5de jaargang
April 2014
no. 15
Stichting Onderwijs der EBGS - Domineestraat 48 boven - Tel.: (597) 478412/478424 - E-mail:
[email protected]
VAN DE DIRECTIETAFEL Mildred Demon De resultaten van het schooljaar 2012-2013 hebben wij intensief besproken. Naar aanleiding hiervan hebben wij op 5 en 6 december met 52 schoolleiders gesproken over de inzet voor het schooljaar 20132014. Reeds enkele jaren liggen de resultaten GLO geslaagden naar het Mulo tussen 50-55%. Wat zijn de mogelijke oorzaken dat wij vier achtereenvolgende jaren op dit niveau presteren. De bijeenkomsten in december 2013 werden in Bersaba gehouden en wij hebben gesproken over het feit of alle leerkrachten wel weten wat de eisen zijn van de eindklassen. Met andere woorden weet de leerkracht van leerjaar 1 wat haar pupillen in leerjaar 8 allemaal moeten kennen en kunnen; voor VOJ geldt hetzelfde weten docenten van de klassen 1 wat de eisen zijn van de examenklassen. Belangrijk is dat leerlingen in het 8e leerjaar of 4e klas voldoende bagage moeten hebben om met goed gevolg aan de toets/examen te kunnen voldoen en zodoende hun onderwijscarriere kunnen vervolgen. De basisschool is geen eindschool, maar bereidt kinderen voor, voor VOJ. Dit geldt tevens ook voor VOJ dat leerlingen voorbereidt op VOS en verdere beroepsonderwijs. Wij hebben aan het eind van de sessies afgesproken dat elk vak uitgewerkt wordt, wat de leerlingen moeten kennen en kunnen vanuit de hoogste klas. Met andere woorden de leerkracht van leerjaar 8 geeft aan wat de leerlingen aan het eind van het leerjaar moeten kennen en kunnen op basis van zijn/ haar toetservaring en daarna de lagere leerjaren. Dit moet ons inzicht verschaffen of voldoende aansluiting is tussen de verschillende klassen. Tijdens de bijeenkomst werd ook duidelijk dat er onvoldoende samengevat wordt met de leerlingen, waarbij terug gegrepen wordt naar lesstof van lagere klassen (de juf van leerjaar 5 die met haar pupillen herhaalt wat ze in de lagere leerjaren gehad hebben). Het blijkt dat toetsvragen teruggaan naar lesstof behandeld in bijvoorbeeld leerjaar 5.
COLOFON De krant is een uitgave van Stichting Onderwijs der EBGS. Redactie : Mercedez Deekman en Gerda Tol STICHTING ONDERWIJS DER EBGS Adres : Domineestraat 48 boven Telefoon : 478412 of 478424 Email :
[email protected] Website : www.ebgs-scholen.net Fax : 520375 Druk
: Drukkerij Paramaribo
DE KRANT IS GRATIS INHOUDSOPGAVE: pag.
VAN DE DIRECTIETAFEL
1
KINDERWANDELLOOP
3
LOS JIJ JE PROBLEMEN GOED OP?
3
HET NIET ONDERWIJZEND PERSONEEL VAN DE L. SCHUTZSCHOOL
4
VERGEVEN
5
VOORLEESKAMPIOEN VAN HET DISTRICT PARA
5
NIEUWE MEDIA BOOSTEN LEESPLEZIER
6
DE PAPIERLEZER
8
HRM
9
DE LEEUWEN BOYS
11
MEET THE PROFESSIONAL
11
INTERNATIONALE VOORLEESDAG
12
pagina 1
Duidelijk werd dat wij wellicht voldoende kennis stapelen, maar dat de eindtoetsen (examens) thans vragen/vereisen dat leerlingen die kennis integreren. En daartoe moeten de leerlingen wel in getraind zijn. Om leerlingen hierin te begeleiden zal niet alleen getoetst moeten worden of de stof die volgens de lesprogrammering verzorgd en begrepen is, maar zal de leerkracht ook moeten samenvatten de stof van voorgaande leerjaren. Om het besef, wat hun toekomstige pupillen meekrijgen, bij leerkrachten te vergroten is geopperd om toetsen te laten opstellen door leerkrachten van een hoger leerjaar voor het lagere leerjaar. Bijvoorbeeld de leerkracht van groep 5 stelt een paar keer per jaar toetsen op voor de leerlingen van leerjaar 4 (haar toekomstige pupillen). De leerkracht van de hogere klas weet welk niveau de leerlingen moeten hebben om verder gevormd te worden. Het mes snijdt aan twee kanten wat mij betreft. Leerkrachten worden hierdoor 'gedwongen' om met elkaar te communiceren over de kwaliteit van het onderwijs, dat door hun verzorgd wordt. De leerkracht raakt reeds in een vroeg stadium betrokken bij haar toekomstige pupillen. Het wordt dan ook makkelijker voor haar om de groep verder over te nemen. Voor de leerlingen betekent dit dat de leerkracht ook met ze terug kan gaan naar stof van het voorgaande jaar. Zowel de GLO vakken als de VOJ vakken zijn uitgewerkt. Er zal gekeken worden of er inderdaad sprake is van doorgaande leerlijnen. Dit zullen wij ook doen door de stof van leerjaar 8 (GLO) naast die van 1e leerjaar VOJ te leggen. Leerlingen moeten voldoende bagage meekrijgen om hun schoolcarriere zonder te veel haperingen te vervolgen. Onze standaard zou moeten zijn dat ieder kind dat op 4 jarige leeftijd onze school binnen komt de GLO in 8 jaren moet kunnen doorlopen. Dit geldt tevens ook voor een VOJ leerling die in 4 jaar de school moet kunnen afronden. Wij zijn op weg naar High Performance. Ook ik leer er iedere dag iets bij. En soms moet je een eerder plan omgooien vanwege verkregen inzichten. Dit doen we op centraal, maar deze houding verwachten wij ook van leerkrachten. Het komt toch nog voor dat leerkrachten zich in onvoldoende mate bewust zijn van hun verantwoordelijkheid;b.v. leerlingen worden onheus bejegend, krijgen geen correcte cijfers, krijgen colleges (in plaats van les), etc. Zodra deze zaken bekend zijn wordt er meteen actie ondernomen; maar als professionele werkers in het pagina 2
onderwijs hebben wij ook een eigen verantwoordelijkheid n.l. te waken over de manier waarop u uw vak uitoefent. Kenmerken van een professional * Hoogwaardig specialisme (kennis en/of vaardigheden); * Grote autonomie bij de vakuitoefening; * Oorspronkelijkheid c.q. creativiteit; * Beroepsbinding (identificatie, vakstandaarden, codes en ethiek). De boom is een Bristlecone Pine en staat in de White Mountains in Californië. De exacte leeftijd van de boom is 4767 jaar. In de jaren 50 ontdekte Edward Schulman enkele bomen die meer dan 3.000 en 4.000 jaar oud zijn in de White Mountains op een hoogte van 3048 tot 3354 meter. De oudste van deze bomen was dus "Methuselah" met zijn 4767 jaar. In mijn presentatie in december 2013 heb ik onder andere bovengenoemde boom gebruikt om te laten zien dat ook hele oude bomen in staat zijn voort te leven. Om voort te kunnen leven moeten deze bomen zich kunnen vernieuwen. Werken binnen het onderwijs betekent, dat wij allemaal 7 dagen per week en 24 uur per dag een professional zijn. U bent toch ook die professional die alles in het werk stelt om de leerlingen te begeleiden, enthousiasmeren, trainen, leren, coachen etc. en die zelf ook bereid is in zich zelf te investeren door een levenlang te willen leren? In dat geval bent u niet een gewone professional, maar een professional met High Performance standaarden.
KINDERWANDELLOOP I.V.M. INTERNATIONALE DAG VAN KINDERRECHTEN Het Bureau Externe stage en Trainingen heeftin het kader van de Internationale dag van Kinderrechten op zaterdag 16 november 2013 een kinderwandelloop georganiseerd. Hiermee willen zij zich samen met de scholen inzetten om de situatie van het kind te verbeteren. De doelen die ze nastreven zijn: *
*
Kinderen laten stilstaan bij kinderrechten en ze vooral bewust maken van het feit dat elke vorm van sexueel molest strafbaar is en aangegeven moet worden. Specifieke aandacht vragen van de gemeenschap om de situatie met betrekking tot kinderrechten in overeenstemming te brengen met de normen van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.
De leerkrachten en leerlingen waren middels deze loop uitgenodigd om zelf in actie te komen voor kinderrechten in het algemeen en het recht op bescherming in het bijzonder. Ook de leerkrachten en leerlingen van de W.Ritfeld GLO participeerden enthousiast. Verder moest elke deelnemende school een slogan formuleren die gericht is op kinderrechten en deze op een spandoek aanbrengen. De school met de beste slogan kwam in aanmerking voor een prijs. De W.Rifeld GLO won de prijs voor de beste slogan.
LOS JIJ JE PROBLEMEN GOED OP? Stress en een burn-out zijn vaak gevolgen van een frictie tussen joué niets uit de wereldom je heen. Een probleem staat nooit op zichzelf, maar ontstaat altijd in relatie met iets of met iemand uit je omgeving. Een probleem is een gebeurtenis welke zich afspeelt tussen twee partijen of tussen een persoon en een object/situatie. De grootte van je probleem is persoonlijk. Wat voor de één een onoverkomelijk probleem is, blijktvoor de ander een fluitje van een cent. Bijvoorbeeld: Rene vindt zijn volle mailbox een klein probleem, hij skipt gewoon door de mails. Joris daarentegen, heeft het moeilijker. Hij wil alle mails goed doornemen en beantwoorden, waardoor hij in tijdnood komt. Hij ervaart zijn volle mailbox alseen groot probleem. Een probleem kan je heel veel energie kosten en je leven beheersen. Als je probleem moeilijk oplosbaar lijkt, kan dit probleem aan je gaan knagen. Ter illustratie, slapeloze nachten kunnen leiden tot minder productiviteit op je werk, wat er wellicht voor zorgt dat je humeurig thuiskomt. En als die humeurigheid lang genoeg duurt kan er weer ruzie met je partner ontstaan. Maar een probleem wordt pas een probleem als je geen oplossing ziet of als je niet weet hoe je met een bepaalde situatie om moet gaan. Er ontstaat onmacht en dat leidt tot stress. Een probleem ontstaat als je niet kunt of wilt voldoenaan datgene wat er van je gevraagd wordt of als het indruist tegen je waarden- en normenpatroon. Wat is nu eigenlijk een probleem? * Een probleem is een vraagstuk welke om een oplossing vraagt. * Als je een oplossing hebt, dan is er geen probleem. * Een probleem is persoonlijk en heeft alles te maken met je probleemoplossend vermogen en je zienswijze. * Ben je goed in het oplossen van problemen; dan heb je ook minder last van problemen en de stress die het probleem oplevert. Je bent hierdoor weerbaarder. * Je kunt problemen ook als een uitdaging zien, een creatief proces waarbij een oplossing gevonden moet worden. Een proces waarbij je kunt groeien, leren en waar je sterker van wordt. pagina 3
Kortom: wil je stress en een burn-out voorkomen, dan is het belangrijkom je probleemoplossend vermogen te vergroten. Hieronder een stappenplan om vat te krijgen op je problemen, ze onder de loep te nemen en uiteindelijk op te lossen. * Verzamel informatie. Verzamel informatie over het probleem door feiten en oorzaken op te sporen, want het probleem analyseren leidt tot inzicht en overzicht. *
Beschrijf waar je naartoe wilt. Wat is de ideale oplossing of het gewenste resultaat? Bedenk hierbij zoveel mogelijk oplossingen, of ze nu haalbaarzijn of niet. Wees creatief en betrek ook anderen bij het zoeken naar oplossingen. Twee weten immers meer dan één. Bovendien kun je over de oplossing heen hebben gekeken.
*
Onderzoek welke obstakels je tegen houden om je doel te bereiken. Probeer inzicht te krijgen in wat of wie je belemmert om het probleem op telossen.
*
En kijk wie of wat je kan ondersteunen bij het oplossen van het probleem.
*
Ontwikkel een actieplan. Formuleer een concreet actieplan om actief je probleem aan te pakken. Gewoon doen!
*
Evalueer voor jezelf hoe het gegaan is. Heb je je doel bereikt? Is je probleem op een goede manier opgelost?
*
Heb je veel moeite gehad? Vind je het moeilijk om een probleem aan te pakken en ondervind je dat vaker? Zoek dan professionele hulp om je oplossendvermogen te vergroten, want deze eigenschap verder ontwikkelen maakt je sterker en weerbaarder.
In het kort: Problemen zijn obstakels bedoeld om teo verwinnen. Problemen zijn vervelend, maar het overwinnen van problemen maakt je sterker. Zonder problemen zouden we immers in onze comfortzone blijven zitten. Verminder stress en verhoog je weerbaarheid. Zorg voor jezelf. Heb je niet de juiste tools in huis? Leer ze! © www.ligtpunt.nl | Nell van de Ligt. Alle rechten voorbehouden. pagina 4
HET NIET ONDERWIJZEND PERSONEEL VAN DE L. SCHÜTZSCHOOL Henriëte Blokland De conciërge: De heer Lloyd Atipa is al 8 jaar verbonden aan de school. Hij woont in de conciërgewoning op het terrein van de school. Dhr. Llyod Atipa is voor de school de 1e verantwoordelijke voor het gebouw en terrein. Hij woont op het schoolerf en ziet toe dat er in de morgenuren geopend en in de middag gesloten wordt,alsook het alarm inschakelen. Hij houdt de presentie van de wachters bij en fungeert als indirekte tussenpersoon tussen de wachters en de direktie. Binnen de school is hij de direkte verantwoordelijke voor schoolboeken, rondbrengen van boodschappen in en buiten de school. Invoeren van brieven, verzamelen van cijfers die doorgemaild moeten worden, het klaarleggen van repblaadjes en organiseren van het lokaal/ de lokalen voor de uniforme repetities, S.O's of het examen zijn slechts een klein deel van zijn bezigheden. Als zijn plicht en ter ondersteuning van de school wordt het terrein regelmatig gemaaid en geharkt. De wachters: De heren Dap en Wooje zijn de wachters verantwoordelijk voor de bewaking van de school. Zij werken volgens afspraak om de ene dag en tekenen de presentielijst bij de concierge. Voor een grote school is één wachter niet voldoende. De school verkeert in de gelukkige omstandigheid dat zij een deel van het gebouw electronisch beveiligd is. De kosten van de beveiliging wordt zelf ter hand genomen met ondersteuning van ouders. De schoonmaaksters: Het schoonmaakteam bestaat uit de dames: Zandgrond (hoofdschoonmaakster), Alexander, Opmeer Breidel en Prado. Deze dames hebben de schoonmaaktraining van mevrouw Ingrid Nortan gevolgd en hebben zelf aangegeven dat ze geen weet hadden van bepaalde zaken. Wat bij dit team nu zeker duidelijk is, is dat zij ook belangrijk zijn in de school en dat hun beroep niet weg te denken is. Dit weten heeft het plezier tot werken verhoogd. Tussen de schoolleiding en het schoonmaakteam is er frequent contact. Openheid van zaken lost veel problemen op. Elk lid van het team mag de vrijheid nemen om zaken die onduidelijk zijn te vragen aan de schoolleiding of aan de eigen teamleden.
Onbegrip, ontevredenheid, veel vuldig verzuim of slechte communicatie zijn oorzaken die leiden tot onenigheid binnen teams. Het is van belang dat schoonmaaksters gelijktijdig werken, omdat ze mede verantwoordelijkheid zijn voor elkaar. Uitglijden, vallen, zich bezeren zijn slechts enkele dingen die kunnen gebeuren tijdens het werken. Wanneer de grote groep leerlingen en het onderwijzend personeel het terrein verlaten hebben, blijven deze 5 dames achter die op elkaar aangewezen zijn. Zoals elk team uit mensen met verschillende karakters bestaat, bestaat dit team uit praters, niet praters en drukte makers. Samen vormen ze een prettige groep die ervoor zorgt dat de leerlingen elke dag weer in een schone omgeving hun onderwijs mogen genieten. Mw. Blokland is erg trots op haar team
VERGEVEN: Lydia Esser In Mattheus 18 lezen we hoe Petrus aan de Here Jezus vraagt hoeveel keer hij zijn broeder moet vergeven die hem telkens pijn doet. Hij vroeg zich af of het zeven maal zeventig maal moest zijn. In Zijn antwoord vertelt de Here Jezus het verhaal van de dienaar die door zijn meester wordt vergeven voor een enorme, onbetaalbare schuld. Maar vervolgens vertrekt de man en eist onmiddelijke betaling van een andere dienaar die hem een kleine som verschuldigd is, en hij dreigt hem en zijn familie in de gevangenis te laten gooien als hij niet kan betalen. Het eindresultaat is dat de slechte dienaar bij de meester wordt geroepen en wordt veroordeeld tot gevangenisstraf, omdat hij heeft geweigerd iemand te vergeven zoals hij zelf vergeven is. Veel mensen denken dat wanneer iemand hen gekwetst heeft en zij die persoon vergeven hebben, ze dan terug moeten gaan naar de relatie en hetzelfde lijden opnieuw moeten
doorstaan. Ze geloven dat ze, om te vergeven, weer terug moeten stappen in een actieve relatie met die persoon die hen verwond heeft. Dat is niet waar, en deze misvatting heeft problemen veroorzaakt voor veel mensen die willen vergeven. Vergeving betekent niet noodzakelijk herstel. Als de relatie kan worden hersteld en het is Gods wil dat die hersteld wordt, dan is herstel het beste plan, maar een verbroken relatie kan niet altijd hersteld worden. Soms zou het zelfs niet wijs zijn, vooral in situaties waar sprake is geweest van geweld en ander misbruik. In dit soort gevallen treedt er zelfs haat op. God alleen kan mensen van deze pijn bevrijden als ze Hem erom vragen. Vergeven is het schoonmaken van een wond. Het woord van God helpt ons om ons denken te vernieuwen over hoe we een emotionele wond het beste kunnen verzorgen. Hoe groot het litteken wordt, hangt echter grotendeels af van hoe goed de wond in het begin wordt behandeld. We kunnen ervoor kiezen om anderen te vergeven en te weigeren slecht over hen te spreken, zoals Gods Woord ons opdraagt. We kunnen voor hen bidden en God vragen hen te zegenen. We kunnen zelfs allerlei goede daden voor hen verrichten en hun barmhartigheid en genade betonen. Toch kunnen we ons nog steeds door hen verwond voelen. Het vraagt tijd voordat onze emoties bijtrekken en op een lijn komen met onze beslissing. Zelfs nadat een lichamelijke wond uiterlijk genezen lijkt, kan hij, als je erop drukt toch nog pijnlijk en gevoelig zijn. Hetzelfde geldt voor emotionele wonden. Om die reden moeten we in staat zijn om echte vergeving te onderscheiden van emoties die nog pijnlijk of gevoelig zijn. Toch vraagt God van ons anderen te vergeven, zodat Hij ons ook kan vergeven! Niet gemakkelijk, maar wel mogelijk! Try it!
VOORLEESKAMPIOEN VAN HET DISTRICT PARA SCHOOLLEIDER A. TH. PENGELSCHOOL Sheryl Neus Jamilla Amarja Bruinhart is geboren op 3 april 2002. Jamilla is leerling van de August Th.Pengelschool te Bersaba en zit in klasse 6. Ze werd ingeschreven op 6 april 2013 als leerling van klasse 5. Er zijn voorlees wedstrijden georganiseerd door Stichting Projecten. Op school werd Jamilla uitgekozen als de beste lezeres van de bovenbouw en Jaianera Leter als beste van de onderbouw. De finale van deze voorlees wedstrijd werd gehouden op 24 juli 2013 in het Multifunctioneel Centrum te Onverwacht. Ook deze werd door Jamilla gewonnen. pagina 5
Haar begeleidster was juf Schmidt. De voorleeskampioenen kregen de opdracht voor 3 mensen/ organisaties voor te lezen. Jamilla's moeder mevrouw Bruinhart ging op onderzoek uit en gaf aan de leiding van de school te kennen dat zij zou voorlezen voor de districtscomissaris van Para, voor de leerlingenvan de school en op de kinderafdeling van het 'sLandshospitaal. Nadat de voorleeskampioenen hun opdracht hadden uitgevoerd, werden ze in november 2013 in het zonnetje gezet door de stichting. Deze kampioenen worden als ze op de Muloschool terecht gekomen , benoemd tot voorlees ambassadeurs. Jamilla doet het heel goed in de zesdeklas en ik hoop datze de toets met goed gevolg doorloopt.
Kan de trage en stille wereld van het boek daar tegenop? Niet echt. En hoewel de schoolse curricula specifieke aandacht vragen voor leesplezier, slagen veel leraren er niet in om lezen echt sexy te maken. Het gevolg is dat leerlingen hun zin in lezen daar nog meer verliezen. Ze vinden teksten en boeken vervelend of worden onvoldoende uitgedaagd om te lezen. "Hoe breng je boeken tot leven voor Nintendo-kinderen?" klinkt het verzuchtend.
NIEUWE MEDIA BOOSTEN LEESPLEZIER "Het enige boek dat ze nog lezen is Facebook." Die verzuchting hoor je wel vaker in scholen. Maar misschien doet Facebook jongeren wel weer boeken lezen? In een vernieuwend project bewijzen studenten hoe nieuwe media het leesplezier van jongeren kunnen versterken. "Wie leest er graag boeken?" vragen de studenten Dennis, Joni en Liselotte aan de leerlingen van het eerste jaar secundair/voortgezet onderwijs. We zijn in het Leonardo Lyceum Quellinstraat, in Antwerpen. Het blijft muisstil, tot één leerling haar vinger opsteekt. "Fantasieromans", zegt ze nauwelijks hoorbaar. De anderen blijven zwijgen."Lezen jullie misschien liever magazines? Wie leest er magazines?" dringt Joni aan. Nu gaan er meer vingers de lucht in. "En lezen jullie ook op internet?" vraagt Dennis. Jawel, het is al Facebook dat de klok slaat. Sociale media "Hoe breng je boeken tot leven voor Nintendokinderen?" Het probleem is gekend. Amper hebben kinderen de lagere school verlaten of ze verliezen hun interesse in boeken lezen. Zodra ze 12 à 14 jaar oud zijn gaan ze minder naar de bibliotheek. Dan stuurt de puberteit hen andere richtingen uit. Hun interesses verschuiven, hun emotionele huishouding verandert en helaas krijgen leesboeken nog weinig aandacht. Vooral de steeds verder uitdijende wereld van gaming, televisie, internet en sociale media geeft jongeren een overvloed van nieuwe uitdagingen, instant en blits. pagina 6
Onderzoekspraat Veel leraren slagen er niet in om lezen echt sexy te maken Uit internationaal onderzoek blijkt dat leesplezier vijf essentiële ingrediënten telt: vrije keuze ('Ik mag zelf een tekst, boek … kiezen'), intrinsieke motivatie ('O, dit wil ik echt lezen'), identificatie ('Dat personage zou ik wel willen zijn.'), interactie ('Ik kan praten over wat we gelezen hebben') en meesterschap ('Ik begrijp dit boek, ik weet waarover het gaat'). Onderzoekspraat, zegt u? Misschien, maar u moet de principes voor de aardigheid eens aan uw eigen leesgewoonten aftoetsen: waar en wanneer leest u het liefst een boek? "Ze hebben nog nooit zoveel gelezen in een les", zeggen de leraren achteraf. Wat leesonderzoekers minder vermelden, is lezen met een E. De E van elektronische media. Als jongeren zo veel bezig zijn met gamen, internetten
en Facebooken, hoe kunnen leraren daar in de leesof literatuurles dan hun voordeel mee doen? Dat werd dit jaar duidelijk in een project van studenten en docenten van de Artesis Plantijn hogeschool en de Universiteit Antwerpen. Zij ontwikkelden vier tools waarin het lezen van teksten samengaat met nieuwe media: lezen binnen een role playing game, met Google Lit Trip, met tablets en met beeldgedichten. Wat er in de scholen met die tools gebeurde, valt het best te beschrijven met enkele sfeerbeelden. Bevrijd de prins Klas 1. "Aveyron is een stad in verval", fluistert een lage stem, terwijl een filmpje de leerlingen meesleept naar een duister bos. Er is een prins ontvoerd. Drie machtige families azen op de koningstroon. Wie de prins kan bevrijden, is zeker van zijn aandeel in de macht… Hoe dat verhaal afloopt? Dat beslissen de leerlingen zelf. In groepjes lezen ze verhaalfragmenten. Na elk fragment staan ze voor keuzes en uitdagingen. "Welke weg willen jullie nu uitgaan?" Of: "Er komt een weerwolf op je af, wat doe je? " Of: "Wat heeft wel een hoofd en vier poten maar is geen levend wezen?" Karakterkaarten helpen de leerlingen om zich te identificeren met hun personages. Wie van de groep is sterk genoeg om de weerwolf te verslaan…? De tool heet eenvoudig role playing game. Twee lesuren lang lezen, kiezen, raden en discussiëren de leerlingen. Speeltijd? Nee, het avontuur is nog niet af. "Ze hebben nog nooit zoveel gelezen", zegt de leerkracht Nederlands achteraf. Zelf het verhaal sturen tijdens het role playing game. "Speeltijd? daar hebben we geen tijd voor!" Reis rond de wereld Klas 2. "Kies een continent en ga aan de computer zitten." Per twee nemen de leerlingen plaats aan de computer. Ze staan voor een reis rond de wereld in 80 dagen, Jules Verne achterna.
Als Phileas Fog in Indië een dodenverbranding meemaakt (waaruit hij zijn latere vrouw zal redden), zoomen de leerlingen met Google Earth in op de locatie van het gebeuren. Een ander duo klikt op de stoomboot die de avonturiers vervoert en krijgt uitleg over de technologie. Twee andere leerlingen laten zich door een gebergte leiden. Ze vinden foto's van indianen en stellen spontaan vragen: "Bestaan indianen eigenlijk nog?" Google Lit Trip doet lezen. Tablet tales Via Google Earth ontdekken de leerlingen de verschillen tussen de wereld van Jules Verne en die van vandaag. "Bestaan indianen eigenlijk nog?"
Klas 3. Een ontbijttafel, een Perzisch tapijt met thee en een tent. "Kies maar waar je wilt zitten." De leerlingen krijgen een tablet-pc in handen en installeren zich. De lichten in de klas gaan uit, de schermen lichten op. Drie verhalen, drie auteurs en tal van hyperlinks. Sommige leerlingen slaan de links gewoon over. "Ik lees graag, die links hoeven voor mij niet", zeggen ze. Maar voor leerlingen die niet graag lezen of de betekenis van een woord niet kennen, zijn de links meer dan welkom. Tablet Tales zijn hot. Verschillende schrijvers experimenteren er momenteel mee. Zo heeft Aiden Chambers, bekend van o.a. 'De Tolbrug', een boek geschreven speciaal voor tablets. Op bepaalde punten mogen lezers hem mailen om suggesties te doen voor het vervolg van het verhaal. Beeldgedichten Klas 4. Ook in deze klas zitten de leerlingen in drie groepen rond tafels. Op het digibord verschijnt een beeldgedicht. Het lijkt op een gewoon stripalbum, maar in de tekstballonnen staat poëzie. Een man roept, een andere zit buiten op een trapje. "Hoe zou de man zich voelen?" vraagt de leerkracht. De leerlingen zoeken naar woorden. "Bang? Wanneer voel jij je bang?" pagina 7
Sfeermuziek en de nieuwe dichtvorm lokken uitspraken uit over emoties. Verrassend toch. En dan is het aan de leerlingen: lees het gedicht, zoek een manier om die emoties uit te drukken. Klei. Collages. Tekeningen. Pubers die over emoties praten? Het werkt. "Normaal praat ik niet zo vrij over mijn gevoelens", zegt X, "maar zo kan het wel." Gratis lesmateriaal
Het werd uitgevoerd door Mathea Simons, Magda Mommaerts, David Caelen en Jan T'Sas. Lerarenopleiders en leraren kunnen een webinar bekijken op www.elant.be
DE PAPIERLEZER IS TEN DODE OPGESCHREVEN, DANKZIJ … PAPIER Wat heeft het Internet van ons gemaakt? Scannende schermlezers. Volgens Hans van Driel is er nog iets veel opvallenders gebeurd: "Ook de papieren tekst is opgeschoven in de richting van wat een beeldschermlezer verwacht." En de papierlezer, die is ten dode opgeschreven. Of denkt u daar anders over?
Goele: "Mijn visie op literatuur-onderwijs is echt verruimd." "Het was echt spannend, ik ging er helemaal in op", zegt Hüseyin (14). De andere leerlingen knikken. Elke tool levert gelijkaardige reacties op. De studenten die de lessen gaven, ervoeren het project als bijzonder verrijkend. "Mijn visie op literatuuronderwijs is echt verruimd", vertelt Goele tijdens een nabespreking. Ze maken ook spontaan de transfer naar andere contexten: "Je kunt de tablets ook in de biologieles gebruiken", "Google Lit Trip kan makkelijk in de aardrijkskundeles worden aangewend', en "Waarom geen role playing game laten spelen tijdens de lessen Frans of Engels?" "Het project was te beperkt om effecten op langere termijn te meten, maar op korte termijn was de balans erg positief", vertelt projectleider Mathea Simons van de Universiteit Antwerpen. "Zo werkten de leerlingen met veel plezier mee tijdens de lessen en nadien reageerden ze heel enthousiast. Vooral leerlingen die niet graag lazen, voelden zich door de e-component van elke tool gestimuleerd om te lezen. En daar doen we het ten slotte voor." Het project 'Leesplezier en e-hype' werd integraal gefilmd. Filmfragmenten, commentaren en lesmateriaal vindt u op www.ingebeeld.be/video/ leesplezier-en-e-hype-een-creatief-project-met-viersmaakmakers. Het project kwam tot stand met de steun van het Innovatiefonds voor lerarenopleidingen van de Vlaamse overheid en van Canon, de Cultuurcel van het Vlaamse onderwijsministerie. pagina 8
In 2001 publiceerde uitgeverij Boom mijn papieren boek Digitaal Communiceren. In dat boek hield ik een pleidooi voor de eigen aard van informatieve webdocumenten die wezenlijk verschilt van de eigen aard van informatieve papieren teksten. Dat pleidooi is niet zo raar in een periode waarin webdocumenten veelal kopieën waren van teksten die bedoeld zijn om vanaf papier gelezen te worden. De kern van mijn betoog hield in dat het profiel van de papierlezer wezenlijk verschilt van dat van de beeldschermlezer. Ik schetste het profiel van die beeldschermlezer als een "ongeduldige, scannende, lange tekst vermijdende, verticaal lezende, visueel ingestelde" mens [p. 109]. Het gaat hem/haar om tempo, het verkrijgen van overzicht, niet al te lange teksten met witregels en tussenkopjes, een korte regellengte, en om ondersteunende kleurenfoto's, grafieken en infographics. Ik kreeg veel bijval en de 'Hoe-schrijf-ik-voor-hetWeb'-boekjes en cursussen bloeiden volop. Ze benadrukken hoezeer het schrijven van teksten, die bedoeld zijn van papier gelezen te worden, wezenlijk verschilt van het schrijven voor het scherm. De lezer van papieren teksten lijkt immers in het geheel niet
op de lezer van beeldschermteksten. Inmiddels zijn we dertien jaar verder en constateer ik - enigszins tot mijn verbijstering - dat de papieren teksten en de beeldschermteksten naar elkaar toe zijn gegroeid in plaats van dat ze wezenlijk van elkaar zijn gaan verschillen, en dit leidt tot een onverwachte conclusie. Ik neem als voorbeeld de voorpagina van de papieren Volkskrant van vrijdag 3 januari jl., maar neemt u gerust de Volkskrant of het NRC van vandaag erbij. De kern van mijn betoog zal niet veranderen. Ter vergelijking toon ik ook de voorpagina van een veel oudere editie van de Volkskrant uit de jaren 1950. Bekijken we de kleureneditie van 3 januari (links). In een snelle oogopslag hebben we een overzicht van het hoofdartikel - dat ondersteund wordt met een grafiek - en van wat de redactie graag wil dat wij gaan lezen, verderop in de krant. Kleurenfoto's en een citaat bovenaan verwijzen naar die artikelen. De pagina kent maar liefst 5 kolommen wat een korte regellengte oplevert, met uitzondering van de dagelijkse Voetnoot van de schrijver (sic) Arnon Grunberg wiens tekst van 2 kolommen past op 3 kolommen van het redactionele artikel. In plaats van dat de schermteksten zich zijn gaan onderscheiden en dat de papieren tekst zijn eigenheid heeft behouden, is de papieren tekst opgeschoven in de richting van wat een beeldschermlezer verwacht. Nu weet ik dat de krant maar één tekstsoort is naast vele andere. Niettemin durf ik de stelling aan dat ook zeer vele andere papieren tekstsoorten zijn gaan gelijken op beeldschermteksten en dat dus - en nu komt het verbijsterende de papierlezer aan het verdwijnen is. Diens profiel is steeds meer gaan lijken op het profiel van de beeldschermlezer. De intrigerende vraag komt dan op welke consequenties dit heeft voor ons schrijf- en leesonderwijs. Ik nodig u graag uit om het profiel dat ik hierboven in de 2e alinea verwoordde, nog eens op uw tong te proeven. Het is blijkbaar ook uw profiel. Hans van Driel (1952) studeerde Nederlands taal- en literatuurwetenschap, was docent Nederlands en is sinds 1981 verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Hij is er hoofddocent in de opleiding Cultuurwetenschappen. Auteur: Hans Van Driel
HRM Aisha Aaron Als de paasvakantie aanbreekt wil dat zeggen dat de mutatie periode is ingeluid. Na de managementgesprekken hebben wij een goede weergave kunnen krijgen van de scholen.Wat door HRM kritisch wordt gevolgd zijn scholen met een hoog personeelsverzuim, scholen waar personeelsversterking nodig is, maar ook scholen waar personeelsvervanging nodig is. Vanuit dit uitgangspunt zullen er enkele organisatiemutaties plaatsvinden. Naast deze organisatiemutaties mogen personeelsleden te allen tijde een verzoek tot mutatie indienen. Wij hebben ondertussen enkele verzoeken binnen gehad. U heeft tot en met 30 april 2014 de gelegenheid uw verzoek in te dienen. Verzoeken die na voornoemde periode worden ingediend zullen niet in behandeling worden genomen. De uitgangspunten voor het mutatiebeleid zijn: * De belangen van de leerlingen en het onderwijsproces in zijn totaliteit * Leerkrachten die een mutatie verzoek indienen zijn verplicht dit eerst te melden aan hun leidinggevende en vervolgens de afdeling HRM * Wanneer leidinggevenden wegens zwaarwichtige redenen een mutatieverzoek indienen voor teamleden dient dit eerst zelf gecommuniceerd te worden naar het desbetreffende teamlid en vervolgens communiceert HRM verder met de leerkracht. * Mutatie verzoeken dienen met redenen omkleed te worden Ziekte verzuim Tijdens de managementgesprekken hebben wij een goed overzicht kunnen krijgen over de prestaties van de verschillende scholen. Verzuim blijft nog steeds een aandachtspunt. Iedere medewerker kan ziek worden. Over het algemeen is dit niet zorgwekkend en is de werknemer na een dag weer instaat terug te keren naar het werk. Wanneer dit langer duurt vanwege gezondheidsproblemen of andere redenen wordt dit iets lastiger. Het ziekteverzuim op onze scholen is schrikbarend met name het verzuim van de interieurverzorgsters en de wachters. Tijdens de bijeenkomst van 2 december 2013 zijn duidelijke afspraken hierover gemaakt. pagina 9
Een van de afspraken is dat ook de presentie van deze medewerkers per januari 2014 wordt bijgehouden en dat de scholen waarvan de schoonmaakteams nog niet getraind zijn, getraind zullen worden door Zr. Nortan, zodat zij beseffen hoe belangrijk ze zijn binnen de school. Gelukkig zijn er ook scholen waar het wel goed gaat met het niet-onderwijzend personeel. Complimenten aan het niet onderwijzend personeel van de Stahlin, Welles en Schutzschool. Hr-medewerkers in het veld Het afgelopen jaar heb ik verschillende scholen aangedaan. Mijn ervaring: *
* *
Scholenbezoek biedt mij de ruimte om in een andere setting met schoolleiders van gedachten te wisselen over hun personeel Scholenbezoek biedt ruimte voor een uitgebreid spreekuur met leerkrachten. Scholenbezoek helpt mij de kwaliteit te bewaken
Het speerpunt van HRM is dit jaar geheel in het teken van kwaliteitsverbetering. In dit kader zullen de medewerkers van HRM ook de scholen bezoeken. Op deze manier willen wij de betrokkenheid bij hun werk vergroten. Medewerkers moeten de vertaalslag kunnen maken vanuit hun werk aan de Domineestraat naar de scholen. Medewerker Leerlingzorg (MLZ) Het sociaal /emotioneel welzijn van een leerling is erg belangrijk voor de ontwikkeling van leerlingen. Op grond hiervan zijn wij reeds enkele jaren bezig de zorg op de scholen in kaart te brengen en projecten hiervoor te initieren. Twee jaar geleden zijn wij onder de titel 'Alle kinderen naar school' gestart met het project Medewerker Leerlingzorg (MLZ). Het streven is om alle scholen van een MLZter te voorzien. Wij zijn inmiddels druk bezig te werven om dit te kunnen realiseren. De trainingsgroep mag maximaal 20 mensen en minimaal 15 mensen bevatten. Op basis van voornoemde criteria wordt een training verzorgd. Momenteel hebben wij 13 kandidaten. Wij kijken uit naar tenminste twee andere collega's die het MLZ werk binnen de scholen met hun inzet willen ondersteunen. Hoe geschiedt de werving? De schoolleider (met mede neming van twee teamleden) wordt door mw. Marcet uitgenodigd voor een informatie-bijeenkomst. pagina 10
Tijdens deze bijeenkomst wordt er dieper ingegaan op MLZ. Aan het eind van de bijeenkomst ontvangt de schoolleider het profiel. De informatie wordt overgebracht naar de teamleden en de persoon die belangstelling heeft mag solliciteren naar HRM. Het proces heeft alleen voortgang als de persoon een sollicitatiebrief richt naar HRM. Alvorens de persoon wordt uitgenodigd voor een gesprek wordt eerst nagegaan of er vervanging is. MLZ is namelijk een volle en vrij intensieve dagtaak. Hetgeen wil zeggen dat het klassikale komt weg te vallen. Indien er vervanging is, wordt de kandidaat uitgenodigd door mw Marcet die samen met HRM het gesprek voert. Waarop wordt er gelet? * * * *
HRM gaat nog eens na of er vervanging is De presentie van de kandidaat Het dossier van de kandidaat Het motief om MLZ-ter te worden
Mw. Marcet legt het inhoudelijke van het MLZ werk uit met name wat wordt verwacht van de MLZ-ter. Het gaat in grote lijnen om de volgende punten: * Bijhouden en zorgdragen voor een goede verzuimadministratie van leerlingen * Een analyse van de verzuim registratie om zodoende de oorzaak van het verzuim te achterhalen. * ondersteunen van collega's bij het versterken van hun pedagogisch en didaktisch handelen * Regelmatig terugkoppeling naar de schoolleider overleggen, tijdens de zorg. Aan het eind van het gesprek wordt er een samenvatting gemaakt, zodat er geen mistverstanden ontstaan over de verwachtingen. Ter afronding ontvangt de kandidaat een officiële benoemingsbrief met daarin de gemaakte afspraken. Deze brief wordt zowel door mw Marcet als de kandidaat voor akkoord ondertekend. Sportdag Samuel & Marcel Ria School Op 28 februari is er een sportdag gehouden op het sportcomplex van Saron. Met trots vermelden wij dat het dit jaar georganiseerd is door onze EBGS scholen nl. de Samuel en Marcel Ria school. Zoals u weet behoren deze scholen tot het speciaal onderwijs. Het mooie van deze dag was de integratie tussen dit schooltype met de andere GLO en VOJ
scholen. U zou eens met uw team een bezoek moeten brengen aan deze scholen. De kinderen zijn enthousiast en heel spontaan. Op een bepaald moment vroeg ik aan mw Margaret (schoolleider van beide scholen) "Weet u zeker dat deze kinderen bij u op school horen?". Ik wil u bemoedigen om uw deuren voor deze kinderen open te houden en ze met alle liefde te ontvangen wanneer op u een beroep wordt gedaan hen in de gelegenheid te stellen om door te stromen. Wisseling contactpersoon Wij hechten veel waarde aan het contact met u en houden u graag op de hoogte van de personeelswisselingen en overige veranderingen binnen onze organisatie. Wij willen u medelen dat de totale HRM-afdeling is ondergebracht op één afdeling. Dit wil zeggen, dat mw I.Eeswijk (salaris administratie) is verhuisd en nu is toegevoegd aan de HRM afdeling (ze zit niet meer bij de afdeling Financien). Verder delen wij u wat betreft personeels wisseling het volgende mee: * Mw. J. Somo,die belast was met de administratieve afhandeling van het niet onderwijzend personeel,op eigen verzoek onze stichting heeft verlaten. Mw. O.Fania heeft de taken van mw. J.Somo overgenomen. Mw. O. Fania is te bereiken op het telefoonnummer 478412/ 478424 of
[email protected] * Mw. L. Doorson,die belast was met de administratieve afhandeling van het Onderwijzenden niet-onderwijzend personeel heeft onze dienst eveneens verlaten vanaf 18 maart 2014. Mw I. Eeswijk en mw. Bosk hebben haar taken overgenomen. Mw. I.Eeswijk is belast met het verzuim van Paramaribo, Commewijne, Saramacca, Nickerie, Coronie, Moengo en Albina en is te bereiken op 478412/478424 of
[email protected]. Mw. S.Bosk is belast met het verzuim van het binnenland en is te bereiken op het telefoonnummer 478412/ 478424 *
Mw. R. Kohinor die belast was met alle zaken rakende het onderwijzend personeel is gemuteerd naar de afdeling PDC als secretaresse in de plaats van mw. I. Kromojadi, die vanaf 7 april op een andere manier haar krachten zal geven binnen onze stichting. De taken van mw. Kohinor zijn overgenomen door mw. S. Bosk, zij
*
is te bereiken op het telefoonnummer 478412/ 478424 Mw. R. Joval is als stagiaire op de HRM afdeling gedurende een periode van 6 maanden.
Mededelingen: De Salarisadministratie is verhuisd en is gevestigd op de eerste etage op de afdeling HRM. Op 29 en 30 april is de tweedaagse training voor schoolleiders te Lob' Makandra.
DE LEEUWEN BOYS Rosita Nelson- Goedschalk Onder leiding van mw. Mangroe, de MLZ leerkracht van de A.R. Leeuwinschool, is er een groep van jongens uit de lagere klassen gevormd. Deze jongens die zichzelf de Leeuwenboys noemen, hebben heel veel goede plannen en zijn onder andere bereid hun medewerking te verlenen om aan de verfraaiing van de school te werken. Het vermeldenswaardige hierbij is dat er ook jongens in de groep zitten, die wat extra begeleiding goed kunnen gebruiken. Zij laten zich dan optrekken door de overige jongens van de groep, die zich als voorbeeldfiguren opstellen. Mw. Mangroe komt dan in wanneer dat nodig is. De groep is zeer enthousiast en zal zich inzetten om de overige leerlingen te motiveren. Uit een persoonlijk gesprek met de jongens is gebleken dat die het beste voor hebben met de school en dat is best het vermelden in de WEGWIJZER waard!
MEET THE PROFESSIONAL Daniëlla Veldwel (lid Oudercommissie F. Stähelinschool) Op 24 januari 2014 werd er op de F. Stähelinschool een aanvang gemaakt met het project "Meet the Professional"; een project van de Oudercommissie onder supervisie van de schoolleiding. Het beoogde resultaat van dit project is de leerlingen een handvat aanreiken bij hun beroepskeuze en/of interesse wekken voor bij hun onbekende beroepen. De doelgroep betreft alle leerlingen van de klasse 6 van de school. Er is gekozen voor deze groep, omdat zij binnenkort de toets afleggen waarbij zij, geslaagd of niet, reeds bewust moeten zijn van hun beroepskeuze. Indien geslaagd, stappen zij immers een heel nieuw onderwijstraject in welke bepalend is voor hun verdere toekomst. pagina 11
Indien een leerling interesse heeft het beroep van bijvoorbeeld arts uit te oefenen moet hij of zij weten dat daarvoor het MULO-B-diploma vereist is. Uit gesprekken met de jongeren zijn sommigen zich heel bewust van hun beroepskeuze alsook welke wegen tot hun gesteld doel leiden. Anderen twijfelen nog en weer anderen hebben een "wij-zien-wel-houding." De Professional, welke wij hebben gedefinieerd als te zijn een role-model (man, vrouw) die een positieve en duurzame bijdrage levert aan de maatschappij, zelfverzekerd, doelgericht is en hoge eisen stelt aan studie/studeren, kan voor alle 3 groepen een grote bijdrage leveren. Dit doet de Professional door de leerlingen een kijkje te gunnen in zijn of haar leven: de schooljaren, de studie, de studiehouding en het functioneren als Professsional. De eerste Professional die reeds een grote bijdrage heeft geleverd is br. Carl Breeveld. Br. Breeveld heeft de leerlingen op een heel levendige en creatieve wijze de kinderen een "tour"
gegeven door zijn leven. De kinderen mochten een blik werpen in zijn leven als zoon en broer, als man en vader, als leerling, als student en als Professional. Hun reactie was zeer enthousiast er werd flink meegezongen; bij de presentatie hingen zij aan de lippen van br. Breeveld die hen de nodige studie tools aanreikte en hen daarbij ook motiveerde door te zetten en vooral te blijven studeren. Bij de vragenronde bleek er vooral heel veel interesse te zijn in met name het politieke werk van br. Breeveld. Misschien toekomstige politici in de groep?? Naast br. Breeveld zullen er meer Professionals uitgenodigd worden, ook Professsionals uit de minder bekende cq populaire beroepen. Onze gedachten gaan bijvoorbeeld uit naar een electriciën, maar ook een agrariër, een boer. Wij hopen aan het eind van het project de leerlingen inderdaad de nodige tools te hebben aangereikt voor een bewuste beroepskeuze.
INTERNATIONALE VOORLEESDAG W.S.R. RITFELDSCHOOL GLO
pagina 12