5de jaargang
Augustus 2014
no. 16
Stichting Onderwijs der EBGS - Domineestraat 48 boven - Tel.: (597) 478412/478424 - E-mail:
[email protected]
TERUGBLIK Mildred Demon Wat schrijf je als je terugkijkt op een periode, waarbij sprake is van intens verdriet. Niet persoonlijk, maar op sommige momenten voelde het wel heel persoonlijk aan. De meest indrukwekkende dag was donderdag 22 mei j.l. toen omstreeks 08.00 uur collega, mevrouw Rodgers, mijn kamer binnengebracht werd. Zeer geëmotioneerd gaf ze aan dat een bus met leerlingen van de EBGS Potribo school betrokken was bij een ernstig verkeersongeluk. Mijn eerste reactie was "dat is niet waar" en belde meteen het onderhoofd op. Zij bevestigde dat niet ver van de school de schoolbus betrokken was bij een aanrijding en dat de bestuurder overleden is. Van de leerlingen was op dat moment niet veel bekend.
COLOFON De krant is een uitgave van Stichting Onderwijs der EBGS. Redactie : Mercedez Deekman en Gerda Tol STICHTING ONDERWIJS DER EBGS Adres : Domineestraat 48 boven Telefoon : 478412 of 478424 Email :
[email protected] Website : www.ebgs-scholen.net Fax : 520375 Druk
: Drukkerij Paramaribo
DE KRANT IS GRATIS INHOUDSOPGAVE:
pag.
TERUGBLIK
1
Om 08.30 uur reden wij met mevrouw Rodgers naar haar school, met grote ongewisse over de situatie van onze pupillen. Dat was de langste rit van Paramaribo naar EBGS Potribo. Bij aankomst op de school bleek dat de chauffeur inderdaad overleden was. Later kwam helaas het bericht dat Damien, leerling van klas 3, eveneens overleden bleek te zijn. Van de overige pupillen waren 2 opgenomen in het ziekenhuis op de afdeling Intensive Care. Ook het jongere zusje van Damien is enige tijd later ook overleden ten gevolge van haar verwondingen. Twee kinderen uit een gezin, wat een klap.
HELD VAN HET BINNENLAND
2
SCHOONMAAK SCHOOLGEBOUWEN
2
DE LEERKRACHT GROEIT MEE MET ZIJN/HAAR PUPILLEN
3
OPROEP AAN ALLE DOCENTEN
4
FACILITAIR BEHEER
5
ONDERWIJS MOET NIETS, BEHALVE BOEIEN
5
AFDELING HRM
9
AFDELING FINANIËN
9
Het schoolteam, leerlingen en ouders hebben ondersteuning gekregen van ds. H. Hoogdorp en ds. M. Mingoen.
WERK-PRIVÉ BALANS ACHTERHAALD BEGRIP
10
”A PROMISE IS A PROMISE”
10
DE KRACHT VAN KUNST IN HET ONDERWIJS
11
U BENT KINDEREN VAN DE HERE UW GOD
13
OPRICHTINGSDATUM EBGS SCHOLEN
14
AFSCHEID VAN DAMIEN
14
JAARDAGEN VAN DE SCHOLEN
15
PIKIN POKU KONMAKANDRA
16
De heer H. Mungra heeft psychologische ondersteuning geboden. Wij zijn ze zeer erkentelijk voor de begeleiding en bemoediging. De heer Mingoen heeft in verband met dit voorval een gedicht gestuurd, welke u verder op in de bulletin aantreft. Op maandag 19 mei 2014 hebben wij Sandra Viereck naar haar laatste rustplaats gedragen. Haar heengaan kwam niet onverwacht, maar dat maakt het gemis niet minder. Sandra was een altijd optimistische collega, bij haar scheen altijd de zon. Hoe
pagina 1
moeilijk zij het ook had, optimisme en een rotsvaste vertrouwen in onze Heer had ze altijd. Wij behouden de warme, positieve en humorvolle momenten met haar in ons hart.
Wij hebben begrip voor het feit dat het pijn doet om je collega's, waar je zo lang mee hebt samengewerkt te verlaten. Belangrijk is, dat alle leerlingen recht hebben op excellent onderwijs!
Ook de Wellesschool heeft een pupil ten grave gedragen. Wij wensen alle families, collega's en leerlingen sterkte toe.
Ons gemeenschappelijk streven is om van alle EBGS scholen model scholen te maken, waar leerlingen zich ten volle kunnen ontwikkelen. Ik ben derhalve er van overtuigd dat alle collega's die vanaf 1 oktober 2014 naar een andere school gaan, zich volledig zullen inzetten voor de leerlingen en dat zij ook in hun nieuwe team plezier zullen hebben in het lesgeven.
Het schooljaar 2013-2014 loopt op zijn eind. Wat hebben wij weer veel werk verzet en natuurlijk hebben wij dit gedaan om de resultaten van onze leerlingen te verbeteren. Bij het schrijven van dit stuk zijn de werkelijke overgangs-, toets- en examenresultaten niet bekend. We hebben wel de gegevens van de tussentijdse resultaten en kwartaalcijfers gevolgd. Op veel scholen ziet het er goed uit; echter zijn er 'zorgscholen'. Wat mij goed stemt is dat schoolleiders zich bewust zijn van de prestaties en exact kunnen aangeven wat ze van plan zijn te doen c.q. gedaan hebben. Medio april 2014 is de afdeling HRM begonnen met de voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar. Jaarlijks moeten wij rekening houden met medewerkers die om mutatie vragen. Daarnaast wordt in overleg met de schoolleiders en de consulenten van de afdeling PDC eveneens gekeken naar de samenstelling van het team. Op basis van deze analyse kan door de werkgever een leerkracht gemuteerd worden naar een andere school; vaak doen wij dit omdat wij een schoolteam met een bepaalde expertise willen versterken. Een belangrijke andere factor is het aantal jaren dat een personeelslid verbonden is aan een school. Wij hanteren hierbij de periode van 5-7 jaar; dit betekent niet dat meteen een ieder overgeplaatst wordt, want dan zouden wij het onderwijsproces kunnen verstoren. Dit jaar hebben wij kritisch gekeken naar de samenstelling van de VOJ teams, wij hebben in een gezamenlijke sessie met alle VOJ directeuren - op vrijdag 23 mei jl. in het Zorghotel - gekeken naar de samenstelling van hun team. Op basis hiervan zijn leerkrachten die langer dan 7 jaar verbonden zijn aan een school en of over een bepaalde expertise beschikken overgeplaatst naar een andere VOJ school. Afgesproken is ook dat een ieder die gemuteerd zou worden in een persoonlijk gesprek door de schoolleider op de hoogte gesteld werd. Daarna zou het team geïnformeerd worden over de op handen zijnde wijzigingen. Deze gesprekken hebben simultaan - op alle VOJ scholen - plaatsgevonden op 4 juni jl. Deze afspraken zijn ook in een schrijven d.d. 27 mei door mevrouw A. Aaron, hoofd HRM, bevestigd. pagina 2
Ik wens u allen een hele fijne vakantie toe! En zie u op 18 en 19 september 2014 op de MTD.
HELD VAN HET BINNENLAND In februari 2014 was de Algemeen Secretaris van het Zeister Zendingsgenootschap (ZZg) de heer Age Kramer op werkbezoek in Suriname. Hij heeft toen namens zijn collega Anne Bauw een solarlamp aan ons overhandigd ten behoeve van een leerkracht die een voorbeeld functie vervult bij het verzorgen van onderwijs in ons binnenland. De prijs is gegaan naar mevrouw Deborah Boerleider, leerkracht op de EBG school te Godoholo, die er bewust voor heeft gekozen om onderwijs in het binnenland te verzorgen.
SCHOONMAAK SCHOOLGEBOUWEN Mildred Demon Nadat er op de laatste schooldag in augustus klaslokalen, toiletten etc. zijn schoongemaakt, worden deze pas tijdens de grote schoonmaak weer schoongemaakt. Dit betekent dat de lokalen gedurende 5 weken smerig zijn. Vaak gebruiken wij de scholen voor bijeenkomsten, dit om kosten te besparen voor huur van ruimten. Het is dan wel prettig in een schone omgeving te vertoeven. De schoonmaak dient plaats te vinden als ware de volgende dag weer les gegeven wordt. Ook is aangegeven dat het afval afgevoerd moet worden tijdens de 1e week van de vakantie. De grote schoonmaak kan zoals ieder jaar gebruikelijk is, plaatsvinden.
Ik reken op de medewerking van alle betrokkenen, want u laat uw huis toch ook kraakschoon achter wanneer u met vakantie gaat! Laten wij ook hierin uitblinken als Anitri scholen. Daarna mag u van een welverdiende vakantie gaan genieten!
DE LEERKRACHT GROEIT MEE MET ZIJN/HAAR PUPILLEN Marcia Febis Marcia Febis en ik (Mildred Demon) hebben regelmatig contact over de projecten in het kader van Basic Education Program (BE). De projecten die vanuit BE uitgevoerd worden, hebben- hoe kan het ook anders- betrekking op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en worden op scholen in het binnenland uitgevoerd. Wij hebben in 2011 ervoor gekozen de scholen in Brokopondo in het traject mee te nemen. Tijdens een van de bijeenkomsten vertelde Marcia over de schooltijd van haar eigen kinderen. In eerste instantie was mijn reactie 'je hebt dan wel pech als je een leerkracht treft waar je als kind niet prettig bij voelt'. Toch wist zij mijn aandacht te trekken en ik vroeg haar haar ervaring op papier te zetten, zodat ik het kan delen met de collega's. Als u toch in uw hangmat ligt en alles de revue laat passeren is dit mogelijk iets om over na te denken. Zonder dat ik wil zeggen dat wij dit ook zouden moeten gaan toepassen! Onderstaand artikel geeft haar ervaring weer. Mijn kinderen hebben beide hun lagere school periode op de Vrije school gezeten. Op onze vrije school was het gewoonte dat de leerkracht en leerlingen in principe vele jaren bijeen in de klas bleven d.w.z. de leerkracht bleef de hele lagere schooltijd bij dezelfde groep kinderen (van klas 1tot klas 6). Dit had als voordeel dat de kinderen en leraar door de jaren heen veel voor elkaar betekenden. Er ontstond een hechte band. De kinderen leerden ook andere docenten kennen, doordat er voor een aantal vaklessen vakdocenten waren, en doordat klassenleraren vaklessen gaven in elkaars klassen. De kinderen zaten met leeftijdgenoten in een klas. De lessen sloten aan bij de leeftijd. Mijn kinderen hadden dus in hun lagere schooltijdperiode een zelfde groep kinderen om zich heen. Ze hoorden bij elkaar. Over mijn ervaring kan ik kort zijn. Ik heb het geluk gehad dat mijn zoon bij een leuke
meester terechtkwam en ook mijn dochter het bij haar juffie erg naar de zin had. Het eerste dat opviel was dat er gewerkt werd aan de hechtheid van de groep, regels over omgangsvormen, opruimen, omgaan met spullen. Voor wat betreft het leren van de kinderen viel mij op dat de kinderen met elkaar en door elkaar leerden. Kinderen hielpen elkaar waardoor zij al heel vroeg leerden samen te werken. Steeds was de leerkracht hierbij de stabiele factor. In de loop der jaren was duidelijk zichtbaar dat de leerkracht en de kinderen een eenheid vormden. Elke dag was er ruimte en aandacht voor een groepsactiviteit (zingen, dansen, sporten etc.) een manier waardoor kinderen, door elkaar zo te ontmoeten, elkaar leerden accepteren en respecteren in elkaars verschillen. Ook leerden zij conflicten oplossen door te praten, naar elkaar te luisteren en elkaar te helpen. Met andere woorden: ruimte en respect was een groot goed, iets waar de leerkracht een belangrijke rol in heeft gespeeld en wat door alle vakken en door de gehele lagere schoolperiode zichtbaar is geweest. Er werd door de leerkracht goed gekeken naar de kinderen, de blik was op het kind gericht, waardoor er indien nodig een persoonlijke aanpak kon plaatsvinden. Ook werden er veel uitdagingen geboden. Zo werd door de leerkracht aan een hoogbegaafde leerling uit de klas van mijn zoon een opdracht gegeven om een trekkar te maken, voorzien van een bak, wielen en een trekmechanisme. Het betrof een leerling die zwakkere leerlingen uit de klas regelmatig pestte vanwege hun leerprestaties. Deze hoogbegaafde leerling begon voorspoedig met de opdracht. Het eindresultaat was een trekkar met vierkante wielen, een kar waarbij de zijden niet gelijk waren en ga zo maar door. Geleerde les: respecteren in elkaars verschillen, er zijn nog veel uitdagingen voor jou. De leerkracht heeft uiteindelijk wel samen met deze leerling gewerkt naar een goed eindresultaat van de trekkar. Naast leerprestaties werd door de leerkracht ook veel aandacht besteed aan inzet, beleving en resultaat t.a.v. bepaalde vakken. Zo weet ik nog dat mijn dochter in de brugklas (vervolg onderwijs Vrijeschool) moeite had met het vak wiskunde. Tijdens de beoordeling bleek dat haar inzet en beleving voor het vak zeer goed was maar het resultaat onvoldoende. In 2 jaar heeft het tij zich gekeerd en behaalde zij zelf een ruim voldoende voor wiskunde. Dit was toe te schrijven aan haar inzet en beleving. Tevens werd gelet op ontwikkelingen op sociaal- en pagina 3
emotioneel vlak. Tweemaal per jaar bracht de leerkracht verslag uit. Eenmaal in een gesprek op school of huisbezoek en eenmaal in het geschreven rapport aan het einde van het schooljaar (het getuigschrift). Hierin werden alle ontwikkelingen op alle gebieden van mijn kinderen weergegeven. De positieve formulering door de leerkracht (zowel schriftelijk als tijdens een gesprek) over de ontwikkeling van mijn kinderen heb ik altijd als prettig ervaren. Ik heb niet alleen gekeken naar mijn eigen ervaring maar ook naar wat het zou betekenen voor een leerkracht om 3 jaren met een klas mee te gaan. Ik kom tot het volgende: - Meegaan van de leerkracht biedt hem/haar de mogelijkheid om echt met de klas mee te groeien. De leerkracht kan zo, door het intensief werken met de kinderen een veel langere ontwikkelingsgang overzien en daardoor beter allerlei kleine en grotere veranderingen bij het kind opmerken. - De leerkracht leert omgaan met kinderen die anders leren maar ook juist een grote uitdaging behoeven. Binnen het(de)zelfde programma (onderdelen) moet de leerkracht uitdaging bieden aan zowel de kinderen die cognitief sterk zijn als ook voor de zwakke leerlingen. De een is praktisch ingesteld, de ander meer intellectueel en een derde is bijvoorbeeld een sociaal gericht type. Al deze verschillende vermogens kunnen door de leerkracht op school goed aangesproken worden, zodat ieder kind zijn kwaliteit optimaal kan benutten. Binnen de les kan de leerkracht dus variaties aan opdrachten geven die aansluiten bij de verschillende niveaus van de kinderen. - Het zien van leerlingen en zijn/haar persoonlijke ontwikkeling en kwaliteiten. Bij het volgen van de leerling speelt de klassenleerkracht een centrale rol. Hij/zij neemt waar hoe de leerling zich ontwikkelt en maakt daar notitie van. - De leerkracht is verantwoordelijk voor het stimuleren en begeleiden van de didactische en sociaalemotionele ontwikkeling van alle leerlingen in zijn/ haar groep en gaat er van uit dat leerlingen verschillende onderwijsbehoeften hebben. De taak van de leerkracht is het zo goed mogelijk aan deze behoeften tegemoet te komen. - De leerkracht zal een positieve houding moeten hebben t.o.v. de verschillen tussen de leerlingen en tevens moeten beseffen hoe belangrijk het is positieve verwachtingen te hebben van de kinderen. Het is van groot belang dat de leerling pagina 4
het gevoel heeft dat de leerkracht hem waardeert. De klassenleerkracht is verantwoordelijk voor het welzijn en de ontwikkeling van de kinderen van zijn of haar klas. - De leerkracht maakt "naar school gaan" voor kinderen tot een positieve en waardevolle ervaring - De leerkracht zal wat hij investeert in het kind op den duur terugzien. - Enkele jaren meegaan van de leerkracht met de klas is een manier om de kwaliteit van het gegeven onderwijs te borgen. Ik kan mij voorstellen dat u 6 jaren meegaan in een klas te lang vindt, nog los van de bevoegdheden. Ik ben nagegaan of op elke Vrije school de 6 jaren gehanteerd wordt en ook daar zie je verschillen. - Leerkrachten blijven van klas 1 tot en met klas 6 bijeen - Leerkrachten gaan mee van klas 1 tot en met 3 en van klas 4 tot en met 6 - Er is sprake van vakdocenten op de scholen waardoor kinderen met meerdere leerkrachten te maken krijgen en hun ontwikkeling door meerdere gevolgd kan worden. Heeft u na het lezen van dit artikel vragen of dat u misschien in een kleine setting met collega's hierover zou willen discussiëren, laat het ons weten. Marcia is bereid om hierover met u van gedachten te wisselen.
OPROEP AAN ALLE DOCENTEN (vreemde talen)! Ik roep u op onderstaand filmpje op 'Youtube' te bekijken. Ik daag u vervolgens uit om hiermee aan de slag te gaan in het schooljaar 2014-2015. Er zijn verschillende vormen om het onderwijs aantrekkelijker te maken, moderne technieken toe te passen, etc. http://m.youtube.com/watch?v=-S-5EfwpFOk Wij hebben in Suriname ook verschillende tehuizen. Gaat u samen met uw leerlingen na wat wij zouden kunnen doen om onze ouderen bij het leren van onze kinderen te betrekken. Ik kijk uit naar uw innovatieve voorstellen. Oh ja, ook de GLO scholen kunnen een project indienen met, voor en door ouderen! Een projectvoorstel moet SMART geformuleerd zijn!
FACILITAIR BEHEER Eunice Small
ONDERWIJS MOET NIETS, BEHALVE BOEIEN Jan Jutten
Donatie De Surinaamsche Bank N.V. Een aantal van onze scholen heeft bureaustoelen op wieltjes voor leerkrachten ontvangen. De meeste scholen op de lijst zijn intussen voorzien. Deze donatie mochten wij ontvangen van De Surinaamsche Bank N.V. Wij zijn deze financiële instelling zeer erkentelijk. EBGS meubilair, boeken en andere leermiddelen Vanaf 1 augustus 2014 wordt alle meubilair wederom voorzien van het logo "EBGS". Ingaande dezelfde datum worden alle boeken en andere leermiddelen, die worden verstrekt, voorzien van "EBGS" stempels, waar mogelijk. Dit maakt de controle op onze eigendommen overzichtelijk. Wij doen een beroep op alle collega's om zuinig om te gaan met onze eigendommen. Beheer schoolmagazijn Alle schoolleiders hebben het verzoek gekregen om iemand uit het team te belasten met het beheer van het schoolmagazijn. Deze medewerker wordt belast met - bestelling van leermiddelen uit het centraal magazijn; - controle en bijhouden van de voorraden in het schoolmagazijn; - verstrekken van leermiddelen aan collega's. De schoolleider is hoofdverantwoordelijk, maar wordt ondersteund door een collega. Hiermee willen wij voorkomen dat boeken opgehaald worden uit het magazijn en niet gemeld worden aan de schoolleiders. Het schooljaar 2013-2014 hebben wij een paar keer van inspectie moeten vernemen dat onze scholen geen boeken hadden. Bij navraag bleek dat de boeken verstrekt waren en ook in het schoolmagazijn in dozen lagen. Met deze nieuwe procedure hopen wij dat dit soort zaken tot het verleden gaan behoren. Nieuwe Leermethode In het afgelopen kwartaal hebben wij deel 4B boek voor het vierde leerjaar van het Ministerie van Onderwijs Plezier in Rekenen ontvangen en daarna gedistribueerd. Het Minov heeft aangekondigd dat er thans trainingen voor leerjaar 5 plaatsvinden en dat wij de boeken voor de start van het nieuwe schooljaar zullen ontvangen.
Inleiding De afgelopen jaren zijn we in de media met de regelmaat geconfronteerd met veelal ongenuanceerde bijdragen over de kwaliteit van het basisonderwijs. De meeste daarvan leveren geen enkele bijdrage aan de ontwikkeling van beter onderwijs in Nederland. Onze ervaring is dat leerkrachten én ouders deze artikelen vooral gebruiken om aan te geven dat het vroeger allemaal beter was en dat veranderingen niet alleen onnodig maar zelfs onwenselijk zijn. We kampen in onze tijd met grote, complexe problemen: energievoorziening, de financiële crisis, klimaatverandering, terrorisme, corruptie en zelfverrijking, falen van instituties zoals in de zorg en in het onderwijs. In het algemeen zijn er twee verschillende manieren te onderscheiden waarop mensen met deze problemen omgaan: 1. "Zo erg is het allemaal niet: minder denken en meer doen!" Deze aanpak kenmerkt zich door alles bij het oude te houden en hopen dat nieuwe technologie redding brengt. Vaak zien we dat mensen de complexiteit van de problemen onderschatten en kiezen voor snelle, simpele oplossingen. Maar we weten ook dat voor elk complex probleem een simpele, snelle, voor de hand liggende, verkeerde oplossing bestaat…. 2. "Terug naar vroeger: toen was alles beter!" Dit is een combinatie van verlangen naar "die goede oude tijd" en woede over het niet in de hand hebben van de toekomst. Beide benaderingen zijn herkenbaar in de manier waarop in de media aandacht wordt besteed aan het onderwijs in ons land. Ze hebben twee gemeenschappelijke kenmerken: fatalisme en verankerd zijn in het verleden. In dit artikel zou ik daar een andere benadering aan willen toevoegen. Een benadering die niet gericht is op het verleden maar op de toekomst. Verankerd in het verleden Scholen zijn organisaties in onze samenleving die de meeste invloed hebben op de toekomst. We werken immers met een nieuwe generatie. Tegelijkertijd zijn scholen van alle organisaties het meest verankerd in het verleden.
pagina 5
Een van de oorzaken daarvan is dat iedereen zelf op school heeft gezeten; iedereen heeft daardoor beelden hoe onderwijs eruit ziet of zou moeten zien. Dat geldt voor ouders, politici, journalisten, televisiemakers: iedereen heeft een mening over onderwijs en bemoeit zich ermee. Dat is op zichzelf niet zo erg, maar deze beelden uit het eigen verleden leiden vaak tot buitengewoon ongenuanceerde reacties. Geen enkele andere organisatie dan het onderwijs heeft ermee te maken dat vrijwel de gehele bevolking vanaf de vroege jeugd deelgenoot van zo'n organisatie is geweest. Niet iedereen heeft bijvoorbeeld in een ziekenhuis, op een bank of in een autofabriek gewerkt. Het verleden speelt niet alleen bij de ouders een grote rol maar ook bij de leerkrachten zelf. Een leerkracht van vijftig jaar zit zesenveertig jaar in het onderwijs (!) en dit feit creëert diepgewortelde beelden over wat goed onderwijs inhoudt en wat de rol van de leerkracht daarin is. Het blijkt buitengewoon lastig iets nieuws te creëren in de context van het oude. Veranderen is niet gemakkelijk. Een leerkracht is vaak jarenlang gewend om dingen op een bepaalde manier te doen en voelt zich daarbij competent. Dat maakt het erg lastig zekerheden los te laten en samen met collega's op zoek te gaan naar nieuwe vormen van onderwijs. We doen liever de verkeerde dingen goed dan de goede dingen verkeerd. Hoe-vragen en waarom-vragen Een van de stellingen die ik regelmatig in de discussies over het basisonderwijs tegenkom, is dat ouders erop moeten kunnen vertrouwen dat hun kinderen vanaf hun vierde voldoende toegerust worden om acht jaar later zonder moeite de stap naar het voortgezet onderwijs te maken. In deze stelling wordt mijns inziens een impliciete uitspraak gedaan over de zin van het basisonderwijs, namelijk kinderen voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Hier ligt één van de knelpunten van de huidige discussie over het onderwijs. Het gaat vooral over het hoe, over de keuzes die gemaakt worden en over de activiteiten die er vervolgens moeten plaats vinden. Wat vaak ontbreekt is het antwoord op de vraag "waarom"? Het gaat dan om wezenlijke vragen als: Wat is de opdracht van een school in deze 21e eeuw? Wat is de taak van de school in een tijd waarin alles wat ooit aan kennis ontwikkeld is in de vingertoppen van elk kind zit? pagina 6
Wie en wat willen wij zijn voor de kinderen? Leren kinderen voor de toets, voor het vervolgonderwijs of voor het leven? Bereiden we de kinderen voor op de wereld waarin onze ouders leefden, op de huidige maatschappij óf bereiden we ze voor op de toekomst? Indien we dit laatste beschouwen als een kerntaak van de school, wat hebben kinderen dan nodig als we ze kansen willen bieden in de samenleving van 2020? Vanzelfsprekend kunnen ze niet zonder de basiskennis en -vaardigheden. Natuurlijk is het belangrijk dat kinderen goed leren rekenen, lezen en schrijven. Maar we weten allemaal dat slagen voor de toets geen enkele garantie is voor slagen in het leven. Goed onderwijs in deze tijd De onderliggende vraag is dus: wat is goed onderwijs? De praktijk van nu is vaak dat kinderen op woensdagmiddag achter hun computer een prachtige DVD bekijken over het leven van de vos en op donderdagmorgen op school van hun juf horen dat ze het stuk over "De Vos" op pagina 43 uit het biologieboek moeten doorlezen. De juf schrijft ondertussen enkele vragen op het bord die de kinderen in hun schriftje moeten beantwoorden. Op deze manier creëren we zelf de gedragsproblemen en worden de kinderen vanzelf de "probleemkinderen" waar de leerkrachten vervolgens zo over klagen. Hoe lager de kwaliteit van de les, hoe minder betrokkenheid van de kinderen, hoe meer gedragsproblemen, hoe minder het werkplezier van de leerkracht, hoe lager de kwaliteit van de les. En dit leidt uiteraard tot tegenvallende opbrengsten: de kwaliteit van een product is immers afhankelijk van de kwaliteit van het proces…. De oplossing is: meer van hetzelfde (méér taal en rekenen), terug naar luisteren en stampen, meer discipline en minder van die "gekke" dingen zoals coöperatieve werkvormen en zelfstandig werken. De gevolgen van deze "oplossingen" op langere termijn laten zich raden. Als het onderwijs er niet in slaagt aan te sluiten bij de behoeften van deze tijd zal het aantal "probleemkinderen" alleen maar toenemen, de betrokkenheid van de kinderen nog minder worden met slechte resultaten als gevolg. Voor goed onderwijs in deze tijd gelden mijns inziens dezelfde criteria die van toepassing zijn op alle producten of diensten: * een goed product voldoet aan de verwachtingen die mensen ervan hebben; ze moeten er behoefte aan hebben, er a.h.w. voor in de rij staan;
* het product moet een meerwaarde hebben voor ons leven; het moet bijdragen aan geluk, kansen en welbevinden van mensen: mensen moeten er iets aan hebben, nu én later; * om ervoor te zorgen dat de kwaliteit zo optimaal mogelijk is, moet recente kennis in het product verwerkt zijn. Een goede TV in 2008 is anders dan een goede TV in 1978! * het product moet bijdragen aan een betere samenleving: de leerlingen van vandaag zijn de politici en de leerkrachten van de toekomst. Een van mijn grootste bezwaren tegen veel bijdragen in de media is dat ze volledig voorbij gaan aan recente inzichten over leren. Met name het neurobiologisch onderzoek heeft de afgelopen jaren grote sprongen gemaakt. Dit onderzoek levert zoveel inzichten op dat elke leerkracht hiervan op de hoogte zou moeten zijn. Helaas is in het onderwijs sprake van een grote kloof tussen wetenschap en praktijk, een kloof die in geen enkele organisatie zo groot is. We kunnen ons niet voorstellen dat een automonteur of een chirurg zijn werk nog goed kan doen als hij tien jaar lang de nieuwe inzichten in zijn vak niet bijhoudt. Het is ondenkbaar dat een tandarts aan het werk kan na een verkort MBO-traject wegens een tekort aan tandartsen. Ik zie met name in het voortgezet onderwijs regelmatig lessen die niet anders zijn dan de lessen die ik zelf mocht "genieten" in de jaren zestig. Vervolgens vinden de leraren het vreemd als de kinderen ongewenst gedrag of gebrek aan motivatie tonen. Zoals een leerling van de brugklas mij onlangs vertelde dat ze geen tijd had om iets te leren omdat ze die dag naar school moest! Dit is geen verwijt aan de leraren, maar een uiting van zorg ten aanzien van ons onderwijssysteem dat onvoldoende aansluit bij de vragen die de toekomst stelt. Hersenen en leren Laat ik enkele belangrijke opbrengsten van hersenonderzoek en leren noemen. * Hersenen werken het beste in samenspel met andere hersenen. Interactie en relaties zorgen dat hersenen zich sneller en beter ontwikkelen. Elaine Johnson, een auteur die de afgelopen twintig jaar het onderzoek op dit terrein nauw volgt, verwoordt het prachtig: "Relationshipswire the brains!" * De belangrijke rol van de hippocampus in relatie tot betekenisvol leren. De hippocampus is het deel in de hersenen dat ervoor zorgt dat er transfer plaats vindt van het werkgeheugen naar
het lange termijn geheugen. De hippocampus werkt onder twee condities: de informatie die binnenkomt moet persoonlijk relevant zijn voor de lerende én er moet sprake zijn van een veilige context. Dit gegeven verklaart ook waarom "erin stampen" niet werkt. Indien het geleerde niet betekenisvol is, zeggen de hersenen bijna letterlijk "delete"! * Constructivisme in een rijke leeromgeving. Een van de belangrijkste opbrengsten van het hersenonderzoek naar leren is het benadrukken van de actieve rol van de lerende. In veel bijdragen wordt gepleit voor meer klassikaal onderwijs met veel uitleg door de leerkracht. Deze benadering wordt ook wel instructivisme genoemd. Oneerbiedig gezegd komt dit neer op "het vullen van vaten", waarbij de leerkracht de tank is, gevuld met alle kennis en de leerlingen de lege vaten die in de loop der tijd door de leerkracht gevuld worden. Leerkrachten serveren in zo'n klassikale setting een dagmenu. Net als in een restaurant is dit zeer onbevredigend: de kelner (leerkracht) werkt keihard om iedereen te bedienen. Maar voor de een is het menu teveel, voor de ander weer te weinig, de een mag dit niet hebben en de ander had liever nog iets meer gehad van een of ander. De benadering van leren die nu vanuit de wetenschap benadrukt wordt, wordt constructivisme genoemd: leren is niet informatie ontvangen, maar van informatie zelf kennis maken. Kinderen zijn geen foto's, ze ontwikkelen zichzelf! Systeemdenken In een school gaat het niet om de individuele mensen, maar om de relaties tussen die mensen. Onze ervaring leert dat het systeem, de grotere context waarin mensen werken, het gedrag en dus ook de kwaliteit van de leerkracht bepaalt. Zogenaamd disfunctionerende leerkrachten bloeien op in een functioneel (school)systeem, vooral als ze worden opgenomen in een cultuur die gericht is op samen het positieve verschil te maken voor de kinderen van onze tijd. Ook het omgekeerde komt voor: enthousiaste leerkrachten gaan vaak "kopje onder" in een context die leren en ontwikkelen niet ondersteunt. Een tijd geleden werkte ik in een school voor voortgezet onderwijs met een groep leerkrachten die hun onderwijs écht nieuwe impulsen wilde geven. Na enkele bijeenkomsten bleek dat deze leerkrachten binnen de school "bedreigd" werden door hun eigen collega's: veranderde mensen in een niet veranderd systeem.
pagina 7
Om dit te voorkomen vormt systeemdenken een van de pijlers in ons werk. Systeemdenken is gericht op het beter begrijpen van onze complexe werkelijkheid zodat we acties kunnen ondernemen die werkelijk leiden tot duurzame verbeteringen en die niet slechts fragmentarisch gericht zijn op het bestrijden van symptomen. Zowel schoolleiders als leerkrachten kunnen door middel van systeemdenken leren de complexiteit van hun werk beter te begrijpen en deze andere manier van denken aan de kinderen te leren in het belang van een betere wereld voor iedereen. Albert Einstein verwoordde het aldus: "De problemen die we gecreëerd hebben, kunnen we niet oplossen op hetzelfde niveau van denken dat ze geschapen heeft!" Een van de kerntaken van de school is dan ook kinderen leren denken en hen niet volstoppen met vele data en betekenisloze informatie of hen "klaar te stomen voor het voortgezet onderwijs". Dit wil uiteraard niet zeggen dat de school niet op een boeiende manier moet werken aan de basisvaardigheden die nodig zijn om het leren denken ook daadwerkelijk vorm te geven. Ont-moeten Ik gebruik in mijn werk nooit de term "het nieuwe leren". Enerzijds omdat het een besmet containerbegrip is waar ieder inmiddels zijn eigen beelden bij heeft. Anderzijds omdat ik het niet relevant vind of het onderwijs oud of nieuw is. Het gaat erom of het effectief is voor de leerlingen van nu en of het ertoe doet in deze tijd. Mijn aanname is dat saai onderwijs per definitie slecht onderwijs is! Onderwijs moet niets, behalve boeien! Boeiend onderwijs is gericht op het behalen van optimale resultaten door middel van het creëren van processen (onderwijsleersituaties) van hoge kwaliteit. Om dit te realiseren is in elk geval innerlijke betrokkenheid nodig, zowel van de leraar als van de leerlingen. Dat betekent dat we een einde dienen te maken aan het "moetisme" dat in het onderwijs op alle niveaus aanwezig is. We verwachten wonderen van regels, afspraken, protocollen. Leiders zijn bezig met het maken van gedetailleerde plannen, met aansturing en controle. Ze hebben twee vragen: * hoe krijg ik ze zo gek? * hoe controleer ik of ze doen wat afgesproken is? Martin Luther King zei ooit: "Goede leiders leggen anderen niets op. Ze zorgen ervoor dat anderen het pagina 8
zichzelf opleggen!" Dat wordt bedoeld met ontmoeten! Als we leraren en leerlingen willen ont-moeten, kan dat alleen door hen te ontmoeten, door aandacht te schenken aan relaties, gesprekken, veiligheid, samenwerken, oog en oor voor elkaar hebben. Zowel ont-moeten als ontmoeten dragen bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Tien aanbevelingen voor boeiend onderwijs in deze tijd 1. Leren van leerkrachten en leren van kinderen gaat hand in hand of gaat niet. Besteed in de school aandacht aan beide aspecten. De lerende school is geen cliché, maar noodzaak voor ontwikkeling. Gebruik de resultaten van de toetsen waar ze voor bedoeld zijn, namelijk het verbeteren van het onderwijs. Michael Fullan noemt dit "assessment forlearning". 2. Besteed in de school veel aandacht aan de vraag: "wat doet ertoe"? Voor de kinderen voor de regio, voor de samenleving, voor ons. Alle handelen in het onderwijs is per definitie moreel handelen. Ontwikkel daarom individueel en collectief moreel besef bij de mensen 6in de school. "Wat willen wij voor onze kinderen betekenen in deze tijd? Wat zit er in het koffertje waarmee we onze kinderen de wereld insturen? Wat vinden de kinderen zelf belangrijk?" 3. Schep voor de leerkrachten én voor de kinderen een rijke uitdagende leeromgeving met een veelheid aan werkvormen en materialen. Boeiend onderwijs in deze tijd is niet alleen maar coöperatief leren en zelfstandig werken. Boeiend onderwijs is ook breinvriendelijk, individueel, klassikaal, gebaseerd op meervoudige intelligentie, gericht op samenhang. Boeiend onderwijs stimuleert de ontwikkeling van het denken en van denkgewoonten, het vindt altijd plaats in een veilige omgeving en het is altijd betekenisvol. 4. Zorg ervoor dat leerkrachten de zin van hun werk inzien zodat ze weer zin krijgen in hun werk. Doe hetzelfde met de leerlingen. "Zin in leren door de zin van het leren" (Luc Stevens). 5. Beter onderwijs zal alleen mogelijk zijn in een systeem dat de voorwaarden creëert om dit mogelijk te maken. Schenk daarom veel aandacht aan dienstbaar moreel leiderschap. De leider niet als de kapitein van het schip, maar de ontwerper van het systeem. De leider als systeemdenker in actie.
Leerkrachten werken in het systeem, leiders werken aan het systeem. 6. Maak een einde aan "moetisme" op alle niveaus. Verwacht geen wonderen van regels, afspraken en protocollen. De kwaliteit van het proces en dus van het product (lees resultaat) is voor het grootste deel het gevolg van passie en innerlijke betrokkenheid. Dit geldt zowel voor de kinderen als voor de leerkrachten. 7. Als je kinderen wil ontmoeten, ontmoet ze dan. In de interactie met het kind moet het gebeuren. Beschouw het kind als een volwaardige partner. Ga het gesprek aan met de kinderen, geef ze een stem. Laat ze meepraten en meedenken vanuit hun eigen verrassende perspectief. 8. Voorkom het plakken van labels die alleen maar leiden tot selffullfilling prophecy. Besef dat elk kind speciaal is en leer samen werkwijzen te ontwikkelen om de verschillen niet slechts te accepteren, maar als kans om van elkaar te leren.
AFDELING HRM Aisha Aaron
9.
Besteed aandacht aan duurzaamheid: zowel als het gaat om de ontwikkeling van de school als om de inhoud van het curriculum. Duurzaamheid is volgens een omschrijving door de Verenigde Naties een ontwikkeling die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor mensen in andere delen van de wereld en voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien. Vergroot door middel van systeemdenken bij de kinderen de tijdhorizon (effecten van handelen op langere termijn) en de plaatshorizon (effecten van ons handelen op andere plaatsen in de wereld). 10. Zorg ervoor dat leerkrachten alle informatie krijgen die ze nodig hebben en dat ze op de hoogte zijn van recente inzichten met betrekking tot leren. Een leven lang leren….. Bron: http://wij-leren.nl/onderwijsbetrokkenheid.php
prettige vakantie toe wensen. Aan de zieken wensen wij beterschap en wij hopen u in het nieuwe schooljaar in goede gezondheid weer te verwelkomen.
Het schooljaar 2013-2014 loopt inmiddels dicht tegen het einde en bereiden wij ons voor op het schooljaar 2014- 2015. De mutatieperiode is zo goed als afgerond en wij hopen dat velen zich gelukkig zullen voelen op hun nieuwe werkplek. Het inloopspreekuur in de vakantie aan de Dominee straat verloopt naar tevredenheid. Maakt u gebruik van de gelegenheid om persoonlijk van gedachten te wisselen over eventuele vacatures of toelichting op mutaties. De afdeling HRM gaat door met het werk. Wij zijn nu druk bezig te werven om ook onze scholen in het binnenland te voorzien van gekwalificeerde personeelsleden. Op de volgende scholen is er grote behoefte aan bevoegde krachten: EBGS Botopasi, Prinses Beatrix, Joh. Arabie, EBGS Godolo, Joh. Banda en EBGS Mooitakie. Wij zullen in de vakantie extra aandacht besteden aan de schoolteams van het binnenland die gedurende het schooljaar vanwege de afstand iets moeilijker te bereiken zijn.
AFDELING FINANCIËN Sachia Deugdzaam Onze stichting heeft over het boekjaar 2013 een goedkeurende accountsverklaring gekregen. Dit sterkt ons in het geloof dat we als afdeling Financiën op de juiste wijze bezig zijn met het beheer van de middelen van onze stichting. Er zijn collega's op sommige scholen die van mening zijn dat wij te streng zijn als het om het verstrekken van financiën aan de scholen gaat. Wij zullen op dezelfde wijze doorgaan met het beoordelen van aanvragen dan wel toekennen van middelen. Dit omdat wij de financiële huishouding van Stichting Onderwijs der EBGS gezond willen houden. De schoolleiders die de financiële administratie van hun school nog niet op orde hebben, worden opgeroepen om deze in de vakantie in orde te maken en in te dienen. Als uw stukken niet in orde zijn, zult u geen schoolaandeel over het 1e kwartaal van het schooljaar 2014 - 2015 ontvangen. Wij wensen u allen een fijne vakantie toe.
Tot slot wil ik aan alle schoolleiders, leerkrachten, interieurverzorgsters, wachters en conciërges een pagina 9
WERK-PRIVÉ BALANS ACHTERHAALD BEGRIP Callista Roelofs Leef je om te werken of werk je om te leven? Dit is een veel gestelde vraag als het gaat om de balans tussen werk en privé. Als je iemand bent die de passie heeft om uit het leven te halen wat erin zit, is dit eigenlijk geen keuze. Het is geen van beide en tegelijkertijdallebei waar. Werk is een manier om je talent te benutten en daarmee iets te betekenen voor anderen dat waardevol is. Dus nee, je werkt niet om te leven. Werk ís leven: (meestal) leuk, energie gevend, waardevol en uitdagend, soms ook teleurstellend, vervelend of een sleur. Tegelijkertijd is het leven natuurlijk veel meer dan werk alleen. Liefdevolle en waardevolle relaties met jezelf en anderen, tijd om leuke dingen te doen, en soms gewoon lekker niets doen. En niet te vergeten tijd voor de noodzakelijke dingen als eten, slapen, boodschappen, de was en kinderen aansporen. Maar deze prettige en noodzakelijke elementen zijn ook weer terug te voeren naar je werk. Nu het punt waar ik met deze filosofische gedachten naartoe wil: Een goede balans gaat misschien niet over werk en privé, maar over inspanning en ontspanning. De boog kan niet altijd gespannen staan, dan knapt het lijntje. Of dat nu in werk of privé is. Als je heel druk bent op je werk en privé ook, kun je nog zo'n mooie werkprivé balans hebben, maar ook dan is er geen sprake van een echte balans. Kijk maar naar de mantelzorgers onder ons. Tegelijkertijd als je privé in rustig vaarwater zit en wel druk bent op het werk, is het best mogelijk dat je wel goed in balans bent. Een goede balans is een balans tussen inspanning en ontspanning Waarom snappen wij dit meteen als het gaat om topsporters, maar putten wij ons eigen (mentale) lichaam helemaal uit? Beide functioneren niet goed bij overbelasting. Als je been overbelast is, kun je niet goed lopen, als je hoofd overbelast is, kun je niet goed denken. Toch loop je met een overbelast been niet door, en doen we dit vaak wel met een overbelast hoofd. Waarom?
pagina 10
Zeker bij veel mentaal werk, zijn we steeds druk om het werk af te krijgen. Het punt is dat het nooit af is. Er is altijd meer tijd nodig dan dat er beschikbaar is. Hier zit de kern van het probleem, maar ook de oplossing. Neem niet de hoeveelheid werk als uitgangspunt, maar de hoeveel tijd die je beschikbaar hebt. Bepaal voor jezelf hoeveel tijd je wilt werken en hoeveel tijd je wilt voor je privé om een goede balans te creëren. Bepaal daarbij ook hoeveel tijd je ingespannen bezig kunt en wilt zijn en hoeveel tijd je aan ontspanning nodig hebt om een gezonde balans te creëren. Kortom: Bij een gezonde balans tussen inspanning en ontspanning haal je zoveel mogelijk uit jezelf, zonder dat je overbelast raakt. Dit geldt zowel bij fysieke als mentale inspanning. Als je balans tussen (mentale) inspanning en ontspanning zoek is, is het belangrijk om deze te herstellen, voordat je te zeer overbelast raakt, anders blijven de problemen bestaan en verergeren waarschijnlijk. "Geschreven door Callista Roelofs van WaanBrekers, auteur van het eBook'Breek uit de Waan van de Dag!' Vraag het gratis aan op www.waanbrekers.nl".
"A PROMISE IS A PROMISE" Rosita Goedschalk- Nelson De toets begint vandaag, maar op de Buchnerschool zijn wij al maanden bezig, want een goede voorbereiding is heel belangrijk. Als consulent heb ik 3 scholen onder mijn hoede, waarvan de Buchnerschool de enige basisschool is. Deze school heeft 1 zesde klas en zodra ik er ben, bezoek ik de toetsgangers, die een motiverend woordje altijd goed kunnen gebruiken. De bedoeling is namelijk dat de leerlingen ruim van te voren op bepaalde zaken gewezen worden, zodat zij tijdig hun aanpak kunnen
bijstellen indien die niet correct is. En natuurlijk beloven de leerlingen het beste: "ja, juf wij zullen altijd ons huiswerk maken" en " ja, juf we zullen elke dag de nieuwe leerstof bijhouden"en "ja, juf we zullen echt op tijd zijn op de toetsdag" enz. En ik beloof trouw dat ik niet slechts de dag van de uitslag zal komen kijken wie echt zijn/ haar belofte nageleefd heeft, maar ook de dag van de toets "zal ik er zijn om jullie persoonlijk een power te komen wensen". En nu is het zover, vanuit PDC kreeg ik de scholen in noord toegewezen om aan te doen als vertegenwoordiger van de Stichting. Te bedenken dat de Buchnerschool nou net aan de andere kant ligt, hoe doen we dat, "I promissed". Geen probleem, moet ik maar heel vroeg die kant op en maar hopen dat de leerlingen de belofte om ruim op tijd aanwezig te zijn serieus opvatten, want dan ben je lekker ontspannen en dan wen je ook aan de nieuwe toets sfeer. En…ja hoor de belofte is nagekomen al de leerlingen van klasse 6 waren lekker op tijd en ik was zoals beloofd aanwezig om hen persoonlijk die "power" te geven. Remember: "a promise is a promise" en nu maar hopen dat ze ook die "grote promise" nakomen.
DE KRACHT VAN KUNST IN HET ONDERWIJS Carmen R. Dragman MA In 1943 zette Herbert Read de onderwijswereld op zijn kop met zijn boek "Education Through Art". Voor hem was kunst een educatief, opvoedend proces en onderwijs een artistiek proces, een proces van "zelfcreatie". Leerkrachten bekijken het proces van buitenaf, terwijl kunstenaars het proces van binnenuit bekijken. Als beide processen geïntegreerd worden, ontstaat een compleet mens. Kunst bezit unieke kwaliteiten die haar maken tot een sterke katalysator in het leerproces. Hierdoor is kunst eigenlijk onmisbaar in het algemeen onderwijs. Kennis beklijft beter als de leerlingen actief betrokken zijn. Kunst maakt leerlingen actief; ze kijken/ luisteren naar kunst of ze maken zelf kunst. Het maakt niet uit welke vorm van kunst. De woorden van Herbert Read "Art leads the child out of itself", spreken voor zich. Leerkrachten en beleidsmakers weten vaak wel dat kunsteducatie belangrijk is voor elk individu, maar
beseffen lang nog niet hóe belangrijk dit vak is. Deze lessen worden meestal gezien als "ontspanningsmiddel", maar niet als hulpmiddel. Zeker niet vóór repetities of examens, dan moeten deze vakken plaatsmaken voor inhaaluurtjes voor de "belangrijke vakken", terwijl het op de juiste manier bezig zijn met deze vakken voor het onderwijsleerproces geen "verloren tijd" is, maar "dikke winst". Voorbeelden Ik herinner me onze juf die Spaans gaf. Ze werd bijna radeloos, want toetsen over het vervoegen van werkwoorden waren een ramp; het regende steeds onvoldoendes. Op een goede dag zei ze: "Allemaal opstaan, we gaan dansen!" Zij liep voorin heupwiegend en schouderbewegend: "había, habías, había . . .", met af en toe een stap naar links of rechts en wij moesten er achteraan. Daarna mochten wij ook zelf pasjes bedenken. We hadden de grootste lol én we hadden veel geleerd. Bij de volgende repetitie waren er veel minder onvoldoendes en vandaag de dag dans ik nog steeds bij het vervoegen van Spaanse werkwoorden. In 1996 gaf ik als praktijkdocent handvaardigheid op een lerarenopleiding stagiaires eens de opdracht om het onderwerp van een les waar al een repetitie over gemaakt was, als aanleiding te gebruiken voor een les handvaardigheid. Een stagiaire koos voor het onderwerp "hoog en laag Suriname" uit de les Aardrijkskunde. De leerlingen moesten dit onderwerp in klei uitbeelden. Voor deze repetitie had de klas ruim voldoende gescoord, dus had de aanstaande leerkracht hele hoge verwachtingen. De les pakte echter anders uit. Het merendeel van de klas snapte niet waar de bergen geplaatst moesten worden. De leerkracht in spe moest opnieuw, gebruik makend van de kaart van Suriname, de les hoog en laag Suriname uitleggen. Wat bleek? De leerlingen hadden de leerstof uit het hoofd geleerd, maar konden zich totaal geen voorstelling maken van hoog- en laagland. Een andere stagiaire koos op mijn advies het onderwerp "reptielen" uit de les natuuronderwijs, omdat de resultaten van de repetitie zeer slecht waren. Deze stagiaire had begrijpelijkerwijs geen hoge verwachtingen van de les. Ze was echter stomverbaasd toen ze zag dat de leerlingen binnen zeer korte tijd verschillende reptielen hadden gevormd in klei. Nog groter werd haar verbazing toen bij de bespreking van de werkstukken de leerlingen met gemak de lichaamsdelen en verschillen tussen de reptielen opnoemden, terwijl ze voor die repetitie een zeer laag cijfer hadden gehaald. pagina 11
Beeldende vorming en spel Bij een workshop die ik onlangs heb verzorgd voor leerkrachten van leerjaar 3 heb ik gewezen op het belang van beeldende vorming en spel in het onderwijs. De leerkrachten hebben bij die gelegenheid zelf een bordspel ontwikkeld in de vorm van een worm en noemden hun creatie "de klankenworm". De "worm"is gekruld en in vakjes verdeeld met in elk vakje een klank of een plaatje. Het doel van dit spel is het stimuleren van het klankbegrip. De kinderen moeten woordjes bedenken als ze bij een klank terechtkomen en als ze bij een plaatje terechtkomen, moeten ze het woord opnoemen dat erbij hoort. In beide gevallen moeten ze de woorden spellen. Met behulp van een dobbelsteen wordt bepaald wie het hoogste getal heeft en als eerste mag beginnen en hoeveel stappen genomen mogen worden. Deze activiteit bevordert bij het kind dus ook het getalbegrip. Daarnaast stimuleert dit spel het kleurbegrip. De pionnen die nodig zijn om aan te geven op welke plaats je bent, hebben verschillende kleuren. Er kunnen maximaal vier kinderen aan het spel meedoen. Het spel kan ook gespeeld worden met twee groepen leerlingen. Elke groep heeft één pion en de kinderen spelen om beurten. De kinderen leren bij dit spel dus ook samen te spelen, samen te leren en netjes op hun beurt te wachten; sociale vaardigheden die ze de rest van hun leven nodig zullen hebben. Bij de evaluatie is gebleken dat de leerkrachten de workshop leerzaam vonden. Ze waren dan ook zeer enthousiast over de nieuwe inzichten die zij hebben verworven. Maar kort na deze workshop kwam ik op school een boze mediatheek juf tegen, die het spel heeft helpen ontwikkelen. Achter haar liepen twee leerlingen uit leerjaar 3, die met blije gezichten het bordspel met een omtrek van 60 bij 75 centimeter als een trofee met zich droegen. "Mevrouw Dragman, kunt u het spel alstublieft bij u houden, want die kinderen willen daar de hele dag mee spelen en dat begint me al te irriteren. Het is echt hinderlijk, want ik krijg mijn programma zo niet af . . . ". Ik dacht meteen aan een fragment uit het gedicht "De honderd talen van kinderen" van LorizMalaguzzi: "Het kind heeft honderd talen (en nog honderd honderdhonderd meer) maar ze pakken er negen en negentig af. De school en de samenleving scheiden het hoofd van het lichaam." Van isolatie naar integratie Als beeldende vorming op een juiste manier wordt gegeven, worden bij het kind de cognitieve, sociaalpagina 12
emotionele, zintuiglijke, motorische, affectieve en creatieve ontwikkeling gestimuleerd. Het is daarom van groot belang dat dit vak niet alleen als geïsoleerd vak aangeboden wordt, maar ook geïntegreerd wordt in de andere schoolvakken. Motivatie begint bij een leuk begin, zeker bij het leggen van de basis.Het aanleren van klanken zal een stuk gemakkelijker gaan als we dat spelenderwijs en op een creatieve manier aanbieden. De klanken zouden van eenvoudig naar moeilijk aangeboden moeten worden. De letter "a" is een rondje met een stokje rechts. Een "b" is een rondje met links een lange stok naar boven. Een "p" is een rondje met links een lange stok naar onder. De leerlingenkunnen deze letters beter determineren, omdat ze bestaan uit basisvormen die bij hen al bekend zijn. Dit aan te leren lettertype sluit ook beter aan op het lettertype in boeken. Kinderen ontwikkelen een eigen handschrift. Het heeft daarom weinig zin dat we ze aan het begin van hun ontwikkeling een schrijfwijze opdringen die ze vaak heel moeilijk vinden. Bovendien zijn we nu in een computertijdperk, het met de hand schrijven zal dus steeds minder worden. Ook lichamelijke opvoeding is voor de onderbouw van de basisschool een heel goed hulpmiddel bij het onderwijsleerproces. Opdrachten moeten zodanig links boven
onder
rechts
a links boven
onder links boven
onder
rechts
b
rechts
p
geformuleerd worden dat de kennis die de kinderen hebben opgedaan bij de andere lessen toegepast kan worden bij het uitvoeren van gymopdrachten. Bijvoorbeeld: de leerkracht tekent twee grote cirkels met de korte klank "a" en de lange klank "aa". Daarbij noemt hij/zij woorden op en de kinderen moeten goed luisteren of ze de "a" horen of de"aa" en naar de juiste cirkel rennen.
Creatieve dag Misschien is het voor de bovenbouw in het begin nog moeilijk om de lessen elke dag geïntegreerd aan te bieden. Een oplossing zou kunnen zijn dat op de vrijdag de lessen op een creatieve manier worden aangeboden. Leerlingen, leerkrachten en leraren in opleiding zouden gedurende het schooljaar educatieve spelletjes kunnen ontwikkelen en aan het einde van het schooljaar op een te organiseren Onderwijsbeurs in de gelegenheid gesteld moeten worden hun innovaties ten toon te stellen. "Vertrouwen in eigen kunnen" zal zo ook in ons onderwijs zichtbaar worden.
U BENT KINDEREN VAN DE HERE UW GOD!DEUTERONOMIUM 14 :1. Lydia Esser Beste collega's. Deze tekst uit de Bijbel herrinnerd ons eraan wie we zijn. Het is een tekst die door het Provinciaal Bestuur van de EBGS gekozen is voor de Augustusmaand, Hernnhuttermaand! In de Augustusmaand zullen EBGers en niet EBGers rondlopen met zo'n augustusmaand speldje op hun borst. We zullen herkenbaar zijn. Daarmee willenwe aan de gemeenschap doorgeven wie we zijn. U bent kinderen van de Here uw God. Dat betekent, "U bent drager van Gods naam!" U bent een 'drager'. Dan denkt u misschien aan iets minder positiefs, want u kan bijvoorbeeld van de dokter te horen krijgen: "mevrouw, meneer, u bent 'drager' van een of andere ziekte. Het zit in uw genen zegt hij dan, u draagt het bij u. Dat hebt u in u. Goed, dat is de negatieve 'drager'. Maar, u bent 'drager' van Gods naam. U draagt Gods naam bij u, dat is toch wel een ander verhaal. Dat is heel positief. Voorbeeld: Koning Willem Alexander is drager van de koninklijke titel.
Die titel draagt hij met zich mee. Toen hij een puber was, zullen z'n ouders vast wel tegen hem gezegd hebben:"Vergeet nooit dat je een koningszoon bent.Je bent drager van die titel. Gedraag je dus ook als koningszoon!" Dat hield dus in, dat hij zijn vrienden moest kiezen, dat overal waar hij kwam, hij zich ervan bewust moest zijn, dat men hem kende en er op hem gelet werd. O wee als hij iets deed, dat verkeerd was. Het zou dan met grote koppen op de voorpagina van de dagbladen komen te staan en dat is schande voor het koninklijk huis. U kent de uitspraak van ouders toch ook: "Geef onze naam, de familie geen schande!" Als u de Here Jezus hebt aangenomen, dan bent u ook drager van Gods naam. u heet dan Christen, en u hoort dan bij Christus. Die naam draagt u uw hele leven met u mee. Wij moeten ons daarvan ook heel bewust zijn. We horen een voorbeeld te zijn als christen leerkrachten en als christelijke school. We zijn die stad op de berg en wij horen lichtdragers te zijn. De gemeenschap let op ons! Om drager van Gods naam te zijn, opent ook allerlei deuren voor ons, kijk maar naar Mozes. Gods naam is YHWH, zo maakte Hij zich aan Mozes bekend bij de brandende braamstruik. Dat was toen de Israëlieten nog als slaven afgebeuld werden in Egypte. 'YHWH', die naam gaf God aan Mozes om ermee naar het volk Israël te gaan: "Ik ben erbij!" betekent het. En toen kwam Mozes met die naam in Egypte. En wat kwam er toen veel in beweging! Door drager te zijn van die naam werd het volk Israël bevrijdt uit de slavernij. De Farao kon Gods kinderen niet tegenhouden. Het volk van God, was ook vaak ongehoorzaam. ( Ze maakten bijvoorbeeld tijdens Mozes zijn afwezigheid een gouden kalf om te aanbidden. Ze zeiden tegen het kalf. Jij bent onze god.) Wat erg, Ze waren vergeten Wiens naam dragers ze waren. Mozes was erg teleurgesteld en God boos. Toch vergaf God hen toen ze hun zonden beleden. Bij alles, wat je als Gods kind doet, moet je je ervan bewust zijn wie je bent! Dat moet je zelfs meedragen tot in je rouw-verwerking toe!Dat is waar vers 1 overgaat: "Het is u niet geoorloofd als teken van rouw uw lichaam te kerven of het haar op uw voorhoofd weg te scheren." Dat waren gebruiken, die je bij andere volken tegen kwam als iemand overleden was. Jezelf verminken en krassen tot er bloed uitkwam en haar wegscheren. Uit deze gebaren sprak wanhoop. Misschien zat er een boodschap achter van zelf ook liever dood te zijn. Misschien zat er een gedachte achter om de goden weer actief te maken om het land vruchtbaar pagina 13
te maken, want dat betekende leven. Dát verbiedt Mozes aan het volk om eraan mee te doen. natuurlijk, ze mogen rouwen, ze mogen hun kleren scheuren, ze mogen as op hun hoofd strooien… allemaal gebruiken, die ze kenden, maar niet jezelf snijden en haar wegscheren. Omdat dat een 'bijgelovig' gebruik was. Waarin de angst voor de dood naar voren kwam. Angst voor de dood, waar zoveel volken door beheerst worden.Je mag rouwen, maar je moet ook vertrouwen op de Goddie zich bewezen heeft dat Hij dit volk voor zijn rekening genomen heeft. "Gods kinderen, u bent aan de Heer, uw God gewijd." Daar past geen wanhoop bij, maar vertrouwen op Hem. We gaan de vakantie in en mogen genieten van de rust om even op adem te komen. Waar u ook gaat of wat u ook zal doen: Denkt u eraan, U bent kind van de Here uw God.
OPRICHTINGSDATUM EBGS SCHOLEN Mildred Demon Het komt wel eens voor dat ik enkele dagen voor de viering een uitnodiging ontvang van een jubilerende school. ik wil altijd aan dergelijke gelegenheden mee doen, maar dan moet mijn agenda het toe laten. Vandaar dat ik gevraagd heb om de gegevens die wij hebben in overzicht te plaatsen en de dagen in onze agenda op te nemen. Maar dan zit ik met het volgende dat niet altijd de school aandacht besteedt aan een bigijari. Het overzicht is ook samengesteld, omdat er in sommige gevallen een discrepantie is tussen wat de school als oprichtingsdatum hanteert en wij in de archieven hebben gevonden. Navraag leert dat enige weken c.q. dagen voor de officiële oprichting leerlingen reeds onderwijs volgden op de desbetreffende school. En dat vanuit de overleveringen, deze dag in plaats van de officiële datum die aan het ministerie is gegeven, gehanteerd wordt als de jaardag van de school. Gaarne het volgende laat mij tijdig - minimaal twee weken van te voren - weten dat u een viering heeft, zodat ik in mijn agenda of dat van een collega van centraal rekening hiermee kan houden. Onderstaand de gegevens zoals wij die uit de archieven van de stichting hebben gevonden.
pagina 14
AFSCHEID VAN DAMIEN Bewerkt door Harry Mungra Alles is voorgoed gedaan Als jij er klaar voor bent 'k Heb aan je zijde gezeten Mijn God, ik heb je graag gekend Ik blijf nu hier jij gaat naar daar En daar is niet zover van hier We spreken af, ik weet niet waar En daar ontmoeten we elkaar Zonder jou tikt de klok even snel Maar de tijden veranderen wel Dus ik neem afscheid, jij Damien moet nu gaan Weet dat je in ons hart altijd blijft voortbestaan Slaap zacht, je hebt het verdiend Je vocht tot aan je laatste zucht En ga, ga nu onze Damien En droom voor eeuwig en opgelucht Net zoals vroeger kom je wel terecht Ik weet je vindt een thuis heel gauw En ik herhaal wat jij me ooit hebt gezegd In m'n hart blijf ik je trouw Zonder jou tikt de klok even snel Maar de tijden veranderen wel Dus nemen we afscheid, jij moet nu gaan Weet dat je in ons hart altijd blijft voortbestaan En wij weten wij zouden dankbaar moeten zijn Maar precies daarom doet het zo'n pijn Zonder jou tikt de klok even snel Maar de tijden veranderen wel Dus ik neem afscheid, jij moet nu gaan Weet dat je in m'n hart altijd blijft voortbestaan Siparibo mei 14
SCHOOL AWARD 2014
JAARDAGEN VAN DE SCHOLEN 1 2 3 4 5 6 7 8 9
V.O.J. SCHOLEN Graaf von Zinzendorf C. R. Frowein W. Ritfeld mulo A. R. Leeuwin L. Schutz A. Salimin Selecta Ch. Gullit George A. Kort
Oprichtingsdatum 5 november 1928 1 maart 1951 1 oktober 1972 1 oktober 1965 20 november 1964 1 januari 1966 1 januari 1966 1 januari 1970 1 oktober 1968
2014 86 63 42 49 50 48 48 44 46
2015 88 64 43 50 51 49 49 45 47
2016 89 65 44 51 52 50 50 46 48
2017 90 66 45 52 53 51 51 47 49
2018 91 67 46 53 54 52 52 48 50
1 2 3 4
G.L.O. scholen zuidwest H. P. G. Latour H. Tiendalli M. Hartmann W. Ritfeld GLO
26 oktober 1962 4 april 1966 2 november 1959 1 oktober 1970
2014 52 48 55 44
2015 53 49 56 45
2016 54 50 57 46
2017 55 51 58 47
2018 56 52 59 48
5 6
centrum Buchner R. E. C. Doth
2018 68
7 4 8 9
G. Pont L. D. Aksel Samuel Marcel Ria
2014 2015 2016 2017 1 november 1950 64 65 66 67 31-10-1888 (op 3-02-1961 is de naam gewijzigd van de Wanicaschool naar de huidige naam R.E.C. Dothschool) 126 127 128 129 1 oktober 1968 46 47 48 49 1 november 1970 44 45 46 47 6 januari 1976 38 39 40 41 01/10/1964 31/07/1970 50 51 52 53 1 oktober 1901 113 114 115 116
1 0 Saron
130 50 48 42 54 117
11 12 13 14 15 16 17 18
Noord- centrum C. W. Blijd Wijdenbosch (kleuter) Ch. David Guillaume V. Callender Meli Burleson’s Hofje Renckewitz F. Stähelin J. Th. Wenzel
19 20 21 22 23 24 25
Wanica para A. J. Welles A. R. Einaar August Th. Pengel John Monkou EBGS Kwakoegron Shrimaansingh Wongsodikromo
1 november 1930 1 november 1942 1 november 1866 15 juni 1962 1 januari 1959 10 maart 1964 1 oktober 1988
2014 84 72 148 52 55 50 26
2015 85 73 149 53 56 51 27
2016 86 74 150 54 57 52 28
2017 87 75 151 55 58 53 29
2018 88 76 152 56 59 54 30
26 27 28 29 30 31
Commewijne Glöckler H. M. Bielke EBGS Margrita EBGS Nieuw Zorg P. M. Legêne EBGS Potribo
19 november 1961 1 november 1920 1 november 1905 11/1/1951 - 10 /01/1969 1 november 1930 1 oktober 1970
2014 53 94 109 63 84 44
2015 54 95 110 64 85 45
2016 55 96 111 65 86 46
2017 56 97 112 66 87 47
2018 57 98 113 67 88 48
32 33 34 35
Regio west Gerhardt Salem H.C. Pawel Spangenberg
1 1 1 1
2014 84 142 119 109
2015 85 143 120 110
2016 86 144 121 111
2017 87 145 122 112
2018 88 146 123 113
2014 91 119 45
2015 92 120 46
2016 93 121 47
2017 94 122 48
2018 95 123 49
Marowijne 3 6 Fred Murray 3 7 J. H. Aaron 3 8 EBGS Wanhatti
2014 2015 2016 2017 2018 1 januari 1957 57 58 59 60 61 2 november 1882 132 133 134 135 136 1 november 1955 59 60 61 62 63 14 november 2002 12 13 14 15 16 1 oktober 2000 14 15 16 17 18 1 november 1872 142 143 144 145 146 1 november 1948 66 67 68 69 70 25/05/1905 (op 11/25/1963 veranderde de naam van de school van Annieschool naar de huidige naam J.Th. Wenzel 109 110 111 112 113
november november november november
1930 1872 1895 1905
1 november 1923 1/11/1895 - 1/10/1970 1 oktober 1969
pagina 15
39 40 41 42 43
Sipaliwini (boven Marowijne) Granman Forster 1 oktober 1969 EBGS Godoholo 1 mei 1973 Johannes Banda 1 oktober 1971 EBGS Mooitaki ? Prinses Beatrix 1 oktober 1968
Boven Saramacca 4 4 EBGS Boslanti 4 5 EBGS Nw. Jacobkondre 4 6 EBGS Pusugrunu
47 48 49 50 51 52 53
Boven Suriname Obed & Alexander EBGS Botopasi EBGS Djoemoe EBGS Duatra Johannes Arabie EBGS Kajana EBGS Pokigron
Beneden Brokopondo 5 4 EBGS Balingsoela 55 56 57 58 59
Daniel Yveraar Johannes Kwamie Ds. R.M. Schmidt Frans J. Pryor W. A. Liefde
pagina 16
2014 45 41 43
2015 46 42 44
2016 47 43 45
2017 48 44 46
2018 49 45 47
46
47
48
49
50
1 mei 1974 1 mei 1974 1 mei 1974
2014 40 40 40
2015 41 41 41
2016 42 42 42
2017 43 43 43
2018 44 44 44
1 oktober 1971 1 januri 1965 1 januari 1966
2014 43 49 48
2015 44 50 49
2016 45 51 50
2017 46 52 51
2018 47 53 52
1 oktober 1969
45
46
47
48
49
1 mei 1973
41
42
43
44
45
2014
2015 2016 2017 2018
51 50 50 50 42 49
52 51 51 51 43 50
1 okt. 1963 25 juni 1969 1 juli 1964 11/1/1964 - 1 /11/1927 1 mei 1964 1 oktober 1972 1 december 1965
53 52 52 52 44 51
54 53 53 53 45 52
55 54 54 54 46 53
PIKIN POKU KONMAKANDRA Gerda Tol In een prachtig gedecoreerde N.I.S. hebben wij op 4 juli 2014ongeveer 5000 leerlingen van 16 EBGS scholen met hun leerkrachten en overige genodigden mogen verwelkomen van dit jaarlijks terugkerend muziek evenement bij te wonen. Bijgaande foto's geven het beeld en de sfeer van het festival terug. In deze editie worden leerkrachten die belangstelling hebben om muziekonderwijs te verzorgen opgeroepen zich hiervoor op te geven. Zult getraind worden door een deskundige en klaargestoomd worden om met uw school deel te nemen aan het volgende festival. Wij kunnen niet alles in een keer; vandaar dat wij -rekeninghoudende met organisatorische factoren- uit de aanmeldingen een selectie zullen plegen. Uw schriftelijke reacties gericht aan het hoofd HRM zien wij uiterlijk vrijdag 15 november tegemoet.