VIVA MARIA Magazine
Thema ”Huisvesting” Stand van zaken over de plannen voor nieuwe huisvesting Montessori Waalsdorp Hoe staat het met de plannen voor de nieuwe huisvesting? Is er vooruitgang geboekt? Zijn er nieuwe besluiten genomen? Heeft de gemeente nieuws? Vragen die ik aan Eric Collet stelde om iedereen bij ons school weer op de hoogte te brengen van de laatste stand van zaken.
Nog even een korte samenvatting van de stappen tot nu toe. Naar aanleiding van een onderzoek onder alle schoolgebouwen in de stad Den Haag is gebleken dat de staat van de meeste schoolgebouwen niet meer van deze tijd is. Alle scholen zijn gescand waarbij er gekeken is
Redactie: Eco van Efferink Erna Schaap, Mariëtte Vrakking Norma de Jong Evert Jan van Hellenberg Hubar
VM Magazine—Thema “Huisvesting” April 2007, no.2
In dit nummer: “Stand van zaken over de plannen 1 voor nieuwe huisvesting Huisvesting, een afspiegeling van het gedachtegoed van Matia Montessori
naar de leeftijd van de gebouwen, vele zijn uit de jaren 50, en of ze nog voldoen aan de behoefte van
Bu it ensc h o o l se opvang, meer dan opvang alleen binnen de muren van het schoolgebouw?!
2-3
4-5
***Woensdag 18 april, 20.00 uur Ouderavond in het speellokaal *** de scholen en deze tijd. De gemeenteraad heeft toen besloten om een integraal huisvestingsplan op te stellen. In dit plan is opgenomen dat er geld vrijgemaakt wordt voor vernieuwing van de huisvesting op basis van vervangende nieuwbouw. Dit geldt ook voor onze school, evenals voor onze buren Wolters en de Tobias school. Volgens een globale planning zouden onze school en de andere twee scholen, de scholendriehoek, in 2009-2010 aan de beurt zijn. Zover is het nog niet, sterker nog het stedenbouwkundig plan moet nog gemaakt worden voor de 3
scholen. De voorbereidingen hiervoor zijn begonnen, zoals het betrekken van de omgeving in de nieuwe plannen. Er zal ook een verandering moeten komen in delen van de bestemming voor de scholendriehoek en dit zijn vaak langdurige processen binnen een gemeente. Wat wel vaststaat is dat de bibliotheek en de plaats/oppervlakte van het elektriciteitshuis gehandhaafd blijven. Hoewel de nieuwbouw plannen nog definitief bekrachtigd dienen te worden is het team enthousiast om naar nieuwbouw over te gaan. Nieuwbouw is zeker en voor de
zomer zal een architect gekozen worden voor een ontwerp. Vooralsnog is het nu wachten op het definitieve stedenbouwkundige plan van de gemeente met een goedgekeurde vergunning inclusief alle randvoorwaarden.
Blz. 2
VM Magazine—Thema “Huisvesting”
Huisvesting: een afspiegeling van het gedachtegoed van Maria Montessori De driehoek Samen met twee andere basisscholen en de Benoordenhoutse bibliotheek (gebouw “de drie-boek”) staat onze montessorischool Waalsdorp op een stuk grond dat de vorm heeft van een driehoek. Deze instellingen werken samen. Tot nu toe vooral op het gebied van speelterrein, gymzaal en ICT. In 2004 heeft de Gemeente Den Haag een onderzoek laten doen naar de mogelijkheden van een integrale huisvestingsplanning (IHP) voor het stadsdeel Haagse Hout. Uit oogpunt van efficiëntie wordt gesproken over een gecombineerde nieuwbouw van de scholen-driehoek. Ongetwijfeld zullen relevante maatschappelijke ontwikkelingen zoals onderwijskundige vernieuwingen, de brede school ontwikkeling en kinderopvangactiviteiten, in de vernieuwde huisvesting terug te vinden zijn. Wij zijn uiteraard erg benieuwd hoe het gedachtegoed van Maria Montessori bij de nieuwbouw vorm krijgt. Het bewaken van de montessori identiteit wordt genoemd in het strategisch plan 2004-2008 van onze school, “de zeven richtingen”. En hoewel dit strategisch plan nog voorzichtig was in het aangeven van de globale doelen met betrekking tot de huisvesting, als essentiëel punt werd wel neergezet:
“Spelenderwijs leren kinderen verantwoordelijkheid te dragen voor zichzelf en hun omgeving.”
Het schoolgebouw als ondersteuning van de onderwijsinhoud De eigenschappen van een schoolgebouw voor Montessorionderwijs zijn in het algemeen gebaseerd op de volgende drie Montessori karakteristieken:
Maar, tot hoever reikt onze “omgeving” eigenlijk?
1. Otwikkeling en optimaliseren van de bewegingsruimte:
Maria Montessori zei het zo: “Een kind vraagt om een goed voorbereide omgeving die aangepast is aan de behoeften van het kind, en het kind niet in zijn natuurlijke ontwikkeling belemmert.” Zelf liet zij
Het lesgeven wordt niet beperkt door de contour van het lokaal. Buiten het lokaal kunnen werkplekken worden ingericht, tijdelijk of meer permanent van aard. Meerduidig gebruik van ruimten.
eenvoudige tafeltjes en stoeltjes 2. Contactmogelijkheden: ontwerpen die zó licht waren dat de kleuters ze eigenhandig konden ver- De relaties tussen ruimten onderling plaatsen. dienen open gedefinieerd te worden. De kinderen uit de verschillende Bij het woord “omgeving” denken groepen moeten elkaar kunnen Montessorianen in eerste instantie ontmoeten. vaak aan het aantrekkelijke ontwikkelingsmateriaal, dat goed zicht3. Exploratie: “...de creatie van een ruimte die het baar uitgestald in de open kasten De weg buiten het lokaal ligt. Maar “omgeving” reikt veel Montessori onderwijs maximaal (wandelingen) dient door de kinderen faciliteert, inclusief een ruimtelijke verder dan het klaslokaal. Aan de zelf ontdekt te worden. Hiervoor is indeling die ruimte biedt voor indi- kinderen van groep 8 is goed te zien een stimulerende, prikkelende viduele activiteiten, werken in sub- dat het klaslokaal te klein voor ze is omgeving nodig. Er moeten plekken geworden. Hun omgeving strekt zich groepjes etc....”. zijn buiten de oorspronkelijke uit tot het gehele schoolgebouw, de contour van het lokaal waar Kinderen in het Montessoridriehoek in het Benoordenhout, en individueel onderwijs kan worden onderwijs worden door veel leermisschien zelfs tot buiten Den gegeven en welke als middelen uitgenodigd tot samenHaag... multifunctionaliteit ruimten ingericht werking. Zo heet het:
VM Magazine—Thema “Huisvesting” kunnen worden. Scholen die echt speciaal voor het Montessorionderwijs zijn ontworpen -en dat zijn er steeds meer- zijn ruimer dan gemiddeld en hebben ook een andere opzet dan de meer “klassieke” scholen. De lokalen zijn groter en zijn onderling verbonden. Gestreefd wordt naar een beschikbare ruimte per kind die 1.5 keer zo groot is als voorgeschreven. Meestal liggen de lokalen aan een ruime gang of zijn rondom een centrale hal gegroepeerd, een hal die de kinderen ook weer voor allerlei activiteiten kunnen gebruiken.
Welke eisen stelt de Nederlandse Montessorivereniging (NMV) Je zou kunnen denken dat in de eisen voor het predicaat “Montessorischool” ook concrete eisen aan de huisvesting opgenomen zijn. Maar dat is niet zo.
Blz. 3
bied tussen een centrale hal en het klaslokaal vormt feitelijk de te verschuiven grens tussen openbaar en
privé. Een voorbeeld van een open gebouw is dat van het Haags Montessori Lyceum: Alle lokalen komen uit op een centrale hal met veel licht, en hebben grote ramen zowel aan de gevelkant als aan de gangkant. Tussen de lokalen en de hal zitten nissen, open ruimtes op de gang waarin leerlingen alleen of in groepjes kunnen werken buiten hun lokaal. Richels kunnen goed dienst doen als bank en brede trappen kun je als tribune gebruiken. Een groot podium waar kinderen toneel kunnen spelen is eigenlijk altijd onmisbaar. Gemeenschappelijke ruimten middenin een gebouw zijn DE ontmoetingsplekken.
De voorwaarden waar leden van de Vereniging aan moeten voldoen, zijn vastgelegd in de zogenaamde GULDEN TIEN. Hierin worden slechts een paar zaken genoemd, die betrekking hebben op de lokalen en het gebouw, en wel: het gebruik van ontwikkelingsmaterialen en de inrichting van de klaslokalen; de indeling in heterogene leeftijdsgroepen; en de vrije werkkeuze door vrijheid van lesrooster.
Bij basisscholen gaat het vaak om het prikkelen van de fantasie van de kinderen door bijvoorbeeld plekjes te ontwerpen waar volwassenen niet bij kunnen.
Toch is het interessant om eens concreet naar een paar geslaagde bouw-voorbeelden te kijken.
Met het uitreiken van de tweejaarlijkse Scholenbouwprijs, die door het ministerie van OCW georganiseerd wordt, wordt professioneel en inspirerend opdrachtgeverschap gestimuleerd, om zo de bouw van onderwijskundig goede en functionele scholen te bevorderen. De prijs is een opdrachtgeverprijs. Dit jaar heeft Den Haag de prijs voor het beste schoolgebouw voor Primair Onderwijs gewonnen met de PC Basisschool Prinsehaghe. De Winnaar in de categorie Voortgezet Onderwijs was het Metzo College in Doetinchem. De Montessorischool Arcade in de Vinex-locatie Leidsche Rijn, Utrecht, kreeg een perspectief prijs. Deze school maakt deel uit van de voorziening “Forum 't Zand”, een gebouwencomplex waarin twee basisscholen te vinden zijn (beide met naschoolse opvang), een vrije tijdscentrum, twee kin
Schoolvoorbeelden De huidige scholen zijn niet meer te vergelijken met de scholen van twintig jaar geleden. Moderne scholen hebben vaak leerpleinen en grote mediatheken waar leerlingen zelfstandig kunnen werken; de klaslokalen zijn met behulp van schuifwanden te vergroten of te verkleinen. Die ontwikkeling sluit goed aan bij het gedachtegoed van Montessori. Multifunctionaliteit staat tegenwoordig hoog in het vaandel. Architectenbureaus staan voor een veel interessantere opgave: De laatste jaren zijn er meer scholen bijgekomen die zijn ontworpen door architecten van naam. Tot voor kort waren scholen als de openluchtscholen van Jan Duiker (begin 20ste eeuw) en de vernieuwende Montessorischolen van Herman Hertzberger, uitzonderingen. De architect prof. Herman Hertzberger ging uit van de filosofie van Maria Montessori. Door bij de vormgeving van een ruimte niet direct vast te leggen, hoe de mensen die ruimte moeten gebruiken, ontstaat een situatie waarin de “bewoners van het gebouw” zelf kunnen bepalen hoe om te gaan met de vrijheid en de grenzen. De relatie openbare ruimte versus privé ruimte hoeft helemaal niet zo strikt vastgelegd te worden: Het tussenge-
Nieuwe scholen kenmerken zich vaak door slimme ruimtelijke en organisatorische oplossingen, vormgeving en detaillering. Er zijn binnentuinen, vides, balkons, loopbruggen, interne pleinen zoals bijvoorbeeld in het Lyceum Ypenburg.
(verder op blz.4)
VM Magazine—Thema “Huisvesting”
Blz. 4
derdagverblijven, een gemeentelijke sporthal, een cultuurhuis en een gezondheidscentrum.
Buitenschoolse opvang, meer dan opvang alleen binnen de muren van het schoolgebouw?!
De Haagse onderwijswethouder Sander Dekker vertelt : “We
Motie Van Aartsen/Bos
mogelijkheden:
Ongeveer een jaar geleden is de motie Van Aartsen/Bos aangenomen. Deze motie houdt in dat het schoolbestuur verantwoordelijk wordt voor het regelen van de opvang van de leerlingen voor en na schooltijd. Momenteel wordt dit veelal nog geregeld door onafhankelijke organisaties.
1. adequate en professionele op-
investeren samen met de schoolbesturen in nieuwe schoolgebouwen en renovaties, waarin we rekening houden met de nieuwste onderwijskundige en bouwtechnische inzichten. Den Haag kiest voor nieuwbouwscholen waarin we functies combineren, zoals de voorschool en de naschoolse opvang. Een school is niet alleen een plek waar je leert rekenen en schrijven tussen 9.00 en 15.00 uur. Een schoolgebouw staat letterlijk en figuurlijk middenin de wijk." Een aantal wellicht inspirerende voorbeelden zijn te bekijken via de site van de Vlaamse Bouwmeester, het Vlaams architectuurinstituut (VAI), dat in samenwerking met het Vlaamse Ministerie van Onderwijs in 2006 een studiedag organiseerde rond goede voorbeelden in recente bouwpro-jecten in Vlaanderen en daarbuiten (zie http://www.scholenbouwen.be/s choolvoorbeelden.html). Erna Schaap (zie op blz. 6 ter illustratie enige voorbeelden van schoolontwerpen in Amsterdam)
vang van kinderen;
2. aanbod van extra activiteiten zoals creatieve workshops, spelactiviteiten, maar ook logopedie, huiswerkbegeleiding e.d.; opvang buiten de muren van de bso, zoals voetbal, zwemmen, muziekles, enzovoort.
Oprichting oudercommissie buitenschoolse opvang (bso). Voor deze taak laat het schoolbestuur zich adviseren door de directie en het team van Waalsdorp. Daarnaast heeft het bestuur vorig jaar haar leden gevraagd een commissie te vormen. De belangrijkste taken van deze commissie zijn de volgende: •
•
het inventariseren van de behoeften en wensen van de ouders; het uitbrengen van advies over de concrete organisatie van de bso.
Ruim een half jaar na deze oproep heeft VVM een gesprek met Jeroen Walta, voorzitter van de commissie buitenschoolse opvang over de ontwikkelingen: hoe ver is men al, wat moet er nog gedaan worden en zijn er ontwikkelingen die samenhangen met de huisvesting?
De ouders. De commissie onderzoekt de behoeften van de ouders met betrekking tot de bso. Jeroen geeft aan dat men dit zo goed en zo mooi mogelijk probeert te doen, waarmee hij doelt op de kwaliteit van de opvang. Globaal zijn er drie
De organisatie De commissie richt zich onder meer op de concrete organisatie van de bso. Streefdatum volgens de motie is namelijk 1 augustus 2007. Jeroen geeft aan dat men besloten heeft op zoek te gaan naar een professionele partner. Belangrijkste reden hiervoor is de expertise van deze partijen op het gebied van huisvesting, vergunningen, eisen gesteld door de GGD, enzovoort. De commissie is momenteel in gesprek met twee stichtingen en met twee particuliere partijen. Uitgangspunt is dat de commissie aangeeft wat belangrijk gevonden wordt.
De ouderenquête. Om zo goed mogelijk in kaart te brengen én naar de externe partijen weer te geven wat de wensen van de ouders zijn, heeft de commissie een
VM Magazine—Thema “Huisvesting” enquête opgesteld. De uitkomsten van de enquête zijn per medio januari (tussentijds) geïnventariseerd. Ruim 100 ouders, die 160 kinderen representeren, hebben de vragenlijst ingevuld. Enkele interessante resultaten van de enquête zijn de volgende: •
momenteel maakt ongeveer een kwart van de ouders gebruik van de bso;
•
wanneer de bso via Waalsdorp verzorgd wordt, overweegt meer dan de helft van de ouders hiervan gebruik te gaan maken;
•
ouders hechten veel waarde aan een divers een doordacht aanbod van activiteiten;
•
creatieve workshops, sportieve activiteiten, muziek- en technieklessen domineren de lijst;
•
ouders zijn bereid om voor extra activiteiten te betalen;
•
een extra vergoeding voor vervoer naar een vereniging vindt men ook acceptabel.
Huisvesting.
Blz. 5
handvaardigheidlokaal voor onder meer de creatieve workshops. Jeroen geeft aan dat dit een praktische oplossing kan zijn. Geen gesleep met kinderen, maar opvang binnen de muren van het schoolgebouw in een voor de leerlingen vertrouwde omgeving.
Nog te doen. Voor de zomer zal de commissie advies uitbrengen aan het bestuur. Daarna geeft zij het stokje door aan de ouders die zitting willen nemen in de oudercommissie bij de opvangorganisatie. Jeroen vertelt dat de invloed van Waalsdorp op de buitenschoolse activiteiten vrij groot kan zijn wanneer de bso in het schoolgebouw zal plaatsvinden. Immers dan zal een contract gesloten worden met de organisatie die de bso gaat verzorgen. Hierin zullen ook voorwaarden over extra activiteiten opgenomen worden.
Toekomstmuziek. Het klinkt allemaal heel mooi, kinderen die na school deel kunnen nemen aan activiteiten naar eigen keuze. Lekker knutselen in het handvaardigheidlokaal van de eigen school of naar de muziekles of sportvereniging. Wanneer een goed georganiseerde bso een stukje van de zorglast zou dragen, blijft er voor ouders meer kwaliteitstijd over voor een bezoekje aan de speeltuin of een partijtje schaak wanneer het regent. En dan maar hopen dat je kind op de bso niet té goed heeft leren schaken. Mariëtte Vrakking
Problemen bij de organisaties voor bso zijn personeel en huisvesting. Het komende schooljaar wil Waalsorp voorzien in ruimte voor een extra bovenbouwgroep en ruimte voor creatieve vakken. De commissie heeft het idee geopperd om deze tijdelijke huisvesting zodanig aan te pakken, dat ‘dubbel gebruik’ mogelijk wordt, zodat voorzien kan worden in een ruimte voor de bso. Het is nog niet duidelijk of dit haalbaar is, aangezien men ook te maken heeft met gemeentevergunningen, omwonenden, enzovoort. Verder zou het ook prettig zijn, wanneer in de plannen voor de definitieve nieuwbouw, extra vierkante meters opgenomen worden voor de bso. Dit zou betekenen dat er naast de ruimte voor onderwijs, ook ruimte moet zijn voor deze opvang. Verder zou de bso dan ook gebruik kunnen maken van een aula, een muziek- of
Enkele termen:
Kinderopvang, de verzamelnaam voor alle vormen van opvang voor kinderen tussen 0 en circa12 jaar, óók voor primair onderwijs (vóór en na schooltijd en in de schoolvakanties) Kinderdagverblijf, instelling voor opvang van kinderen tussen 0 en 4 jaar, gericht op voorschoolse ontwikkeling, veelal voor ten hoogste enkele dagdelen per week
VM Magazine—Thema “Huisvesting”
Blz. 6
Aan de Ouders/verzorgers Het volgende nummer van de VM Magazine zal in juni 2007 verschijnen en het thema zal zijn: *** Vrijwilligers *** Heeft u iets te vertellen over dit thema, dan is uw bijdrage voor de 2e uitgave van het VMM van harte welkom. Uw kopij kunt u inleveren door middel van de kopijbus in de kopieerkamer of per e-mail:
[email protected]
De door Jan Duiker (1850-1935) ontworpen school aan de Cliostraat maakt deel uit van een reeks “openluchtscholen” die vanaf begin van deze eeuw in Nederland warden gesticht.
VM Magazine Montessori school Waalsdorp Telefoon: 070—3247420 Email:
[email protected]
Montessori College Oost, Herman hertzberger, Amsterdam is een voorbeeld van een HALLENSCHULE
Http://www.waalsdorp.nl