EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 06-12-2002 C (2002) 4854 Betreft:
Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 210/02 Subsidieverordening sloop agrarische en overige bebouwing buitengebied Provincie Noord-Brabant
Excellentie, De Commissie wenst Nederland mee te delen dat zij, na bestudering van de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens over bovengenoemde steunmaatregel, besloten heeft geen bezwaar te maken tegen deze steunmaatregel, aangezien hij niet kan worden aangemerkt als staatssteun in de zin van het EG-Verdrag. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.
1.
PROCEDURE
Bij brief van 11 maart 2002, geregistreerd op 20 maart 2002, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie bovengenoemde maatregel overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag bij de Commissie aangemeld. Bij brief van 5 september 2002, geregistreerd op 23 september 2002, hebben de Nederlandse autoriteiten de aanvullende gegevens verstrekt waarom de Commissie bij brief van 6 mei 2002 had verzocht. 2.
BESCHRIJVING 2.1.
Titel
Subsidieverordening sloop agrarische en overige bebouwing buitengebied Provincie NoordBrabant. 2.2.
Budget
Niet beschikbaar. Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 - EB 's-GRAVENHAGE
Wetstraat 200, B-1049 Brussel - België Telefoon: centrale 32 (0) 2 299.11.11. Telex: COMEU B 21877. Telegramadres: COMEUR Brussel.
-22.3.
Looptijd
Onbepaald. 2.4.
Begunstigden
Eigenaren van leegstaande agrarische en andere gebouwen in de provincie Noord-Brabant 2.5.
Maatregel
Bij brief van 11 maart 2002 hebben de Nederlandse autoriteiten een maatregel van de provinciale autoriteiten van Noord-Brabant aangemeld in het kader waarvan deze laatste steun willen toekennen voor de sloop van leegstaande agrarische bedrijfsgebouwen. De maatregel was bedoeld om veehouderijen te stimuleren gebieden met een landschappelijk of vanuit milieuoogpunt hoogwaardige kwaliteit te verlaten en zich in minder kwetsbare gebieden te gaan vestigen. Bij brief van 5 september 2002 hebben de Nederlandse autoriteiten de Commissie gemeld dat de provinciale autoriteiten van Noord-Brabant besloten hadden de maatregel te wijzigen. De gewijzigde maatregel zou gelden voor alle gebouwen1 van een bepaalde omvang2 die zijn/zullen komen leeg te staan in gebieden met een landschappelijk of vanuit milieuoogpunt hoogwaardige kwaliteit. Algemeen wordt met de gewijzigde maatregel beoogd de landschappelijke en milieukwaliteit van deze gebieden te herstellen door subsidiëring van de sloop van dergelijke leegstaande gebouwen. De subsidie is strikt beperkt tot de daadwerkelijke sloopkosten en bedraagt: ·
13,50 € per m2 grondoppervlakte;
·
4,50 € per m2 voor glasopstanden;
·
7 € voor de verwijdering van asbest uit stallen;
·
2.50 € per m2 voor kelders;
·
3 € per m2 voor sleufsilo’s en voerplaten.
De subsidie mag echter geenszins meer dan 23 € per m2 bedragen. De subsidie wordt toegekend op voorwaarde dat de aanvrager geen bezwaar maakt tegen een wijziging van het bestemmingsplan om te voorkomen dat op de betreffende locatie nieuwe agrarische of andere gebouwen van meer dan 200 m2 worden gebouwd.
1
2
Bedrijfsgebouwen en andere gebouwen in buitengebied.
Het voor steun in aanmerking komende gebouw moet een minimumoppervlakte hebben van 1000 m2 (exclusief het woonhuis); indien het voor steun in aanmerking komende gebouw minder dan 1000 m2 beslaat, moet het woonhuis ook worden gesloopt; het te slopen gebouw moet in ieder geval een minimumoppervlakte van 200 m2 hebben. De sloop moet conform de sloopvergunning gebeuren. Voor gebouwen met een hoge architectonische waarde kunnen uitzonderingen worden gemaakt.
-3Milieuvergunningen voor de te slopen gebouwen worden ingetrokken. Voorts bevat de verordening een bepaling op grond waarvan cumulatie van een subsidie in het kader van de onderhavige maatregel met andere steunmaatregelen uitgesloten is. 2.6.
Rechtsgrondslag
Subsidieverordening sloop agrarische en overige bebouwing buitengebied Provincie NoordBrabant. 2.7.
Steunintensiteit
Maximaal 100% van de kosten. 3.
BEOORDELING 3.1.
Is hier sprake van steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag?
Artikel 87, lid 1, van het Verdrag is van toepassing als de steun wordt toegekend door een lidstaat of met staatsmiddelen wordt bekostigd, bepaalde ondernemingen begunstigt in die zin dat de betrokken onderneming een economisch voordeel wordt geboden dat zij onder normale marktvoorwaarden niet zou hebben gehad, de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. De door de Nederlandse autoriteiten aangemelde maatregel wordt bekostigd uit staatsmiddelen. Hij kan onder andere ten goede komen aan landbouwbedrijven in Nederland. De maatregel kan derhalve de mededinging vervalsen3. Gelet op de Nederlandse productie van landbouwproducten4 kan de maatregel het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden. Artikel 87, lid 1, van het Verdrag is derhalve van toepassing. Op grond van artikel 87, leden 2 en 3, kan evenwel een afwijking van het in artikel 87, lid 1, vastgestelde verbod worden toegestaan
3
Volgens de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie moet, wanneer financiële steun van een staat de positie van een onderneming ten opzichte van andere concurrerende ondernemingen in het intracommunautaire handelsverkeer versterkt, dit handelsverkeer worden geacht door de steun te worden beïnvloed (Zaak 730/79 Philip Morris Holland BV tegen Commissie [1980] HJEG 2671, leden 11 en 12). 4
In 2000 bedroeg de kalfs- en varkensvleesproductie in Nederland respectievelijk ca. 26% en 9,24% van de totale productie in de EU (respectievelijk 763.000 t en 17.563 t; in 1999 bedroeg de tomatenproductie in Nederland ca. 3,25% van de totale productie in de EU (16.132 t). Bron: Agriculture in the European Union, Statistical and economic information 2001. In 1999 bedroeg de tussenstaatse handel in runds/kalfsvlees en varkensvlees in de Europese Unie respectievelijk 1.974.000 t. en 4.348.000 t. In 1999 bedroeg de tussenstaatse handel in tomaten in de Europese Unie 1.432.000 t. Bron: Eurostat
-4Gelet op de kenmerken van het onderhavige geval, is de enige mogelijke afwijking die van artikel 87, lid 3, onder c), op grond waarvan steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Om voor een dergelijke afwijking in aanmerking te komen, moet de onderhavige steunmaatregel voldoen aan de voorwaarden van de Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector5 (hierna "de Richtsnoeren"). 3.2.
Toepassing van de Richtsnoeren
Overeenkomstig het bepaalde in punt 5.6.2 van de Richtsnoeren wordt steunverlening6 op milieugebied in de landbouwsector van geval tot geval beoordeeld op grond van onder andere de communautaire kaderregeling inzake staatssteun ten behoeve van het milieu7. Opgemerkt zij dat de maatregel bedoeld is om bij te dragen tot het herstel van de kwaliteit van gebieden die vanuit landschappelijk en milieuoogpunt van bijzonder belang zijn. Herstel van het landschap door het weghalen van gebouwen kan in zekere mate worden vergeleken met herstel van de bodem door het weghalen van verontreiniging. Voorts zij erop gewezen dat de subsidie strikt beperkt is tot de sloopkosten van bovengenoemde gebouwen en verder geen financieel voordeel voor de begunstigde oplevert. Tot slot zij opgemerkt dat de subsidie slechts wordt verleend op voorwaarde dat de begunstigde geen bezwaar maakt tegen een wijziging van het bestemmingsplan om te voorkomen dat nieuwe gebouwen worden opgetrokken, zoals hierboven uiteengezet. Voorts worden milieuvergunning voor de bovengenoemde gebouwen ingetrokken. Deze verplichtingen garanderen een duurzaam herstel van de landschappelijke en milieukwaliteit van het gebied. In het licht van het bovenstaande kan de steunmaatregel uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder c, van het Verdrag als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd. 4.
BESLUIT
Na bestudering van de aangemelde maatregel in het licht van de geldende voorschriften inzake staatssteun concludeert de Commissie dat aan alle relevante voorwaarden voor de toepassing van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag is voldaan.
5
PB C 232 van 12/8/2000, blz. 17.
6
Hieronder worden verstaan andere steunmaatregelen dan die welke zijn genoemd in de rubrieken van hoofdstuk 5 die rubriek 5.6.2 voorafgaan. 7
PB C 37 van 3.2.2000, blz. 3.
-5Gelet op het bovenstaande heb ik de eer u te melden dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de aangemelde steunmaatregel. Mocht deze brief vertrouwelijke gegevens bevatten die niet aan derden mogen worden bekendgemaakt, dan wordt U verzocht de Commissie daarvan binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst ervan in kennis te stellen. Als de Commissie binnen de gestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, neemt zij aan dat U instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van deze brief in de authentieke taal op de volgende internetsite: http://europa.eu.int/comm/sg/sgb/state_aids/. Dit verzoek dient per aangetekend schrijven of per fax te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Landbouw Directoraat Wetgeving Landbouweconomie Kamer: L 130 5/120 B-1049 Brussel (fax (+322) 296 7672). Met de meeste hoogachting, Voor de Commissie
Franz Fischler Lid van de Commissie