Tekst Halbe Zijlstra Algemene Beschouwingen Voorzitter, Ik ben een optimist. Ik kijk altijd vol vertrouwen naar de toekomst en wat die ons te bieden heeft. Maar ik zie ook dat de wereld waarin wij leven instabiel is. En dat dit bij veel mensen tot onzekerheid leidt. Dat begrijp ik. Ook ik vraag me af wat dit voor ons betekent. Ook ik vraag me af wat de toekomst voor mijn zoontje in petto heeft. De inwoners van ons mooie land verwachten dat wij politici antwoorden hebben op die onzekerheid. Onze veiligheid staat voelbaar onder druk. Er zijn enorme migratiestromen met een vluchtelingencrisis tot gevolg. Technologische vooruitgang gaat sneller en sneller en zet de manier waarop we werken op zijn kop. Nederlanders verwachten een antwoord van de politiek. Welke zekerheden kunnen wij bieden bij al die veranderingen? [resultaten kabinetsbeleid] Gelukkig is een belangrijke onzekerheid van de afgelopen jaren grotendeels weggenomen. Nederland staat er beter voor dan toen de VVD de verantwoordelijkheid kreeg om ons land er weer bovenop te helpen. De verantwoordelijkheid kreeg om Nederland uit de crisis te halen. Dankzij het kabinetsbeleid en dankzij het harde werk en de offers van 17 miljoen Nederlanders, laten we de crisis nu achter ons. De economie is niet kapot bezuinigd, maar veert juist op. Al die hervormingen en al die bezuinigingen waren nodig om Nederland de zekerheid te geven dat onze sociale voorzieningen niet alleen voor ons, maar ook voor onze kinderen beschikbaar zijn en blijven. Er is alle reden tot optimisme. Onze welvaart neemt sneller toe dan we verwachtten. De ene steeds optimistischer toekomstvoorspelling volgt op de andere. Het vertrouwen is toegenomen tot het hoogste punt sinds vele jaren. Onze ondernemers slijten hun waren en diensten steeds succesvoller in het buitenland. Ze durven steeds meer te investeren in nieuwe machines, in nieuwe technologieën en in nieuwe medewerkers. En we gaan nu allemaal sneller van die toenemende welvaart profiteren, te beginnen met 5 miljard euro aan lastenverlichting. Die lastenverlichting zorgt er voor dat werkenden er op vooruit gaan en dat arbeid goedkoper wordt. En dat is nodig, want er zijn nog te veel mensen die zonder baan thuis zitten. Mede door deze lastenverlichting krijgen zij de kans om aan de slag te kunnen gaan. Pas dan zal ook voor hen de crisis voorbij zijn. Voorzitter, Nederland vroeg aan de politiek om het stuur in handen te nemen en dat hebben we gedaan. Voor het eerst sinds Gerrit Zalm komt zelfs een sluitende begroting in zicht. We hebben de crisis achter ons gelaten. Het vertrouwen is terug. We kunnen weer vooruit kijken. [veiligheid] Maar als we vooruit kijken, dan zien we dat de positieve ontwikkelingen in ons land, plaatsvinden tegen een achtergrond van instabiliteit, van internationale onzekerheid en bedreigingen van onze veiligheid. En dat terwijl die veiligheid de basis is van onze welvaart, van onze open samenleving. De dreiging komt soms akelig dichtbij. Iedereen die in de Thalys naar Brussel of Parijs stapt, zal toch even denken aan wat er in augustus is gebeurd. Dat gevaar laat niemand onberoerd, ook mij niet.
Want hoe hard onze veiligheidsdiensten ook dag en nacht over onze veiligheid waken, de kans op aanslagen blijft. Dat zorgt voor angst en onzekerheid. Iedereen weet dat je risico’s nooit helemaal uit kunt sluiten. Maar veiligheid is een kerntaak van de overheid en dus mogen mensen van ons politici verwachten dat we maatregelen nemen. Het kabinet is zich daar goed van bewust en handelt in de ogen van de VVD op een evenwichtige wijze. Onze veiligheidsdiensten, onze ogen en oren in de strijd voor veiligheid, krijgen er meer dan 100 miljoen euro bij. En na de extra 100 miljoen van vorig jaar, krijgt Defensie er structureel bijna 400 miljoen euro bij. Ik geef toe, er is nog meer nodig, maar het tij van het veronachtzamen van onze veiligheid is nu voorgoed gekeerd. [migratie] En dat is nodig, want de wereld is in beweging. Letterlijk. De wereldbevolking groeit explosief, en de grootste groei zit in onze achtertuin, in het Midden-Oosten en in Afrika. De komende decennia verdubbelt de bevolking daar. De grootste bevolkingsgroei ooit, met grote gevolgen. Want die bevolkingsgroei vindt plaats in een context van toenemende instabiliteit, toenemende onveiligheid en een gebrek aan mogelijkheden om in hun eigen land een mooi leven op te bouwen. Dat zet miljoenen mensen in beweging. We zien nu het begin van een grote volksverhuizing. Met Europa als bestemming. En wij als politici hebben de belangrijke opdracht om grip te krijgen op die beweging. Het is geen optie dat we berusten en zeggen dat er geen oplossing is. We moeten buiten de gebaande paden durven treden om dit probleem het hoofd te bieden. Dat mag Nederland van ons verwachten. Dat mogen al die vluchtelingen van ons verwachten. Politieke partijen die dat niet aandurven zijn hun bestaan niet waard. Dat zeg ik niet alleen vandaag. Want ook vóór al die tragische beelden van de afgelopen weken, was het al duidelijk dat er iets moest gebeuren. De VVD stelde al in het voorjaar voor om het probleem structureel op te lossen. De kern van ons plan is dat we echte vluchtelingen in de eigen regio opvangen. Daar bieden we een veilige plek, met als consequentie dat er in Europa voor deze mensen geen asielprocedures meer nodig zijn. Daarmee bieden we echte vluchtelingen veiligheid en dammen we de toenemende migratiestroom richting Europa, richting Nederland, in. Cynisme en hoon vielen de VVD ten deel, toen wij deze oplossing presenteerden. Het probleem was volgens sommigen onoplosbaar. Maar als ik als vader de beelden van verdronken kinderen zie, dan kan en wil ik niet accepteren dat de politiek hier geen antwoord op heeft. We moeten een antwoord hebben, want ik begrijp heel goed dat mensen uit Afrika, uit het Midden-Oosten of uit andere onveilige delen van de wereld naar Europa willen komen. In hun positie zou ik waarschijnlijk hetzelfde proberen. Dit is waar gewetenloze mensensmokkelaars gebruik van maken. Zij maken gebruik van het gegeven dat iedereen in Europa voor asiel in aanmerking komt. Als we daar niks aan doen, dan zullen de beelden van zinkende bootjes en verdrinkende mensen niet stoppen. Dan zullen mensen uit Afrika en het Midden-Oosten hiernaartoe blijven komen. Veel mensen realiseren zich dat en verwachten een antwoord van de politiek. Daarom ben ik blij dat het kabinet vorige week heeft gekozen voor een heldere lijn. Het kabinet zegt klip en klaar dat er veilige opvang van asielzoekers in de eigen regio moet komen. Wanneer een veilige opvang wordt geboden, is opvang in Europa niet meer nodig. Het kabinet is duidelijk, in dat geval is er in Europa dus geen recht meer op asiel. Zij die desondanks toch het grote risico nemen en een mensensmokkelaar inhuren, worden meteen teruggebracht naar de veilige haven in de eigen regio. Hiermee vernietigen we het cynische bedrijfsmodel van de mensensmokkelaars.
Hiermee voorkomen we dat nog vele, vele duizenden mensen onnodig omkomen. En hiermee voorkomen we dat de migratiestroom richting Europa oncontroleerbaar groot wordt. Want laten we onszelf alsjeblieft niet voor de gek houden. Het zijn ook terroristen van IS en hun handlangers die grof geld verdienen aan mensensmokkel. Het zijn de terroristen van IS en hun handlangers die hun terreur mede met deze opbrengsten financieren, en dus voor meer ellende en dus nog meer vluchtelingen zorgen. Het zijn de terroristen van IS en hun handlangers die ook nog eens tikkende tijdbommen met de vele bootvluchtelingen mee laten reizen naar ons continent. Dus zullen wij als politici nu daadkracht moeten tonen. Zowel hier in Den Haag, als in Europees verband. We kunnen allerlei bezwaren blijven aandragen, we kunnen allerlei beren op de weg blijven zien en alleen daarover blijven praten. Maar we kunnen als politiek ook de mogelijkheden proberen te zien. Laten we de handen ineen slaan, want niets is onmogelijk. Nog geen zes maanden geleden presenteerden wij een plan dat velen voor onmogelijk hielden. Vorige week werd dat plan regeringsbeleid en afgelopen maandag ging de Europese Raad er mee akkoord. Voorzitter, wij kunnen wel degelijk grip krijgen op deze volksverhuizing. Wij kunnen de mensensmokkelaars wel degelijk de wind uit de zeilen nemen en menselijke drama’s voorkomen. Wij kunnen wel degelijk de controle herpakken over ons migratiebeleid en de vluchtelingenstroom indammen. Het moet daarom duidelijk zijn dat opvang in ons land tijdelijk is. Nu is het zo dat meteen een verblijfsvergunning voor vijf jaar wordt afgegeven. Maar de veilige opvang in de regio zal ruim binnen die vijf jaar geregeld moeten zijn. Dus willen wij vanaf nu alleen nog verblijfsvergunningen per jaar verstrekken. Zodat de mensen hier niet langer blijven dan nodig is en zo snel als mogelijk terug keren naar hun eigen omgeving. [sociale voorzieningen] Voorzitter, dit alles is óók nodig om onze sociale voorzieningen overeind te houden. Wij moeten ons realiseren dat het toelaten van grote groepen asielzoekers gevolgen heeft voor de instroom in onze bijstand, voor het aantal beschikbare huurwoningen dat ook onze eigen bevolking van een thuis moet voorzien. Of voor onze zorg, waarvoor de premie nu al met moeite wordt opgebracht. Het is volstrekt helder dat open grenzen en uitgebreide sociale voorzieningen niet samengaan. Als liberaal hecht ik zeer aan onze sociale voorzieningen. Die stellen ons in staat tegenslag op te vangen. Ze stellen ons in staat ons aan te passen aan een snel veranderende wereld. Liberalen hebben aan de wieg gestaan van vele van die sociale voorzieningen. En wij hebben ook altijd de verantwoordelijkheid genomen om ze tijdig aan te passen en te moderniseren. Dat mogen kiezers van de politiek verwachten en dat is wat het kabinet de afgelopen jaren met al die hervormingen en bezuinigingen dan ook heeft gedaan. Daardoor is ons land klaar om de kansen te pakken die voor ons liggen. Ik zie bijvoorbeeld grote kansen in de technologische voortuitgang. Nieuwe ontwikkelingen zoals de bio-genetica, de 3D-printer of de kwantumcomputer. Wij zijn in Nederland in staat de vruchten te plukken van de snelle technologische voortuitgang. Dat is ons in het verleden gelukt en dat gaat ons weer lukken. Dankzij slimme uitvindingen en nog slimmere toepassingen kunnen we meer werk verzetten èn creëren we ook nog eens meer banen. We zijn voortdurend in staat ons welzijn, onze levensverwachting en de mogelijkheden om onszelf te ontplooien te vergroten. We zijn zo ongeveer de meest productieve mensen op aarde geworden. Overigens ook de gelukkigste, al zijn wij Nederlanders ook wel geboren
klagers. Onze universiteiten en kennisinstellingen zijn van hoog niveau. De universiteit van Wageningen en onze boeren zijn in staat de halve wereld te voeden. Wat heet, we kunnen inmiddels gewassen laten groeien op plekken waar niemand anders dat voor elkaar kreeg! We kunnen door de technologische vooruitgang de wereld beter maken. Er is gebrek aan zoet water en gebrek aan voedsel en Nederlandse kennisinstellingen en Nederlandse bedrijven bieden daar mooie oplossingen voor. Wij hebben in ons land de oplossingen voor het wateren voedselgebrek in de wereld. Veel mensen zien en waarderen dat en verwachten dat de politiek dit stimuleert, dat we die bedrijven niet onnodig in de weg zitten. Dat gebeurt echter niet. Zo hoor ik mevrouw Thieme voortdurend pleiten voor nog strengere eisen aan onze landen tuinbouwers. Dat doet ze succesvol, want veel van haar voorstellen worden door een meerderheid van de Kamer gesteund. Daardoor wordt er ontzettend veel wet- en regelgeving over onze boeren en tuinders uitgestort en dat zorgt er voor dat de Nederlandse land- en tuinbouw het erg moeilijk heeft. Maar dat zorgt niet voor meer duurzaamheid, dat zorgt niet voor oplossingen voor het wateren voedselprobleem. Zo heb je op het door mevrouw Thieme gewenste biodynamische open veld in Spanje 60 liter water nodig voor het kweken van een kilo tomaten. Terwijl ze in het Westland aan 4 liter water genoeg hebben voor een kilo overheerlijke Hollandse tomaten. Wat is nou duurzamer? Die Thieme-tomaat uit Spanje, of de kastomaat uit ons eigen Westland? Dit soort innovatie moeten we omarmen. Daarmee wordt de tomaat het symbool van vooruitgang en vooruitstrevendheid in plaats van het symbool van stilstand en protest! Mensen en bedrijven zijn tot veel in staat, zolang de politiek ze maar niet te veel in de weg zit. We zijn een klein land, maar wel een land met grote, bijna onbegrensde mogelijkheden. En dat wil ik graag zo houden. Ik hoor graag van het kabinet hoe zij de enorme regeldruk die de afgelopen jaren over deze sector is uitgestrooid gaat terugsnoeien. [verandering en onzekerheid] Technologische ontwikkelingen en innovatie bieden veel kansen, maar ze brengen ook veel veranderingen en daarmee onzekerheid met zich mee. Dat leidt tot vele vragen en Nederlanders verwachten van de politiek dat we daar antwoorden op hebben. Is er straks nog wel werk voor mijn zoon of dochter? Mooi die vooruitgang, maar betekent de komst van de robot, de 3D-printer en de kwantumcomputer dat er straks heel veel banen gaan verdwijnen? Zijn die veranderingen alleen maar goed voor hoog opgeleiden, of profiteren ook anderen ervan? [technologische vooruitgang] Dat zijn terechte vragen en wij als politici moeten daar de antwoorden op geven. Als we naar de geschiedenis kijken, dan zien we dat er alle reden is om optimistisch te zijn over de technologische vooruitgang. Om optimistisch te zijn over de mooie kansen die de toekomst voor ons land in petto heeft. Neem de robot. Sommige politici zijn er net zo bang voor als ze eerder waren voor de stoommachine of de computer. Zij vrezen de vooruitgang. Zij zeggen dat de robot mensen overbodig maakt. Maar er is geen enkele reden om de robot te vrezen. Integendeel! Met de komst van nieuwe technologieën verdwijnen er altijd banen, dat klopt. Maar er komen ook nieuwe banen bij! Vaak leukere en beter betaalde banen! Door de komst van de stoomtrein, verloren vele koetsiers en paardenverzorgers hun banen. Maar de afstanden
werden kleiner en onze wereld groter. En er kwamen nieuwe en betere banen bij. Van de machinist, via de conducteur, tot de treinenbouwer, staalarbeider en logistiek planner. Dat werkt nu nog steeds zo. Tien jaar geleden bestond het beroep van app-bouwer nog niet, nu hebben duizenden Nederlanders zo’n baan. Desondanks zijn velen onrustig over dergelijke ontwikkelingen. Daarom moet wij als politici die onrust niet voeden, maar mensen juist het vertrouwen geven dat we allemaal zullen profiteren van de technologische vooruitgang. Want alle Nederlanders zullen profiteren. Het is echt niet zo dat er bij een hightech bedrijf als ASML alleen maar studiebollen werken. Er werken ook facilitair medewerkers, secretaresses, cateraars, schoonmakers en beveiligers. Ook zij hebben de microprocessor nodig om de huur of de hypotheek te betalen. En dankzij de welvaart en de banen waar bedrijven als ASML voor zorgen kunnen we onze gezondheidszorg betalen, onze veiligheid, onze sociale voorzieningen en onze wegen. En wat voor ASML geldt, geldt ook voor bedrijven die bijvoorbeeld robots maken. Ook zij bieden werk aan laag-, midden- en hoogopgeleiden. Ook zij scheppen de welvaart waarmee we sociale voorzieningen voor alle Nederlanders kunnen betalen. We hoeven de vooruitgang dus niet te vrezen. We moeten er juist voor zorgen dat onze kinderen zelf robots leren maken, zodat de bedrijven die ze gaan bouwen straks in Nederland staan. Die taak hebben we als politiek. Niet bang zijn voor dit soort ontwikkelingen, maar zorgen dat we er op inspelen en van profiteren. Dat vereist wel aanpassingen aan ons onderwijs en onze arbeidsmarkt. [arbeidsmarkt, trends] Want onze arbeidsmarkt is nog steeds te star en onvoldoende ingericht op de banen van de toekomst. Ook de Wet Werk en Zekerheid heeft dit niet opgelost. Er zijn nog steeds fundamentele problemen op de arbeidsmarkt. Neem bijvoorbeeld een oudere leraar in het hoger onderwijs. Die krijgt hetzelfde salaris als een jongere collega, maar hoeft daar 20% minder voor te werken. Dat klinkt leuk als je zo’n baan hebt. Maar wat als je geen baan hebt en als 60-jarige graag als leraar aan de slag wilt? Ik denk dat geen weldenkend mens zal verwachten dat een werkgever je inhuurt als je zoveel duurder bent dan een jongere leraar. En dus sluit een mooie regeling die bedoeld is om mensen te beschermen, ze juist keihard uit! Iedereen begrijpt dit en dus hebben wij politici de verantwoordelijkheid om er wat aan te doen. Er is steeds meer werk, maar er zijn steeds minder vaste banen. Werkgevers kijken wel uit om iemand een vast contract aan te bieden. Je tekent immers voor veel verplichtingen en risico’s. Steeds meer Nederlanders besluiten daarom tot een bestaan als zzp’er. Inmiddels is een tiende van onze welvaart aan hen te danken. Dat moeten we koesteren. Als liberaal vind ik het geweldig als iemand voor eigen risico en rekening aan het werk gaat. Op zulke ondernemingszin is onze welvaart gebouwd. Maar ik vind ook dat een vaste baan weer aantrekkelijker moet worden. Want niet iedereen wil voor het ondernemerschap kiezen. Er zijn genoeg mensen die liever in loondienst werken. De VVD wil dat mensen daarin een vrije keuze kunnen maken. En die vrije keuze staat onder druk. Want waarom komen er minder vaste banen bij dan je zou verwachten en wensen? Dat komt doordat we zijn doorgeschoten met het afwentelen van alle mogelijke risico’s en lasten op de werkgevers. De lasten en risico’s die vastzitten aan het in vaste dienst nemen van mensen zijn zo groot geworden, dat werkgevers wel drie keer nadenken voor ze iemand
aannemen. De balans tussen de rechten die een werknemer heeft en de kosten die dat voor de werkgever met zich meebrengt, is zoek. Die balans moet hersteld worden. [vast contract] De VVD wil die balans herstellen. Wij willen veel meer mensen de keuze van een vaste baan geven. Niet door flex of zzp’ers te bestrijden. Niet door zelfstandigen in het keurslijf van collectieve regelingen te dwingen. Maar door de balans te herstellen tussen de rechten die een werknemer heeft en de kosten die dat voor een werkgever met zich meebrengt. Dat kan door te snijden in allerlei werkgeversbijdragen, door langjarige loondoorbetaling bij ziekte te beperken, door cao’s met daarin allerlei bovenwettelijke verplichtingen niet algemeen verbindend te verklaren. Door dit soort bewegingen wordt het vaste contract weer betaalbaar en overzichtelijk qua verplichtingen en risico’s. Hiermee wordt het vaste contract weer aantrekkelijk. Zodat jongeren, herintreders, werkloze ouderen en alle anderen die nu nog achter het net vissen, weer kansen krijgen. We kunnen mensen daarmee de zekerheid bieden dat als je je baan verliest, je gemakkelijk weer een nieuwe kunt vinden. Mensen verwachten dat de politiek die nieuwe zekerheden geeft. Zekerheden waar je meer aan hebt dan de huidige schijnzekerheid. Als je bedrijf in de problemen komt, is ontslag helaas vaak onvermijdelijk. Dan blijkt die zekerheid van een vaste baan inderdaad schijn te zijn geweest. Maar wat dan wel heel zeker is, is dat je erg moeilijk een nieuwe vaste baan vindt. Als we meer mensen kans op een vast contract willen geven, dan zullen we het vaste contract moeten aanpassen aan de 21e eeuw. [onderwijs] De veranderingen die nodig zijn op de arbeidsmarkt vergen ook een verandering in het onderwijs. Ons onderwijs is goed, maar het kan nog een stuk beter. Iedereen ziet dat en van de politiek wordt verwacht dat we daar wat aan doen. In een snel veranderende wereld moeten we er op kunnen rekenen dat de overheid het zo gemakkelijk mogelijk maakt om een leven lang te leren. Elke Nederlander moet de kans krijgen zich sneller en vaker bij te laten scholen en nieuwe vaardigheden te leren. Dat klinkt nieuwer en elitairder dan het is, want het is feitelijk van alle tijden en van alle rangen en standen. Een automonteur die dertig jaar geleden begon te werken, moest bijvoorbeeld goed kunnen lassen. Later moest hij ook met ICT leren omgaan en vaak ook nog leren programmeren. Vandaag de dag is hij zich aan het verdiepen in de nieuwe materialen die in elektrische auto’s zitten. Misschien heeft hij er zelf niet eens zo bij stilgestaan, maar hij is een leven lang aan het leren. We hebben allemaal het vermogen nieuwe dingen te leren. Voor ons werk of puur voor het plezier. Of we nu kind zijn of gepensioneerd. Of we nu hoog- of laag opgeleid zijn. Ons onderwijs moet nog meer dan nu helpen dat leren mogelijk te maken. En het moet over de hele linie beter. Het onderwijsveld is wel een tough cookie. Met veel gevestigde belangen en groepen die bijna elke verandering afwijzen. Maar de wal keert het schip. Als het onderwijs niet meebeweegt, gaat de samenleving andere kanalen zoeken. We zien nu al bedrijven die opleidingen zelf intern organiseren en financieren, omdat ze ontevreden zijn
over de bestaande opleidingen. Een duidelijk signaal. Een signaal dat de politiek èn het onderwijs moeten oppakken. We moeten het onderwijs niet langer financieren op basis van het tamelijk willekeurige aanbod van opleidingen. Het wordt tijd om de vraag naar opleidingen voorop te stellen. De vraag van de studenten en de vraag van hun toekomstige werkgevers. Want het is toch van de zotte dat we grote hoeveelheden werkzoekenden hebben en tegelijkertijd een schreeuwend tekort aan personeel in technische beroepen. We hebben opleidingen nodig die onze jongeren opleiden tot een baan en niet tot een uitkering. Er zijn positieve signalen, zoals de TU Delft die dit jaar meer aanmeldingen kreeg dan dat er plekken zijn. Maar we zijn er nog lang niet. Op het HBO zit bijna de helft van de eerstejaars in een studierichting waar de baanverwachtingen ongunstig zijn. Studies als toegepaste psychologie en culturele en maatschappelijke vorming hebben te veel studenten en techniekstudies te weinig. Dat kan zo niet doorgaan. Ons onderwijs moet beter aansluiten bij datgene wat de maatschappij vraagt, wat toekomstige werkgevers vragen. De politiek moet het vertrouwen geven dat we dat ook daadwerkelijk gaan regelen. Beter onderwijs vraagt ook iets van de mensen die voor de klas of de collegezaal staan. Het is een open deur, maar alles staat of valt met de kwaliteit van de leraar. En die kwaliteit moet beter. We hebben behoefte aan leraren die het beste uit onze kinderen weten te halen. Zodat zij zich kunnen ontplooien en later een goede baan kunnen krijgen. Ouders en kinderen vragen hier al lang om en het is aan ons politici om het nu eindelijk eens te regelen. Hoe staat het bijvoorbeeld met het beroepsregister voor leraren? Komt dat er nu eindelijk eens echt? We zullen meer moeten doen om als politiek te zorgen dat ouders het vertrouwen hebben dat hun kinderen zich inderdaad kunnen ontplooien. We moeten naast de noodzakelijke kennis ook de Bildung versterken, oftewel persoonlijke vorming en algemene vaardigheden. We moeten ons vermogen versterken om buiten de gebaande paden te treden. Zodat we elke verandering aan kunnen en steeds weer nieuwe ontdekkingen kunnen doen. We moeten ook meer werk maken van het aanleren van ondernemersvaardigheden. Al op de basisschool, want jong geleerd is oud gedaan. Want we hebben nieuwe ondernemers en start ups nodig, zij zijn de bron van onze welvaart. Kinderen, ouders, werkgevers, maar ook leraren zelf willen weten waar ze aan toe zijn. Ze willen weten of de politiek in staat is om dit te regelen en wat de VVD betreft pakken we deze handschoen op. [slot] Voorzitter, Nederland is een geweldig land. Als ik om me heen kijk, dan zie ik een welvarend en veilig land, een land met een traditie om er samen uit te komen als het moeilijk wordt. Ik zie een vrij land, waar ik graag woon en waar ik mezelf kan zijn. Dat Nederland hebben we niet cadeau gekregen. Ons land is gebouwd op nuchtere Nederlandse waarden. Zoals op een eerlijke manier je steentje bijdragen: als het tegenzit de mouwen opstropen en je schouders eronder zetten. Zorgen voor jezelf, maar net zo goed geven om een ander. Een ander behandelen, zoals je zelf behandeld wilt worden. Bij tegenwind niet mekkeren maar harder trappen. Ik ben de politiek ingegaan om voor die waarden op te komen. Om te zorgen dat dit Nederland er nog is als mijn zoontje volwassen is. Ik strijd voor een samenleving waarin de overheid een bondgenoot is van de Nederlanders die naar deze waarden leven. En dat is een grote meerderheid en deze grote meerderheid van Nederlanders verwacht van politici dat we
problemen die zich voordoen oplossen. Dat we hen niet in de weg zitten. Dat we ontwikkelingen aan zien komen en het land daar op voorbereiden. Want we zien veel op ons afkomen. Zoals de toenemende onveiligheid in de wereld, de aanzwellende stroom migranten en de snelle technologische vooruitgang. Uitdagingen die we als politiek gezamenlijk moeten oppakken. Waarbij we niet moeten blijven denken in bestaande structuren, maar ‘out of the box’ moeten durven denken en handelen. Waarbij we realisme tonen en ons niet verliezen in versleten principes. Waarbij we niet opgeven, maar durven aanpakken. Net zoals we de afgelopen jaren hebben gedaan, toen we met zowel coalitie- als oppositiepartijen samenwerkten om de economische crisis het hoofd te bieden. Ik geloof dat we ook in staat zullen zijn de grote uitdagingen van déze tijd het hoofd te bieden. Ik geloof dat we in staat zullen zijn de handen ineen te slaan, zodat Nederlanders weten waar ze aan toe zijn. De Nederlandse kiezer mag het vertrouwen hebben dat de politiek daartoe in staat is. Het is aan ons om te bewijzen dat dat vertrouwen terecht is. Dank u wel.