Vergunningverlening
Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht
BESLUIT
Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl
Datum Nummer Uw brief van Uw nummer Bijlage
30 september 2008 2008INT230026 diverse
Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp
Groen, Grond en Water ing. M.A.M. klein Tank 030-2583125 030-2582990
[email protected] Besluit ontgronding nr. 1500, retentievijver Traverse Veenendaal
Beslissing van Gedeputeerde Staten van Utrecht op de aanvraag d.d. 15 mei 2008 van Boot organiserend ingenieursburo B.V. te Veenendaal, namens Depa Holding B.V. uit Arnhem, om vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet. I. Besluit. Wij hebben besloten de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1. Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag. II. Omschrijving van de aanvraag. De nu voorliggende aanvraag om een ontgrondingsvergunning heeft betrekking op de aanleg van een retentievijver nabij nieuwbouwproject ‘Traverse’ op de hoek van de Nieuweweg-Noord en de Zijdewetering te Veenendaal. Bij deze ontgronding komt circa 5.680 m³ ophoogzand en bovengrond vrij die deels ter plaatse verwerkt zullen worden en deels elders zullen worden toegepast. III. Procedure. De aanvraag is compleet ontvangen op 15 mei 2008. Overeenkomstig het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is de aanvraag met bijbehorende stukken toegezonden aan de bestuursorganen Burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal en het Waterschap Vallei en Eem. Zowel de gemeente als het waterschap hebben laten weten dat zij geen bezwaren hebben tegen vergunningverlening. De aanvraag met bijbehorende stukken en het ontwerpbesluit hebben gedurende 6 weken ter inzage gelegen en een ieder is in de gelegenheid gesteld zienswijzen ten aanzien van de aanvraag en het ontwerpbesluit kenbaar te maken. Er zijn geen zienswijzen ingebracht.
IV. Motivering. Op grond van het bovenstaande hebben wij het volgende overwogen. 1. Bouwgrondstoffenbeleid. De vergunningaanvraag moet passen in het bouwgrondstoffenbeleid zoals vastgelegd in het Bouwgrondstoffenplan provincie Utrecht van november 2001. Aan de volgende criteria moet zijn voldaan om binnen het Bouwgrondstoffenplan te vallen: a. Het moet gaan om een secundaire winning. b. Vrijkomende grond moet hoogwaardig worden toegepast. Deze aanvraag, waar het doel van de ontgronding het realiseren van een retentievoorziening voor de berging van hemelwater is, is niet primair gericht op het winnen van delfstoffen. Bij de ontgronding komt circa 5.680 m³ ophoogzand en bovengrond vrij. De vrijkomende materialen worden deels binnen het project hergebruikt en deels afgevoerd. Het zand is niet geschikt voor industriële doeleinden. Er bestaat geen bezwaar tegen het voornemen om de vrijkomende grondstoffen binnen het project en elders te verwerken. Omdat de ontgronding niet een primaire winning is en de grond hoogwaardig toegepast wordt, bestaat ingevolge het Bouwgrondstoffenbeleid geen bezwaar tegen de voorgenomen ontgronding. 2. Ruimtelijke Ordening. De te ontgronden percelen vinden plaats in een tot voor kort gereserveerde strook voor de meest vergaande verbredingsvariant van de Rijksweg A12. Deze grond was buiten het geldende bestemmingsplan voor het bedrijventerrein De Batterijen gelaten. Voor de inmiddels gekozen verbredingsvariant van de A12 blijkt de strook niet nodig te zijn. Depa Holding B.V. wil er nu een parkeerterrein en een retentievijver realiseren, welke passen in de ruimtelijke visie met betrekking tot het bedrijventerrein De Batterijen. De voorgenomen ontgronding past in het voorontwerp van de herziening van het bestemmingsplan De Batterijen. De gemeente is bereid en voornemens vooruitlopend daarop vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingplan door toepassing van artikel 19, lid 2 van de wet op de Ruimtelijke Ordening. De procedure daarvoor is onlangs gestart. Planologisch is de ontgronding aanvaardbaar. 3. Archeologie. Het provinciaal beleid voor de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in het provinciale Cultuurprogramma, in het Streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaatsvinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Bekende archeologische waarden In het plangebied liggen geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de AMK. De geplande ontgrondingen bevinden zich ter plaatse van een dekzandrug, die in deze omgeving aangetroffen wordt. Uitgevoerd archeologisch veldonderzoek in de omgeving heeft op een vergelijkbare dekzandrug mogelijk een verstoorde prehistorische vindplaats aangetoond. Verwachte archeologische waarden Het plangebied ligt grotendeels in een gebied met een middelhoge archeologische verwachtingswaarde volgens de IKAW, voor het resterende deel van het plangebied geldt een lage trefkans op archeologische vondsten. Uit de directe omgeving van het plangebied zijn enkele archeologische vondsten bekend uit Archis, de landelijk database van vondsten en vindplaatsen.
2
Voor nadere informatie over de archeologische verwachtingswaarde en de situering van de dekzandrug wordt verwezen naar het archeologische advies dat terug te vinden is in bijlage 3. In het advies zijn afbeeldingen van de IKAW en de geomorfologische kaart opgenomen. Conclusie en advies Bij bodemingrepen in het plangebied moet rekening worden gehouden met de verwachte aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Eventueel aanwezige archeologische waarden zullen door de aanleg van de retentievoorziening naar verwachting geheel of gedeeltelijk worden verstoord. Gezien de kans op de aanwezigheid van archeologische sporen en vondsten wordt voorgeschreven dat voorafgaand aan de ontgrondingswerkzaamheden Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen (verkennende fase) wordt uitgevoerd. Dit onderzoek heeft tot doel om de mate van verstoring en eventuele kansrijke zones vast te stellen. Wanneer vervolgonderzoek noodzakelijk is zal ook dit vóór de start van de ontgrondingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd door een bevoegd bedrijf op basis van een door de provincie Utrecht goedgekeurd Plan van Aanpak/Programma van Eisen. 4. Waterhuishouding. De ontgrondingen voor de retentievoorziening zijn noodzakelijk om voldoende bergingscapaciteit van regenwater te verkrijgen in het plangebied. Een bestaande watergang wordt gedempt en er wordt extra verharding in het plangebied aangelegd in de vorm van parkeerterreinen. Het Waterschap Vallei en Eem (WVE) als beheerder heeft voor de compensatie van de waterbergingscapaciteit in de verleende keurvergunning eisen gesteld. De aan te leggen retentievijver wordt in oostelijke richting in verbinding gebracht met een bestaande waterpartij die uitkomt op de Zijdewetering, het enige open water in de omgeving. De doorstroomcapaciteit is hiermee veilig gesteld. Het WVE heeft voor dezelfde werkzaamheden een Keurvergunning verleend. Waterhuishoudkundige aspecten zoals de bergings- en doorstromingscapaciteit, alsmede de afwerking van de taluds, zijn in dit kader beoordeeld. Het WVE heeft aangegeven dat de verwachting is dat er geen negatieve waterhuishoudkundige effecten zullen optreden en dat zij geen bezwaren heeft tegen de vergunningverlening voor de ontgrondingen. 5. Natuur en Landschap. Het plangebied is gelegen direct langs de Rijksweg A12 en ligt in een omgeving met overwegend de bestemming industrieterrein. De landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden zijn beperkt. Door de retentievijver met een zo flauw mogelijk talud te realiseren, worden de ecologische ontwikkelingen gestimuleerd. 6. Zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingebracht. V. Beroep. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na de datum van de bekendmaking tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA 'sGravenhage. Daarvoor is een griffierecht verschuldigd. Hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 36 van de Wet op de Raad van State (algemene en bijzondere bepalingen over beroep) zijn van toepassing. Belanghebbenden die beroep hebben ingesteld, hebben de mogelijkheid een voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak, indien gelet op de belangen onverwijlde spoed is vereist. Daarvoor is opnieuw een griffierecht verschuldigd.
3
VI. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag waarop de termijn van 6 weken afloopt voor het indienen van een beroepschrift. Indien gedurende de termijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Tevens willen wij erop wijzen dat er andere vergunningen noodzakelijk kunnen zijn die verband houden met deze ontgronding. VII. Verzending. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: a. de aanvrager van de vergunning: DEPA Holding B.V., t.a.v. mevrouw M. van Holten, Koningsweg 7, 6816 TA Arnhem; b. Gito Beheer B.V., Koningsweg 7, 6816 TA Arnhem; c. Boot Organiserend Ingenieursburo B.V., t.a.v. de heer ing. H.M. van Dorland, Postbus 509, 3900 AM Veenendaal; d. Gemeente Veenendaal, sector SOB, t.a.v. de heer H.J. Klomp, Postbus 1100, 3900 BC Veenendaal; e. Waterschap Vallei en Eem, t.a.v. de heer W. de Vor, Postbus 330, 3830 AJ Leusden; f. terinzagelegging van de vergunning: Gemeente Veenendaal, Informatiecentrum, Postbus 1100, 3900 BC Veenendaal; g. De LTO Noord Belangenbehartiging, t.a.v. de heer T. Stam, Postbus 126, 7418 ET Deventer. Gedeputeerde Staten voornoemd, namens hen,
Ir. A.M. van Oosterwyck, Teamleider Groen, Grond en Water Afdeling Vergunningverlening
4
BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht d.d. 12 augustus 2008, afdeling Vergunningverlening, nr. 2008INT230026. De vergunning heeft betrekking op het ontgronden van het perceel kadastraal bekend gemeente Veenendaal, sectie K, nummer 5145. UITVOERING 1.
Bij de voorschriften behoren de volgende tekeningen: a. Nieuwbouw Traverse Veenendaal, Omgevingskaart met tekeningnr.: 1500-1; b. Watergangen en parkeerplaats nieuwbouw Traverse, Nieuwe situatie met tekeningnr.: 1500-2, schaal 1: 200; c. Watergangen en parkeerplaats nieuwbouw Traverse, Doorsneden en details met tekeningnr.: 1500-3, schaal 1: 50.
2.
De percelen dienen te worden ontgrond zoals aangegeven op de in voorschrift 1 genoemde tekeningen.
3.
De blijvende taluds van ingraving moeten worden gegraven zoals aangegeven op de in voorschrift 1, onder b. en c. genoemde tekeningen.
4.
Van het begin van (elke periode van) ontgronding moet een week tevoren schriftelijk worden kennis gegeven aan Gedeputeerde Staten van Utrecht. Hiervoor dient gebruik gemaakt te worden van het meldingsformulier in bijlage 2.
5.
Binnen één week na gereedkomen van de ontgronding moet hiervan schriftelijk kennis gegeven worden aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht.
6.
De vergunning moet gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein aanwezig zijn en op eerste vordering aan politie en aan de met toezicht op ontgrondingen belaste medewerkers worden getoond.
METINGEN EN REGISTRATIES 7.
Ten behoeve van het van provinciewege verrichten van controlemetingen moet de vergunninghouder meetgereedschap ter beschikking stellen. Hulp verlenen met het naar het werkterrein overbrengen van peilen, het aanbrengen van hoogtemerken, het doen van waterpassingen en opmetingen en dergelijke. De vergunninghouder moet desverlangd materialen voor het aanbrengen van hoogtemerken beschikbaar stellen.
BOUWGRONDSTOFFENBELEID 8.
Het is toegestaan om een deel van het vrijkomende ophoogzand en bovengrond, circa 4.480 m³, ter plaatse te verwerken. De overige vrijkomende grond, circa 1.200 m3, wordt op nog nader te bepalen wijze buiten het plangebied toegepast.
9.
Het is verboden grondspecie van elders aan te voeren zonder toestemming van Gedeputeerde Staten.
5
ARCHEOLOGIE 10. Voorafgaand aan de ontgrondingswerkzaamheden dient een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen (verkennende fase) te worden uitgevoerd ter plaatse van de geplande retentievoorziening. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daarvoor bevoegd bedrijf op basis van een door de provincie Utrecht goedgekeurd Plan van Aanpak (PvA)/Programma van Eisen (PvE). Het te beoordelen PvA/PvE kan opgestuurd worden naar: Provincie Utrecht, Afdeling Economie, Cultuur en Vrije tijd, Team Cultuur, t.a.v. mevr. L. Wouters, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht Binnen 2 weken na datum van binnenkomst zal schriftelijk kenbaar gemaakt worden of ingestemd wordt met het plan. 11. Afhankelijk van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek kan vervolgonderzoek noodzakelijk zijn. Ook dit onderzoek zal vóór de start van de ontgrondingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 12. Medewerkers van de provincie Utrecht die zijn belast met archeologie kunnen aanwijzingen geven over de uitvoering van de ontgronding. Deze dienen te worden opgevolgd. WATERHUISHOUDING 13. Ten behoeve van de waterbeheersing c.q. waterhuishouding moeten de aan het ontgrondingsterrein gelegen watergangen worden vrijgehouden van grond, bagger, etc. en zonodig op eerste aanzegging van ons worden opgeschoond. NATUUR EN LANDSCHAP 14. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen en indien nodig van ongewenste begroeiing. AFWERKING 15. Indien de afwerking van het terrein naar het oordeel van ons onvoldoende voortgang heeft, mag er geen ophoogzand en/of bovengrond meer worden ontgraven of afgevoerd. Indien de door of namens ons gegeven aanwijzingen of de afwerking van het terrein niet worden opgevolgd, is verder ontgraven evenmin geoorloofd. 16. Het terrein moet binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van alle benodigde vergunningen of toestemmingen geheel afgewerkt worden opgeleverd.
Onder vergunninghouder wordt verstaan Depa Holding B.V. Arnhem.
6
BIJLAGE 2 Meldingsformulier start werkzaamheden ontgrondingsvergunning Nummer vergunning: 2008INT230026 Datum vergunning: 30 september 2008 Ontgrondingsnummer: 1500 Vergunninghouder: Depa Holding B.V., vertegenwoordigd door BOOT B.V. Contactpersoon : ----------------------------------------- tel.-----------------------De vergunninghouder zorgt er voor dat dit formulier tenminste één week voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, ingevuld en ondertekend wordt opgestuurd of gefaxt naar onderstaande adres. Gegevens van het werk: Startdatum werk: -----------------------------------------Mogelijke einddatum werk -----------------------------------------Bijzonderheden -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Plaats en datum
Naam en handtekening
-------------------------------------
-------------------------------------------------------
-------------------------------------
-------------------------------------------------------
Opsturen of faxen naar Provincie Utrecht Afdeling Handhaving Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel 030 - 2583646 Fax 030 - 2583106 e-mail
[email protected]
7
8
BIJLAGE 3 Archeologisch advies in plangebied Traverse Veenendaal, gemeente Veenendaal Dit advies bevat gegevens over de (verwachte) aanwezigheid van archeologische waarden in Traverse Veenendaal, gemeente Veenendaal. Het advies heeft uitsluitend betrekking op de archeologie. Voor gegevens over overige cultuurhistorische elementen en structuren verwijs ik naar Tastbare Tijd, Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht en naar www.provincie-utrecht.nl/chat. kader Het provinciaal beleid voor de archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem (in situ). Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in het provinciale Cultuurprogramma, in het Streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaats vinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Deze digitale kaartbestanden kunnen gratis worden aangevraagd via www.archis.nl. administratieve gegevens Naam plangebied: X/Y coördinaat plangebied: Oppervlakte plangebied: Aanleiding advies:
Traverse Veenendaal 166860/450570 3850 m² Ontgronding (aanleg retentievoorziening)
bekende archeologische waarden • In het plangebied liggen geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). • In de directe omgeving van het plangebied is reeds een aantal archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het onderzoek dat door RAAP in 2003 circa 350m ten noordoosten van het huidige plangebied is uitgevoerd in het plangebied De Batterijen is hiervan de belangrijkste, aangezien het deels in een geomorfologisch vergelijkbaar landschap ligt, te weten een dekzandrug (zie afbeelding 2). Het karterende booronderzoek en daaropvolgend waarderend proefsleuvenonderzoek toonde op de dekzandrug mogelijk een verstoorde prehistorische vindplaats aan. Bij de ontginning van het gebied zijn de hogergelegen delen van de dekzandrug sterk verstoord; het zuidelijk deel van de dekzandrug is zeer recent afgegraven. Het plangebied De Batterijen is uiteindelijk volledig vrijgegeven. (Archis-onderzoeksmelding 9423 en 4554; zie ook de onderzoeksrapportages: P. Deunhouwer, 2003: Plangebied De Batterijen, gemeente Venendaal; een inventariserend archeologisch onderzoek. RAAP-rapport 875.; Archis-onderzoeksmelding 4554; J.A.M. Oude rengerink, 2003: Plangebied De Batterijen, gemeente Venendaal. Een inventariserend archeologisch onderzoek (waardering in de vorm van proefsleuven). RAAP-rapport 943). verwachte archeologische waarden • Vrijwel het gehele plangebied ligt in een zone met een middelhoge trefkans volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). Een klein deel van het plangebied ligt in een zone met een lage trefkans volgens de IKAW (zie afbeelding 1). De middelhoge verwachting is in dit geval gebaseerd op de ligging op een lage dekzandrug. Het gebied is waarschijnlijk van het Neolithicum tot de Late Middeleeuwen afgedekt geweest door veen, waardoor ter plaatse geen bewoning mogelijk was. Daarom zijn vooral sporen uit de Steentijd te verwachten. De globale verwachting op de IKAW is gebaseerd op de huidige kennis van de relatie tussen het landschap, de bodemgesteldheid en activiteiten van mensen in het verleden (o.a. wonen, akkerbouw). Hoe hoger de trefkans van een gebied, hoe groter de kans wordt geacht dat bij werkzaamheden in de bodem archeologische resten worden aangetroffen. Opgemerkt moet worden, dat de begrenzing van de zones indicatief is, zeker wanneer tot perceelniveau wordt ingezoomd. Verder heeft de verwachtingswaarde op de IKAW vooral betrekking op vindplaatsen ouder dan de Late 9
Middeleeuwen. Voor uitspraken over een verwachting voor vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en jonger dient aanvullend (historisch) onderzoek te worden uitgevoerd (zogenaamd bureauonderzoek). bijstellen/versterken archeologische verwachting • Uit de directe omgeving van het plangebied zijn enkele archeologische vondsten bekend uit Archis, de landelijk database van vondsten en vindplaatsen. Deze dateren uit het Neolithicum of mogelijk eerder, de (Late) IJzertijd, de Romeinse tijd of Late Middeleeuwen. De vondsten houden verband met de vindplaats in het noordelijk deel van het onderzoeksgebied De Batterijen (RAAP-rapport 875), gelegen op circa 350m afstand van het plangebied Traverse Veenendaal. geplande bodemingrepen Het betreft de aanleg van een retentievoorziening met een oppervlakte van ca. 3850 m². De voorziening wordt uitgegraven tot een diepte van maximaal 2,77m –mv. conclusie Er bevinden zich geen bekende archeologische waarden (AMK-terreinen) in het plangebied. Bij bodemingrepen in het plangebied moet echter wel rekening worden gehouden met de verwachte aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Hierbij moet met name worden gedacht aan vindplaatsen uit de Steentijd. Eventueel aanwezige archeologische waarden zullen door de aanleg van de retentievoorziening naar verwachting geheel of gedeeltelijk worden verstoord.
ADVIES Gezien de kans op de aanwezigheid van archeologische sporen en vondsten wordt geadviseerd de vergunning te verlenen onder de voorwaarde dat tijdig en adequaat Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van boringen (verkennende fase) wordt uitgevoerd. Dit onderzoek heeft tot doel om de mate van verstoring en eventuele kansrijke zones vast te stellen. Wanneer vervolgonderzoek noodzakelijk is zal ook dit vóór de start van de ontgrondingswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd door een bevoegd bedrijf op basis van een goedgekeurd Plan van Aanpak/Programma van Eisen. Een overzicht van bevoegde archeologische bedrijven en onderzoeksbureaus is te vinden op www.sikb.nl. Sterk aangeraden wordt om bedrijven te benaderen die ervaring hebben met dergelijk onderzoek en bij voorkeur ook in deze regio. Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk, wanneer in het plan kan worden aangetoond dat de bodem op deze locaties niet wordt verstoord, dan wel reeds volledig is verstoord.
10
Afbeelding 1. Uitsnede uit de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) met daarop aangegeven de globale ligging van het plangebied (zwarte circel). Diagonale oranje arcering = middelhoge trefkans; horizontale rode arcering = lage trefkans.
Steentijd vindplaats (De Batterijen)
Afbeelding 2. Geomorfologische kaart (©Alterra), eerder uitgevoerd onderzoek (blauw omlijnd), globale ligging plangebied aangegeven met zwarte circel. Donkergeel = lage ruggen en heuvels, lichtblauw = vlakten, grijs = bebouwing.
11