Tekstverwerking. Wat gaan we leren? Opdracht: Geavanceerde opmaak. Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke

Tekstverwerking Wat gaan we leren? In deze cursus gaan we meer leren over de opmaak van een Word-document. We hebben al met verschillende soorten opmaak leren werken: 

Tekenopmaak



Alineaopmaak



Paginaopmaak

Wat we kennen is al vermeld maar wat we gaan leren is ook belangrijk: 

Geavanceerde opmaak (teksteffecten, WordArt, tekstvakken, pagina’s invoegen,…)



Stijlen (wijzigen, maken en verwijderen)



Afbeeldingen (toevoegen, bewerken,…)

Opdracht: 1) Geef enkele voorbeelden van: a. Tekenopmaak ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ b. Alineaopmaak ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ c. Paginaopmaak ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________ ____________________________________________________________

Geavanceerde opmaak Naast de opmaak die we al kennen zijn er in Word 2010 enkele fijne nieuwtjes die we gaan leren kennen en bovendien mee leren werken!

1 / 19

Cursusontwikkeling


Teksteffecten Dit is het eerste ‘nieuwtje’ de teksteffecten. Laten we eerst kijken waar we deze optie kunnen vinden. Onder het tabblad Start gaan we kijken in het lint bij de groep Lettertype, daar zien we een opgelichte A. Eens we op dit icoon klikken wordt een menu

geopend. Bovenaan in het menu (1) vinden we een aantal vooraf ingestelde effecten terug die we meteen kunnen gebruiken en toepassen op geselecteerde tekst. Onderaan in het menu vinden we de vier types van effecten:  Overzicht  Schaduw  Weerspiegeling  Gloed

Als je een gebruikt effect wil verwijderen hoef je enkel de tekst te selecteren, in het menu het type aan te duiden en jouw keuze te selecteren. Een voorbeeld zal dit duidelijker maken:

2 / 19

Cursusontwikkeling


Opdracht: 1) Open het bestand Teksteffecten.docx 2) Test de verschillende types van effecten uit: a. Overzicht b. Schaduw c. Weerspiegeling d. Gloed 3) Beantwoord onderstaande vragen: a. Wat doet het type ‘overzicht’?: _________________________________________________________ _________________________________________________________ b. Verklaar het verschil tussen het effect ‘schaduw’ en ‘weerspiegeling’?: _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ c. Leg uit wat het effect ‘gloed’ doet met geselecteerde tekst?: _________________________________________________________ _________________________________________________________ 4) Sla het document op als: Teksteffecten-NaamVoornaamKlas

3 / 19

Cursusontwikkeling


WordArt Dit is niet zo nieuw als teksteffecten maar heeft in Word 2010 wel een ‘makeover’ gekregen. Om WordArt toe te voegen volg je deze stappen: Tabblad Invoegen  Groep ‘TEKST’  Knop WordArt Eens je op deze knop klikt, opent er zich een menu (net zoals bij Teksteffecten) m

Eens je een type WordArt hebt gekozen kan je onder het tabblad ‘Opmaak’, dat zojuist is verschenen, verschillende aspecten van onze opmaak wijzigen.

Opdracht: 1) Open een nieuw word-document. 2) Test het gebruik van WordArt hier uit. 3) Experimenteer met de verschillende opmaakwijzigingen. 4) Beantwoord onderstaande vraag: a. Wat is het verschil tussen teksteffecten en WordArt?: __________________________________________________________ __________________________________________________________ __________________________________________________________ 4 / 19

Cursusontwikkeling

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke 5) Sla het document op: WordArt-NaamVoornaamKlas

Tekstvakken Een tekstvak kennen we ongetwijfeld uit andere programma’s en ook in Word leren we hier mee werken. Om een tekstvak toe te voegen hoeven we maar enkele stappen te volgen: Tabblad Invoegen  groep TEKST  Tekstvak Zoals je ziet staat dit links naast WordArt. In het menu zie je al enkele vooraf gemaakte tekstvakken net zoals bij de teksteffecten, WordArt,… Klik op een tekstvak naar keuze om het in je document te plaatsen. Het tekstvak zal verschijnen in je document waarna je je tekst kan toevoegen, de kader kan verslepen, vergrootten,… Indien je zelf een tekstvak zou willen maken kan dat heel simpel gebeuren. Open het tekstvakmenu en klik onderaan op de keuze ‘Tekstvak maken’.

Opdracht: 1) Open het document Tekstvak.docx 2) Voeg tekstvakken toe: a. Gebruik een standaard tekstvak en plaats de tekst uit het document hierin. b. Maak zelf een tekstvak. Gebruik een tekst naar keuze of gebruik dezelfde uit het document. 3) Sla het document op als: Tekstvak-NaamVoornaamKlas 5 / 19

Cursusontwikkeling


6 / 19

Cursusontwikkeling


Pagina’s invoegen Een ander leuk nieuwtje in Word 2010 is de mogelijkheid om lege pagina’s toe te voegen en voorbladen te maken. Waar vinden we dit nu net terug? Tabblad Invoegen  Groep PAGINA’S  Maak keuze Het toevoegen van een lege pagina spreekt voor zich maar om je hier toch mee in contact te laten komen test je dit even uit.

Opdracht: 1) Open het document Facebook.docx 2) Verplaats de cursor niet. 3) Voeg een lege pagina toe. 4) Beantwoord onderstaande vragen: a. Op welke plaats wordt de lege pagina toegevoegd? _________________________________________________________ _________________________________________________________ b. Maakt het uit waar de invoegpositie staat wanneer je een pagina invoegt? _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ _________________________________________________________ 5) Sla het document niet op. Wanneer je een document wil opmaken kan je via Word een mooi voorblad invoegen. Op deze manier geef je je document een soort uitstraling, weet de lezer meteen wat hij/zij gaat lezen en krijgt de nuttige informatie een plekje op het voorblad. Bekijk de lijst met mogelijke voorbladen, kies er één uit en pas deze aan naar jouw eigen smaak.

Opdracht: 1) Open Facebook.docx 2) Voeg een voorblad toe: a. Vul de correcte informatie toe aan het voorblad. b. Wijzig de kleuren en maak het voorblad meer naar jouw eigen smaak. 7 / 19

Cursusontwikkeling

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke 3) Sla het document op.

Stijlen Eén van de meest belangrijkste onderdelen van Word zijn de stijlen. Zij bepalen het uiterlijk van ons document. De stijl van een document wordt bepaald door een aantal factoren: 

Lettertypes



Kleuren



Achtergronden



…

Stijlen gebruiken In Word beschikken we over een aantal standaard stijlen die vooraf gemaakt zijn om snel te gebruiken. Dit noemen we ‘Snelle stijlen’, we vinden het terug in het Start-tabblad in het lint. Indien we tekst selecteren kunnen we de stijl hiervan veranderen naar keuze. Probeer het zelf eens uit.

Opdracht: 1) Open het document Facebook.docx a. Pas de stijl ‘Titel’ toe (vanuit het venster Snelle stijlen) op de titel van het document. b. Wat is er gebeurd met de titel?: __________________________________________________________ c. Voeg de stijl ‘Kop 1’ toe aan de tussentitels Ontstaan en Groei. d. Wat is er gebeurd met de tussentitels?: __________________________________________________________ 2) Sla het document op onder uw eigen naam. Voorbeeld: Facebook-NaamVoornaamKlas

8 / 19

Cursusontwikkeling


Stijl wijzigen Op bovenstaande afbeelding zien we de kader snelle stijlen en een kleine knop om het venster stijlen weergeven. Naast ‘Snelle stijlen’ vinden we ook een knop met ‘Stijl wijzigen’. Nieuw in Word 2010 is de mogelijkheid om teksteffecten toe te voegen aan een stijl. Even een kort voorbeeld:

Voor dit voorbeeld heb ik snel even een teksteffect gekozen uit de snelkeuze van het Teksteffect-menu. Wanneer we tekst selecteren kunnen we deze opmaak opslaan bij een bestaande stijl. Stappenplan: 

Kies een teksteffect.



Selecteer de tekst (met teksteffect).



Rechtsklik op een bestaande stijl (bv.: Kop 1).



Kies ‘Kop 1 bijwerken om met selectie te laten overeenkomen’.

Kop 1 is nu aangepast en kan eenvoudig worden toegepast op verschillende teksten in dat document. Indien we op de knop ‘Stijl wijzigen’ klikken kunnen we de opmaakset, kleuren, lettertype en alinea-afstand wijzigen.

Wanneer we een andere opmaakset kiezen zullen wijzigen.

de snelle stijlen ook de

Op die manier kunnen we het uiterlijk van een document in enkele seconden aanpassen.

9 / 19

Cursusontwikkeling

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke Met alinea-afstand kunnen we heel snel de alinea-afstand aanpassen en toepassen op het hele document in plaats van iedere alinea afzonderlijk.

Wanneer we de kleuren veranderen zal het kleurenpalet van het gehele document aangepast worden. Indien we het font aanpassen zal dit ook veranderd worden voor het gehele document. Dit zijn aspecten die we het beste zullen begrijpen

Opdracht: 1) Open het vorige document a. Wijzig de huidige stijl naar een stijl van jouw keuze. b. Wat is er gebeurd met de titel en de koppen?: _________________________________________________________ c. Pas de kleuren en font aan van het document. d. Sla het document op!

Stijlen maken (1) We weten al hoe we een stijl wijzigen en hoe we stijlen kunnen aanpassen. Om een document te personaliseren moet er ook een mogelijkheid zijn om onze stijlen zelf aan te maken. Dit kan via heel eenvoudige stappen.

10 / 19

Cursusontwikkeling

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke Bij het hoofdstuk Stijlen wijzigen hebben we gezien hoe makkelijk het is een stijl aan te passen. Op dezelfde manier kunnen we ook een nieuwe stijl maken. Stappenplan: 

Selecteer de tekst die de opmaak heeft voor je nieuwe stijl



Klik op de knop ‘Meer’ in het kader ‘Snelle stijlen’



Kies onderaan voor ‘Selectie als nieuwe snelle stijl opslaan’.



Een dialoogvenster wordt geopend.



Geef de stijl een gepaste naam en klik op OK



Bekijk nu de lijst met Snelle stijlen

Opdracht: 1) Open het document Facebook.docx a. Volg het stappenplan en maak snel een nieuwe stijl. b. Pas de stijl toe aan het woord Facebook in het hele document. 2) Sla het document op!

Stijlen maken (2) Klik op de kleine knop onder ‘Stijl wijzigen’ om een het venster stijlen weergeven. Kijk naar de screenshot als je het niet meteen terug vindt.

11 / 19

Cursusontwikkeling


Dit opent het venster Stijlen. Onderaan dit venster vinden we 3 iconen terug. De eerste wordt ook gebruikt om een nieuwe stijl te maken maar dan via een dialoogvenster. De eerste manier van stijlen maken is iets makkelijker.

Stijlen verwijderen Een stijl verwijderen gaat net zo efficiënt als er één wijzigen of maken. Er zijn twee manieren. De eerste gaat via de lijst snelle stijlen: 

Kies de stijl die je wil verwijderen



Rechtsklik op deze stijl



Kies: ‘Verwijderen uit galerie Snelle stijlen’

Vergeet niet dat als je je stijl enkel uit de galerie verwijdert, de stijl nog blijft bestaan in de lijst van stijlen. 12 / 19

Cursusontwikkeling


Met dit in het achterhoofd bekijken we de andere grondige manier! 

Open het venster stijlen



Selecteer de stijl die je wil verwijderen



Klik op het pijltje naast je stijl om het menu te openen



Kies dan voor ‘Naam_stijl verwijderen…’

Afbeeldingen Een goed document gaat en staat niet alleen met een mooie en duidelijke opmaak maar ook afbeeldingen zijn onmisbaar. In dit hoofdstuk leren we hoe we afbeeldingen invoegen en bewerken!

Illustratie invoegen Afbeeldingen of illustraties kunnen we invoegen door “één druk van de knop”. Tabblad Invoegen  Groep ILLUSTRATIES  Afbeelding of Illustratie

13 / 19

Cursusontwikkeling


Indien je kiest voor ‘Illustratie’ dan opent het taakvenster Illustraties aan de rechterkant van ons document. In het bovenste vak voer je een zoekwoord in en klik je op de knop starten. Bijvoorbeeld: tv Onderaan (rode venster) vinden we onze zoekresultaten terug. Klikken we op één van de resultaten dan wordt deze automatisch in ons document ingevoegd.

Afbeelding invoegen Als we vorige stappen volgen maar kiezen voor Afbeelding krijgen we een venster waarbij we de afbeelding die we willen moeten selecteren en invoegen.

Wanneer we een afbeelding invoegen krijgen we een extra tabblad ‘Opmaak’. Hier vinden we verschillende opties om onze afbeeldingen op te maken.

14 / 19

Cursusontwikkeling


15 / 19

Cursusontwikkeling


Opdracht: 1) Open het document Televisietoestel.docx 2) Voeg de afbeelding TV.jpg toe onder de titel Beeldopbouw. 3) Beantwoord onderstaande vragen: a. Waar wordt de afbeelding geplaatst? ________________________________________________________ ________________________________________________________

Afbeeldingen bewerken In het lint bij het tabblad ‘Opmaak’ vinden we verschillende groepen: 

Aanpassen



Afbeeldingstijlen



Schikken



Grootte

We leren werken met de verschillende groepen via de volgende oefening.

Opdracht: 1) Open Televisietoestel.docx. 2) Bewerk de afbeelding die we in de vorige oefening hebben toegevoegd. 3) Ter hoogte van de groep Aanpassen: a. Voeg een Correctie toe. b. Wat doet deze optie met de afbeelding? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ c. Voeg een Kleur toe. d. Wat gebeurt er met de afbeelding? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ e. Gebruik ook de optie Artistieke effecten. f.

Wat kunnen we doen met deze effecten? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________

4) Ter hoogte van de groep Afbeeldingstijlen: a. Bekijk de verschillende afbeeldingstijlen. b. Gebruik één van deze stijlen. c. Wat doet dit met een afbeelding? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ 16 / 19

Cursusontwikkeling


17 / 19

Cursusontwikkeling

Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke 5) Ter hoogte van de groep Schikken: a. Selecteer de afbeelding TV.jpg b. Klik op de knop Tekstterugloop en kies Om kader. c. Wat gebeurt er met onze afbeelding? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ d. Klik op de knop Uitlijnen en kies Rechts uitlijnen.

e. Waarvoor dient deze optie? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ f.

Klik nogmaals op de knop Uitlijnen en kies Centreren.

g. Wat is er met onze afbeelding gebeurd? _____________________________________________________ _____________________________________________________ h. Als je de afbeelding op een vaste plek op de pagina wil zetten, klik dan op de knop Positie en kies onder Met tekstterugloop de positie naar keuze. i.

Wat is er veranderd? _____________________________________________________ _____________________________________________________

j.

Om de tekst niet te laten omlopen kiezen we in het menu Positie voor In tekstregel.

k. Test de knop Tekstterugloop en probeer de verschillende opties uit. l.

Wat doet de optie tekstterugloop? _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________ _____________________________________________________

6) Sla het document op: Televisietoestel-NaamVoornaamKlas

18 / 19

Cursusontwikkeling


Grote opdracht! Maak een catalogus in Word voor jouw eigen bedrijf. Besteed voldoende aandacht aan onderstaande punten. Aandachtspunten: 

Maak gebruik van een Voorblad



Gebruik Stijlen en maak een eigen stijl



Voorzie Tekstvakken waar mogelijk



Voer Afbeeldingen EN Illustraties in



Bewerk de afbeeldingen zodanig dat ze mooi in het document passen



Gebruik WordArt en Teksteffecten



Besteed uitzonderlijk veel aandacht aan: o

Lay-out

o

Beschrijving van de producten (naam, afbeelding, prijs,…)

o

Correcte spelling is een ‘must’!

Kennen en kunnen Leerlingen kennen/kunnen… 1) WordArt en Teksteffecten invoegen en aanpassen. 2) Zelf WordArt en Teksteffecten maken. 3) Het verschil tussen WordArt en Teksteffecten omschrijven. 4) Verschillende pagina’s invoegen in een document (Voorblad, lege pagina,…) 5) Bestaande stijlen gebruiken en aanpassen. 6) Zelf stijlen maken en opslaan. 7) Afbeeldingen en illustraties invoegen en vervolgens bewerken. 8) De begrippen uitlijnen en tekstomloop omschrijven. 9) Standaard tekstvakken efficiënt gebruiken. 10) De lay-out van een document opmaken en wijzigen.

19 / 19

Cursusontwikkeling

Tekstverwerking. Wat gaan we leren? Opdracht: Geavanceerde opmaak. Jen Kegels, Eveline De Wilde, Inge Platteaux, Tamara Van Marcke

Recommend Documents