dossier algemene politieke beschouwingen Interview met Gijs Weenink
Grijp de kans je te onderscheiden ‘Wat jammer dat je me pas nu interviewt, want mijn belangrijkste advies om een goede, onderscheidende bijdrage te leveren aan algemene beschouwingen is: begin op tijd. Liefst maanden van tevoren. Eigenlijk al voor de zomer, denk dan alvast na over het thema dat je wilt uitlichten en de richting die je wilt opgaan. Nog beter is een mapje aanleggen waar je het hele jaar door teksten, gedachten e.d. in stopt speciaal voor de algemene beschouwingen. Raadsdebatten zijn altijd belangrijk, maar de algemene beschouwingen zijn het hoogtepunt van het politieke jaar.’
door Marcel Migo
Gijs Weenink is al ruim twintig jaar debatexpert. Hij nam deel (en won) talloze internationale debatwedstrijden. Voor de Eduardo Frei Stichting verzorgde hij trainingen in negentien landen. Ook was hij vier jaar lang raadslid voor het cda in Amsterdam. Hij traint voor zijn Debatacademie zeer diverse groepen, waaronder politieke fracties (zie kader onderaan).
politicus moeilijke omgeving: het podium bij een popfestival. Hij begon met de woorden: “Van Eindhoven naar Biddinghuizen is een enorme afstand”. Na enige seconden drong de zin ten volle tot het publiek door. Asscher refereerde aan de ramp met MH17 en liet blijken geworsteld te hebben met de vraag of hij, zo kort na de ramp, wel bij een festival zou moeten spreken.’
Adviezen
In een standaarddebat in raad of Staten kan het sterk zijn in je eerste termijn al te reageren op vorige bijdragen. ‘We horen van de pvda dat zij de wethouder blind vertrouwen, wij vinden het belangrijk dat de wethouder ons elk kwartaal rapporteert over
Het is niet moeilijk op te gaan in de grijze massa. Gijs Weenink: ‘De meeste bijdragen zijn een soort boodschappen- of wensenlijstjes waarin de meest uiteenlopende onderwerpen worden opgesomd, al dan niet gevolgd door een, maar vaak (veel) meer moties.’ Gijs Weenink raadt aan niet voor die methode te kiezen. ‘Wees niet uitputtend, het zijn algemene beschouwingen. Ik adviseer te kiezen voor één kernboodschap, ondersteund door drie argumenten en – heel belangrijk – drie voorbeelden. ‘Die voorbeelden moeten herkenbaar zijn voor de mensen, dus betrekking hebben op de eigen gemeente of provincie.’ De argumenten die aan de voorbeelden voorafgaan moeten herkenbaar cda zijn. Natuurlijk kan het zijn dat een actuele gebeurtenis veel mensen bezighoudt en zich leent om een bijdrage mee te openen. ‘Maar laat je daar niet te veel door meeslepen. Gebruik een insmijter om de aandacht te trekken en stel hem in dienst van je hoofdboodschap. Een actuele gebeurtenis aanstippen uit de nationale of wereldpolitiek kan aardig zijn, maar bedenk wel dat je eigen verhaal moet gaan over het komende jaar in je eigen gemeente of provincie. Als je geen logisch verband kunt aanbrengen tussen je opening en je kernboodschap, dan moet je een andere opening kiezen.’ Weenink: ‘Ik herinner me dat Lodewijk Asscher op een heel indrukwekkende manier zijn toespraak startte in een voor een
10 |
Bestuursforum • oktober 2014
Tip: Maak uw bijdrage puber proof.
DOSSIER ALGEMENE POLITIEKE BESCHOUWINGEN
de voortgang.’ Gijs Weenink vindt dat je daar bij de algemene politieke beschouwingen spaarzaam mee moet zijn. Je eigen verhaal moet centraal staan. ‘Zie je bijdrage als je eigen troonrede.’
Opbouw
Omdat het aantal partijen in raden, Staten en Waterschappen steeds groter wordt, neemt dus ook het aantal bijdragen bij de algemene politieke beschouwingen toe en alleen al daarom is het dus lastiger je te onderscheiden. Weenink: ‘Houd wel dát doel voor ogen: durf op te vallen! Dat begint bij de presentatie: ga staan! Op steeds meer plekken wordt gebruikgemaakt van spreekgestoeltes of is sowieso de gewoonte ontstaan te gaan staan tijdens een betoog, maar ik raad aan, ook als dat bij u niet de gewoonte is, te gaan staan. Mensen die de vergaderingen niet regelmatig bijwonen – zo’n beetje iedereen dus – hebben anders geen idee wie er aan het woord is.’ Spreek langzaam en duidelijk en lees vooral niet voor van papier. Oefen dit – hoe lastig en confronterend misschien ook – thuis voor de spiegel. ‘Maak gebruik van stiltes. De meeste bijdragen tijdens een avondje algemene beschouwingen bestaan uit – vaak uitvoerige – monologen waarin zo veel mogelijk tekst in de maximale spreektijd wordt gepropt. Maak er vooral geen sport van de bijdrage precies zo lang te maken als maximaal mogelijk is. ‘Te’ kort is beter dan ‘te’ lang.’ Bouw uw bijdrage als volgt op: 1. Begin met een ‘insmijter’, een aandachttrekker. 2. Maak een omslag naar de kernboodschap: benoem die helder. 3. Ondersteun die kernboodschap met drie argumenten. 4. Geef bij elk van die argumenten een voorbeeld. 5. Benoem het belangrijkste tegenargument en geef daarbij aan waarom dat niet doorslaggevend is. 6. Sluit concluderend af, maak het verhaal ‘rond’. 7. Sluit af met een uitsmijter. ‘Het begint echt met een stevige voorbereiding. Ik raad de fractievoorzitters aan hun bijdrage zevenmaal voor te dragen, bij voorkeur voor publiek, bijvoorbeeld de fractie. Laat de fractie erop reageren, laat ze aangeven hoe het overkomt en stel daarna waar nodig bij. Een gouden tip om zeker te zijn dat je bijdrage goed overkomt op je publiek: maak hem puberproof. Pubers zijn – zeker desgevraagd – goudeerlijk: als ze de speech niet duidelijk vinden dan laten ze dat graag weten. Doe er uw
De eerste en de tweede Wet van Klets
Eerste wet: de vergadering duurt zo lang als iedereen denkt dat die duurt. Als op de agenda staat: van 19.30 – 23.00 uur, dan zal hij niet eerder afgelopen zijn, ook als dat qua onderwerpen niet nodig is. Tweede wet: als iemand een onderwerp te berde brengt, gaat iedereen eroverheen. Doe daar niet aan mee! Verdoe je bijdrage aan de algemene beschouwingen dus niet met dooddoeners als ‘ik sluit me aan bij de vorige spreker’, maar blijf bij je eigen verhaal!
voordeel mee!’ Zevenmaal voordragen is echt iets anders dan zevenmaal voorlezen. Het resultaat wordt er beter van, het voorkomt dat je je bijdrage van een papier moet gaan voorlezen.
Humor is goud waard
‘Bijdragen aan een debat, en dat geldt in het bijzonder voor de algemene beschouwingen, blijven hangen als ze beeldend verteld worden. Dat is iets wezenlijk anders dan (te veel) beelden gebruiken. Maak alsjeblieft nooit gebruik van powerpoint, “pauperpoint”, je valt dan weg als spreker terwijl je de aandacht juist op je gevestigd moet hebben. Ook ludieke voorwerpen waarmee mensen soms een TedX-bijdrage beginnen kun je beter niet gebruiken, tenzij ze echt heel goed zijn. Iedereen herinnert zich de stekkerdoos van Jolanda Sap en Wilders’ vernietigende reactie daarop. Doe jezelf zo’n afgang niet aan.’ ‘Humor is een krachtig middel om een beeld neer te zetten. Ik herinner me een treffend voorbeeld uit mijn eigen raadsperiode toen Maarten van der Poelgeest (destijds fractievoorzitter van GroenLinks in Amsterdam) eens als reactie op een vaag, ontwijkend antwoord van het college door: “Als de Communistische Partij in de Sovjet-Unie meldde dat de secretaris verkouden was, dan wist je dat hij op sterven lag.” Daarmee zette hij op uiterst geestige wijze een krachtig beeld neer, waaruit o.a. kennis en (zelf)relativering sprak. Iedereen die erbij was herinnert zich die opmerking!’
•
Reageren?
[email protected]
Nieuws maken
De kans op publiciteit naar aanleiding van de algemene beschouwingen is groter als je een of een aantal goede persberichten verzendt, bij voorkeur voorafgaand aan de vergadering. Kies voor een kop die direct de aandacht trekt en begin het persbericht met het belangrijkste nieuws. Zorg ervoor dat het bericht direct te begrijpen is voor mensen die niet weten dat er een raadsvergadering plaatsvond, het onderwerp niet tot in detail kennen, noch op de hoogte zijn van eerdere uitlatingen hierover door het cda. Net als gold voor de spreekteksten bij de algemene beschouwingen is ook bij een persbericht aan te bevelen: test het uit op vrienden en bekenden en neem hun feedback ter harte. Vermijd jargon! Wees zo servicegericht om het persbericht zo op te stellen dat het in principe zonder noemenswaardige correcties kan worden geplaatst. En wees zo attent bereikbaar te zijn voor eventuele vragen van de journalist. Als je onder een persbericht contactgegevens plaatst, moet je ook daadwerkelijk via die middelen bereikbaar zijn. Het Steenkampinstituut organiseert komend najaar cursussen ‘Nieuws maken’. Daarin zal aandacht worden besteed aan de theorie van nieuws maken: wat is nieuws? Hoe denkt een journalist? En hoe krijg je een persbericht geplaatst? Ook zal uitgebreid geoefend worden met het zelf opstellen van persberichten. Tijdens de cursus worden vele praktische tips uitgewisseld. Aanmelden of meer informatie? www.cda.nl/si
Bestuursforum • oktober 2014
| 11
dossier algemene politieke beschouwingen
CDA Zomerschool: Gijs Weenink behandelde acht technieken om een wervende speech te schrijven Aan het begin van het politieke jaar organiseerde het Steenkampinstituut weer de cda Zomerschool. De vijftig deelnemers maakten kennis met Sybrand Buma, Ruth Peetoom en Wim van de Camp en doorliepen een intensief kennismakingsprogramma (waaronder een gemeenteraadssimulatie en diverse trainingen). Eén van de onderdelen van de Zomerschool betrof een masterclass Speechen van Gijs Weenink. Weenink droeg daarin acht technieken aan om een goede speech te schrijven. Voorbeelden van die technieken zijn: gebruikmaken van een retorische vraag (‘Hoe lang blijven we in Nederland nog kerncentrales bouwen?’, repetitio (‘Uit het volk, door het volk, voor het volk’) en de zogenoemde antithese of tegenstelling (‘Bob Dole slaat een brug naar her verleden, maar ik sla een brug naar de
toekomst’). De deelnemers kregen de opdracht in vijf minuten een korte speech voor te bereiden waarin ze enkele van die technieken moesten gebruiken.
Steenkampinstituut
Doe ook mee aan het CDA-Debattoernooi!
Training Optreden in het openbaar
In de politiek moet je veelvuldig in het openbaar optreden. Denk aan een bijdrage in de raadzaal, bijvoorbeeld bij de algemene beschouwingen, een (onverwachte) korte toespraak bij een werkbezoek, of een speech tijdens de lokale algemene ledenvergadering. Hoe zorg je er nu voor dat jouw kernboodschap blijft hangen bij je toehoorders? Hoe houd je verbaal en non-verbaal een goede speech? Tijdens de training ‘Optreden in het openbaar’ ga je hier concreet mee aan de slag. Aan de deelnemers wordt gevraagd vooraf een speech te schrijven en deze mee te nemen naar de training. Daar ga je aan de hand van tips en feedback van de trainer verder werken aan je speech om deze inhoudelijk en qua presentatie te verbeteren. Als er voldoende tijd over is, wordt er ook nog geoefend met hoe je kunt reageren op interrupties en/of tussentijdse vragen op je speech. Meer informatie & aanmelden: www.cda.nl/si.
12 |
Bestuursforum • oktober 2014
•
Op zaterdag 29 november 2014 organiseert het Steenkampinstituut het jaarlijkse cda Debattoernooi in Den Haag. Dé gelegenheid om in toernooivorm uw debatvaardigheden te verbeteren. Wilt u eerst nog eens oefenen in het debat of uw debattechniek voor het toernooi opfrissen? Dat kan tijdens de Masterclass Debatteren op zaterdag 22 november 2014. U kunt zich hiervoor aanmelden via de website van het Steenkampinstituut www.cda.nl/si. In vier debatrondes gaan twintig teams de strijd met elkaar aan. Deze debatten worden gejureerd door een technische jury en een cda-jury. De technische juryleden beoordelen de debatvaardigheden en de cda-juryleden beoordelen de verwoording van het christendemocratisch gedachtegoed tijdens het debat. Aan de hand van deze beoordelingen zal er een finaledebat worden gehouden tussen de vier beste teams, waaruit een winnend team zal worden gekozen dat zich een jaar lang de winnaar van het cda Debattoernooi 2014 mag noemen!
de stelling
bij le o r t n o c e h c is De democrat ies is een groot de decentralisat probleem
Elke maand reageren twee personen uit de politiek op een stelling.
Roel van den Broek: ‘Regelmatig rapporteren is een deel van het antwoord’ Raadslid CDA Barneveld
In mijn visie is deze stelling, dat de democratische controle op de decentralisaties een groot probleem is, inderdaad juist. Hoe kun je nu controle houden op een zo complexe materie als het overhevelen van centrale taken naar decentrale taken. Wij hebben ons dat binnen de fractie ook afgevraagd en zijn tot de conclusie gekomen dat een regelmatige rapportage een deel van het antwoord is. Middels een amendement hebben wij het college in Barneveld gevraagd de raad tweemaandelijks te informeren over de voortgang van het proces en ons de mogelijkheid te bieden de beleidskaders aan te passen indien nodig. Het amendement werd raadsbreed gedragen en het college heeft ook ingestemd daarvoor te zullen zorgen. Tevens hebben wij bereikt dat in die rapportage ook de input verwerkt wordt van maatschappelijke belangenorganisaties. Tenslotte willen wij binnen drie maanden na afloop van het eerste jaar een uitgebreide resultaatrapportage over de effecten van de drie decentralisaties. Zorgen heeft onze fractie ook over de klachtafhandeling van zorgvragen en toewijzingen daarvan. Binnen de organisatie is er weliswaar een beroep mogelijk voor een ‘second opinion’ maar men kan vraagtekens plaatsen bij de onafhankelijkheid daarvan. Binnen onze gemeente in Barneveld wordt er op dit moment onderzocht of er een mogelijkheid bestaat een soort ombudsfunctie op te zetten, die laagdrempelig en eenvoudig te raadplegen valt voor de inwoners. Binnen de wet worden daarvoor mogelijkheden geschapen en hoeven wij dit mogelijk niet zelf op te zetten.
Ria van Diepen: ‘Vertrouwen in de uitvoering met verslaglegging achteraf moet voldoende zijn’ Raadslid CDA Leiderdorp
Tegelijk met de uitbreiding van taken krijgen gemeenten een stevige bezuiniging te verwerken. Zodra deze plannen van rijkswege globaal werden aangekondigd startte de gemeente Leiderdorp met de voorbereidingen. Dit ondanks de nog ontbrekende informatie over de inhoud van de taken en de financiële rijksbijdrage die voor de uitvoering ervan beschikbaar zou komen. De samenwerking in de Leidse regio en in Holland Rijnlandverband (14 gemeenten) werd voor deze decentralisaties geïntensiveerd. De contacten met de werkvelden, organisaties en instellingen voor jeugdzorg, ouderen- en gehandicaptenzorg zijn gelegd. De Centra voor Jeugd en Gezin werkten royaal mee om dicht bij huis het aanbod zo duidelijk mogelijk te maken. De huisartsen doen mee in het overleg om hulp, zorg en begeleiding af te stemmen en de lijnen kort te houden. Intussen draait een pilot van een sociaal wijkteam om ervaring op te doen met de verwachte efficiëntere werkwijze. De raad is hier nadrukkelijk bij betrokken. In de eerste helft van 2014 is de gemeenteraad regelmatig met de beleidsmedewerkers en het werkveld in gesprek geweest en ook schriftelijk geïnformeerd over de geplande ontwikkelingen. Op basis van de bekende gegevens is een uitgebreid raadsvoorstel gemaakt waarna het beleid met duidelijk geformuleerde uitgangspunten door de gemeenteraad democratisch is vastgesteld. In het verband van Holland Rijnland zijn afspraken gemaakt over de Jeugdwet met instemming van de gemeenteraden. Is meer op afstand minder democratisch? Belangrijk is de informatievoorziening en de evaluatie van de uitgevoerde taken. Nog belangrijker is de communicatie met de inwoners over het waarom van de keuzes die worden gemaakt. Onrust en onzekerheid onder belanghebbenden kan met goede voorlichting en persoonlijke gesprekken worden weggenomen. Democratische besluitvorming moet werkbaar zijn. Vertrouwen in de uitvoering met passende verslaglegging achteraf moet voldoende zijn. Het zal duidelijk zijn dat de democratische controle voor ons geen groot probleem is. De zorgen voor 1 januari 2015 zijn niet weg en er zullen beslist ook fouten worden gemaakt. Maar de intentie en het vertrouwen is er.
Bestuursforum • oktober 2014
| 13
dossier algemene politieke beschouwingen
Decentralisaties In theorie is het heel eenvoudig. Zorg dat hulp eerder, korter en meer op maat geboden wordt. Dan wordt de zorg beter en goedkoper. Het CDA is altijd voorstander van decentralisaties geweest. En ik ben dat nog steeds. Maar om de decentralisaties goed vorm te kunnen geven hebben gemeenten vier dingen nodig: tijd, geld, duidelijkheid en bewegingsruimte. Hoe langer het duurt voordat er duidelijkheid is, hoe meer tijd er nodig is. En hoe minder bewegingsvrijheid gemeenten krijgen, hoe meer geld er nodig is. In theorie is het heel eenvoudig. Maar gemeenten krijgen geen duidelijkheid en steeds minder bewegingsruimte. En komen dus tijd en geld tekort. Duidelijkheid
Het heeft erg lang geduurd, voordat absoluut zeker was welke taken met ingang van 2015 op het bordje van de gemeenten zouden komen te liggen. Belangengroepen en politieke partijen stookten het vuurtje op waar het maar wilde branden. Met dagkoersen vanuit Den Haag tot gevolg. Voor gemeenten is het moeilijk binnen een steeds wisselende context met telkens wisselende ‘feiten’ op een goede manier regie te voeren. Het is moeilijk te sturen op die dagkoersen. Op dit moment zijn gemeenten bezig met het organiseren van de inkoop van zorg. Ook daarbij ontbreekt het aan duidelijkheid. Neem de awbz, die over een paar maanden onder de verantwoordelijkheid van gemeenten valt. Gemeenten hebben betrouwbare cijfers nodig om de juiste zorg in te kopen. Maar de cijfers van het Centrum Indicatiestelling Zorg (ciz), het onderzoeksbureau Vektis (zorgverzekeraars) en het Centraal administratiekantoor (cak) lijken niet eens op elkaar. Cijfers die gemeenten krijgen zijn onbetrouwbaar, onduidelijk en onvolledig. Dat is ook zo bij de transitie van de jeugdzorg. De gegevens die het Rijk gemeenten aanlevert, stroken op geen enkele manier met de cijfers die de (honderden!?) zorginstellingen aan ons geven. En daar word je dan als gemeente verantwoordelijk voor. Het schort aan duidelijkheid. En dat is knap lastig.
Een gebrek aan bewegingsruimte kost klauwen met geld Bewegingsruimte
Ook politici uit Den Haag willen het graag goed regelen voor hun burgers. En dat is begrijpelijk. Ze willen voorkomen dat er dingen fout zullen gaan. En daar probeert men actief op te sturen. Ook dat is begrijpelijk. Maar met iedere poging om iets te voorkomen, wordt de bewegingsruimte van gemeenten kleiner. Voorkomen dat er teveel op Bureau Jeugdzorg bezuinigd wordt? Dan is er minder geld voor gespecialiseerde zorg! Voorkomen dat een bepaalde groep ergens de dupe van wordt? Dan is er minder geld voor de rest. Om over de enorme administratieve druk en bureaucratie die ‘het uitsluiten van risico’s’ met zich meebrengt nog maar te zwijgen. Nog een mooi voorbeeld. Staatssecretaris Van Rijn wil niet dat zorginstellingen
14 |
Bestuursforum • oktober 2014
door René Peters CDA-Wethouder in Oss
reserveren voor reorganisatiekosten. ‘Geld voor zorg moet naar zorg.’ Van Rijn wil ook niet dat het uwv kijkt naar reorganisatieplannen, voordat de definitieve contracten met gemeenten zijn getekend. Aan duidelijkheid schortte het zoals gezegd. Veel gemeenten kunnen die contracten pas in november laten tekenen. De korting op budgetten gaat op 1 januari in. Omdat instellingen niet mogen reserveren en niet kunnen ‘voorsorteren,’ zitten ze zo’n beetje tot de zomer met personeel dat ze wel moeten, maar niet kunnen betalen. Alleen om die reden al zullen instellingen failliet gaan. Of worden gemeenten gedwongen financieel bij te springen. Een gebrek aan bewegingsruimte kost klauwen met geld.
Conclusie
Door dat gebrek aan duidelijkheid en de neiging om, met alle goede bedoelingen, de bewegingsruimte van gemeenten verder te beperken komen gemeenten in de knel. Maar natuurlijk zullen gemeenten alles doen om te voorkomen dat het echt fout gaat. Natuurlijk zullen gemeenten gedwongen zijn financieel bij te springen als Den Haag dat niet doet. De wereld zal echt niet instorten op 1 januari. Maar op deze manier gebeurt precies wat men in Den Haag met alle geweld probeert te voorkomen. Er zal van een zachte landing niet overal sprake kunnen zijn. Er zullen heel veel ontslagen vallen. Er zullen instellingen failliet gaan. Gemeenten zullen het financieel moeilijk krijgen. En aan de onrust onder mensen zal voorlopig geen einde komen. In theorie is het allemaal heel eenvoudig. De praktijk blijkt weerbarstiger.
•
Reageren?
[email protected]
DOSSIER ALGEMENE POLITIEKE BESCHOUWINGEN
Is privacybescherming binnen sociale wijkteams goed geregeld? Gemeenten krijgen volgend jaar meer taken op het gebied van zorg, jeugd en werk. Daarvoor zijn drie nieuwe wetten ontworpen, die zorg dicht bij inwoners gaan organiseren: één gezin, één regisseur, één plan. Bijna alle gemeenten, waaronder Nieuwegein, kiezen voor de inzet van een sociaal wijkteam met hulpverleners voor de eerste ondersteuning die gespecialiseerde hulp moeten inschakelen als dat nodig is. Door deze extra taken krijgen gemeenten en hulpinstanties meer privacygevoelige informatie van burgers te verwerken, zoals het medisch dossier of een strafblad. Maar ook hoe het er in een gezin aan toe gaat en welke problemen daar spelen. Tevens werken ambtenaren en hulpverleners straks intensief samen. Gemeenten moeten zorgen dat privacygevoelige gegevens in vergaderingen of op interne systemen niet zonder meer gedeeld worden. nrc Handelsblad concludeerde in haar editie van 16 augustus (in het artikel ‘Wie kunnen straks allemaal je dossier inzien?’) dat gemeenten nog onvoldoende weten hoe ze binnen deze nieuwe omstandigheden moeten omgaan met een nieuwe stroom aan privacygegevens van inwoners. Voor ons was dit aanleiding om na te gaan of Nieuwegein met het oog op de decentralisaties al een passend en correct privacyprotocol ontwikkeld heeft voor de omgang met privacygevoelige informatie én de persoonlijke levenssfeer. Het is belangrijk om te weten welke persoonlijke informatie of medische gegevens straks worden gedeeld binnen een sociaal wijkteam. Daar moeten adequate privacyprotocollen voor gemaakt zijn met afspraken over toestemming van inwoners om
door Roelof-Jan de Wild en Gerben Horst De auteurs zijn raadslid voor het CDA in Nieuwegein.
die betreffende gegevens al dan niet te delen. Binnen het sociale wijkteam opereren namelijk meerdere hulpverleners. Werken zij met bestaande privacyprotocollen vanuit de instantie namens wie zij zitting nemen in het wijkteam? Of worden er aparte aanvullende privacyprotocollen en geheimhoudingsverklaringen gemaakt tússen de deelnemers in het sociale wijkteam? Voorkomen moet worden dat privacyprotocollen elkaar na 1 januari 2015 tegenspreken en de privacy van inwoners in gevaar komt. Want voor het cda Nieuwegein is het belangrijk dat wordt voorkomen dat persoonlijke informatie die door een inwoner of gezin is besproken met een huisarts, schuldhulpverlener of de jeugdzorgmedewerker al te makkelijk binnen een sociaal wijkteam gedeeld kan worden. Binnen de gemeente en hulpverleningsinstanties wordt uiteraard vaker omgegaan met privacygegevens van inwoners. Maar gevoelige informatie over de persoonlijke levenssfeer van inwoners delen tussen ambtenaren en hulpverleners vraagt om extra zorgvuldigheid. Anders zijn de eerste blunders te verwachten. Wilt u weten welke schriftelijke vragen de Nieuwegeinse CDA-fractie precies gesteld heeft of wilt u reageren?
[email protected]
Bestuursforum • oktober 2014
| 15