Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011 Utrecht, juli 2011
Buitenhek Management & Consult Winthontlaan 200 Postbus 85183 3508 AD Utrecht T +030 287 59 59 F +030 287 59 60
[email protected] www.buitenhek.nl
INDEX VOORWOORD................................................................................................................................. 3 1. OPDRACHT .................................................................................................................................. 4 2. ONDERZOEKSVRAGEN ........................................................................................................... 4 3. ONDERZOEKSMETHODE........................................................................................................ 4 4. RESPONS EN REPRESENTATIVITEIT ................................................................................. 4 5. ONDERZOEKSRESULTATEN HUISVESTING KINDEROPVANG............................... 5 5.1 ONDERZOEKSRESULTATEN DAGOPVANGLOCATIES (KDV)........................................................... 5 5.2 ONDERZOEKSRESULTATEN BUITENSCHOOLSE OPVANGLOCATIES (BSO)...................................... 6 6. ONDERZOEKSRESULTATEN SCHAALGROOTTE HUISVESTING........................... 7 6.1 ONDERZOEKSRESULTATEN SCHAALGROOTTE DAGOPVANG PER LOCATIE ..................................... 7 6.2 ONDERZOEKSRESULTATEN SCHAALGROOTTE BUITENSCHOOLSE OPVANG PER LOCATIE ............... 7 6.5 ONDERZOEKSRESULTATEN BSO LOCATIES OP SCHOLEN PER REGIO: G4 ...................................... 8 6.6 ONDERZOEKSRESULTATEN BSO LOCATIES OP SCHOLEN PER REGIO: PROVINCIES ........................ 9 6.7 WAAR ZIJN DE GROTERE BSO LOCATIES GEHUISVEST? ................................................................ 9 7. CONCLUSIES EN SAMENVATTING .................................................................................. 11 7.1 INLEIDING ................................................................................................................................... 11 7.2 WEINIG VERSCHUIVING IN TYPE COMBINATIEHUISVESTING ........................................................ 11 7.3 DAGOPVANG MAAKT NAUWELIJKS GEBRUIK VAN COMBINATIEHUISVESTING ............................. 11 7.4 BUITENSCHOOLSE OPVANG MAAKT RUIMSCHOOTS GEBRUIK VAN COMBINATIEHUISVESTING..... 11 7.5 KLEINSCHALIGE OPVANG OP BOERDERIJEN ................................................................................ 11 7.6 GEEN VERSNIPPERING DOOR MEER BSO AANBOD OP SCHOOLACCOMMODATIES ........................ 11 7.7 REGIONALE VERSCHILLEN BSO AANBOD OP SCHOOLACCOMMODATIES ..................................... 11 8. TOEKOMSTPERSPECTIEF..................................................................................................... 12
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
2
Voorwoord In opdracht van het Netwerkbureau Kinderopvang is door Buitenhek Management & Consult onderzoek verricht naar de huisvesting van kinderopvanglocaties in Nederland. In deze rapportage worden de resultaten van 2011 vergeleken met eerder onderzoek in 2009 om ontwikkelingen en trends vast te stellen. Zoals blijkt uit de onderzoeksresultaten heeft het merendeel van de kinderopvang-aanbieders een bijdrage geleverd. Dankzij de welwillende medewerking van de kinderopvangondernemers in Nederland geeft deze rapportage een representatief beeld van de huisvestingsituatie van de kinderopvang in Nederland. Dank aan alle medewerkers die deze rapportage mogelijk gemaakt hebben.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
3
1. Opdracht De opdracht aan het Netwerkbureau Kinderopvang is om kinderopvangorganisaties, scholen en gemeenten te ondersteunen en te stimuleren bij het realiseren van meer capaciteit in de kinderopvang. Onderdeel van die opdracht is het initiëren, faciliteren en stimuleren van kennis- en informatieuitwisseling tussen alle betrokken partijen. In dat kader heeft het Netwerkbureau Kinderopvang een onderzoek uitgezet naar de huisvesting van kinderopvang in school-, sport- en/of agrarische accommodaties.
2. Onderzoeksvragen Het onderzoek geeft onder andere antwoord op de volgende onderzoeksvragen: -
welk aandeel van de kinderopvangcapaciteit in Nederland is gehuisvest in schoolaccommodaties, bij sportaccommodaties en bij agrarische bedrijven? hoe verschilt de huisvestingssituatie per regio? wat is de gemiddelde capaciteit in kindplaatsen van opvanglocaties op scholen en hoe verhoudt zich dat tot de gemiddelde capaciteit in kindplaatsen van alle locaties in Nederland?
Op deze onderzoeksvragen is een vergelijking gemaakt tussen de actuele situatie in 2011 en de situatie van twee jaar geleden.
3. Onderzoeksmethode Voor dit onderzoek zijn de houder- en locatiegegevens gebruikt die in maart 2011 opgenomen waren in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). Op basis van dit databestand van locaties zijn aanbieders telefonisch benaderd met de vraag welke locaties gevestigd zijn in een school- of sportaccommodatie danwel op een agrarisch bedrijf (boerderij).
4. Respons en representativiteit In de periode eind 2008 tot eind 2010 is het aantal kinderopvanglocaties in Nederland met 30% gegroeid:
Aantal opvanglocaties in NL per eind
2008
2010
groei
groei
in aantal
in %
dagopvang
3.840
5.065
1.225
32%
buitenschoolse opvang
4.691
6.049
1.358
29%
totaal
8.531
11.114
2.583
30%
Bron: Regioplan 2011 © Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
4
Eind 2010 waren er 11.114 opvanglocaties. Voor dit onderzoek is het databestand van het LRK gebruikt van maart 2011. In totaal waren er toen 11.668 opvanglocaties geregistreerd. In onderstaande tabel is de onderzoeksrespons weergegeven: Onderzoeksrespons naar locatiesoort Respons in aantal Non-respons in aantal Totaal aantal locaties per maart 2011 Respons in % totaal aantal locaties
KDV 4.875 485 5.360 91%
BSO Totaal 5.742 10.617 566 1.051 6.308 11.668 91% 91%
Met een onderzoeksrespons van 91% van het totaal aantal opvanglocaties is er voldoende basis voor een representatief beeld van de huisvesting van kinderopvang-locaties in Nederland.
5. Onderzoeksresultaten huisvesting kinderopvang 5.1 Onderzoeksresultaten dagopvanglocaties (KDV) In onderstaande tabel zijn de onderzoeksresultaten voor de dagopvanglocaties van 2009 samengevat en vergeleken met de resultaten van maart 2011:
Huisvesting in:
KDV 2009
KDV 2011 verschil in % punten
overige locaties
85,3%
84,8%
-0,5%
schoolaccommodatie
12,0%
13,1%
1,1%
sportaccommodatie
1,2%
0,7%
-0,5%
agrarisch bedrijf/boerderij
1,5%
1,3%
-0,2%
totale responsgroep
100,0%
100,0%
Er is in twee jaar tijd nauwelijks een verschuiving in huisvesting waar te nemen van de dagopvanglocaties. Het overgrote merendeel van de dagopvanglocaties (bijna 85%) is niet gehuisvest in scholen, sportaccommodaties of op agrarische bedrijven. Ongeveer 1 op de 8 (13%) dagopvanglocaties is gevestigd in een schoolaccommodatie en circa 2% van de dagopvang locaties is gevestigd in een sportaccommodatie of op een boerderij.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
5
5.2 Onderzoeksresultaten buitenschoolse opvanglocaties (BSO) In onderstaande tabel zijn de onderzoeksresultaten voor de buitenschoolse opvanglocaties samengevat: Huisvesting in:
BSO 2009
BSO 2011
verschil in % punten
overige locaties
57,9%
56,7%
-1,2%
schoolaccommodatie
36,8%
36,2%
-0,6%
sportaccommodatie
4,4%
6,4%
2,0%
agrarisch bedrijf/boerderij
0,9%
0,7%
-0,2%
totale responsgroep
100,0%
100,0%
Daaruit blijkt dat nog steeds meer dan een derde (36,2%) van de buitenschoolse opvanglocaties is gehuisvest in of op een schoolaccommodatie. Dat betekent dat uitbreiding van BSO in de afgelopen twee jaren niet uitsluitend op schoolaccommodaties heeft plaatsgevonden maar ook daarbuiten. Het aandeel BSO locaties op sportaccommodaties is toegenomen. Nog steeds is minder dan 1% van de BSO locaties (circa 50 in 2011) gevestigd op een boerderij.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
6
6. Onderzoeksresultaten schaalgrootte huisvesting 6.1 Onderzoeksresultaten schaalgrootte dagopvang per locatie In onderstaande tabel zijn de onderzoeksresultaten voor de dagopvanglocaties in het totale responsbestand opgenomen: Verschil Gemiddelde grootte locaties dagopvang
2009
2011
in %
Gemiddeld aantal kindplaatsen landelijk
38
36
-5%
Gemiddeld aantal kindplaatsen scholen
34
30
-12%
Gemiddeld aantal kindplaatsen boerderijen
28
25
-11%
Gemiddeld aantal kindplaatsen sportlocaties
36
40
11%
Gemiddeld aantal kindplaatsen overige locaties
41
39
-5%
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat: • de gemiddelde schaalgrootte van opvanglocaties voor dagopvang licht is gedaald; • deze trend bij locaties op scholen en boerderijen het grootst is; • de dagopvanglocaties bij sportaccommodaties gemiddeld het grootst zijn; • de dagopvanglocaties bij agrarische bedrijven zeer kleinschalig zijn. 6.2 Onderzoeksresultaten schaalgrootte buitenschoolse opvang per locatie In onderstaande tabel zijn de onderzoeksresultaten voor de buitenschoolse opvanglocaties in het totale responsbestand opgenomen: Verschil Gemiddelde grootte locaties BSO
2009
2011
in %
Gemiddeld aantal kindplaatsen landelijk
33
36
9%
Gemiddeld aantal kindplaatsen scholen
33
35
6%
Gemiddeld aantal kindplaatsen boerderijen
24
22
-8%
Gemiddeld aantal kindplaatsen sportlocaties
35
35
0%
Gemiddeld aantal kindplaatsen overige locaties
35
38
9%
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat: • de gemiddelde schaalgrootte van alle opvanglocaties voor BSO is toegenomen; • de BSO-locaties op boerderijen zeer kleinschalig (40% kleiner dan gemiddeld) zijn; • de BSO’s op andere locaties qua gemiddelde schaalgrootte vrijwel gelijk zijn; • de gemiddelde schaalgrootte van BSO’s op schoollocaties is toegenomen en nauwelijks afwijkt van de gemiddelde schaalgrootte van alle BSO locaties. © Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
7
Uit het onderzoek blijkt dat de groei van BSO’s op schoollocaties niet heeft geleid tot versnippering (substantieel lagere gemiddelde schaalgrootte) van het BSO aanbod. 6.5 Onderzoeksresultaten BSO locaties op scholen per regio: G4 In onderstaande grafiek is het actuele aandeel BSO’s op schoollocaties opgenomen van de G4 gemeenten. Ter vergelijking zijn de cijfers van de vorige meting in 2009 opgenomen: % BSO op schoollocaties G4 40% 39% 39%
38%
39%
38%
38% 37% 37% 36% 35% 35% 34%
2009
33%
2011
33% 32% 31% 31% 30% Amsterdam
s-Gravenhage
Rotterdam
Utrecht
Den Haag en Utrecht scoren iets boven het landelijk gemiddelde (36,2%), Amsterdam en Rotterdam scoren iets onder het landelijk gemiddelde. Uit deze onderzoeksresultaten is de volgende conclusie op te maken: • Amsterdam scoort van de G4 het laagst en Utrecht het hoogst als het gaat om het aandeel BSO op schoolaccommodaties. • In Amsterdam en Rotterdam zijn de afgelopen twee jaar - in vergelijking met de andere twee G4 gemeenten - relatief veel BSO’s gestart die niet op een schoollocatie gevestigd zijn.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
8
6.6 Onderzoeksresultaten BSO locaties op scholen per regio: provincies Op provincieniveau is het aandeel BSO locaties op scholen in 2011 als volgt: Verdeling BSO locaties per soort per provincie 2011 70%
61%
Aandeel "School"
60% 50% 40%
44% 37%
35%
37%
34%
40%
37%
29%
30%
28%
21%
24%
20% 10%
Dr en th e
ev ol an d Fl
an d
er la nd
Fr ie sl
G
G el d
ro ni ng en
bu rg Li m
O ve rij ss el No or dHo lla nd No or dBr ab an t
ch t Ut re
nd Ze el a
Zu id -H ol la nd
0%
Het beeld dat BSO op schoolaccommodaties verreweg het meest populair is in de provincie Zeeland is ongewijzigd gebleven. De noordelijke provincies (Drenthe en Groningen) scoren nog steeds relatief laag als het gaat om het aandeel BSO’s dat gevestigd is in schoolaccommodaties. Uit deze onderzoeksresultaten zijn de volgende conclusies op te maken: • In de provincie Zeeland komen huisvestingscombinaties tussen school en BSO het meeste voor. • Combinaties in huisvesting van school en BSO komt het minste voor in de noordelijke provincies (Drenthe, Groningen) en Flevoland. 6.7 Waar zijn de grotere BSO locaties gehuisvest? In onderstaande tabel is vast te stellen voor welke locaties opvangaanbieders kiezen bij het realiseren van grotere (> 60 kindplaatsen) BSO locaties : Huisvesting in:
alle BSO locaties
grote BSO locaties
overige locaties
56,7%
64,5%
schoolaccommodatie
36,2%
31,8%
sportaccommodatie
6,4%
3,6%
agrarisch bedrijf/boerderij
0,7%
0,2%
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
9
Uit de vergelijking met de huisvesting van alle BSO locaties is op te maken dat grote BSO locaties (meer dan 60 kindplaatsen) minder vaak voorkomen op scholen, boerderijen en sportaccommodaties.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
10
7. Conclusies en samenvatting 7.1 Inleiding In dit onderzoek is vastgesteld in hoeverre kinderopvang gebruik maakt van combinatiehuisvesting met scholen, sportaccommodaties en agrarische bedrijven (boerderijen). De respons van de geënquêteerde kinderopvangaanbieders omvat ruim 90% van alle locaties en kindplaatsen in Nederland. 7.2 Weinig verschuiving in type combinatiehuisvesting In de afgelopen twee jaar is het aantal opvanglocaties aanzienlijk (met 30%) toegenomen. Er zijn echter geen grote verschuivingen geweest in het type huisvesting van dagopvang en BSO locaties. De verwachting van twee jaar geleden dat door nieuwe brede scholen de huisvestingssituatie zeker wat betreft de huisvesting van BSO - zou verschuiven naar schoolaccommodaties is niet uitgekomen. 7.3 Dagopvang maakt nauwelijks gebruik van combinatiehuisvesting Er wordt voor dagopvanglocaties slechts zeer beperkt (minder dan 15% van de locaties) gebruik gemaakt van combinatiehuisvesting met scholen, sportaccommodaties of boerderijen. 7.4 Buitenschoolse opvang maakt ruimschoots gebruik van combinatiehuisvesting Bijna 45% van de locaties voor buitenschoolse opvang maakt gebruik van combinatiehuisvesting met scholen, sportaccommodaties of boerderijen. Omdat huisvesting van BSO in combinatie met peuterwerk, met scouting, buurthuizen niet is meegenomen in dit onderzoek is het aannemelijk dat een ruime meerderheid van de BSO locaties gebruik maakt van combinatiehuisvesting. Het grootste aandeel (36,2%) betreft de combinatiehuisvesting met scholen. 7.5 Kleinschalige opvang op boerderijen De opvanglocaties voor zowel KDV als BSO op boerderijen zijn over het algemeen zeer kleinschalig (ca. 30 tot 40% kleiner dan gemiddeld). De BSO’s op andere (dan agrarische) locaties zijn qua gemiddelde schaalgrootte vrijwel gelijk. 7.6 Geen versnippering door meer BSO aanbod op schoolaccommodaties De groei van het aantal BSO’s op schoollocaties heeft de afgelopen twee jaar niet geleid tot versnippering (lagere gemiddelde schaalgrootte) van het BSO aanbod in Nederland. 7.7 Regionale verschillen BSO aanbod op schoolaccommodaties Amsterdam scoort van de G4 het laagst en Utrecht het hoogst als het gaat om de huisvesting van BSO in schoolaccommodaties. Combinaties in de huisvesting school en BSO locaties komt het minste voor in de noordelijke provincies en Flevoland. In de provincie Zeeland komen huisvestingscombinaties van school- en BSO-locaties verreweg het meeste voor.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
11
8. Toekomstperspectief Als we de ontwikkeling van gebruik en opvangcapaciteit in beeld brengen dan blijkt de capaciteit van dagopvang en BSO sterker gegroeid dan de vraag. Zo is de capaciteit van dagopvang in de afgelopen twee jaar met 30% gegroeid terwijl het gebruik slechts met 18% toenam. Voor de BSO is het gat tussen groei in gebruik en capaciteit weliswaar kleiner maar nog steeds aanzienlijk: Dagopvang 2008 2009 Gebruik: aantal kinderen in dagopvang 320.000 343.000 Capaciteit: kindplaatsen per einde jaar 147.267 164.978 2,08 Gemiddelde bezetting: kinderen per kindplaats 2,17
2010 ∆ 2008-2010 376.000 18% 191.514 30% 1,96 -10%
BSO
2008 2009 2010 ∆ 2008-2010 30% Gebruik: aantal kinderen in BSO 242.000 276.000 315.000 42% Capaciteit: kindplaatsen per einde jaar 157.904 187.474 224.501 1,53 1,47 1,40 -8% Gemiddelde bezetting: kinderen per kindplaats
Bron: SZW 2011, Regioplan 2011 Het gemiddeld aantal kinderen dat gebruik maakt van een kindplaats is afgenomen en het is te verwachten dat de komende jaren die trend zich zal voortzetten. De vraag naar dagopvang en BSO komt immers onder druk door substantiële bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag. Dat betekent dat de huisvestingslasten per opvanglocatie aan steeds minder klanten doorberekend kunnen worden en het aandeel huisvestingslasten in de exploitatie zal toenemen. Het ondernemersvraagstuk “waar moeten we nieuwe opvanglocaties vestigen?” zal daardoor meer en meer vervangen worden door het vraagstuk “waar houden we opvanglocaties open?”. Welke vormen van (combinatie-)huisvesting in die nieuwe marktomgeving het meest aantrekkelijk zijn zal de komende jaren moeten blijken.
© Buitenhek Management & Consult BV, 2011: Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland
12