VERGADERSTUKKEN 2009
VERGADERSTUKKEN 2009 Ten behoeve van de Algemene Ledenvergadering te houden op maandag 15 juni 2009, aanvang 14.00 uur in het Beatrix Theater van het Jaarbeurs Congrescentrum te Utrecht
Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten Koninginnegracht 5 2514 AA Den Haag Postbus 84291 2508 AG Den Haag Telefoon (070) 338 36 00 Fax (070) 351 28 36 E-mail
[email protected] Internet www.novaa.nl
1
Inhoudsopgave I
Agenda voor de Algemene Ledenvergadering van 15 juni 2009 .............................
3
II
Toelichting op de agenda ..............................................................................................
4
III
Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008........................................................... a. Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008 b. Actiepunten naar aanleiding van de Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008
12 12
IV
Financieel Verslag over 2008 ......................................................................................... a. Bestuursverslag b. Jaarrekening 2008 c. Overige gegevens
44 44 46 69
V
Herziene begroting 2009 en begroting 2010 ............................................................. a. Herziene begroting 2009 b. Begroting 2010
71 71 78
VI
Ontwerp-Verordeningen............................................................................................... a. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode b. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening accountantsorganisaties c. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening d. Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2010 e. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen f. Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2010 g. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s h. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing i. Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009 j. Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010 k. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld l. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkstage m. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Geschillen n. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling
79 79
2
41
80 81 82 83 84 86 87 89 90 91 92 94 95
I
Agenda voor de Algemene Ledenvergadering van 15 juni 2009
1.
Opening
2.
Mededelingen en ingekomen stukken
3.
Vaststellen agenda
4.
Het vaststellen van de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008
5.
Verkiezingen a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter c. Vaststelling van het rooster van aftreden d. Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant e. (Her)benoeming van leden van de Raad voor Geschillen
6.
Voortgang fusiebesprekingen NIVRA-NOvAA
7.
Vaststelling van het Jaarverslag 2008
8.
Financieel Verslag over 2008 Het vaststellen van de rekening aan de hand van de onderstaande stukken: a. Balans per 31 december 2008 b. Staat van baten en lasten over 2008 c. Toelichting d. Accountantsverklaring
9.
Herziene begroting 2009 en begroting 2010 Het vaststellen van de herziene begroting voor het boekjaar 2009 en de begroting voor het boekjaar 2010
10.
Ontwerp-Verordeningen Het vaststellen van de in de vergaderstukken opgenomen Ontwerp-Verordeningen
11.
Rondvraag
12.
Sluiting
3
II
Toelichting op de agenda
5.
Verkiezingen
a.
Verkiezing van nieuwe bestuursleden
Aftredend volgens het rooster van aftreden en volgens de Wet AA (artikel 5, eerste lid) niet terstond herkiesbaar zijn de heer H.D. Rijkse AA en mevrouw B.G. Talens AA. Om in deze vacatures te voorzien heeft het bestuur de volgende procedure toegepast. Het bestuur heeft de in september 2006 opgestelde ‘profielschets bestuur van de NOvAA’ als uitgangspunt genomen. In deze profielschets, die te vinden is op het besloten deel van de NOvAA-website, wordt onder andere ingegaan op de taak, de samenstelling en de deskundigheid van het bestuur. Ook wordt ingegaan op de competenties van bestuursleden. Op basis van deze profielschets heeft het bestuur in september 2008 via Noviteiten zijn leden opgeroepen zich kandidaat te stellen voor een bestuursfunctie. Aangezien het bestuur ernaar streeft om binnen het bestuur te komen tot een evenredige vertegenwoordiging per afdeling, is met name aan leden uit de afdelingen Centrum en Zuid gevraagd zich kandidaat te stellen. Met de personen die zich kandidaat hebben gesteld, is een gesprek gevoerd. Op grond van de ontvangen cv’s, de gevoerde gesprekken en de door het bestuur opgestelde profielschets, heeft het bestuur zijn voordracht bepaald. Door het bestuur voorgedragen kandidaten Ter vervulling van de door het aftreden van de heer H.D. Rijkse AA en mevrouw B.G. Talens AA ontstane vacatures stelt het bestuur de Algemene Ledenvergadering voor de heer J.P. de Jonge AA en de heer M.J.G. van Miltenburg AA tot lid van het bestuur te benoemen. De heer J.P. (Jan) de Jonge AA is 58 jaar oud, woonachtig in Bergen op Zoom, gehuwd en vader van 3 kinderen. Jan de Jonge is medeoprichter van ESJ (voorheen Ebben . Slaats . De Jonge) Accountants & Belastingadviseurs. Naast zijn werkzaamheden als certificerend accountant binnen deze organisatie vervulde hij tot 2007 de functie van managing partner/directievoorzitter. Met ingang van 2007 is hij als accountant/partner aan ESJ verbonden en vervult hij naast zijn accountants- en advieswerkzaamheden de compliance functie voor de zes vestigingen. Jan de Jonge heeft eveneens de opleiding tot business valuator (RSM) gevolgd. De heer drs. M.J.G. (Michel) van Miltenburg AA is 33 jaar oud en is verloofd. De heer Van Miltenburg is als accountant-medewerker werkzaam bij Bleijenberg & Roman Accountants - Adviseurs te Nieuwegein. Binnen deze accountantsorganisatie is hij verantwoordelijk voor vaktechniek accountancy en treedt hij op als compliance officer. Hij is een all-round adviseur en controleur voor het MKB, verenigingen en stichtingen. Ook binnen de NOvAA is de heer Van Miltenburg actief. Hij maakt sinds 2004 deel uit van de Commissie Onderwijs. b.
Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter
Volgens de Wet AA (artikel 8, eerste lid) worden, door de Algemene Ledenvergadering en uit de bestuursleden, jaarlijks de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd.
4
Het bestuur draagt ter benoeming aan u voor de heer G.J.A.H. van der Wielen AA voor de functie van voorzitter en mevrouw D.M. Clement AA voor de functie van plaatsvervangend voorzitter. De heer G.J.A.H. (Gert Jan) van der Wielen AA is 47 jaar oud, gehuwd en heeft twee kinderen. Hij is vanaf 1986 actief in het accountantsberoep en is in 1992 afgestudeerd als AA. Sinds 1993 heeft hij een eigen kantoor (Van de Wiel & Van der Wielen Accountants te Oss). Hij is van medio 1997 tot medio 2001 bestuurslid van de NOvAA geweest. In het laatste jaar daarvan trad hij op als plaatsvervangend voorzitter. Sinds medio 2007 vervult de heer Van der Wielen wederom de functie van plaatsvervangend voorzitter. Daarnaast was de heer Van der Wielen actief in het afdelingsbestuur van de afdeling Zuid en heeft hij deel uitgemaakt van diverse commissies en werkgroepen. Mevrouw D.M. (Diana) Clement AA is 44 jaar oud, samenwonend en moeder van een dochter. Zij is vanaf 1986 actief in het accountantsberoep en is in 1998 afgestudeerd als AA. Mevrouw Clement begon in 1986 haar carrière in de accountancy bij PricewaterhouseCoopers N.V. te Amsterdam. In september 2000 is zij vennoot geworden van Burg & De Raad Accountants te Amsterdam. Dit kantoor, waar circa 12 medewerkers werkzaam zijn, maakt thans deel uit van Borrie & Co Accountants te Amsterdam. Mevrouw Clement was toetser voor de Raad van Toezicht, is lid van de Commissie Praktijkondersteuning van de NOvAA en is accountant van een studentenonderneming (via de Stichting Jong Ondernemen). c.
Vaststelling van het rooster van aftreden
Elk bestuurslid wordt voor vier jaar benoemd en treedt af volgens een door de Algemene Ledenvergadering vast te stellen rooster (Wet AA artikel 5, tweede lid). Het rooster wordt zodanig ingericht dat, voor zover mogelijk, telkenmale hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt. Het bestuur stelt u voor onderstaand rooster van aftreden vast te stellen: 2010 De heer G.J.A.H. van der Wielen AA 2011 Mevrouw D.M. Clement AA en de heer mr.drs. H.K.O. Reimers AA 2012 De heer A. van der Meer AA en de heer H.J.T. Spanjers AA 2013 De heer J.P. de Jonge AA en de heer drs. M.J.G. van Miltenburg AA d.
Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant
Volgens artikel 29, eerste lid, van de Wet AA benoemt de Ledenvergadering voor elk boekjaar uit de leden een certificeringsbevoegde Accountant-Administratieconsulent, die belast is met de controle op de financiële verantwoording, alsmede een plaatsvervanger voor deze. Voor de controle van het boekjaar 2010 stelt het bestuur u voor de heer P.C. Slootweg AA als accountant en de heer F.C. van Hoepen AA als plaatsvervangend accountant te herbenoemen. e.
(Her)benoeming van leden van de Raad voor Geschillen
Volgens de Verordening op de Raad voor Geschillen (artikel 5, eerste lid) worden de leden van de Raad voor vier jaar benoemd. Leden van de Raad die lid zijn van de NOvAA, zijn niet terstond herbenoembaar, tenzij zij korter dan twee jaar zitting hebben gehad (artikel 5, vijfde lid). Jaarlijks treedt een deel van de leden van de Raad af volgens een door het bestuur van de NOvAA vastgesteld rooster (artikel 5, derde lid).
5
Een lid van de Raad heeft zijn maximale zittingsperiode bereikt. Het betreft de heer R. Jansen AA. Hij treedt thans af en is niet terstond herbenoembaar. Daarnaast treedt de heer G.H. van den Brink AA, die is benoemd ter vervulling van een tussentijds ontstane vacature, thans af omdat hij is getreden in het rooster van aftreden van zijn voorganger. De heer Van den Brink komt op grond van de verordening in aanmerking voor herbenoeming. Ook de heer mr. L.F.A. Husson (thans voorzitter van de Raad voor Geschillen) dient op grond van het rooster thans af te treden. Omdat de heer Husson geen lid van de NOvAA is, is hij terstond herbenoembaar. Het bestuur stelt u voor de heer M.H. Gerrits AA te benoemen als lid van de Raad voor Geschillen. Tevens stelt het bestuur voor om de heer G.H. van den Brink AA te herbenoemen als lid en de heer mr. L.F.A. Husson te herbenoemen als voorzitter van de Raad. 8. Financieel Verslag over 2008 In de Wet AA is ten aanzien van het financieel verslag onder andere het volgende bepaald: “Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van een Accountant-Administratieconsulent daarover” (Wet AA, artikel 29, derde lid). “De ledenvergadering stelt de rekening vast. De vaststelling strekt tot decharge van het bestuur” (Wet AA, artikel 29, vierde lid).
In de vergaderstukken zijn opgenomen het bestuursverslag, de balans per 31 december 2008, de staat van baten en lasten over 2008, de toelichting op beide stukken en de overige gegevens (met daarin opgenomen de accountantsverklaring). De Algemene Ledenvergadering verleent het bestuur decharge door het vaststellen van de ‘rekening’ aan de hand van deze stukken. Tijdens de vergadering zal mevrouw mr. A.M. van Arkel, directeur van het bureau, een korte toelichting geven op het financieel verslag over 2008, waarna er gelegenheid is tot het stellen van vragen. De accountant, de heer P.C. Slootweg AA, is tijdens de vergadering aanwezig om, indien gewenst, vragen te beantwoorden. Leden die specifieke vragen hebben met betrekking tot het financieel verslag over 2008 , wordt verzocht die vooraf (bij voorkeur schriftelijk of per e-mail en voor 25 mei 2009) bij het bureau kenbaar te maken. Hierdoor kan de directeur zich op deze vragen prepareren en kan zij tijdens de Algemene Ledenvergadering voor een zo concreet mogelijke beantwoording zorgdragen. 9. Herziene begroting 2009 en begroting 2010 Volgens artikel 28 van de Wet AA stelt de Ledenvergadering vóór de aanvang van het boekjaar de begroting van de NOvAA vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting. Volgens artikel 27 van de Wet AA loopt het boekjaar van 1 januari tot en met 31 december.
Naast een herziene begroting voor het boekjaar 2009 treft u hierbij de begroting voor het boekjaar 2010 aan, vergezeld van een toelichting. Het bestuur verzoekt u deze begroting conform het voorstel vast te stellen.
6
10.
Ontwerp-Verordeningen
a.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode
Artikel A Het is gebleken dat artikel B2-291.2 van de Verordening gedragscode niet goed aansluit op artikel B2-291.1, omdat in eerstgenoemd artikel geen rekening is gehouden met de in laatstgenoemd artikel voorziene mogelijkheid dat geen van de dagelijks beleidsbepalers van een accountantsafdeling een Accountant-Administratieconsulent of registeraccountant is. Door deze wijziging wordt aansluiting verkregen met artikel B2-291.1. Artikel B Met de aanpassing van artikel B2-291.2 is het bepaalde in artikel B2-291.3 overbodig geworden. Dit artikel kan daarom vervallen. De NOvAA streeft ernaar om de verordeningen die tijdens een bijeenkomst van de Ledenvergadering worden vastgesteld, alle op dezelfde dag in werking te laten treden. In de regel is dat 1 januari van het jaar volgend op het moment waarop de verordeningen zijn vastgesteld. Omdat de gelijkluidende verordening voor registeraccountants al is gewijzigd, wordt voorgesteld om deze wijziging (op de tweede dag) na publicatie van deze verordening in de Staatscourant in te laten gaan en terug te laten werken tot 1 juli 2009. b.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening accountantsorganisaties
Artikel 15 van de Verordening accountantsorganisaties bepaalde dat de meerderheid van de stemrechten in een accountantsorganisatie middellijk of onmiddellijk in bezit is van registeraccountants of Accountants-Administratieconsulenten ten aanzien van wie een aantekening is geplaatst als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten. Dit artikel kan vervallen omdat in artikel 16a van de Wet toezicht accountantsorganisaties, in werking getreden op 28 juni 2008, bepalingen zijn opgenomen over de zeggenschap in accountantsorganisaties, die overigens anders luiden dan de bepalingen opgenomen in bedoeld artikel 15. De NOvAA streeft ernaar om de verordeningen die tijdens een bijeenkomst van de Ledenvergadering worden vastgesteld, alle op dezelfde dag in werking te laten treden. In de regel is dat 1 januari van het jaar volgend op het moment waarop de verordeningen zijn vastgesteld. Omdat artikel 15 nu al kan vervallen en de gelijkluidende verordening voor registeraccountants ook al is gewijzigd, wordt voorgesteld om deze wijziging per 1 juli 2009 in te laten gaan. c.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening
Bij het vaststellen van de hoogte van de contributie is de Ledenvergadering steeds uitgegaan van de wens het eigen vermogen gelijk te laten zijn aan ongeveer het bedrag dat in een jaar aan contributies wordt ontvangen. Op grond van dat uitgangspunt zijn de contributietarieven voor het jaar 2009 niet geïndexeerd. Omdat het bestuur verwacht dat de verhouding tussen het eigen vermogen en de totale contributieontvangsten ook in 2009 gehandhaafd zal blijven, stelt het bestuur voor de contributietarieven voor het jaar 2010 wederom niet te verhogen. Als bovengenoemd uitgangspunt er na een aantal jaren van gelijkblijvende contributietarieven toe leidt dat de contributie wel weer moet worden geïndexeerd, heeft dat tot gevolg dat de stijging van de contributietarieven een normale jaarlijkse indexatie te boven gaat. De contributieontvangsten dienen immers in het jaar waarin wel weer wordt geïndexeerd, de kosten van de NOvAA te dekken tegen het dan geldende prijspeil. Een stijging van de contributie die een normale indexatie te boven gaat, wordt echter niet wenselijk geacht.
7
Daarom wordt de in artikel 6a opgenomen kortingsregeling voorgesteld. De regeling maakt het mogelijk om de contributietarieven wèl jaarlijks volgens een gebruikelijke indexatie te verhogen, maar het verschuldigde bedrag na aftrek van de vastgestelde korting gelijk te houden aan het bedrag dat in het voorgaande jaar verschuldigd was. Het bedrag van de korting moet vanwege de verschillende tarieven per contributiegroep worden vastgesteld. d.
Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2010
Bij het vaststellen van de hoogte van de contributie is de Ledenvergadering steeds uitgegaan van de wens het eigen vermogen gelijk te laten zijn aan ongeveer het bedrag dat in een jaar aan contributies wordt ontvangen. Nu het bestuur verwacht dat dit niveau in 2009 gehandhaafd zal blijven, stelt het bestuur voor de verschuldigde contributie voor het jaar 2010 niet te verhogen. Als gevolg van dit voorstel zal een tekort op de begroting 2010 ontstaan. Dit tekort kan worden opgevangen met het opgebouwde eigen vermogen van de NOvAA. e.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
Om de honorering van vergelijkbare instituten zoveel mogelijk op dezelfde plaats te regelen, is de grondslag voor de vaststelling van de vergoeding aan de leden van de Raad voor Geschillen, overgeheveld van de Verordening op de Raad voor Geschillen naar de Verordening op de kostenvergoedingen. f.
Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2010
De bedragen in de Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2010 zijn met 2,5% geïndexeerd ten opzichte van de bedragen die zijn genoemd in de Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2009. De tarieven voor de reiskosten- en reistijdvergoeding zijn niet geïndexeerd. Verder zijn enkele kleinere bedragen na afronding gelijk gebleven. Ten slotte is in deze verordening de grondslag voor de vergoeding aan de leden van de Raad voor Geschillen opgenomen. g.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s
Artikel A In artikel 4, vijfde lid wordt bepaald dat een opvolger van een tussentijds aftredend lid van de Raad, de zittingsduur van zijn voorganger overneemt met de mogelijkheid van één herbenoeming. Of de mogelijkheid van herbenoeming ook bestaat bij opvolging gedurende de tweede zittingstermijn van een lid van de Raad, maakt dit artikel echter niet duidelijk. De toevoeging van een zesde lid beoogt duidelijk te maken dat het bestuur van de NOvAA in het belang van de continuïteit van de Raad, kan afwijken van de bepaling en daarom aan een tussentijdse opvolger in ieder geval een herbenoeming kan toestaan. Artikel B Uit de letterlijke tekst van artikel 13 volgt één evaluatie van de wijze waarop de Raad heeft gefunctioneerd. Deze bepaling schrijft geen volgende evaluatie voor. Met het oog op de voorgenomen fusie tussen NOvAA en NIVRA lijkt het niet opportuun om een nieuwe evaluatiedatum te bepalen. Artikel 13 is hiermee zinledig geworden en kan daarom vervallen. h.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing
Artikel A Deze wijziging leidt ertoe dat een verbeterplan voortaan niet alleen gebaseerd is op de door de Raad van Toezicht gegeven aanwijzingen, maar eveneens op de aanbevelingen zoals deze bij het eindoordeel zijn gedaan. Het vervallen van de definitie van openbaar maken houdt verband met het voorstel tot opheffing van het verbod tot openbaar maken van het toetsingsoordeel (zie artikel F).
8
Artikel B Met de Stichting Autoriteit Financiële Markten is afgesproken dat de Raad van Toezicht geen toetsingen uitvoert van opdrachten tot het verrichten van wettelijke controles. Met ingang van 1 januari 2009 is de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing met die afspraak in overeenstemming gebracht. Daarbij was de aanpassing van artikel 4 van de verordening over het hoofd gezien. Artikel C Thans wordt het mogelijk om aan een toetser nadere eisen te stellen. Omdat het bestuur aan de Raad van Toezicht mandaat heeft verleend voor de bevoegdheden welke volgen uit de verordening, kan de Raad van Toezicht deze eisen zelf formuleren. Artikel D Met de wijzigingen in artikel 8 van de verordening wordt tot uitdrukking gebracht dat het aannemelijk moet worden gemaakt dat een toetsing op de aangewezen datum niet mogelijk is. Hiermee wordt beoogd te voorkomen dat een toetsing alsmaar wordt uitgesteld door ongemotiveerd aan te geven dat de toetsing niet op de aangewezen datum kan plaatsvinden. Artikel E In de praktijk blijkt dat er geruime tijd gemoeid kan zijn met de beoordeling van een verbeterplan. Met de wijziging van artikel 11 wordt tot uitdrukking gebracht dat dit niet leidt tot opschorting van de termijn waarbinnen een hertoetsing zal plaatsvinden. Artikel F Op dit moment is het accountantspraktijken niet toegestaan het toetsingsverslag of eindoordeel van de Raad van Toezicht openbaar te maken. Nu het NIVRA dit verbod heeft opgeheven, wordt voorgesteld om dit verbod per 1 januari 2010 eveneens op te heffen. Aan de openbaarmaking zijn wel de in artikel 13 genoemde voorwaarden verbonden. In afwijking van de rest van de verordening, treedt deze bepaling in werking op de tweede dag nadat deze verordening in de Staatscourant is gepubliceerd en werkt terug tot 1 juli 2009. Artikel G De verlenging van een vrijstellingsperiode wordt met deze wijziging beperkt tot één jaar. Artikel H Op grond van artikel 14, negende lid van de verordening, is een accountantspraktijk vrijgesteld van een toetsing zolang een geaccrediteerde koepelorganisatie (zoals bijvoorbeeld de SRA) nog niet heeft beslist over de aanvraag van het lidmaatschap van die accountantspraktijk. Met de toevoeging van een tiende lid aan artikel 14, wordt bepaald dat dit niet geldt in het geval de Raad van Toezicht voor de aanvraag van het lidmaatschap bij de koepelorganisatie, al een hertoetsing bij de accountantspraktijk heeft aangekondigd. Artikel I Artikel 16 bepaalt dat geaccrediteerde koepelorganisaties verslagen van toetsingen van bij hen aangesloten accountantsorganisaties aan de Raad van Toezicht sturen. In de praktijk wordt echter geen uitvoering gegeven aan dit artikel. Hierbij speelt een rol dat de Raad van Toezicht ook voldoende andere mogelijkheden heeft om het stelsel van kwaliteitsbeheersing van een geaccrediteerde koepelorganisatie te controleren. Het praktisch belang van artikel 16 is dan ook verwaarloosbaar. Derhalve wordt voorgesteld dit artikel te laten vervallen.
9
i.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009
In de Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010 wordt voorgesteld om de parkeergelden wel afzonderlijk aan toetsers te vergoeden. Deze maatregel gaat dan in op 1 januari 2010. Met de aanpassing van de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009, wordt bewerkstelligd dat de vergoeding van parkeergelden al vanaf 1 juli 2009 in kan gaan. Deze gelegenheid is verder benut om een onvolledigheid in de aanhef van de verordening te herstellen en het zinledige onderdeel c van artikel 4 te laten vervallen. Zie hiervoor ook de toelichting op artikel I van de Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing. j.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010
De bedragen in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010 zijn met 2,5% geïndexeerd ten opzichte van de bedragen die zijn genoemd in de Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009. Een uitzondering hierop is het tarief voor het beoordelen van een vrijstellingsverzoek. Dit tarief is met meer dan 2,5% verhoogd. Ter motivering van deze verhoging, geldt in de eerste plaats, dat in de praktijk is gebleken dat het eerder gehanteerde tarief niet de kosten voor de behandeling van een vrijstellingsverzoek dekt. Bovendien is geconstateerd dat vrijstellingsverzoeken worden gebruikt om de uitvoering van een toetsing te vertragen. In verband hiermee wordt voorgesteld het tarief voor een eerste vrijstellingsverzoek te stellen op € 100,-. Om te bewerkstelligen dat niet te licht wordt gedacht over het indienen van een volgend vrijstellingsverzoek, wordt voorgesteld om een staffel aan te brengen voor het tarief dat wordt gehanteerd voor tweede en volgende vrijstellingsverzoeken. Deze tarieven treden in werking op 1 januari 2010. Verzoeken die voor die datum zijn ingediend, tellen echter wel mee voor de bepaling van het tarief dat na 1 januari 2010 van toepassing is op de behandeling van een vrijstellingsverzoek. Op grond van artikel 2, derde lid van de Verordening op de kostenvergoedingen worden parkeer-, tol- en veergelden niet afzonderlijk vergoed en worden deze derhalve geacht te zijn begrepen in de reiskostenvergoeding. In afwijking van deze bepaling wordt nu voorgesteld om parkeergelden wel afzonderlijk aan toetsers te vergoeden. Gelet op de soms zeer hoge tarieven voor parkeerruimte, wordt het niet langer redelijk geacht van de toetsers te verlangen deze kosten uit de reiskostenvergoeding te voldoen. Hierbij speelt een rol dat de NOvAA bij de planning van haar vergaderingen en bijeenkomsten in redelijke mate invloed kan uitoefenen op de vergaderlocatie en daarmee ook de parkeerkosten voor de deelnemers kan beperken. Voor toetsingen geldt dit niet aangezien deze altijd op de locatie van het te toetsen kantoor plaatsvinden. Derhalve wordt voorgesteld op de algemene regel van de Verordening op de kostenvergoeding een uitzondering te maken voor de parkeerkosten voor toetsers. Tol- en veergelden worden niet uitgezonderd. De vergoeding voor parkeergeld wordt uitbetaald nadat de toetser (bijvoorbeeld bij het indienen van de declaratie voor de dagdelen) om de vergoeding heeft verzocht en daarbij een kwitantie van de parkeerkosten heeft overgelegd. k.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld
De tarieven die van toepassing zijn in 2010 zijn met 2,5% geïndexeerd ten opzichte van de tarieven zoals die in 2009 gelden. l.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkstage
Het is gebleken dat de wijze waarop het verlenen van vrijstellingen in artikel 20 was vormgegeven, enkele technische onvolkomenheden bevatte. Deze onvolkomenheden zijn met de voorgestelde wijziging van de verordening hersteld. Met de aanpassing zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.
10
Het artikel is op één inhoudelijk punt wel gewijzigd. Voorheen kwalificeerde alleen de werkervaring die onder verantwoordelijkheid van een Accountant-Administratieconsulent was opgedaan, voor een (gedeeltelijke) vrijstelling van de praktijkstage. Dat kwam tot uitdrukking doordat het in de verordening alleen een Accountant-Administratieconsulent werd toegestaan een verklaring te geven over de werkervaring die een aankomend trainee onder zijn verantwoordelijkheid opdeed. Met de voorgestelde wijziging van het derde lid van artikel 20, kwalificeert ook de werkervaring die is opgedaan onder verantwoordelijkheid van een registeraccountant, voor een vrijstelling van de praktijkstage. In het voorstel wordt dat mogelijk gemaakt door ook een registeraccountant toe te staan een verklaring af te geven over de werkervaring die een aankomend trainee onder zijn verantwoordelijkheid heeft opgedaan. De desbetreffende registeraccountant dient ten minste drie jaar als zodanig werkzaam te zijn geweest en te voldoen aan door het bestuur in nadere regels te stellen eisen. Zolang het bestuur geen nadere regels heeft vastgesteld, is het niet mogelijk dat een registeraccountant een verklaring afgeeft over de werkervaring die onder zijn verantwoordelijkheid is opgedaan. m.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Geschillen
In het eerste lid van artikel 7, van de Verordening op de Raad voor Geschillen is thans de vergoeding voor de leden van de Raad voor Geschillen die lid zijn van de NOvAA geregeld. Als vergoeding geldt het presentiegeld, de vergoeding van reis- en verblijfkosten en de reistijdvergoeding, zoals deze zijn vastgesteld bij en krachtens de Verordening op de kostenvergoeding. Het tweede lid bepaalt dat de vergoeding voor de leden van de Raad voor Geschillen die geen lid zijn van de NOvAA (voorzitter en plaatsvervangend voorzitter), door het bestuur wordt vastgesteld. Omdat de honorering van de leden van vergelijkbare instituten door de ledenvergadering wordt vastgesteld, wordt voorgesteld ook de honorering van de leden van de Raad voor Geschillen door de ledenvergadering te laten vaststellen. Artikel 7 kan daarmee vervallen. n.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling
Met de wijziging wordt louter een duidelijker formulering van het eerste lid beoogt. De NOvAA streeft ernaar om de verordeningen die tijdens een bijeenkomst van de Ledenvergadering worden vastgesteld, alle op dezelfde dag in werking te laten treden. In de regel is dat 1 januari van het jaar volgend op het moment waarop de verordeningen zijn vastgesteld. Omdat de gelijkluidende verordening voor registeraccountants al is gewijzigd, wordt voorgesteld om deze wijziging in te laten gaan (op de tweede dag) na publicatie in de Staatscourant en terug te laten werken tot 1 juli 2009.
11
III
Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008
a.
Notulen van de Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008
1.
Opening
Welkom De heer D.J. ter Harmsel AA, voorzitter van de NOvAA, opent de vergadering om 14.00 uur en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij constateert dat bij de oproep voor de vergadering aan alle voorwaarden is voldaan en dat de vergadering daarmee rechtsgeldig is. De voorzitter vraagt de Algemene Ledenvergadering in te stemmen met het voorstel de heer C.M. Verdiesen AA te benoemen tot erelid van de NOvAA. De leden stemmen hiermee in. Stembiljetten De voorzitter informeert of de aanwezige leden een stembiljet hebben ontvangen. Voor de leden die later binnenkomen, loopt de registratie en het uitdelen van de stembiljetten door totdat de voorzitter aangeeft dat dit stopt. Na het stopzetten van de registratie ontvangen de leden geen biljetten meer om hun stem uit te brengen, maar kunnen zij nog wel deelnemen aan de vergadering. Vergaderorde De voorzitter legt de vergaderorde uit aan de aanwezigen. De leden kunnen per agendapunt maximaal twee keer het woord voeren. De voorzitter vraagt de sprekers, in verband met het maken van de notulen, hun naam en woonplaats te noemen. Officiële opening De voorzitter spreekt de volgende openingsrede uit. “Dames en heren, Welkom op deze Algemene Ledenvergadering. Ik constateer dat ik een groot aantal van u vanmorgen ook heb gezien bij onze themabijeenkomst. Ik denk dat het een zeer interessante themabijeenkomst was, waarbij ik een aantal belangrijke leerpunten heb genoteerd. Heel belangrijk vond ik in de uitspraak van de voorzitter van de Mitex “Accountant maak gebruik van je vertrouwensrelatie. Buit die uit!”. Ik vertaal het maar even in mijn eigen woorden: “Accountant ga met je adviesfunctie aan de slag!”. Als ik terugkijk naar het panel, waarbij is gesproken over de 3 P’s (Personeel, Personeel, Personeel), is mij een ding opgevallen dat mij wel een beetje spijt. Ik merk dat wij met zijn allen heel sterk bezig zijn om te kijken of wij ervaren mensen in ons beroep kunnen krijgen. Collega’s, ervaren mensen krijg je alleen maar door ze weg te halen bij andere kantoren. We kunnen met elkaar een wedstrijd aangaan door te blijven proberen die goede mensen van andere kantoren bij ons zelf te krijgen. Ik denk dat we dat misschien best wel moeten blijven doen, maar laten we vooral ook met elkaar gaan kijken of wij de instroom in ons beroep kunnen gaan vergroten. Ik denk dat daar veel meer kansen liggen dan in het bij elkaar afvangen van de beste medewerkers. In het verhaal van het tweede deel van de themabijeenkomst ging het over de kwaliteit en de betrouwbaarheid van financiële gegevens. Wij komen daar vandaag ongetwijfeld nog over te spreken. De oproep van zowel Alexander Leppink als Ab Rood, om te zorgen dat wij als accountant waarde blijven toevoegen aan die gegevens, spreekt mij erg aan. Ik hoop dat wij daar vandaag nog over kunnen discussiëren. Dames en heren, in het bijzonder heet ik onze gasten welkom, waaronder vertegenwoordigers van het ministerie van Financiën en van onze zusterorganisatie het NIVRA, de SRA, MKB-Nederland en niet te vergeten een vertegenwoordiger van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren (IBR-IAB) uit Brussel. Ook een
12
speciaal woord van welkom aan de aanwezige ereleden Tineke Coster-Vlot AA, Harry Geerlofs AA, Auke Nolles AA en Fons Otten AA. Voor ik inga op de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en onze visie op de komende periode, wil ik samen met u stilstaan bij de collega’s die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen. Het betreft hier de heren: L. Bakker AA E. Bosch AA J.H. Broeke AA R. Cramer AA M.C. Harthoorn AA M.G. Huibers AA D.N. Kleijn AA A.J. Kremers AA J. van Leeuwen AA F.H.A.J. de Rek AA P.J.M. van Rooij AA C.J. van Ruiten AA J.J.P. Smit AA J. Spijk AA G. van Uden AA F.J.C. Verdaasdonk AA
op de leeftijd van: 71 jaar 59 jaar 64 jaar 67 jaar 61 jaar 82 jaar 69 jaar 67 jaar 85 jaar 70 jaar 61 jaar 78 jaar 81 jaar 77 jaar 83 jaar 79 jaar
Ik verzoek u te gaan staan en een moment van stilte in acht te nemen om deze collega’s te gedenken. Dank u wel. Dames en heren, Het leiden van deze Algemene Ledenvergadering is voor mij heel bijzonder. Het is mijn eerste keer en tevens mijn laatste keer als voorzitter van de NOvAA. En deze toespraak is mijn laatste woord als voorzitter tot u. Ik heb vier jaar in het bestuur van de NOvAA mogen zitten en kijk terug op vier boeiende jaren. Het laatste jaar mocht ik als voorzitter leiding geven aan het bestuur. Een collegiaal bestuur, waarin besluiten democratisch en met een goede discussie, maar altijd in goede harmonie worden genomen. Wanneer ik het afgelopen jaar de revue laat passeren, kijk ik terug op een jaar met boeiende discussies. Het ging nu eens een keer niet over de Wta, die weliswaar heel belangrijk is voor ons beroep, maar niet cruciaal is voor het grootste deel van de beroepspraktijk. Want onze beroepspraktijk is het mkb. En ons beroep is dat van openbaar accountant, die met name werkzaam is in het mkb. En daarover ging de discussie het afgelopen jaar. Daarbij kwamen vragen aan de orde als: Past de regelgeving nog wel voor de huidige beroepspraktijk in het mkb? Zijn we niet doorgeschoten met de regelgeving? Moeten we toe naar minder regelgeving? Toetsen we wel op de juiste wijze? We hebben daarover het afgelopen jaar veel en intensief gediscussieerd. In het bestuur. Met de deelnemers aan de verschillende commissies en werkgroepen. Maar vooral met u. Met de leden. Want uiteindelijk is het óns beroep. Wij vonden het van belang om daarover met u in de afdelingen twee keer in discussie te gaan. U, de leden van de NOvAA, bepaalt voor dit soort opdrachten die we uitvoeren in midden- en kleinbedrijf, de regelgeving. U, de ledenvergadering, beslist daarover. Uit de discussie die wij hebben gevoerd, heb ik een belangrijke conclusie getrokken. U vindt kwaliteit erg belangrijk.
13
Aanpassing van de regelgeving? Prima, als het maar niet leidt tot mindere kwaliteit van onze dienstverlening. Duidelijk werd dat kwaliteit zó belangrijk wordt gevonden, dat accountants die werkzaam zijn in de mkb-praktijk liever méér werkzaamheden uitvoeren, dan minder. Want ook dat was een belangrijke conclusie voor het bestuur: de last van de regelgeving was voor een groot deel gebaseerd op een risicomijdende interpretatie van die regelgeving. De inleidingen van de heer De Swart, tijdens de afdelingsvergaderingen afgelopen voorjaar, toonden aan dat de regelgeving eigenlijk wel goed was toegesneden op de mkb-praktijk. En dat niet in alle gevallen alle regels van toepassing zijn, maar dat er bij bepaalde werkzaamheden minder regels gelden. Dat was voor velen een eye-opener. Het bracht het bestuur tot de conclusie dat de regelgeving niet echt ingrijpend hoeft te worden aangepast, maar dat de regelgeving vooral beter moet worden opgeschreven en beter moet worden uitgelegd. Dat gaat het bestuur dan ook doen in de komende periode. En we doen dat samen met het NIVRA. Geen voorstellen voor veranderde regelgeving dus tijdens deze ledenvergadering. Verandert er dan helemaal niets? Zeker wel! Het bestuur zal snel met een nieuwe COS 4410 en de Nadere Voorschriften Accountantskantoren komen. We zullen deze na de zomer met u gaan bespreken in een consultatieronde. We zullen daar voorlichting over geven. En als we vervolgens met elkaar tot de conclusie komen dat het goede regelgeving is, dan kan deze regelgeving in januari 2009 in werking treden. De Commissie Regelgeving, onder leiding van Carel Verdiesen, heeft een groot aantal voorstellen gedaan die door de besturen van NOvAA en NIVRA zijn overgenomen. Hiermee gaan we de komende periode aan de slag. Ik noem: de schaalbare regelgeving, het opwaarderen van de samenstellingsverklaring, het coachend toetsen, de terughoudendheid bij het vaststellen van verplichte PE-onderwerpen en een helder overzicht van de regelgeving die van toepassing is op de mkb-praktijk. Dit zijn zaken die wij als bestuur en bureau zullen gaan oppakken. Ik heb de discussie over de regelgeving het afgelopen jaar als boeiend ervaren. Er is echter ook een discussie waar ik met minder genoegen op terugkijk. Dat zijn de contacten met de WMO, de Stichting Werkgroep Minnelijk Overleg. Tijdens de vorige Algemene Ledenvergadering heeft zo’n 20 procent van de leden gestemd voor amendementen die het bestuur had afgeraden. Dat was een belangrijk signaal. Het bestuur heeft het afgelopen jaar opvolging gegeven aan dit signaal. Met een groot aantal leden binnen de WMO onderhouden we weer goede contacten. We zijn met hen in gesprek. Ik betreur het echter bijzonder dat de WMO is doorgegaan met de gerechtelijke procedures. Dit leidt tot kemphanengedrag. Ik betreur het dat het bestuur de achterdocht bij de WMO niet heeft kunnen wegnemen. Daar ligt voor het komende jaar weer een uitdaging voor ons bestuur. Want het bestuur is een bestuur voor alle leden. Spijtig vind ik het ook dat op de website van de WMO nog steeds wordt opgeroepen tot collectieve actie tegen de NOvAA. Tegen de eigen beroepsorganisatie. En ik vind het treurig dat de tegenhanger van de WMO bij onze zusterorganisatie NIVRA zelfs spreekt over een derde beroepsorganisatie. Maar dat is natuurlijk niet het enige dat gebeurd is. Iets waar we het afgelopen jaar ook uitvoerig mee bezig zijn geweest, is de evaluatie van de Raad van Toezicht. Zoals u weet, is eind 2002 de Raad ingesteld. Na vier jaar zou het bestuur aan u verslag doen over de wijze waarop de Raad heeft gefunctioneerd. Door allerlei oorzaken is dit iets later geworden, maar de evaluatie is dit voorjaar verschenen. We hebben daarbij vooral gekeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het toezicht door de Raad. Als je sommige signalen moet geloven, dames en heren, dan zou de Raad slecht werk leveren en de kantoren veel te snel ‘aftoetsen’. Ik heb dat geluid ook op een aantal afdelingsvergaderingen gehoord.
14
Wat ik constateer, is dat uit de enquête die wij hebben gehouden naar aanleiding van deze evaluatie van de Raad van Toezicht, dit beeld niet naar voren komt. Daaruit blijkt juist het tegendeel: de Raad oefent zijn toezicht op een doelmatige en doeltreffende wijze uit. Daar ben ik blij mee. Verder bleek dat de Raad eigenlijk veel minder snel aftoetst dan hij strikt genomen zou mogen doen. De Raad kan al een ‘onvoldoende’ geven als één van de acht onderdelen van het stelsel van kwaliteitsbeheersing niet voldoet. In de praktijk blijkt juist dat de Raad daar soepel mee omgaat. Pas als de Raad ten minste twee onderdelen van het stelstel van kwaliteitsbeheersing als onvoldoende aanmerkt, leidt dit tot een onvoldoende toetsingsresultaat. Was er dan helemaal geen kritiek te beluisteren op het toezicht, zult u zich afvragen. Ja, die kritiek was er wel degelijk, al had die niet zozeer betrekking op de Raad zelf. Het gaat daarbij om de kosten van de toetsing. Daarbij doet zich het volgende fenomeen voor. De kantoren vinden de kosten van de toetsing te hoog en de toetsers vinden de vergoeding van hun werkzaamheden te laag. Als je aan accountants of mkb-ondernemers vraagt of de kosten te hoog zijn, dan zullen ze altijd wel ‘ja’ zeggen. Maar we hebben het signaal serieus genomen. We zullen bekijken of de financiering van de toetsingen op een andere manier kan worden vormgegeven. De eventuele nieuwe vorm van financiering zal pas ingaan als de eerste toetsingscyclus voorbij is. Dat wil zeggen: wanneer alle kantoren één keer getoetst zijn. Dat is namelijk wel zo eerlijk. Iedereen krijgt dan te maken met dezelfde kosten. Verder zullen we meer aandacht besteden aan het vinden van de juiste match tussen het getoetste kantoor en de toetser. En ten slotte zullen we de toetsingen continu blijven evalueren om te zien of die voldoen aan de eisen die we daaraan met elkaar gesteld hebben. De toetsingen zullen naar verwachting vanaf september weer volop gaan starten. Morgen zal de Wtra worden aangenomen in de Eerste Kamer. Wij verwachten dat daarmee de reparatie van de wetgeving gerealiseerd wordt en we de toetsingen (met de bijbehorende financiering) vanaf september weer kunnen gaan uitvoeren. Ten slotte, dames en heren, is er een nieuwe beleidsnota gemaakt. Het is gebruikelijk dat de NOvAA eens in de drie jaar een nieuwe beleidsnota het licht laat zien. En eigenlijk stond deze nieuwe nota voor volgend jaar op de planning. Maar gezien alle recente ontwikkelingen, waaronder nieuwe wetgeving, was de oude beleidsnota door de feiten ingehaald. Een nieuwe beleidsnota dus, waar het nieuwe bestuur verder mee aan de slag kan. Ik wil de beleidsnota niet uitvoerig met u doornemen. Ik licht de belangrijkste keuze van het bestuur er uit. De NOvAA stelt de accountant die de voor het beroep kenmerkende werkzaamheden uitvoert centraal in het beleid voor de komende jaren. Dat is dus de openbaar accountant, de accountant in overheidsdienst en de interne accountant. Maar het is vooral de AA-Accountant die werkt in het mkb. Hij geeft deze ondernemers zekerheid door het afgeven van deelverklaringen en het uitvoeren van vrijwillige controles. Met die werkzaamheden onderscheiden we ons van andere administratieve dienstverleners. Maar door onze gedrags- en beroepsregels is er meer. Door onze status ervaart de mkb-ondernemer vertrouwen. We hebben dit vanmorgen ook gehoord. Het vertrouwen dat de AA-Accountant ook bij andere diensten, waaronder de samenstellingsopdracht, de werkzaamheden op een goede wijze uitvoert. Het AA-beroep is een beroep van groot maatschappelijk belang. Dit rechtvaardigt de wettelijke bescherming van de accountantstitel. Maar dit brengt ook verplichtingen met zich. Verplichtingen die moeten bijdragen aan de hoge kwaliteit van het beroep. De overige speerpunten van ons beleid zullen verderop in deze vergadering aan de orde komen. Dames en heren, ik ben hiermee aan het eind gekomen van mijn rede. Ik wil afsluiten met u een goede vergadering te wensen. Dames en heren, voor ik dit spreekgestoelte verlaat en overga tot het regulier gedeelte van deze vergadering wil ik Carel Verdiesen vragen even naar voren te komen”.
15
De heer C.M. Verdiesen AA wordt gevraagd de zaal binnen te komen. De voorzitter benoemt, met instemming van de Algemene Ledenvergadering, de heer Verdiesen tot erelid van de NOvAA. De voorzitter licht toe dat de heer Verdiesen nog niet zo lang actief is voor de NOvAA. Vanaf 2001 heeft de heer Verdiesen zitting in het bestuur van de afdeling Zuid en maakte hij snel carrière. De heer Verdiesen heeft veel betekend voor de NOvAA, met name in zijn voorzittersperiode waarin hij gestreden heeft tegen de Wta, en niet te vergeten in de commissie Regelgeving die onder zijn leiding stond. Op dit moment is de heer Verdiesen onder andere voorzitter van de redactieraad van Accountant Adviseur en zit hij namens de NOvAA in het bestuur van MKB-Nederland. De heer Verdiesen ontvangt uit handen van de voorzitter het bij het erelidmaatschap behorende speldje met oorkonde. De heer Verdiesen spreekt zijn dank uit voor de onverwachte benoeming. Hij heeft zijn werkzaamheden steeds gezien als zijn plicht als AA. Hij geeft aan dat hij zich graag heeft ingezet voor het beroep en dit altijd zo goed mogelijk heeft willen doen. De heer Verdiesen wenst iedereen een goede vergadering en spreekt nogmaals zijn dank uit. 2.
Mededelingen en ingekomen stukken
De heer drs. F.A. van Schaik AA, secretaris, deelt mede dat er de volgende ingekomen stukken zijn. Berichten van verhindering van: - mevrouw L. Burema AA uit Veendam - de heer A.Th. Harmsen AA uit Vleuten - de heer F. Bavius AA uit Castricum - de heer P.D. Bosschart AA uit Apeldoorn - de heer mr. A. de Graaf AA uit Broek op Langedijk De drie laatstgenoemde personen zijn verhinderd wegens verblijf in het buitenland. Amendementen De ingekomen amendementen zijn enige tijd voor de Algemene Ledenvergadering aan de leden toegezonden en zullen worden behandeld bij de desbetreffende Ontwerp-Verordeningen onder agendapunt 9. Brief Van de heer F. Bavius AA is een brief ontvangen met een opmerking over de notulen van de op 11 juni 2007 gehouden Algemene Ledenvergadering. Deze brief zal worden behandeld bij agendapunt 4, vaststellen van de notulen. Voorstellen Door een aantal leden zijn voorstellen ingediend. Deze voorstellen zijn aan de leden kenbaar gemaakt via Noviteiten en zijn op de website geplaatst. De voorstellen kunnen als ingekomen stuk aan de orde worden gesteld. In een reactie op de ingediende voorstellen heeft de heer P.A. van Ginkel AA in een afzonderlijk schrijven verzocht of deze voorstellen afzonderlijk op de agenda zouden kunnen worden geplaatst. De voorzitter geeft aan de voorstellen, ondersteund door 42 leden, bij dit agendapunt te behandelen en hier ruim de gelegenheid voor te geven. Vervolgens vraagt de voorzitter of een van de indieners het woord wil voeren. De heer J.H. Nijkamp AA, geen indiener van de voorstellen, verbaast zich erover dat hij de voorstellen afgelopen vrijdag, sommige leden afgelopen zaterdag, ontvangen heeft. Hij is verbolgen over het feit dat het bestuur van de NOvAA de voorstellen van een negatief stemadvies heeft voorzien.
16
De voorzitter geeft aan dat het wel de gebruikelijk procedure is geweest, maar maakt zijn excuses voor het late kenbaar maken. Via Noviteiten is daarnaast, ongeveer drie weken voor de Algemene Ledenvergadering, aandacht besteed aan deze voorstellen. De heer P.A. van Ginkel AA vraagt aan de voorzitter waarom de voorstellen als ingekomen stuk worden behandeld en niet als afzonderlijk punt op de agenda worden geplaatst. De voorzitter geeft aan dat over een afzonderlijk agendapunt gestemd kan worden. Alvorens over een in de voorstellen aangekaart onderwerp wordt gestemd, is het echter van belang dat er een gedegen consultatie langs de afdelingen aan is voorafgegaan, waarbij de mening van de leden is gehoord. De voorzitter vindt het thans belangrijk meningen uit de zaal te vernemen om vervolgens te kunnen besluiten wat er met de voorstellen gedaan gaat worden. De heer J.H. Nijkamp AA wijst de voorzitter er op dat een voorstel voorzien van een negatief stemadvies van het bestuur van de NOvAA geen kans heeft op instemming van de leden. De heer P.A. van Ginkel AA vindt het antwoord van de voorzitter teleurstellend. Ten eerste daar hij vorig jaar de voorstellen op diverse afdelingsvergaderingen heeft ingediend en dit door de NOvAA werd afgedaan met “daar komen we later op terug”. Ten tweede zijn de voorstellen vorig jaar ook al ingediend bij de NOvAA, ook ondersteund door ruim 40 AA’s, maar toen wilde de NOvAA geen extra vergadering beleggen. Van Ginkel verzoekt de voorzitter om de voorstellen niet bij de ingekomen stukken te behandelen, maar bij een afzonderlijk toe te voegen agendapunt. Bij een afzonderlijk agendapunt kan er immers besluitvorming plaatsvinden. De voorzitter deelt mede dat juist het laatstgenoemde de reden is dat het bestuur de voorstellen niet als agendapunt wil behandelen. De voorzitter hecht er waarde aan tijdens deze Algemene Ledenvergadering in discussie te gaan over de voorstellen. Daarmee geven de leden een signaal af aan het bestuur, waarmee het bestuur vervolgens aan de slag kan gaan. Hij wil ook de mogelijkheid hebben om de mening van de leden te vernemen via een consultatieronde langs de afdelingen. Zo kan het bestuur zich een mening vormen, opdat in een volgende Algemene Ledenvergadering op een verantwoorde wijze een besluit genomen kan worden. De heer P.A. van Ginkel AA trekt de conclusie dat het bestuur de Algemene Ledenvergadering als het hoogste orgaan van de NOvAA aanmerkt en is het daarmee eens. Voorts stelt hij dat de voorstellen die nu zijn ingediend, ook aan de afdelingen zijn aangeboden, maar daar niet in behandeling zijn genomen. Tevens vindt hij dat het bestuur artikel 10 van de Wet AA naast zich neerlegt. De heer Van Ginkel blijft er bij dat de voorstellen in deze vergadering als agendapunt moet worden behandeld. Anders stelt hij voor hierover te stemmen. De voorzitter licht toe dat artikel 10 uit de Wet AA zegt dat leden een Bijzondere Ledenvergadering bij elkaar kunnen roepen. Er moet dan wel aan de eisen worden voldaan die daaraan worden gesteld. De voorstellen zijn door het bestuur ongeveer 4 à 5 weken geleden ontvangen. Daarbij is niet aangekondigd dat deze bedoeld waren om als afzonderlijke agendapunten behandeld te worden. De ingekomen voorstellen zijn dus niet als agendapunt aangemerkt. Dit laat onverlet dat het bestuur vindt dat over de voorstellen van gedachten gewisseld moet kunnen worden. De voorzitter nodigt de leden dan ook uit inhoudelijk op de voorstellen in te gaan. De heer P.J.M. van Dam AA vindt het gebruik van het woord “kemphanen”, door de voorzitter gebruikt in zijn openingsrede met betrekking tot de WMO, erg negatief. Tenslotte moeten partijen van mening kunnen verschillen en hier in goede harmonie mee om kunnen gaan.
17
De voorzitter geeft aan dat hij in zijn inleiding heeft gezegd dat dit kan leiden tot “kemphanengedrag”. Hiermee doelde hij op gedrag aan beide zijden. Het zou ook kunnen zijn dat het bestuur van de NOvAA zich anders opstelt. Het woord “kemphanengedrag” moet zeker niet gezien worden als verwijt naar de WMO toe. De heer Van Dam kan zich vinden in de uitleg van de voorzitter. Voorts geeft de heer Van Dam aan dat er in de afgelopen periode in positieve zin met elkaar is gesproken en is geprobeerd tot een oplossing te komen. Helaas is het niet helemaal gelukt. Hij heeft er moeite mee dat er dan door de NOvAA gezegd wordt dat de WMO met de procedures moet stoppen. De voorzitter gaat over op het behandelen van de vier ingekomen voorstellen. 1. Voorstel ten aanzien van het ‘recht van initiatief’ De heer P.A. van Ginkel AA uit nogmaals zijn ontevredenheid over het feit dat de voorstellen niet als afzonderlijk agendapunt in behandeling worden genomen. Aansluitend gaat hij over op het onderwerp. De heer Van Ginkel vindt dat het initiatiefrecht nader uitgewerkt dient te worden. Ook vindt hij dat er een nadere invulling moet komen van het initiatiefrecht, waarbij het doel is de NOvAA verder te democratiseren, de drempel voor leden te verlagen en de directe invloed van het bestuur te beperken. De Algemene Ledenvergadering is weliswaar het hoogste orgaan binnen de NOvAA, maar de WMO vindt dat er een plattere organisatiestructuur moet komen. Dit betekent dat initiatieven van 40 leden of meer ook in de ledenvergadering behandeld moeten kunnen worden. De invloed van bestuur zou naar de mening van de heer Van Ginkel dermate beperkt moeten worden dat alle voorstellen behandeld kunnen worden, eventueel voorafgegaan door een behandeling van de voorstellen in de afdelingsvergaderingen. Een discussie moet, aldus de heer Van Ginkel, altijd gevoerd kunnen worden, ook als dit kan betekenen dat zaken niet aangenomen worden. De heer J. Beekhuizen AA, voorzitter van de afdeling Zuid-Holland, is verbaasd over het feit dat de heer Van Ginkel aangeeft dat de ingediende voorstellen in de vergadering van afdeling Zuid-Holland niet op de agenda zijn geplaatst. De heer Beekhuizen en de secretaris van de afdeling Zuid-Holland hebben de voorstellen nimmer ontvangen. De heer Van Ginkel deelt mede dat deze voorstellen destijds per e-mail zijn toegestuurd aan de afdeling Zuid-Holland en dat aan hem is medegedeeld dat er verder niks met deze voorstellen gedaan zou worden. De voorzitter geeft namens het bestuur van de NOvAA een inhoudelijke reactie op het voorstel inzake het initiatiefrecht. De Wet AA regelt de juridische positie van het bestuur en de ledenvergadering, alsmede de voorbereidingsprocedure voor verordeningen en ontwerp-verordeningen. Uit de wet blijkt dat het uitsluitend aan het bestuur is om met voorstellen voor verordeningen te komen. Leden kunnen deze voorstellen amenderen of verwerpen. Het blijkt dat een aantal leden dit bestrijdt. Die leden doen dit via een gerechtelijke procedure. Voordat het initiatiefrecht daadwerkelijk aan de orde wordt gesteld in de Algemene Ledenvergadering, lijkt het het bestuur gepast om eerst de uitspraak in de gerechtelijke procedure af te wachten. De heer P.A. van Ginkel AA vraagt zich af waarom er, gezien artikel 10 van de Wet AA, geen Buitengewone Ledenvergadering is belegd. De voorzitter licht toe dat er bij het bestuur geen punten ter behandeling zijn aangedragen en geen vragen zijn gesteld om een Buitengewone Ledenvergadering uit te schrijven.
18
2. Voorstel ten aanzien van de Periodieke Preventieve Toetsingen (PPT) De heer H.W. de Haan AA voert het woord aangaande het voorstel met betrekking tot het toetsingssysteem. Alvorens hiertoe over te gaan, deelt hij mede dat bij het indienen van de voorstellen wel degelijk is verwezen naar artikel 10 van de Wet AA. Ten aanzien van het toetsingssysteem stelt de heer De Haan aan de orde dat er enkele weken geleden een interview met de voorzitters van de NOvAA en het NIVRA heeft gestaan in het blad Accountancynieuws. Daarin werd onder andere gesteld dat accountants hun eigen regels te streng interpreteren. De heer De Haan is een andere mening toegedaan. Hij vindt dat de Raad van Toezicht en de toetsers de regels te streng interpreteren. Zijn conclusie is dat het accent bij de toetsingen ligt op formaliteiten (zoals de vastlegging en parafering), in plaats van op de kwaliteit van het geleverde product (te weten: de jaarrekening). Bovendien zijn de toetsingsvoorschriften voor 2008 nog zwaarder dan die van 2007. Voor veel kleine kantoren is, aldus de heer De Haan, het werk hierdoor praktisch onuitvoerbaar geworden. De heer De Haan stelt dan ook voor om het huidige toetsingssysteem te vervangen door een toetsingssysteem dat wordt ontwikkeld vanuit vakgroepen binnen de NOvAA. Eventueel kan dit voor verschillende soorten accountants leiden tot verschillende toetsingen. Bovendien zou gestreefd moeten worden naar risicogerichte toetsingen, waarbij naar aanleiding van een klacht over de rapportage van een accountant een toetsing plaatsvindt. De heer J.H. Nijkamp AA kan zich de mening van de heer De Haan voorstellen. De heer Nijkamp geeft aan dat een goede dossiervorming voor de als eenpitter werkende accountant lastig is. Voor de grotere kantoren ligt dit naar zijn mening duidelijk anders. Hij geeft het bestuur daarom in overweging het komende jaar na te denken over de vraag of er verschillende toetsingen te hanteren zijn, afgestemd op de grootte van het accountantskantoor. Worden er geen passende maatregelen genomen, dan acht de heer Nijkamp de kans inderdaad groot dat, zoals de voorzitter in zijn openingswoord reeds signaleerde, er een derde beroepsorganisatie van accountants gaat ontstaan. De heer F.F.G.M. Janssen AA deelt ter informatie mede dat hij een eenpitterskantoor heeft en zelf toetser is. Hij kan zich vinden in de aspecten die naar voren zijn gebracht ten aanzien van de kwaliteitsbeheersing binnen het accountantskantoor, maar is tevens van mening dat de AA-titel garant moet staan voor een bepaalde minimale kwaliteit binnen een accountantskantoor. AA’s moeten bereid zijn om voor die kwaliteit de nodige investeringen te doen. Die investeringen zullen zich naar zijn mening op termijn, ook in het kader van de instroom van nieuwe medewerkers, zeker terugbetalen. Bij een toetsing is het volgens de heer Jansen van belang te constateren dat aan de eisen wordt voldaan. Op welke wijze een kantoor aan die eisen voldoet (waar het bijvoorbeeld zijn gegevens bewaart), is daarbij minder van belang en kan op zich geen reden zijn om tot het oordeel ‘onvoldoende’ te komen. De heer G.M.M. Boot AA licht toe dat hij in de afgelopen anderhalf jaar in afdeling Zuid zijn mening heeft gegeven over de toetsingen en de regelgeving daaromtrent. Hij pleit voor coachende toetsingen. Voorts wijst hij op het feit dat de regelgeving in het algemeen, maar met betrekking tot de toetsingen in het bijzonder, door lang niet iedereen op dezelfde wijze wordt uitgelegd. De heer Boot spreekt zijn zorgen hierover uit en vraagt aan het bestuur hiernaar te kijken. De heer J.A. van der Meijden AA, zelf toetser, is van mening dat het, gehoord de toezeggingen van het bestuur, een voldongen feit is dat de toetsingen collegiaal uitgevoerd zullen gaan worden. Hij wijst de aanwezigen op de toetsingsprogramma’s op de website van de Raad van Toezicht. In die toetsingsprogramma’s worden drie categorieën waardering aangegeven. Een categorie betreft ‘lichte overtredingen’. Deze kunnen nooit leiden tot het oordeel ‘voldoet niet’. Bij de categorie ‘zware overtredingen’ kan dat wel het geval zijn, maar dat komt volgens de heer Van der Meijden in de praktijk relatief weinig voor. De heer Van der Meijden adviseert degenen die getoetst gaan worden om, voorafgaand aan de toetsing, de toetsingsprogramma’s te downloaden. Deze bevatten nuttige
19
informatie en geven meer inzicht in de manier van toetsen. Tot slot geeft hij aan dat de toetsers voor een coachende toetsing zijn en er niet op uit zijn om kantoren af te toetsen. De heer P.J.M. van Dam AA, zelf tot op heden niet getoetst, stelt dat er veel klachten over de toetsingen zijn geweest. Dat de vorige spreker, als het gaat over de bevindingen naar aanleiding van een toetsing, spreekt over ‘overtredingen’ zegt naar zijn mening iets over de gedachte waarmee het toetsingsproces wordt ingegaan. De heer Van Dam is positief over wat er in de vergadering van afdeling Zuid met de heer Van der Wielen, plv. voorzitter van de NOvAA, is besproken. In die afdelingsvergadering bleek namelijk dat geen van de aanwezigen tegen toetsing was. De heer Van der Wielen benadrukte tijdens de afdelingsvergadering het coachende karakter van de toetsingen. Onder coachend toetsen verstaat de heer Van Dam dat de toetsingen erop gericht zijn dat het kantoor met betrekking tot de kwaliteit de goede richting uitgaat en dat de toeters daarbij adviserend optreden. Na met diverse collega’s gesproken te hebben, heeft de heer Van Dam de indruk gekregen dat er geen sprake is van coachend toetsen. Door de toetsers wordt een belerende toon aangeslagen waardoor de toetsing door de getoetsten als negatief wordt ervaren. De heer Van Dam is voorstander van een coachende toetsing. Verder geeft hij aan dat het toetsen van accountants in business volstrekt overbodig is. Dat deze accountants hun PE-punten behalen, vindt de heer Van Dam wel van belang. De voorzitter geeft in zijn reactie hierop aan dat de accountants in business niet getoetst worden door de NOvAA. De heer J.W.M. van der Meer AA verbaast zich over de opmerking dat de kwaliteit van een kleiner kantoor anders mag zijn dan van een groot kantoor. Hij is van mening dat een AA-Accountant, ongeacht de grootte van het kantoor, dezelfde kwaliteit moet kunnen leveren aan zijn cliënten. De voorzitter geeft aan dat het bestuur van de NOvAA streeft naar schaalbare regelgeving. Schaalbare regelgeving houdt bijvoorbeeld in dat niet voorgeschreven wordt hoe een kwaliteitsbeheersingssysteem er voor een accountantskantoor uit moet zien. In de nieuwe Nadere Voorschriften Accountantskantoren komt te staan dat kantoren over een ‘voldoende’ kwaliteitsbeheersingssysteem moeten beschikken. De invulling hiervan is aan de kantoren en kan dus afhankelijk zijn van de grootte en samenstelling van het kantoor. De voorzitter leidt uit de signalen uit de zaal af dat kwaliteit moet en regels in het algemeen als belastend worden ervaren. Dit is de reden waarom het bestuur van de NOvAA de COS 4410 en de Nadere Voorschriften Accountantskantoren heeft aangepast. In de voorstellen die het bestuur gaat doen, wordt gekapt in de veelheid aan regelgeving. Het bestuur vindt dit een goede zaak. Deze voorstellen worden binnenkort aan de leden gezonden. De voorzitter concludeert uit het voorstel met betrekking tot de PPT dat het gaat om de vraag of er vooraf dan wel achteraf getoetst moet worden. Hij wijst erop dat de leden tijdens de Algemene Ledenvergadering in 2003 en in 2007 nadrukkelijk ingestemd hebben met het huidige toetsingssysteem. De signalen die hij nu uit de zaal krijgt over het aanpassen van het toetsingssysteem, heeft het bestuur niet ontvangen tijdens de ronde langs de afdelingen. Op dit moment is er voor het bestuur van de NOvAA dan ook geen aanleiding om het huidige toetsingssysteem (van vooraf toetsen) om te zetten in een systeem van signaalgericht toetsen. Het bestuur zal het toetsen nauwgezet blijven volgen. Het functioneren van de Raad van Toezicht is in het afgelopen voorjaar geëvalueerd. Iedere toetser en ieder getoetst kantoor is in de gelegenheid gesteld aangaande de uitgevoerde toetsingen een mening kenbaar te maken. Het bestuur heeft aan de Raad van Toezicht voorgesteld om het komend jaar, wanneer de toetsingen weer worden gestart, standaard aan iedere toetsing een evaluatie te koppelen. De bedoeling is om daarmee uitwassen te voorkomen.
20
3. Voorstel ten aanzien van Permanente Educatie (PE) Alvorens een toelichting te geven op het voorstel aangaande Permanente Educatie, stelt mevrouw I. ten Voorde AA dat zij het betreurt dat de voorstellen niet als afzonderlijk agendapunt zijn aangemerkt, zodat erover gestemd kan worden. Zij meent dat het bestuur hier wettelijk toe verplicht is. Mevrouw Ten Voorde is van mening dat het huidige systeem van permanente educatie om een aantal redenen niet voldoet. Haar eerste bezwaar tegen het huidige systeem is dat PE-punten alleen verkregen kunnen worden door fysiek deel te nemen aan een afdelingsvergadering, cursus of opleiding. Haar tweede bezwaar is dat er PE-punten behaald kunnen worden zonder daadwerkelijk aan de desbetreffende cursus deel te nemen. Mevrouw Ten Voorde heeft geconstateerd dat er collega’s zijn die bij aanvang van de cursus de presentielijst ondertekenen, vervolgens vertrekken en op deze wijze PEpunten behalen. Daarnaast vraagt zij zich af of alle deelnemers wel altijd even geconcentreerd aan de cursus deelnemen en de verstrekte informatie opnemen. Zij spreekt haar bedenkingen uit over de kwaliteit van de cursussen. Haar derde bezwaar is dat de kosten die gemaakt worden niet in verhouding staan tot de opbrengsten. Het vierde bezwaar houdt verband met de manier van leren. Die is, aldus mevrouw Ten Voorde, voor iedereen verschillend. De een neemt meer op door te luisteren, de andere door te lezen. Mevrouw Ten Voorde pleit voor meer mogelijkheden om de PE-punten op peil te houden dan uitsluitend door het volgen van externe cursussen. Een mogelijkheid zou moeten zijn om thuis te leren, maar deze mogelijkheid wordt door de NOvAA niet erkend. Daarnaast kunnen PE-punten behaald worden door de afdelingsvergaderingen bij te wonen. Mevrouw Ten Voorde plaatst evenwel kanttekeningen bij het nut en de kwaliteit van de daar behandelde onderwerpen. Om deze redenen stelt mevrouw Ten Voorde een systeem voor waarbij PE-punten op een andere manier kunnen worden aangetoond. Het voorstel is in overeenstemming met de bepalingen van IFAC en houdt in dat 50% van de PE-punten moet kunnen worden aangetoond en voorts dat PE-punten kunnen worden behaald door het lezen van vakliteratuur en vakbladen, en eigen studie. De heer F.H. Nieuwenhuizen AA is ook van mening dat de cursussen veel geld kosten. Daarmee is hij er echter geen voorstander van om het lezen van vakliteratuur als PE aan te merken. De heer Nieuwenhuizen ziet praktische problemen bij het vaststellen van de bestede tijd en de toegenomen kennis. Hij is van mening dat er reeds nu meerdere mogelijkheden zijn om PE-punten te behalen. De cursussen hoeven immers niet uitsluitend bij de Vedaa te worden gevolgd. Hij vindt het een schande wanneer accountants een presentielijst zouden ondertekenen zonder de cursus te volgen. Zelf heeft hij een dergelijke situatie in de praktijk overigens nog nooit waargenomen. De heer J.A. Wietsma AA verbaast zich over de discussie, met name vanwege het feit dat op afstand leren voor een AA of RA reeds tot de mogelijkheden behoort. Deze mogelijkheden worden door diverse cursusorganisaties aangeboden. Ook het NIVRA en de NOvAA bieden die mogelijkheid. Bij het NIVRA wordt na afronding van een dergelijke cursus een certificaat verstrekt, bij de NOvAA is dat op dit moment nog niet het geval is. Mogelijk kan hier aan gewerkt worden door het bestuur. De materialen om thuis te leren, door middel van een pdf-bestand of schriftelijk en daarna een toets af te leggen, zijn volgens de heer Wietsma dus wel degelijk aanwezig om PE-punten te behalen. In de praktijk wordt daar door accountants echter nog maar weinig gebruik van gemaakt. De heer Wietsma, die docent is bij meerdere onderwijsinstellingen, merkt op dat hij gewend is te werken met presentielijsten die door de cursisten zowel aan het begin als aan het eind van een cursus voor aanwezigheid moeten worden ondertekend. De heer F. van Eunen AA meldt dat het systeem aangaande het behalen van PE-punten op afstand al een aantal jaren geleden is ingevoerd. Bij de eerste uitgebreide beroepsvoorschriften was het reeds mogelijk
21
via het internet cursussen te volgen. Waarom van deze mogelijkheid weinig gebruik wordt gemaakt, terwijl daar blijkbaar behoefte aan is, is hem niet duidelijk. De heer J.A. van der Meijden AA, docent voor onder andere de NOvAA, heeft bij de VGC-cursus slechts een keer meegemaakt dat een cursist voortijdig vertrok. De cursist had hiervoor een gegronde reden. Aangaande het thuisleren meent hij dat er onderwerpen zijn waarbij thuisstudie niet mogelijk is. Met name geldt dit voor de VGC. Tijdens de cursusdagen over de VGC ontstonden veel discussies. Deze discussies werden door de deelnemers als zeer nuttig ervaren. Volgens hem mag het niet zo zijn dat als enkele leden uitsluitend thuis willen leren, hier de overige leden toe gedwongen worden. Verder deelt hij mede dat de NOvAA de Wta-cursus ook in een e-learning variant aanbiedt. De heer G.H. Bottemanne AA deelt mede dat de VGC-cursus ook digitaal te volgen is. Na afloop van de cursus volgt een soort examen. Bij het behalen van een voldoende resultaat wordt een certificaat verstrekt. De heer J. Stienstra AA vraagt zich af waarom ten tijde van het invoeren van de VGC er niet eerst een cursus is aangeboden en pas daarna de VGC is ingevoerd. Dan hadden de leden ook beter geweten waarover ze moesten stemmen. De voorzitter geeft aan dat de NOvAA geleerd heeft van de invoering van de VGC. Onder andere dat het van groot belang is dat er vaak en goed gecommuniceerd wordt met de leden. De veranderingen en de gevolgen voor de leden moeten helder en duidelijk worden weergegeven. In het traject rondom de regelgeving voor de samenstellingspraktijk is in die communicatie verbetering aangebracht. Over die regelgeving is intensief met de leden gecommuniceerd. De heer J.W.M. van der Meer AA is verbaasd over de discussie over de PE-punten. Hij geeft aan dat we leven in een sterk veranderde samenleving. Dit houdt in dat accountants de benodigde kennis voor het beroep bij moeten blijven houden door middel van cursussen. Doen zij dat niet, dan gaat dit ten koste van de kwaliteit en uiteindelijk ook ten koste van de omzet. De heer D.E.J. Stuifmeel AA vindt dat de discussie niet moet gaan over de vraag naar het nut van PE-punten. Het zou moeten gaan over de vraag naar de wijze waarop de benodigde PE-punten kunnen worden behaald. De heer Stuifmeel is van mening dat die punten ook op een andere manier verkregen moeten kunnen worden. De heer F. van Eunen AA geeft een reactie op de eerdere spreker die zich niet voor kon stellen dat iemand uitsluitend op basis van schriftelijke cursussen zijn deskundigheid zou kunnen vergroten. De heer Van Eunen, die zelf niet auditief is ingesteld, heeft zijn gehele opleiding (Praktijkdiploma, Mba, SPD en AA) schriftelijk gevolgd. En met succes! Mevrouw I. ten Voorde AA geeft aan dat zij de reacties uit de zaal op prijs stelt. Haar intentie met het voorstel was om het onderwerp bespreekbaar te maken en op de agenda te krijgen. Dan kan er een stemming plaatsvinden zodat het bestuur van de NOvAA verplicht wordt om er iets mee te doen. De voorzitter deelt mevrouw Ten Voorde mede dat het bestuur naar aanleiding van de ingebrachte stukken heeft geconstateerd dat het huidige PE-systeem van de NOvAA niet overeenkomt met de IFACregels. NIVRA en NOvAA hebben inmiddels afgesproken een onderzoek in te gaan stellen naar de huidige PE-verplichtingen en de vraag hoe die voorschriften eenvoudiger en makkelijk toepasbaar zijn te maken. Dit echter zonder afbreuk te doen aan het doel van de PE, namelijk het op peil houden van de deskundigheid van de AA-Accountant. Mevrouw Ten Voorde, of een van de andere ondersteuners van
22
het voorstel, zal worden uitgenodigd om in de werkgroep zitting te nemen die zich met dit onderwerp zal gaan bezighouden. 4. Voorstel ten aanzien van vakgroepen De heer P.A. van Ginkel AA deelt mede dat het doel van vakgroepen is om accountants die gelijksoortige werkzaamheden verrichten te verenigen en op die werkzaamheden de regelgeving (permanente educatie, toetsing) toe te snijden. Tevens geeft hij aan nog steeds van mening te zijn dat de huidige behandeling van de voorstellen een vrijblijvend karakter heeft voor het bestuur, omdat er niet over gestemd wordt. Hij legt het bestuur voor deze voorstellen mee te nemen in de nieuwe regelgeving. De heer J. Stienstra AA geeft aan geen voorstander te zijn van vakgroepen. Een dergelijk systeem kan enerzijds inhouden dat een accountant, door het aannemen van een nieuwe cliënt, in een andere vakgroep komt te vallen. Anderzijds kan specialisatie in vakgroepen tot een situatie leiden waarin de accountant buiten die sector geen cliënten meer kan aannemen. Een accountant moet, aldus de heer Stienstra, een brede algemene kennis blijven houden. De heer P.J.M. van Dam AA is het op hoofdlijnen eens met de vorige spreker. Hij geeft, als voorbeeld, aan geen kennis te hebben van de agrarische sector. De heer Van Dam kiest er bewust voor in deze sector geen cliënten aan te nemen. De heer P.A. van Ginkel AA licht toe dat de indeling in vakgroepen uitgaat van de werkzaamheden die een accountant verricht. Als voorbeelden noemt hij de ‘vakgroep samenstellingsopdrachten’ en de ‘vakgroep accountant in business’. Het is niet de bedoeling om een beperking op te leggen aan de werkzaamheden die de accountant verricht of een clustering te maken naar branches waarin een accountant werkt. De heer J.A. van der Meijden AA komt, als antwoord op de vorige spreker, terug op de toetsing. Als toetser kijkt de heer Van der Meijden naar de werkzaamheden die worden verricht op het desbetreffende kantoor. Bij de toetsing wordt rekening gehouden met het feit dat een kantoor assurance-opdrachten of andere opdrachten uitvoert. Hij concludeert derhalve dat de indeling in vakgroepen in feite reeds wordt toegepast. De voorzitter deelt het standpunt van het bestuur van de NOvAA inzake de vakgroepindeling mede. Uitgangspunt is dat de openbaar accountant in een vakgroep zou moeten zitten en dat er geen verschil gemaakt moet worden tussen verschillende soorten openbaar accountants. Het bestuur heeft geconstateerd dat, als het onderwerp vakgroepen aandacht dient te krijgen, de komende periode hier uitermate geschikt voor is. Er worden de komende periode immers gesprekken gevoerd tussen de NOvAA en het NIVRA om te kijken hoe de samenwerking verder geïntensiveerd kan worden. Een van de punten die daarin mee zal spelen, is de interne governance van de NOvAA. Het NIVRA laat zich hierin adviseren door een externe commissie en is daar al ver mee gevorderd. Het bestuur van de NOvAA volgt dit met belangstelling. Het bestuur zegt toe na te gaan hoe de structuur van de NOvAA mogelijk verbeterd zou kunnen worden. De voorzitter deelt mede dat er met betrekking tot de vier ingediende voorstellen door het bestuur enkele duidelijke toezeggingen zijn gedaan, waardoor er mogelijk meer helderheid is ontstaan. Deze toezeggingen worden opgenomen in de notulen. Bij de notulen zal volgend jaar een actielijst gevoegd worden waarin staat wat er met de gemaakte opmerkingen is gedaan. De voorzitter verzoekt de leden die op- of aanmerkingen hebben met betrekking tot de afhandeling van de actiepunten, dit te melden aan het bestuur.
23
3.
Vaststellen agenda
De voorzitter deelt mede dat alle ingekomen stukken zijn behandeld. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Na de rondvraag zal de uitslag van de bestuursverkiezingen aan de leden bekend worden gemaakt. De voorzitter deelt mede dat de uitgifte van de stembiljetten wordt gestopt. 4.
Vaststellen van de notulen van de Algemene Ledenvergadering van 11 juni 2007
Tekstuele opmerkingen: De voorzitter deelt mede dat er een brief binnengekomen is van de heer F. Bavius AA. De heer Bavius stelt een vraag over agendapunt 7, pag. 25: “de heer Ter Harmsel geeft aan dat er nog geen terugbetalingen zijn gedaan” (van de toetsingsgelden). De voorzitter antwoordt hierop dat er feitelijk geen gelden zijn terugbetaald. Een lid heeft een creditfactuur ontvangen. Het betreft het lid dat een procedure bij het CBb heeft aangespannen. De heer Bavius zal het antwoord op zijn vraag schriftelijk toegestuurd krijgen. Uit de zaal komen verder geen tekstuele opmerkingen naar aanleiding van de notulen. De notulen worden door de Algemene Ledenvergadering tekstueel vastgesteld. Er zijn geen opmerkingen en/of vragen naar aanleiding van de notulen en/of actielijst. 5.
Verkiezingen
De voorzitter licht toe dat de stemmingen over personen voor het bestuur en personen voor overige organen schriftelijk plaatsvinden. De voorzitter geeft een uitleg over het gebruik van de stemkaarten en -formulieren. Voor het tellen van de stemmen wordt een stembureau samengesteld. De volgende leden zijn bereid in het stembureau plaats te nemen: - de heer H.W. de Haan AA; - de heer B.H. Kempers AA; - de heer B.H.S. Kraan AA. a. Verkiezing van nieuwe bestuursleden Er zijn vier kandidaten voorgedragen voor de twee vacatures in het bestuur. Door het bestuur worden de volgende bestuurskandidaten voorgedragen: - de heer A. van der Meer AA; - de heer H.J.T. Spanjers AA. Door een aantal leden zijn de volgende bestuurskandidaten voorgedragen: - de heer mr. A. de Graaf AA (afwezig); - mevrouw I. ten Voorde AA. De drie aanwezige kandidaten wordt gevraagd om te gaan staan, zodat de leden kunnen zien wie de kandidaten zijn. De voorzitter deelt mede dat er 308 stempakketten zijn uitgereikt. Aan de leden wordt gevraagd hun stem uit te brengen door middel van het stemformulier. Er kan maximaal op twee personen worden gestemd. Indien er op het stemformulier drie of vier namen worden aangekruist, wordt de stem ongeldig verklaard. De leden worden in de gelegenheid gesteld hun schriftelijke stem uit te brengen. Uitslag bestuursverkiezing (bekend gemaakt na de rondvraag)
24
De heer drs. F.A. van Schaik AA, bestuurssecretaris, maakt de uitslag van de verkiezingen bekend. Zoals de voorzitter eerder meldde, zijn er 308 stemgerechtigde leden in de zaal. De stemmen met betrekking tot de nieuwe bestuursleden zijn als volgt uitgebracht: - de heer A. van der Meer AA 213 - de heer H.J.T. Spanjers AA 210 - de heer mr. A. de Graaf AA 68 - mevrouw I. ten Voorde AA 86 b. Verkiezing van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter Door het bestuur wordt de heer G.J.A.H. van der Wielen AA voorgedragen voor de functie van voorzitter. Mevrouw D.M. Clement AA wordt voorgedragen voor de functie van plaatsvervangend voorzitter. De leden worden in de gelegenheid gesteld hun schriftelijke stem uit te brengen. Uitslag van de verkiezingen (bekend gemaakt na de rondvraag) De stemmen met betrekking tot de nieuwe voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn als volgt uitgebracht: - de heer G.J.A.H. van der Wielen AA 265 - mevrouw D.M. Clement AA 257 c. Vaststellen van het rooster van aftreden (wordt behandeld na agendapunt 5) De voorzitter verwijst naar het rooster van aftreden op pagina 6 van de Vergaderstukken 2008 en vraagt de leden of zij hiermee in kunnen stemmen. De heer J.F.M. Stolvoort AA geeft aan dat de heer Ter Harmsel vier jaar bestuurslid is geweest waarvan een jaar als voorzitter. Hij vindt de zittingsperiode als voorzitter, een jaar, te kort. De heer Stolvoort vindt dat het mogelijk moet zijn dat een voorzitter van de NOvAA langer dan een jaar voorzitter is. Anders vloeit na een jaar, een relatief korte periode, veel kennis weg uit het bestuur. De voorzitter deelt mede dat de zittingstermijn van vier jaar wettelijk is bepaald. De nieuwe voorzitter, de heer Van der Wielen, is twee jaar bestuurslid en kan dan nog twee jaar als voorzitter aanblijven. Er wordt gestemd door middel van handopsteking met groene en rode kaarten. Met de groene kaart wordt ‘voor’ gestemd en met de rode wordt ‘tegen’ gestemd. De meerderheid van de stemmen geldt. De voorzitter constateert dat het voorstel aangaande het rooster van aftreden met algemene stemmen is aangenomen. d. Benoeming van de accountant en de plaatsvervangend accountant Het bestuur stelt voor de heer P.C. Slootweg AA als accountant en de heer F.C. van Hoepen AA als plaatsvervangend accountant te herbenoemen. De leden worden in de gelegenheid gesteld hun schriftelijke stem uit te brengen. Uitslag van de verkiezingen (bekend gemaakt na de rondvraag) De stemmen met betrekking tot de accountant en plaatsvervangend accountant zijn als volgt uitgebracht: - de heer P.C. Slootweg AA 271 - de heer F.C. van Hoepen AA 271 e. Benoeming van leden van de Raad voor Geschillen Het bestuur draagt drie leden voor om te benoemen in de Raad voor Geschillen, te weten: mevrouw L. Burema AA en de heren A.P.C. Melis AA en drs. A. Nolles AA. Het bestuur stelt voor de heer mr. H.P.Ch. van Dijk te herbenoemen als plaatsvangend voorzitter.
25
De leden worden in de gelegenheid gesteld hun schriftelijke stem uit te brengen. Uitslag van de verkiezingen (bekend gemaakt na de rondvraag) De stemmen met betrekking tot de leden van de Raad voor Geschillen zijn als volgt uitgebracht: - mevrouw L. Burema AA 266 - de heer A.P.C. Melis AA 262 - de heer drs. A. Nolles AA 266 - de heer mr. H.P.Ch. van Dijk 269 6.
Vaststelling van het Jaarverslag 2007
De voorzitter licht toe dat het jaarverslag voorheen werd uitgebracht onder de naam “verslag van de werkzaamheden”. Dit jaar is het verslag uitgebracht als zelfstandig document met een eigentijdse vormgeving. Er zijn geen opmerkingen over de inhoud van het Jaarverslag 2007. Vervolgens wordt er gestemd door middel van de groene en de rode kaarten. De voorzitter constateert dat het Jaarverslag 2007 is vastgesteld. 7.
Financieel Verslag over 2007
De NOvAA heeft in 2007 een nieuw bestuursmodel ingevoerd. Op basis van dat bestuursmodel is aan het bureau een grotere vrijheid gegeven om, binnen de daartoe vastgestelde kaders, eigen beslissingen te nemen. Aangezien de directeur, mevrouw Van Arkel, de leiding heeft over het bureau, geeft zij een mondelinge toelichting op het Financieel verslag 2007 en de begroting. Zij gaat hierbij met name in op de volgende onderdelen: Contributie 2009 Het bestuur heeft besloten de contributie niet te verhogen en niet te indexeren omdat het eigen vermogen de hoogte van de jaarlijkse contributie heeft bereikt. Deze handelwijze is conform de wens die de Algemene Ledenvergadering in het verleden heeft uitgesproken. Indien alle geplande activiteiten worden uitgevoerd, leidt dit tot een exploitatietekort. De begroting 2009 is vooralsnog begroot met een tekort van € 143.000. Huisvesting De NOvAA gaat dit jaar verhuizen. De belangrijkste reden hiervoor is dat de bureaumedewerkers thans verspreid over twee panden zijn gehuisvest. Dit komt de onderlinge communicatie niet ten goede. Het pand aan de Koninginnegracht 5 is op 5 december 2007 aangekocht; de overdracht heeft op 1 april 2008 plaatsgevonden. De overdrachtsbelasting ad € 249.000 wordt terugontvangen vanwege het feit dat de NOvAA een openbaar lichaam is. Het pand aan de Nieuwe Parklaan 25 is inmiddels verkocht voor een bedrag van ongeveer € 3.100.000. Indeling financiële stukken De huidige indeling van de financiële stukken weerspiegelt het nieuwe bestuursmodel van de NOvAA en de indeling naar afdelingen. In de begroting 2008 worden de activiteiten aangeduid. Het is de bedoeling om in 2009 te gaan werken met activiteitenplannen en een jaarraming. Begroting 2008 Er worden in 2008 veel financiële middelen ingezet voor de communicatie richting leden, studenten en ondernemers. Deze communicatie gebeurt schriftelijk en via internet. Onder andere is er een brochure en een nieuw jaarverslag ontwikkeld. Voor de communicatie richting studenten is, samen met het NIVRA, de campagne ‘Wat een accountant doet’ ontwikkeld. Een belangrijk speerpunt is de instroom in het beroep. De campagne gericht op het AA-beroep wordt vernieuwd. Hiervoor is een internetspel met bijbehorend blad (AA-zine) ontwikkeld. Verder vormen de
26
AA-ambassadeurs een belangrijk speerpunt. Zij geven voorlichting over het beroep aan jongeren. Een succes was de oproep om meer AA’s te interesseren om docent in het hbo te worden. Raad van Toezicht De debiteurenstand per 11 juni 2008 bedraagt € 269.952. Evenals vorig jaar is er geen voorziening getroffen voor de debiteuren van de Raad van Toezicht. Het bestuur gaat er namelijk van uit dat de leden verantwoordelijkheid zullen nemen voor de kwaliteit van de beroepsgroep. Dit is ook bevestigd in de stemmingen over de toetsingen. De toetsingen worden belangrijk gevonden. Overigens heeft de rechter onlangs een verzoek van een lid om terugvordering van de toetsingsgelden afgewezen. De NOvAA verwacht de openstaande toetsingsgelden te zullen ontvangen van de leden. Toetsingen Op 17 juni 2008 heeft de Eerste Kamer het eindverslag ingediend van de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra). De Wtra ligt op dit moment als hamerstuk in de Eerste Kamer. De NOvAA verwacht dat de Wtra morgen, dinsdag 24 juni 2008, aangenomen wordt. Als de wet wordt aangenomen, houdt dit in dat facturering van de toetsingen weer mogelijk wordt. Met ingang van 25 augustus 2008 kan er dan weer gestart worden met de toetsingen. Negatieve begroting 2008 De begroting 2008 eindigt met een tekort van € 26.000. De kosten voor het samenwerkingstraject NOvAA-NIVRA zijn nog niet in de begroting opgenomen. De begeleidingskosten zijn naar verwachting ongeveer € 125.000. Ook de kosten voor de herinrichting van het nieuwe pand zijn op dit moment nog moeilijk te begroten. Nieuwe cyclus planning en control Er is een nieuwe cyclus van planning en control. In de praktijk is gebleken dat het lastig is in juni 2008 de begroting voor 2009 definitief te maken. De wet verhindert echter een andere cyclus voor het vaststellen van de jaarstukken. Nieuw is dat een globale begroting voor 2009 in de jaarstukken is opgenomen met een korte toelichting daarop. Met de afdelingen binnen het bureau worden activiteitenplannen gemaakt die gebaseerd zijn op de globale begroting 2009. In het najaar van 2008 worden deze plannen gepresenteerd aan het bestuur. De definitieve begroting 2009 wordt in november 2008 ter goedkeuring aan het bestuur van de NOvAA voorgelegd. In juni 2009 kan die begroting vastgesteld worden door de Algemene Ledenvergadering. De heer Ch. Giljam AA heeft een vraag over de accountantsverklaring. Daarin wordt gesteld dat de jaarrekening voldoet aan algemeen aanvaarde grondslagen. Volgens de heer Giljam is dit te algemeen omschreven en ontbreekt de nadere specificatie waarin aangegeven zou moeten worden aan welk stelsel de accountantsverklaring voldoet. De heer P.C. Slootweg AA, die de verklaring bij de jaarrekening heeft afgegeven, licht toe dat de grondslagen voor de financiële verslaggeving staan vermeld op pagina 52 van de vergaderstukken. Er is geen specifieke wetgeving van toepassing op de NOvAA. Verwijzing naar titel 9 BW2 is derhalve overbodig. Naar zijn mening voldoet de accountantsverklaring daarmee aan de gestelde eisen. De heer P.J.M. van Dam AA heeft een opmerking over de door mevrouw Van Arkel genoemde gerechtelijke procedure aangaande de terugvordering van toetsingsgelden. Hij heeft geconstateerd dat de rechtszaak door de desbetreffende AA niet verloren is op grond van het feit dat er geen recht op teruggaaf was. De rechter heeft vastgesteld dat degene die in beroep is gegaan de termijn heeft laten verlopen. De zaak over de teruggave van de toetsingsgelden is daarmee, materieel gezien, dus nog niet afgedaan.
27
Mevrouw mr. A.M. van Arkel geeft aan dat bij de rechter niet de vraag aan de orde was of teruggave van de gelden materieel gezien gerechtigd was. De rechter heeft een formele, juridische uitspraak gedaan over de procedure. Mevrouw I. ten Voorde AA stelt, naar aanleiding van de cijfers op pagina 59, dat kantoren wel voor toetsingen zijn, maar niet bereid zijn de kosten hiervan te betalen. Zij vraagt daarom het bestuur op korte termijn actie te ondernemen naar aanleiding van voorstel 2 inzake de toetsingen. De voorzitter deelt mede dat er in de Algemene Ledenvergadering van vorig jaar is vastgesteld dat er een breed draagvlak is onder de leden voor de toetsingen. Geconstateerd is dat het bestuur de cyclus van de eerste zes jaar - waarin alle kantoren een keer getoetst zullen worden - eerst wenst af te ronden. Daarna zal gekeken worden of er eventueel een ander stelsel van financiering nodig is. De heer P.A. van Ginkel AA vraagt zich af waarom de voorziening voor dubieuze vorderingen zo hoog is. De voorzitter licht toe dat er geen voorziening is getroffen voor de toetsingsgelden. Er zijn voorzieningen getroffen voor andere debiteurenposten, bijvoorbeeld met betrekking tot de cursusgelden, die de NOvAA heeft. Het exacte antwoord op deze vraag wordt uitgezocht en zal in de actielijst bij de notulen worden opgenomen. De voorzitter stelt de leden in de gelegenheid hun stem uit te brengen door de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de Algemene Ledenvergadering instemt met het vaststellen van de jaarrekening. Overeenkomstig artikel 29 lid 4 van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten strekt deze vaststelling tevens tot decharge van het bestuur. 8.
Herziene begroting 2008 en begroting 2009
Herziene begroting 2008 Er zijn geen vragen over de herziene begroting 2008. De voorzitter vraagt de leden, door middel van handopsteking met de groene of de rode kaart, of zij voor of tegen vaststelling van de begroting 2008 zijn. De voorzitter constateert dat de herziene begroting 2008 met meerderheid van stemmen is vastgesteld. Begroting 2009 De heer S.J. Stienstra AA heeft uit de presentatie van mevrouw Van Arkel opgemaakt dat de begroting 2009 in november 2008 definitief wordt vastgesteld door het bestuur. De procedure is, zo stelt de heer Stienstra, dat de vaststelling door de Algemene Ledenvergadering zou moeten geschieden. Mevrouw Van Arkel geeft aan dat in november 2008 de herziene begroting 2009 door het bestuur wordt goedgekeurd en in juni 2009 door de Algemene Ledenvergadering wordt vastgesteld. De heer J.A. van der Meijden AA is van mening dat een begroting sturend moet zijn en voorafgaand aan het desbetreffende jaar moet zijn opgesteld. Hij vindt het geen goede zaak indien de begroting medio het lopende wordt vastgesteld. De voorzitter licht toe dat op basis van de begroting 2009 (op hoofdlijnen), die vandaag aan de leden is voorgelegd, het bureau van de NOvAA de activiteitenplannen maakt. In het najaar wordt de begroting 2009 door het bestuur goedgekeurd en in de Algemene Ledenvergadering door de leden vastgesteld. De heer J. A. van der Meijden AA blijft erbij dat de begroting sturend moet zijn en vindt dat de voorliggende begroting hier niet voldoende inzicht in geeft.
28
De voorzitter geeft aan dat, daar waar het gaat om de besteding van de gelden door het bureau voor de verschillende activiteiten, dit lastig is. Nu wordt vastgesteld hoe de grote lijn van de uitgaven zal zijn. Niet onbelangrijk hierbij is dat hieraan gekoppeld ook de contributie vastgesteld is. Het budget staat vast. Het bestuur kan echter de wijze waarop het budget besteed wordt aanpassen. Dit is nodig omdat het bureau moet kunnen acteren. Als er ontwikkelingen zijn moet het bureau daarop in kunnen springen. De heer C. Molenaar AA vindt het niet acceptabel dat de begroting sluit met een verlies van € 143.000. Door dit verlies zou het eigen vermogen van de NOvAA weer onder het bedrag van de contributiegelden komen. De voorzitter licht toe dat de verkoopwinst van het pand aan de Nieuwe Parklaan niet in de begroting is opgenomen. In 2008 wordt hiervoor een bijzondere bate gerealiseerd. Het eigen vermogen zal dan ook in 2009 toenemen, waardoor besloten kon worden de contributiegelden voor 2009 niet te verhogen. De heer G.L. Poetoehena AA reageert op het gestelde dat de cyclus van de begroting een probleem vormt voor het vaststellen van de begroting. Hij vraagt of het de overweging waard is het boekjaar aan te passen. Mevrouw van Arkel geeft aan dat dit is overwogen, maar dat daar een wetswijziging voor nodig is. Het ministerie van Financiën neemt kleine wetswijzigingen niet afzonderlijk in behandeling. Deze worden gebundeld. Wellicht dat dit punt in een later stadium alsnog kan worden aangepast. De voorzitter vraagt de leden, door middel van handopsteking met de groene of de rode kaart, of zij voor of tegen vaststelling van de begroting 2009 zijn. De voorzitter constateert dat de begroting 2009 is vastgesteld met meerderheid van stemmen en conform artikel 28 van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten. 9.
Ontwerp-Verordeningen
De voorzitter deelt mede dat de ingekomen amendementen behandeld worden bij de desbetreffende Ontwerp-Verordeningen. Vervolgens licht de voorzitter de stemprocedure kort toe. De stemming vindt plaats door middel van het opsteken van de groene kaart (stem voor het voorstel) of de rode kaart (stem tegen het voorstel). Indien dit geen duidelijk beeld geeft, zal er alsnog een schriftelijke stemming plaatsvinden. a. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode De voorzitter geeft aan dat een amendement (nummer 1) is ingediend op deze verordening. Het bestuur is geen voorstander van dit amendement. De voorzitter licht de inhoud en de gevolgen van dit amendement toe. Er is ook een formele reden om dit amendement niet aan te nemen. Het bestuur heeft namelijk geconstateerd dat er in het amendement een aantal inconsistenties zit, waaronder verwijzingen en definities die niet juist zijn. Mocht het amendement aangenomen worden dan zal met betrekking tot deze inconsistenties in overleg worden getreden met de indieners en zal het bestuur de volgende ledenvergadering met een voorstel komen dat zo veel mogelijk recht doet aan de bedoeling van de indieners. De heer F. van Eunen AA vraagt het bestuur of deze wijzigingen zoals voorgesteld, zowel van het bestuur als de WMO, niet achterhaald zijn. In de vakpers verschijnen steeds meer berichten over het feit dat het samenstellen van jaarrekeningen meer een ‘commodity’ wordt, mede door de ontwikkeling van XBRL, en de banken hebben aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in de nieuwe samenstellingsverklaring. Een werkelijk kwalitatieve optie zou zijn om de ‘steakholders’ bij klanten te interesseren voor een beoordelingsopdracht. Dat geeft, met iets meer werk, werkelijk het begin van
29
assurance. De heer Van Eunen is het persoonlijk eens met professor Blokdijk, die stelt dat een samenstellingsopdracht niet moet worden aangemerkt als ‘aan assurance verwant’. Dat is, aldus de heer Van Eunen, nooit de bedoeling geweest van de wetgever, maar dat hebben wij ons toegeëigend en wij hebben daardoor verwachtingen gewekt. De heer Van Eunen is nadrukkelijk van mening dat een samenstellingsopdracht geen ‘aan assurance verwante opdracht’ is. De heer F. Zandbergen AA is het eens met de stelling van de vorige spreker dat de samenstellingsverklaring niet veel waarde heeft voor banken. Hij is het echter niet eens met de strekking van het betoog van de vorige spreker. Belangrijk voor banken is en blijft dat de verklaring van een accountant komt. Vastgehouden moet worden aan de kwaliteitsnormen, ook al is het soms lastig de regelgeving te interpreteren. Het feit dat mensen niet meer helder voor de geest hebben wat een samenstellingsverklaring inhoudt, is de verantwoordelijkheid van AA’s om daar meer nadruk op te leggen. Het zijn van openbaar accountant blijft, aldus Zandbergen, verplichtingen met zich brengen. De heer P.J.M. van Dam AA licht het amendement toe. Het amendement beoogt binnen de groep van accountants die geen wettelijke controles uitvoeren een nadere onderverdeling aan te brengen. Zo onderscheidt het amendement een groep accountants die een samenstellingsopdracht uitvoert volgens Standaard 4410 en naar aanleiding van die werkzaamheden een samenstellingsverklaring afgeeft. Deze groep accountants wordt op basis van het amendement aangemerkt als openbaar accountant, valt onder hoofdstuk B van de VGC, moet voldoen aan de plicht tot permanente educatie en valt onder de toetsing. Daarnaast onderscheidt het amendement een groep accountants in business, die valt onder hoofdstuk C van de VGC. Deze accountants verrichten minder vergaande werkzaamheden ten aanzien van financiële stukken, kunnen op grond van het amendement volstaan met het afgeven van een rapport van bevindingen, vallen onder een verlicht regime ten aanzien van de permanente educatie en vallen niet onder de toetsing. Mevrouw M. van Gelder AA is van mening dat er ten aanzien van de door de heer Van Dam aangekaarte problematiek maar twee mogelijkheden zijn: de werkzaamheden worden verricht vanuit een accountantskantoor of vanuit een administratiekantoor. Mevrouw Van Gelder geeft aan dat de accountants die willen vallen binnen de groep ‘accountants in business’ van het amendement, maar beter een administratiekantoor kunnen beginnen. De heer F. Zandbergen AA verwijst naar de themabijeenkomst van vorig jaar, waarin duidelijk bleek dat de inleider die namens de banken optrad, niet op de hoogte was van het verschil tussen een samenstellings- en een beoordelingsklaring. De desbetreffende inleider gaf aan dat de soort verklaring voor hem niet uitmaakte, zolang die verklaring maar van een accountant afkomstig is. Duidelijk is dus dat een accountant voor kwaliteit en vertrouwen staat. Inhakend op de opmerking van mevrouw Van Gelder, waarbij het gaat om de vraag of iets afkomstig is van een accountant of van een niet-accountant, pleit de heer Zandbergen ervoor om te kiezen voor het zijn van accountant. De heer S.J. Stienstra AA vertelt dat hij heeft meegemaakt dat in de leningsvoorwaarden van een bepaalde bank werd gesteld dat de cliënt een jaarrekening moest overleggen die is “samengesteld door een accountant en voorzien van een samenstellingsverklaring van een accountant”. De heer M.H. Gerrits AA wijst erop dat banken wel degelijk waarde hechten aan de AA-titel. De AA-titel is een keurmerk voor de accountant. Als een cliënt bijvoorbeeld een BBMKB-krediet aanvraagt, verwacht de bank dat de accountant de prognose ondertekent. De heer Gerrits ziet het als een plicht voor de accountant om invulling te geven aan de kwaliteitsverwachtingen met betrekking tot deze titel. De heer J. Wietsma AA geeft aan de discussie met enige verbazing te volgen. Dit omdat het amendement gaat over een aanpassing van de VGC, hetgeen een gedragscode is, die niets te maken heeft met de
30
inhoud van de samenstellingsverklaring. Voor wat betreft de inhoud van het amendement is de heer Wietsma van menig dat die niet helder is. Zo vraagt hij zich af wat bedoeld wordt met de ‘beoogde gebruikers’ en het begrip ‘niet zijnde de verantwoordelijke partij’. Omdat deze begrippen niet zijn toegelicht, zal de heer Wietsma tegen het amendement stemmen. De heer P.J.M. van Dam AA verwijst, aangaande de begrippen die niet toegelicht zouden zijn, naar de vergaderstukken van de Buitengewone Ledenvergadering van december 2006. Met betrekking tot het amendement geeft hij nogmaals aan dat beoogd wordt de regelgeving te vereenvoudigen door de accountants op te delen in twee groepen: de groep openbaar accountants die een samenstellingsverklaring afgeven en die wensen te vallen onder de strikte regels van PE en toetsing en de groep accountants in business die niet op die manier rapporteren en daarmee vallen onder een lichter PE-regime en niet onder de toetsing . De heer J.A. Wietsma AA herhaalt zijn standpunt dat het principieel onjuist is om de samenstellingsopdracht te behandelen bij de VGC. Deze twee zaken hebben naar zijn mening niets met elkaar gemeen. Als er een discussie gevoerd moet worden over de samenstellingsopdracht, dan moet die gevoerd worden bij de discussie over de Nadere Voorschriften Controle- en Overige Standaarden en de Nadere Voorschriften Accountantskantoren. De discussie over de samenstellingsopdracht hoort, aldus de heer Wietsma, niet gevoerd te worden bij de behandeling van de Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode. De heer J.A. van der Meijden AA vindt dat de heer Van Dam terecht stelt dat het om ingewikkelde zaken gaat, maar wil deze zaak ook uit het oogpunt van de klant bekijken. Een klant weet vaak niet, en hoeft dat ook niet te weten, of de accountant als openbaar accountant of als accountant in business optreedt. Door op te treden als accountant wordt een bepaalde verwachting gewekt aangaande de kwaliteit. Deze verwachting moet door accountants vervolgens ook ingevuld worden. De heer A.P.P. Calis AA sluit zich aan bij het standpunt van de heer Van der Meijden. De heer Calis is van mening dat het door het amendement beoogde onderscheid in accountants aan de cliënt nauwelijks is uit te leggen. De heer D.E.J. Stuifmeel AA geeft aan nu al herhaalde malen te hebben beluisterd dat banken met de samenstellingsverklaring niets doen. Hij vraagt zich af waarom er dan toch nog steeds wordt geprobeerd de samenstellingsverklaring in stand te houden. De voorzitter legt uit dat het amendement gaat over de vraag of er een onderscheid gemaakt moet worden tussen accountants die bepaalde werkzaamheden uitvoeren en daarbij al dan niet een samenstellingsverklaring afgeven. Het amendement houdt in dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen accountants die wettelijke controles uitvoeren, accountants die samenstellingsopdrachten uitvoeren en daarbij een samenstellingsverklaring afgeven en accountants die dit achterwege laten omdat zij dit niet nodig of wenselijk vinden. De vraag is dus of de leden deze splitsing in het beroep willen. Het bestuur van de NOvAA is hier geen voorstander van. De heer J.H. Nijkamp AA stelt voor het aspect ‘assurance’ uit de samenstellingsopdracht te laten, waardoor de situatie op dit punt blijft zoals deze was. Mevrouw I. ten Voorde AA stelt, nu het bestuur heeft laten weten geen voorstander te zijn van een splitsing in het beroep, het volgende aan de orde. Uit het bestuursstandpunt zou kunnen worden afgeleid dat het bestuur vindt dat er geen diversiteit aanwezig is in de werkzaamheden van accountants. Mevrouw Ten Voorde is van mening dat er volop diversiteit bestaat binnen die werkzaamheden. Het amendement komt aan die diversiteit tegemoet en biedt alle AA’s de mogelijkheid om accountant te
31
zijn, hetgeen ze onderscheidt van het administratiekantoor. Zij vreest dat, als het bestuur geen splitsing wenst aan te brengen, er ruimte ontstaat voor een andere accountantsorganisatie. Zij verwacht dat veel accountants zich bij die organisatie zullen aansluiten. De heer drs. F.A. van Schaik AA, bestuurssecretaris, vat het amendement kort samen. Het voorstel behelst dat een accountant naar eigen believen kan bepalen of hij wel of niet onder bepaalde regelgeving wil vallen; of hij wel of niet openbaar accountant wil zijn. Die keus maakt een accountant door wel of niet een samenstellingsverklaring af te geven. Dat betekent dat het de accountant is die, binnen een bepaalde opdracht en gegeven de werkzaamheden die daarbij horen, kan bepalen onder welke set regelgeving hij valt. Het is, aldus Van Schaik, aan de leden om te bepalen of zij deze diversiteit wenselijk achten. De heer G.M.M. Boot AA geeft aan dat de gesignaleerde problemen wellicht opgelost zullen worden met de komst van de herschreven COS 4410. Uit die COS vloeit mogelijk nog de nodige verlichting van de regelgeving voort. Amendement 1. Amendement op de Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode De voorzitter vraagt naar de groene kaart als de leden met het amendement instemmen en naar de rode kaart als de leden tegen het amendement zijn. De voorzitter constateert dat met een meerderheid van stemmen het amendement is afgewezen. De voorzitter gaat over tot behandeling van de Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode. Er zijn geen vragen uit de zaal. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. b. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening De heer E.J.O. van de Kamp AA geeft aan dat in deze verordening staat dat voorafgaande aan het desbetreffende jaar aangegeven moet worden dat de accountant een verminderd inkomen heeft. Dit terwijl achteraf wordt vastgesteld dat een inkomen boven een bepaalde grens is gekomen. Hij vraagt zich af hoe het mogelijk is dat achteraf geen vermindering van de hoogte van het contributiegeld aangevraagd kan worden als blijkt dat achteraf het inkomen lager is geworden. Mevrouw mr. A.M. van Arkel, directeur, licht toe dat, als een accountant gaande het boekjaar ziet dat het inkomen lager uitvalt, zodanig dat hij in aanmerking kan komen voor vermindering van het contributiegeld, er onmiddellijk een aanvraag voor vermindering van het contributiegeld ingediend kan worden bij de NOvAA. De ervaring leert dat accountants doorgaans de vermindering van de inkomsten aan zien komen. Controle hiervan kan alleen achteraf plaatsvinden daar aan het eind van het jaar pas echt duidelijk wordt of de inkomsten lager waren dan was ingeschat. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. c. Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2009 Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. d. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen.
32
e. Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2009 Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. f. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. g. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkstage De heer A.J.P. de Bruin AA merkt op dat in de ontwerp-verordening vrijstellingen worden toegekend die afhankelijk zijn van de beroepssituatie waarin de desbetreffende persoon verkeert. In situaties met veel assurance-gerelateerde ervaring worden meer vrijstellingen toegekend. De heer De Bruin wordt daarentegen in de praktijk geconfronteerd met een teruglopende belangstelling voor het volgen van praktijkstages, mede omdat daar te veel controle-elementen in zitten en studenten juist mkbaccountant willen worden. Het merendeel van de leden van de NOvAA voert geen controleopdrachten uit. Deze ontwerp-verordening is derhalve in strijd met de praktijk van de AA en ontmoedigt het, aldus de heer De Bruin, dus juist om mkb-accountant te worden. Mevrouw mr. A.M. van Arkel, directeur van de NOvAA, geeft aan dat deze verordening wordt voorgelegd om een aantal zaken beter te regelen met betrekking tot de eindtermen voor de praktijkopleiding. Anderzijds is de NOvAA nog in gesprek met de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding (CEA) om te kijken naar de eindtermen van de praktijkopleiding in relatie tot de in november 2007 vastgestelde eindtermen voor het theoretische opleiding. Het door de heer De Bruin geschetste probleem is, aldus mevrouw Van Arkel, bekend en heeft de aandacht. Zowel het NIVRA als de NOvAA zijn van mening dat de regeling zodanig moet zijn dat het voor een mkb-kantoor mogelijk blijft om jonge mensen op te leiden tot accountant. Gezamenlijk zoeken zij naar mogelijkheden om de praktijkopleiding voor de mkb-kantoren te behouden. Dit zou ertoe kunnen leiden dat er volgend jaar nog een wijziging volgt op deze verordening. De heer A.J.P. de Bruin AA geeft aan dat de verordening wel enige verlichting biedt, maar dat die slechts wordt verkregen voor zover controlewerkzaamheden zijn verricht. Dat zijn evenwel niet de werkzaamheden die de AA doorgaans verricht. Daarom sluit de verordening niet aan op de praktijk. Hij stelt om die reden voor de vrijstellingen pas volgend jaar te regelen, maar dan zodanig dat het in een keer aansluit bij de praktijk van de AA. Mevrouw mr. A.M. van Arkel beaamt dat er wellicht volgend jaar weer een wijziging van de verordening noodzakelijk zou kunnen zijn. Aan de andere kant zijn er thans mensen die te maken hebben met de praktijkopleiding. Voor hen is het van belang dat er nu iets geregeld wordt. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. h. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s Mevrouw I. ten Voorde AA geeft aan dat zij geen opmerkingen heeft over deze verordening als zodanig, maar dat zij graag had gezien dat het voorstel dat zij samen met een aantal AA’s heeft ingediend, ook in stemming was gebracht. De voorzitter neemt hiervan acte. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen.
33
i. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing De voorzitter deelt mede dat het bestuur op deze ontwerp-verordening een amendement (nummer 2) heeft ingediend. Dit amendement vloeit voort uit een aantal redactionele opmerkingen die het bestuur van de NOvAA heeft ontvangen van de AFM. Amendement 2. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat het amendement is aangenomen. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. j. Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009 De heer J.F.M. Stolvoort AA is van mening dat het verschil in het tarief van de toetsing en de hertoetsing fors is. Hij vraagt om een reactie van het bestuur. De voorzitter licht toe dat het verschil in de tarieven in het verleden is ontstaan om de kosten voor de eerste toetsing zo laag mogelijk (kostendekkend) te houden. De kosten voor de hertoetsing zijn hoger omdat het om extra werkzaamheden gaat die het kantoor in feite zelf heeft veroorzaakt. Inmiddels heeft het bestuur toegezegd dat het systeem van de financiering van de toetsingen, na afloop van de eerste cyclus van de toetsingen, aan de orde gesteld zal gaan worden. De voorzitter stelt voor de discussie over de hoogte van de tarieven dan te voeren. Hiervoor zullen dan voorstellen komen. De heer P.A. van Ginkel AA stelt voor de tarieven aan te passen naar de inflatieontwikkeling. De voorzitter geeft aan dat het in de ontwerp-verordening niet gaat om een extra verhoging, maar uitsluitend om een verhoging als gevolg van de inflatie. Mevrouw I. ten Voorde AA deelt de mening van de voorzitter niet dat de tarieven pas na afloop van de eerste toetsingscyclus aangepast worden. Zij vergelijkt de tarieven van vóór 2005 met de tarieven van 2008 en constateert een fors verschil in de hoogte van de tarieven. Daarnaast is mevrouw Ten Voorde van mening dat de kosten van de toetsingen uit de contributies gefinancierd zouden moeten worden. De voorzitter geeft aan dat er enige jaren geleden, met instemming van de Algemene Ledenvergadering, een incidentele verhoging heeft plaatsgevonden. De heer J.H. Nijkamp AA vraagt of de NOvAA bereid is de rekeningen die in de eerste toetsingsronde aan de leden zijn gezonden, te crediteren zodat de eerste toetsingsronde gratis is. De voorzitter geeft aan dat als de NOvAA over zou gaan tot het terugbetalen van de in het verleden betaalde toetsingsgelden er een groot verschil gemaakt wordt tussen kantoren die getoetst zijn door de NOvAA, het NIVRA of de SRA. Het bestuur heeft daarom eerder besloten de toetsingsgelden niet terug te betalen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. k. Ontwerp-Verordening op de klachtbehandeling De voorzitter licht toe dat het hier om een bijzondere verordening gaat, daar hier nog geen wettelijke basis voor is. De wettelijke basis ontstaat als de Wtra van kracht wordt. Het bestuur heeft vooruitlopend hierop een amendement (nummer 3) ingediend. De bedoeling is dat met het aannemen van dit amendement de verordeningen van de NOvAA en het NIVRA gelijk zijn.
34
Amendement 3. Ontwerp-Verordening op de klachtbehandeling De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat het amendement is aangenomen. Ontwerp-Verordening op de klachtbehandeling Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. l. Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de arbeidsvoorwaarden Er zijn geen vragen. De voorzitter gaat over tot de stemming door aan de leden te vragen de groene of de rode kaart op te steken. De voorzitter constateert dat de verordening is aangenomen. 10.
Rondvraag
De heer P.A. van Ginkel AA vraagt naar aanleiding van de aankoop van het nieuwe kantoorpand door de NOvAA, en het feit dat het de bedoeling is nauwer samen te gaan werken met het NIVRA, wat het idee van het bestuur hierover in de toekomst is. De voorzitter licht toe dat de huidige huisvesting van de NOvAA niet voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een goede kantoorhuisvesting. Het op twee locaties werken, zoals thans wordt gedaan, is niet efficiënt. Daarom heeft het bestuur ervoor gekozen het bureau onder te brengen in één kantoorpand. Het bestuur heeft daarbij gekozen voor een pand in eigendom, met als voorwaarde dat het een courant pand zou moeten zijn. Mocht in het samenwerkingstraject met het NIVRA op een bepaald moment een keuze moeten worden gemaakt voor een centrale huisvesting van de bureauorganisaties, dan zal op dat moment naar bevind van zaken moeten worden gehandeld. Een pand in eigendom is daarbij, naar de mening van het bestuur, doorgaans sneller af te stoten dan een huurpand. De heer J.F.M. Stolvoort AA vraagt of het juist is dat bij het vaststellen van de jaarrekening automatisch decharge wordt verleend aan het bestuur. Stolvoort ziet dit als twee aparte onderwerpen. Het onderwerp dat aan de orde was, betrof de goedkeuring van de jaarrekening en niet de decharge van het bestuur. De voorzitter geeft aan dat in de wet vermeld staat dat, als de jaarrekening vastgesteld wordt door de Algemene Ledenvergadering, dit tevens inhoudt dat er decharge aan het bestuur wordt verleend. De heer F. van Eunen AA geeft aan dat er de afgelopen tijd veel gesproken is over de beroeps- en gedragsregels. Hierbij kwamen onder andere de onderwerpen integriteit en onafhankelijkheid aan de orde. In dat kader legt hij een casus voor, waarbij hij aangeeft dat zijn opmerkingen niet persoonlijk bedoeld zijn. Het betreft hier de Raad van Toezicht. De heer Van Eunen wijst op het feit dat de verordening op de Raad van Toezicht verbiedt dat een lid van de Raad tevens een andere functie bekleedt bij de NOvAA. In het Verslag van werkzaamheden 2007 van de Raad van Toezicht staat vermeld dat een lid van de Raad weliswaar zijn functie heeft neergelegd, maar inmiddels adviseur van de Raad is geworden en daarnaast tevens hoofd van de afdeling Beroep en Beleid van de NOvAA is. De heer Van Eunen vraagt zich af of het hier om een ongewenste belangenvermenging gaat. De voorzitter geeft aan dat de heer Van Eunen een terechte constatering doet. Het ging hierbij om een tijdelijke situatie, waarin het bestuur voor de desbetreffende oplossing heeft gekozen. Het bestuur vond het van belang dat er een goede, gedegen kennis van vaktechniek bij de Raad van Toezicht beschikbaar was. De Raad van Toezicht is inmiddels op sterkte, waarmee het gesignaleerde probleem is verholpen.
35
Mevrouw I. ten Voorde AA licht het volgende toe. Naar aanleiding van de Ledenvergadering van december 2006 heeft een groot aantal accountants zich verenigd in de WMO omdat zij vinden dat een aantal zaken moet veranderen binnen de NOvAA. Inmiddels is de WMO anderhalf jaar bezig om deze veranderingen gerealiseerd te krijgen. Mevrouw Ten Voorde is van mening dat met de opmerkingen van de WMO tot op heden weinig is gedaan en verwijst ook naar het verloop van deze vergadering, waarin de ingebrachte punten wel zijn besproken, maar niet op de agenda zijn geplaatst. Dit zou in strijd zijn met artikel 10 van de Wet AA. De weg die door de NOvAA samen met het NIVRA wordt ingeslagen, is vooral gericht op de controlerende accountant. Mevrouw Ten Voorde geeft aan dat de NOvAA geen ruimte biedt voor de diversiteit in het beroep. Zij vreest dat de NOvAA een zinkend schip is en deelt mede daarom nu ook uit de NOvAA te stappen voordat het ten onder gaat. Vervolgens geeft zij aan dat, voor de bekendheid naar buiten toe, de AA- of RA-titel niet nodig is. Zij geeft hier voorbeelden van. Mevrouw Ten Voorde wijst op het feit dat de WMO op dit moment bezig is met de oprichting van een alternatieve organisatie, welke zich onderscheidt in naam, titel en certificeringen. De bedoeling is dat deze nieuwe organisatie ruimte gaat bieden aan de diversiteit van het beroep en de daarop betrekking hebbende werkbare regelgeving. Tot slot wenst zij de collega’s wijsheid toe en veel succes met de ingeslagen weg. Het spijt de voorzitter dat het bestuur van de NOvAA niet in staat is geweest om voor alle leden te kunnen optreden. Hij toont zijn begrip voor haar keuze, maar vindt het jammer als de wegen scheiden. Aansluitend merkt hij op dat de weergave die mevrouw Ten Voorde geeft over de wijze waarop de zaken gegaan zijn, niet aansluit bij zijn beleving. De heer H.W. Keuter AA deelt mede dat mevrouw Ten Voorde de indruk heeft gewekt dat afdeling Oost weinig moeite doet om goede afdelingsvergaderingen te houden. Hij deelt die mening niet. Er worden door de afdeling goede onderwerpen gezocht en de verslagen zijn na te lezen via de website van de NOvAA. Daarmee biedt de afdeling, naar zijn mening, een compleet pakket voor de permanente educatie. De heer F.H. Nieuwenhuizen AA wil weten waarom de NOVAK gesteund wordt door de NOvAA en wat de binding tussen beide organisaties is. Hij heeft het idee dat de NOVAK een uitzonderingspositie heeft ten opzichte van andere commerciële dienstverleners. De voorzitter legt uit dat de NOvAA ervoor heeft gekozen via de NOVAK faciliteiten aan kantoren beschikbaar te stellen. De bemoeienis van de NOvAA beperkt zich tot het vanuit de NOvAA detacheren van de directeur van de NOVAK. De NOvAA ondersteunt de NOVAK niet financieel; er gaat geen ledengeld naar de NOVAK. Verder geeft de voorzitter aan dat, indien er stukken ontworpen worden die input kunnen zijn voor het ontwikkelen van onder andere handboeken of werkprogramma’s, die aan alle partijen op verzoek ter beschikking worden gesteld. Omdat de NOVAK aan de NOvAA gelieerd is, heeft zij wel een bevoorrechte positie. Het bestuur is van mening dat er met name voor de kleine kantoren laagdrempelige kantoorondersteunende faciliteiten beschikbaar moeten zijn. Het bestuur is waakzaam voor belangenverstrengeling en vraagt ook de leden daarop toe te zien. De heer J.A. van der Meijden AA vraagt of de heer Ham ook taken heeft binnen de NOvAA. De voorzitter deelt mede dat de heer Ham, bij de NOvAA belast met de afdeling Services, vanuit de NOvAA gedetacheerd is bij de NOVAK. De voorzitter geeft aan dat het bestuur van de NOvAA alert dient te zijn op de vraag welke activiteiten waar onder gebracht worden. Mede om die reden zijn twee bestuursleden van de NOvAA vertegenwoordigd in het bestuur van de NOVAK. De heer J.A. van der Meijden AA informeert wanneer het verslag van de Algemene Ledenvergadering op de website beschikbaar is.
36
De voorzitter deelt mede dat het verslag door het bestuur zal worden vastgesteld in de eerstvolgende reguliere bestuursvergadering na de zomervakantie (in september) en zegt toe dat het voorlopig verslag daarna op de website zal worden geplaatst. De heer H.W. de Haan AA steekt de samenstellers van de kleine kantoren een hart onder de riem. Zij zijn gewend praktisch te werken, zitten niet vast in systemen en beschikken over de nodige kennis en ervaring. Hij constateert dat er door het NOvAA-bestuur weinig rekening wordt gehouden met de samenstellers van de kleine kantoren die problemen hebben met de regelgeving. Dit blijkt ook uit de toetsingen die zijn gehouden. Daarbij komt de verzwaring van de toetsingsregels. Dit alles is voor de heer De Haan reden zijn lidmaatschap van de NOvAA op te zeggen. De vraag is of de NOvAA nog iets gaat doen voor de samenstellers, maar De Haan geeft aan dat dit voor hem te laat is. De voorzitter geeft aan dat het hem spijt dat de heer De Haan tot die conclusie komt. Hij deelt mede de argumenten van de heer De Haan niet te kunnen onderschrijven. De NOvAA is er ook voor de leden bij de kleine kantoren met samenstellingsopdrachten. In de afgelopen jaren heeft de NOvAA voor die leden belangrijke stappen voorwaarts gemaakt. Aansluitend nodigt de voorzitter de heer De Haan uit, los van wat zijn keuze zal zijn, om nog op een rustig moment van gedachten te wisselen met de NOvAA over de vraag of de punten die hij als bezwaren ervaart, echt zo bezwarend zijn. In de afgelopen periode is namelijk tijdens gesprekken en in vergaderingen gebleken dat er op basis van de regelgeving soms onterechte conclusies worden getrokken. De voorzitter benadrukt dat het bestuur er wil zijn voor alle leden. Daarom betreurt hij het dat de heer De Haan deze keuze heeft gemaakt. De heer A.P.P. Calis AA heeft in de vergaderstukken (pag. 60) gelezen dat er een lening aan de NOVAK wordt kwijtgescholden. De voorzitter licht toe dat de NOVAK van oudsher een financiële band met de NOvAA had. In 2007 is de relatie met de NOVAK hernieuwd. Onderdeel van die hernieuwing was dat er afgezien werd van de gelden die in het verleden aan de NOVAK beschikbaar zijn gesteld. Uitslag verkiezingen De uitslagen van de stemmingen staan in de notulen vermeld onder punt 5 bij de desbetreffende verkiezing. De voorzitter feliciteert de personen die benoemd of herbenoemd zijn. De voorzitter, de heer D.J. ter Harmsel AA, en mevrouw H.H. Hazenberg-Bensink AA, bestuurslid, treden beiden vandaag af. Zij zijn in dezelfde periode van vier jaar bestuurslid geweest. De voorzitter benadrukt dat met name mevrouw Hazenberg-Bensink degene is geweest die zich sterk heeft ingezet voor de kleine kantoren. De voorzitter bedankt mevrouw Hazenberg-Bensink voor haar inzet als bestuurslid van de NOvAA. De aftredende voorzitter, de heer Ter Harmsel, wenst het bestuur heel veel succes toe in de komende periode. Hij sluit af met de woorden dat hij hoopt dat het bestuur er is en blijft voor alle leden van de NOvAA. Vervolgens draagt hij de voorzittershamer over aan de nieuwe voorzitter, de heer G.J.A.H. van der Wielen AA. De nieuwe voorzitter, de heer Van der Wielen, richt het woord tot de heer Ter Harmsel. Een jaar voorzitter zijn bij de NOvAA is kort. Zeker als men kijkt naar de wijze waarop Ter Harmsel het afgelopen jaar, een woelig jaar, leiding heeft gegeven aan het bestuur. Hij bedankt Ter Harmsel hier hartelijk voor.
37
Mevrouw Hazenberg deelt mede dat zij na een volledige zittingsperiode van vier jaar vandaag uit het bestuur moet, met de nadruk op ‘moet’. Zij vond het een leuke periode met veel discussie, met name over de kleine kantoren, waar haar hart ligt. Zij bedankt voor het vertrouwen dat in haar gesteld is en wenst iedereen een goede zomer toe. De heer Ter Harmsel geeft aan dat zijn vier jaar als bestuurslid bij de NOvAA voorbij is gevlogen. Dit is, aldus Ter Harmsel, alleen mogelijk als je samenwerkt met een goed team. En daarvan was sprake, zowel in het bestuur, als in de afdelingsvergaderingen waar de leden hun betrokkenheid toonden. Twee personen bedankt de Ter Harmsel in het bijzonder. In de afgelopen bestuursperiode is mevrouw Van Arkel directeur geworden van de NOvAA. Zonder goede directievoering van het bureau is het voor een bestuur onmogelijk om haar taak goed uit te voeren. Hij bedankt mevrouw Van Arkel hiervoor en in haar persoon alle andere medewerkers van het bureau. Als tweede bedankt hij de heer Van Schaik voor zijn ondersteuning als bestuurssecretaris en de fijne samenwerking. Tot slot bedankt Ter Harmsel de leden voor het gestelde vertrouwen in het bestuur in de afgelopen vier jaar, en het laatste jaar, het jaar waarin hij voorzitter was, in het bijzonder. 11.
Sluiting
Tot slot spreekt de nieuwe voorzitter, de heer G.J.A.H. van der Wielen AA, de leden toe. “Dames en heren, Ik wil graag beginnen met u te bedanken voor het vertrouwen. Toen ik luisterde naar de openingstoespraak van Dirk ter Harmsel, realiseerde ik me weer eens dat er de afgelopen periode gigantisch veel is gebeurd. Recent de uitvoerige discussies met u over de regelgeving en de gesprekken hierover met het NIVRA. En natuurlijk ook in de periode dáárvoor, de termijnen van mijn voorgangers Carel Verdiesen en Paul Bosschart, waarbij de Wta het grootste deel van de agenda van de voorzitter bepaalde. En als ik naar de nabije toekomst kijk, denk ik dat we niet achterover kunnen leunen. Los van wat men noemt ‘de waan van de dag’, staat er een aantal zeer interessante ontwikkelingen op stapel. Over de zogenaamde waan van de dag kan ik u niets vertellen, die dient zich ongetwijfeld aan en daar zullen wij als bestuur naar bevind van zaken op moeten reageren. Onze aandacht dient echter primair uit te gaan naar de meer strategische, lange termijn aspecten van de toekomst van de accountancy in ons land. In de eerste plaats natuurlijk de wijzigingen in de regelgeving, die de heer Ter Harmsel in zijn toespraak aankondigde. Het betreft hier de nieuwe NV COS 4410, de daarbij behorende toelichting, de NV Accountantskantoren aan assurance verwant en de gewijzigde tekst voor de samenstellingsverklaring. Maar er is meer. Het ‘oude’ bestuur heeft een nieuwe beleidsnota gemaakt. De heer Ter Harmsel gaf al aan dat het gebruikelijk is dat de NOvAA eens in de drie jaar een nieuwe beleidsnota maakt. Door de recente ontwikkelingen heeft het bestuur echter gemeend een jaar eerder dan gepland met een nieuwe beleidsnota te moeten komen. Het is wat mij betreft een compacte, maar vooral ook heldere beleidsnota geworden, die de basis zal zijn voor de werkzaamheden van het bestuur de komende jaren. Ik ga de beleidsnota nu niet uitvoerig met u bespreken. Maar er zijn zeven speerpunten uit te destilleren en die speerpunten wil ik graag kort met u doornemen. Ik doe dat zonder de gebruikelijke sheets, maar weest u gerust, u hoeft niet mee te schrijven. De speerpunten die ik met u ga doornemen hebben we voor u op papier gezet en die worden straks, aan het eind van de ledenvergadering, bij de uitgang van deze zaal aan u uitgereikt.
38
De belangrijkste keuze van het bestuur, Ter Harmsel noemde het al in zijn toespraak, is de keuze om de openbaar accountant centraal te stellen in het beleid voor de komende jaren. Het is díe accountant die de adviseur is van de ondernemer in het MKB en die zijn jaarrekeningen samenstelt. Deze AAAccountant geeft ook zekerheid door het afgeven van deelverklaringen en het uitvoeren van controles, zowel wettelijke als vrijwillige. Met die werkzaamheden onderscheidt de openbaar accountant zich van andere administratieve dienstverleners. Zijn functioneren bepaalt het gezicht van de accountancy. Voor de goede orde: de interne- en de overheidsaccountant zien we in dit kader als vergelijkbaar met de openbaar accountant. Het beroep van openbaar accountant is van groot maatschappelijk belang. Het rechtvaardigt dan ook de wettelijke bescherming van de accountantstitel. Het is een beroep dat wettelijke regulering behoeft en dus is het noodzakelijk dat de NOvAA een publiekrechtelijke beroepsorganisatie blijft. Het derde speerpunt betreft het behoud van de certificeringsbevoegdheid. Wellicht is het u bekend dat het onderwijsveld pleit voor een AA-opleiding zonder certificeringsbevoegdheid. Dat zou de opleiding makkelijker maken en de instroom in het beroep bevorderen. Dat lijkt interessant, maar dit is slechts schijn. Want ook voor vrijwillige controles en het afgeven van deelverklaringen is voldoende kennis van de controleleer van groot belang. Eigenlijk geldt dat voor alle werkzaamheden die de openbaar accountant met een brede blik wil doen. En dat betekent, dat de opleiding tot AA met certificeringsbevoegdheid behouden dient te blijven. Dames en heren. Er is de afgelopen jaren regelmatig gesproken over een keurmerk. De Wta-vergunning zou een keurmerk worden. De nieuwe samenstellingsverklaring zou een keurmerk zijn. Misschien moeten NOvAA en NIVRA wel met een eigen keurmerk komen. Dames en heren. Ik denk dat wij al een prima keurmerk hebben, namelijk de AA-titel. Deze titel verkrijgt men door inschrijving in het register nadat men een gedegen opleiding heeft gevolgd, die bestaat uit een theoretisch deel en een praktijkstage van drie jaar. De kwaliteit van de AA wordt vervolgens gewaarborgd door onder andere permanente educatie, de toetsing en alle andere regelgeving die op hem of haar van toepassing is. Laten we daar trots op zijn. En laten we het keurmerk AA-Accountant koesteren. Het volgende speerpunt voor het bestuur van de NOvAA in de komende periode is het bevorderen van de instroom in het beroep. De succesvolle campagnes ‘AA-Worden’ en ‘Wat een accountant doet’ zullen worden voortgezet en uitgebreid. En we zullen proberen de AA-ambassadeurs nog meer in te zetten op scholen om het beroep onder de aandacht te brengen. Wellicht is daar ook een rol voor u weggelegd. De publiekrechtelijke beroepsorganisatie NOvAA is een individuele ledenorganisatie. En dat moet zo blijven. De contributies moeten ten goede komen aan activiteiten voor alle leden. De taken die gericht zijn op kantoren, de zogenaamde private taken, zullen niet door de NOvAA worden uitgevoerd, maar door de NOVAK. De samenwerking met de NOVAK is daarom het laatste jaar geïntensiveerd en dat zullen we voortzetten. Als laatste, maar zeker niet minst belangrijke speerpunt, staat de intensivering van de samenwerking met het NIVRA genoteerd. Het is nu nog te vroeg om te voorspellen wat daarvan het eindstation zal zijn. Velen van u zullen zich de gestrande fusiebesprekingen van zo’n 10 jaar geleden herinneren. Maar dat is 10 jaar geleden. De tijden zijn veranderd. De AA-Accountant is inmiddels sterk verankerd in de markt en heeft zijn eigen positie veroverd. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren nauw samengewerkt met het NIVRA, zowel op bestuurlijk- als op bureauniveau. Een goed voorbeeld daarvan zijn de discussies over de regelgeving voor de mkb-accountant die heeft geleid tot een gezamenlijk standpunt en dito uitwerking. Deze samenwerking is in het belang van onze leden en de kantoren waar ze werkzaam zijn. Want in de dagelijkse praktijk werken RA’s en AA’s al in goede harmonie naast
39
elkaar, bedienen ze dezelfde soort klanten en doen ze dezelfde werkzaamheden. Het is dan ook goed dat ze onder dezelfde regelgeving vallen. Dat maakt het allemaal net even makkelijker. Laten we deze samenwerking op de kantoren dan ook als voorbeeld stellen voor de nauwere samenwerking tussen de beide beroepsorganisaties. Tot zover de plannen van het bestuur voor de komende jaren. We hebben aan deze zeven speerpunten concrete acties gekoppeld. Deze kunt u terugvinden in de flyer die straks bij de uitgang wordt uitgedeeld. Aan deze concrete acties kunt u het bestuur houden. Veel te doen dus. Ik kan u zeggen dat ik er zin in heb! Voor ik ga afsluiten en u ga uitnodigen voor de borrel in de foyer wil ik nog twee zaken onder uw aandacht brengen. In de eerste plaats onze verjaardag. De NOvAA bestaat dit jaar 60 jaar. Bijzonder genoeg voor een verjaardagsfeestje dachten wij. Daarom hebben wij op 28 augustus in Nijkerk voor u een feestelijke bijeenkomst in petto. U heeft de uitnodiging inmiddels in de bus gehad. Ik heb een wat uitvoeriger toelichting op het programma gekregen, en ik moet u zeggen: dat belooft wat! Een programma waarbij oudere en jongere leden genoeg van hun gading kunnen vinden. Een uitstekende gelegenheid om, in een niet alledaagse setting, oude contacten opnieuw aan te halen en nieuwe contacten te leggen. Ik nodig u dan ook met plezier uit voor deze bijzondere dag. En als u zich nog niet hebt opgegeven: u heeft daarvoor nog even de tijd. En dan de verhuizing. Om de taken die voortvloeien uit de beleidsnota goed uit te kunnen voeren, hebben we een bureauorganisatie nodig. Die organisatie hebben we natuurlijk, er werken zo’n zestig gekwalificeerde, betrokken medewerkers. Wat zij zoal voor u doen, heeft u kunnen lezen in de flyer die begin dit jaar met de contributienota is verstuurd. Een goed bureau moet goed gehuisvest zijn. Nu werken de medewerkers nog in twee gebouwen. Mooie panden, maar verre van ideaal. Vanaf september gaat dat veranderen. De NOvAA neemt haar intrek in een pand aan de Koninginnegracht in Den Haag. We blijven dus in Den Haag, we gaan zelfs dichter bij het politieke hart van ons land zitten. We worden bijna buren van het ministerie van Financiën en de Tweede Kamer is op een steenworp afstand. Dat maakt het contact met politici en ambtenaren alleen maar makkelijker. Zoals gezegd, in september betrekken de medewerkers hun nieuwe werkplek, in november zal het gebouw officieel geopend worden. Genoeg te doen dus, de komende periode. Ik doe dan ook bij deze een beroep op u om samen met het bestuur de schouders eronder te zetten. Zodat we kunnen bouwen aan een mooie toekomst van het beroep van AA-Accountant en de NOvAA. Dank u wel.” De voorzitter, de heer G.J.A.H. van der Wielen AA, sluit de vergadering om 17.18 uur.
40
b.
Actiepunten naar aanleiding van de Algemene Ledenvergadering van 23 juni 2008
Tijdens de Algemene Ledenvergadering is een aantal vragen gesteld en een aantal acties toegezegd. In onderstaand overzicht worden deze vragen beantwoord c.q. wordt weergegeven op welke wijze aan deze toezeggingen invulling is gegeven dan wel zal worden gegeven. Een deel van de navolgende tekst is ook gepubliceerd in Noviteiten. 1.
Een consultatieronde houden, na de zomer van 2008, om de voorstellen voor nieuwe regelgeving met de leden te bespreken. Deze consultatieronde liep van september 2008 tot 15 oktober 2008.
2.
Invulling geven aan de door het bestuur overgenomen aanbevelingen van de Commissie Regelgeving: schaalbare regelgeving, opwaarderen van de samenstellingsverklaring, het coachend toetsen, de terughoudendheid bij het vaststellen van verplichte PE-onderwerpen en een helder overzicht van de regelgeving die van toepassing is op de mkb-praktijk. Bovenstaande punten heeft het bestuur tot uitgangspunt van haar beleid gemaakt. In de regelgeving voor de mkb-praktijk zoals deze op 1 januari 2009 in werking is getreden, zijn deze uitgangspunten toegepast. Deze regelgeving is dusdanig geformuleerd dat zij toepasbaar is ongeacht de omvang van het accountantskantoor (‘schaalbare regelgeving’). De voorbeeldtekst voor de samenstellingsverklaring is aangepast, er is (in het kader van de permanente educatie) geen verplicht onderwerp aangewezen en via de afdelingsvergaderingen en het maandblad Accountant-Adviseur is de structuur en inhoud van de nieuwe regelgeving uitgebreid uiteengezet. Met de Raad van Toezicht wordt regelmatig overleg gevoerd over de wijze waarop de toetsingen uitgevoerd worden.
3.
De wijze van financieren van de toetsingen opnieuw bezien aan het eind van de eerste toetsingscyclus. De eerste toetsingscyclus zal naar verwachting eind 2010 worden afgerond. Dan zullen alle accountantskantoren waar een AA werkzaam is, minimaal één keer aan toetsing zijn onderworpen. Dit betekent dat het bestuur zich in de periode tot de Algemene Ledenvergadering van juni 2010 zal beraden op aanpassingen in de huidige toetsingssystematiek en de wijze waarop de toetsingen worden gefinancierd. De voorstellen die in juni 2010 door de Algemene Ledenvergadering worden aangenomen, zullen met ingang van het kalenderjaar 2011 in werking kunnen treden. In deze planning is in de tijd noch in de inhoud rekening gehouden met de gevolgen van een fusie tussen NIVRA en NOvAA. Uitgangspunt voor de fusie is dat de regelgeving voor AA’s en RA’s identiek wordt. Wanneer dit uitgangspunt zal worden bereikt en hoe de uiteindelijke regelgeving er dan uit zal zien, is thans niet te voorspellen.
4.
Meer aandacht geven aan de juiste match tussen het getoetste kantoor en de toetsers die bij dat kantoor komen toetsen. Het bestuur van de NOvAA heeft dit onderwerp onder de aandacht gebracht van de Raad van Toezicht. De Raad is zich bewust van het belang om kantoren te laten toetsen door toetsers die werkzaam zijn in een kantoororganisatie die vergelijkbaar is met die van het te toetsen accountantskantoor en stemt de samenstelling van de toetsingsteams hier zoveel mogelijk op af.
5.
Toetsingen continu gaan evalueren om te bezien of zij voldoen aan de eisen die daaraan gesteld zijn. Sinds november 2008 voegt de Raad van Toezicht bij de eindoordelen die hij naar aanleiding van een toetsing afgeeft, ook een evaluatieformulier. Met behulp van dit evaluatieformulier, dat een dertigtal vragen met betrekking tot de diverse aspecten van de toetsing bevat, probeert de Raad
41
meer inzicht te verkrijgen in de mening van de getoetsten over onder andere de gehanteerde toetsingsprocedure alsmede de inhoud en het effect van de periodieke preventieve (her)toetsing. Ontvangen reacties kunnen voor de Raad aanleiding zijn wijzigingen in de bestaande toetsingsprocedures aan te brengen. 6.
Overwegen een toetsingssysteem in te voeren waarbij rekening wordt gehouden met de grootte van het accountantskantoor. Bij de regelgeving voor de mkb-praktijk die op 1 januari 2009 in werking is getreden, heeft het element ‘schaalbaarheid’ (toepasbaarheid ongeacht de grootte van het accountantskantoor) centraal gestaan. Gegeven het feit dat de Raad van Toezicht bij de toetsing bovendien toetsers inzet die affiniteit hebben met de grootte van het te toetsen accountantskantoor, acht het bestuur de invoering van een toetsingssysteem dat (nog meer) rekening houdt met de grootte van het te toetsen accountantskantoor vooralsnog niet opportuun.
7.
Nagaan wat de mogelijkheden zijn om te zorgen voor een eenduidige uitleg van de regelgeving, met name waar het gaat om de toetsingen. Het belang van een eenduidige uitleg van de regelgeving wordt door het bestuur onderschreven. Om die reden is in de afdelingsvergaderingen en in Accountant-Adviseur uitgebreid aandacht besteed aan de inhoud (en gevolgen) van de regelgeving die op 1 januari 2009 in werking is getreden. Ook toetsers hebben hier kennis van kunnen nemen. Daarnaast organiseert de Raad van Toezicht, in het kader van het actualiseren van de kennis van de toetsers, jaarlijks een ‘terugkomdag’ voor toetsers. Ook tijdens die bijeenkomst is aandacht besteed aan een eenduidige interpretatie van de regelgeving.
8.
Voorstellen aan de leden zenden voor een nieuwe COS 4410 en Nadere voorschriften accountantskantoren. In deze voorstellen wordt de regelgeving beperkt en wordt schaalbaarheid van de regelgeving voorop gesteld. Deze voorstellen zijn bij brief van 6 augustus 2008 aan de leden van de NOvAA gezonden.
9.
Nagaan of het voor de NOvAA mogelijk is om bij cursussen die via e-learning worden aangeboden, een certificaat te verstrekken waarop het behaalde aantal PE-punten wordt vermeld. Indien het in het verleden is voorgekomen dat bij een e-learning cursus geen certificaat is verstrekt, dan berust dit op een incident. De NOvAA verstrekt iedere deelnemer na afronding van een cursus gevolgd bij de NOvAA een ‘Bewijs van deelname’. Dit geschiedt zowel voor de klassikale cursussen als de e-learning cursussen.
10. Samen met het NIVRA een onderzoek houden naar de mogelijkheden om, zonder afbreuk te doen aan het doel van de permanente educatie, de voorschriften voor PE eenvoudiger en makkelijker toepasbaar te maken. De druk van de regelgeving (en dus ook voor zover die voortvloeit uit de regelgeving met betrekking tot de verplichte permanente educatie) heeft voortdurend de aandacht van het bestuur. Voor zover de fusiebesprekingen geen veranderingen in de regelgeving omtrent de permanente educatie tot gevolg hebben, zal dit onderwerp na de fusie worden opgepakt. 11. Nagaan in hoeverre de introductie van vakgroepen kan bijdragen aan een betere interne governance van de NOvAA. De NOvAA voert intensieve besprekingen met het NIVRA om te komen tot een fusie van de beide beroepsorganisaties. In die besprekingen wordt uitgebreid aandacht besteed aan de ledengroeperingen die kunnen worden onderscheiden en de vraag op welke wijze die ledengroeperingen een plaats dienen te krijgen binnen de toekomstige beroepsorganisatie.
42
12. Een verklaring geven voor de hoogte van de voorziening voor dubieuze vorderingen. Het debiteurensaldo bedroeg op 31 december 2007 € 1.130.000,-. (zie pagina 53 van de vergaderstukken). Het corresponderende bedrag van de voorziening was € 117.000. Dit bedrag kan als volgt worden gespecificeerd: Saldo voorziening dubieuze debiteuren per 31-12-2006 Dotatie 2007 Afboeking dubieuze debiteuren Saldo voorziening dubieuze debiteuren per 31-12-2007
€ 105.000 € 25.000 € 13.000€ 117.000
Het saldo van de voorziening is toegenomen met € 12.000,-. Dit bedrag bestaat grotendeels uit gefactureerde contributie 2007 aan onvindbare leden. De post dubieuze debiteuren bestaat merendeels uit te vorderen contributie van leden waarvan geen huidig adres bekend is. Deze leden mogen pas in het register worden doorgehaald nadat zij door middel van een dwangbevel en aangetekend schrijven op de hoogte zijn gesteld van hun betalingsverplichting en het voornemen tot doorhaling. Uiteraard is dit niet mogelijk als geen adres bekend is. In dat geval zullen, via een advertentie in de Staatscourant, deze leden opgeroepen worden om hun huidige verblijfplaats kenbaar te maken. Indien de desbetreffende leden ook op een herhaalde oproep niet reageren, zal, na het verstrijken van de vereiste termijn, tot doorhaling in het register kunnen worden overgegaan en zal de voorziening overeenkomstig dalen. Voor de vorderingen in het kader van de periodieke preventieve toetsing is geen voorziening getroffen. Het bestuur en de directie van de NOvAA zijn van mening dat op basis van de gevoerde en te voeren gerechtelijke procedures volledige incasso van deze bedragen zal kunnen plaatsvinden. 13. De conceptnotulen van de Algemene Ledenvergadering op de website van de NOvAA beschikbaar stellen zodra deze, in de eerste bestuursvergadering na de zomervakantie, door het bestuur zijn vastgesteld. De notulen zijn in september 2008 op de website van de NOvAA geplaatst. 14. Actiepunten, zoals vermeld in de flyer over de speerpunten van het beleid, uitvoeren. Deze actiepunten vormen voor het bestuur een permanent punt van aandacht. Beslissingen worden zoveel mogelijk afgestemd op de geformuleerde speerpunten.
43
IV
Financieel Verslag over 2008
a.
Bestuursverslag
Geachte leden, Hierbij bieden wij u het financieel verslag over 2008 aan, waarmee wij, conform artikel 29 lid 3 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, rekening en verantwoording afleggen over het in het boekjaar gevoerde bestuur. Algemeen
Bij de activiteiten over 2008 heeft het bestuur zich laten leiden door haar wettelijke taak, de beleidsnota 2008 – 2011 (getiteld: ‘De openbaar accountant centraal’) en de door de Ledenvergadering vastgestelde begroting. De wettelijke taak van de NOvAA, die is vastgelegd in artikel 2 van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, omvat onder andere ‘de bevordering van een goede beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten en de behartiging van hun gemeenschappelijk belang’. Daarnaast behoort ook tot haar taak ‘de zorg voor de eer van de stand van de AccountantsAdministratieconsulenten en het verzorgen of doen verzorgen van de praktijkstage’. De activiteiten die de NOvAA gedurende 2008 heeft verricht, worden meer in detail beschreven in het als zelfstandige publicatie uitgebrachte ‘jaarverslag 2008’. De financiële weerslag van deze activiteiten treft u aan in de jaarrekening 2008, welke in deze vergaderstukken na het bestuursverslag is opgenomen. Thans volgt een korte analyse van de meest in het oog springende verschillen tussen de begroting en de realisatie over het verslagjaar 2008. Terugblik
Hoewel het bestuur ten tijde van het opstellen van de herziene begroting 2008 nog verwachtte dat de exploitatie tot een tekort van € 26.000 zou leiden, kon het boekjaar uiteindelijk worden afgesloten met een batig saldo van circa € 2,6 miljoen. Dit niet geringe verschil wordt in zeer belangrijke mate verklaard door de verhuizing van het bureau van de NOvAA naar het pand aan de Koninginnegracht. Door de verkoop van het pand aan de Nieuwe Parklaan kon een niet begrote boekwinst worden gerealiseerd van ruim € 2,4 miljoen. Doordat deze verhuizing pas in het derde kwartaal van 2008 plaatsvond, en bovendien een deel van de inventaris kon worden overgenomen van de vorige eigenaar, vielen de afschrijvingskosten op vaste activa € 105.000 lager uit dan begroot. Een tweede belangrijke, niet in de begroting 2008 opgenomen post betreft de besprekingen met het NIVRA om te komen tot een intensievere vorm van samenwerking. Deze besprekingen, die in april 2008 zijn gestart onder leiding van een extern adviesbureau, zijn geïntensiveerd vanaf het moment van het ondertekenen van de intentieverklaring (november 2008). Het paritaire aandeel van de NOvAA in de kosten van deze externe begeleiding bedroeg in het verslagjaar € 148.000. Twee belangrijke speerpunten in het beleid van de NOvAA om invulling te geven aan haar wettelijke taak met betrekking tot het bevorderen van een goede beroepsuitoefening zijn: permanente educatie en periodieke preventieve toetsing. Op beide onderdelen wijkt de realisatie over 2008 in belangrijke mate af van de herziene begroting. Het bestuur heeft zich ten doel gesteld om, ten aanzien van de permanente educatie door Accountants-Administratieconsulenten, terughoudend te zijn in het aanwijzen van verplichte onderwerpen. Mede hierdoor was voor de post ‘cursussen’ in de begroting 2008 een lager bedrag opgenomen dan in de begroting 2007 (in 2007 golden immers de VGC en de Wta als verplicht onderwerp). Dat de opbrengsten van de cursussen over 2008 in totaal € 335.000 hoger zijn uitgevallen dan begroot (en de cursuskosten € 229.000 hoger dan begroot) is in belangrijke mate het gevolg van de studiebereidheid van de AA’s. Vooral de ‘in company’ cursussen hebben te maken met een toenemende
44
belangstelling. Een cursus die een meer dan gemiddelde belangstelling trok, was ‘regelgeving bij samenstellingsopdrachten’. Die belangstelling kan niet losgezien worden van de energie die het bestuur van de NOvAA de afgelopen twee jaar heeft gestoken in het vereenvoudigen van de regelgeving voor de mkb-praktijk en de voorlichtingsbijeenkomsten die daarvoor in de regionale afdelingen zijn gehouden. Eind 2008 kon dit vereenvoudigingstraject worden afgerond. De nieuwe regelgeving is 1 januari 2009 in werking getreden. Ten aanzien van het uitvoeren van de periodieke preventieve toetsingen is door de Raad van Toezicht medio 2007 een pas op de plaats gemaakt. Door een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven was onduidelijkheid ontstaan omtrent de wettelijke basis voor de factuur die naar aanleiding van een toetsing aan het kantoor werd verzonden. Aan deze onduidelijkheid is medio 2008 een einde gekomen. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de Wet tuchtrechtspraak accountants is namelijk in de Wet AA een wettelijke basis voor de toetsingsfactuur opgenomen. Als gevolg hiervan konden de toetsingen pas in september 2008 weer worden opgestart, waardoor over het verslagjaar de toetsingopbrengsten € 625.000 lager uitvielen dan begroot en de toetsingskosten € 303.000 lager dan begroot. Dat de personeelskosten in het verslagjaar beduidend lager zijn uitgevallen dan begroot, is in belangrijke mate het gevolg van een relatief laag personeelsverloop gekoppeld aan het feit dat de werving thans zoveel mogelijk in eigen beheer wordt uitgevoerd. De wervingskosten waren hierdoor in het verslagjaar € 76.000 lager dan begroot. Op communicatiegebied is, meer dan begroot, het accent komen te liggen op beroepsvoorlichting aan studenten. In totaal is ongeveer € 140.000 meer uitgegeven aan campagnes om het beroep van AA-Accountant onder de aandacht van studenten te brengen. Dit om de toekomstige instroom in het beroep veilig te kunnen stellen. Deze verschuiving was mogelijk omdat de activiteiten gericht op ondernemers zijn doorgeschoven naar 2009. Vooruitblik
Voor het jaar 2009 voorziet het bestuur, evenals voor het jaar 2008, een tekort op de exploitatie. Dit tekort wordt in belangrijke mate veroorzaakt door niet eerder voorziene kosten in het kader van het fusietraject met het NIVRA. Tevens hangt dit tekort samen met het feit dat het bestuur het niveau van de dienstverlening aan de leden minimaal op het huidige peil wenst te handhaven. Het bestuur acht het begrotingstekort dat hiervan het gevolg is, mede gelet op de omvang van het eigen vermogen, verantwoord en heeft om die reden geen aanleiding gezien om voor het jaar 2009 met voorstellen tot verhoging van de contributie te komen. Wij verzoeken u het financieel verslag over 2008 vast te stellen en het bestuur daarmee volgens artikel 29, lid 4, van de Wet AA decharge te verlenen. Den Haag, 7 april 2009
Gert-Jan van der Wielen AA, voorzitter
Diana Clement AA, plv. voorzitter
45
b.
Jaarrekening 2008
Balans
(bedragen x € 1.000) 31 december 2008
31 december 2007
5.364 486
749 299
ACTIEF Vaste activa Materiële vaste activa 1 Gebouwen en terreinen 2 Andere vaste bedrijfsmiddelen Vlottende activa Voorraden 3 Voorraad handelsgoederen Vorderingen 4 Debiteuren 5 Overige vorderingen 6 Overlopende activa
7 Liquide middelen Totaal
46
5.850
1.048
13
13
1.101 124 924
1.013 165 704 2.149
1.882
3.444
5.893
11.456
8.836
31 december 2008
31 december 2007
PASSIEF Eigen Vermogen 8 Overige reserves Voorzieningen 9 Pensioenen 10 Overige voorzieningen
8.922 115 183
Langlopende schulden 11 Overlopende passiva Kortlopende schulden 12 Crediteuren 13 Belastingen en premies sociale verzekeringen 14 Overige schulden 15 Overlopende passiva
Totaal
6.328 81 501
298
582
132
108
739
793
86 106 1.173
142 86 797 2.104
1.818
11.456
8.836
47
Staat van baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Herziene begroting 2008
Realisatie 2008
Herziene begroting 2007
16 Contributies en inschrijfgeld
6.282
6.334
6.218
6.175
17 Services 18 Raad van toezicht 19 Overige opbrengsten Opbrengst directe activiteiten
3.360 1.255 52 4.667
3.653 630 25 4.308
3.603 1.392 31 5.026
3.987 164 25 4.176
20 Subsidiebaten 21 Overige baten Som der baten
70 11.019
2.563 13.205
100 11.344
478 158 10.987
22 Services 23 Raad van toezicht Lasten directe activiteiten 24 Personeelskosten 25 Afschrijvingen op vaste activa 26 Algemeen 27 Huisvesting 28 Directie 29 Bestuur 30 Commissies en werkgroepen 31 Beroep en beleid 32 Communicatie 33 Overige lasten Som der lasten
2.113 721 2.834 3.874 379 506 229 356 383 267 640 1.722 11.190
2.251 418 2.669 3.812 274 484 250 366 534 209 425 1.674 32 10.729
2.253 699 2.952 4.065 246 447 211 475 482 282 636 1.708 11.504
2.182 193 2.375 3.790 216 458 163 393 435 276 1.087 1.638 10.831
150 5 145
130 12 118
165 5 160
210 4 206
2.594
-
362
34 Financiële baten 35 Financiële lasten Financiële baten en lasten Saldo boekjaar
48
26-
Realisatie 2007
Kasstroomoverzicht
(bedragen x € 1.000) 2008 Resultaat voor financiële baten en lasten Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutatie voorzieningen
2.476 274 28410-
Veranderingen in het werkkapitaal: Mutatie voorraden Mutatie operationele vorderingen Mutatie operationele schulden
267310 43 2.509
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
130 12118 2.627
Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten Netto-kasstroom (mutatie liquide middelen)
5.711635 5.0762.449-
49
Toelichting
1.
Toelichting Algemeen
Algemeen De Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) is een openbaar lichaam in de zin van artikel 134 van de Grondwet. Zij is gevestigd te 's-Gravenhage. De NOvAA heeft als wettelijke taak de bevordering van een goede beroepsuitoefening door Accountants-Administratieconsulenten en de behartiging van hun gemeenschappelijk belang. Haar taak omvat mede de zorg voor de eer van de stand van het beroep en het verzorgen of doen verzorgen van de praktijkstage bedoeld in artikel 54 Wet AA. Algemene grondslagen voor de jaarrekening De rekening en verantwoording van het bestuur van de NOvAA, bestaande uit het bestuursverslag, de balans en staat van baten en lasten met toelichting is ingericht conform RJ 640 ‘Organisaties zonder winstdoelstelling’. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de betreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke lasten die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voorraden Voorraden handelsgoederen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. Deze lagere netto-opbrengstwaarde wordt bepaald door individuele beoordeling van de voorraden. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Voorzieningen Voor toegezegde pensioenrechten wordt voor elke regeling afzonderlijk per balansdatum de verplichting berekend. De berekening vindt plaats op basis van actuariële grondslagen met toepassing van de projected unit credit method. Op de aldus bepaalde verplichting wordt de reële waarde van de fondsbeleggingen in mindering gebracht, alsmede nog niet geamortiseerde actuariële verliezen. De disconteringsvoet is het rendement per balansdatum van solide bedrijfsobligaties waarvan de looptijd de termijn van de verplichtingen van de groep benadert. De overige voorzieningen worden opgenomen voor de geschatte kosten die naar verwachting
50
voortvloeien uit de per balansdatum lopende verplichtingen. Ten laste van de voorziening komen de kosten die voortvloeien uit de verplichtingen. Lang- en kortlopende schulden De lang- en kortlopende schulden worden opgenomen tegen nominale waarde waarbij de schulden met een resterende looptijd langer dan een jaar worden opgenomen onder de langlopende schulden. Grondslagen voor de staat van baten en lasten Baten Onder de baten worden verstaan de opbrengsten van de in het verslagjaar verleende diensten en geleverde goederen onder aftrek van kortingen en over de baten geheven belastingen. Subsidiebaten Subsidiebaten worden ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde uitgaven komen. Lasten Onder de lasten worden verstaan de uitgaven van de in het verslagjaar verleende diensten en geleverde goederen alsmede de uitgaven die betrekking hebben op de wettelijke taak van de organisatie. Financiële baten en lasten Onder de financiële baten en lasten worden opgenomen de ontvangen en betaalde interest over het verslagjaar en de kosten van het betalingsverkeer. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen.
51
2.
Toelichting op de balans
(bedragen x € 1.000) Materiële vaste activa
1 Gebouwen en terreinen Cumulatieve verkrijgingsprijs per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari
2008 1.482 733749
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Desinvesteringen afschrijvingen
5.329 1.38795768
Cumulatieve verkrijgingsprijs per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december
5.424 605.364
In 2008 is een kantoorpand aangekocht, gelegen aan de Koninginnegracht 5. Op het terrein aan de Koninginnegracht is erfpacht van toepassing. Deze erfpacht is eeuwig afgekocht. De waardering hiervan wordt gesteld op € 1.150.000. Hier wordt niet op afgeschreven. Het gebouw wordt in 30 jaar afgeschreven. Herinrichting wordt over 15 jaar afgeschreven. Bij mogelijke verkoop van het onroerend goed aan de Koninginnegracht heeft de verkoper het recht van eerste terugkoop tegen marktprijs. 2 Andere vaste bedrijfsmiddelen Cumulatieve verkrijgingsprijs per 1 januari Cumulatieve afschrijvingen per 1 januari Boekwaarde per 1 januari Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Desinvesteringen afschrijvingen Cumulatieve verkrijgingsprijs per 31 december Cumulatieve afschrijvingen per 31 december Boekwaarde per 31 december
Computerhardware en software wordt in 3 jaar afgeschreven, alle overige inventaris wordt in 5 jaar afgeschreven.
52
1.795 1.496299 382 1.2441791.228 933 447486
Vlottende activa
31 december 2008
31 december 2007
Voorraden
3 Handelsgoederen
13
13
Voor de voorraden wordt geen voorziening voor lagere marktwaarde noodzakelijk geacht. Vorderingen
4 Debiteuren Saldo ultimo boekjaar Voorziening voor oninbaarheid specificatie per ultimo 2008 Vorderingen toetsingen Raad van Toezicht Vorderingen inzake contributie Vorderingen Services
1.220 119 1.101
1.130 117 1.013
519 54 528 1.101
Door een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (in oktober 2006) zijn facturen van getoetste kantoren onbetaald gebleven. Het bestuur gaat ervan uit dat de leden nog steeds tezamen verantwoordelijkheid willen nemen voor de kwaliteit van de beroepsgroep zoals bleek in de Algemene Ledenvergaderingen van 2007 en 2008. De NOvAA neemt voor deze debiteuren geen voorziening op omdat zij van mening is dat deze facturen alsnog betaald zullen gaan worden. Enkele zaken die bij de bestuursrechter en de civiele rechter hebben gediend, hebben inmiddels tot voor de NOvAA positieve uitspraken geleid. Er lopen momenteel nog enkele zaken. De NOvAA schat in dat ook deze tot een voor de NOvAA bevredigend resultaat zullen leiden. De Vedaa en de Praktijkopleiding factureren in de maand december voor de eerste maanden van het volgend kalenderjaar. Derhalve is er op 31 december 2008 een post te vorderen van € 528.000. In het saldo dat per 31 december 20o08 openstaat aan contributie heeft € 27.422 betrekking op 2008, het restant betreft voorgaande jaren. Reeds een aantal jaren staan er in het register enkele leden ingeschreven die al jaren onvindbaar zijn. De NOvAA is in 2008 een actie gestart om deze leden te achterhalen. De leden die onvindbaar blijven, worden opgeroepen door middel van een advertentie in de Staatscourant. Die leden die in februari 2009 hier nog geen gehoor aan hebben gegeven, kunnen worden uitgeschreven uit het register. De vorderingen worden dan afgeboekt op de voorziening.
53
5 Overige vorderingen Omzetbelasting Rekening-courant Aegon Rekening-courant NOvAK Lening Stichting AA Scholingsprojecten Lening en rekening-courant StOAA Depotbedrag TPG Waarborg Apcoa Vorderingen afdelingen Overige vorderingen Voorziening voor oninbaarheid
31 december 2008
31 december 2007
13 85 3 106 224 20 1 2 454 330124
56 10 65 130 206 20 10 4 501 336165
De voorziening voor oninbaarheid heeft voor € 106.000 betrekking op de Stichting AA Scholingsprojecten en voor € 224.000 op de StOAA. De NOvAA heeft zich garant gesteld voor een bedrag van € 175.000 voor de pilot van het competentieleren uitgevoerd door de Stichting AA Scholingsprojecten. Aan deze stichting is een lening verstrekt van € 130.000, waarvan € 24.000 is terugbetaald. De StOAA is door de NOvAA verzocht activiteiten te ontwikkelen om het voor AA-Accountants mogelijk te maken ESF-gelden te ontvangen. De kosten van deze activiteiten komen voor rekening van de NOvAA indien zij niet uit de middelen van de stichting kunnen worden terugbetaald. Aan de StOAA is een lening verstrekt van € 80.000 en een rekening-courant van € 143.599. 6 Overlopende activa Te ontvangen rente Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen 7 Liquide middelen Banken Depositotegoeden
29 471 424 924
155 330 219 704
442 3.002 3.444
343 5.550 5.893
De NOvAA hanteert een voorzichtig beleid inzake de liquide middelen. Er worden geen gelden belegd. Ook wordt er geen geld op een rekening van een buitenlandse bank gezet. De tijdelijk overtollige gelden worden op een zo gunstig mogelijke manier op rente gezet, rekening houdend met de termijn waarop de bedragen weer nodig zijn voor de bedrijfsuitvoering. Het gemiddeld ontvangen rentepercentage over 2008 is 4,3. Eigen Vermogen
8 Overige reserves Stand per 1 januari Batig saldo boekjaar Stand per 31 december
54
2008
2007
6.328 2.594 8.922
5.966 362 6.328
31 december 2008
31 december 2007
81 34 115
47 34 81
Voorzieningen
9 Pensioenen Stand per 1 januari Dotatie boekjaar Stand per 31 december
Bij de NOvAA is er sprake van twee (toegezegde) pensioenregelingen: - de “oude” pensioenregeling voor medewerkers die voor 1 januari 2002 in dienst zijn getreden; - de “nieuwe” pensioenregeling voor alle medewerkers die na 1 januari 2002 in dienst zijn getreden en “oude” werknemers die vrijwillig zijn overgestapt van de “oude” naar de “nieuwe” regeling. De “oude” pensioenregeling is te typeren als een eindloonregeling waarbij per dienstjaar 1,75% van de laatst geldende pensioengrondslag wordt opgebouwd. Het nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het in het vooruitzicht gestelde ouderdomspensioen op de overlijdensdatum. De “nieuwe” pensioenregeling is samengesteld uit twee modules: - een basismodule Deze module is te typeren als een middelloonregeling waarbij het pensioengevend salaris is gemaximeerd tot € 34.650 (2006) c.q. € 34.950 (2007). Per dienstjaar wordt 2,0% van de (gemaximeerde) pensioengrondslag opgebouwd. Het nabestaandenpensioen bedraagt 70% van het in het vooruitzicht gestelde ouderdomspensioen op de overlijdensdatum als de nabestaanden in leven zijn. - een exedentmodule Deze module is te typeren als een beschikbare premieregeling. Deze module is van toepassing indien het pensioengevend salaris per dienstjaar hoger is dan het grensbedrag in de basis module. Over het pensioengevend salaris per dienstjaar dat hoger is dan het grensbedrag wordt de beschikbare premie vastgesteld, welke afhankelijk is van de leeftijd van de medewerker (oplopend van 6,1% tot 26,4%). Met ingang van 2006 is een voorziening voor pensioenverplichtingen opgenomen voor de “oude” pensioenregeling en de basismodule uit de “nieuwe” pensioenregeling, die bestaat uit: - de contante waarde van de pensioenaanspraken; - plus of min de per balansdatum nog niet in het resultaat verwerkte actuariële resultaten; - minus de aan de volgende boekjaren toe te rekenen lasten over de verstreken diensttijd; - minus de reële waarde van de fondsbeleggingen per balansdatum. Het verschil tussen de voorziening voor pensioenverplichting per 1 januari 2006 berekend bij de eerste toepassing van RJ 271 en de voorziening bepaald op de voorheen toegepaste grondslag bedraagt € 507.000. Dit bedrag wordt lineair toegerekend (opgebouwd) aan het resultaat in de periode die overeenkomt met de verwachte gemiddelde resterende diensttijd van de op 1 januari 2006 actieve werknemers. Deze periode bedraagt 15 jaar. De waardering van deze voorziening voor pensioenverplichtingen is per 31 december 2006 uitgevoerd door een externe actuaris, rekening houdend met de volgende uitgangspunten per balansdatum: - disconteringsvoet: 4,5%; - verwachte rendementen op fondsbeleggingen: 4,5% voor vastrentende waarde en 7,5% voor aandelen; - algemene salarisstijging van 2,0%; - inflatie: 2,0%; - indexatie van het pensioen: 1,0%; - sterftetafel: GBM/V 1995-2000;
55
- ontslagkans: 25-29 jaar 7%, 30-34 jaar 6%, 35-39 jaar 4%, 40-44 jaar 3%, 45-49 jaar 2%, 50-54 jaar 1% en 5564 jaar 0%; - arbeidsongeschiktheidskans: 25-29 jaar 0,35%, 30-34 jaar 0,44%, 35-39 jaar 0,55%, 40-44 jaar 0,69%, 45-49 jaar 0,87%, 50-54 jaar 1,1%, 55-59 jaar 1,38% en 60-64 jaar 1,73%. De NOvAA maakt gebruik van de in de Richtlijnen geboden mogelijkheid om de actuariële berekening éénmaal in de vier jaar uit te voeren en op tussentijdse balansdata te volstaan met een redelijke benadering daarvan. Het verloopoverzicht is als volgt weer te geven:
Stand per 1 januari 2006 Toename contante waarde toegekende pensioenaanspraken Interest Actuarieel resultaat Verwachte opbrengst fondsbeleggingen Werkgeversbijdrage Betaalde pensioenuitkeringen Reeds toegerekend deel overgangsverplichting In resultaat 2007 te verwerken deel van de overgangsverplichting In resultaat 2008 te verwerken deel van de overgangsverplichting Stand per 31 december 2008
Contante waarde toegerekende Fondspensioen- belegaanspraken gingen 2.313 1.806180 103 2-
234-
5-
931765
2.589
Nog niet toegerekende overgangsverplichting 507-
Nog niet toegerekende actuariële winsten
Visitatie HBO Stand per 1 januari Dotatie boekjaar Vrijval boekjaar Betalingen boekjaar Stand per 31 december Voorziening per 31 december
56
180 103 1-
235
9317634
34
34
34
34 405-
2.304-
34 115
235
2008 10 Overige voorzieningen Afvloeiingsregeling voormalig directeur Stand per 1 januari Dotatie boekjaar Vrijval boekjaar Betalingen boekjaar Stand per 31 december
Totaal -
2007
399 55 271-
698 299183
102 102 -
399 102 -
183
102 501
De overige voorzieningen hebben betrekking op de met de voormalig directeur getroffen afvloeiingsregeling en de kosten van mogelijke visitering van scholen die accountancyonderwijs verzorgen. De met de voormalig directeur getroffen afvloeiingsregeling loopt tot september 2009. Eind 2008 bleken de pensioenlasten hoger te zijn dan voorzien. Besloten is om een bedrag van € 55.000 aan de voorziening toe te voegen. De kosten met betrekking tot de visitering van scholen die accountancyonderwijs verzorgen, heeft betrekking op de kosten van de in te zetten deskundigen over een periode van vijf jaar. Eind 2006 was het geschatte bedrag bereikt. Omdat de kosten van visitatie inbegrepen zijn in de werkzaamheden van de Commissie Eindtermen Accountantsopleiding is deze voorziening in 2008 vrijgevallen. Langlopende schulden
31 december 2008 11 Overlopende passiva Vooruitgefactureerde bedragen
132
31 december 2007 108
Het saldo dat hier vermeld wordt betreft vooruitgefactureerde bedragen praktijkopleiding over vier jaar. Kortlopende schulden
12 Crediteuren Crediteuren 13 Belastingen en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting Loonheffing Premies sociale verzekeringen 14 Overige schulden Vakantiedagen Overige schulden 15 Overlopende passiva Nog te betalen posten Vooruitontvangen bedragen Vooruitgefactureerde bedragen Afdelingen/kringen Overige overlopende passiva
739
793
70 16 86
58 69 15 142
77 29 106
80 6 86
596 554 18 5 1.173
217 22 531 19 8 797
Nog te betalen posten Ultimo 2007 was nog te betalen € 217.498. Ultimo 2008 is dit bedrag € 378.105 hoger. Dit bedrag is inclusief een afrekening van de CEA over het jaar 2007 ad € 193.514 (afrekening in 2009 ontvangen). De overige nog te betalen posten betreffen facturen over 2008 die in 2009 worden ontvangen.
57
Niet uit de balans blijkende verplichtingen - Er is op 17 april 2007 een overeenkomst inzake operational lease van zes kopieerapparaten gesloten met GE Capital B.V. Het leasecontract beloopt 60 maanden. Het totaal van de overeenkomst bedraagt exclusief btw € 9.444 per jaar. Inmiddels is één machine wegens overcompleet retour lessor. - Tevens is op 16 juni 2008 een overeenkomst inzake operational lease van één kleurenkopieermachine afgesloten met Xerox B.V. De looptijd is eveneens 60 maanden en bedraagt exclusief btw € 20.904 per jaar.
58
3. Toelichting op de staat van baten en lasten (bedragen x € 1.000) Herziene begroting 2008
16 Contributies en inschrijfgelden Ontvangen contributie Incassokortingen Kortingsregeling 4% Inschrijfgelden
6.507 5523565 6.282
Aantallen leden per contributiegroep: Contributie A Contributie B Contributie C Contributie D Contributie E Mutatie leden in aantallen: Totaal aantal leden op 31-12-2007 Doorhalingen per 01-01-2008 Aanmeldingen in 2008 Doorhalingen in 2008 Totaal aantal leden op 31-12-2008
Realisatie 2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
6.443 5311862 6.334
6.443 5523565 6.218
6.328 5315858 6.175
31-12-2008 4.377 148 340 1.285 471 6.621
1-1-2008 4.224 152 345 1.266 480 6.467
31-12-2007 4.317 136 475 1.233 452 6.613
6.613 146230 766.621
In 2008 hebben 285 leden gebruik gemaakt van de 4%-regeling. Het totaal van de voorlopige vermindering bedroeg € 139.679. De voorlopige vermindering over 2008 is derhalve € 95.321 lager dan begroot. In 2008 is de voorlopige vermindering over het jaar 2005 gecontroleerd en naverrekend. Dit resulteerde in een ontvangst van € 21.336.
17 Services Cursussen Praktijkopleiding NOvAA beroepsopleiding Praktijkondersteuning
Herziene begroting 2008
Realisatie
2.900 400 50 10 3.360
3.235 346 72 3.653
2008
Herziene begroting 2007 3.100 453 40 10 3.603
Realisatie 2007 3.606 328 53 3.987
59
Cursussen De omzet in 2008 is € 370.560 lager dan de omzet in 2007, maar € 334.993 hoger dan begroot. Het bestuur is terughoudend in het aanwijzen van verplichte onderwerpen in het kader van de permanente educatie. In 2008 zijn geen verplichte onderwerpen aangewezen. In 2008 werd op verzoek nog enkele malen een cursus over een verplicht onderwerp uit 2007 gegeven. Tevens werden meer incompanycursussen gegeven dan aangenomen. NOvAA beroepsopleiding De kosten en de baten van de NOvAA beroepsopleiding zijn hoger dan begroot. Deelname aan de landelijke examens is moeilijk in te schatten. Praktijkopleiding De inkomsten van de praktijkopleiding zijn € 53.575 lager dan begroot. Begroot was een aantal startende trainees van 400. Het werkelijke aantal startende trainees in 2008 bedroeg 314.
18 Raad van Toezicht
Herziene begroting 2008
Realisatie
1.255
630
2008
Herziene begroting 2007 1.392
Realisatie 2007 164
Na aanpassing van de wet AA, waarbij er een wettelijke basis is verkregen voor facturering, is per 1 september 2008 weer gestart met het afnemen van toetsingen. In 2008 zijn 209 toetsingen verricht, waaronder een aantal hertoetsingen. Begroot waren 550 toetsingen. Tevens zijn 150 vrijstellingen en 20 verbeterplannen verwerkt. 19 Overige opbrengsten Verkoop materialen Themabijeenkomst ALV
31 21 52
23 2 25
31 31
25 25
Deelname aan de themabijeenkomst ALV was gratis voor AA's. Er was aangenomen dat de themabijeenkomst bijgewoond zou worden door ongeveer 105 betalende deelnemers. Het aantal betalende deelnemers was 10. 20 Subsidiebaten HRA-bundel 21 Overige baten Royalty's Suppletie btw Diverse vergoedingen Boekwinst verkoop pand
-
-
-
478
45 25 70
45 46 20 2.452 2.563
75 25 100
31 56 71 158
Er is een afspraak gemaakt met de belastingdienst dat jaarlijks de gemengde btw teruggevraagd kan worden voor dat deel van de inkopen dat toegerekend kan worden aan de Vedaa. Omdat de btw-plicht voor onderwijs onderhavig is aan (voorgenomen) wetswijzigingen wordt teruggave niet begroot. In 2008 is het pand aan de Nieuwe Parklaan verkocht, de boekwinst van deze verkoop bedroeg € 2.452.000.
60
Som der baten
22 Services Cursuskosten E-learning NOvAA beroepsopleiding Praktijkopleiding: - Pop en Essay beoordelingen - Algemene kosten PO - Informatievoorziening PO - Drukwerk PO - Examenkosten Producten ter ondersteuning kantoren: - Digidos - Subsidietool - Overige producten
Herziene begroting 2008
Realisatie
11.019
13.205
11.344
10.987
1.652 30 42
1.881 26 85
1.872 30 74
1.817 26 70
52 143 5 46 63
17 122 5 8 84
133 64
137 36 5 21 52
20 20 40 2.113
1 4 18 2.251
20 20 40 2.253
1 17 2 .182
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
Cursuskosten In 2007 waren verplichte onderwerpen aangewezen. Hierdoor was de omzet hoger dan begroot. In 2008 werd op verzoek nog enkele malen een cursus over het verplichte onderwerp uit 2007 gegeven wat niet begroot was. Tevens werden meer incompanycursussen gegeven. NOvAA beroepsopleiding De kosten en de baten van de NOvAA beroepsopleiding zijn hoger dan begroot. Deelname aan de landelijke examens is moeilijk in te schatten. Praktijkopleiding De kosten van Pop en Essay beoordelingen zijn € 35.125 lager dan begroot. Begroot was een aantal beoordelingen van 416. Het werkelijke aantal Pop en Essay beoordelingen in 2008 was 136. De kosten van de eindtoets bedraagt in totaal € 83.974, terwijl er € 63.000 begroot is. In de begroting voor de eindtoets (examenkosten) bleek geen rekening gehouden met de hertoetsingen. Producten ter ondersteuning kantoren Met de projecten Digidos en Subsidietool is in 2008 gestopt wegens de afwezigheid van belangstelling van de kantoren. In 2008 is een handboek ontwikkeld voor kleine kantoren; er zijn geen overige producten gestart. 23 Raad van Toezicht Raad van Toezicht, inclusief kosten audits
721
418
699
193
De kosten van de toetsingen bedroegen € 305.000 en de bestuurskosten van de Raad € 102.000. Er is € 11.000 besteed aan overige kosten. Per 1 september 2008 worden er weer toetsingen verricht. Er zijn 209 toetsingen verricht in 2008 terwijl er 550 begroot waren.
61
24 Personeelskosten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenkosten Reis- en onkostenvergoedingen Studiekosten, congressen en seminars Uitzendkrachten en overig extern personeel Werving Ondernemingsraad Arbobeleid Overige personeelskosten
Herziene begroting 2008
Realisatie
2.500 320 300 140 60 353 95 20 26 60 3.874
2.445 306 318 137 64 385 19 10 9 119 3.812
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
2.726 328 295 140 135 152 179 20 15 75 4.065
2.223 264 341 142 59 483 215 5 14 44 3.790
De personele bezetting uitgedrukt in fulltime equivalents bedraagt gemiddeld 52 (2007: 48). De kosten van werving zijn lager dan begroot omdat het verloop in 2008 lager is dan verwacht. De ondernemingsraad heeft haar budget voor het inschakelen van adviezen niet volledig gebruikt. In 2008 was het ziekteverzuim lager dan verwacht. De kosten van de arbo-arts zijn derhalve lager dan begroot. De post overige personeelskosten overschrijdt de begroting met € 59.287. Hierin is verwerkt een dotatie aan de voorziening afvloeiingsregeling voormalig directeur ad € 55.000. Verdeling personeelskosten naar afdeling: Bedrijfsbureau Services Beroep en Beleid Stafbureau Communicatie Raad van Toezicht Totaal
Fte's 14 10,4 8,5 5,7 8,6 4,8 52,0
Realisatie 2008 931 704 671 684 554 268 3.812
Fte's 15,1 11,5 5,1 5,8 5,8 4,8 48,1
Realisatie 2007 885 857 471 665 642 270 3.790
De hier weergegeven aantallen fte's zijn gemiddelden over het jaar. De kosten van de dotatie voorziening voormalig directeur zijn ondergebracht bij de afdeling Stafbureau. De afdeling Communicatie heeft in 2008 een aantal jonge, dus betrekkelijk goedkope krachten aangenomen; in 2007 is nog gebruik gemaakt van relatief dure inleenkrachten. Hierdoor zijn de kosten van deze afdeling over 2008 lager dan over 2007.
25 Afschrijvingen op vaste activa Afschrijving gebouwen Afschrijving andere vaste bedrijfsmiddelen
62
Herziene begroting 2008
Realisatie
178 201 379
95 179 274
2008
Herziene begroting 2007 46 200 246
Realisatie 2007 43 173 216
Bij de begrotingspost afschrijving gebouwen was uitgegaan van afschrijving van het pand aan de Koninginnegracht vanaf de aankoop in april. Het bestuur heeft er voor gekozen om af te schrijven vanaf de datum van ingebruikname in september. Na de verhuizing in september is een gedeelte van het meubilair overgenomen van de verkoper. Door een lagere aanschaffingsprijs zijn de afschrijvingskosten andere vaste bedrijfsmiddelen lager dan begroot. Herziene Realisatie Herziene Realisatie begroting begroting 2008 2008 2007 2007 26 Algemeen Kantoorbenodigdheden 175 167 164 144 Porto 80 99 90 114 Telefoon/fax 34 33 34 40 Automatisering 128 93 75 83 Internet techniek 15 15 15 14 Onderhoud inventaris/kleine aanschaffen 30 13 25 9 Accountant 29 49 29 39 Dotatie voorziening debiteuren 15 15 15 15 506 484 447 458 Porto De portikosten zijn hoger dan begroot door de verzendkosten van verhuisberichten en uitnodigingen voor het jubileum. Automatisering Bij het samenstellen van de begroting was er een plan om een gedeelte van de software te vernieuwen. In het kader van de voorgenomen fusie is dit naar een volgend jaar doorgeschoven. Onderhoud inventaris/kleine aanschaffen Met het oog op de verhuizing is nagenoeg geen onderhoud gepleegd aan de oude inventaris. Accountant De post accountantskosten overschrijdt de begroting met € 20.000. Hiervan heeft € 13.000 betrekking op advieswerkzaamheden. 27 Huisvesting Huur kantoorruimte Onderhoud Verlichting, verwarming, water Verzekering en beveiliging Vaste lasten Verhuizing Schoonmaak- en overige huisvestingskosten
53 25 41 25 30 30
52 60 25 32 58
67 41 40 7 30 -
69 15 35 7 11 6
25 229
23 250
26 211
20 163
Onderhoud In 2008 is geen groot onderhoud meer gepleegd aan het pand Nieuwe Parklaan Verlichting, verwarming, water De energiekosten van het pand aan de Koninginnegracht zijn hoger dan voorzien.
63
Verhuizing Begroot waren de kosten van een verhuisbedrijf en van ondersteuning ten behoeve van de automatisering. De overschrijding komt onder andere door de drukkosten van de verhuisberichten ad € 19.000, de kosten van montage van het meubilair en van schoonmaak.
28 Directie Werk door derden Advocaat/proceskosten Bijeenkomst nieuwe leden Bijeenkomst interne- en overheidsaccountants Belangenorganisaties Internationale betrekkingen Werkgroep huisvesting (tijdelijk) Dotatie voorziening StOAA
Herziene begroting 2008
Realisatie
80 3
80 60 1
195 -
122 19 -
10 168 95 356
2 164 41 3 15 366
190 90 475
166 71 15 393
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
Advocaat/proceskosten De advocaat/proceskosten hebben voornamelijk betrekking op een procedure van de NOvAA en het NIVRA tegen de NOvRA Bijeenkomst interne overheidsaccountants Begroot waren twee bijeenkomsten van interne- en overheidsaccountants. Gerealiseerd is een bijeenkomst. Internationale betrekkingen De kosten van deelname aan internationale congressen bleken in 2008 lager dan begroot omdat er niet werd deelgenomen aan congressen buiten Europa. In tegenstelling tot 2007 is het FEE-congres niet bezocht. 29 Bestuur Vaste vergoeding bestuur Vacatiegelden bestuur Reiskostenvergoeding en overige vergoedingen Overige bestuurskosten Onvoorziene kosten i.v.m. fusie Algemene Ledenvergadering Themabijeenkomst ALV Bijeenkomsten leden: - Kerngroepen - Nieuwjaarsbijeenkomst - Discussiebijeenkomsten regelgeving - Jongerenplatform Overlegorgaan NOvAA/NIVRA Raad van Advies
64
55 40
55 41
60 60
54 55
25 54 60 10
56 51 148 65 12
30 67 90 10
53 10 15 10 51 383
36 8 6 8 48 534
60 15 20 10 60 482
62 51 95 5 33 11 11 12 6 40 435
Reiskostenvergoeding en overige vergoedingen De bestuursactiviteiten bevonden zich in het jaar 2008 op een vergelijkbaar niveau met de jaren daarvoor. In de herziene begroting 2008 is (naar achteraf is gebleken: ten onrechte) de post reiskostenvergoeding en overige vergoedingen te laag begroot. Onvoorziene kosten i.v.m. fusie In de begroting van 2008 kon geen rekening gehouden worden met de kosten van een mogelijke fusie omdat dit voornemen pas in de loop van 2008 ontstond. Alle kosten die hiermee verband houden overschrijden dan ook de begroting. Themabijeenkomst ALV In 2008 is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, voor de themabijeenkomst een dagvoorzitter ingeschakeld die ook in televisieprogramma's optreedt. Hierdoor vielen de kosten van het dagvoorzitterschap, en hierdoor de kosten themabijeenkomst, hoger uit dan begroot.
30 Commissies en werkgroepen Afdelingen/kringen Cie Belastingen Cie MKB/PR Cie Onderwijs Cie Praktijkondersteuning Raad voor de Praktijkopleiding Cie Regelgeving Cie Vaktechiek Cie Vedaa Cie Bezwaarschriften Becon overleg HBC Werkgroep AFM Werkgroep fraude Diverse werkgroepen en commissies 31 Beroep en Beleid Leidraden HRA-bundel Onderwijsprojecten Voucherproject Ontwikkeling BAMA Beroepsprofiel Onderzoek vaktechniek Reservering visitatie hbo CEA Bezwaarschriftencommissie tentamens Raad van Tucht Raad voor Geschillen Raad voor de Jaarverslaggeving
Herziene begroting 2008
Realisatie
94 16 15 18 10 29 23 35 2 4 8 5 3 5 267
95 2 8 15 8 23 2 11 27 6 4 6 2 209
92 15 15 35 8 14 10 23 35 4 8 8 3 12 282
103 4 17 14 9 24 47 10 21 1 1 4 2 9 10 276
51 70 16 10 50 168 8 170 52 45 640
36 6 3 2318 102278 123 52 34 425
51 20 43 15 40 21 206 7 143 50 40 636
30 542 51 3 14 11 152 177 56 51 1.087
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
65
Leidraden De onderschrijding van de begroting voor de Leidraden met € 15.000 is veroorzaakt doordat bij de begroting uitgegaan is van een geïndexeerde prijs betaald in het verleden voor het opstellen van de Leidraden. Bij nieuwe onderhandelingen is een beduidend lagere prijs bedongen. HRA-bundel De activiteiten inzake de HRA-bundel vallen niet in het boekjaar 2008, maar worden doorgeschoven naar het jaar 2009. De € 6.000 die hier wordt vermeld, betreft de verzendkosten van deze bundel. Voucherproject De post Voucherproject betreft een gedeelte van de kosten van de Stichting AA Scholingsprojecten die voor rekening van de NOvAA zijn (volgens afspraak bij oprichting van deze stichting). Voor deze kosten is in voorgaande jaren een voorziening getroffen. In 2008 is, vooruitlopend op de opheffing van deze stichting, een bedrag van € 24.000 aan de NOvAA teruggestort. Deze terugstorting is gesaldeerd met de kosten over 2008 van de Stichting. Onderzoek vaktechniek De onderschrijding van de begroting voor Onderzoek vaktechniek met € 32.000 euro is veroorzaakt doordat er in verband met ontwikkelingen andere prioriteiten werden gesteld waardoor er voor onderzoek geen ruimte was. Reservering visitatie hbo De negatieve kosten visitatie hbo bestaan onder andere uit de vrijval van de voorziening die in voorgaande jaren gevormd is voor visitatie. Visitatie wordt uitgevoerd door de CEA, derhalve bleek de voorziening overbodig. CEA Deze post overschrijdt de begroting met € 110.413. Ultimo 2007 is een post te betalen opgenomen ad € 19.680. Dit bleek onvoldoende daar de werkelijke afrekening, ontvangen in 2009 € 193.514 bedraagt. Behalve dit bedrag van € 73.834 over het boekjaar 2007 zijn de kosten van de CEA € 36.579 hoger dan begroot. Dit is een gevolg van het feit dat de CEA haar begrotingen, en inherent hieraan de bijdragen, laat in het lopende boekjaar aanpast. Raad van Tucht In het jaar 2007 zijn 54 zaken behandeld door de Raad van Tucht. De begroting 2008 is daarom hoger bijgesteld. In het jaar 2008 zijn er 33 zaken behandeld door de Raad. Derhalve is sprake van een onderschrijding van de begroting. Raad voor de Jaarverslaggeving De onderschrijding van de begroting voor de Raad voor de Jaarverslaggeving met € 11.000 is veroorzaakt door een herziening van het tarief voor de vertegenwoordiging van de NOvAA in de Raad voor de Jaarverslaggeving.
66
32 Communicatie Beroepsvoorlichting studenten: - Wat een accountant doet - AA worden - AA-ambassadeurs - Landelijke kantorendag Jongerennetwerk/AA-link Voorlichting ondernemers: - Week van de ondernemer - Landelijke startersdag - Fiscaal eindejaarsevenement - MKB ambassadeurs - Overige voorlichting ondernemers Publicaties: - AA-nieuwsbrief - Folders en brochures - Redactie Accountant-Adviseur Jubileum NOvAA Jong Ondernemen Promotieartikelen Public affairs Websites inhoudelijk Publicatie Staatscourant Overige PR-activiteiten
Herziene begroting 2008
Realisatie
210 525 100 75
210 726 120 22
210 495 175 100 -
210 576 280 91 -
15 100 70 25 150
22 108 19 46
60 100 70 50 -
14 90 75 43 -
3 75 80 120 8 10 10 80 36 30 1.722
3 45 68 120 8 9 4 85 45 14 1.674
3 75 80 14 25 15 80 140 16 1.708
3 48 60 8 10 3 106 13 8 1.638
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
Beroepsvoorlichting studenten In 2008 is, meer dan begroot, het accent komen te liggen op beroepsvoorlichting aan studenten. Dit onderdeel overschrijdt de begroting met € 221.000. Er is € 201.000 meer uitgegeven aan de campagne om het beroep van AA-Accountant onder de aandacht van studenten te brengen (AA-worden). Dit om de toekomstige instroom in het beroep veilig te kunnen stellen. Er is € 195.000 besteed aan een nieuwe internetgame (The Letter), die in 2008 van start is gegaan en die genomineerd is voor de Grand Prix Webcommunicatie. Jongerennetwerk/AA-link Dit onderdeel onderschrijdt de begroting met € 53.000 omdat deze campagne in het vierde kwartaal van 2008 is gestart, terwijl begroot was voor het gehele jaar. Fiscaal eindejaarsevenement Onder deze noemer werden de kosten begroot van een aantal themadagen. In 2008 heeft de Themadag Wetten en Regelgeving doorgang gevonden. De overige themadagen zijn niet gerealiseerd. MKB ambassadeurs De ambassadeurs hebben diensten verricht die direct op de evenementen betrekking hadden. Er zijn geen algemene diensten verricht.
67
Voorlichting ondernemers In totaal was er begroot voor voorlichting ondernemers € 360.000. De werkelijke kosten bedroegen € 195.000. Gepland was een voorlichtend televisieprogramma voor ondernemers. Door externe oorzaken is deze activiteit pas laat in het jaar gestart. De uitzendingen zijn nu gepland voor medio 2009. De kosten hiervan zijn opgenomen in de begroting over 2009.
33 Overige lasten Boekverlies materiële vaste activa
Herziene begroting 2008
Realisatie
-
32
2008
Herziene begroting 2007
Realisatie 2007
-
-
In het kader van de verhuizing is de oude inventaris, op de automatisering en bureaustoelen na, gedesinvesteerd. Som der lasten
11.190
10.729
11.504
10.831
34 Financiële baten Rentebaten
150
130
165
210
35 Financiële lasten Rentelasten
5
12
5
4
Financiële baten en lasten
145
118
160
206
Saldo baten en lasten
26-
2.594
68
-
362
c.
Overige gegevens
Beloningen en voorzieningen functionarissen
Conform de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens wordt hieronder de uitkering vermeld die in het boekjaar 2008 het normbedrag van dat jaar ad € 181.000 te boven gaat. (bedragen x € 1.000) Functie Oud-directeur Oud-directeur
vergoeding pensioen/vut 178 106 180 107
jaar parttime % 2007 100 2008 100
Bij beëindiging van het dienstverband van de voormalig algemeen directeur is een financiële regeling getroffen. De regeling komt er op neer dat gedurende de periode van september 2006 tot en met augustus 2009 maandelijkse uitkeringen worden gedaan in de vorm van een vergoeding. Hiernaast wordt door de NOvAA de pensioenpremie betaald. Het bedrag dat in 2006 is voorzien voor het totaal van de uitkeringen bedraagt € 800.000. De twee belangrijkste componenten van deze voorziening zijn de lengte van het dienstverband en de omvang van het maandsalaris. De omvang van het maandsalaris wordt gerechtvaardigd door de aan de oud-directeur toegewezen specialistische taken. Gebeurtenissen na balansdatum
Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen na balansdatum. Accountantsverklaring
Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten Postbus 84291 2508 AG ‘s-GRAVENHAGE Wij hebben de in deze vergaderstukken 2009 opgenomen jaarrekening 2008 van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten (NOvAA) te ’s-Gravenhage bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting, gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de NOvAA is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het saldo baten en lasten getrouw dient weer te geven. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en saldo baten en lasten, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
69
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en saldo baten en lasten relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de NOvAA. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de NOvAA heeft gemaakt, als mede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van de NOvAA per 31 december 2008 en van het saldo baten en lasten over 2008 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving.
Alphen aan den Rijn, 7 april 2009 Lansigt accountants en belastingadviseurs BV P.C. Slootweg AA
70
V
Herziene begroting 2009 en begroting 2010
a. Herziene begroting 2009 (bedragen x € 1.000) Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
Realisatie
6.375 3.620 1.042 25 11.062 95 11.157
6.373 3.650 1.400 25 11.448 95 11.543
6.282 3.360 1.255 52 10.949 70 11.019
6.334 3.653 630 25 10.642 2.563 13.205
2.221 651 2.872 3.985 374 513 160 330 415 229 745 1.706 370 11.699
2.311 875 3.186 4.065 394 555 172 408 382 271 580 1.768 11.781
2.113 721 2.834 3.874 379 506 229 356 383 267 640 1.722 11.190
2.251 418 2.669 3.812 274 484 250 366 386 209 425 1.674 32 148 10.729
23895 143-
171145 26-
2.476 118 2.594
2008
BATEN Contributies en inschrijfgeld Services Raad van Toezicht Overige opbrengsten Opbrengst directe activiteiten Overige baten Totaal baten LASTEN Services Raad van Toezicht Lasten directe activiteiten Personeelskosten Afschrijvingen Algemeen Huisvesting Directie Bestuur Commissies en werkgroepen Beroep en Beleid Communicatie Overige lasten Fusietraject NOvAA/NIVRA Totaal lasten Saldo baten en lasten Rente Saldo
542104 438-
Toelichting op de herziene begroting 2009 Met ingang van 2009 is de lay-out van de jaarrekening aangepast. De lay-out van de begroting wordt derhalve volgens eenzelfde lay-out aangeboden. De personeelskosten worden in een aparte rubriek opgenomen. De kosten van werving, arbodienst en van de ondernemingsraad worden hier ook onder geschaard.
De herziene begroting 2009 eindigt met een begrotingstekort van € 439.000. In het kader van de voorgenomen fusie tussen NOvAA en NIVRA zijn de begrote kosten hiervan in een aparte rubriek opgenomen. Voor 2009 bedragen de begrote fusiekosten in totaal € 370.000. Het begrotingstekort minus de begrote fusiekosten bedraagt € 69.000. Dit is 0,6% van de begrote lasten.
71
(bedragen x € 1.000)
Herziene begroting 2009
Begroting
6.514 531496.312 63 6.375
6.598 552356.308 65 6.373
6.507 552356.217 65 6.282
6.443 531186.272 62 6.334
3.200 400 50 3.650
2.900 400 50 10 3.360
3.235 346 72 3.653
2009
Herziene Realisatie begroting 2008 2008
BATEN Contributies Leden Incassokortingen Kortingsregeling 4% Inschrijfgelden AA-register Aantal leden per 1 januari 2009 Groep A Groep B Groep C Groep D Nieuwe leden Doorhalingen Geschatte ledenstand op 31 december 2009 Aantal leden per 31 december 2008 Services Cursussen Praktijkopleiding NOvAA Beroepsopleiding Opbrengst producten praktijkondersteuning
4.290 154 1.654 440 6.538 250 1006.688 6.621 3.200 360 60 3.620
De omzet van de Vedaa wordt naar aanleiding van het resultaat over 2008 begroot op € 3.200.000. De Vedaa zal er naar streven, ondanks negatieve verwachtingen inzake de markt, een zo hoog mogelijke omzet te behalen. Verwachte omzetdalingen ten gevolge van de economische situatie in Nederland zijn vooralsnog niet te prognosticeren. Bij de praktijkopleiding wordt begroot dat 594 trainees in 2009 de opleiding volgen. Raad van Toezicht
1.042
1.400
1.255
Bij de herziene begroting is uitgegaan van 290 toetsingen, 80 verbeterplannen en 60 vrijstellingen.
72
630
(bedragen x € 1.000) Overige opbrengsten Verkoop materialen Themabijeenkomst ALV Overige baten Royalties Suppletie btw Boekwinst verkoop pand Diverse vergoedingen
Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
Realisatie 2008
25 25
25 25
31 21 52
23 2 25
45 50 95
45 50 95
45 25 70
45 46 2.452 20 2.563
1.841 30
1.836 35
1.652 30
1.881 26
92 71 2 20 90 75
55 145 5 45 65 50
52 143 5 46 63 42
17 122 5 8 84 85
2.221
20 20 35 2.311
20 20 40 2.113
1 4 18 2.251
LASTEN Services Cursuskosten E-learning Praktijkopleiding: - Pop en Essay beoordelingen - Algemene kosten PO - Informatievoorziening PO - Drukwerk PO - Examenkosten NOvAA beroepsopleiding Producten ter ondersteuning kantoren: - Digidos - Subsidietool - Overige producten
De cursuskosten worden voorzichtig begroot, gezien de onvoorspelbare trend in het afnemen van cursussen als gevolg van de economische situatie. Uitgangspunt bij de post Pop en Essay beoordelingen is dat 594 trainees de opleiding volgen in 2009. De begrotingspost Examenkosten is bijgesteld aan de hand van het resultaat over 2008. Raad van Toezicht Raad van Toezicht, inclusief audits
651
875
721
418
Begrote bestuurskosten Raad van Toezicht € 122.000, waarvan € 78.000 vaste vergoeding. De kosten van de toetsingen zijn begroot op € 470.000. De overige kosten hebben betrekking op bijeenkomsten en opleiding van toetsers en algemene kosten.
73
(bedragen x € 1.000) Personeelskosten Salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Reiskosten Studiekosten Uitzendkrachten Overige personeelskosten Werving Ondernemingsraad Arbobeleid
Herziene begroting 2009 2.710 340 350 160 140 150 40 45 20 30 3.985
Begroting 2009 2.875 330 340 155 120 100 40 55 20 30 4.065
Herziene begroting 2008 2.660 315 337 156 117 115 33 95 20 26 3.874
Realisatie 2008 2.445 306 318 137 64 385 119 19 10 9 3.812
De salarissen zijn per 1 januari 2009 met 3% geïndexeerd. Dit percentage is conform de gemiddelde verhoging in de accountancybranche en het advies van kantorenorganisatie SRA aan haar leden. De kosten voor werving zijn lager dan de begroting over 2008 omdat mede in het kader van de voorgenomen fusie het gewijzigde beleid hiervan wordt voortgezet. In de kosten arbobeleid is een onderzoek Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) begrepen. Afschrijvingen Afschrijving gebouw Afschrijving inventaris Algemeen Kantoorbenodigdheden Porto Telefoon/fax Automatisering Internet technisch Onderhoud inventaris/kleine aanschaffen Accountant Dotatie voorziening debiteuren Huisvesting Huur kantoorruimte Onderhoud, beveiliging en verzekering Verlichting, verwarming en water Verhuizing Vaste lasten Schoonmaak- en overige huisvestingskosten
74
181 193 374
194 200 394
178 201 379
97 177 274
161 100 45 110 19 33 35 10 513
183 90 45 130 17 45 30 15 555
175 80 34 128 15 30 29 15 506
167 99 33 93 15 13 49 15 484
40 60 35 25 160
65 42 30 35 172
53 50 41 30 30 25 229
52 25 60 58 32 23 250
(bedragen x € 1.000) Directie Werk door derden en adviezen Bijeenkomsten nieuwe leden Bijeenkomsten Interne Overheidsaccountants Belangenorganisaties Internationale betrekkingen Onvoorziene kosten Bestuur Vaste vergoeding bestuur Vacatiegelden bestuur Reiskostenvergoedingen Overige bestuurskosten Algemene Ledenvergadering Themabijeenkomst ALV Bijeenkomsten leden: - Kerngroepen - Discussiebijeenkomsten regelgeving - Jongerenplatform Overlegorgaan NOvAA/NIVRA Raad van Advies
Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
Realisatie 2008
80 5 15 170 50 10 330
80 5 15 187 100 21 408
80 3 10 168 95 356
141 2 164 41 18 366
60 42 48 50 67 12
56 37 27 55 67 12
55 40 25 54 60 10
55 41 56 51 65 12
36 10 10 80 415
53 15 10 50 382
53 10 15 10 51 383
36 8 6 8 48 386
De Raad van Advies telt in 2009 tijdelijk zeven leden. Aan enkele leden van de Raad is namelijk verzocht om, ondanks het feit dat hun formele zittingstermijn inmiddels is verstreken en in hun opvolging is voorzien, de opgebouwde kennis van de NOvAA ook in het fusietraject met het NIVRA nog ter beschikking te blijven stellen. Commissies en werkgroepen Afdelingen/kringen Cie Belastingen en beconoverleg Cie MKB/PR Cie Onderwijs Cie Praktijkondersteuning Raad voor de Praktijkopleiding Cie Regelgeving Cie Vaktechniek Cie Vedaa Cie Bezwaarschriften HBC/MKB milieu Werkgroep AFM Werkgroep fraude Diverse werkgroepen en commissies
94 10 12 25 10 12 15 30 10 3 8 229
94 19 17 18 10 29 23 35 2 8 5 3 8 271
94 20 15 18 10 29 23 35 2 8 5 3 5 267
95 2 8 15 8 23 2 11 27 6 4 6 2 209
75
(bedragen x € 1.000) Beroep en Beleid Leidraden HRA-bundel Onderwijsprojecten: - Project Opscholing - Ontwikkeling BAMA - Masteropleiding lectoraten - Overige kosten onderwijs Voucherproject Algemene kosten vaktechniek Reservering visitatie HBO CEA Bezwaarschriftencommissie tentamens Raad van Tucht Klachtencommissie (WTRA) Raad voor Geschillen Raad voor de Jaarverslaggeving
Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
Realisatie 2008
36 75
65 75
51 70
36 6
5 21 40 263 100 100 55 50 745
15 15 15 40 170 10 75 50 50 580
16 10 50 168 8 170 52 45 640
1 2 (23) 18 (102) 278 123 52 34 425
De post overige kosten onderwijs omvat een onderzoek mbo accountancy onderwijs, onderzoek doorstroom mbo-hbo, Associate degree, de kosten van een cursus AA-docentschap en bestuurlijk overleg AC-scholen. Onder de post Algemene kosten vaktechniek vallen kosten die betrekking hebben op diverse onderwerpen zoals bijvoorbeeld vertaling van regelgeving, internationale zaken, fraude en onvoorziene actuele onderwerpen. Volgens afspraak draagt de NOvAA 37% bij aan de begrote kosten van de CEA. Bij de globale begroting over 2009 was uitgegaan van de voorlopige begroting 2009 van de CEA. Deze begroting is inmiddels naar boven bijgesteld, wat betekent dat deze begrotingspost voor de NOvAA toeneemt met € 93.000. Naast de Raad van Tucht die de “oude” zaken zal afhandelen, zal met ingang van 1 mei 2009 de Klachtencommissie gaan functioneren. Er zijn in 2009 dus dubbele lasten voor deze gremia. Communicatie Beroepsvoorlichting studenten: - Wat een accountant doet - AA worden - AA Ambassadeurs Landelijke Kantorendag Jongerennetwerk/ AA VIP Voorlichting ondernemers: - Week van de ondernemer - Landelijke Startersdag - Fiscaal eindejaarsevenement - Themadagen KvKoophandel - MKB ambassadeurs - Campagne ondernemers in het MKB Transport
76
220 520 110 75
220 520 110 220 75
210 525 100 75
210 726 120 22
20 100 25 55 274 1.399
20 100 70 25 55 1.415
15 100 70 25 150 1.270
22 108 19 46 1.273
(bedragen x € 1.000)
Transport Publicaties: - AA nieuwsbrief - Folders en brochures - Redactie Accountant Adviseur Jubileum NOvAA Jong Ondernemen Promotieartikelen Public Affairs Website inhoudelijk Publicatie Staatscourant Overigen PR-activiteiten
Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
1.399
1.415
1.270
1.273
3 40 75 16 10 5 85 38 35 1.706
5 75 85 10 10 10 85 38 35 1.768
3 75 80 120 8 10 10 80 36 30 1.722
3 45 68 120 8 9 4 85 45 14 1.674
Realisatie 2008
Ook in 2009 worden de campagnes gericht op scholieren en studenten met als doel het verbeteren van het imago van de accountant en het continueren van de instroom in het beroep. AA-VIP is een netwerkplatform voor studenten van de Praktijkopleiding en AA's die minder dan vijf jaar lid zijn. De campagne ondernemers in het MKB heeft het doel de naamsbekendheid van de AA-Accountant te behouden en te promoten en voorlichting te geven over wat de AA kan betekenen voor ondernemers. De NOvAA is hoofdsponsor van Jong Ondernemen. Het sponsorbedrag is het ter beschikking stellen van de hoofdprijs. Omdat er in 2009 twee winnaars (hbo en mbo) zijn, is het begrote bedrag het dubbele van het begrote bedrag in 2008. Overige lasten Overige lasten Fusietraject NOvAA/NIVRA Kosten onderzoeksbureau Bestuursvergaderingen Extra ALV Kerngroep inzake fusie Overige kosten inzake fusie Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten
-
-
-
32
220 10 70 20 50 370
-
-
148
-
-
148
110 6104
100 595
150 5145
130 12118
77
b. Begroting 2010 (bedragen x € 1.000) Begroting 2010
Herziene begroting 2009
Begroting 2009
Herziene begroting 2008
BATEN Contributies en inschrijfgeld Services Raad van Toezicht Overige opbrengsten Opbrengst directe activiteiten Overige baten Totaal baten
6.437 3.748 1.073 35 11.293 95 11.388
6.375 3.620 1.042 25 11.062 95 11.157
6.373 3.650 1.400 25 11.448 95 11.543
6.282 3.350 1.255 52 10.939 80 11.019
2.284 671 2.955 4.150 370 531 178 371 415 241 715 1.701 90 11.716
2.221 651 2.872 3.985 374 513 160 330 415 229 745 1.706 370 11.699
2.311 875 3.186 4.065 394 555 172 408 382 271 580 1.768 11.781
2.113 721 2.834 3.874 379 506 229 356 383 267 640 1.722 11.190
328107 221-
542104 438-
23895 143-
171145 26-
LASTEN Services Raad van Toezicht Lasten directe activiteiten Personeelskosten Afschrijvingen Algemeen Huisvesting Directie Bestuur Commissies en werkgroepen Beroep en Beleid Communicatie Fusietraject NOvAA/NIVRA Totaal lasten Saldo baten en lasten Rente Saldo
Toelichting op de begroting 2010 Uitgangspunt voor de begroting 2010 is een indexering van 3%, conform de salarisverhoging per 1 januari 2009. Vervolgens zijn diverse posten bijgesteld aan de hand van de werkelijke cijfers over 2008. In de begroting is nog geen rekening gehouden met de implementatie van de fusie.
78
VI
Ontwerp-verordeningen
a.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening gedragscode
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, tweede lid, en artikel 25, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening gedragscode wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel B2-291.2 komt te luiden: Artikel B2-291.2 De intern accountant of de overheidsaccountant die het dagelijks beleid van een accountantsafdeling bepaalt of de intern accountant of overheidsaccountant die werkzaam is bij of verbonden is aan een accountantsafdeling in het geval de dagelijks beleidsbepaler geen Accountant-Administratieconsulent of registeraccountant is, zorgt ervoor dat de accountantsafdeling: a. een beleid voert dat niet strijdig is met het bepaalde in deze verordening; b. voldoet aan de hierna bedoelde nadere voorschriften. Het bestuur kan nadere voorschriften geven aangaande het bepaalde in dit artikel.
B. Artikel B2-291.3 vervalt. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 juli 2009. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van …....., no….……….
79
b.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening accountantsorganisaties
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, vierde lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening accountantsorganisaties wordt als volgt gewijzigd: Artikel 15 vervalt. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 juli 2009. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van ……., nummer………
80
c.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Algemene Contributieverordening
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, en 30, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Algemene Contributieverordening wordt als volgt gewijzigd: A. Na artikel 6 wordt een nieuw artikel 6a ingevoegd dat als volgt luidt: Artikel 6a De ledenvergadering kan jaarlijks bij verordening een bedrag vaststellen waarmee de contributie voor elke groep van leden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt verminderd. B. In artikel 7, eerste lid, wordt na de zinsnede “voor de contributiegroepen A, B, of C” tussengevoegd: , na toepassing van artikel 6a, C. In artikel 8, tweede lid, wordt na de zinsnede “automatische incasso van de contributie” tussengevoegd: , na toepassing van artikel 6a, Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van….., no. ……….
81
d.
Ontwerp-Verordening op de tarieven contributie 2010
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, en 30, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
De contributie voor de contributiegroepen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt voor: - Groep A € 1.390,- Groep B € 700,- Groep C € 285,- Groep D € 135,Artikel 1a
Het bedrag van de korting , bedoeld in artikel 6a, van de Algemene Contributieverordening bedraagt voor: - Groep A € 35,- Groep B € 15,- Groep C € 5,- Groep D € 5,Artikel 2
Het percentage, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt 4. Artikel 3
De korting voor automatische incasso als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Algemene Contributieverordening bedraagt 2%. Artikel 4
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. 2. De Verordening op de tarieven contributie 2009 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven contributie 2010. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van….., no. ……….
82
e.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, en 6, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de kostenvergoedingen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt na de zinsnede “de Raad van Toezicht” tussengevoegd: , de Raad voor Geschillen. 2. In het tweede lid wordt na de zinsnede “de Raad van Toezicht” tussengevoegd: , de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Raad voor Geschillen. 3. In het tweede lid vervalt de zinsnede “algemene”. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.
83
f.
Ontwerp-Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2010
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 6 en 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, en de artikelen 1, derde lid, 3A, tweede lid en 3B, vijfde lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
Het presentiegeld bedraagt € 225,- per dagdeel en € 450,- per dag. De reiskostenvergoeding bedraagt € 0,28 per kilometer. De reistijdvergoeding bedraagt € 0,70 per kilometer. Artikel 2
De vergoeding, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen bedraagt op jaarbasis voor: de voorzitter van het bestuur € 23.575,- voor gederfde tijd en € 6.485,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van het bestuur € 9.250,- voor gederfde tijd en € 3.250,- voor gemaakte kosten; bij vervanging van de voorzitter voor een langere termijn dan één maand ontvangt de plaatsvervangend voorzitter voor de volledige vervangingsperiode naar rato de vergoeding toekomende aan de voorzitter in plaats van de vergoeding voor de plaatsvervangend voorzitter; de overige leden van het bestuur € 2.315,- voor gederfde tijd en € 1.630,- voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Raad van Toezicht € 23.100,- voor gederfde tijd en € 5.785,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Toezicht € 14.475,- voor gederfde tijd en € 2.900,voor gemaakte kosten; de overige leden van de Raad van Toezicht € 9.250,- voor gederfde tijd en € 2.315,- voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Raad voor Geschillen € 3.230,- voor gederfde tijd en € 1.615,- voor gemaakte kosten; de plaatsvervangend voorzitter van de Raad voor Geschillen € 2.420,- voor gederfde tijd en € 1.210,voor gemaakte kosten; de voorzitter van de Commissie voor de bezwaarschriften € 2.315,- voor gederfde tijd en € 820,- voor gemaakte kosten; de leden van de examencommissie opleiding AA-BA € 1.065,- voor gederfde tijd en € 215,- voor gemaakte kosten. Artikel 3
1. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het corrigeren van onderdelen van het examen, bedragen: a. € 25,- per zitting per kandidaat voor het corrigeren van onderdelen van een gedeelte van het examen; b. € 45,- per zitting per kandidaat voor het integraal hercorrigeren als gevolg van een bezwaarschrift van onderdelen van een gedeelte van het examen. 2. De vergoeding, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het samenstellen van onderdelen van een examen, bedraagt € 355,- per uur dat het examen in beslag neemt. 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 3A, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen, ten behoeve van het helpen samenstellen van onderdelen van een examen bedraagt € 225,- per onderdeel van een examen. 4. De vergoeding, bedoeld in artikel 3B, eerste lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van het beoordelen van het eindverslag bedraagt € 45,- per beoordeeld eindverslag.
84
5. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3B, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in artikel 10, eerste lid van de Verordening op de praktijkstage bedraagt € 315,- per examen. 6. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3B, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in artikel 10, tweede lid van de Verordening op de praktijkstage bedraagt € 135,- per beoordeeld persoonlijk ontwikkelplan. 7. De vergoedingen, bedoeld in artikel 3B, tweede lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van de werkzaamheden genoemd in artikel 10, derde lid van de Verordening op de praktijkstage bedraagt € 135,- per periodieke beoordeling. 8. De vergoeding, bedoeld in artikel 3B, derde lid, van de Verordening op de kostenvergoedingen ten behoeve van het beoordelen van het eindverslag bedraagt € 45,- per beoordeeld portfolio. Artikel 4
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. 2. De Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2009 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven kostenvergoedingen 2010.
85
g.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s wordt als volgt gewijzigd: A. Na artikel 4, vijfde lid, wordt een lid toegevoegd, welke komt te luiden: 6. In het belang van de continuïteit van de Raad, kan het bestuur afwijken van het vorige lid. B. Artikel 13 vervalt. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.
86
h.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In de definitie van verbeterplan wordt na de zinsnede “tweede lid bedoelde” tussengevoegd: aanbevelingen en. 2. De definitie van openbaar maken vervalt. B. In artikel 4, tweede lid, wordt na de zinsnede “de accountantspraktijk” tussengevoegd: , niet zijnde opdrachten tot het uitvoeren van wettelijke controles, . C. In artikel 6, tweede lid, wordt na de zinsnede “zijn geweest als accountant” toegevoegd: en voldoen aan nader door het bestuur te stellen eisen. D. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Het bestuur maakt de datum waarop de toetsing zal plaatsvinden, ten minste zes weken van tevoren bekend aan een accountantspraktijk. 2. Na het eerste lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, welke komen te luiden: 2. Indien een accountantspraktijk aannemelijk maakt dat een toetsing op de datum welke op grond van het eerste lid bekend is gemaakt, niet mogelijk is, kan het bestuur een andere datum bekend maken waarop de toetsing zal plaatsvinden. 3. Indien het tweede lid toepassing vindt, kan het bestuur in overleg met een accountantspraktijk afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn van zes weken. 3. Het tweede, derde en vierde lid (oud) worden vernummerd tot het vierde, vijfde en zesde lid. 4. In het vierde lid (nieuw) wordt de zinsnede “derde” vervangen door: vijfde. 5. In het zesde lid wordt na de zinsnede “zou kunnen worden” tussengevoegd: of de schijn wordt gewekt dat de objectiviteit van de toetsers aangetast zou kunnen worden. E. Na artikel 11, zevende lid, wordt een lid toegevoegd dat komt te luiden: 8. De tijd welke het bestuur besteedt aan de beoordeling van een verbeterplan, schort niet de termijn op bedoeld in het vijfde lid, tweede onderdeel.
87
F. Artikel 13 komt te luiden. Artikel 13 Indien de getoetste accountantspraktijk of de individuele accountant die werkzaam is bij of verbonden is aan de getoetste accountantspraktijk, de inhoud van het toetsingsverslag of het eindoordeel van het bestuur openbaar maakt, a. neemt hij het bepaalde in artikel A-150.2 van de Verordening gedragscode in acht en; b. vermeldt hij de datum waarop de meest recente (her)toetsing heeft plaatsgevonden.
G. In artikel 14, vierde lid wordt na de zinsnede “mogelijkheid tot verlenging” toegevoegd: voor de duur van maximaal één jaar. H. Na artikel 14, negende lid, wordt een lid toegevoegd dat komt te luiden: 10. Het negende lid vindt geen toepassing nadat het bestuur met toepassing van artikel 8, eerste en tweede lid, een datum bekend heeft gemaakt waarop de in artikel 12, derde lid bedoelde hertoetsing plaats zal vinden. I.
Artikel 16 vervalt.
Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010 met uitzondering van artikel I, onderdeel F, dat in werking treedt op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en terugwerkt tot 1 juli 2009.
88
i.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, en artikel 30, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
Het tarief voor het beoordelen en goedkeuren van het verbeterplan als bedoeld in artikel 11, zevende lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt € 520,-. Artikel 2
Het tarief voor de behandeling van een verzoek tot vrijstelling van de toetsing of de verlenging daarvan als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt € 60,-. Artikel 3
Het tarief voor een accreditatie als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt € 790,- per toetser per dagdeel. Artikel 4
Het tarief voor de toetsing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt: a. voor een eerste toetsing bij een accountantspraktijk: € 680,- per toetser per dagdeel; b. voor een hertoetsing bij een accountantspraktijk: € 995,- per toetser per dagdeel. Artikel 5
1. Toetsers die voor een toetsing of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen voor de bij de te toetsen accountantspraktijk of de te accrediteren koepelorganisatie bestede tijd een vergoeding ten bedrage van € 345,- per dagdeel. 2. Toetsers ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regeling van de artikelen 1, 2 en 3 van de Verordening op de kostenvergoedingen. 3. Toetsers die voor een toetsing of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen in afwijking van artikel 2, derde lid, van de Verordening op de kostenvergoeding, een afzonderlijke vergoeding voor de kosten van parkeergelden welke zijn gemaakt in verband met de toetsing van een accountantspraktijk of te accrediteren koepelorganisatie. 4. Een toetsers verzoekt om toepassing van het vorige lid en overlegt daarbij bewijsstukken. Artikel 6
De in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief omzetbelasting. Artikel 7
1. Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 juli 2009. 2. De Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009 zoals gepubliceerd in Staatscourant 2009, 8, wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van ………., nr. …………..
89
j.
Ontwerp-Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel 1
Het tarief voor het beoordelen en goedkeuren van het verbeterplan als bedoeld in artikel 11, zevende lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt € 535,-. Artikel 2
Het tarief voor de behandeling van een verzoek tot vrijstelling van de toetsing of de verlenging daarvan als bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt a. bij een eerste verzoek € 100,-; b. bij een tweede verzoek € 175,-; en c. bij een derde of volgend verzoek € 250,-. Artikel 3
Het tarief voor een accreditatie als bedoeld in artikel 15, derde lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt € 810,- per toetser per dagdeel. Artikel 4
Het tarief voor de toetsing als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de Verordening op de Periodieke Preventieve Toetsing bedraagt: a. voor een eerste toetsing bij een accountantspraktijk: € 695,- per toetser per dagdeel; b. voor een hertoetsing bij een accountantspraktijk: € 1.020,- per toetser per dagdeel. Artikel 5
1. Toetsers die voor een toetsing of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen voor de bij de te toetsen accountantspraktijk of de te accrediteren koepelorganisatie bestede tijd een vergoeding ten bedrage van € 355,- per dagdeel. 2. Toetsers ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig de regeling van de artikelen 1, 2 en 3 van de Verordening op de kostenvergoedingen. 3. Toetsers die voor een toetsing of accreditatie worden ingeschakeld, ontvangen in afwijking van artikel 2, derde lid, van de Verordening op de kostenvergoeding, een afzonderlijke vergoeding voor de kosten van parkeergelden welke zijn gemaakt in verband met de toetsing van een accountantspraktijk of te accrediteren koepelorganisatie. 4. Een toetsers verzoekt om toepassing van het vorige lid en overlegt daarbij bewijsstukken. Artikel 6
De in deze verordening genoemde tarieven zijn exclusief omzetbelasting. Artikel 7
1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. 2. De Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2009 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening. 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de tarieven periodieke preventieve toetsing 2010. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van …, no …
90
k.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op het examengeld
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, eerste lid, 54*, tweede lid en 57*, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op het examengeld wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a. wordt “€ 125” vervangen door: € 130 en “€ 85” door: € 90. 2. In onderdeel b. wordt “€ 140” vervangen door: € 145 en “€ 290” door: € 295. 3. In onderdeel c. wordt “€ 550” vervangen door: € 565. B. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a wordt “€ 70” vervangen door: € 75 en “€ 300” door: € 310 . 2. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 210” vervangen door: € 215 en “€ 350” door: € 360. 3. In het tweede lid wordt “€ 70” vervangen door: € 75 en “€ 210” vervangen door: € 215. C. Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1.
“€ 260” wordt vervangen door: € 265.
D. Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a. wordt “€ 185” vervangen door: € 190. 2. In onderdeel b. wordt “€ 275” vervangen door: € 280. E. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 70” vervangen door: € 75 en “€ 625” door: € 640. 2. In het tweede lid wordt “€ 910” vervangen door: € 935. F. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onderdeel a wordt “€ 380” vervangen door: € 390. 2. In het eerste lid, onderdeel b wordt “€ 365” vervangen door: € 375. 3. In het tweede lid wordt “€ 550” vervangen door: € 565. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van …, nr. ….
91
l.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkstage
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, en artikel 54*, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de praktijkstage wordt als volgt gewijzigd. Artikel 20 komt te luiden: Artikel 20 1. De NOvAA kan op verzoek van een aanvrager vrijstelling verlenen van onderdelen van het examen. De vrijstellingen betreffen de kritische beroepssituaties. 2. De aanvrager heeft voor iedere kritische beroepssituatie waarvoor hij vrijstelling vraagt relevante werkervaring opgedaan. 3. De aanvrager overlegt bij een verzoek tot vrijstelling: a. een portfolio waarin informatie is opgenomen waaruit blijkt dat de aanvrager werkervaring heeft opgedaan en welke kritische beroepssituaties aanwezig zijn geweest; en b. een schriftelijke verklaring van een Accountant-Administratieconsulent met de aantekening bij zijn inschrijving in het accountantsregister, bedoeld in artikel 36 derde lid van de wet, die minimaal drie jaar als zodanig werkzaam is geweest dat onder zijn verantwoordelijkheid de in het tweede lid bedoelde werkervaring is opgedaan; of c. een schriftelijke verklaring van een registeraccountant, die minimaal drie jaar als zodanig werkzaam is geweest en voldoet aan door het bestuur in nadere regels gestelde eisen, dat onder zijn verantwoordelijkheid de in het tweede lid bedoelde werkervaring is opgedaan. 4. Wanneer een vrijstelling bedoeld in het eerste lid door de NOvAA wordt verleend, wordt de nominale duur van de praktijkstage van de aanvrager verkort met a. een half jaar indien ten minste vier jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van een kritische beroepssituatie niet zijnde de situatie van assuranceopdrachten; b. een jaar indien ten minste acht jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van de kritische beroepssituaties niet zijnde de situaties van assuranceopdrachten dan wel ten minste vier jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van twee kritische beroepssituaties niet zijnde de situaties van assuranceopdrachten; c. twee jaar indien ten minste vier jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van situaties van assuranceopdrachten; d. tweeëneenhalf jaar indien ten minste acht jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van situaties van assuranceopdrachten en ten minste één andere kritische beroepssituatie; e. drie jaar indien ten minste acht jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van situaties van assuranceopdrachten en ten minste twee andere kritische beroepssituaties dan wel twaalf jaar relevante werkervaring is opgedaan ten aanzien van de kritische beroepssituaties. 5. De NOvAA wijst beoordelaars aan om te beoordelen of de informatie, bedoeld in het derde lid voldoet aan de eisen die bij of krachtens deze verordening daaraan zijn gesteld. Bij een positief oordeel van de beoordelaars kan de informatie, bedoeld in het derde lid worden toegevoegd aan het portfolio voor het eindgesprek. 6. De aanvrager legt een eindgesprek af, bedoeld in artikel 15. De artikelen 15 tot en met 19 zijn van overeenkomstige toepassing.
92
Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010. Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van …, no …
93
m.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Geschillen
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
De Verordening op de Raad voor Geschillen wordt als volgt gewijzigd: Enig artikel Artikel 7 vervalt. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.
94
n.
Ontwerp-Verordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling
Vastgesteld in de bijeenkomst van de ledenvergadering van 15 juni 2009. De ledenvergadering van de NOvAA, gelet op de artikelen 24, vijfde lid, van de Wet op de AccountantsAdministratieconsulenten, stelt de volgende verordening vast: Artikel I
Artikel 13, eerste lid, van de Verordening op de klachtbehandeling komt te luiden: 1. De Klachtencommissie is niet verplicht de klacht in behandeling te nemen: a. indien zij betrekking heeft op een gedraging die door de indiening van een klacht aan het oordeel van de Klachtencommissie of een klachteninstantie van een accountantsorganisatie of accountantskantoor is onderworpen, dan wel onderworpen is geweest; b. indien zij betrekking heeft op een gedraging die langer dan drie jaar na constatering daarvan of langer dan zes jaar vóór indiening van de klacht, heeft plaatsgevonden; c. indien zij betrekking heeft op een gedraging die door indiening van een klacht aan het oordeel van de accountantskamer is onderworpen, dan wel onderworpen is geweest; d. zolang ter zake van de gedraging waarop de klacht betrekking heeft een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is. Artikel II
Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 juli 2009.
95
Postbus 84291
2508 AG Den Haag
telefoon (070) 338 36 00
www.novaa.nl