Tentamens AIS 1. Waaruit bestaat volgens Starreveld ca de kern van het besturen? C. Het nemen van beslissingen met betrekking tot doelstellingen, middelen en werkwijze van de organisatie en de binnen de gekozen werkwijze te verrichten handelingen. 2. Over welke objecten moet volgens Starreveld ca een kwaliteitsoordeel worden gevormd in het kader van BIV. A. De verstrekte informatie, het informatieverzorgingsproces, het ontwerp- en ontwikkelingsproces en het beheer en onderhoud van het informatieverzorginssysteem. 3. Welke van de volgende stellingen is waar? B. Afhankelijk van wetmatigheden kan de indirecte methode voor het verkrijgen van basisgegevens al dan niet worden toegepast. 4. Welke van de volgende stellingen is waar volgens Starreveld ca. A. Plannen en budgetten reiken in de betekenis van informatieverstrekking van de oordeelsvorming ex ante verder dan prognoses en begrotingen. Plannen en budgetten reiken verder: hieraan ligt een bestuursbeslissing ten grondslag .
5. Welke controles behoren volgens Starreveld ca niet tot het interne betrouwbaarheidssysteem? C. Voortgangscontrole (Informatiecontrole, Bewaringscontrole en bevoegdheidscontrole behoren tot het interne betrouwbaarheidssysteem.)
6. In Starreveld ca deel 1 wordt het KAD model behandeld. In dit verband wordt ook over regelkringen geschreven. Wat is geen regelkring in de zin van het KAD model D. ketengerichte sturing 7. Waartoe kan slepen leiden? D. min of meer duurzame verduistering van ontvangen zaken 8. Starreveld ca stellen ten aanzien van controletechnische functiescheiding het volgende.. B. de kwaliteit van een organisatie kan worden afgemeten aan de mate waarin het ideaal van een volledige functiescheiding wordt benaderd. 9. Het intern betrouwbaarheidssysteem kent een aantal grenzen. Welke worden in Starreveld onder andere genoemd? B. Samenspanning Grenzen: Economische gronden, samenspanning, hoogste leiding neemt minder maatregelen, maatrgelen worden niet uitgevoerd.
1
10. In de meeste bedrijven is het bezwaarlijk alle voorraden in een korte periode na elkaar te inventariseren. Onder welke voorwaarde(n) zijn deelinventarisaties mogelijk. A. Aanwezigheid van iemand die maatschappelijk en functioneel onafhankelijk staat van de te controleren bewaarder. 11. Welke eisen dienen aan het informatieverzorgingssyssteem te worden gesteld om toepassing van een omspannende materiele verbandscontrole mogelijk te maken? B. Er mogen geen gemengde rekeningen worden gebruikt en toestandsgrootheden moeten kunnen worden geïnventariseerd. 12. Een geprogrammeerde controle waarbij volgens Starreveld ca toleranties zijn toegestaan is A. redelijkheidscontrole geprogrammeerde controles (in de software). * Controles zonder tolerantie, zoals totaal-controle (batch/ hash total), verbandscontrole, volgordecontrole of bestaanbaarheidscontrole. * Controles met tolerantie, met een toegestane tolerantie redelijkheidscontrole, verbandscontrole (tolerantie in omzettingsfactor) De omspannende materiele verbandscontrole kunnen in de praktijk nooit volkomen sluitend worden gemaakt, omdat: het infosysteem het leveren van bewijs moet mogelijk maken de waardenkringloop nooit zo eenvoudig is er altijd verstoringen zijn zoals indrogen, verstuiven, enzovoorts. de waardenkringloop betrekking heeft op passieve productiemiddelen terwijl er ook transacties zijn met actieve productiemiddelen (arbeid, dpm) er altijd het risico is van buiten de administratie houden van zowel inkoop als verkoop (‘zaakje in de zaak’)
13. Welke stelling is volgens Starreveld ca waar A. De waardekringloop gaat uit van een procesbenadering De waardekringloop gaat uit van een procesbenadering. Deze manier van denken staat haaks op bijvoorbeeld afdelingsgewijs denken of hiërachisch denken. Overigens kunnen onderdelen van het waardekringloopproces zich organisatorisch afdelingsgewijs voltrekken.
14. Wie verricht de factuurcontrole volgens Starreveld ca C. administratie Ontvangen facturen worden direct door de Financiële administratie ingevoerd, waarna automatisch controles worden uitgevoerd, zoals matching met bestel-, ontvangst- en keuringsgegevens. Voor de factuurcontrole op de prijzen matcht het systeem de ingevoerde factuurgegevens met het prijzenbestand in het artikel- cq leveranciersbestand. Tevens worden ingevoerd: intern factuurnummer (voor identificatie) ontvangstdatum vd factuur factuurdatum Bij gebruik van EDI behoort een geheel geautomatiseerde controle vd factuur tot de mogelijkheden.
2
Bij acceptatie van de factuur volgt automatische boeking in het grootboek en crediteuren-administratie. Bij factuurverschillen (dus verschil met bestelgegevens enz) moet de betreffende bevoegde functionaris worden ingeschakeld. Deze moet besluiten of de factuur wordt geaccepteerd.
15. Wanneer wordt een inkoopfactuur bij een onderneming geboekt volgens Starreveld ca C. direct na controle en goedkeuring van de factuur Bij acceptatie van de factuur volgt automatische boeking in het grootboek en crediteuren-administratie. Bij factuurverschillen (dus verschil met bestelgegevens enz) moet de betreffende bevoegde functionaris worden ingeschakeld. Deze moet besluiten of de factuur wordt geaccepteerd.
16. Wat is de controletechnische functie van degene die de opdracht tot betaling geeft C. beschikkend
beslissen tot (niet) betalen door directeur, treasurer of een procuratiehouder, de procuratiehouder geeft de facturen vrij voor betaling (beschikkende functie)
17. De uitspraak: “bedragen verschuldigd aan verkopers dienen juist en direct geclassificeerd, samengevat en gerapporteerd te worden” betreft de volgende transaction cycle. B. Expenditure Revenue cycle: customers and prices should be authorized in accordance with management’s criteria. All shipments result in billing, all billing should be accurately, promptly classified summarized and reported. Customer order entry, billing, accounts receivable, sales reporting Expenditure cycle: Vendors should be authorized in accordance with management’s criteria. Employees should be hired in accordance with management’s criteria. Access to personnel, payroll, and disbursement records should be permitted only in accordance with management’s criteria. Compensation rates and payroll deductions should be authorized in accordance with management’s criteria. Amounts due to vendors should be accurately and promptly classified, summarized, and reported. Vendor selection, requisitioning, purchasing, accounts payable, payroll Production cycle: The production plan should be authorized in accordance with management’s criteria. Cost of goods manufactured should be accurately and promptly classified, summarized, and reported. Production control and reporting, product costing, inventory control, property accounting Finance cycle: The amounts and timing of debt transactions should be authorized in accordance with management’s criteria. Access tot cash and securities should be permitted only in accordance with management’s criteria. Cash management and control, debt management
18. Welke van de onderstaande IT functies is in het algemeen verantwoordelijk voor het ontwerp, de programmering en het herstel van computerprogramma’s” A. technische ondersteuning 19. De verantwoordelijkheid voor het instellen en onderhouden van een internal control structuur ligt bij D. de controller 20. In de meeste gevallen van computerfraude is de volgende methode gebruikt B. Manipulatie met invoer van gegevens
3
Input manipulation (most cases of computer fraud)
21. Om controles uit te voeren telt een medewerker de Sofi-nummers op van elke batch met salarisbetalingen. Welke van de volgende termen beschrijft het desbetreffende totaal het best. A. hashtotal geprogrammeerde controles (in de software). invoercontroles Controles zonder tolerantie, zoals totaal-controle (batch/ hash total), verbandscontrole, volgordecontrole of bestaanbaarheidscontrole. controles met tolerantie, zoals redelijkheidscontrole en ook verbandscontroles.
22. Het prijzen vindt in het klant order managementproces gewoonlijk plaats tijdens D. de facturering Facturering Nav de invoer vd goederenafgifte muteert het systeem het voorraadbestand (status 'verzonden') en, met raadpleging vh prijzenbestand, het debiteurenbestand (status 'te factureren'). Dagelijks raadpleegt het systeem het debiteurenbestand en genereert een factuur vd te factureren posten. De status vh debiteurenbestand wordt gewijzigd in 'gefactureerd'.
23. Contante betalingen die in de postkamer worden ontvangen moeten direct overgedragen worden aan A. kassier 24. Welke van de volgende afdelingen is onder normale omstandigheden verantwoordelijk voor de voorbereiding van de inkoop order: B. Inkopen 25. Welke van de volgende documenten dient in een productie control applicatie systeem als een autorisatie voor de productie om bepaalde producten te maken. A. een productie order
Tentamen... 1. Welke van de volgende elementen zijn niet opgenomen in de definitie van Bestuurlijke Informatieverzorging zoals opgenomen in Starreveld ca deel 1. B. de gehele levenscyclus van data ontstaan tot en met de verantwoording ermee Definitie Bestuurlijke Informatieverzorging: Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen in engere zin (kiezen uit alternatieve mogelijkheden), het doen functioneren en het beheersen van een huishouding en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
2. Het “uniform basispatroon” volgens Starreveld ca deel 1 heeft het meest betrekking op A. de waardekringloop
4
3. Wat is het voordeel van het werken met intracomptabele gegevens boven het werken met extracomptabele gegevens. B. voor deze gegevens hoeft niet extra betaald te worden. Duurzaam toegepaste methoden: 1. De specifiek financiële administratie (boekhouding) Deze is een zeer belangrijk middel; bij vermogensverantwoordingsadministratie(dubbel boekhouden) worden alle verkregen en toegevoegde waarden systematisch gevolgd, waarbij de totale waardenkringloop in een aantal fasen wordt verdeeld die allen worden geregistreerd. Als gevolg van de toenemende arbeidsverdeling zullen meer personen worden gemachtigd over goederen en geld te beschikken. De betekenis van de interne verantwoording hiervan en de controle hierop word steeds groter; in de vermogensadministratie kan men steeds meer verantwoordingen van gedelegeerde functies verwerken. 2. Statistische bewerking van comptabele gegevens: dit houd in: berekenen van gemiddelden, verhoudingscijfers, spreidingscijfers, trendcijfers, correlatiecoëfficiënt, enzovoorts. 3. Extracomptabele statistieken Extracomptabel betekend: buiten de boekhouding om. Door middel van afzonderlijke waarneming- en registratieprocedures kan informatie worden verkregen over bijvoorbeeld ziekteverzuim, machine netstoringen. 4. Andere extracomptabele administraties Voor niet statische doeleinden, bijvoorbeeld persoonsadministratie, technische gegevens machinepark Incidenteel toegepaste methoden: 1. Statistische bewerking van enquêteresultaten Gevaar van te subjectief karakter; toetsing aan objectieve gegevens kan gewenst zijn 2. Statistische bewerking van bijzondere waarneming mbt geselecteerde objecten/ gevallen Deze methode neemt een belangrijke plaats in bij doelmatigheidsonderzoeken 3. Statistische bewerking van multi- momentsopnames. Bij deze methoden worden een groot aantal verricht van zeer korte duur, gericht op de dan aanwezige toestand. Met behulp van waarschijnlijkheidsberekening kan een kwantitatieve conclusie worden getrokken 4. Intercomptabele zoeklichtadministratie Dit ten behoeve van (extra) info van kwantitatieve aard, waarbij niet al te hoge eisen aan de nauwkeurigheid behoeven te worden gesteld. Degene die zelf met de uitvoering is belast vult tijdelijk uitvoeriger verantwoordingsformulieren in die voor de normale boekhouding niet van belang zijn.
4.
De twee metavragen van Starreveld “vormen het geheel van interne controle maatregelen een doeltreffend en doelmatig geheel? worden de voorschriften die daarmee samenhangen voldoende nageleefd?”
B. Hebben zowel betrekking op het interne-beheersingssysteem als het interne betrouwbaarheidssysteem. Interne-beheersingssystemen
Interne-betrouwbaarheidssystemen
Beoordeling van de oordeelsvorming ex ante Verwachtingscontrole Beoordeling van het feitelijke bedrijfsgebeuren Beleidsbeoordeling Uitvoeringsbeoordeling Voortgangsbeoordeling Doelmatigheidsbeoordeling Kwaliteitsbeoordeling Beoordeling van de gehanteerde normen
Bevoegdheidscontrole Bewaringscontrole
Informatiecontrole
5
Normbeoordeling Metavragen Vormt het gehele systeem een doelmatig en doeltreffend geheel? Worden de voorschriften van het systeem voldoende nageleefd?
5. In Starreveld ca deel 1 wordt het KAD model behandeld. Uit welke modules bestaat het KAD model D. productmodule, procesmodule en structuurmodule 6. Bij de controle van de uit basisgegevens afgeleide samenvattende of anderzins veredelde gegevens die als informatie worden verstrekt, dient het volgende te worden gecontroleerd. C. betrouwbaarheid van de gebruikte gegevens en juiste toepassing van bewerkingsregels 7. De techniek van het slepen kent een aantal varianten. Welke zou voor een fraudeur tot het gewenste resultaat kunnen leiden. A. Ontvangsten later verantwoorden dan deze werkelijk hebben plaatsgevonden. Datumcontrole blijft dan wel belangrijk gezien de mogelijkheid tot slepen door de magazijnmeester
8. In de meeste bedrijven is het bezwaarlijk alle voorraden in een korte periode achter elkaar te inventariseren. Onder welke voorwaarde(n) zijn deelinventarisaties mogelijk A. bij aanwezigheid van iemand die maatschappelijk en functioneel onafhankelijk staat van de te controleren bewaarder Voor zover de inventarisatie met het oogmerk van controle geschiedt, dient deze te worden uitgevoerd door (of in aanwezigheid van) iemand die maatschappelijk en functioneel onafhankelijk staat vd te controleren bewaarder. Inventarisatieploeg moet onafhankelijk zijn vd bewaarfunctie en vd KVA. Het is gewenst een protocol van opneming te maken.
9. Welke eisen dienen aan het informatieverzorgingsysteem te worden gesteld om toepassing van een omspannende materiele verbandscontroles mogelijk te maken. B. Er mogen geen gemengde rekeningen worden gebruikt en toestandsgrootheden moeten kunnen worden geïnventariseerd. 10. Met migratie van controles wordt bedoeld. B. de verschuiving van controlemaatregelen die door gebruikers worden uitgevoerd naar controles in systeem- en toepassingsprogrammatuur. De technische ontwikkeling maakte on line/ real time verwerking mogelijk; migratie van controles: verschuiven van IC-maatregelen van gebruikers binnen het systeem autorisatiecontrole door systeemprogrammatuur volledigheidscontrole door applicatieprogrammatuur (doorlopende nummering)
11. Een PC-omgeving is B. moeilijker te beheersen als een mainframe omgeving door het gebrek aan functiescheiding Bij de verdere miniaturisering van computers in de jaren ’80 deed de PC zijn intrede. De hierboven bij 4 genoemde complicaties doen zich bij PC’s in verstrekte mate voor: gevaar van weinig discipline in back-up procedures fysieke beveiliging nog moeilijker verdere afbraak van functiescheiding.
6
Toepassing van netwerken daarentegen vergroot de mogelijkheden tot IC-maatregelen weer, maar tegelijkertijd is het netwerk door de concentratie van functies in de ‘server’ juist weer extra kwetsbaar geworden.
12. Binnen een geautomatiseerde omgeving moet er functiescheiding zijn A. tussen ontwikkelen en gebruik van applicaties Functiescheidingen enerzijds tussen de gebruikersorganisatie en de automatiseringsorganisatie Binnen de automatiseringsorganisatie tussen: - systeemontwikkeling en programmering - GGV - technische ondersteuning (DB-Administrator, netwerkbeheer) - staffunctie bibliotheekbeheer (tussen gebruikers en bouwers in) - staffunctie interne controle/security
13. Welke vraag maakt geen deel uit van de twaalf vragen waarin de hoofdproblematiek van het vak bestuurlijke informatieverzorging is samengevat B. hoe kan de informatieverzorging tegen de laagste kosten plaatsvinden Twaalf vragen die de problematiek van Bestuurlijke-informatie-verzorging samenvatten Vragen betreffende het ‘wat’, in casu ‘welke informatie?’ 1. Welke informatie hebben de verschillende functionarissen voor hun besluitvorming, uitvoeringsvoorbereiding, uitvoering en controle nodig? 2. Welke informatie moeten zij eventueel kunnen verschaffen ten behoeve van hun egen decharge? 3. Welke basisgegevens dienen te worden vastgelegd ten behoeve van de onder 1 en 2 bedoelde informatie, alsmede die ten behoeve van het contact met derden? Vragen betreffende het ‘wie’, in casu ‘welke taakverdeling?’ 4. Waar en door wie dient de eerste vastlegging van de basisgegevens te worden gemaakt? 5. Door wie kan de verdere gegevensverwerking het best geschieden? 6. Hoe dient de taakverdeling met betrekking tot de bedrijfsvoering overigens te zijn geregeld opdat met de informatieverzorging belaste organen hun functie op optimale wijze kunnen vervullen? Vragen betreffende het ‘hoe’, in casu ‘welke werkwijze?’ 7. Volgens welke systematiek kunnen de primaire vastlegging en de verdere verwerking van de gegevens het best geschieden? 8. Hoe kan de geproduceerde informatie het best ter beschikking worden gesteld van hen die deze nodig hebben? 9. Hoe kan een optimale betrouwbaarheid van de geproduceerde informatie worden verzekerd? Vragen betreffende het ‘wanneer’, in casu ‘welk tijdschema?’ 10. Op welke tijdstippen dienen de primaire vastleggingen te worden gedaan? 11. Wat is de lengte van de perioden waarover de samenvattende overzichten dienen te worden geproduceerd? (informatie-interval) 12. Op welke tijdstippen dienen de onderscheiden gegevensverwerkingsprocessen te zijn beëindigd, opdat de informatieverstrekking tijdig kan plaatsvinden? (informatievertraging)
14. Welke categorie inkopen wordt niet door Starreveld onderkend in het kader van het bepalen van de positie van de inkoop binnen een organisatie. C. digitale inkoop administratief georiënteerde inkoop gaat het veelal om de beschikbaarheid van goederen tegen een acceptabele prijs. Gaat te werk volgens vaste richtlijnen.
7
technisch georiënteerde inkoop betreft het vooral het kritische gehalte van de specificaties, zodat nauw met de leveranciers moet worden samengewerkt: zo nauw dat eventueel gekozen wordt voor een beperkt aantal mogelijke leveranciers of zelfs voor één leverancier (co-makership). Waarbij de technische specificatie een belangrijke plaats inneemt, vaak zelfs in die mate dat het voldoende aan deze specificatie van meer betekenis is (uiteraard binnen zekere grenzen) dan de prijs. commercieel georiënteerde inkoop is het vooral van belang niet afhankelijk te zijn van één leverancier om – door het uitbrengen van offerteverzoeken of door onderhandelen – kostenvoordelen te kunnen behalen. Is kenmerkend voor het handelsbedrijf, met een grotere gevoeligheid ten opzichte van de prijs.
15. Wanneer is volgens Starreveld sprake van een inkoopresultaat D. indien natuurproducten worden ingekocht die een wisselende kwaliteit kunnen hebben en waarvoor de leverancier zicht niet garant heeft gesteld. (blz 50, deel 2A) In sommige gevallen zal op grond van deze registratie een zeker ‘inkoopresultaat’kunnen worden berekend, zijnde het geld op gewaardeerde verschil tussen de verwachte samenstelling van de ingekochte goederen en de werkelijke samenstelling van de ontvangen goederen, zowel voor wat de kwantiteiten als voor wat de kwaliteiten betreft. Een inkoopresultaat zal voorkomen in die situaties waarin de leverancier geen harde garanties kan geven omtrent de kwaliteit en samenstelling van de te leveren producten. Veelal gaat het, zoals reeds vermeld, om natuurproducten in een onbewerkte of licht bewerkte vorm. Er is dan veelal spraken van de inkoop van een bepaalde partij voor een bepaalde prijs. Het verschil tussen de verwachte hoeveelheid/kwaliteit en de geleverde hoeveelheid/kwaliteit zal bij ontvangst van de betreffende partij worden vastgesteld, (meestal) de intern geldende tarieven per standaardeenheid product. Het verschil tussen deze voorraadadministratie opgenomen waarde en de aan de leverancier betaalde prijs is het inkoopresultaat.
16. Wat is de controletechnische functie van de crediteurenadministratie Controlerend of registerend Degene die schulden bewaart (en registreert) is normaal gesproken de crediteuren-administrateur (beheer van onbetaalde facturen). De bewaarder moet dus buiten inkoop, goederenontvangst en betalingsverkeer staan. Hij voert taken uit in opdracht van anderen. Degene die de geregistreerde schuldverhoudingen met de crediteuren controleert. In een kleine organisatie zal dat het hoofd vd administratie zijn.
17. Welke van de volgende opties is een aanvaardbare keuze vanuit de optiek van een goede internal control A de kassier rapporteert aan de treasures B. de salarisafdeling rapporteert aan de controller C. zowel a als b zijn onaanvaardbaar D. zowel a als b zijn aanvaardbaar 18. Welke van de onderstaande elementen is een element van een internal proces C. information and communication 19. Welke van de volgende maatregelen beperkt de mogelijkheid tot het opstarten van een transactie door een beperkt aantal mensen. A. autorisatie Autorisatie in de informatica is het proces waarin een subject (een persoon of een proces) rechten krijgt op het benaderen van een object (een bestand, een systeem). De autorisatie wordt toegekend door de objecteigenaar. Het leidende principe daarbij is need-to-know: je mag alleen zien wat je voor je functie nodig hebt. Er bestaat een direct verband met Administratieve Organisatie.
8
audit trail:: het pad waarlangs een ingevoerde post in het systeem te volgen is, en een geproduceerd gegeven is terug te leiden op een ingevoerde post. Bij de constructie van een audit trail gaat het dus om: adequate invoerverslagen (totalen, doorlopende nummering), verwerkingsverslagen, mutatieverslagen (‘before and after images’), een adequaat stelsel van verwijzingen. A fidelity bond is a form of protection that covers policyholders for losses that they incur as a result of fraudulent acts by specified individuals. It usually insures a business for losses caused by the dishonest acts of its employees
20. Een vernietigend computerprogramma verpakt in een normaal computerprogramma is een C. trojan horse 21. Welke van de volgende fouten zou vermoedelijk worden gecorrigeerd bij key verification van data input A. een medewerker van de afdeling verkoop zet een fout productnummer op een verkoopfactuur. Deze factuur is vervolgens afgegeven aan een data entry medewerker die werkzaam is op de automatiseringsafdeling voor vertaling van de key naar een voor de computer leesbaar format B. een data entry medewerker op de automatiseringsafdeling typt een verkeerd nummer op de factuur bij het coderen van een document tot een voor de computer leesbaar format C. a en b D. noch a noch B 22. Welke van de volgende afdeling zou de vergelijking moeten maken tussen de ontvangstbon met de openstaande verkooporders en de voorbereiding van de samenvatting van de dagelijkse verkopen B. verkooporders Orderbehandeling Het systeem controleert of afnemer betalingsachterstand heeft of op zwarte lijst staat. Bij orders boven een door de directie gestelde limiet verricht het hoofd verkoop een aanvullend kredietwaardigheidsonderzoek. Het systeem raadpleegt het voorraadbestand voor controle op leverbaarheid. Als ogv kredietwaardigheid of voorraad niet kan worden geleverd, deelt de verkoopfunctionaris dit mee aan de afnemer. Als de order wel uitvoerbaar is, boekt het systeem de order door naar het voorraadbestand (status 'uit te leveren') en genereert een uitleveropdracht in het magazijn. Het systeem bewaakt de tijdige afhandeling vd order.
23. De factureringsfunctie rapporteert onder normale omstandigheden aan B. treasurer beslissen tot (niet) betalen door directeur, treasurer of een procuratiehouder
24. Welke van de volgende afdelingen dient de het ontvangstrapport naar de crediteurenafdeling te zenden. B. ontvangstafdeling De magazijnmeester mag alleen na opdracht goederen afgeven, waarna hij schriftelijk kwijting ontvangt voor de afgegeven goederen. Met deze kwijtingen kan hij verantwoording afleggen over de door hem uitgeoefende bewaarfunctie. Inschakelen afzonderlijke ontvangstafdeling: Bij grote bedrijven zien we vaak een afzonderlijke ontvangstafdeling, vooral bij inkoop in partijen, sorteren, keuren etc. Deze afdeling stelt een gedetailleerd
9
sorteerrapport op, waardoor IC versterkt wordt en tevens als hulpmiddel voor het bepalen vh inkoopresultaat.
25. Welke van de volgende documenten heeft in een productie control applicatie systeem een autorisatiefunctie om grondstoffen vrij te geven voor de productie. A. een productieorder
10
Tentamen AIS 1 (Ik heb geen toelichting of ander antwoord bij de vragen 1 t/m 17 gezet…) 18. Programming 19. Management 21. A (blz. 221) 22. Order entry (blz. 262) 23. A (blz. 263) 24. B 25. A
Tentamen AIS 2 2. Informatieverzorgingsprocessen 16. Controlerend of registrerend?? 21. B 22. Factuur 23. A. Controller 24. D Stores 25. D material requisitions
11