tentoonstelling
Bam mons
17.10.2015 > 24.01.2016
verlaine,
cel nummer 252 Dichterlijke onrust
Pedagogisch dossier - leerkrachten
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
2
1
E. Verhaeren, Verlaine, Ed Dynamo, 1950, p5.
(‘Ons allen overstijgt van op de hoogte van zijn eenvoud en primitiviteit’)
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
3
Voorwoord
Sommige mensen vallen en hun ondergang is dan het enige verhaal dat de Geschiedenis onthoudt. Er zijn ook helden van wie de Geschiedenis enkel de schaduwkant bewaart. Ook Verlaine is gevallen en raakte in de vergetelheid. Alcoholicus, biseksueel, ongelukkige echtgenoot en vader, berooid, dat is wat we van hem weten. Zoals in alle grote verhalen echter vinden we de meest onverwachte sterren in het schijnsel van hun schemering. De grootste dichter van de Franse letterkunde, samen met Victor Hugo en Stéphane Mallarmé, was een genie van het vers, een revolutionair die ‘nous dépasse tous de toute la hauteur de sa simplicité et de sa primitivité ’ zoals de Vlaamse dichter Emile Verhaeren het verwoordde; hij was echter vooral ook een kwetsbare man die aan zichzelf het hoofd moest bieden en daarbij pal stond. Nadat hij werd veroordeeld tot twee jaar opsluiting in de gevangenis te Bergen (1873-1875) omdat hij, op een dronken avond, op Rimbaud had geschoten, maakte Verlaine van dit ‘kasteel’ het toevluchtsoord van zijn schrijven, van zijn metamorfose en van de vele vragen die hij zich stelde. Slechts weinig steden zijn getuige geweest van een zo opmerkelijke literaire en intieme revolutie. En zo zijn er ook maar weinig steden die aldus de ware versie van een groot verhaal kunnen vertellen. Verlaine was een dichter die geen toegevingen deed en was vrijer dan al degenen die hem zomaar bekritiseerden. Zonder gekunsteldheid verrijst en hervalt hij steeds opnieuw, zonder ooit op te houden te proberen eenvoudigweg oprecht te leven. Dit is dus het andere verhaal van Paul Verlaine, die model stond voor vele generaties van kunstenaars en die op schitterende wijze nog steeds hedendaags is. Karelle Menine, Verantwoordelijke Literatuurprojecten Mons 2015
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
4
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
5
Inhoudsopgave
Inleiding ........................................................................................................................................... 7 Chronologische en literaire ijkpunten ............................................................................. 8 De tentoonstelling ‘Verlaine, cel nummer 252. Dichterlijke onrust’................ 12 Pedagogische voorstellen, gebruik van de leerlingenfiches ............................. 14 Zoek de dichter ................................................................................................................ Cel nummer 252............................................................................................................... De zaak Brussel ............................................................................................................... Verlaine en Rimbaud....................................................................................................... Wie is Verlaine................................................................................................................... Verlaine en de modernisten......................................................................................... Van Baudelaire tot Amy Winehouse ........................................................................ Stijlfiguren en wedstrijd..................................................................................................
14 16 17 18 19 20 22 23
Praktische inlichtingen ......................................................................................................... 24 Webografie en bibliografie ................................................................................................. 25
LEGENDE Documenten in de tentoonstelling
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
6
Paul Verlaine, tekening van Gabriel Randon de Saint-Amand (aka Jehan Rictus), Koninklijke Bibliotheek van België, 1895.
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
7
INLEIDING
Dit dossier richt zich tot leerkrachten en leerlingen van het secundair onderwijs (3de graad SO). We willen u graag een aantal pistes aanreiken om het met uw leerlingen te hebben over Verlaine en de tentoonstelling die aan hem is gewijd in het BAM te Bergen en loopt van 17 oktober 2015 tot 24 januari 2016. We hebben geprobeerd er een flexibel dossier van te maken dat kan worden aangepast aan de noden en wensen van elke leerkracht. Het dossier steunt op het document ‘leerlingenfiches’ dat erbij is gevoegd en bevat daarnaast ook nog een lexicon en bronnendocument. Dit dossier stelt een leidraad voor en kan dus als zodanig worden gebruikt. Het is ook mogelijk om elke activiteit afzonderlijk te benaderen en die activiteiten op verschillende wijzen aan te passen en op te nemen in een groter geheel. De vragen die in de leerlingenfiches gesteld worden zijn vaak subjectief. Het zet aan tot nadenken of tot het vormen van een kritische reactie. De antwoorden die worden voorgesteld in dit dossier zijn daarom niet dé antwoorden op de vraag, maar een indicatie. zijn documenten die in de Documenten aangeduid met een tentoonstelling te zien zijn.
Dit pedagogisch dossier werd verzorgd door de Educatieve dienst van de Koninklijke Bibliotheek van België en de Fondation Mons 2015.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
8
CHRONOLOGISCHE EN LITERAIRE IJKPUNTEN
1844-1869: ALLES BEGINT GOED TUSSEN VERLAINE EN BELGIË Verlaine werd geboren in Metz maar bracht zijn vakanties vaak door bij een tante langs vaderskant in Paliseul, in de Belgische Ardennen. De jonge Paul was een kwetsbare adolescent die echter zeer goed wist wat hij wilde. Hij werd overdreven verwend door zijn moeder, Elisa, die alles aanvaardde van deze enige zoon die ze aanbad en naar wie ze, na drie miskramen, al zo lang had uitgekeken en op wie ze zo lang had gehoopt. In 1851 ging het gezin Verlaine in Parijs wonen. De jongeman was toen al in de ban van de poëzie. In 1858 stuurde hij een gedicht in alexandrijnen naar Victor Hugo. In 1865, het overlijdensjaar van zijn vader Nicolas Verlaine, die soldaat was, publiceerde hij zijn eerste artikel, een literaire kritiek over Baudelaire. Nog op zeer jonge leeftijd liet hij al een tweeslachtige persoonlijkheid zien, heen en weer schommelend tussen tederheid en uitbarstingen van woede en geweld. 1866: publicatie van Poèmes saturniens, in eigen beheer (gemengd onthaal). 1869: publicatie van Fêtes galantes.
1869-1873 : ‘WE BEMINNEN ELKAAR ALS TIJGERS’ In 1869 maakte Paul kennis met Mathilde Mauté, genaamd de Fleurville. Hij werd tot over zijn oren verliefd op dit beeldschone en zachte meisje, ‘bien sous tous rapports’. De dichter, die zijn voorliefde voor het losbandige leven in de Parijse kringen en voor de alcohol al had ontdekt, veranderde in een romantische geliefde en kreeg de toelating van de familie en het akkoord van het meisje om met haar te trouwen. Voor haar schreef hij de gedichten van La Bonne Chanson. Er kwamen echter al zeer snel barsten in de goede verstandhouding van het koppel. In september 1871 was Mathilde zwanger en kwam Arthur Rimbaud in hun leven. Beide dichters gingen vaak uit, raakten dronken en leefden als Parijse bohemiens. Verlaine en zijn vrouw maakten steeds vaker ruzie. In een opwelling van woede sloeg Verlaine zijn vrouw, die zijn kind droeg. Mathilde ging toen een eerste keer bij hem weg, waarop Verlaine afstand nam van Rimbaud en opnieuw toenadering zocht tot zijn vrouw die uiteindelijk naar hem terugkeerde. Even later gingen ze echter opnieuw uit elkaar en ditmaal was het Paul die samen met Rimbaud naar België trok. Mathilde kwam hem zoeken in Brussel. Hij ging met haar mee, maar in de trein die hen terugbracht naar Parijs had hij Arthur verstopt. Aan de grens sloegen beide dichters op de vlucht. Mathilde en Verlaine hebben elkaar nooit meer teruggezien. De vluchters trokken naar Londen en bezochten er de café-concerten en de ballingen van de Commune. Terwijl omhelzingen en ruzies elkaar afwisselden, deelden ze pen en inkt met elkaar en schreven ze enkele van hun beste gedichten, waarbij ze elkaar inspireerden. 1870: publicatie van La Bonne Chanson (als gevolg van de oorlog pas in 1872 in omloop gebracht) 1872: publicatie van C’est l’extase langoureuse onder de titel Romances sans paroles
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
9
1873-1875: DE ZAAK-BRUSSEL EN DE GEVANGENIS
1875-1891: DE SCHADUW VAN RIMBAUD
Op 3 juli 1873, nadat Rimbaud voor de zoveelste keer met hem had gespot, verliet Verlaine Londen. ‘Cette vie violente et toute de scènes sans motif que ta fantaisie ne pouvait m’aller foutre plus’, schreef hij van op zee aan de minnaar die hij had verlaten. Verlaine ging naar Brussel waar hij gezelschap kreeg van zijn moeder. Hij was een zwak man die maar geen beslissingen kon nemen en dus slaagde hij er niet in te kiezen. Hij smeekte Mathilde om bij hem terug te keren, maar wilde ook Arthur, die intussen ook naar Brussel was gekomen, niet verlaten. Op 10 juli, onder invloed van alcohol en door wanhoop gedreven, schoot hij op hem. Verlaine werd gearresteerd en veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, destijds de maximumstraf. De rechter was streng geweest, vooral nu we weten dat Rimbaud later verklaarde dat Verlaine helemaal niet de bedoeling had hem te vermoorden. Uit de documenten in het dossier blijkt dat twee elementen in het nadeel van de dichter hebben gespeeld: de vermoedens van homoseksualiteit die op hem wogen (de rechter vroeg zelfs een medisch onderzoek ter bevestiging van dit ‘vermoeden’) en zijn voorkomen als een menselijk wrak als gevolg van de alcohol. Ook zijn betrokkenheid bij de gebeurtenissen met de Commune van Parijs in 1871 lijkt in zijn nadeel te hebben gepleit. Verlaine werd enkele maanden opgesloten in Brussel en werd daarna overgebracht naar de gevangenis in Bergen. Hij had niet alleen Mathilde, die de scheiding had gevraagd en verkregen, maar ook Rimbaud verloren. Hij schreef veel, zowel brieven als gedichten. Hij werkte aan de uitgave van de Romances sans paroles, met gedichten die hij had geschreven tijdens zijn avonturen met Rimbaud. De nieuwe gedichten die hij schreef, waren bestemd voor een bundel met de titel Cellulairement, die echter nooit is verschenen. De teksten werden later, samen met andere, gepubliceerd in Sagesse, Jadis et Naguère en in Parallèlement. Alleen in zijn cel had hij een religieuze openbaring en bekeerde hij zich tot het geloof.
In 1875 mocht Verlaine de gevangenis verlaten en zocht hij Rimbaud op in Stuttgart. Ze bleven drie dagen samen. Verlaine, die zich kort tevoren had bekeerd en zich voortaan liet leiden door een grote religieuze hartstocht, wilde zijn voornemens doorgeven aan zijn vriend. Rimbaud spotte daar echter mee en gaf aan Verlaine het manuscript van Illuminations. Ze hebben elkaar daarna nooit meer teruggezien. Op 12 december van hetzelfde jaar kreeg Verlaine zijn laatste brief van Rimbaud. Vanaf dat ogenblik stelde hij zich in zijn briefwisseling met twee andere van hun vrienden voor welke avonturen Arthur, die andere horizonten had opgezocht, beleefde. Met ook heel veel tekeningen evoceerden de drie mannen ‘de afwezige’ met humor en nostalgie. Hoewel Verlaine vandaag minder beroemd is dan Rimbaud en we de indruk kunnen hebben dat hij in diens ‘schaduw’ stond, is het toch interessant op te merken dat het Verlaine was die ervoor heeft gezorgd dat het werk van zijn vriend voortleeft. Rimbaud was immers naar het buitenland vertrokken, op zoek naar avontuur, en bekommerde zich helemaal niet om de publicatie van zijn gedichten. Het was Verlaine die het manuscript van Illuminations aan een uitgever bezorgde. En het was ook dankzij Verlaine en zijn geschriften dat Rimbaud de plaats kreeg die hij vandaag bekleedt in het pantheon van de poëzie. Zo wijdde Verlaine in 1883 een studie aan Rimbaud en zijn gedichten in zijn Poètes maudits en schreef hij in 1888 een artikel over hem in Les Hommes d’aujourd’hui. In 1886 overleed Verlaines moeder. Eén jaar eerder was Verlaine veroordeeld tot 5 maanden gevangenis wegens slagen en doodsbedreigingen tegen haar.
Oktober 1873: Rimbaud laat Une saison en enfer drukken in Brussel. Hij laat de meeste exemplaren achter in de kelders van de uitgever. 1874: publicatie van Romances sans paroles; in april, redactie van het gedicht Art poétique.
1881: publicatie van Sagesse. 1882: publicatie van het gedicht Art poétique in het tijdschrift Paris moderne. 1883: publicatie van Les Poètes maudits gewijd aan Corbière, Rimbaud en Mallarmé in het tijdschrift Lutèce. 1884: publicatie van Les Poètes maudits als bundeltjes bij Vanier, die de vaste uitgever wordt van Verlaine; publicatie van Jadis et Naguère. 1885: eerste literaire artikelen in Les Hommes d’aujourd’hui. 1886: publicatie van Les Mémoires d’un veuf. 1889: publicatie van Parallèlement en tweede uitgave van Sagesse. 1890: publicatie van Dédicaces en clandestiene publicatie in Brussel van het erotisch volume Femmes.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
10
Paul Verlaine in Café François I, foto genomen door Paul Cardon, uit de reeks ‘Nos contemporains chez eux’, Parijs, 1892. Chancellerie des Universités de Paris - Bibliothèque littéraire Jacques Doucet, Paris.
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
11
1891-1896: GROOTSHEID EN VERVAL Op het einde van zijn leven springt de tegenstrijdige of zelfs paradoxale persoonlijkheid van Verlaine het meest in het oog. Hij was niet alleen een erkend en bewonderd dichter, die in 1894 werd verkozen tot Prince des Poètes, maar ook een man die zichtbaar verzwakt was door de alcohol, die steeds vaker in het ziekenhuis werd opgenomen en voortdurend ten prooi was aan gewelddadige woedeaanvallen. Zijn vriend Lepelletier schreef: ‘À jeun, Verlaine était le plus doux, le plus aimable des compagnons, et je suppose des maris; intoxiqué d’absinthe, de bitter curaçao, de genièvre et de grogs américains, il devenait, pour ses meilleurs camarades, désagréable, agressif, violent, bref insupportable.’ Voor zijn reeks met de titel ‘Nos contemporains chez eux’ (Onze tijdgenoten bij hen thuis) verkoos fotograaf Paul Cardon om hem te portretteren in een café. Op te merken valt dat Verlaine niet alleen een dichter was. Hij heeft ook autobiografische essays geschreven (Mes Hôpitaux, Mes prisons) evenals teksten over de dichters van zijn tijd waarmee hij heeft bijgedragen tot de bekendheid van sommigen onder hen, zoals Arthur Rimbaud en Stéphane Mallarmé.
1891 : publicatie van Bonheur, Mes Hôpitaux en Chansons pour elle. 1892 : publicatie van Liturgies intimes in een katholiek tijdschrift. 1893 : publicatie van Mes Prisons, Élégies, Odes en son Honneur en Quinze jours en Hollande. 1894 : publicatie van Dans les limbes en Epigrammes; tweede uitgave van Dédicaces. 1895 : publicatie van Confessions. 1896 : postume publicatie van Invectives.
‘Il ne sera jamais possible de parler du Vers sans en venir à Verlaine’ Stéphane Mallarmé
Verlaine werd ‘le plus classique des Modernes, le plus moderne des classiques’ genoemd. Met zijn inbreuken op de regels van het rijm, zijn zeer persoonlijke gebruik van de ritmiek, zijn streven om ‘la musique avant toute chose’ in te voeren en zijn keuze van eenvoudige en evocerende woorden heeft Verlaine een heel eigen stijl ontwikkeld. Hij heeft ook deuren geopend waarvan de dichters van de generaties na hem volop gebruik hebben gemaakt. De symbolisten maakten van hem hun kopman. Hij heeft er echter steeds voor gezorgd niet tot deze of gene school te behoren. In een van zijn brieven die hij uit de gevangenis aan Lepelletier schreef, kondigde hij zijn poëtisch programma aan, waarin hij het streven naar experimenteren en kritiek op literaire modellen vermengt: ‘Je ne veux plus que l’effort se fasse sentir […] Je suis las des ‘crottes’, des vers chiés comme en pleurant, autant que des tartines à la Lamartine (qui, cependant a des choses inouïes de beauté) … Bref, je réfléchis très sérieusement à une réforme …’ Op het einde van zijn leven, toen hij uitnodigingen kreeg van literaire genootschappen, meer bepaald in België, gold hij als een van de grootste dichters van zijn tijd. Hoewel zijn ster vandaag misschien wat is getaand, leven vele van zijn versregels voort in de herinnering van de mensen. De woorden van Verlaine, die figuren als Ferré, Trenet en Gainsbourg op muziek werden gezet en waarmee Radio Londres de Landing in Normandië aankondigde, neuriën ook vandaag nog bitterzoete melodieën in onze oren en blijven betekenis hebben voor de mensen vandaag.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
12
DE TENTOONSTELLING: VERLAINE,
CEL NUMMER 252.
DICHTERLIJKE ONRUST
Epiloog Het levenseinde van Verlaine
Inleiding Verlaine, cel nummer 252 - Dichterlijke onrust
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
1893 - Terugkeer naar België De conferenties
13
1875 - 1891 - De schaduw van Rimbaud
1873 - 1875 - Verlaine in de gevangenis
1869 - 1873 - “We beminnen elkaar als tijgers”
1873 - De zaak Brussel
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
14
LEERLINGENDOSSIER P.4
Zoek de dichter
De leerlingen weten helemaal niets af van de context waarin deze teksten werden geschreven. Men kan hen aan het werk zetten rond één of meer gedichten. Doel: ontdekken waar de dichter zich bevindt en waarover hij het heeft. Intussen proberen ze te verwoorden welke emoties de gedichten oproepen en aan te geven welke elementen de dichter gebruikt om beelden te suggereren, een sfeer op te roepen en emoties op te wekken. Afhankelijk van het werk dat met de leerlingen al is gedaan in verband met poëzie, kan men in de verschillende teksten ook op zoek gaan naar het rijm, de versvoet … ANTWOORDEN OP DE VRAGEN Hoe zou je de algemene sfeer van elk gedicht omschrijven? Kun je er een kleur op plakken? De indruk is subjectief. Het is de bedoeling dat de leerlingen verwoorden wat ze voelen en daarbij verder gaan dan ‘ik vind dit mooi / ik vind dit niet mooi’. Kleuren kunnen hen helpen om wat ze voelen nauwkeuriger te verwoorden. Voor sommige gedichten maken kleuren het ook mogelijk om aan te geven waar de sfeer verandert. Door de tekst ook echt te kleuren kunnen de leerlingen die tekst beter in zich opnemen en zullen ze die eventueel opnieuw lezen. Door de kleuren nadien te visualiseren, kunnen ze de gevangeniswereld identificeren (veel zwart, grijs, het blauw van de hemel, heldere kleuren op de muren …). Op welk moment van de dag speelt het gedicht zich af? 1
Overdag
2
’s nachts
3
Avond-nacht-ochtend
4
Overdag
Welke zintuigen worden in de gedichten aangesproken? — Gezichtsvermogen (ciel, toit, bleu, arbre, voit), gehoor (cloche, tinte, chante, rumeur); — gezichtsvermogen en gehoor door afwezigheid (je ne vois plus rien, Silence, silence!), tastzin door een gevoel van koude (sommeil, caveau, dormez, tout espoir, dormez toute envie); — gezichtsvermogen (noire, gris, clair de lune, nuage, rayons bleus), gehoor (trotte, cloche); — gezichtsvermogen (fleurit, fou de clarté…), gehoor (bruit sec, pas un mot…), tastzin (il fait si chaud). De elementen tekenen die in het gedicht worden opgeroepen en de dichter situeren ten opzichte van die elementen. Deze oefening laat toe de elementen van het gedicht nauwkeurig te omschrijven door de tekst op een andere wijze te benaderen. Voorts laat de oefening toe de verschillende ‘houdingen’ die de dichter aanneemt visueel voor te stellen; samen met zijn lezer situeert de dichter zich immers op verschillende plaatsen vanwaar hij kijkt. 1 De dichter staat onder een dak onder een boom. Boven zich ziet hij de hemel. Ziet hij de klok en de vogel? Neen, hij hoort ze … (de tweede strofe legt de nadruk op wat we al dan niet zien; belang van de interpunctie). 2 Weinig elementen. Rond hem is het uitzicht onderbroken en zijn er donkere muren. Er is ook sprake van een externe beweging die hem laat schommelen. 3 Men zou er bijna een stripverhaal met meerdere vakjes van kunnen maken. De muis verschijnt in het begin en op het einde, in beweging (maar misschien is ze wel aanwezig in elk vakje?). Het is moeilijk om te bepalen waar de dichter zich bevindt. Het is net alsof hij alles van bovenaf ziet. 4 Een binnenplaats, mannen in een kring die langs een muur lopen, met knikkende knieën en een pijp in de mond. Maakt de dichter rondjes met
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
15
hen? In het begin lijkt dit niet het geval te zijn (hij gebruikt de 2de en de 3de persoon) maar op het einde blijkt dit toch het geval te zijn (1ste persoon: ‘J’en suis’, ‘Promenons-nous’). In zekere zin voegt hij zich bij hen, zijn ‘frères’. Waar bevindt de dichter zich? Waaruit kun je dit afleiden? Hij zit in de gevangenis. Aan de hand van slechts enkele gedichten valt dit moeilijk te ontdekken, maar dat wordt wel duidelijk als je alle gedichten samen neemt. De plaats in de gevangenis waar hij zich bevindt, varieert. 1 Hij zit in zijn gevangeniscel. De elementen die hij ziet, geven een aanwijzing. Er is een ‘buiten’ dat hem ontsnapt, waar het leven is. De laatste strofe geeft uiting aan spijt en verdriet en ook op grond daarvan kunnen we gissen dat het om een gevangene gaat. 2 Hij bevindt zich op een donkere plek, heen en weer geslingerd door een beweging die hem ontgaat. In vergelijking met het vorige gedicht, waar de dichter deel uitmaakte van zijn omgeving en zijn ogen open waren, lijken zijn ogen hier dicht te zijn en bevinden we ons veeleer in zijn hoofd; we onderzoeken zijn gemoedstoestand van binnenuit. 3 Hier geeft de term ‘gevangene’ ons duidelijke informatie over waar we ons bevinden. Het is echter moeilijk om de dichter te situeren ten opzichte van die plaats. Bevindt hij zich in zijn cel, in de gangen, volgt hij de muis? 4 De woorden ‘cachot’ en ‘voleurs’ zijn aanwijzingen. Hier bevinden we ons op de binnenplaats van de gevangenis.
DOCUMENTEN We verwijzen hier opzettelijk niet naar de precieze teksten; nadien kunnen we aangeven uit welke bundels de gedichten komen en wanneer ze zijn verschenen. Zo kunnen we ook aangeven hoeveel tijd er verstrijkt tussen het moment waarop een tekst wordt geschreven en het tijdstip van publicatie; als gevolg daarvan verandert het leven van de auteur soms volledig wanneer het grote publiek zijn tekst ontdekt. Aan de leerlingen kunnen we duidelijk maken dat hetzelfde geldt voor de liedjes waarnaar ze luisteren. — Le ciel est, par-dessus le toit…: Geschreven in september 1873 en verschenen in Sagesse (?). — Impression fausse (Dame souris trotte…): geannoteerd door Verlaine ‘ Brux., 11 juillet 73, entrée en prison’. Verschenen in Parallèlement. — Berceuse (Un grand sommeil noir…): geschreven in augustus 1873, verschenen in Sagesse. — Autre. La cour se fleurit de souci : geannoteerd ‘Bruxelles. Juillet 1873. préau des prévenus’. Verschenen in Parallèlement.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
16
LEERLINGENDOSSIER P.6
CEL
nr. 252
ANTWOORDEN OP DE VRAGEN
DOCUMENTEN
Wist je dit? In de 19de eeuw was België een voorloper in de organisatie van het gevangeniswezen. Antoine Ducpétiaux was van 1830 tot 1861 inspecteur-generaal van de gevangenissen en weldadigheidsinstellingen. Hij was een overtuigd filantroop en slaagde erin om het Belgisch penitentiair systeem volledig te hervormen: opsluiting in de gevangenis was weliswaar nog steeds een straf, maar moest ook leiden tot de morele verbetering van de veroordeelden. Daarvoor verving hij de gemeenschappelijke opsluiting door een opsluiting in cellen en deelde hij de gevangenissen in volgens de leeftijd, het geslacht en de antecedenten van de gedetineerden.
Kring van gevangenen: Convicts exercising in Pentonville prison, gravure de Bennetto extraite de l’ouvrage de John Binny et Henry Mayhew, The criminal prisons of London and scenes of prison life, London, Griffin, 1862.
Verlaine werd opgesloten in een van de gevangenissen die volgens die nieuwe ideeën werkte. In het geval van de dichter mogen we stellen dat die ‘morele verbetering’ er inderdaad is gekomen, althans tijdelijk en volgens de opvattingen van die tijd. Hij bekeerde zich immers en werd een fervent katholiek en besliste ook de losbandigheden van zijn vorige leven op te geven. Jaren later schreef Verlaine: ‘Les barreaux, Verlaine les assume. Ce furent les galons et les chevrons d’un poète errant, d’un philosophe honnête quand même, à travers toutes tentatives et en dépit d’un tempérament infernal.’ Een voorbeeld van een gedicht dat Verlaine in de gevangenis schreef en dat getuigt van zijn vurige geloof: O mon Dieu, vous m’avez blessé d’amour (link, zie bronnen).
De 4 afbeeldingen die de gevangenis van SintGilles voorstellen komen uit CASSIERS, Henri, La prison de Saint-Gilles en 1887, gravure afkomstig uit de krant The Graphic, 1887, illustraties van Madeleine Delbecq (Musée de la police intégrée de Bruxelles).
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
17
LEERLINGENDOSSIER P.8
DE ZAAK
BRUSSEL
Op basis van documenten uit het ‘dossier Rimbaud-Verlaine’ proberen de leerlingen vast te stellen welke feiten hebben geleid tot de aanhouding en opsluiting van Verlaine. ANTWOORDEN OP DE VRAGEN Naast Verlaine zijn er nog drie andere personen betrokken in deze zaak. Dit zijn hun portretten. Wie zijn ze en wat is hun relatie met Verlaine? — Elisa Dehée, 64 jaar (ten tijde van de feiten, niet op het portret), zijn moeder — Mathilde Mauté, 20 jaar, zijn vrouw— Arthur Rimbaud, 17 jaar, zijn vriend (hier is er geen enkele duidelijke aanwijzing dat ze minnaars zijn) Welke plaatsen worden er genoemd? — Londen — Parijs — Brussel Reconstrueer de feiten aan de hand van de documenten op de vorige pagina (plaatsen en handelingen van de personages). 3 juli 1873: Verlaine laat Rimbaud achter in Londen (NB: de getuigenis van Rimbaud in dit verband is onjuist) 8 juli (2 dagen vóór de 10de): Rimbaud zoekt Verlaine weer op in Brussel 10 juli: — Voormiddag: Verlaine koopt een pistool in de Sint-Hubertusgalerijen — Rond de middag: ze gaan eten in het Brouwershuis op de Grote Markt — Rond 14.00 uur: ze keren terug naar het hotel, Verlaine doet de deur dicht en schiet op Rimbaud, die gewond raakt aan de linkerpols. De moeder van Verlaine verzorgt hem en daarna gaan ze naar het Sint-Jansziekenhuis. Later keren ze terug naar het hotel. — Rond 17.00 uur: Rimbaud vertrekt, Verlaine en zijn moeder gaan met hem mee. Onderweg steekt Verlaine zijn hand in zijn zak. Rimbaud wordt bang en zoekt zijn toevlucht bij een agent aan wie hij vertelt wat er is gebeurd. Verlaine wordt aangehouden.
De rechter veroordeelt Verlaine tot een gevangenisstraf van twee jaar. Vind je de straf voor dit misdrijf mild, rechtvaardig of streng? Er is niet echt een ‘juist’ antwoord, daar er een beroep wordt gedaan op het aanvoelen van de leerlingen. Eventueel kan er een vergelijking worden gemaakt met de huidige straffen. Wel kreeg Verlaine de maximumstraf die destijds voor dit misdrijf bestond. Daar de rechter de mogelijkheid genoot om de strafmaat te verkorten maar dat niet heeft gedaan, mogen we besluiten dat hij streng is geweest. De volgende twee punten reiken een aantal pistes aan die helpen begrijpen waarom de rechter besliste om Verlaine streng te straffen. INBRENG VAN DE LEERKRACHT Zie biografie p.9 DOCUMENTEN De twee teksfragmenten komen uit het ‘Dossier Rimbaud-Verlaine’ dat bewaard wordt in de Koninklijke Bibliotheek van België (Ms. II 6.368) De portretten : Alcide Allevy, Portet van Verlaine, 1883 (Vulaines-sur-Seine, Musée départemental Stéphane Mallarmé, Inv. 994.5.1); Etienne Carjat, Foto van de jonge Rimbaud (Charleville-Mézières, Médiathèque Voyelles – Musée Arthur Rimbaud, Musée 0008); Foto van Elisa Dehée (Charleville-Mézières, Médiathèque Voyelles – Musée Arthur Rimbaud, AR 536-82); A. Liebert, Foto van Mathilde Mauté, rond 1870 (Rolle, Edouard-Henri Fischer). De foto’s van Brussel komen uit de collectie postkaarten van het Fonds Belfius, Koninklijke Academie Brussel, regio Brussel-Hoofdstad.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
18
LEERLINGENDOSSIER P.12
VERLAINE
EN RIMBAUD
In dit deel onderzoeken we de relatie tussen Verlaine en Rimbaud. Om te beginnen begrijpen we dat het vermoeden van een homoseksuele relatie tussen beide mannen een doorslaggevend argument is geweest in de veroordeling van Verlaine. Naast de affectieve relatie ontdekken we ook dat de band tussen beide mannen zeer belangrijk is geweest voor hun werk als dichter en voor de verspreiding van hun werk. Tot slot stellen we vast dat hun relatie vandaag hun legende blijft voeden in de collectieve verbeelding.
1 2 4
T
Z E L
Een doorslaggevende factor om Verlaine de maximumstraf te geven was onder meer de dubieuze relatie met Rimbaud. INBRENG VAN DE LEERKRACHT Zie biografie DOCUMENTEN De verklaring van Paul Verlaine bevindt zich eveneens in het Dossier Rimbaud-Verlaine dat bewaard wordt in de Koninklijke Bibliotheek van België (Ms. II 6.368).
V I
L
E
G
R
A
M
R
F M O O 5
R
E
V
O
3
L O N D E N
V
E
R D
OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL Horizontaal 4. Wat verstuurt Verlaine naar Rimbaud? 5. Wat kocht hij de St Hubertusgalerij? Verticaal 1. Hoeveel dagen id Verlaine al in Brussel? 2. Waarmee dreigt hij bij eijn vrouw? 3. Waar woonde hij voor hij naar Brussel kwam?
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
19
LEERLINGENDOSSIER P.14
Wie is
Verlaine?
ANTWOORDEN OP DE VRAGEN ANALYSE VAN DE AFBEELDING Dit zijn de elementen die in de afbeelding te zien zijn en de verbanden die men kan leggen met de levenswandel van Verlaine. De antwoorden die we hier voorstellen zijn pistes, maar dit soort oefening is voor interpretatie vatbaar. Een somber, ongerust, gekweld gezicht (hoe dan ook niet sereen of gelukkig…) Duivel of voorkomen van een mens met het lichaam van een duivel Het woord ‘décadence’ op de staart Definitie: ‘weg naar de ondergang; staat van wat vergaat, aftakelt’. Aanvulling: Verlaine werd geassocieerd met een zogenaamde ‘school’ van ‘decadentie’; hij verzette zich daartegen en wilde niet worden geassocieerd met welke ‘school’ ook. De lier en de boeken Aanvulling: De lier symboliseert de dichtkunst. Wat hier opvalt, is dat de lier van steen is, alsof het een muur was. De snaren gelijken op tralies … Verwijzing naar de jaren die Verlaine doorbracht in de gevangenis? Het hart doorboord door een pijl De leerlingen kunnen er vinden in wat ze op de vorige pagina’s hebben ontdekt (ongelukkige verhouding met zowel Mathilde als Rimbaud, alsook het ‘verlies’ van zijn zoon). ‘anarkh’ op het voorhoofd Aanvulling: Zou verband houden met een element van de Notre-Dame de Paris van Victor Hugo. Op de muur van de kathedraal is dit woord aangebracht, dat ‘fataliteit’ betekent en in de roman aanleiding geeft tot heel wat nadenken. Dit woord op het voorhoofd van Verlaine verwijst dus niet alleen naar zijn banden met Victor Hugo, die hij zeer bewonderde en persoonlijk kende, maar ook naar het ‘stempel van het lot’, hij is een slachtoffer van het noodlot.
Vind je in het artikel nog andere informatie over Verlaine die je niet in de afbeelding vindt? Er komen heel wat elementen aan bod. Een element dat we niet terugvinden in de afbeelding, is de brandende religieuze ijver van Verlaine, waarop het artikel wel ingaat. Noteer in vier punten de belangrijkste zaken die je met betrekking tot Verlaine hebt ontdekt De formulering is vrij, maar de belangrijke elementen zijn de volgende: — Hij was een groot dichter — Er is sprake van ambivalentie, er is een tegenstelling tussen zijn gedichten, die teder en fijngevoelig zijn, en zijn leven vol ellende en losbandigheid — Hij heeft een moeilijk en ongelukkig leven: ‘Pauvre Lélian’, ellende, ziek, gebroken hart … — Hij was zeer gelovig INBRENG VAN DE LEERKRACHT Zie biografie p.11 AAN JOU OM TE SPELEN Het anagram. Om te beginnen schrijven de leerlingen hun naam en voornaam op in hoofdletters. Daarna proberen ze welke woorden ze met die letters kunnen vormen; ze proberen bijvoorbeeld zoveel mogelijk adjectieven te maken met de beschikbare letters (ten minste vijf om het creatieve proces op gang te brengen). Wanneer ze daarmee klaar zijn, kiezen ze er één; met de overblijvende letters vinden ze een voornaam uit (de mogelijkheden kunnen worden uitgebreid tot namen, bijwoorden, bepalende woorden enzovoort, naargelang het zoeken wordt voortgezet…). DOCUMENTEN Illustratie van Emile Cohl in Les hommes d’aujourd’hui, Paul Verlaine (Brussel, KBR, Gedrukte Werken, II 87742, n°244).
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
20
LEERLINGENDOSSIER P.16
Verlaine en de Modernisten
ANTWOORDEN OP DE VRAGEN Duid twee elementen aan die Verlaine als vernieuwende elementen aanbrengt in de poëzie — ‘détruit le prestige de la rime et lui a enlevé son rôle de reine du vers’. — Hij heeft de ‘musique verbale’ en het ritme binnengebracht in de dichtkunst. Duid de woorden aan die naar de stad verwijzen: Le ciel est, par-dessus le toit, Si bleu, si calme ! Un arbre, par-dessus le toit, Berce sa palme. La cloche, dans le ciel qu’on voit, Doucement tinte. Un oiseau sur l’arbre qu’on voit Chante sa plainte. Mon Dieu, mon Dieu, la vie est là Simple et tranquille. Cette paisible rumeur-là Vient de la ville. Qu’as-tu fait ô toi que voilà Pleurant sans cesse, Dis, qu’as-tu fait, toi que voilà De ta jeunesse ? Verlaine gaat hier wel nog wat spelen met de interactie tussen natuur en stad. Evengoed de natuur komt aan bod in dit gedicht, maar evengoed de stad laat zich gelden. INBRENG VAN DE LEERKRACHT De regels van het rijm Het is natuurlijk interessant om dit punt in verband te brengen met de voorgaande poëtische stromingen voor zover die in de klas werden bestudeerd. Is dat niet het geval, dan vindt u hier enkele suggesties om even stil te staan bij de inbreuken op het ‘rijm’. Het ‘rijm’ omvat alle regels die men moest volgen om een ‘mooi’ resultaat te bereiken volgens de geldende canons in de poëzie. Zo was het alexandrijn het ‘koningsvers’: twaalf voeten, verdeeld in 2 gelijke delen, de halve alexandrijnen (hemistiches).
Verlaine trok zich daar helemaal niets van aan en volgde andere ritmes. Hij verplaatste de cesuur, speelde met syneresis en klinkerscheidingen en maakte misbruik van het enjambement… Hij gebruikte ook 14-voetige verzen enzovoort. Het vers bestond traditioneel uit twee regels, Verlaine nam de vrijheid daarvan af te wijken. Het rijke rijm (rime riche) werd aanbevolen (ten minste drie fonemen gemeenschappelijk, zoals in ‘cheval’ en ‘rival’), het arme rijm (rime pauvre) misprezen (slechts één gemeenschappelijke klinker, zoals in ‘ami’ en ‘parti’): Verlaine veroorloofde het zich om het rijm soms te vervangen door assonantie (Voici que la nuit vraie arrive / cependant jamais fatigué / d’être inattentif et naïf / François-les-bas-bleus s’en égaie). Het werd ook verplicht geacht om voor afwisseling te zorgen tussen vrouwelijk rijm (eindigend op een niet uitgesproken ‘e’, zoals in ‘finie’) en mannelijk rijm (de overige klanken). Verlaine liet niet na om ook deze regel te overtreden. We geven een voorbeeld uit Romances sans paroles (een gedicht met alleen maar vrouwelijke rijmen): Dans l’interminable Ennui de la plaine La neige incertaine Luit comme du sable. Le ciel est de cuivre Sans lueur aucune On croirait voir vivre Et mourir la lune
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
MEER WETEN: DE LEZINGEN IN BELGIË In 1893 trok Verlaine door België om er een aantal lezingen te houden. Nog voor zijn vertrek maakte hij zich echter al zorgen: de vorige keer dat hij naar België was gekomen, was hij er in de gevangenis beland. En net in België had hij enkele jaren eerder een (zeer) libertijnse gedichtenbundel gepubliceerd. Bestond er dan geen enkel risico meer? Zijn gastheren stelden hem gerust en de dichter werd inderdaad op geen enkel moment lastig gevallen. Integendeel, er werd uitgekeken naar zijn komst. Hij ging spreken in Brussel, Charleroi, Antwerpen, Luik en Gent en werd verwelkomd door figuren als Jules Destrée, Max Elskamp, Edmond Picard, Henry Van de Velde, Maurice Maeterlinck … Op te merken valt dat Verlaine naar België kwam toen er net een confrontatie was tussen twee literaire ‘stromingen’, elk vertegenwoordigd door een tijdschrift. Enerzijds L’Art Moderne van Edmond Picard en Octave Maus (vaandeldragers van de sociaal geëngageerde kunst die de hand reikten naar het symbolisme en de pleitbezorgers van de art nouveau), anderzijds La Jeune Belgique, een avant-gardistisch tijdschrift dat het opnam voor de kunst omwille van de kunst en waartoe mee bepaald Georges Rodenbach, Jules Destrée en Maurice Maeterlinck behoorden. De grenzen tussen beide stromingen waren natuurlijk niet hermetisch gesloten en deze stromingen evolueerden. Zo ging Verhaeren over van de tweede naar de eerste stroming en dus hielden de aanhangers van elke stroming de woorden van deze dichter en zijn meningen over het rijm nauwlettend in de gaten. Verlaine trok zich daar allemaal niets van aan.
21
gelegd met de figuur van de ‘poète maudit’, die zijn individualiteit in dergelijke mate opeist dat hij niet wordt begrepen). — Hij houdt ervan om nieuwe onderwerpen te behandelen die verband houden met de wereld rond hem, met concrete en actuele zaken. Op het einde van de 19de eeuw zijn de thema’s de stad, het ontstaan van de industrie, de machine, snelheid enzovoort. Het kan ook gaan om onderwerpen die de kunst tot dan links had laten liggen, zoals de mode. — Om dit te bereiken probeert hij nieuwe expressievormen te gebruiken die passen bij de tijdgeest: fragmenten, collages, montages, vervormingen … — Tot slot gebruikt hij de taal op een andere manier; hij overtreedt de klassieke regels en onderzoekt de mogelijkheden en de beperkingen van taal. Er kan een parallel worden gelegd met het impressionisme in de schilderkunst. We vinden enkele van deze kenmerken terug bij Verlaine. De nieuwe ambitie van de kunstenaar komt tot uiting in zijn verheerlijking van de ‘poètes maudits’; de nieuwe vormen en de overtreding van de traditionele regels komen aan bod in de bovenstaande teksten en de voorbeelden die nog volgen. Bij Verlaine vinden we echter niet zo heel veel nieuwe onderwerpen. DOCUMENTEN Afbeelding: Ernest Delahaye, Fragment uit een brief Paul Verlaine, met tekening(Verlaine slaat het beeld van Marianne aan stukken terwijl Delahaye toekijkt), 1881 (Parijs, Doucet, inv. 7203/226). Gedicht ‘Le ciel est, par-dessus le toit’, uit Sagesse (1880).
INBRENG VAN DE LEERKRACHT De Moderniteit Specialisten hebben het begrip Moderniteit geassocieerd met een richting die de literatuur (en ook de andere kunsten) vanaf de tweede helft van de 19de eeuw is uitgegaan. Welke waren haar kenmerken2? — Om te beginnen een nieuwe ambitie van de kunstenaar, die iets wenst toe te voegen aan de wereld in plaats van die wereld alleen maar te reproduceren: hij wil zijn persoonlijke visie, zijn originaliteit uitdragen. (hier kan de link worden
1 Naar LEGROS, G., STREEL, I. et MONBALLIN, M., Grands courants de la littérature française, Louvain-laNeuve, 2003, p. 25.
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
22
LEERLINGENDOSSIER P.18
Van Baude-
laire tot Amy Winehouse: verdoemde dichters
of ‘poètes maudits’
Het beeld van Rimbaud wordt zeer vaak geassocieerd met hedendaagse kunstenaars. Algemener geldt dat voor het beeld van de ‘poète maudit’. Dit zeer lichtgeraakte wezen dat in de rand leeft, een rebelse houding aanneemt en de neiging heeft zichzelf te vernietigen, is een courant beeld geworden voor ons, in die mate zelfs dat het soms een soort marketinginstrument wordt dat speelt met het cliché; het gevaar bestaat dan dat er wordt geraakt aan het wezen van het concept. Kan een rockster die zijn hotelkamer aan diggelen slaat, werkelijk beweren dat hij de ziel van een ‘poète maudit’ heeft, enkel en alleen omdat hij onder invloed was van drugs? De vraag blijft onbeantwoord … ANTWOORDEN OP DE VRAGEN Herkent u deze zanger? Het is Pete Doherty, zanger van groepen als The Libertines en Babyshambles. Hij wordt niet alleen geroemd om zijn talent en zijn poëtische schrijfstijl, maar staat vooral bekend om zijn problemen met drugs (hij werd zelfs al aangehouden en opgesloten in de gevangenis), zijn fratsen en zijn relatie met het topmodel Kate Moss. Vergelijk beide personages. Welke punten hebben ze volgens u gemeenschappelijk? Beschikt u over een goede internetverbinding, dan kunt u bij deze oefening via Google afbeeldingen zoeken van Pete Doherty en Rimbaud … Het gezicht als van een kind, de manier van kleden, de hoed en de sigaret/pijp springen onmiddellijk in het oog. Ook op het vlak van hun morfologie vertonen ze overeenkomsten.
Het artikel stelt Pete Doherty voor als een ‘poète maudit’. Welke eigenschappen worden er met dit concept geassocieerd? De ‘obscure kant van de rock ’n roll’, de fratsen, de drugs en de aanhoudingen. INBRENG VAN DE LEERKRACHT Indien er al is gesproken over het leven van Verlaine en Rimbaud, dan kan er gemakkelijk een parallel worden gelegd met dit artikel. Is dat niet het geval, dan kan de film Eclipse totale eveneens parallellen aanreiken. Komt dit deel ter sprake in het begin van het parcours, dan kan men zich veeleer baseren op de tekst over het concept van de ‘poètes maudits’ en kan men de leerlingen vragen welke voorstellingen ze daarmee associëren. Vervolgens gaat men dieper in op Verlaine als een soort ‘voorloper’ van dit beeld van de dichter/kunstenaar. Van de hierna genoemde kunstenaars komt het beeld volledig of gedeeltelijk overeen met dat van de ‘poète maudit’. Beschikt u over een scherm en een internetverbinding, dan kunt u uw leerlingen foto’s van die kunstenaars tonen die u kunt vinden met behulp van Google Images. Zo kunt u duidelijk de elementen terugvinden die bijdragen tot het clichématige beeld van de rock ’n roll. Amy Winehouse (NB: ook bij Verlaine kwam er een vrouw voor op de lijst van de ‘poètes maudits’); Jim Morrison; Bob Dylan (trailer van de film I’m not there, zie bronnen), Basquiat (artikel ‘Basquiat, le nouveau Rimbaud’, zie bronnen), Serge Gainsbourg, Léo Ferré, Patti Smith, Britney Spears (analyse zie bronnen). VOOR WIE VERDER WIL GAAN Dit is het voorwoord van Verlaine in Les Poètes maudits: ‘C’est Poètes absolus qu’il fallait dire pour rester dans le calme, mais outre que le calme n’est guère de mise en ces temps-ci, notre titre a cela pour lui qu’il répond juste à notre haine […] pour le vulgaire des lecteurs d’élite – une rude phalange qui nous la rend bien. Absolus par l’imagination, absolus dans l’expression, absolus comme les Reys-Netos des meilleurs siècles. Mais maudits ! Jugez-en.’ De dichters die Verlaine ‘maudits’ noemt, zijn Corbière, Rimbaud, Mallarmé, Marceline Desbordes-Valmore, Villiers de L’Isle-Adam. Nadien heeft de traditie ook Baudelaire, Nerval en Lautréamont aan dat lijstje toegevoegd.
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
23
LEERLINGENDOSSIER P.20
Wedstrijd ‘Kom maar dichter’
STIJLFIGUREN Oxymoron: cri doux Assonantie: douce/mousse – murmure/susurre Alliteratie: frêle et frais – pleure/plaire – fruit, fleurs, feuilles Metafoor: un frisson d’eau sur de le mousse/ le ciel est de cuivre
WEDSTRIJD Maak de dichter in jezelf wakker en ga aan de slag met poëtische gedachten. Je hoeft het helemaal niet ver te zoeken. Begin gewoon bij dagdagelijkse dingen, dingen die je leuk vindt, mensen die je leuk vindt, of net niet. Denk aan deze mensen, dingen, zoek verbanden, roep beelden op,… en kruip in je pen. Maak met je klas, of afzonderlijk, een sprekende tekst, met of zonder rijm en probeer woorden uit te kiezen waarbij de lezer zich kan inleven in wat je voelt of wilt weergeven. Zet het op papier, dat mag op alle mogelijke wijzes (denk aan geschreven met de hand, getypt, in kleur, met tekeningen, collage,…). Stuur je gedicht per post naar de Koninklijke bibliotheek van België en neem zo deel aan de poëziewedstrijd ‘Kom maar dichter’. Info en inspiratie vind je terug op: www.kbr.be www.kommaardichter.wordpress.com Wie weet val je in de prijzen!
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
24
PRAKTISCHE
INLICHTINGEN
ADRES BAM Rue Neuve, 8 7000 Mons België OPENINGSUREN MA. > ZON. - 10.00 > 18.00 TARIEVEN 9€ Groepstarief 5€ tarief middelbare scholen 3€ tarief lagere scholen
VERLENG JE BEZOEK AAN DE TENTOONSTELLING MET VOLGENDE ACTIVITEITEN
POËZIEWEDSTRIJD “KOM MAAR DICHTER”
TOT 13.11.15
Tover de dagelijkse werkelijkheid om tot poëzie en bezorg ons een gedicht in om het even welke vorm: tekst, collage, afbeeldingen… MEER INFO: WWW.KBR.BE WWW.KOMMAARDICHTER.WORDPRESS.COM
Ticket geeft ook toegang tot de tentoonstelling Parade Sauvage
RONDLEIDINGEN 65€ in de week – 80€ avond en weekend CONTACT Coördinatrice Jeugd en gezinnen Isabelle Peters -
[email protected] +32 (0)493 09 30 11 Kleuter en lager onderwijs Elise Grawez -
[email protected] +32 (0)473 30 70 13 Middelbaar onderwijs Clémentine Hemeryck
[email protected] +32 (0)498 92 01 21 Hoger en universitair onderwijs Florence Devos -
[email protected] +32 (0)498 92 01 15 Team van de Museumpool van de Stad Bergen +32 (0)65 40 53 12
[email protected] BESPREEKBUREAU Voor alle reservaties voor schoolgroepen (uitgezonderd geleide tentoonstellingsbezoeken), neem contact op met: Camille Cornil -
[email protected] +32 (0)65 39 59 39 Pour toute réservation de visites guidées, contactez la Maison du Tourisme de Mons au +32 (0)65 35 34 88
HET LIBRARIUM VAN DE KBR GAAT DE POËTISCHE TOER OP.
BRUSSEL - KUNSTBERG KEIZERSLAAN 2 GRATIS
Librarium gaat de dichterlijke toer op! Kom deze tentoonstelling ontdekken aan de hand van de Metamorfosen van Ovidius, de Calligrammes van Apollinaire en tal van andere uitzonderlijke documenten. In samenwerking met de KBR.
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
Webografie/
bibliografie
Vive la poésie. Cahier d’activités, Minus, 2012 BARJON, Louis, De Baudelaire à Mauriac, l’inquiétude contemporaine, Paris, 1962. BERNADET, Arnaud, Poétique de Verlaine. « En sourdine, à ma manière », Paris, Classiques Garnier, 2014 (Etudes romantiques et dix-neuvièmistes, 44). BERTRAND, Jean-Pierre et DURAND, Pascal, Les poètes de la modernité. De Baudelaire à Apollinaire, Paris, Seuil, 2006. BOUSMANNE, Bernard, Reviens, Reviens, cher ami. Rimbaud-Verlaine, l’Affaire de Bruxelles, Bruxelles, 2006. BOUSMANNE, Bernard, Verlaine en Belgique, cellule 252. Turbulences poétiques, Bruxelles, Editions Mardaga, 2015. BERTRAND, Jean-Pierre et DURAND, Pascal, Les poètes de la modernité. De Baudelaire à Apollinaire, Paris, 2006. LEGROS, Georges, STREEL, Isabelle et MONBALLIN, Michèle, Les grands courants de la littérature française, Averbode, 2003 Vive la poésie. Cahier d’activités, Minus Éditions, 2012. VANNIER, Gilles, Paul Verlaine ou l’enfance de l’art, Seyssel, 1993. www.maulpoix.net/critique.html#Poésie moderne
25
Mons 2015 PEDAGOGISCH DOSSIER
26
VERLAINE, CEL NUMMER 252 - DICHTERLIJKE ONRUST
27
FONDATION MONS 2015
106 Rue de Nimy 7000 Mons (Belgique) www.mons2015.eu Éditeur responsable : Yves Vasseur