie criminele, de samenleving ondermijnende activiteiten probeert te voorkomen en te bestrijden. Voor zover uitingsvormen van radicalisme of jihadisme de wet (dreigen te) overschrijden, is die positie helder. Het is aan de politie om verdachten op te sporen en over te dragen aan justitie. Daarnaast proberen politiemensen natuurlijk ook elke dag te voorkomen
Radicalisering en Jihadisme
dat onveilige situaties ontstaan en dat mensen zich onveilig gaan voelen in de buurt waar ze werken of wonen. Maar wat dat precies inhoudt als het om een amorf fenomeen als radicalisering of jihadisme gaat, is niet zo makkelijk vast te stellen. Radicalisering en rekrutering voor de jihad kunnen voorafgaan aan extremistisch geweld of terrorisme. Dat ondermijnt de rechtsorde en is daarmee een veiligheidsrisico. Er is dan ook een wet met betrekking tot terroristische misdrijven. Dat mensen radicaliseren, is achteraf dikwijls goed te reconstrueren. De vraag is echter hoe bijtijds in te grijpen. Hiervoor hanteert de politie modellen om vroegtijdig te signaleren. Die helpen politiemensen te herkennen wat er bij specifieke (etnische of culturele) groepen in bepaalde buurten gaande is, dat mogelijk op radicalisering en gewelddadig extremisme duidt. Om goed te kunnen signaleren en handhaven, moet de politie ingebed zijn in de buurt en toegang hebben tot informatie die zowel vanuit de buurt wordt geleverd, als op regionaal en landelijk niveau wordt verzameld. Daarbij doen zich grosso modo drie knelpunten voor. Veel politiemensen vinden het, ten eerste, lastig om vast te stellen wat precies het te signaleren gevaar is voordat het zich werkelijk voordoet. Verbinding maken met (etnische of culturele) groepen at risk is moeilijk, ten tweede, aangezien deze groepen veelal niet op contact met politie zitten te wachten. Hierbij komt dat de politie nog steeds niet een afspiegeling
vormt van de diverse Nederlandse samenleving. Politiemensen moeten present zijn én kunnen interveniëren. Dat brengt, ten derde, spanning op die noodzakelijke verbindingen. Informatie die van belang is en wordt gedeeld om dreigende radicalisering en rekrutering voor de jihad tegen te gaan, vormt tevens de basis voor ingrijpen. En daarmee kan het vertrouwen dat in de lokale gemeenschap wordt opgebouwd onherroepelijk onder druk komen te staan. Taak en rol van de politie Hoe werkt de Nederlandse politie in de praktijk aan het voorkomen, opsporen en bestrijden van jihadisme? Op lokaal niveau is een belangrijke rol weggelegd voor de wijkagent. Dat is een ervaren politiefunctionaris die een groot deel van de werktijd besteedt aan de leefbaarheid en veiligheid in de wijk of woonkern. Ongeveer tachtig procent van zijn/haar werk bestaat uit het werken voor de wijk. Door informatie uit de wijk is een wijkagent in staat om problemen in een buurt tijdig te onderkennen en misschien zelfs te voorkomen. Dat geldt ook voor radicaliseringsprocessen. Vroegsignalering van radicalisering kan immers het beste plaatsvinden in de directe omgeving van de jonge mensen at risk. Hierbij moet trouwens gezegd worden dat het niet alleen over kansarme of laagopgeleide jongeren gaat. Wijkagenten hebben een duidelijke rol en taak in bijvoorbeeld het constateren dat ronselaars in de wijk bezig zijn, of dat bepaalde personen c.q. groepen radicaliseren. Behalve het constateren
Radicalisering en Jihadisme
gaan de wijkagenten ook over tot actie. Zij proberen contact te maken met jongeren waarover zij signalen ontvangen.
met het openbaar ministerie en de nationaal coördinator terrorismebestrijding en veiligheid (NCTV).
Naast de vroegsignalering speelt de wijkagent ook een belangrijke rol ten aanzien van de terugkeerders. Door de oorlogservaring die deze terugkeerders hebben opgedaan is aandacht voor deze personen noodzakelijk. Ze kunnen bij terugkomst een dreiging vormen voor de democratische rechtsorde door de opgedane vaardigheden (schieten met wapens), kennis (over bommen), contacten en hebben wellicht een post traumatische stress stoornis (PTSS) opgelopen. Kortom, naast de ogen en de oren in de wijk, vormt de wijkagent ook ‘de mond’ van de wijk naar de politie toe en vice versa. Over teruggekeerde jihadisten wordt in diverse gemeenten lokaal casusoverleg gevoerd. Een lastig dilemma is, dat een wijkagent, zodra die in het informatiesysteem meldt dat zich een potentieel geval van radicalisering voordoet, de regie verliest over de casus en mogelijk in de praktijk in een loyaliteitsklem geraakt ten aanzien van informanten en/of de radicaliserende persoon zelf.
De opsporing van uitreizigers wordt regionaal aangepakt en de opsporing van terugkeerders gebeurt op landelijk niveau. De strafrechterlijke maatregelen richten zich vooral op risicoreductie. De informatiepositie van de wijkagent (zoals wie in welke auto rijdt, wie contact heeft met wie, of iemand van plan is naar Syrië uit te reizen) is voor de het opsporingsonderzoek waardevol. Daar maakt de recherche gebruik van. Een voorbeeld van een opsporingsonderzoek is het zogenaamde ‘context’ onderzoek in Den Haag: naar de mogelijke vervolging van ronselaars voor de Jihad, (potentiele) uitreizigers en terugkeerders. Door bijvoorbeeld tappen, het inzetten van observatieteams, aanhouden en het screenen van sociale media wordt informatie verzameld die in een strafzaak kan worden gebruikt. Sociale media zijn intussen natuurlijk ook van grote betekenis voor het opsporingsonderzoek. Aan de hand van de berichten kunnen de (vaste) contacten en netwerken van een verdachte worden nagegaan alsook zijn opvattingen over een specifiek thema. Vooralsnog is de politie van mening dat binnen de huidige strafwetgeving voldoende mogelijk is om het jihadisme in Nederland efficiënt aan te pakken.
Bij gevaarlijke figuren volgt aanhouding en vervolging, een tweede belangrijke taak van de politie. De opsporing van potentiële uitreizigers en gevaarlijke terugkeerders is niet eenvoudig. Deelname aan de terroristische strijd of het volgen van terroristische training is strafbaar gesteld. De vraag is steeds hoe kunnen deze feiten daadwerkelijk worden aangetoond. Dat is de grote uitdaging voor de politie in samenwerking
Een derde belangrijke rol voor de politie is de informatiedeling. De politie deelt haar informatie in het (lokaal) casusoverleg met betrokken partijen en met de Regionale Inlichtingen
cogiscope 0215
23
Dienst (RID). De RID hoort beheersmatig bij de politieorganisatie, maar valt onder het gezag van de AIVD. In Nederland zijn opsporing en intelligence strikt gescheiden. De RID vormt een verbindende factor tussen de politie-eenheden en de AIVD. Het vergaren van inlichtingen valt onder de AIVD, zij delen hun informatie via de RID en – waar mogelijk – met de politie. Er is enige ‘spanning’ in deze samenwerking omdat de politie alle beschikbare informatie deelt met de RID’s, terwijl dat andersom niet het geval is. Het is dan ook niet altijd duidelijk welke informatie de politie ‘mist’ en of de informatie die zij heeft altijd up-to-date is. Politie-informatie wordt ook op nationaal en internationaal niveau gedeeld. Nu er sinds 1 januari 2013 één nationale politie is, is er ook een landelijke informatieorganisatie waardoor onderlinge informatie-uitwisseling tussen politieeenheden soepeler lijkt te verlopen. Ook met Europol onderhoudt de nationale politie nauw contact op het gebied van Jihadisme Nieuwe focus Na een periode van verminderde aandacht is de belangstelling voor Jihadisme sinds een paar jaar weer opgelaaid. De serieuze dreiging die van radicalisering en Jihadisme uitgaat, heeft direct gevolgen voor de politie. Intussen zijn op eenheids- en landelijk niveau specifieke teams ingericht (SGBO’s: Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden). Als het om de aanpak van Jihadisme gaat ligt de
24
cogiscope
0215
focus van de politie enerzijds bij het opsporen, zoals van de politie verwacht kan worden, maar anderzijds ook op het ‘tegenhouden’. Dit past in de nieuwe trend waarbij het niet alleen gaat om opsporen achteraf, het toepassen van strafrechtelijke interventies, reactief en incidentgericht werken. Er wordt daarentegen juist breder gekeken, dus ook naar de mogelijkheden die bestuurs-, fiscaal- en civielrecht bieden. Het accent ligt zodoende op een multidisciplinaire aanpak, waarbij ook op preventie wordt ingezet, bijvoorbeeld door een combinatie van strafrechtelijke interventies (als aanhouden) én bestuurlijke interventies (zoals het schorsen van paspoorten). In samenwerking met partijen als gemeenten, reclassering en jeugdzorg wordt steeds gekeken naar de best passende aanpak. Conclusie Als het gaat om de aanpak van Jihadisme staat Nederland voor een grote uitdaging. Het fenomeen is diffuus, er zijn geen pasklare oplossingen en een strafrechtelijke aanpak alleen biedt geen soelaas. Op papier bestaat een sluitende aanpak. De ‘ogen en oren’ van de politie op wijk en buurtniveau zijn in de praktijk van ongekend belang, net als ‘de mond’: het leggen van contact, de presentiedialoog. Dat brengt de wijkagent in een lastig spanningsveld dat veel van diens professionaliteit en menselijkheid vergt. De uitdaging zit in het verkrijgen en borgen van kennis over de fenomenen radicalisering en Jihadisme enerzijds. Die kennis moet ten dele weer worden opgebouwd, niet alleen bij
Radicalisering en Jihadisme
de politie, maar bij alle partners (inclusief de rechtbank). Anderzijds is het noodzakelijk om met elkaar – binnen de politie en met ketenpartners – ervaring op te doen in de meest effectieve en efficiënte aanpak van radicalisering en Jihadisme. In een combinatie van preventie en repressie zit vooralsnog het beste antwoord op de dreiging.
Het volgende artikel is een samenvatting van de publicatie Puberaal, lastig of radicaliserend waarvan in mei 2015 een herziene uitgave is verschenen. De publicatie is te downloaden via de website van het IVP: www.ivp.nl
Puberaal, lastig of radicaliserend? Ine Spee en Maartje Reitsma
Nicolien Kop is lector criminaliteitsbeheersing & recherchekunde aan de Politieacademie. Hans Moors is voormalig lector integrale veiligheid, tegenwoordig partner bij Lokaal Centraal – Expertgroep Maatschappelijke Vraagstukken en redactielid van Cogiscope.
Puberaal, lastig of radicaliserend?
cogiscope 0215
25
Ine Spee
Aandacht voor radicalisering maakt maatschappelijke taak van onderwijs niet eenvoudiger
Puberaal, lastig of radicaliserend? Een schoolgemeenschap maakt deel uit van de samenleving en kan haar ogen niet sluiten voor wat er in die samenleving gebeurt. De actuele dreiging van terreur vraagt van iedere burger om zijn of haar ogen en oren open te houden en de veiligheid in Nederland te beschermen. Die verantwoordelijkheid geldt uiteraard ook voor leerkrachten die voor de klas staan. Toch kan deze ‘burgerplicht’ op gespannen voet staan met de opvatting die scholen hebben over hun taak, zo betoogt Ine Spee. Scholen willen immers geen verlengstuk zijn van politie en justitie. Les op een VMBO-school in Haarlem, 2010 (Roel Burgler/HH).
26
cogiscope
0215
Onderwijs is een groot goed. Het verrijkt mensen op de weg van kind naar volwassenheid en bereidt hen voor op goed burgerschap. De school is primair een omgeving waar leerlingen kennis opdoen van de wereld en werken aan hun persoonlijke ontwikkeling en vaardigheden. Wat betreft de persoonlijke ontwikkeling komt de puberteit in een cruciale fase, tijdens het middelbaar en voortgezet onderwijs, in beeld. Het is een levensfase met grote lichamelijke en psychische veranderingen. En met een wezenlijk verlangen naar een duidelijk doel in het leven, naar identiteit en ideologie. In die context moet de school – het bestuur, de dagelijkse leiding en in het bijzonder het onderwijzend personeel – haar onderwijskundige en pedagogische taak vervullen. Regelmatig komen daar aanvullende taken bij en worden vanuit de overheid nieuwe accenten geplaatst. Een hiervan volgt uit de actuele aandacht voor radicalisering. Dit artikel verkent wat er nu precies van scholen wordt verwacht en hoe die verwachting zich verhoudt tot de basistaak van scholen in het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Daartussen zit aardig wat spanning, ook al kunnen scholen wel degelijk een zinvolle rol vervullen in de vroegsignalering van radicalisering. Identiteit en experiment Het gedrag dat jongeren vertonen, hangt samen met de brede context van het politieke klimaat, de samenleving, hun opvoeding, familieachtergrond en sociale context, de ‘peergroup’ waartoe zij behoren en vele andere facetten die van invloed zijn op hun ontwikkeling. De zoektocht van pubers
Puberaal, lastig of radicaliserend?
Ahmed Marcouch als veertienjarige: ‘Ik had ook zo’n typisch tulbandpetje op. Wij adoreerden de moedjahedin.’ In een kraakpand in het centrum van Amsterdam kwamen ze wekelijks bijeen: Marcouch, zijn studerende, oudere broer en een groep jonge moslims veelal Marokkaans, maar ook afkomstig uit Egypte, Somalië, Algerije en Soedan: ‘we leerden de Koran reciteren, bespraken de exegese en de fikh, de islamitische plichtenleer. We keken naar videobanden en luisterden naar cassettebandjes met opzwepende preken en kopieerden die voor elkaar.’ Een zekere mate van radicalisering, zegt Marchouch, hoort bij opgroeien. ‘Je bent roekeloos, overschat jezelf. Het gaat erom dat je de goede mensen om je heen hebt om je zonder kleerscheuren door die fase heen te helpen. Dan kom je er sterker uit en leidt het er niet toe dat je je in een ver land laat afmaken.’ Hij had geluk. De andere jongeren in zijn groep waren al wat ouder. ‘Ze hebben me geleerd te twijfelen en kritisch te zijn. In feite hebben ze me gederadicaliseerd. Opgroeien als moslimpuber gaat gepaard met een grote angst jezelf kwijt te raken in de grote oceaan van het vrije Westen waar van alles gebeurt wat volgens de Koran niet mag.’ (bron: Het Parool, februari 2015)
naar een eigen identiteit is een normaal onderdeel van hun ontwikkeling en het onderzoeken van (soms extreme) ideologieën of politieke uitingen is van alle tijden. Denk aan de punkbeweging, de EO-jongerendagen of breder, aan de polariserende werking van links- en rechtsextremistische groeperingen die erin slagen jongeren aan te trekken De dreiging van terreur en extremisme vraagt van iedere burger om zijn of haar ogen en oren open te houden en de veiligheid in Nederland te beschermen. Die verantwoordelijkheid geldt uiteraard ook voor leerkrachten. Toch kan deze ‘burgerplicht’ op gespannen voet staan met de opvatting die scholen hebben over hun taak. Aangezien experimenteel gedrag bij de puberteit hoort, is het namelijk lastig om gedrag van jongeren snel te duiden. Wanneer is er sprake van
pubergedrag, wanneer is er sprake van een verstoorde ontwikkeling en wanneer is er sprake van radicalisering? Het schoolperspectief is beperkt. Wat weet de school van het leven dat de jongere leidt buiten de school? Dat alles maakt het moeilijk om signalen goed te interpreteren. Het herkennen van een (eventueel) radicaliseringsproces van een jongere is niet eenvoudig. In diverse modellen (De Wolf en Doosje (2010) en in Europese projecten als RAN (Radicalisation Awareness Network) en TERRA (zie ook de bijdrage elders in dit nummer) worden de volgende principes aangedragen: 1. Ga geïnteresseerd in gesprek, zonder oordeel De school doet ertoe als het gaat om het signaleren van mogelijke problemen bij jongeren, alleen al vanwege het feit dat jongeren een belangrijk
deel van hun leven op school doorbrengen, zich daar ontwikkelen, gekend en begeleid worden. Wanneer er veranderingen optreden in hun gedrag, zijn die dus óók op school zichtbaar. Het is een illusie te denken dat scholen daarmee iedere radicaliserende jongere kunnen traceren voordat hij of zij naar Syrië vertrekt. Wel kunnen docenten op school met jongeren in gesprek gaan en hun persoonlijke aandacht geven. Geïnteresseerd zijn in hun zoektocht en zonder veroordelend vingertje in gesprek gaan over hun gedachten. 2. Bevorder burgerschap Een veilig schoolklimaat waarin plek en respect is voor iedereen, vormt het fundament van een school die wil werken aan de ontwikkeling van haar leerlingen. Het is de schoolleiding die sturing moet geven aan dat proces, waar uiteraard een visie op leren aan ten grondslag dient te liggen. Het onderwijs speelt een belangrijke rol in de vorming van burgers en heeft primair de opdracht om leerlingen voor te bereiden op een actieve deelname aan onze democratische en multiculturele samenleving (Verhoeven, 2014). Burgerschapsvorming is daarin een belangrijk element. Sinds 2006 zijn scholen verplicht om ‘actief burgerschap en sociale integratie’ te bevorderen. Burgerschapscompetenties als maatschappelijke verantwoordelijkheid, omgaan met diversiteit en omgaan met conflicten worden niet geleerd in een lesje per week, maar vragen om een school die als oefenplaats fungeert. De Winter
Puberaal, lastig of radicaliserend?
cogiscope 0215
27
De aanslagen in Parijs houden de gemoederen bezig op De Hef, een school met leerlingen van veertig verschillende nationaliteiten in een achterstandsbuurt op Zuid. De leraren luisteren naar wat de jongeren bezighoudt. Iedere dag, tussen half 9 en 9 uur, praten mentoren met hun leerlingen. Ze praten over alledaagse dingen, maar ook over actuele gebeurtenissen. Dat is belangrijk, zegt directeur Selma Klinkhamer. ‘Wij willen jongeren helpen een mening te vormen. Zodat ze antwoorden vinden op gebeurtenissen in de wereld.’ En, vervolgt ze, krachtige burgers worden. ‘Die niet in de criminaliteit terechtkomen. Of gaan radicaliseren.’ Ze legt uit dat jongeren zich moeten kunnen weren in de samenleving en niet mogen vervreemden. ‘Zeker als je in deze buurt opgroeit.’ [Een week eerder] toonden twee leerlingen uit hogere klassen begrip voor de aanslagplegers. Directeur Klinkhamer vertelt dat de school meteen met de scholieren in gesprek ging. ‘Je moet naar ze luisteren. En kijken of je ze met argumenten op andere ideeën kan brengen.’ Straf geven heeft geen zin. ‘Dat werkt averechts. Dan gaan ze zich nog meer verzetten. Of durven ze nooit meer iets te zeggen.’ De Hef betrok de ouders van de leerlingen erbij. ‘Zodat thuis het gesprek verder gevoerd kan worden. Dat is belangrijk.’ En als Klinkhamer het gevoel krijgt dat iemand toch radicaliseert? ‘Dan bellen we de politie.’ (bron: NRC Handelsblad, 15 januari 2015)
(2004) stelt dat ‘democratie de cruciale verbindingsschakel is, in een samenleving die van oudsher gekenmerkt is door een hoge mate van diversiteit’. Wanneer democratie breder wordt opgevat dan als louter politiek systeem, namelijk ook als organisatievorm van maatschappelijke en intermenselijke verhoudingen, dan is er alle reden om juist heel jong met democratieopvoeding te beginnen. Onderwijs kan daarin een belangrijke rol vervullen. Het ontwikkelen van zo’n plaats waar leerlingen hun deelname aan de maatschappij kunnen oefenen en kunnen reflecteren op hun eigen waarden is niet eenvoudig. Het vraagt om het ontwikkelen en onderhouden van een open, veilig en democratisch schoolklimaat. De leraar heeft daarin een belangrijke rol. Hij grijpt alledaagse situaties
aan om leerlingen te stimuleren met elkaar in dialoog te gaan. Leraren bewaken vervolgens het democratisch proces en begeleiden reflectie (Verhoeven, 2014). 3. Versterk ouderbetrokkenheid Het belang van betrokkenheid van ouders bij de school wordt breed onderschreven. Betrokkenheid van ouders bij hun kind heeft het grootste effect op diens welbevinden, leerprestatie, motivatie, zelfbeeld en zelfwaardering. Het is ondersteunend voor jongeren als ouders thuis het gesprek aangaan over ambitie, passies en schoolcarrière. Om dit gesprek te kunnen voeren, is kennis van het schoolsysteem, de opleiding en de voortgang van hun kind noodzakelijk (Reitsma, 2013). Op veel scholen voor VO
28
cogiscope
0215
Een school voor voortgezet onderwijs in Amsterdam wil uitdragen dat de achtergronden en referentiekaders van leerlingen ertoe doen. Er is aandacht en respect voor hun thuissituatie en de wijk waarin ze wonen. Mentoren tonen dat door op huisbezoek te gaan en ook de directie gaat thuis bij leerlingen op bezoek. Het managementteam van deze school is multicultureel van samenstelling. De leden tonen nieuwsgierigheid naar elkaars achtergronden. Om dat te onderstrepen bezochten ze elkaars dorpen en wijken en toonden op die manier waar hun wortels lagen.
Puberaal, lastig of radicaliserend?
maatschappelijk werk, jeugdzorg, gemeente, onderwijsinspectie, maar ook kerk en moskee of andere belangrijke organisaties waar leerlingen gebruik van maken. Dat netwerk werkt het meest effectief als er gehandeld wordt vanuit een gemeenschappelijke visie en overtuiging. Kern daarvan is dat het effectiever is te werken aan preventie en te investeren in kinderen en jeugd, dan om in te grijpen aan de achterkant. De school en haar netwerkpartners hebben alle hetzelfde belang: bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van kinderen en jongeren, zodat ze een plek kunnen verwerven in de samenleving.
Literatuur RAN, Radicalisation Awareness Network http://ec.europa.eu/dgs/home-affairs/what-we-do/ networks/radicalisation_awareness_network/ index_en.htm Reitsma, M., De school als gemeenschap: Hoe w(m)eet je dat? Den Bosch: KPC Groep, 2013 Spee, I., M. Reitsma, Puberaal lastig of radicaliserend. Diemen: IVP, 2e herz.dr. 2015. Terrorisme and Radicalisation (TERRA). Folder voor leraren en jeugdwerkers, 2015.
Zie ook de TERRA Toolkit op www.terra-net.eu
Verhoeven, S., ‘Hoe ontwikkel je de school tot oefenplaats voor democratie?’, in: K. Jurrius &
en MBO is de relatie van school met de ouders flinterdun. Ouders komen meestal pas in beeld als er echt wat aan de hand is met hun kind. Daarom is het devies: investeer in de relatie met alle ouders, voordat je ze echt nodig hebt. 4. Werk actief samen met andere partners Wat voor de relatie met ouders geldt, geldt ook voor het netwerk van de school: scholen moeten investeren in hun interne zorgsysteem en in de relatie met externe partners liefst voordat ze die bij incidenten nodig hebben. Dat is onmisbaar voor het waarmaken van de maatschappelijke opdracht van de school. Intern is het van belang extra rollen en taken op het terrein van signaleren, consultatie en verwijzen te beleggen bij functionarissen en een multidisciplinair team (of zorgadviesteam) in te richten. Bij het ‘externe’ netwerk horen partijen zoals politie,
In de context van opgroeien Deze principes kunnen betrokkenen binnen en buiten de school alleen waarmaken als er wordt samengewerkt. Daarbij gaat het om het goede gesprek rondom en mét leerlingen over die grote zoektocht in hun levensfase. Een accent plaatsen vanuit een radicaliseringsbril is goed. Het gaat immers om een serieuze dreiging die aandacht verdient. Maar dit moet wel in de juiste context worden bezien. In de context van scholen gaat opgroeien nu eenmaal gepaard met onzekerheid, experimenteren met nieuw gedrag, reflectie op religie en levensovertuiging, en – hoe ongemakkelijk dat soms ook kan zijn – het zich afzetten tegen ouders, andere subculturen en de maatschappij.
H. Torringa (red.), Opvoeden tot betrokkenheid: lessen uit de wetenschap. Amsterdam: Uitgeverij SWP, 2014. Winter, M. de, Opvoeding, onderwijs en jeugdbeleid in het algemeen belang. De noodzaak van een democratisch pedagogisch offensief. Webpublicatie nr. 1 WRR. Den Haag, 2004. Wolf, A. de & B. Doosje, Aanpak van radicalisme. Een psychologische analyse. Amsterdam: SWP Uitgeverij, 2010.
Ine Spee is senior crisisadviseur bij het Instituut voor Psychotrauma en is gespecialiseerd in veiligheids- en crisismanagement binnen het onderwijs. Zij is redactielid van Cogiscope.
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
cogiscope 0215
Veronique Huijbregts
Psychologische inbreng onontbeerlijk
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren Voorkomen dat geradicaliseerde islamitische jongeren afreizen naar Syrië en Irak en de opvang van deze jongeren bij terugkeer zijn veelbesproken items in Nederland. Arq Psychotrauma Expert Groep werkt mee aan de ontwikkeling van een effectieve aanpak. Bestuurslid Jan Schaart en Magda Rooze, projectleider van TERRA, belichten waarom de psychologische insteek bij preventie en nazorg op dit terrein onontbeerlijk is.
29
30
cogiscope
0215
De betrokkenheid van Arq bij het terrorismevraagstuk is begonnen na de aanslagen in Madrid in 2004, vertelt Jan Schaart. ‘Het eerste project ging over die slachtoffers van deze aanslag en hun mogelijke rol in het voorkomen van terrorisme. Daar ligt een parallel met de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, ons werkterrein van oudsher. Ook nu nog geven mensen die in de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld in concentratiekampen en het verzet hebben gezeten, gastcolleges over hun ervaringen. Ze trekken de lessen daaruit door naar de huidige tijd, en waarschuwen voor antisemitisme en onverdraagzaamheid. De relatie met ons werk ligt onder meer in het belang van herkenning van en erkenning voor de slachtoffers. Dat ze kunnen vertellen over hun situatie en hun ervaring willen uitdragen, hoort daarbij.’ Europees netwerk Ook de slachtoffers van terrorisme zoeken erkenning en herkenning, zegt Magda Rooze. In de Europese landen waar terroristische aanslagen hebben plaatsgevonden, zoals Spanje, Engeland, Frankrijk, Ierland en Italië, hebben slachtoffers zich verenigd. Samen kunnen ze hun ervaringen een stem geven, onder meer in getuigenissen aan leden van de Europese Commissie en regeringsleiders, en begrip creëren voor hun positie. De EU wil nu nagaan welke rol de slachtoffers kunnen spelen bij het voorkómen van terrorisme en radicalisering. Arq heeft dit thema opgepakt. ‘Wij wilden de expertise die we hebben opgebouwd vanaf 2004 inzetten voor verdere kennisontwikkeling en het
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
maken van praktische instrumenten,’ verklaart Rooze. Dat gebeurt in het TERRA-project (zie kader). Resultaat is onder meer een toolkit voor mensen die door hun werk of sociale situatie met radicaliserende jongeren te maken hebben. In Nederland brengt TERRA deze handleiding breed onder de aandacht. In samenwerking met de gemeente Amsterdam is de folder voor leerkrachten uit de toolkit geïntegreerd in het materiaal van het Strategisch Netwerk Radicalisering en Polarisatie. Twintigduizend exemplaren van de folder met tips, do’s en don’ts, worden verspreid onder leerkrachten om hen te informeren over wat ze het beste kunnen doen in contact met jongeren waarover ze zich zorgen maken. Gemeenschapsaanpak Leerkrachten zijn een belangrijke groep als het gaat om het signaleren van radicalisering omdat ze de jongeren van dichtbij en langere tijd meemaken. Gedragsveranderingen vallen hen snel op. Rooze benadrukt dat het zaak is die veranderingen ‘gewoon’ te bespreken, binnen de bestaande relatie met de leerling. Want het gaat om een uiterst gevoelig onderwerp en met stigmatisering bereik je het tegendeel van wat je wilt bereiken. ‘Onze boodschap is: praat met deze jongeren zoals je dat altijd al doet, maar houd de signalen in je achterhoofd.’ Naast leerkrachten hebben ook wijkagenten en buurtwerkers een rol in het voorkomen van radicalisering. Rooze: ‘Wij stimuleren een gemeenschapsaanpak. Leerkrachten moeten niet op hun eentje iets met signalen gaan doen.
TERRA I en II In het Europese project TERRA zijn de krachten gebundeld van slachtoffers van terreurgeweld en voormalige radicalen die zich inzetten om radicalisering te voorkomen. Doel van het project is bestaande kennis bijeen te brengen en verder te ontwikkelen. TERRA (afkorting van Terrorisme en Radicalisering) gebruikt deze kennis om beroepskrachten en anderen handvatten te bieden om (dreigende) radicalisering bij jongeren tegen te gaan. Op basis van wetenschappelijke literatuur, expertmeetings en gesprekken met betrokkenen is de TERRA Toolkit ontwikkeld, een handleiding met folders en met filmmateriaal op de website. In aparte hoofdstukken krijgen leerkrachten en jeugdwerkers, politiemensen, gevangenismedewerkers, journalisten, religieuze leiders en lokale en nationale overheden informatie over de aanpak van radicalisering, de fasen in het radicaliseringsproces en mogelijke signalen. De Europese Commissie heeft subsidie toegekend voor een tweede ronde. Deze moet leiden tot een train-the-trainer-programma op basis van de toolkit, lesmateriaal voor scholen en een wetenschappelijk onderbouwd beleidsadvies. www.terra-net.eu
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
cogiscope 0215
31
Terreurdreiging in het centrum van Londen, oktober 2005 (Peter Hilz/HH).
Ze kunnen de bestaande overlegstructuren gebruiken. Dat begint met zorgen delen, met het schoolteam, het zorgteam of de wijkagent. Een
leerkracht die goed contact heeft met de ouders, kan zijn zorgen met hen bespreken.’ Simpele oplossingen voor dreigende situaties
zijn er niet. Tijdens een voorlichting over de folder in Amsterdam-Noord vertelde een ervaren docente Rooze dat ze in één jaar tijd drie
32
cogiscope
0215
jongens in haar klas had zien radicaliseren. Ze gingen andere kleding dragen, boycotten bepaalde gespreksonderwerpen in de les, baden veel, en bejegenden de docente agressief. Nadat de school de situatie met de ouders had besproken, nam een van de ouderparen hun zoon zijn paspoort af. ‘Zo’n voorbeeld maakt duidelijk dat de antwoorden niet makkelijk beschikbaar zijn. Dat geldt natuurlijk ook voor andere Europese landen. Het is hard nodig om in preventie te investeren. We beginnen nog maar net met de ontwikkeling van goed materiaal en effectieve interventiemethoden. Daarbij is de inbreng van belang van iedereen die zich met deze jongeren bezig houdt.’ De komende jaren gaat men bij TERRA de kennis verder uitdiepen en vertalen in een trainthe-trainers-programma en lesmateriaal voor scholen. Ook een beleidsadvies voor overheden staat op de agenda. Als spin-off heeft TERRA samen met het International Centre for Counterterrorism (ICCT) in Leiden, het International Victimology Institute Tiburg (Intervict) en de Universiteit van Amsterdam het initiatief genomen om Nederlandse onderzoekers op het terrein van radicalisering bijeen te brengen. Doel: uitwisseling en samen nadenken over een gezamenlijke onderzoeksagenda. Rooze: ‘Radicalisering krijgt niet alleen van onderzoekers, maar ook van andere professionals veel aandacht. De druk is zo groot dat men bijna niet aan samenwerking toekomt, terwijl iedereen de noodzaak daarvan voelt. Wij willen die samenwerking stimuleren.’
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
Nazorg Tijdens een werkbezoek in Duitsland maakten Schaart en Rooze nader kennis met de werkwijze van ‘Hayat’. Zij waren ervan onder de indruk. De Hayat-medewerkers werken zeer gestructureerd en vanuit een heldere opstelling. De medewerkers ondersteunen alleen de familieleden en andere naasten, en enkel op hun verzoek. In gesprekken onderzoeken ze de achtergronden van de radicalisering en de rol van het geloof daarbij. De werkelijkheid blijkt dan veelal genuanceerder dan op het oog lijkt. De rol van het geloof is volgens de onderzoekers vaak secundair, vertelt Schaart. ‘Uit hun ervaring blijkt ook dat niet alle jongeren die naar Syrië vertrekken, oorlog willen voeren. Ze willen soms alleen steun geven. De medewerkers leren ouders in contact te blijven met hun kinderen en zo min mogelijk te werken met dwang en verbod, want dat werkt vaak averechts.’ Behalve preventie kan ook nazorg helpen de dreiging die van radicalisering uitgaat te verminderen. Daarom denkt Arq ook na over haar rol bij de opvang van mensen die terugkeren. Iemand die uit een oorlog terugkomt, heeft altijd nare dingen meegemaakt. Die kunnen tot ernstige klachten leiden. Bij Stichting Centrum ’45 en Equator Foundation is veel ervaring opgedaan met de behandeling van vluchtelingen, met onder hen veel voormalig militairen die aan beide zijden hebben gevochten. Arq bereidt zich voor om die ervaring in te zetten voor de behandeling van voormalig IS-strijders. Voorwaarde daarvoor is dat de persoon in kwestie zelf aangeeft behandeld te willen worden. Een vertrou-
wensrelatie met de ouders van de jongere, zoals Hayat die in Duitsland opbouwt, is daarbij van grote waarde. Daardoor durven jongeren eerder een beroep te doen op nazorg, aldus Schaart. Integrale aanpak De combinatie van preventie en nazorg vindt Schaart een sterk uitgangspunt van Hayat. Tegelijkertijd kan de Duitse aanpak niet éénop-één worden overgezet naar de Nederlandse situatie. Het is nog te vroeg om te zeggen hoe het beleid in Nederland zich gaat ontwikkelen. Schaart: ‘De overheid heeft in het najaar van 2014 een actieprogramma opgezet voor een integrale aanpak met een scala aan maatregelen, onder meer voor preventie en de omgang met teruggekeerde jongeren. Ze bezint zich nog op de vraag over de verdere aanpak. Er lopen enkele initiatieven. Het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders heeft bijvoorbeeld een telefonische hulplijn met vertrouwenspersonen opgezet. Ook in andere landen gebeurt van alles, zoals in Engeland en Denemarken. We willen die ervaringen bijeen brengen en kijken wat werkt. Maar we weten dat de opvang van teruggekeerde jongeren politiek gevoelig ligt.’ ‘Het is volgens ons onontbeerlijk om de “zachte” kant, van psychiaters en psychologen, te betrekken bij de aanpak van radicaliserende jongeren, bij preventie en nazorg. Ouders zijn vaak wanhopig. Soms maken ze zich zorgen over hun zoon die drinkt en achter de meiden aanzit, terwijl die opeens vanuit Syrië opbelt. Die ouders slapen niet meer!’
Preventie en nazorg bij radicalisering van islamitische jongeren
Vanuit Nederland zijn nu zo’n 200 jongeren naar Syrië afgereisd. Als die terugkeren, hebben ze ervaring met oorlog en geweld. In Nederland zijn er veel meer jongeren die met ze sympathiseren. Schaart: ‘Dat gevaar moet je niet onderschatten.’
cogiscope 0215
Top van internationale experts radicalisering in Nederland
TERRA-conferentie 26 november 2015 Preventie van radicalisering stelt overheden en professionals die er in de praktijk mee geconfronteerd worden nog steeds voor vele vragen. Wat zijn effectieve interventies, wie hebben hier een taak in te vervullen en hoe moet er samengewerkt worden? Wat is een goede balans tussen preventie en repressie? Op 26 november organiseert Arq Psychotrauma Expert Groep de TERRA-conferentie Prevention, De-radicalisation and Citizenship. Internationale experts zoals professor Fathali Moghaddam, dr. Lorenzo Vidino, Maajid Nawaz, Rt Hon Hazel Blears en Max Boon, zullen inzichten delen als bijdrage een antwoord te vinden op deze vragen. Tijdens het middagprogramma zijn er praktische workshops rond de TERRA Toolkit die aan de deelnemers beschikbaar wordt gesteld in de Nederlandse vertaling en de best practices in Nederland. Burgemeesters kunnen in een ronde tafel bijeenkomst exclusief in gesprek met de internationale experts. Zie voor nadere informatie www.terra-net.eu en www.terratoolkit.eu Voor aanmeldingen kunt u een mail sturen aan
[email protected] onder vermelding TERRA conferentie. Veronique Huijbregts (socioloog) is freelance journalist/redacteur. (zie www.teksthuijbregts.nl)
33
34
cogiscope
0215
Onderzoek
onderzoek
De kinderen van New York na 9/11: een overzicht vaniets studies Er is met de wereld
Bespreking van: Rousseau, C., U. Jamil, K. Bhui & M. Boudjarane, ‘Consequences of 9/11 and the war on terror on children’s and young adult’s mental health: A systematic review of the past 10 years’, in: Clinical Child Psychology and Psychiatry 20 (2015) pp. 173-193.
Dit voorjaar verscheen een overzichtsstudie van Engelstalige publicaties over de gevolgen van de aanslag op de Twin Towers in New York (9/11, 2001) en de zogenaamde ‘war on terror’ (WOT) voor kinderen. Zowel kwantitatieve, meer epidemiologische studies, als kwalitatieve analyses werden geïncludeerd. Er is breed gezocht: digitale bronnen op gebied van psychologie, geneeskunde en sociale wetenschappen zijn geraadpleegd. Studies die betrekking hadden op kinderen tussen 0 en 20 jaar en gedurende tien jaar na 2001 uitkwamen, werden opgenomen. Niet alle studies hadden uitsluitend betrekking op kinderen zelf; ook publicaties over de invloed van 9/11 op ouderschap werden bestudeerd. Er is een immense stapel aan publicaties voorhanden, zo blijkt. In totaal zijn 73 kwantitatieve, 13 kwalitatieve studies en 122 artikelen over behandeling en interventie geïncludeerd in deze overzichtsstudie Daarnaast zijn er 21 literatuuroverzichten meegenomen. Meer dan 200 publicaties dus over kinderen en ouderschap na 9/11.
In hun analyse van alle bevindingen, worden wisselende uitkomsten gerapporteerd. Van blijvende gevolgen voor het destijds ongeboren kind lijkt niet overtuigend sprake, ofschoon enkele studies een relatie met laag geboortegewicht rapporteren. Voor de peuters en basisschoolkinderen geldt dat over het geheel genomen een relatie met nabijheid tot de ramp is gevonden. Hoe dichterbij de Twin Towers hoe groter de kans op stressreacties. Bij de peuters verder was sprake van een mediërende rol van ouders en hun emotionele beschikbaarheid. Ook adolescenten profiteerden van een gezinsklimaat waarbij ouders de gebeurtenissen adequaat wisten te bespreken en waar minder conflicten bestonden. Beschouwend benadrukken de auteurs de consequenties op vooral sociaal gebied. De terroristische aanslag op New York heeft marginaliserende en segregerende processen in de bevolking los gemaakt. De Islamitische minderheid is zich in sterkere mate gediscrimineerd en vervreemd gaan voelen. En die ervaring blijkt enerzijds ver-
sterkt te worden door de voortdurende ‘war on terror’, en anderzijds samen te hangen met negatief welzijn. Er zijn onvoorstelbaar veel interventies geboden, van allerlei aard. Zo vermelden de auteurs dat de staat New York er voor heeft gezorgd dat ten minste 700 kinderen cognitieve traumagerichte therapie hebben gekregen. Daarnaast is er onder meer groepstherapie, psycho-educatie, ondersteuning via school en ouderschapsondersteuning geboden. Tot slot bediscussiëren de auteurs hun bevindingen. Zij spreken daarin hun voorliefde voor meer kwalitatief onderzoek uit, waarbij ruimte is voor meer dynamische processen als ontwikkeling van identiteit en het behoren tot een minderheidsgroepering in een gastland. Het gevoel van veiligheid van kinderen kan ernstig bedreigd worden wanneer het boodschappen krijgt dat het niet welkom is. Dat is de eerste conclusie van de auteurs. De tweede conclusie is dat vooral kwetsbare kinderen (bijvoorbeeld door het hebben van eerdere psychische problemen of conflicten thuis, of leven in achterstandssituatie
Onderzoek
cogiscope 0215
35
onderzoek en armoede) risico hebben om invloed van terrorisme en WOT te ervaren. Tot slot is de derde conclusie dat de noden van de kinderen en families die tot kwetsbare minderheidsgroepen behoren doorgaans moeilijk te lenigen zijn, omdat er voor hen allerlei drempels bestaan die toegang tot hulpverlening belemmeren. Meer sensitiviteit daarvoor in de samenleving zouden de verschillen tussen minderheid en meerderheid helpen beslechten.
van de aanslag en WOT hebben ingezet. Met een kwantitatieve meta-analyse bijvoorbeeld zouden de talrijke en soms omvangrijke datasets geaggregeerd kunnen worden onderzocht op voorkomen en aard van psychische symptomen per leeftijdsgroep, en voortschrijdend in de tijd. Verder zouden de resultaten van de diverse
interventies meer systematisch kunnen worden bekeken dan nu is gebeurd. Rousseau et al., boodschap is desalniettemin van belang: trek je niet terug op het terrein van gelijkheid en ‘ons kent ons’, maar blijf nieuwsgierig naar die ander. Tot slot valt er nog veel te leren van de gevolgen van die grote ramp. Foto van twee jonge kinderen, hun moeder kwam om bij de aanslag op de Twin Towers (Corbis/HH).
De conclusies van Rousseau et al., verbazen niet wanneer je bekend bent met haar werk. Het betoog om middels een ecologische, systemische en sociaal-contextuele aanpak maatschappelijke problemen als in- en uitsluiting aan te pakken, is bekend. Het is ook zeer aannemelijk dat de reacties op de aanslag in New York in de nadagen verder reiken dan PTSS symptomen alleen. Daar draagt ook deze overzichtsstudie overtuigend aan bij. Voor een goed begrip van het voorkomen van posttraumatische en verwante stressreacties bij kinderen, is een meer kwantitatieve analyse zinvol. En dat blijft in deze studie onderbelicht. Na lezing van de overzichtsstudie blijft niet een duidelijk beeld van de ernst van symptomen en reacties achter. Centraal staat - de paper wordt eromheen opgebouwd - dat kinderen die behoren tot de Islamitische minderheidsgroepering niet zozeer de dupe zijn in termen van psychotrauma, maar veeleer hinder ondervinden van sociale uitsluitingsprocessen die zich als gevolg
Trudy Mooren is klinische psycholoog bij Stichting Centrum ’45.
36
cogiscope
0215
In de spreekkamer
In de spreekkamer
In gesprek met Jelly van Essen, psychotherapeut bij Stichting Centrum ’45
‘Lastig om hun leven weer op de rit te krijgen' We zijn in de spreekkamer bij arts en psychotherapeut Jelly van Essen. Sinds 15 jaar werkt ze bij Stichting Centrum ’45, landelijk centrum voor specialistische diagnostiek en behandeling van mensen met complexe psychotraumaklachten. Daar geeft ze individuele-, gezins- en groepstherapie. Ze behandelt verschillende doelgroepen, onder wie voormalige jihadisten. Van Essen: 'Bij hun behandeling lopen ze tegen de grenzen van de samenleving aan.'
Jelly van Essen (foto Linda Reek)
De afgelopen vijftien jaar verwelkomde Jelly van Essen heel verschillende mensen in haar spreekkamer: vluchtelingen en asielzoekers, maar ook ontwikkelingswerkers, agenten, brandweerlieden en militairen. De gemeenschappelijke noemer: verwerking van trauma's door oorlogen en geweld. 'Dankbaar werk', vindt Van Essen, 'omdat je relatief veel kunt betekenen en bereiken. Het betreft immers vaak mensen die een sterke "ondergrond" hebben, maar die door extreme omstandigheden zijn omgewaaid. Ik help ze weer overeind te komen door ze te laten teruggrijpen op hun kracht.' Daarvoor zet ze doorgaans een mix aan therapievormen en methodieken in. Ze werkt onder meer met BEPP (Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS), EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing), NET (Narratieve Exposure Therapie) en systeemtherapie (behandeling van gevolgen van traumatisering in gezinnen). 'Binnen Centrum '45 kijken we naar het totaalplaatje. Ons brede en specialistische aanbod biedt meerwaarde, want we kunnen complexe problematiek en comorbiditeit zo beter behandelen. Er is een uitgebreid diagnostisch traject, zodat duidelijk wordt of er naast PTSS bijvoorbeeld ook sprake is van depressiviteit of onderliggende kwetsbaarheden. We kijken niet alleen goed naar de individuele hulpvraag, maar ook naar hoe het gezin functioneert.' Wat dat laatste betreft kan Centrum
In de spreekkamer
'45 bogen op een lange traditie, want de organisatie is in de jaren zeventig ontstaan vanuit het inzicht dat oorlogstrauma's generaties lang door kunnen werken. Van Essen: 'Er werd steeds meer bekend over langetermijngevolgen van traumatische ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en de invloed ervan op kinderen en zelfs kleinkinderen. Daar zijn lessen uit getrokken die ook op bijvoorbeeld vluchtelingen zijn toe te passen. Wat betekent het voor kinderen als ze worden opgevoed door getraumatiseerde ouders? En hoe zorgen we ervoor dat ouders ondanks hun trauma's goede opvoeders kunnen zijn?' Ex-Syriëgangers
De combinatie van individuele en gezinstherapie is kenmerkend voor haar aanpak. Die kan ze ook inzetten in de behandeling van ex-Syriëgangers of andere geradicaliseerde jongeren met trauma's. 'Omdat het zo belangrijk is om het contact tussen de jongere en het gezin te herstellen. De gezinsachtergrond is een belangrijke factor. Zeker als de jongere is geradicaliseerd vanuit een gevoel geïsoleerd te zijn.' Maar, zo benadrukt ze met klem: 'Het hangt allemaal van de hulpvraag af. De jongere moet zelf aangeven hulp te willen en dat geldt ook voor het gezin.' Ook ouders die niet weten waar hun kind is, van wie het kind is omgekomen of van wie het teruggekeerde kind zelf geen hulpvraag heeft, kunnen bij Centrum '45 aankloppen. 'Dan kijken we wat
cogiscope 0215
37
ze nodig hebben. We kunnen ze individuele behandeling of gezinstherapie bieden. Ook meergezinstherapie – gezamenlijke behandeling van een groep gezinnen met een vergelijkbare hulpvraag – hoort tot de mogelijkheden.' Overigens klopt maar een kleine groep ex-jihadisten of hun gezinnen voor hulp aan bij Centrum '45, of ze elders wel om hulp vragen, is haar niet bekend. Keihard
Als hulpverlener in psychotrauma komt Van Essen per definitie pas laat ‘in beeld’ als het gaat om geradicaliseerde jongeren. Haar interventies richten zich dan ook niet op preventie of vermindering van radicale denkbeelden, maar op verwerking en herstel van contact. 'We praten over hun klachten, de gebeurtenissen, hun levensloop. Proberen de contacten met familie weer te herstellen. We bespreken hoe ze weer door kunnen met hun leven. Maar vervolgens lopen ze keihard tegen de grenzen van de maatschappij aan. Vanuit mijn spreekkamer heb ik de ervaring dat het moeilijk is om het leven weer op te pakken, hoe gemotiveerd een jongere ook is. Want je wordt dag en nacht gevolgd door de inlichtingendienst en om de haverklap aangehouden door de politie. Werk vinden is heel moeilijk en een uitkering aanvragen is praktisch ondoenlijk, want je paspoort is ingenomen. En dan zijn er nog je oude vrienden die aan je trekken met hun radicale denkbeelden.' Het frustreert Van Essen.
38
cogiscope
0115
'Ik kan jongeren helpen met hun trauma's om te gaan en alle angst- en gezondheidsklachten die daaruit voortkomen, ik kan ze helpen weer toekomstgericht te denken en hun sterke kanten in te zetten om weer iets van hun leven te maken. Maar vervolgens hebben ze geen enkele kans om iets op te bouwen.' Veiligheidsdenken
Van Essen verklaart dit uit een eenzijdig veiligheidsdenken. Bezien door de ‘veiligheidsbril’ zijn ex-Syriëgangers per definitie staatsgevaarlijk, maar zij vindt het onterecht en contraproductief om ze onder één noemer te scharen. 'Er zijn jongeren bij die met een idealistisch idee om hulp te verlenen zijn afgereisd en een soort Rode Kruissituatie verwachtten aan te treffen in Syrië, maar ook jongeren die echt gewelddadige fanatici zijn, én alles daartussenin. Hun achtergrond verschilt, de mate van radicaliteit verschilt, hoe ze terugkomen uit de oorlogssituatie verschilt, hun hulpvraag verschilt. Het is beter om genuanceerd naar zo'n diverse doelgroep te kijken. We moeten niet vergeten dat de neiging tot extreem gedrag nu eenmaal eigen is aan adolescenten. Alleen vinden islamitische jongeren tegenwoordig organisaties tegenover zich die daar feilloos op inspelen. Als je positie in de samenleving dan ook nog te wensen overlaat, ben je daar eerder ontvankelijk voor.' Oplossingen ziet ze ook. Ze wijst op het deradicaliseringsprogramma Hayat, waarmee in Duitsland goede resultaten worden geboekt. Hulp aan gezinnen is daarin een sleutel, omdat
In de spreekkamer
familie als directe sociale omgeving een sterk 'contra-narratief' vormt tegen de radicale islam. 'Het programma komt voort uit de aanpak van jongeren met neonazistische ideeën', weet Van Essen. 'Daar is in Duitsland veel ervaring mee opgedaan.' Hayat richt zich op alle fasen van radicalisering, zowel preventief als curatief.' Van Essen gelooft in de heilzame werking van hulp aan gezinnen en het aanspreken van de eigen kracht. Want of het nu om jihadisten gaat, om oorlogsslachtoffers of om kindsoldaten: 'Ze willen praktisch allemaal het liefst zo normaal mogelijk zijn.'
Marleen Kamminga is tekstschrijver bij Redactieprofs.
b e r i c ht e n u i t Arq Voorjaarssymposium over Complexe PTSS De term complexe PTSS verschijnt steeds vaker, zowel in de literatuur als in patiëntendossiers, maar spreken we allemaal over hetzelfde of spreken we allemaal over iets anders? Deze vraag stond centraal tijdens het tweede Arq Voorjaarssymposium, georganiseerd door Stichting Centrum ’45 dat plaatsvond op 20 maart 2015 in het Planetarium te Amsterdam. In de vorm van lezingen, levendige debatten en diverse workshops werden door meerdere clinici de verschillende facetten en visies van de begrippen complex trauma en complexe PTSS belicht. Duidelijk werd dat zowel binnen de literatuur als in de klinische praktijk een veelvoud bestaat aan visies en aannames, en dat wat we echt weten over Complexe PTSS nog in de kinderschoenen staat. Complexe PTSS als diagnose De gastspreker van de dag was Jonathan Bisson, psychiater en hoogleraar psychiatrie aan de Cardiff University in Wales, een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van PTSS, zo-
BE R IC H T E N UI T H E T V E L D
cogiscope 0215
39
h e t v e ld wel bij vroeg interventies, evidence based behandelingen als bij de diagnostiek van complexe PTSS, tevens vormt hij de drijvende kracht achter de NICE richtlijnen. Hij nam ons mee in de ontstaansgeschiedenis van de term Complexe PTSS en vertelde over de laatste ontwikkelingen op dit gebied. Heeft een deel van de patiënten met PTSS een ander en complexer klachtenpatroon dan bij de reguliere PTSS past? En kan hier een aparte diagnose Complexe PTSS aan gekoppeld worden? Rond 1992 ontstond, onder invloed van Judith Herman, de discussie over wat te doen met de patiënten die naast de bekende PTSS symptomen een breder en complexer palet aan symptomen lieten zien dan was onder te brengen onder de PTSS criteria van de DSM of ICD. Dit leek met name het geval bij meervoudig getraumatiseerde patiënten groepen, zoals vroeg getraumatiseerde volwassenen, asielzoekers, vluchtelingen, veteranen en slachtoffers van huiselijk geweld. De classificatie Disorders of Extreme Stress Not Otherwise Specified (DESNOS) werd beschreven en onderzocht, maar heeft nooit de officiële DSM gehaald. Er is nu echter
diteit kent. Complexer moeten we het volgens haar niet maken.
Jonathan Bisson tijdens het Arq voorjaarssymposium (foto Erik Kottier).
een beweging, zowel in de DSM-5 als in de toekomstige ICD-11, om ‘complexere’ symptomen in te passen in deze diagnostische systemen. De DSM-5 besloot een aantal symptomen, bijvoorbeeld het hebben van verstoorde negatieve cognities, op te nemen onder de noemer PTSS. De ICD-11 – welke naar verwachting in 2017 wordt gepubliceerd – lijkt een andere weg in te slaan en maakt plaats voor een extra diagnose: Complexe PTSS. Dit houdt in dat patiënten die naast de specifieke PTSS symptomen ook problemen hebben in de emotieregulatie, interpersoonlijke relaties en last hebben van een
vertekend negatief zelfbeeld, de diagnose complexe PTSS kunnen krijgen. Over het gebruik van deze diagnose zijn de meningen verdeeld. Na de boeiende lezing van Jonathan Bisson volgden drie korte en prikkelende discussiebijdragen. Trudy Mooren betoogde dat zowel traumatische gebeurtenissen als de periodes tussen of na die gebeurtenissen bij kunnen dragen aan pathologie. De aard van complexe PTSS ligt volgens haar in meervoudige geweldservaringen, die zich voordoen in kwetsbare perioden en comorbi-
Jackie June ter Heide daarentegen is van mening dat mensen ook zonder vroegkinderlijk trauma complexe PTSS kunnen ontwikkelen en dat comorbiditeit bij veel PTSS patiënten voorkomt zonder dat dit wijst op Complexe PTSS. Zij en Jonathan Bisson zijn van mening dat complexe PTSS een diagnose is, die op basis van het juiste diagnostische instrumentarium kan worden bepaald. Volgens Ruud Jongedijk zou men er goed aan doen om deze categoriale tweesplitsing los te laten en de diag nostiek vanuit een dimensionele benadering te richten op symptoom profielen. Hierbij blijft de diagnose PTSS centraal blijft staan en sluit de behandeling aan op PTSS met bijvoorbeeld externaliserende en internaliserende profielen; met daarnaast een veerkrachtig subtype. De behandelmogelijkheden In de middag kwamen de behandelmogelijkheden aan bod. Want: ongeacht het wel of niet toepassen van Complexe PTSS als diagnose blijft de
40
cogiscope
0215
BE R IC H T E N UI T H E T V E L D
b e r i c ht e n u i t h e t v e ld vraag, wat te doen met de patiënten die andere symptomen laten zien dan de typische PTSS symptomen en/of waarbij evidence based behandelingen niet lijken te werken? In 2012 heeft de ISTSS expert groep een richtlijn ontwikkeld voor de behandeling van Complexe PTSS: ‘The ISTSS Expert Consensus Treatment Guidelines for Complex PTSD in Adults’. De richtlijn lijkt aan te sluiten bij de reguliere behandelpraktijk, maar de wetenschappelijke onderbouwing ervan, met name van de ‘stabilisatiefase’ wordt sterk ter discussie gesteld. Ethy Dorrepaal en Iva Bicanic debatteerden over deze discussie. Waar Ethy Dorrepaal de voordelen van de richtlijn benadrukte en betoogde dat stabiliserende methoden zeer nuttig kunnen zijn, stelde Iva Bicanic de wetenschappelijke onderbouwing van de ISTSS richtlijn aan de kaak. Volgens Iva kon op basis van de huidige literatuur worden geconcludeerd dat
deze richtlijn de wetenschappelijke toets niet kan doorstaan. Gedurende de dag werd in vijf verschillende workshops besproken hoe huidige evidence based therapieën voor PTSS toepasbaar zouden kunnen zijn bij ‘Complexe PTSS’. Hier besprak (1) Hans Jaap Oppenheim de mogelijkheid om Eye Movement Desensitization and Reprocessing therapy (EMDR) toe te passen; (2) Mariel Meewisse lichtte de mogelijkheid tot Imagery Rescripting and Reprocessing Therapy (IRRT) toe; (3) Narratieve Exposure Therapie toegepast op Complexe PTSS werd besproken door Ruud Jongedijk; (4) De Beknopte Eclectische Psychotherapie voor Traumatische Rouw (BEP-TG) werd behandeld door Geert Smid en Paul Boelen; en (5) Ethy Dorrepaal behandelde het drie fasen model ten behoeve van het stabiliseren van patiënten met complexe PTSS alvorens trauma gerichte strategieën worden toegepast.
Noot Gebaseerd op de ICD-11, die naar verwachting in 2017 zal uitkomen, heeft Jonathan Bisson, samen met Marylene Cloitre en anderen een klinisch interview en zelfrapportage lijst ontwikkeld met als doel zowel PTSS als complexe PTSS te meten. Deze instrumenten worden momenteel binnen Arq via een officieel vertalingsproces vertaald, en tevens gevalideerd.
Berthold Gersons, hoogleraar en verbonden aan Arq, rondde de dag af met een mooi overzicht over de dilemma’s die gedurende de dag werden besproken. Om in dezelfde taal te kunnen spreken als het gaat om Complex trauma of over Complexe PTSS en om hier meer inzicht in te krijgen is het van belang dat (1) men zich bewust is van zijn/haar aannames met betrekking tot de betekenis van de term Complexe PTSS; (2) men de kennis en ervaringen op dit gebied met elkaar blijft delen; en (3) er meer wetenschappelijk onderzoek wordt verricht naar de verschillende facetten van complexe PTSS problematiek. Het symposium was een mooi voorbeeld van de eerste twee aspecten, waar de levendige en afwisselende voordrachten en debatten zorgden voor een zeer inspirerend symposium. De sfeer was open en gemoedelijk, met veel ruimte voor discussie. Marloes Eidhof, psycholoog en promovenda bij Stichting Centrum ’45/ Arq.
Avicennaprijs 2015 voor aanpak leefsituatie kwetsbare arbeids migranten De Stichting Avicenna heeft de Avicennaprijs 2015 toegekend aan GGD West-Brabant voor de methodiek ‘Leefsituatie arbeidsmigranten, verborgen kwetsbaarheid waar de GGD voor opstaat!’. De jury is onder de indruk van het slagvaardig optreden van de GGD en de wijze waarop deze zich vanuit haar vangnetfunctie inzet voor de gezondheid van kwetsbare arbeidsmigranten, een groep die maar al te gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. De Avicennaprijs wordt om de twee jaar uitgereikt aan een zorgverlener of organisatie die in de voorafgaande periode heeft bijgedragen aan een wezenlijke verbetering van de zorg aan migranten en vluchtelingen. De prijs werd dit jaar voor de negende maal uitgereikt. Er waren dit jaar negen voordrachten. De voordrachten die naast de winnaar van de prijs het hoogst scoorden, zijn het project Equator
BE R IC H T E N UI T H E T V E L D
cogiscope 0215
41
b e r i c ht e n u i t h e t v e ld Poli Stad, dat voorzieningen biedt voor getraumatiseerde vluchtelingen zonder verblijfsrecht, en de Stichting Inaya Zorg, die dagactiviteiten aanbiedt voor migrantenvrouwen met een licht verstandelijke beperking en/of psychische klachten in Utrecht. www.avicennaprijs.nl
Refereerbijeenkomsten Arq Psychotrauma Expert Groep Deelname aan de referaten is gratis. Wel graag aanmelden via
[email protected] Trauma en Walging Referenten zijn Jannetta Bos van Stichting Centrum ’45 en Anja Lok van Equator Foundation. In dit referaat zal Jannetta Bos, psychotherapeut en seksuoloog, ingaan op het thema walging. Tot nu toe is de meeste aandacht in de context van PTSS uitgegaan naar de emotie angst; er is echter toenemende evidentie dat ook de emotie walging betrokken kan zijn bij PTSSachtige klachten. Dat geldt zeker
voor PTSS waarbij (ook) sprake is van seksueel misbruik. Onderzoek van Engelhard et al., in 2011 heeft laten zien dat met name walgingsgevoeligheid voorspellend bleek voor het ontwikkelen van PTSS-klachten na een traumatische (oorlogs-) ervaring. Wat betekent walging in de behandeling en wat zou je er mee kunnen doen? Anja Lok, psychiater, zal ingaan op walging als affectieve predictor voor obsessieve en compulsieve klachten, zoals overmatig (handen) wassen, voortkomende uit een (seksueel) trauma. Datum 17 september 2015 (Oegstgeest) en 13 oktober (Diemen) Tijd 16.30-18.00 uur De MH17 ramp: terugkijken en vooruitblikken Referenten zijn Berthold Gersons, senior wetenschappelijk adviseur van Arq Psychotrauma Expert Groep en Annelieke Drogendijk, directeur van Impact. In dit referaat zal Annelieke Drogendijk ingaan op de rol en taken die de partners in Arq, in het bijzonder Impact en het IVP, hebben vervuld direct na de ramp met de
MH17 tot de dag van vandaag. Het was de eerste weken na de ramp een hectische periode die zich enerzijds kenmerkte door het verdriet over het verlies van een collega en haar gezin van Stichting Centrum ’45, en anderzijds door de enorme inzet van het crisisteam dat toen dag en nacht heeft gewerkt om de directe familieleden en betrokken organisaties bij te staan. Daarnaast zal ze ingaan op de huidige werkzaamheden in het nafase traject van de ramp. Wat zijn de lessons learned en hoe gaan we hiermee verder? Berthold Gersons is lid van de Adviesraad van de Stichting Vliegramp MH17. Deze stichting behartigt de belangen van nabestaanden van slachtoffers van de ramp. In zijn referaat gaat hij in op de problematiek van een ramp die eigenlijk nooit overgaat en op de dilemma's die hier uit voortkomen voor de nabestaanden. Ook gaat hij in op de lessen die we kunnen trekken uit de aanpak van uit ons GGZ-veld van de MH17-ramp. Datum 12 november 2015 (Oegstgeest) en 15 december 2015 (Diemen) Tijd 16.30-18.00 uur
Summer course 'Hidden Genocides' ‘What is genocide’? How does it differ from other forms of collective violence? What triggers genocide? Why are the acts during genocide so gruesome? What are the consequences of its legal definition? Why do people perpetuate genocide? These and more questions will be answered during the summer course 'Hidden Genocides'. We will thereby also look at ‘hidden’ and unknown genocides and the mass atrocities happening right now in South Sudan, Central Africa and Syria/ North Iraq. This course will give you an analytical model to understand and study genocide and measure proper interventions. Taal Engels Voor wie professionals, Master studenten en studenten die drie jaar Bachelor hebben gevolgd. Wanneer 12-31 juli 2015 Waar Graduate School of Social Sciences, Amsterdam Meer info http://gsss.uva.nl/ summer-winter/summer/summerprogrammes
42
cogiscope
0215
NtVP-Katern
Over de NtVP
Van de voorzitter
De Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma (NtVP) is een onafhankelijke vereniging, die streeft naar continue kwaliteitsverbetering op het gebied van psychotraumatologie voor diegenen die zich professioneel of binnen een professionele organisatie met psychotrauma bezighouden. Dit doet de NtVP door zich in te zetten voor: n het ontwikkelen en verbeteren van kennis, opleiding, wetenschappelijk onderzoek en standaarden ten aanzien van de preventie, het ontstaan, diagnostiek en de behandeling van aan psychotrauma gerelateerde klachten; n het bieden van een multidisciplinair netwerk met psychotrauma expertise, waarin kennis wordt gedeeld en leden discussie voeren ter bevordering van hun professionele ontwikkeling; n behartigen van de belangen van het vakgebied van psychotraumatologie.
Het is een eer om het nieuwe katern voor de Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma, de NtVP, in de Cogiscope aan te mogen kondigen. In dit katern bespreken we hoogtepunten uit recente literatuur, wetenschappelijk onderzoek en congressen. Daarnaast komen actuele vraagstukken in het brede veld van de psychotrauma aan bod. In deze eerste uitgave beschrijven experts hun visie op de vraag of een stabiliserende behandeling vooraf dient te gaan aan traumagerichte behan- Mariel Meewisse deling bij Complexe PTSS. Als lezer hebt u vanaf de volgende uitgave de kans om bij te dragen aan de rubriek Supervisievraag en -antwoord. Hebt u casuïstiekvragen over diagnostiek, indicatiestelling of behandeling, stuur die dan naar Cogiscope@ NtVP.nl (zie kader op pagina 48). De brede expertise van onze leden op gebied van patiëntenzorg en wetenschap maakt het mogelijk om vanuit verschillende visies uw vragen te beantwoorden.
De NtVP maakt deel uit van de Europese vereniging voor Psychotrauma (ESTSS). De ESTSS heeft verbindingen met een groot aantal nationale verenigingen, waardoor een Europees breed netwerk van Psychotrauma verenigingen ontstaat.
Welke ontwikkelingen hebben we na de recente bestuurswisseling in gang gezet? De visie ‘sterker door verbinding’ hebben we kracht bijgezet met een goed bereikbaar nieuw secretariaat bemand door Paulien Brieffies. Special Interest Groepen (SIGs) zijn opgezet waarin leden binnen hun expertiseveld samenkomen. In samenspraak met partijen uit het veld onderzoeken we of een profiel voor opvangwerkers met bijbehorend curriculum meerwaarde heeft. Toponderzoeker professor Richard Bryant heeft een lezing gegeven over de sociale kant van trauma en een verslag hiervan kunt u vinden op www.NtVP.nl. Op deze website vindt u bovendien, naast nieuws en een activiteitenagenda, een database met proefschriften van in Nederland en België gepromoveerde onderzoekers op gebied van trauma, stress en gevolgen daarvan. Ook hebben we een start gemaakt met verzamelen van psychotraumagerelateerde meetinstrumenten om het werk van clinici en wetenschappers te faciliteren. Kortom de NtVP houdt ons bezig!
www.ntvp.nl
Mariel Meewisse
NtVP-Katern
cogiscope 0215
43
Experts in debat over Complexe PTSS: eerst stabiliseren, dan behandelen? Het concept Complexe PTSS en hoe deze behandeld dient te worden blijft een actuele discussie. In deze uitgave wordt de huidige behandelrichtlijn voor volwassenen met Complexe PTSS van de International Society for Traumatic Stress Studies (ISTSS; Cloitre et al., 2012) van twee kanten belicht.
Iva Bicanic en Ad de Jongh
Kritische beschouwing van de ISTSS behandelrichtlijn voor Complexe PTSS bij volwassenen Inleiding Steeds vaker wordt debat gevoerd over ‘Complexe PTSS’ en hoe de mensen die hieraan lijden behandeld moeten worden. Maar in plaats van dat hulpverleners zich competenter gaan voelen in hun handelen, lijkt het veld verder gepolariseerd te raken. Erkenning voor het bestaan van Complexe PTSS vormt de kern van een deel van de polarisatie. Een aantal experts binnen het traumaveld pleit er al jaren voor deze classificatie als diagnose in de DSM op te nemen, waar zij tot dusver niet in zijn geslaagd. Volgens hen moet de ‘diagnose’ Complexe PTSS worden gesteld bij de aanwezigheid
van de kernsymptomen van PTSS en vijf andere symptomen: moeite met emotieregulatie, verstoring van relationele vaardigheden, veranderingen in aandacht en bewustzijn, aanwezigheid van negatieve kernopvattingen, en somatisch lijden of desorganisatie. Een op zichzelf staande diagnose zou naast erkenning ook een aparte behandeling voor deze patiëntengroep rechtvaardigen. Hier ligt mogelijk de basis voor de andere controverse, namelijk de vraag hoe deze patiënten behandeld moeten worden: direct traumagericht volgens de bestaande PTSS richtlijnen of eerst – in een voorafgaande stabilisatiefase – de emotieregulatie
verbeteren? Hoewel de ISTSS behandelrichtlijn een fasegerichte aanpak aanbeveelt voor mensen met Complexe PTSS, neemt de druk op de houdbaarheid van deze richtlijn toe vanwege de zwakke wetenschappelijke onderbouwing ervan (Bicanic, De Jongh & Ten Broeke, 2015). Empirische basis van de ISTSS behandelrichtlijn voor Complexe PTSS De wetenschappelijke basis van de ISTSS behandelrichtlijn wordt gevormd door negen studies. Echter, een beschrijving van de criteria of zoekstrategie op basis waarvan deze studies werden geselecteerd, ontbreekt. Daarnaast zijn twee studies geen Randomized Controlled Trials (RCTs), slechts drie studies includeerden een actieve controlegroep, en van drie studies zijn geen follow-up gegevens beschikbaar. Maar het meest opmerkelijk is dat, terwijl de richtlijn betrekking heeft op de behandeling van volwassenen met Complexe PTSS, juist deze ‘diagnose’ ontbrak bij
44
cogiscope
0215
de deelnemers in de meegenomen studies. Een uitzondering daarop is de ‘Vroeger en Verder’ pilot-studie, waarin de aanwezigheid van Complexe PTSS met een gestandaardiseerd klinisch interview werd vastgelegd. Zelfs in de RCT van Cloitre en collega’s (2010), die de kern vormt van de richtlijn, was Complexe PTSS geen criterium voor deelname. De voor deze studie geïncludeerde patiënten waren vrouwen met PTSS als gevolg van vroeg misbruik, voor wie de Skills Training in Affect and Interpersonal Regulation (STAIR) is ontwikkeld: een acht sessies durende vaardigheidstraining in affect- en relatieregulatie. Deze studie vergeleek de resultaten van drie condities: ‘STAIR gevolgd door imaginaire exposure’, ‘supportive counseling gevolgd door imaginaire exposure’ en ‘STAIR gevolgd door supportive counseling’. Pas zes maanden na de behandeling hadden vrouwen die STAIR in combinatie met exposure hadden gekregen, in vergelijking met de twee controlegroepen, significant minder last van PTSS-symptomen, depressie, angst, dissociatie, woede en stemming. Toch ondersteunen volgens de auteurs deze resultaten de superioriteit van de fase-gerichte aanpak vergeleken met de exposure-gerichte conditie. Deze conclusie is niet gerechtvaardigd, omdat de studie van Cloitre geen controlegroep had die sec een exposure behandeling kreeg, en omdat personen met ‘STAIR gevolgd door imaginaire exposure’, vergeleken met de andere twee condities, een twee maal langere effectieve behandeling kregen. Kortom, de studie van Cloitre en haar collega’s, maar ook de andere acht geselecteerde studies, bieden geen ondersteuning voor de stelling dat
NtVP-Katern
een standaard traumabehandeling door stabilisatie moet worden vooraf gegaan. Ontmanteling van aannames De belangrijkste aanname voor een gefaseerde aanpak is dat patiënten met Complexe PTSS als gevolg van interpersoonlijke traumatisering in hun jeugd over onvoldoende psychologische stabiliteit beschikken om de herinneringen onder ogen te zien en daarmee gepaard gaande arousal te verdragen. Daarom zouden zij eerst vaardigheden op het gebied van zelfcontrole en affectregulatie moeten aanleren. Maar is deze aanname terecht? Er is inmiddels een overtuigend aantal studies dat laat zien dat mensen met een geschiedenis van vroegkinderlijk interpersoonlijk trauma op verschillende uitkomstmaten – zonder voorafgaande emotieregulatietraining – even goed profiteren van een richtlijnbehandeling als mensen zonder een dergelijke traumageschiedenis, en dat dissociatieve symptomen of ernstige comorbiditeit (waaronder psychose) de effectiviteit van traumagerichte behandelingen niet negatief beïnvloeden. Aanbevelingen voor de praktijk Momenteel wordt er in Nederland een aantal studies uitgevoerd, die de werkzaamheid van een evidence based traumabehandeling met en zonder stabilisatie vooraf vergelijken. Hiermee is echter de huidige onzekerheid onder hulpverleners over de behandeling van Complexe PTSS nog niet opgelost. Met welke aanbevelingen is het veld momenteel geholpen? Het uitgangspunt is dat er een groep patiënten is voor wie een traject van
stabilisatie (motivatie, psycho-educatie, cognitief herstructureren, emotieregulatietraining, etc.) nodig zal zijn voordat met de verwerking van de traumatische herinneringen kan worden gestart. De specifieke set aan kenmerken van deze groep, die de indicatiestelling voor stabilisatie zou kunnen verscherpen danwel onnodig inzetten van stabilisatie kan voorkomen, is nog onvoldoende helder. Daarbij is niet onderzocht of stabilisatie de doorstroom naar de traumagerichte fase inderdaad faciliteert. Op basis van het huidige beschikbare onderzoek op dit terrein, is onze aanbeveling derhalve, ook bij patiënten met symptomen die passen bij Complexe PTSS, de bestaande multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen te volgen. Ofwel: ‘eerst traumagerichte behandeling, tenzij’ in plaats van ‘eerst stabilisatie, tenzij’.
Dr. Iva Bicanic is GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog en coördinator van het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en het Centrum Seksueel Geweld in Utrecht. Prof. dr. Ad de Jongh is tandarts en GZ-psycholoog en is als bijzonder hoogleraar angst- en gedragsstoornissen verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde (ACTA) van de Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit.
NtVP-Katern
cogiscope 0215
45
Jackie June ter Heide
Complexe PTSS ter discussie Het construct complexe PTSS en het bijbehorende advies van gefaseerde behandeling hebben, met name sinds het verschijnen van het boek Trauma en herstel van Judith Herman in 1992, sterk wortel geschoten in de klinische praktijk. Veel behandelaren, met name van vroeg getraumatiseerde patiënten, herkennen er hun patiënten in en zien er een waarschuwing in tegen het emotioneel overbelasten van patiënten door traumagerichte therapie. Complexe PTSS is, zoals Bicanic en De Jongh aangeven, nooit als diagnose geïncludeerd in de DSM, maar het is waarschijnlijk dat het als aanvulling op de PTSSdiagnose opgenomen zal worden in de ICD-11 (Maercker et al., 2013). Dit voornemen doet de discussie rond de validiteit van het construct en het bijbehorende behandeladvies opnieuw oplaaien. Enerzijds pleiten voorstanders van het complexe PTSS-construct voor een welomschreven complexe PTSS-diagnose en een aangepaste behandeling (zoals in de door Bicanic en De Jongh besproken richtlijnen); anderzijds pleiten tegenstanders (zoals Resick et al., 2012) voor het vasthouden aan een uniforme PTSS-diagnose en aan bestaande behandelrichtlijnen voor PTSS, ook bij complex getraumatiseerde patiënten. Dat de ISTSS richtlijnen voor behandeling van Complexe PTSS ter discussie worden gesteld,
is terecht. De evidence voor gefaseerde behandeling van Complexe PTSS is beperkt, en de evidence voor behandeling van PTSS als gevolg van complexe traumatische ervaringen wijst op de effectiviteit van traumagerichte therapie. In hun artikel nemen Bicanic en De Jongh krachtig stelling met de boodschap ‘Eerst traumagerichte behandeling, tenzij’. Deze stelling nodigt uit tot reactie. Eerst traumagerichte therapie, tenzij wat? Met het ‘tenzij’ wordt een begin gemaakt met een door veel behandelaren gewenste nuancering van de behandelrichtlijnen voor PTSS. Niet alle patiënten zijn gemotiveerd voor het volgen van traumagerichte therapie en niet alle patiënten hebben er baat bij (Schottenbauer, Glass, Arnkoff, Tendick, & Gray, 2008). Iedere behandelaar zal zijn of haar patiënt een faalervaring willen besparen. De vraag is of te voorspellen is wie van traumagerichte therapie zal profiteren en wie niet. Het onderzoek hiernaar is vooralsnog beperkt door het traditioneel excluderen van patiënten met ernstige comorbiditeit of anderszins lastige kenmerken (Spinazzola, Blaustein, & Van der Kolk, 2005). Daarnaast selecteren veel potentiële deelnemers zichzelf uit. Of niet-gemotiveerde en niet-profiterende patiënten gekenmerkt worden door symptomen van complexe PTSS is de vraag. Breed includeren en het toetsen van complexe PTSS als
predictor zal hier uitsluitsel over moeten geven. Zonder dit uitsluitsel worden behandelaren bij de indicatiestelling vooralsnog teruggeworpen op hun klinische blik. Eerst evidence-based therapie? Een tweede vraag is of traumagerichte therapie de enige werkzame behandelvorm is voor PTSS. Volgens het gefaseerde behandelmodel zouden patiënten die niet gemotiveerd of niet in staat zijn tot het volgen van traumagerichte therapie eerst vaardigheden moeten leren en motivatie moeten opbouwen om door te kunnen stromen naar de traumagerichte fase. Er komt langzamerhand echter steeds meer evidence beschikbaar dat niet-traumagerichte, protocollaire behandelingen voor PTSS ook effectief zijn. Voorbeelden hiervan zijn present-centered therapy, wat ontworpen is als controleconditie maar zelf een goed effect blijkt te hebben (Frost, Laska, & Wampold, 2014) en recentelijk interpersoonlijke psychotherapie (IPT; Markowitz et al., 2015). Dergelijke therapieën zouden een alternatief kunnen bieden aan patiënten die de confrontatie met hun traumatische herinneringen niet willen of durven aangaan. Het hebben van een keuze hierin is in het belang van elke patiënt met PTSS, of die nou wel of niet voldoet aan een complexe PTSS-diagnose.
46
cogiscope
0215
NtVP-Katern
Drs. Jackie June ter Heide is werkzaam als klinisch psycholoog bij Stichting Centrum ’45 waar zij momenteel haar promotieonderzoek
afrondt naar de effectiviteit van EMDR versus stabilisatie in de behandeling van getraumatiseerde asielzoekers en vluchtelingen.
Referenties
Maercker, A, Brewin, C.R., Bryant, R.A., Cloitre, M.,
Bicanic, I.A.E., Jongh A. de & Broeke, E. ten (2015).
Reed, G.M., Van Ommeren, M., et al. (2013).
Stabilisatie in traumabehandeling: noodzaak of
Proposals for mental disorders specifically associ-
mythe? Tijdschrift voor Psychiatrie, 57(5), 332-9.
ated with stress in the International Classification of Diseases-11. Lancet, 381, 1683-1785.
Cloitre, M., Courtois, C.A., Ford, J.D., Green, B.L., Alexander, P., Briere, J., Herman, J.L., Lanius,
Markowitz, J.C., Petkova, E., Neria Y., Van Meter,
R., Stolbach, B.C., Spinazzola, J., Van der Kolk,
P.E., Zhao, Y., Hembree E., et al., (2015). Is ex-
B.A., Van der Hart, O. (2012). The ISTSS Expert
posure necessary? A randomized clinical trial of
Consensus Treatment Guidelines for Complex PTSD
Interpersonal Psychotherapy for PTSD. American
in Adults. Retrieved from http://www.istss.org/
Journal of Psychiatry, 172, 430–440.
ISTSS_Main/media/Documents/ComplexPTSD. pdf
Resick, P.A., Bovin, M.J., Calloway, A.L., Dick, A.M., King, M.W., Mitchell, K.S., et al. (2012). A criti-
Cloitre, M., Stovall-McClough, K.C., Nooner, K.,
cal evaluation of the complex PTSD literature:
Zorbas, P., Cherry, S., Jackson, C.L., e.a. (2010).
Implications for DSM-5. Journal of Traumatic
Treatment for PTSD related to childhood abuse:
Stress, 25, 241-251.
Oproep voor de rubriek Supervisievraag en -antwoord Hebt u casuïstiekvragen over diagnostiek, indicatiestelling of behandeling, stuur die dan naar
[email protected]. Diverse experts in de psychotraumazorg beantwoorden uw vraag binnen deze rubriek in een volgende uitgave van Cogiscope of op www.NtVP.nl
a randomized controlled trial. American Journal of Psychiatry, 167, 915-24.
Schottenbauer, M.A., Glass, C.R., Arnkoff, D.B., Tendick, V., & Gray, S.H. (2008). Nonresponse
Dit katern binnen de Cogiscope wordt verzorgd
and dropout rates in outcome studies on PTSD:
door de werkgroep Communicatie van de
The evidence for present-centered therapy as
Review and methodological considerations.
Nederlandstalige Vereniging voor Psychotrauma,
a treatment for Posttraumatic Stress Disorder.
Psychiatry 71(2), 134-168.
www.NtVP.nl.
Frost, N.D., Laska, K.M., & Wampold, B.E. (2014).
Journal of Traumatic Stress, 27, 1–8. Spinazzola, J., Blaustein, M., & Van der Kolk, B.A.
Coördinator:
Herman, J.L. (1993). Trauma en herstel: De gevolgen
(2005). Posttraumatic stress disorder treatment
Joanne Mouthaan,
van geweld – van mishandeling thuis tot politiek
outcome research: the study of unrepresentative
[email protected]
geweld. Amsterdam: Wereldbibliotheek.
samples? Journal of Traumatic Stress, 18,: 425-436.
© NtVP 2015
i n s p i rat i e
cogiscope 0215
In s p i rat i e
De Barmhartige Samaritaan Bij mijn grootouders stond in de gang een groot bronzen beeld op een balk die weer op bakstenen stond. Het beeld boezemde me als klein kind ontzag in. Toen ik ouder werd, zo'n 8 of 9 jaar, maakte ik er een gewoonte van om het koude gevaarte bij langslopen aan te raken. En dan de ezel, wel te verstaan, niet de twee figuren die erop hingen. Het was 'n poging om het imposante ding, toen op ooghoogte, te bezweren. Enige tijd later vroeg ik mijn opa wat het beeld voorstelde. Het bleek een voorstelling van het Bijbelse verhaal van
de barmhartige Samaritaan. Opa vertelde dat dit verhaal gaat over je bekommeren om zwakkeren, armen en zieken. Ik geloof dat ik even heb gedacht dat mijn opa het beeld had gekregen als erkenning voor zijn daden in deze, als 'n soort medaille. Toen ik hoorde dat het ding aardig wat waard was, heb ik dat idee laten varen. Even later kwam ik met mijn oma over het beeld in gesprek. Ook zij bleek eraan gehecht. Ze had ’n net iets andere lezing over wat het verbeeldde: naastenliefde en dat iedereen gelijk is. Dat was mijn oma ten voeten uit. Ze ging als buitenstaander uit de stad in een dorp met boeren en vissers wonen en wist in no-time ieders hart te winnen. Vaak was ik erbij als de buren kwamen helpen als een paar keer per jaar een groep gehandicapten via de Zonnebloem arriveerde en zij een onvergetelijke dag hadden op het (altijd?) zonovergoten terras, uitkijkend over oma’s moestuin. En hoe vaak kwam er niet een buur aan de deur met ‘hier, een emmertje vissies voor joe oooma’. Tientallen verse scholletjes en tongetjes werden dan afgeven. Mijn oma, haar medemenselijkheid, vriendelijkheid en gastvrijheid: ik associeer dat met die Samaritaan! Als ik denk aan de trauma hulpverlening die door velen wordt verricht, bijvoorbeeld aan asielzoekers en vluchtelingen, dan zou dit mooie standbeeld niet misstaan. Onze barmhartige Samaritaan is na het overlijden van mijn grootouders naar mijn ouderlijk huis gegaan, waar het loeizware ding nu overwoekerd in de tuin staat. Als ik er naar kijk, ruik ik het huis van mijn opa en oma en voel ik hun liefde; voor arm en rijk, ziek en gezond, jong en oud.
Gerdy van Bellen is directeur van het IVP. Kunstwerk ‘Barmhartige Samaritaan’ van Albert Termote.
47
48
cogiscope
0215
boeken
b o e k e n Deze rubriek is samengesteld door de bibliotheek van Cogis. Voor meer boeken, artikelen en dvd’s bezoek onze bibliotheek www.cogis.nl/bibliotheek Bennis, Phyllis, Understanding Isis and the New Global War on Terror: A primer. Olive Branch Press 2015. ISBN 9781566560948; 208 pagina's.
Bennis stelt en geeft antwoord op ‘Frequently Asked Questions’ als: Wat is ISIS? Waarom zijn ze zo gewelddadig? Is ISIS hetzelfde als al-Qaeda? Hoe moeten de Verenigde Staten reageren op ISIS en welke gevaren liggen er in het verschiet?
Ebrahim, Zak with Giles, Jeff, The Terrorist's Son. A Story of Choice,
zijn vaders voetsporen te treden. Uiteindelijk kiest deze zoon een hele andere weg.
Benyaich, Bilal #radicalisme #extre-
New York: Simon & Schuster Ltd,
misme #terrorisme. Essay. Halewyck
TEDBooks 2014.
2015.
ISBN 9781476784809; 96 pagina's.
Honing, Dennis Abdelkarim
ISBN 9789461313898; 88 pagina’s.
De auteur is zeven jaar oud als zijn vader El-Sayyid Nosair, de leider van de Jewesh Defense League, Meir Kahane, doodt. Vanuit de gevangenis helpt Nosair mee de aanslag op het World Trade Center in 1993 te organiseren. In dit boek beschrijft zoon Ebrahim hoe hij ontsnapt aan een jeugd van haat en geweld, voorbestemd om in
& Nikki Sterkenburg,
Een essay van de politicoloog en auteur Bilal Benyaich (1982) waarin hij antwoord probeert te geven op vragen als wat is radicalisme en waarin verschilt het van extremisme en terrorisme? Is het de schuld van de islam? Moeten we bang zijn? En wat kunnen we doen om het radicalisme en terrorisme in te dijken?
Ongeloofwaardig, hoe ik mezelf radicaliseerde - en daar van terugkwam. Singel Uitgeverijen, 2015. ISBN 9789021457901; 240 pagina's.
Dennis Abdelkarim Honing bekeert zich op zijn zeventiende tot de islam, nadat hij tijdens een verblijf in de jeugdgevangenis onder de indruk is geraakt van de strikte
regels die het geloof hem biedt en het respect dat moslims voor hun ouders hebben. In dit boek geeft Honing openheid van zaken over de ondergrondse orthodoxe islam in Nederland, en over zijn voormalige denkbeelden. Hij analyseert tien jaar islamdebat en overheidsbeleid in Nederland aangaande radicalisering. En hij vertelt waarom hij de orthodoxe islam uiteindelijk de rug toekeerde.
Khosrokhavar, Farhad Radicalisation. Paris: Maison des Sciences de l’Homme, 2015. ISBN 9782735117567; 192 pagina’s.
Welke rol speelt ideologie in het proces van radicalisering, en hoe verhoudt zich de sociale en politieke situatie van individuen zich ten opzicht van hun houding van inflexibiliteit, geweld en totale oorlog tegen de samenleving? Het boek volgt de meanders van dit fenomeen door te focussen op de radicale islam. Het geeft een interpretatie van jihadistische radicalisering in Europa en de Arabische wereld en wordt afgesloten met een analyse van een nieuw type radicalisering, die ontstaan is als gevolg van de instroom van jonge Europeanen naar Syrië. Muller, Erwin, Terrorisme, studies over terrorisme en terrorismebestrijding. Wolters Kluwer, 2014. ISBN 9789013106534.
In deze bundel wordt een actuele stand van wetenschappelijke kennis op het terrein van terrorisme en terrorismebestrijding weergege-
boeken
ven. De bundel is opgedeeld in vier delen. In deel 1 wordt een beeld geschetst van het oude en moderne terrorisme. In het 2e deel concentreren de auteurs zich op enkele algemene thema's rond terrorismebestrijding zoals de structuur, de bevoegdheden, de media en radicalisering. In deel 3 wordt specifiek ingegaan op de wijze waarop de terrorismebestrijding in Nederland is vormgegeven. In het 4e deel wordt de internationale kant van de terrorismebestrijding beschreven.
cogiscope 0215 4
auteur), Radical: my journey from Islamist extremism to a democratic awakening, Ebury Press, 2013. ISBN 9780753540770; 320 pagina's.
Geboren en getogen in Essex, wordt Maajid Nawaz als tiener tot de radicale Islam bekeerd. Dit boek is zijn persoonlijke verhaal over zijn leven binnen de extremistsche Islam en zijn weg eruit.
49
Seierstad,Åsne, Een van ons, Amsterdam: Uitgeverij De Geus, 2014. ISBN 9789044526004; 541 pag.
Nawaz, Maajid, Bromley, Tom (co-
Op 22 juli 2011 schiet Anders Breivik 77 mensen dood op het Noorse eiland Utøya. Auteur Åsne Seierstad heeft de rechtszaak tegen Breivik bijgewoond. In deze roman brengt ze Breiviks leven vanaf zijn geboorte in kaart, beschrijft ze de politieke ontwikkelingen die Breivik beïnvloed hebben, en ze volgt twee slachtoffersporen – een met zusters uit Koerdistan en Nesodden, de andere met een groep jongeren uit NoordNoorwegen. Het boek is gebaseerd op getuigenverklaringen, publica-
ties, verslagen en interne bronnen. Tegelijk heeft Seierstand er een historische roman van gemaakt. Speckhard, Anne, Talking to Terrorists. Understanding the PsychoSocial Motivations of Militant Jihadi Terrorists, Mass Hostage Takers, Suicide Bombers & ‘Martyrs’. McLean, VA : Advances Press, 2012. ISBN 978-1-935866-53-4; 793 pag.
Anne Speckhard sprak met meer dan vierhonderd terroristen, hun vrienden, familie en hun gijzelaars. Ze spreekt ze binnen hun eigen context en geeft zo een inkijkje in
50
cogiscope
0215
boeken
b o e k e n BJU_Engaging with Violent Islamic Extremism_v5:Opmaak 1 25-05-12 13:26 Pagina 1
Dr Floris Vermeulen is assistant professor at the department of political science at the University of Amsterdam and co-director of the Institute for Migration and Ethnic Studies (IMES). Professor Frank Bovenkerk was the first occupant of the FORUM Frank J. Buijs chair for radicalisation studies at the University of Amsterdam, from 2009 until 2012. FORUM is an independent knowledge institute and centre of expertise for multicultural affairs. The frame of reference in which FORUM operates is one that is rooted in a democratic constitutional state, with social cohesion and shared citizenship. The institute gathers knowledge on the wide field of integration, and disseminates it and applies it to practical methods and products.
Engaging with Violent Islamic Extremism
Engaging with Violent Islamic Extremism shows how authorities in London, Berlin, Amsterdam, Paris and Antwerp have each developed distinctive policies, and how they have dealt with the accompanying dilemmas. It distils various approaches that can be assessed by their merits and defects, thus stimulating important reflection on the ‘what’, ‘why’ and ‘how’ of anti-radicalisation policy.
Vermeulen & Bovenkerk
The terrorist attacks at the start of the new millennium shook the world. In Western countries, the new threat of ‘home-grown’ Islamic terrorism has directed the authorities’ attention towards local Muslim communities. Islamic terrorism is generally seen as a sign of the lack of integration of these communities. Authorities therefore often opt for preventive policies in which the engagement with Muslim organisations and spokespersons plays a significant role. However, this engagement comes with its own problems and dilemmas. Should authorities aim for a broad representation of the community or instead go for selective engagement? Are non-violent fundamentalist organisations also to be seen as the enemy? Should authorities enter into public debate with extremist organisations? Is it wise to link anti-radicalisation policies to more general integration policies?
Floris Vermeulen Frank Bovenkerk
ooggetuigen- en rechtbankverslagen, brieven en herinneringen van gevangenen én bewakers. Weggemans, D.J. & D.A. de Graaf, Na de vrijlating. Een exploratieve
Engaging with Violent Islamic Extremism
studie naar recidive en re-integratie van jihadistische ex-gedetineerden,
Local Policies in Western European Cities
Politie & Wetenschap/Reed Business, 2015. ISBN: 9789035248359; 200 pag.
wat kwetsbare mensen doet besluiten om het pad van terrorisme te kiezen.
Vermeulen, Floris & Frank
Wachsmann, Nikolaus, KL. Een
Bovenkerk, Engaging with violent
geschiedenis van de naziconcentratie-
Islamic extremism. Local Policies
kampen. De Bezige Bij, 2015.
in Western European Cities. Boom
ISBN 9789023493556; 960 pagina's.
Stern, Jessica & J.M. Berger, ISIS
Lemma Uitgevers, 2012.
The state of terror, Harper Collins,
ISBN 9789490947576; 216 pa-
2015.
gina's.
ISBN 9780062395542; 192 pagina’s.
Dit boek laat zien hoe de autoriteiten in Londen, Berlijn, Amsterdam, Parijs en Antwerpen omgaan met de dilemma's die radicalisering en Islamisering met zich mee brengen en wat het politieke antwoord is van ieder van hen.
In een standaardwerk laat deze Britse historicus zien hoe de naziconcentratiekampen zich vanaf 1933 zonder vooropgezet plan konden ontwikkelen tot vernietigingskampen. Wachsmann behandelt niet alleen de economische en politieke kanten van het systeem van Konzentrationslager maar ook de sociologische en psychologische. Hierbij laat hij zien wat de gevolgen van bijvoorbeeld politieke besluiten waren voor het leven in de kampen. Hij citeert veelvuldig uit
De auteurs proberen het model van gewelddadig extremisme dat ISIS hanteert te ontleden, dat van Irak en Syrië een poel des doods heeft gemaakt en dat leidt tot een netwerk dat zich snel uitbreidt over het Midden Oosten, NoordAfrika en de rest van de wereld. Daarnaast roepen zij wereldleiders op een antwoord te geven op ISIS.
De studie Na de vrijlating geeft inzicht in de wijze waarop gedetineerden met een jihadistische achtergrond in de samenleving terugkeren. Ex-gedetineerden met een extremistische of jihadistische achtergrond begaan een relatief nieuwe vorm van criminaliteit, lastiger te doorgronden en te monitoren. Re-integratie ligt gevoelig vanwege de grote politieke en publieke aandacht. Weiss, Michael & Hassan Hassan, Isis. Inside the Army of Terror, Regan Arts, 2015. ISBN 9781941393574; 288 pagina's.
In dit boek leggen de Amerikaanse journalist Michael Weiss en de
boeken
cogiscope 0215
51
Dossiers radicalisering
Syrische analyst Hassan Hassan uit hoe een groep opstandige gewelddadige moslims uit Irak zich ontwikkelt tot een enorm Jihadleger met vrijwilligers vanuit de hele wereld. Door interviews met voormalige Amerikaanse officieren en huidige ISIS-strijders leggen zij de organisatie van dit leger bloot.
steeds vaker te maken met jongeren die een proces van radicalisering doormaken. Hun reactie op deze jongeren kan deze radicalisering verzwakken of versterken. Om radicalisering goed aan te pakken is meer duidelijkheid nodig over het proces. Dit boek beschrijft stapsgewijs hoe het proces van radicalisering zich voltrekt. Dit proces is tevens het uitgangspunt voor de beschreven manieren van aanpak. Op welk moment kunnen welke interventies gehanteerd worden om radicalisering aan te pakken.
Nederlands Jeugd Instituut (NJI) Het dossier belicht de rol van gemeenten en van beroepskrachten in het onderwijs, het jongerenwerk en het welzijnswerk. Ook beschrijft het hoe radicalisering kan worden herkend en gaat het in op sociale programma's en interventies voor de preventie van radicalisering. www.nji.nl Kennisplatform Integratie & Samenleving Onderwerpen: • Welke interventies tegen radicalisering zijn geschikt voor jeugdhulp? • Tips om het gesprek aan te gaan met moslimjongeren www.kis.nl Stichting School & Veiligheid Onderwerpen: • Radicaliserende leerlingen – achtergronden • Het proces van radicalisering • Radicalisering voorkomen • Radicalisering signaleren en duiden • Wat te doen? Aanpak en handelingsperspectieven www.schoolenveiligheid.nl
Wolf, Arjan de & Bertjan Doosje, Aanpak van radicalisme, een psychologische analyse van de weg naar radicalisme, SWP 2015. ISBN 9789066659926; 216 pag.
Zowel burgers als professionals (bestuurders, docenten, politieagenten, jeugdwerkers) krijgen
Factsheet VNG en NGB over aanpak radicalisering De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) hebben onlangs een factsheet gepubliceerd over de rol van de gemeente in de aanpak van radicalisering. De factsheet geeft bestuurders handelingsperspectief aan de hand van drie fasen waarin de preventieve rol van gemeenten expliciet nodig is. www.vng.nl
52
cogiscope
0215
in de media
in de media Onderzoek: Angstige vader zorgt voor angstig kind Volkskrant, 2 juni 2015
Vaders lijken meer invloed op de angstontwikkeling van hun kind te hebben dan moeders. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Eline Möller. Volgens internationaal onderzoek heeft ruim 1 op de 10 kinderen tussen zes en twaalf jaar oud last van een angststoornis. Möller wilde beter begrijpen hoe het gedrag van ouders angstgevoelens bij kinderen dempt of juist vergroot. Proefschrift: Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers ver sus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety.
Amsterdam versterkt aanpak radicalisering
tussen Amsterdammers, het beschermen van kwetsbare groepen en individuen en het aanpakken van personen in de stad die de grootste risico’s vormen. De ambitie is dat Amsterdam weerbaar is tegen spanningen en onrust, maar ook tegen een mogelijke aanslag.
Meer mankracht bij Hulplijn Radicalisering NOS, 26 mei 2015
Ouders hebben steeds meer zorgen over het radicaliseren van kun kinderen. Dat blijkt volgens het Samenwerkingsverband Marok kaanse Nederlanders (SMN) uit de hoeveelheid vragen die binnenkomen bij de telefonische Hulplijn Radicalisering.
Centrum voor Criminaliteitspre ventie en Veiligheid (CCV), 1 juni 2015
Het college van burgemeester en wethouders in Amsterdam scherpt de aanpak van radicalisering in de stad verder aan. De komende jaren wordt nog meer aandacht besteed aan het leggen van verbindingen
'Houd kwetsbare jongere van 18 in de jeugdzorg'
die onderzoek deed naar de hulp aan jongeren die 18 worden. Volgens de ombudsman moeten gemeenten ook haast maken bij het in kaart brengen van kwetsbare jongeren van 16 en 17 jaar. Op die manier zou kunnen worden voorkomen dat ze op hun 18de van de radar verdwijnen.
Nederland werpt zich op als gidsland tegen terrorisme Trouw, 12 mei 2015
In de strijd tegen terrorisme wil Nederland de rol van gidsland spelen. Samen met Marokko gaat Nederland het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) leiden, een belangrijk internationaal adviesorgaan op het gebied van terrorismebestrijding. Het hoofdkwartier verhuist begin juli van Washington naar Den Haag.
NOS, 21 mei 2015
Er moet snel een juridische maatregel komen om kwetsbare jongeren die 18 jaar worden te dwingen in de jeugdzorg te blijven. Dat stelt Kinderombudsman Marc Dullaert,
geval: Paul van Tongeren, hoogleraar wijsgerige ethiek aan de Radboud Universiteit Nijmegen en Alicja Gescinska, filosoof, verbonden aan het Political Science Department van Amherst College, Massachusetts (VS)) wekelijks een actuele kwestie. Deze keer: is geweld tegen treinpersoneel een bewijs voor de laffe passiviteit van de omstanders? En is onze kijk op geweld wel reëel? Is er iets mis met onze houding tegenover geweld?
Zijn Nederlanders te passief bij geweld in het openbaar? Trouw, 8 mei 2015
In de rubriek Filosofisch Elftal analyseren twee denkers (in dit
Nieuws over geweld op sociale media triggeren PTSD symptomen Daily Mail Online, 6 mei 2015
Gebruikers van sociale media lopen kans symptomen van PTSS te ontwikkelen bij het zien van gewelddadig nieuws over ingrijpende gebeurtenissen zoals schietpartijen en aanslagen van zelfmoordterroristen aldus psychologen van de University of Bradford. Eerder werd gedacht dat dit alleen gebeurt bij diegenen die daadwerkelijk getuige zijn bij dit soort ingrijpende gebeurtenissen.
in de media
cogiscope 0215
53
in de media Niet iedereen helpt altijd direct of onvoorwaardelijk
Wat te doen als leerling in klas Holocaust relativeert of ontkent?
Rode Kruis, 6 mei 2015
Utrecht nieuws, 1 mei 2015
Jongeren van het Rode Kruis speelden op dertien bevrijdingsfestivals een game op een tablet waarin deelnemers dilemma's voorgeschoteld kregen, met altijd als centrale vraag: helpen of niet? De meeste bezoekers van bevrijdingsfestivals bevestigden dat zij helpen als zij in een noodsituatie terecht zouden komen.
Wat moet een docent doen, als een leerling in de klas de Holocaust relativeert of zelfs ontkent? Om daarover in gesprek te gaan, moet allereerst de relatie tussen docent en leerlingen goed zijn, zegt HUdocent Jaap Patist bij een workshop die hij in april gaf bij Hogeschool Utrecht (HU). ‘Zonder een goede relatie is een dialoog onmogelijk. We moeten de klas ook leren respectvol met elkaar te discussiëren.’
Nog steeds grote belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog NIOD, 1 mei 2015
Kabinet versterkt crisisbeheersing
Zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog is de belangstelling voor deze geschiedenis nog steeds groot. Bijna 40% van de Nederlanders is geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog. 85% vindt de Tweede Wereldoorlog niet alleen relevant voor mensen die de oorlog hebben meegemaakt, maar ook voor de naoorlogse generaties. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van het Kenniscentrum Oorlogsbronnen.
Rijksoverheid, 1 mei 2015
De ministerraad heeft ingestemd met de voortgangsbrief over de Strategie Nationale Veiligheid. Deze faciliteert een kabinetsbrede aanpak die tot doel heeft de nationale veiligheidsbelangen te beschermen tegen (potentiële) maatschappelijke ontwrichting. De Strategie stoelt op drie pijlers: het analyseren van dreigingen en risico’s, het sturen op te versterken capaciteiten en het waarborgen van
de continuïteit van de vitale infrastructuur. Agenten presteren beter door trainen onder druk Politie.nl, 1 mei 2015
Trainen onder stress verbetert het politieoptreden in gevaarsituaties, waaronder de besluitvaardigheid, schietprestaties en aanhoudingsvaardigheden. Dit is een van de uitkomsten van twee nieuwe onderzoeken die in opdracht van de stichting Politie en Wetenschap zijn uitgevoerd. De Eenheid Amsterdam verleende medewerking aan beide onderzoeken. De uitkomsten hebben geleid tot aanpassingen van de beroepsvaardigheidstrainingen van agenten.
Experts adviseren Stichting Vliegramp MH17 NU.nl, 30 april 2015
Een aantal deskundigen gaat de Stichting Vliegramp MH17 adviseren. De Stichting Vliegramp MH17 bestaat uit nabestaanden. Vanwege de complexiteit van het hele MH17dossier is er deskundige ondersteu-
ning nodig, aldus het bestuur. De adviesraad bestaat uit Jaap Smit (commissaris van de Koning in Zuid-Holland), Berthold Gersons (verbonden aan onder meer Arq Psychotrauma Expert Groep) en luitenant-generaal buiten dienst Jouke Eikelboom (European Network for Cyber Security).
Adviesorgaan kraakt nieuwe terrorisme-aanpak kabinet NRC, 30 april 2015
De kabinetsplannen tegen jihadisme lijken vooral symptoombestrijding en tasten de privacy aan. Dat stelt het College voor de Rechten van de Mens, dat de wetsvoorstellen in het kader van het Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme heeft bekeken. De instantie, die de regering adviseert over mensenrechten, roept het kabinet op de wetsvoorstellen te heroverwegen. De maatregelen bieden onvoldoende rechtsbescherming.
54
cogiscope
0215
in de media
in de media Europese Commissie wil antiterreurcentrum Trouw, 28 april 2015
De Europese Commissie wil de strijd tegen terreur harder aanpakken. Bij de Europese recherchedienst Europol moet een afdeling komen waar informatie wordt uitgewisseld ten aanzien van terroristische dreiging. Ook moeten daar de kenmerken van verdachten worden vastgelegd, bijgewerkt en gedeeld. Bedoeling is vooral de lidstaten beter te laten samenwerken.
Niet alleen terugkeerders, ook thuisblijvers vormen dreiging Rijksoverheid, 23 april 2015
De dreiging van jihadistisch terrorisme gaat niet alleen uit van personen die naar Syrië of Irak zijn vertrokken en eventueel terugkeren, maar ook van personen die in Nederland (ver)blijven. De 'thuisblijvers' zijn bijvoorbeeld personen die gefrustreerd zijn vanwege een mislukte uitreispoging of mensen die thuis radicaliseren onder invloed van de propaganda van groeperingen als Islamitische Staat in
Irak en al-Sham. Ook kan het gaan om personen in ons land die contact onderhouden met oudere netwerken, waarvan jihadveteranen de kern vormen, die nauwe relaties hebben met jihadistische groeperingen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
Nederlandse Syriëgangers: voor vertrek vaak al psychische problemen Volkskrant, 7 juni 2015
Nederlandse Syriëgangers hebben opvallend vaak psychische problemen, die zich vaak al lang voor vertrek manifesteren. Minstens twintig procent heeft ernstige gedragsproblemen of een psychiatrische diagnose, zoals schizofrenie, autisme of een psychose. Dat concluderen onderzoekers van het team contraterrorisme- en extremisme van de Landelijke Eenheid van de politie. Ze onderzochten 140 politiedossiers van jihadisten die naar Syrië zijn vertrokken of van wie bij de politie bekend was dat ze wilden gaan. Lang werd aangenomen dat terroristen
psychisch gezien 'verbazingwekkend normaal' waren, schrijven de onderzoekers, maar nu blijkt dit anders te liggen: in totaal had zestig procent van de onderzochte Syriëgangers psychosociale problemen.
Defensie wijst alle claims van veteranen met trauma's af AD, 13 juni 2015
Getraumatiseerde veteranen die een schadeclaim hebben ingediend voor slechte nazorg halen bakzeil. Momenteel hebben 352 veteranen Defensie aansprakelijk gesteld voor ernstige psychische schade na een missie. Pas zestig claims zijn afgehandeld en die zijn allemaal afgewezen. Dat blijkt uit cijfers van Defensie. Veteranen, belangenorganisaties en advocaten hekelen de formele opstelling van Defensie. Procedures duren vele jaren en Defensie betwist aansprakelijkheid voor PTSS.
Veilige Publieke Taak wil eind maken aan geweld tegen ambulancepersoneel Nationale Zorggids, 5 juni 2015
Komend najaar gaat een nieuwe campagne van start onder de titel Duidelijk over agressie. De campagne behoort tot het programma Veilige Publieke Taak (VPT). Dit programma omvat een serie maatregelen, instrumenten en trainingen om een eind te maken aan agressie en geweld tegen ambulancemedewerkers, brandweermensen, onderwijzers, conducteurs en andere werknemers met een publieke taak.
Kijk voor meer actueel nieuws dagelijks op de website van Cogis, www.cogis.nl Deze rubriek is samengesteld door de bibliotheek van Cogis.
ARQ BOEKENREEKS
cogiscope 0215
55
Arq-boekenreeks Arq Psychotrauma Expert Groep en Uitgeverij Boom geven samen een reeks wetenschappelijke boeken en e-books uit op het gebied van psychotrauma. De boeken zijn te bestellen via de website van Uitgeverij Boom (www.boompsychologie.nl) en zijn ook te leen in de bibliotheek van Cogis. Levensverhalen en psychotrauma. Narratieve exposure therapie in theorie en praktijk Ruud Jongedijk, 2014 € 37,50, ISBN 9789461056375 Ruud Jongedijk
Ruud Jongedijk
Levensverhalen en psychotrauma
Levensverhalen en psychotrauma
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
Speciaal voor deze PTSS-patiënten is Narratieve Exposure Therapie (NET) ontwikkeld. Het doel van NET is de patiënt het overzicht over zijn gehele leven te geven en om de traumatiserende gebeurtenissen te integreren in het levensverhaal. Dit gebeurt op basis van drie pijlers: de chronologische levenslijn, de narratieve exposure en het getuigenisverslag. NET is inmiddels een bewezen effectieve behandelvorm. Dit eerste Nederlandse handboek over NET bevat een praktische handleiding over de behandelmethodiek, met veel voorbeelden en casuïstiek. Diverse gerenommeerde auteurs belichten NET vanuit hun eigen invalshoek: levensverhalen van de vrouwen van Srebrenica, zwijgen als coping bij seksueel trauma, biografie en hechting bij vroeg getraumatiseerde kinderen, getuigenistherapie, NET in Uganda, NET bij ouderen, KIDNET, NET en dissociatie en NET in een groepssetting.
Ruud Jongedijk
Levensverhalen en psychotrauma
Voor PTSS-patiënten zijn er succesvolle traumagerichte therapieën zoals CGT of EMDR. Deze behandelingen zijn niet altijd toereikend en kunnen ook te belastend zijn voor patiënten die in het verleden meerdere en complexe traumatiserende gebeurtenissen hebben meegemaakt.
Mental health in war-affected populations Pim Scholte, proefschrift 2013 € 19,90, ISBN 9789461057631
Narratieve Exposure Therapie in theorie en praktijk
Dit inspirerende boek is een aanrader voor traumatherapeuten en voor hen die geïnteresseerd zijn in levensverhalen bij getraumatiseerde mensen.
Ruud Jongedijk is psychiater en directeur Zorg & Innovatie bij Stichting Centrum ’45 en Arq Psychotrauma Expert Groep. Hij heeft NET als behandelmethode in Nederland geïntroduceerd en heeft NET-trainingen en supervisietrajecten opgezet.
A new generation: how refugee trauma affects parenting and child development Elisa van Ee, proefschrift 2013 € 24,90, ISBN 9789089532671
Verbinden na trauma Miranda Ollf, Oratie 2012 e-book € 9,95, 9789461273833
9
789461
056375
>
S.064.008 Arq_cover_RuudJongedijk_11.indd 1
Deconstructing delayed posttraumatic stress Geert Smid, proefschrift 2011 € 15,90, ISBN 9789461057884 www.arq.org www.uitgeverijboom.nl
Anna Neeltje Drogendijk
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
In recent years, an increasing number of studies have been published indicating several psychosocial consequences of disasters. Only some of these studies specifically address the effects on non-Western populations. This thesis complements the growing body of literature on ethnic minorities. It describes the psychosocial consequences for ethnic minorities affected by the Enschede Fireworks Disaster in The Netherlands in 2000.
The central question of this thesis is: what is the impact of a disaster on ethnic minorities? Is the mental health impact of a disaster greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives? What is the relationship between acculturation into the Dutch community and the social support systems that address mental health problems after a disaster? And concerning after-care, do General Practitioners recognise mental health problems that arise from the disaster?
To answer these questions, we examined comparative data from the Enschede Fireworks Disaster Study, looking at affected ethnic minorities, affected Dutch natives and non-affected ethnic minority and Dutch natives. Furthermore, we conducted in-depth interviews with Dutch Turkish people affected by the fireworks disaster. Finally, we used a GPmonitor, a record of all problems, diagnoses and interventions used to address the impact of the disaster. The overall conclusion is that the impact of a disaster tends to be greater for affected ethnic minorities than for affected Dutch natives. The reason for this discrepancy can be found in the fact that ethnic minority populations tend to live in a more vulnerable situation before a disaster, and that probably increases the negative psychosocial impact after the disaster.
The author of this thesis is Anna Neeltje (Annelieke) Drogendijk. She is the director of the Impact Knowledge and advice centre for psychosocial care concerning critical incidents. She worked for 11 years as a researcher with the Institute for Psychotrauma.
Trauma, lichaamsbeleving en seksualiteit. Een geïntegreerd behandelprogramma met bewegings-, lichaamsgerichte en verbale componenten Mia Scheffers en Ria Helleman, 2013 e-book € 10,50, ISBN 789461052643 S.064.003 Arq_covers_ANDrogendijk_wt.indd 2
Anna Neeltje Drogendijk
Anna Neeltje Drogendijk
Experiencing a disaster can profoundly affect one’s psychological well-being. The impact can last even longer when there are ongoing adversities, such as severe physical health issues, property damage, forced relocation or financial loss.
Verbinden na trauma
Miranda Olff is bijzonder hoogleraar Neurobiological mechanisms of prevention and treatment in trauma and PTSD aan de Universiteit van Amsterdam vanwege Stichting Arq Psychotrauma Onderzoek. Daarnaast is zij editor-in-chief van de European Journal of Psychotraumatology (EJPT).
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities
Linking post-disaster mental health to the erosion of social fabric Tim Wind, proefschrift 2013 € 24,90, ISBN 9789089531957
25-02-14 14:10
Long term psychosocial consequences for disaster affected persons belonging to ethnic minorities Annelieke N. Drogendijk, proefschrift 2012 € 19,90, ISBN 9789461056382
Miranda Olff
Verbinden na trauma
Een ongeval, overval, brand of uit de hand gelopen caféruzie; het kan iedereen overkomen. Bij zo’n tien procent van de slachtoffers leidt een dergelijke gebeurtenis tot een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Traumatische ervaringen doen iets met de werking van het angstsysteem en met ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. In haar oratie zet Miranda Olff uiteen hoe het angstsysteem bij PTSS ontregeld raakt. Ook schetst ze het belang van regulatie hiervan door het oxytocinesysteem. Dit systeem, waarbij de sociale context een grote rol speelt, stimuleert gevoelens van veiligheid en verbondenheid: aspecten die juist bij PTSS zo verstoord zijn.
ISBN 978-9-4610563-7-5
www.boompsychologie.nl
Miranda Olff
19-10-12 13:16
Trauma en beschaving. Een historisch-sociologisch onderzoek naar de opkomst en verbreiding van de zorg voor slachtoffers van schokkende gebeurtenissen Frank Hermans, 2010 € 36,90, ISBN 9789461053336
56
cogiscope
0215
VooRAANkoNDigiNg eiNDcoNgRes iNpReZe
- advertentie -
Denken en doen? Over onderzoek naar- en implementatie van e-Mentalhealth
inpreze Kennisplatform voor preventie en zelfhulp in de geestelijke gezondheidszorg
Eindcongres INPREZE i.s.m. Arq Psychotrauma Expert Groep
10 december 2015 Datum 10 december 2015 Dagvoorzitter Bas Haring Locatie Media Plaza - Jaarbeurs Utrecht Over Onderzoek en implementatie zullen de komende tijd de meest
Met o.a.
belangrijke thema’s worden in het domein van e-Mentalhealth. Met het eindcongres INPREZE willen we deze twee zaken uitgebreid aan bod laten komen. Wat is het belang van goed onderzoek voor brede afname van producten? Aan de andere kant zijn er al veel geteste producten, maar wordt er vooralsnog weinig gebruik gemaakt door instellingen van deze producten. Hoe kunnen we zorgen dat onderzoek en implementatie dichter tegen elkaar aan gaan zitten? Zijn daar ook andere vormen van onderzoek voor nodig? Heleen Riper (VU) en Marten Blankesteijn (oprichter Blendle).
INPREZE | powered by Arq werkt nauw samen met GGZ Nederland, TriplE, QULI en CZ’s eLab psychotrauma. Het congres wordt mede mogelijk gemaakt door:
C OGI S C O P E
0215
r e d a ct i o n e e l
a u t e u rs i n str u ct i e
Behoefte om te publiceren?
v a n d e r e d a ct i e
Schrijf voor Cogiscope – platform voor kennisuitwisseling – een artikel, essay, column; of interview een collega of bericht over uw onderzoek.
Kijken, zien, begrijpen Wie vandaag de dag over radicalisering schrijft, kan zowat overal beginnen. In de hele wereld waarop we wonen. Bij het proces zelf, de voedingsbodems, of de uitkomsten en gevolgen. Over slachtoffers en daders kan het gaan, hun families, vrienden, contacten – over wat ze denken en doen. Het accent kan op de geschiedenis, het relaas liggen, sociologische of ideologische achtergronden belichten, in de psychologie van individuen en groepen duiken, lokale machtsverhoudingen en geopolitieke strategieën ontrafelen. Of iedereen die bezig is het fenomeen te doorgronden een spiegel voorhouden, want hoe we radicalisering en radicalisme zien zegt zoveel over hoe we willen kijken.
Extremisme is wel een probleem. Als radicaal denken overgaat in doen om buiten die dialoog te treden, geweld te gebruiken en mensen felle schade te berokkenen, dan worden rechtsstatelijke grenzen overschreden. Dat kan niet – daar is iedereen het wel over eens. Hoewel… in sommige landen, tegen dictatoriale regimes, is een radicaal breken, geweld voor de goede zaak dan toch niet te rechtvaardigen? Afghanistan, Irak, Syrië, de landen waar de Arabische Lente is verwaaid, zijn voorbeelden van hoe moeilijk het is om klare lijnen te trekken. Extremisme kan nooit, maar vanuit een democratisch perspectief is het ene extremisme kennelijk toch erger dan het andere, om het Orwelliaans te zeggen.
In een democratie is radicalisering geen probleem. Eigenlijk kan een democratie niet bestaan zonder radicalisme. Democratie is immers een ‘process of questioning’, schreef de Franse filosoof Claude Lefort: ‘democracy is instituted and sustained by the dissolution of the markers of certainty. It inaugurates a history in which people experience a fundamental indeterminacy as to the basis of power, law and knowledge, and as to the basis of relations between self and other, at every level of social life’. Het is een vorm-van-regeren die belangentegenstellingen expliciteert en zodoende het conflict institutionaliseert in een voortdurend zoeken naar dialoog en balans.
In dit themanummer hebben we geprobeerd om radicalisering en radicalisme breed te portretteren en vanuit verschillende gezichtspunten te benaderen. Wat de verschillende artikelen bindt, is hoe beleid en professionaliteit zo goed mogelijk kunnen worden afgestemd op wat we zien gebeuren. En als er alvast één conclusie uitspringt, is het dat we op veel verschillende manieren kijken. Hans Moors
Cogiscope Cogiscope informeert over de psychosociale
Kwartaalblad: verschijnt 4x per jaar
Kosten: € 27,50 per jaar Aanmelden:
[email protected]
gevolgen van schokkende gebeurtenissen. Er is
2015 januari-juni iseerde van getraumat Behandeling
werkbelasting voor mensen die veelvuldig met (de
psychotrauma
16 april 2015 Psychiatrie in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking www.medilex.nl
gevolgen van) schokkende gebeurtenissen worden
• interviews
geconfronteerd. Daarbij denken wij ook aan geüni-
• congresverslagen
formeerden bij defensie, politie, ambulance, brand-
• recensies
weer, openbaar vervoer.
• actuele informatie uit het veld
20-21 april 2015 Annual Conference UK Psychological Trauma Society www.ukpts.co.uk 21 april 2015 3e Landelijke studiedag ‘Basis GGZ’ www.leidscongresbureau.nl 23 april 2015 (herhaling 26 mei 2015) Trauma en Verslaving Refereerbijeenkomst Stichting Centrum ’45 / Stichting Arq aanmelden:
[email protected]
16 april 2015 mensen de zorg voor Psychiatrie in jke beperking met een verstandeli www.medilex.nl
The legacy of World War One Shaping the Modern World www.legacyww1.org
Complexe traumatisering – basiscursus Diagnose en behandelvormen Mei-september 2015
0 1 1 5 C O g I s C O p E
• achtergrondverhalen over 10 april 2015 7e jaarcongres klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen www.zonderzorg.nl
6 maart 2015 Congres Integrale Zesde congres (G)Gz in crisis? Psychiatrie. De psychiatrie.nl www.congresintegrale
21 april 2015 6 maart 2015 22 januari 2014 studiedag ‘Basis rouw februari) 3e Landelijke Traumatische for (herhaling 17 2015 Psychotherapy based op PTSS GGZ’ Brief Eclectic januari-december Over evidence reau.nl en migratie s en de www.leidscongresbu Traumatic Grief* Trauma, cultuur gerichte interventie factoren bij de (Rolf Kleber) www.rino.nl Complicerende dilemma’s ervan van behandel23 april 2015 behandeling* 2015 & Het voorspellen mei 2015) en 14 september met PTSS: (herhaling 26 9, 16 maart www.rino.nl succes bij veteranen Therapie en diagnostiek n voor de Co-morbiditeit Narratieve Exposure Richtlijnaanbevelinge 23 juni 2015 Stichting 24-26 april 2015 24-26 juni 2015 Refereerbijeenkomst (NET)* (Joris Haagen) 11 februari 2015 Arq praktijk betere First International Conference on t Stichting Getuigen of therapie European Congress onl ’45 / Stichting Naar een3rd Body. Centrum jeenkoms the www.rino.n Mind Stichting Refereerbi en leefstijlOutreach Transcultural Psychiatry in Central Refereerbijeenkomst Assertive directiesecretariaat@ e gezondheid / Stichting Arq Aanmelden: lichamelijk Centrum ’45 www.eaof.org European Countries Centrum ’45 / Stichting Arq met een ernstige centrum45.nl n: 27 maart 2015 van patiënten Aanmelde .nl g aanmelden: www.wpa-gdynia-2015.org posium centrum45 Arq Najaarssym psychische aandoenin directiesecretariaat@
[email protected] 2 september 2015 24-26 april 2015 on www.arq.org www.sympopna.nl al Conference Contextuele behandeling van 30 april 2015 First Internation Central 29 januari 2015 Psychiatry in GGZ+Tech in gemeenten 2015 11 maart 2015 Transcultural maart-april 18 februari en met Kwetsbare gezinnen scholingsaanbod arq i.s.m. rInO noord holland Countries www.ggzplussymposium.nl lex.nl re diagnose PTSS bij angst en depressie tie European Betrouwba Rehabilita www.medi 5.org Narratieve Exposure Therapieeerde GGZ Psychotrauma enCAPS-5. ouderen www.wpa-gdynia-201 in gespecialis naar DSM-5* Diagnostiek, behandelvormen (NET) 19 mei 2015 2015 Aanpassingen www.trimbos.nl januari-juni – verdie- van complexe ptss ring en comorbiditeit www.rino.nl Masterclass Positieve psychologie Behandeling Complexe traumatise september – december 2015 september – mei 2016 in de praktijk pingscursus ormen* www.11congressen.nl behandelv Diagnose en Beknopte Eclectische Behandeling van getraumatiwww.rino.nl Psychotherapie voor PTSS (BEPP) seerde gezinnen 28 mei 2015 Congres Kind en trauma Een integratieve behandelvorm Een trauma heb je nooit alleen voor traumaproblematiek september – december 2015 www.traumacongres.nl Mei – december 2015 Trauma, cultuur en migratie 10-13 juni 2015 ESTSS Conference 2015 EMDR - basiscursus Complicerende factoren bij de behandeling www.estss.org Eye Movement Desensitization september – december 2015 and Reprocessing bij trauma september – november 2015 22-26 juni 2015
Een belangrijk aandachtsgebied vormt ook de
sChOLIng
comorbiditeit* www.rino.nl
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma Oktober – december 2015
Informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
8 oktober 2014 Diagnostiek en behandeling van psychische gevolgen in de volwassenheid www.celevt.nl 9 oktober 2014
30 oktober 2014 Vluchtelingenbeleid? Gemeenten aan zet! Congres t.g.v. 35 jarig bestaan van VluchtelingenWerk Nederland www.vluchtelingenwerk.nl/cong res
pe 7 november 2014 Symposium Angst
en depressie
in een diverse samenleving. Naar diversiteitscompetente behandeling en autonome cliënten www.tilburguniversity.edu 14 november 2014 NVGP-congres ‘De groep dichtbij – dichtbij de groep www.groepstherapie.nl
door Trudy Mooren en Gerrit Breeuwsma www.centrum45.nl 20 november 2014 Jaarcongres Nederlands jaaRgang 12 Kenniscentrum Ouderenpsychia trie www.nkop.nl
Them anum
COgIsCOpE 10 oktober 2014 Congres ‘Angststoornisse n …en?’ www.parnassia-academie.nl
21 oktober 2014
Mensenhandel en trauma Refereerbijeenkomst, verzorgd door Equator Foundation en Bureau Nationaal Rapporteur Mensenhandel www.equatorfoundation.nl
mer MH1 7
CogisCope
• M a a ts c h a p p e l i j k e i m p a c t va n mini-crises • Er va r i n g e n a a n h e t W O I f r o n t
tijdsChrift over gevol gen va n s C h o k k ende gebeu rten
issen
nummeR 2 juli 2015
21 november 2014 Innovatief inzetbaar: (e)tools ter tief en versterking van deld collec 17 november 2014 ingsve veerkracht voor 3 november 2014 - Spann hoog risico-beroepen Meet the Xperts II, Research en Best Practices de alternatie- indivi du EMDR ven. I fErvaringsdeskun t O V E r digheid g E V O L g EArq n Najaarssymposium Refereerbijeenkomst t I j d s C h r en Stichting www.cogis.nl Centrum ’45 V a n s C hcliëntgestuurde O k k E n dorganisaties, E gEbE sE n en steun deu r t E n I s rouw 2 september 2015 stand van zaken - Verlie s, www.centrum45.nl 8 oktober 2015 27 november 2014 Contextuele www.ggzplussymposium.nl behandeling vanctief perspe comKompas Kinderen- en isch Kansen en obstakels histor plex in de trauma ïne: 4 november 2014 Jeugdpsychiatrie - Oekra psychotraumahulpverlening 20 november 2014 www.rvagroep.nl Narratieve Exposure Therapie www.sympopna.nl Samenwerken in een Veerkracht online: complex veld (NET) supervisiedag toepassingen (NtVP-congres) voor preventie en praktijk 8 september 2015 www.centrum45.nl www.sympopna.nl 12 oktober 2015 Arq Najaarssymposi Trauma in ontwikkelingsperspe um i.s.m. ctief Laat professionals INPREZE hun werk goed 6 november 2014 www.delfosacademy.nl 2 december 2014 doen. Goede diagnostiek www.cogis.nl/veerkrachtonline in de Sociale Psychiatrie: de revanche 3e landelijke studiedag GGZ leidt tot betere en goedkopere Basis GGZ van het systeemdenken 17 september 2015 www.leidscongresbureau.nl zorg 20 november 2014 www.sympopna.nl F-ACT Congres 2015 www.sympopna.nl (herhaling 9 december 2014) 4 december 2014 www.factcongres.nl Kinderen en oorlog 6-8 november 2014 Studiedag Klinische Refereerbijeenkomst 15 oktober 2015 psychotherapie ISTSS Annual Meeting Stichting – de therapeutische 22 september 2015 Centrum ’45, verzorgd Congres relatie positieve www.istss.org vanpsychologie GGZ Kennisdag 2015 • Ve r bzorglijn i n d e n o p n avanuit ti o ndea a l daag é n www.tijdschriftpositievepsychoKind en Trauma, www.opzgeel.be www.trimbos.nl Eu r o p e e s n i ve a u logie.nl
Symposium Psychotraumatis ering II www.scem.nl 9 oktober 2014 Symposium Jeugd en Gezinsonderzoek www.ru.nl
29 oktober 2014 Building Bonds From the Inside Out. Werken en Verbinden met de Kracht van Binnenuit www.eftnetwerk.nl
SCholing
24 september 2014
Ouderenpsychiatrie in de praktijk www.nursingcongressen.nl 2 oktober 2015 ACT Congres: leven en werken met waarden
• L e ve n s ve r h a l e n i n h e r i n n e r i n g s c uwww.cursussenenco l tu u r ngressen.nl é n tr a u m a th e r a p i e 8 oktober 2015
3e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering www.celevt.nl
22-24 oktober 2015 9th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry www.oudconsultancy.nl 3-6 november 2015
3rd World Conference of Women’s Shelters www.worldshelterconference.org 5-7 november 2015 ISTSS Annual Meeting www.istss.org
26 november 2015 TERRA Conferentie www.terra-net.eu
Scholingsaanbod arq i.s.m. Rino noord holland EMDR - basiscursus Basisopleiding Psychotrauma Eye Movement Desensitization Kenmerken, diagnostiek en and Reprocessing bij trauma behandeling September – november 2015 oktober – december 2015
Psychotrauma en ouderen Diagnostiek, behandelvormen en comorbiditeit September – december 2015 Trauma, cultuur en migratie
Complicerende factoren bij de behandeling September – december 2015
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma oktober – december 2015 Behandeling van getraumatiseerde gezinnen Een trauma heb je nooit alleen november 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik Betrouwbare diagnose PTSS met of mishandeling CAPS-5 Traumagerichte behandeling in 2 fasen Aanpassingen naar DSM-5 September – december 2015 november 2015 Narratieve Exposure Therapie (NET) (BEPP) Beknopte Eclectische Behandeling van complexe ptss Psychotherapie voor PTSS September 2015 – mei 2016 november 2015 – mei 2016 informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
(vooraankondiging) en Een integratieve behandelvorm voor traumaproble-
CogiSCoPe
TijdSChRifT ove R gevolgen va n S C h o k k e n d e gebeuRTeniSS en
- Op bevende grond - Psychoso ciale onderste uning in conflictg ebieden 8 december 2015 – (hoe) kunnen we Arq Najaarssymposiumhelpen? - (On)verg eten www.arq.org geheime n na genocide
matiek VERWIJDERD om het zo te laten passen
0215 C o g i S C o Pe
www.medilex.nl
COgiSCO
sCholing 6 oktober 2014
Ontkenning bij vermoedens van kindermishandeling www.herlaarhof.nl
01 15
2015 januari-december en ouderen Psychotrauma en behandelvormen Diagnostiek,
20 januari 2015 in de GGZ
j a a r g a n g 1 2 n u M M E r 1 a p r E-health IL 2015
2015 maart-september rlijk misbruik 2015 PTSS na vroegkinde februari-mei ing EMDR basiscursus and of mishandel behandeling in Desensitization Traumagerichte Eye Movement bij trauma* twee fasen* Reprocessing www.rino.nl www.rino.nl
0215
gezinnen alleen* heb je nooit Een trauma www.rino.nl
lland
RINO Noord-Ho
031 4
* Organisatie
Arq i.s.m. in handen van
0314 C o g i s Cope
g
r 2014
C o g i S C o P e 0215
SCHOlin
be 4 deCeM
e giSCOp 0414 C O
Inhoud:
MMer g 11 nu
13 januari 2015 Kinder- en Jaarsymposium Jeugdpsychiatrie www.benecke.nl
C O g I s C O p E 0 115
geweld, rellen, aanslagen, gijzelingen, rampen.
p e 0414
en slachtoffers van mensenhandel, seksueel
jaargan
gen r geVOl en rifT OVe rTeniSS TijdSCH e gebeu Okkend Va n S C H
jaargang 11 nummer 3 oktober 201 4
04 14
van schokkende gebeurtenissen
0314
als oorlogsgetroffenen, asielzoekers, vluchtelingen
CogisCope
Thema: sociale en psychische gevolgen COgiSCO
aandacht voor de hulpverlening aan slachtoffers
Themanum mer Radicalise ring Terrorismed reiging vanuit een existentiee l gezichtspu
nt
Signalering cruciaal – maar wat, wie en hoe? Psychologi sche inbreng onontbeerl ijk bij preventie en nazorg
Auteursinstructie Cogiscope is een kwartaalblad over sociale en psychische gevolgen van schokkende gebeurte nissen. Het stelt zich ten doel ombetrokkenen op dit terrein te informeren over ontwikkelingen op het gebied van preventie en hulpverlening. Ook wil het de huidige en sociaal-historische context belichten waarin geweld plaatsvindt en -vond. De redactie ontvangt graag wetenschappelijke, opiniërende en praktijkgerelateerde bijdragen over sociale en psychische gevolgen en achtergronden van geweld, als ook over de opvang, zorg en nazorg van betrokkenen. De redactie beoordeelt binnengekomen teksten en geeft een beknopte reactie. Daarin zijn de eventuele redenen voor afwijzing opgenomen dan wel vragen en opmerkingen als de tekst in beginsel is geaccepteerd. Instructies voor de auteur Auteur en redactie hebben bij voorkeur contact over omvang en inrichting van het artikel vóórdat het wordt toegezonden. • Indien u noten wilt gebruiken, dan enkel eind noten. Notenlijst als tekst aan eind van het artikel. • Indien u geen noten wilt gebruiken, maar wel literatuur wilt vermelden, dan graag aan het slot. * Houd het aantal literatuurverwijzingen beperkt. • Citaten in het Nederlands.
• De tekst wordt verdeeld in (niet-genummerde) paragrafen, elke paragraaf heeft een titel (tussenkopje). Werk met korte tussenkopjes (max. 20 karakters). • Geef het artikel een korte titel, maximaal 30 karakters. De redactie kan kiezen voor een andere titel.
c o g i sc o p e 0 2 1 5
57
Abonnementsinformatie Cogiscope verschijnt 4x per jaar. Een jaarabonnement kost € 27,50. U kunt zich abonneren via de Cogis-site:
Aanleveren en verdere procedure We ontvangen uw tekst in Word, bij voorkeur per e-mail:
[email protected] De tekst zo plat mogelijk aanleveren, dus zo weinig mogelijk opmaakeffecten in de tekst aan brengen. Onderstrepingen en vet worden niet overgenomen, c ursiveringen zijn wel toegestaan. In de regel zult u, korte tijd na de afgesproken inleverdatum, de geredigeerde bijdrage ter goedkeuring ontvangen. Indien de redactie geen inhoudelijke wijzigingen of slechts minimale wijzigingen aanbrengt, bijvoorbeeld alleen in de interpunctie, krijgt u uw tekst niet meer voorgelegd. Ook dan ontvangt u bericht van de redactie. Voor de lay-out van uw bijdrage is de redactie verantwoordelijk. Cogiscope verschijnt zowel in een papieren als digitale versie.
www.cogis.nl/cogiscope Colofon Redactie: Michel Dückers, Jeroen Knipscheer (hoofdredacteur), Hans Moors, Onno Sinke en Ine Spee. Eindredactie: Marleen van de Ven Bureauredactie: Linda Reek Redactieadres: Cogis, Nienoord 5, 1112 XE Diemen Telefoon 020-6601930, fax 020-6601931 E-mail
[email protected] Oplage: 1.300 exemplaren Vormgeving: CARTA, communicatie & grafisch ontwerp, Utrecht Druk: ZuidamUithof, Utrecht ISBN 1871-1065 © Cogis Cogis Cogis is het kennisinstituut sociale en psychische gevolgen van oorlog, vervolging en geweld. Hulpverleners vormen de belangrijkste doelgroep. Voor hen ontwikkelt en organiseert Cogis cursussen, trainingen, congressen, symposia en studiedagen, ook op aanvraag. Daarnaast geeft Cogis beleidsadviezen en fungeert het als vraagbaak voor geweldsgetroffenen.
Honorarium Voor toegezonden en opgenomen tekstmateriaal wordt geen honorarium verstrekt. In andere gevallen wordt het honorarium in overleg vastgesteld.
De bibliotheek van Cogis Cogis heeft een uitgebreide bibliotheek over de psychische gevolgen van geweld. Naast een uitgebreide eigen verzameling gedrukt- en beeldmateriaal is veel (externe) informatie ook
Copyright Het copyright van opgenomen materiaal valt toe aan Cogiscope. Uitzonderingen op deze regel zijn mogelijk.
digitaal toegankelijk. www.cogis.nl/bibliotheek Foto omslag: Belangstellende bij rechtszaak tegen ronselaars Syriëgangers, 2014 (Jaap Arriens/HH).
sc h o l i n g 2 september 2015 Contextuele behandeling van complex trauma www.rvagroep.nl
8 oktober 2015 Kompas Kinderen- en Jeugdpsychiatrie www.sympopna.nl
8 september 2015 Trauma in ontwikkelingsperspectief www.delfosacademy.nl
12 oktober 2015 Laat professionals hun werk goed doen. Goede diagnostiek in de GGZ leidt tot betere en goedkopere zorg www.sympopna.nl
26 november 2015 TERRA Conferentie www.terra-net.eu
8 december 2015 Arq Najaarssymposium www.arq.org
C o g i sc o p e
0215
0 2 1 5 C o g i sc o p e
C o g i sc o p e 0 2 15
t i j d sc h r i f t o v e r g e v o l g e n v a n sc h o k k e n d e g e b e u rt e n i ss e n
jaargang 12 nummer 2 juli 2015
Scholingsaanbod Arq i.s.m. RINO Noord Holland
17 september 2015 F-ACT Congres 2015 www.factcongres.nl 22 september 2015 GGZ Kennisdag 2015 www.trimbos.nl 24 september 2014 Ouderenpsychiatrie in de praktijk www.nursingcongressen.nl 2 oktober 2015 ACT Congres: leven en werken met waarden www.cursussenencongressen.nl 8 oktober 2015 3e congres Centrum Late Effecten Vroegkinderlijke Chronische Traumatisering www.celevt.nl
15 oktober 2015 Congres positieve psychologie www.tijdschriftpositievepsychologie.nl 22-24 oktober 2015 9th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry www.oudconsultancy.nl 3-6 november 2015 3rd World Conference of Women’s Shelters www.worldshelterconference.org 5-7 november 2015 ISTSS Annual Meeting www.istss.org
EMDR - basiscursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma September – november 2015
Basisopleiding Psychotrauma Kenmerken, diagnostiek en behandeling Oktober – december 2015
Psychotrauma en ouderen Diagnostiek, behandelvormen en comorbiditeit September – december 2015
EMDR – vervolgcursus Eye Movement Desensitization and Reprocessing bij trauma Oktober – december 2015
Trauma, cultuur en migratie Complicerende factoren bij de behandeling September – december 2015
Behandeling van getraumatiseerde gezinnen Een trauma heb je nooit alleen November 2015
PTSS na vroegkinderlijk misbruik of mishandeling Traumagerichte behandeling in 2 fasen September – december 2015
Betrouwbare diagnose PTSS met CAPS-5 Aanpassingen naar DSM-5 November 2015
Narratieve Exposure Therapie (NET) (BEPP) Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS Behandeling van complexe ptss September 2015 – mei 2016 November 2015 – mei 2016 Informatie en inschrijving: www.rino.nl of Barbara Lieuwen, coördinator professionele opleidingen Arq 06-33661013,
[email protected]
The m a num m e r R a d ic a l ise ring Terroris medreig ing v anuit een exis tentieel g ezichts p unt Sig nalering cruciaal – maar wat, wie en hoe? Ps y cholog is che inb reng onontb eerlijk b ij p rev entie en nazorg