CDA
Bunschoten - Algemene Beschouwingen 2004
Voorwoord Het achterliggende jaar kan voor het CDA hier ter plaatse gerekend worden tot een hectisch jaar. In het voorjaar werd immers, met instemming van een meerderheid van de gemeenteraad, een voorstel aangenomen om het aantal wethouders in het college terug te brengen van drie naar twee wethouders. Dit had verregaande consequenties, niet in de laatste plaats voor het CDA zelf. Kijkend naar zowel het jaar 2003 als het komende jaar 2004 rest ons geen andere conclusie dan dat deze in het teken staan van een economische recessie, waarvan de gevolgen ook aan ons land en onze gemeente zeker niet voorbij gaan. Als de begroting ons iets toont, is het wel dat er financieel lastige tijden zijn aangebroken. Pappen en nathouden helpt niet, zeker niet binnen het dualistische tijdperk. De gemeenteraad vraagt openheid en stelt kaders. Als de middelen krap zijn, zal dat betekenen dat de keuzes niet altijd positief uitvallen. We moeten immers kritisch kijken naar onze uitgaven en fors bezuinigen op allerlei voorzieningen. Toch moeten we als gemeente de veerkracht tonen om dit gezamenlijk op te brengen. Betrokken en betrouwbaar zijn daarbij onze kernbegrippen. Betrokkenheid die uitgaat naar de zorg voor onze inwoners en betrouwbaarheid door open onze keuzes te verantwoorden. Het gaat ons wat dat betreft om een hechte gemeenschap die zich richt op zorg en respect voor elkaar, op verbondenheid tussen mensen, op eigen verantwoordelijkheid en vrijheid. Als CDA staan we voor een structurele aanpak, die investeert in mensen en die de Gemeente Bunschoten in de toekomst neerzet als zelfstandig, levendig en leefbaar voor jong en oud. Ondanks de zorgelijke financiële situatie en de vele onzekerheden die zo’n toekomst in de weg lijken te staan, zoals de huidige ontwerpstreekplanvisie van de Provincie, zullen wij toch moeten proberen erin te slagen om gezamenlijk tot keuzes te komen. De noodzaak tot bezuinigen moet daartoe samengaan met het moderniseren van het gemeentelijk apparaat en het oplossen van structurele knelpunten. Problemen die te maken hebben met de gezondheidszorg, de huisvesting en het jeugdbeleid.
Programmabegroting en raadsprogramma De begroting is dit jaar bijzonder vanwege de veranderde opzet in het kader van het Dualisme van het gemeentebestuur. Er wordt niet meer gesproken over producten maar over programma’s op verschillende beleidsterreinen. Dit moet de gemeenteraad de gelegenheid geven meer kaderstellend en in hoofdlijnen keuzes en afwegingen te maken. Het is voor college, ambtelijke organisatie en gemeenteraad een leerproces, waarin we moeten groeien, maar waarin ook kansen liggen om ons niet te verliezen in de details en voortdurend de hoofdlijnen in de gaten te houden bij onze keuzes. Het tussenstation van de kadernota, die aan deze begroting ten grondslag heeft gelegen, past goed in dat beeld van kaders stellen op hoofdlijnen. Verder is bijzonder dat ook prioriteiten uit het raadsprogramma zijn opgenomen in deze begroting. Vertegenwoordigers van partijen uit de raad hebben deze onderwerpen en prioriteiten aangereikt. Met nadruk dient gezegd te worden dat het raadsprogramma niet bedoeld is als ‘extra’ beleid bovenop hetgeen de gemeente al doet, maar dat de raad door haar eigen prioriteitstelling nadruk, voorrang én inhoud heeft kunnen geven aan de invulling van bepaalde beleidsterreinen waarvoor zij dit nodig acht. Het CDA heeft daaraan consequent een bijdrage geleverd en ziet daarom in het resultaat veel terug van de prioriteiten uit haar verkiezingsprogramma. Dit is winst voor onze kiezers en onze gemeenschap.
Sociale visie De CDA-fractie vindt het van belang een Sociale Visie te ontwikkelen, waarbij blijvende aandacht wordt gegarandeerd voor de gevolgen van armoede. In economisch moeilijke tijden moet er oog zijn voor de minima en ouderen. Waar iedereen een stapje terug moet doen is het belangrijk ervoor te zorgen dat deze kwetsbare groepen in de luwte worden gehouden. Daarnaast komt solidariteit tot uiting in de zorg voor de meest kwetsbare groepen: de chronisch zieken, de groep gehandicapten en onze kinderen.
Veiligheid Veiligheidsbeleid De visie van het CDA over leefbaarheid, stelt hoge eisen aan het beleid rond burgerschap en strafrecht. Geen cultuur van gedogen, maar aan ‘lik-op-stuk maatregelen’. Toch is ongericht hard straffen zelden een structurele oplossing. Vandaar onze voorkeur om niet alleen de klemtoon te leggen op repressie, maar vooral ook op preventieve maatregelen. Het veiliger maken van onze gemeente is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, politie, horeca, buurtbewoners, ouders, scholen en (sport)verenigingen. Wij zijn in dit licht tevreden met de verlenging van het Convenant Veilig Uitgaan, waarin we een dergelijke samenwerkingsvorm in actie zien. Wij zullen belangstellend en kritisch blijven toezien op het nakomen van de gemeentelijke toezeggingen binnen dit convenant.Wij zien in de zowel repressieve als preventieve aanpak op het gebied van veiligheid, ook het belang van de bijdrage van de twee politiesurveillanten. Wel willen wij de noodzaak aangeven als gemeente alert te blijven op andere financieringsbronnen die de gemeentelijke bijdrage in deze kunnen compenseren.
1
CDA
Algemene Beschouwingen 2004 – CDA Bunschoten
Integrale handhaving van regels Integrale handhaving van gemeentelijke regels en (vergunning)voorschriften hebben een hoge prioriteit. Dit geldt met name voor de openbare orde, ruimtelijke ordening, milieu en openbare ruimte. Regelmatige controle van veiligheidsvoorschriften moeten voorkomen dat in Bunschoten de veiligheid van burgers in gevaar komt. Wij willen dat het college ieder jaar aan de gemeenteraad rapporteert welke veiligheidsrisico’s binnen de gemeente voorkomen en wat er wordt gedaan om die risico’s te elimineren.
Economische zaken Winkels en horeca Wij constateren dat er zich in de afgelopen jaren zich een trend voordoet, waarbij detailhandelbedrijven zich uit het centrum (Spuiplein en omgeving) verplaatsen naar de Zuidwenk. Het Spuiplein wordt meer en meer een horecagebied. Dit is een ontwikkeling waar wij op zich niet negatief tegenover staan, maar waarvan wij wel vinden dat het de gemeente noodzaakt met dit verschijnsel rekening te houden bij keuzes in beleid. Herkent het college deze noodzaak ook en heeft zij een visie op hoe deze verschuivingen in bestaand en toekomst beleid moeten worden verwerkt? Spuiplein Memoriserend over het afgelopen jaar stellen wij vast dat er sinds het sluiten van de zijlopers op het Spuiplein er een verlevendigd dorpsplein is ontstaan met een grote aantrekkingskracht op zowel onze eigen bewoners als toeristen.
Interactief besturen Het CDA juicht trajecten van bestuurlijke vernieuwing toe. Onderzocht dient te worden in hoeverre het interactief besturen verder uitgewerkt kan worden. Burgerparticipatie in een vroeg stadium van beleidsvorming en, niet te vergeten, in de beleidsuitvoering, kan een belangrijke bijdrage leveren aan het leggen van waardevolle contacten tussen gemeente en burgers waarin wederzijdse betrokkenheid en verantwoordelijkheidsbesef gestalte krijgen. Van belang hierbij is dat er toepassing is van interactieve beleidsvorming en –uitvoering bij die onderwerpen die daar geschikt voor zijn. Internet Daarnaast biedt het internet nieuwe mogelijkheden om burgers bij onderdelen van beleidsvorming te betrekken. Het interactief besturen zal hierbij dan ook verder gestalte moeten krijgen. Kernbegrippen zijn ons inziens: ‘open communicatie’ en ‘samenwerking’. Is er een blijvende ontwikkeling binnen de gemeentelijke organisatie op dit vlak gaande? Blijft de gemeentelijke website voldoende mogelijkheden bieden om ideeën, opvattingen en reacties van burgers in te brengen?
Gezondheidszorg Vraaggericht en betaalbaar Als CDA vinden we dat de vraag van patiënten in de gezondheidszorg centraal moet staan. De mensen bepalen zelf veel meer de inhoud van de diensten. De vraag van de patiënt is leidend: van aanbodgestuurde naar vraaggestuurde zorg, ook in ons dorp. De gemeente dient ondersteuning te bieden aan zorgtrajecten die aansluiten bij de vragen die leven bij inwoners en die ook redelijk betaalbaar blijven. Wij denken dan aan Woonhuisvesting op maat, de Thuiszorgontwikkelingen en de Werkactivering van de groep uitkeringsgerechtigden.
Welzijn Sociale dienst BBS Afgelopen jaar is onze gemeentelijke Sociale Dienst een samenwerkingstraject aangegaan met buurgemeenten Baarn en Soest. Wij volgen nauwlettend de ontwikkelingen op kostengebied van de Sociale Dienst Baarn, Bunschoten en Soest (BBS). De samenwerking is een beleid waarvoor we als raad gekozen hebben. Wij wachten de uitkomsten van de eerste jaarevaluatie af. Gezondheidscentrum en structureel zorgaanbod Ook rond het thema ‘Gezondheidscentrum in onze gemeente’ volgen wij nauwlettend de ontwikkelingen. Een gezondheidscentrum kan extra mogelijkheden en garanties bieden voor de structurele aanwezigheid van een gevarieerd zorgaanbod in onze gemeente. Het realiseren van een Gezondheidscentrum is een belangrijke prioriteit voor het CDA.
2
CDA
Algemene Beschouwingen 2004 – CDA Bunschoten
Jeugdbeleid De jeugd heeft niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk, de toekomst. Het voorwaarden scheppen voor een gezonde toekomst van onze jeugd is dan ook een belangrijke zaak. Het CDA vindt het uitermate zinvol om in de ontwikkelingen rond het Jeugdbeleid te participeren en mede kaders te stellen aan een onderzoek dat hiervoor de basis moet vormen. WVG Wat betreft de Wet voorzieningen gehandicapten wordt in de begroting een stelpost bezuinigingen opgevoerd van 100.000 euro. Wij vragen ons af of er al enig zich is op hoe deze bezuiniging gerealiseerd gaat worden.
Infrastructuur en mobiliteit In de ontwikkelingen rond de Streekplanvisie (een visie die enorme consequenties heeft voor het realiseren van onze Toekomstvisie) stelt de Provincie als eis dat de mobiliteit in onze gemeente sterk verbeterd moet worden. Een verbeterde infrastructuur op het gebied van mobiliteit leidt ook tot klantentrekking vanuit de ons omringende gemeenten. Wij vinden dat er een omslag moet komen in het beleid ten gunste van het openbaar vervoer. Hoe wil het college inhoud geven aan deze ‘mobiliteitseis’ van de Provincie? Fietspaden en –recreatie Voorzieningen op het gebied van het, al dan niet recreatieve, fietsen dienen verder te worden gerealiseerd. In het raadsprogramma heeft dit ook een hoge prioriteit gekregen. Voor het gebruik van de fiets voor recreatieve doeleinden in onze gemeente is bovendien veel geld beschikbaar van Provincie en Waterschap. Beiden vinden dat het ruime open gebied in onze polders en het natuurschoon langs de wateren zich uitstekend lenen voor fietsrecreatie. Wij vinden dat we ons als gemeente actief moeten opstellen bij het verwerven van subsidies en de nodige maatregelen treffen hiervoor, zoals voor het verwezenlijken van een volwaardige recreatieve fietsverbinding rond de Eem.
Grondbeleid Grond is een schaars goed. Het is van belang om zorgvuldig om te gaan met de beschikbare gronden, om in te springen op marktontwikkelingen, de noodzakelijke woningbouw en vestiging en uitbreiding van bedrijven. Het CDA is in principe een voorstander voor het voeren van een actief grondbeleid. Wel is het nodig dat wij als raad in deze raadsperiode kaders vaststellen waarbinnen het college een dergelijk beleid kan voeren. Voorkomen moet worden dat het voeren van een actief grondbeleid trekken krijgt van te risicovolle speculatie. Commissie Grondaankopen De raad moet middelen krijgen om zijn controlerende en kaderstellende taak rond het voeren van een actief grondbeleid gestalte te geven, door sneller en regelmatiger informatie en inzage te krijgen in grondaankoopprocessen. Vanuit deze gedachte achten wij het zinvol om de afgeschafte commissie Grondaankopen in ere te herstellen. Wet voorkeursrecht gemeenten De raad heeft ingestemd met het toepassen van de Wet voorkeursrecht gemeenten op een groot gebied ten oosten van Bunschoten-Spakenburg, dit ter realisering van de Toekomstvisie. We hebben hierover de volgende vragen aan het college van B&W: Wat is momenteel de stand van zaken in dit proces? Hoe verhoudt de toepassing van de Wet voorkeursrecht gemeenten op deze gronden zich met de huidige onzekerheid over de realisatie van de Toekomstvisie? Buitengebied Het CDA is er al langer van overtuigd dat agrariërs meer en meer als beheerders van het buitengebied dienen te worden gezien. De waarde van de natuur is niet zonder meer in een geldbedrag uit te drukken. De natuur dient voor het nageslacht te worden vastgelegd. Het behoud van een open agrarisch karakter in en rond de Arkemheenpolder en het Eemlandgebied is zeer van belang. Plattelandsontwikkeling Plattelandsontwikkeling en landschapsbeheer vindt het CDA belangrijk. Wij volgen met interesse het projectvoorstel Landschapontwikkelingsplan Eemlandgemeenten, met name de concrete uitvoeringsprojecten die hieruit voortkomen. Hoe staat het college tegenover het in samenwerking met participanten in Eemland overgaan tot het oprichten van een kinder-/museumboerderij uit grootmoeders tijd?
Volkshuisvestingsbeleid Een zeer belangrijk punt vindt het CDA dat alle partijen op de plaatselijke woningmarkt passende en betaalbare huisvesting moet kunnen worden geboden. Een knelpunt ligt hier bij de starters op de woningmarkt die zich door hoge huizenprijzen gedwongen zien elders te zoeken naar een betaalbare woning. Dit is een negatieve ontwikkeling op de korte termijn omdat
3
CDA
Algemene Beschouwingen 2004 – CDA Bunschoten
onze eigen jongeren vaak het liefst in hun eigen dorp willen blijven wonen, en op langere termijn omdat de uitstroom van jonge inwoners ons vermogen om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen uitholt. Kan het college aangeven welke woningbouwprojecten, naar nu bekend is, in de nabije toekomst gerealiseerd gaan worden en hoeveel woningen daarmee gemoeid zijn? Beleidsplan Wonen Het Beleidsplan wonen heeft tot vreugde van het CDA een prominente prioriteit in het raadsprogramma gekregen en zal in 2004 gereed komen. Wij ondersteunen de uitgangspunten dat de woningbouwlocaties worden ingericht conform de plaatselijke behoeften en dat vooral voor starters en ouderen voldoende betaalbare woningen dienen te worden gerealiseerd om de uitstroom vanwege huisvestingsredenen te stoppen. Wij dringen erop aan dat haast gemaakt wordt met de actualisering van het Beleidsplan Wonen en de uitwerking daarvan in concrete projecten voor woningbouw. Ook vinden wij dat het proces dat moet leiden tot een nieuw Beleidsplan Wonen, niet vertragend mag werken op de realisatie van reeds geplande woningbouwprojecten. Starterspremie Onderzoek naar de inmiddels afgeschafte Starterspremie als drempelverlagend instrument voor starters op de woningmarkt toonde aan dat de premie in de toenmalige vorm niet voldoende de gewenste uitwerking had. Het college heeft bij het besluit over de afschaffing gezegd wel te werken aan een andere regeling voor de financiële ondersteuning van starters. Wanneer kan de gemeenteraad een voorstel over een alternatief voor de afgeschafte Starterspremie verwachten? Doorstroming Behalve woningbouw dient er ook aandacht te zijn voor de doorstroming. Wij constateren dat de doorstroming niet voldoende van de grond komt. Een evaluatie van het doorstroombeleid is gewenst en maakt deel uit van het Beleidsplan Wonen uit het raadsprogramma. Knelpunten in de doorstroming zijn er ook in het aanbod van huurwoningen. Ook dit moet onderdeel uitmaken van de evaluatie van het doorstroombeleid in het Beleidsplan Wonen.
De raad de wijk in De contacten tussen gemeenteraad en inwoners zijn in het dualisme des te belangrijker geworden. Een luisterend oor biedt vaak zoveel meer informatie dan een doorsnee onderzoeksrapport. Wij willen voorstellen dat er meer structurele contacten worden gelegd tussen gemeenteraad en inwoners. De griffier kan daarbij een coördinerende rol spelen.
Financiën en dekking We willen als CDA-fractie dat er zorgvuldig en doelmatig omgegaan wordt met de financiën van de gemeente. De lastendruk voor de burger moet zo gering mogelijk worden gehouden. In ons verkiezingsprogramma hebben we vastgelegd dat de ontwikkeling van de gemeentelijke lasten niet zondermeer als sluitpost van een begroting mag fungeren, maar met de realisatie Toekomstvisie van onze gemeente te maken dient te hebben. Realisatie van die Toekomstvisie, en de bijbehorende groei van onze gemeente, is namelijk noodzakelijk om als gemeente in de toekomst zelfstandig, leefbaar, levendig en sociaal te blijven. Zoals de zaken nu liggen, worden we in 2004 geconfronteerd met een groot aantal onzekerheden op juist deze uitgangspunten. De inkomsten van de Gemeente staan onder druk net als onze Toekomstvisie die in het ontwerp-streekplan van de Provincie niet realiseerbaar is. Verder komen er van Rijkswege maatregelen die afdoen aan de mogelijkheden van gemeenten een eigen koers te varen. Wij hebben dus te maken met een begroting over een jaar vol onzekerheden. Een beslissend jaar ook, voor de toekomst van onze gemeente. Bezuinigingen en lastendruk Basis voor deze begroting is de Kadernota geweest, waarin ons door het college het schrikbeeld van een zeer grote verhoging van de Onroerende Zaakbelasting werd voorgehouden bij ongewijzigd beleid.
Bezuinigingen Het college van b&w is gekomen met bezuinigingen en bezuinigingsvoorstellen om de tekorten zoveel mogelijk te dekken. Het is de verantwoordelijkheid van het college, en een verantwoordelijkheid waaraan we het college zullen houden, om als beleidsontwerpers, visionairs en deskundigen die het vertrouwen van de raad gekregen hebben, in te staan voor de haalbaarheid van de aangevoerde bezuinigingen; dat deze niet leiden tot totale desintegratie van de samenhang van het beleid en de Toekomstvisie van onze gemeente. Daar moeten wij als gemeenteraad het college zeer kritisch op blijven volgen én aanspreken. Waar het bezuinigingen op onderhoud van publieke voorzieningen betreft, zoals onderhoud van groen en wegen, wil het CDA dat het college de gemeenteraad regelmatig op de hoogte brengt van een overzicht van knelpunten die door bezuinigingen ontstaan (een soort ‘monitor’). Hoe staat het college hier tegenover?
4
CDA
Algemene Beschouwingen 2004 – CDA Bunschoten
Lastendruk Door de (aanvullende) bezuinigingen is de eerder dit jaar door het college geschetste enorme verhoging van de Onroerende Zaakbelasting teruggebracht tot 8,5% boven de inflatie van 1% in de komende twee jaren. Riool en Reinigingsrechten blijven gelijk. Als geheel betekenen de maatregelen voor een gemiddeld huishouden in de gemeente een verzwaring van de gemeentelijke lasten van 3,89%. Vanwege de hierboven geschetste onzekerheid over de Toekomstvisie en ons uitgangspunt dat lastenverhogingen minimaal moeten zijn en direct te maken moeten hebben met de realisatie van de Toekomstvisie, vinden wij het wenselijk dat de voorgestelde belastingmaatregelen in het onzekere jaar 2004 niet in éénmaal worden genomen, maar dat deze, zoals de begroting nu voorstelt, gesplitst wordt en deel uitmaakt van toekomstige overwegingen waarbij van meer zekerheden kan worden uitgegaan. Nadat de gemeente in de loop van 2004 meer zekerheid heeft over de haalbaarheid van haar Toekomstvisie en Rijksmaatregelen op onze inkomsten, kunnen wij als gemeente met een duidelijker visie het jaar 2005 tegemoet zien dan momenteel het geval is. Wij achten de onzekerheid over deze cruciale punten momenteel zo groot dat wij er voorstander van zijn om dit jaar terughoudender te zijn met de verhoging van de OZB dan de begroting nu aangeeft. Het is gezien dit alles verdedigbaar om de egalisatiereserve Lokale Lasten of een andere reserve, juist in dit onzekere jaar, aan te spreken voor een geringere lastenverhoging, in afwachting van de cruciale beslissingen die in het komende jaar genomen worden. Onze constatering van de huidige onzekerheid rond de Toekomstvisie wil overigens met nadruk niet zeggen dat wij niet onverkort achter onze Toekomstvisie staan en dat wij als partij met veel bestuurlijke contacten er alles aan doen om de toekomst van onze gemeente onder de aandacht van de beslissers te brengen.
Reserves en voorzieningen De uitgangspunten van de begroting, het komen tot een versnelde afbouw van de beschikking over de reserves en het structureel dekken van structurele uitgaven, ondersteunen we als een nuttig streven voor de komende jaren. In goed overleg met de provincie moet de snelheid waarin dit streven gestalte krijgt worden toegesneden op de specifiek lokale omstandigheden en onzekerheden. Waar het de reserves en voorzieningen grondexploitatie betreft zien we dat er over het geheel genomen een voordelig resultaat valt te verwachten, in zoverre dat voor 2004 een bedrag van 440.000 euro uit de grondexploitatie gebruikt kan worden voor de renovatie groen volgens het groenbeheersplan (blz.86). Dit vinden wij positief. Wij vragen ons echter af hoe dit positieve resultaat zich in de toekomst zich zal ontwikkelen, gezien de constatering over de grondexploitatie in de risicoparagraaf (blz. 55). Daar wordt melding gemaakt van het feit dat grondexploitaties veelal via overeenkomst met projectontwikkelaars wordt gerealiseerd waarbij een exploitatiebijdrage betaald wordt die is gebaseerd op de kostprijs van de door de gemeente te realiseren werken. ‘Gevolg van deze doorberekening van kosten tegen kostprijs is dat er vrijwel geen financieel positief resultaat behaald wordt’, meldt de risicoparagraaf (blz. 55). Kunnen overeenkomsten met projectontwikkelaars niet zo worden vormgegeven dat de gemeente meer profiteert van de commerciële waarde van de complexen wanneer deze opgeleverd worden? Verder hebben vragen wij ons af wat de gemeente heeft aan stille reserves, zoals het bezit van vm. Café De Kooi aan de Zevenhuizerstraatweg 1, waarvan de aankoop destijds onttrokken is aan de reserve VWL. We vinden ontwikkelingen rond de waardering van dit complex niet terug in de Grondexploitatie. Beschikt de gemeente over meer stille reserves / complexen waarvan de ontwikkelingen rond de waardering niet in de paragraaf Grondexploitatie zijn opgenomen? Gemeentelijk organisatie Het college geeft aan dat zij per stelpost 50.000 euro wil bezuinigen op de gemeentelijke organisatie. De gemeenteraad heeft eerder dit jaar al van het college al vernomen dat zij na de kerntakendiscussie in het verleden al is gekomen tot een kernachtige organisatie die nauwkeurig is toegesneden op zijn taken. Daar staat volgens het college tegenover dat voor bijzondere kennis of grote projecten vaker de hulp dient te worden van externen. Wij kunnen deze redenering in principe volgen en steunen het uitgangspunt van een kernorganisatie, maar willen het college er wel op wijzen dat het inhuren van extern advies alleen te verantwoorden is wanneer die adviezen ook werkelijk gebruikt worden en een concrete meerwaarde hebben. Het inhuren van extern advies om politieke keuzes en verantwoordelijkheden extern neer te leggen is niet alleen financieel ongewenst. Verder dienen er duidelijke prestatieafspraken te worden gemaakt als externe hulp noodzakelijk is.
Tenslotte… De tijden van grote voorspoed zijn voorbij, zoals de regering ons op Prinsjesdag heeft duidelijk gemaakt. Toch blijft het van belang te denken aan wat mensen echt nodig hebben. Om ook op langere termijn een zelfstandige, levendige en sociale gemeente te zijn, waar iedereen prettig kan leven. Want daar gaat het uiteindelijk om: met z’n allen werken aan goed beleid, ten gunste van onze inwoners. Namens de CDA fractie, An van Diermen, fractie voorzitter.
5