V. TECHNISCHE BIJLAGEN – REGLEMENTERINGEN
www.yourglass.nl Zlote Tarasy, Warschau, Polen - Architect: The Jerde Partnership International - Stopray Galaxy en Stopray Safir
1 Inleiding 2 -markering en normalisatie
402 404
3 Plaatsing van glas
422
4 Dimensionering van beglazingen
430
5 Reglementering in Nederland
433
2.1 -markering 2.2 AGC en -markering 2.3 Europese normen op glasgebied 2.4 Overige normen en Europese documenten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Inleiding Plaatsing van glas in sponningen Bijzondere plaatsingen Glasgevels: vec, vgg, vea Decoratieve producten
4.1 4.2 4.3 4.4
Inleiding Toepassing NEN 2608-1 Toepassing NEN 2608-2 dimensionering overige beglazing
.1 5 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Warmte-isolatie - Europese ontwikkelingen Zon- en lichtregulering - aspect Evaluatie van het risico op thermische schokken Geluidsisolatie Veiligheid Brandbeveiliging
405 408 411 416
423 424 429 429 429 431 431 432 432 434 437 439 442 445 460
De reglementering voor bouwwerken in Nederland wordt weergegeven in het Bouwbesluit, Nederlandse normen (NEN of NEN-EN), Europese normen (EN), Beoordelingsrichtlijnen (BRL) en Nederlandse Praktijkrichtlijnen (NPR). Het Bouwbesluit, dat een onderdeel is van het Burgerlijk Wetboek, geeft de minimum eisen met betrekking tot veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu waaraan alle bouwwerken, zoals kantoren, woningen, winkels en dergelijke, moeten voldoen. In het Bouwbesluit worden prestatie-eisen genoemd die verwijzen naar NEN of NEN-EN normen. De Nederlandse en de Europese normen geven meet- en bepalingsmethoden waarmee aan de prestatie-eisen kan worden voldaan. Het Bouwbesluit biedt ook de mogelijkheid om met een alternatieve methode aan te tonen dat aan een bepaalde eis wordt voldaan.
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
1 Inleiding
De Beoordelingsrichtlijnen (BRL) dienen als hulpmiddel voor de kwaliteitscontrole van materialen en constructies. De Nederlandse Praktijkrichtlijnen (NPR) bieden praktische hulp bij het naleven van de Nederlandse normen.
402
Mocht u specifieke vragen hebben die niet in dit hoofdstuk worden beantwoord dan kunt u contact opnemen met de afdeling Technical & Sales Support (T&SS) van AGC of met één van onze filialen.
Het Vredespaleis, Den Haag, Nederland - Architect: Wilford Schupp, Stuttgart en bd Thermobel Stopray
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Het Bouwbesluit is prestatiegericht, de onderhavige normen zijn materiaalspecifiek, zoals voor beton, hout, staal en glas.
403
-producten zijn producten die zijn voorzien van het -keurmerk, ter aanduiding dat hun prestaties in overeenstemming zijn met zes hoofdvereisten ten aanzien van: >
Mechanische sterkte en stabiliteit
>
Brandveiligheid
>
Hygiëne, gezondheid en milieu
>
Gebruiksveiligheid
>
Akoestiek
>
Energiebesparing en warmtebehoud.
Deze criteria worden geëvalueerd op grond van de Europese normen (EN-normen). Andere producteigenschappen, zoals aspect en kleur, vallen niet onder de -markering.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
2.1.2 Het doel van de
404
-markering
Het belang van -markering is niet alleen dat aan bepaalde producten een keurmerk wordt verleend, maar vooral ook dat de gemeenschappelijke Europese markt erdoor wordt bevorderd. Bouwproducten kunnen daarom voortaan vrij en zonder beperkingen door individuele landen binnen de EU worden geleverd. De enig verplichte beoordeling is de -markering, die gebaseerd is op Europese normen (EN). Geen enkel land mag nog ten aanzien van overeenkomstige aspecten als voorzien in de -markering aanvullende vereisten opleggen, noch de facto, noch door middel van de nationale wetgeving.
Borgarting Justitiepaleis, Oslo, Noorwegen - Architect: Dark Arkitekter AS en Solheim+Jacobsen - Stopray Safir 61/32
www.yourglass.nl
-MARKERING EN NORMALISATIE
2.1.1 Wat zijn CE-gemarkeerde producten?
-MARKERING
-markering is dus de enige manier waarmee kan worden aangetoond dat een product geschikt is voor de Europese markt. Via de toepassing van EN-normen worden producten in elk EU-land volgens dezelfde procedure beoordeeld. Deze ENnormen hebben voorrang boven alle nationale normen.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
2.1
Voor meer informatie over de -markering kunt u terecht op de site van de GEPVP: www.gepvp.org.
-MARKERING EN NORMALISATIE
2 -MARKERING EN NORMALISATIE
405
De datum waarop fabrikanten van glasproducten het -keurmerk op hun producten kunnen toepassen, is in de productnorm vermeld. Vóór deze datum is het illegaal om deze producten van een CE-keurmerk te voorzien. Voor basisproducten (d.w.z. floatglas, gegoten glas, enz.), gehard glas en gecoat glas was de startdatum 1 september 2006. Voor gelaagde en isolerende beglazingen en thermisch gehard glas met heat soak behandeling ging de -markering van start op 1 maart 2007. Na genoemde data bestonden, gedurende een periode van één jaar, het oude systeem en het -markeringssysteem naast elkaar. In deze periode mochten fabrikanten de -markering al wel gebruiken maar dit was nog niet verplicht. Na de overgangsperiode van één jaar is de -markering definitief verplicht geworden. De volgende tabel noemt de producten, de bijbehorende normen en de data waarop de -markering van toepassing werd.
www.yourglass.nl
EN 1096-4 – Gecoat glas
Planibel Top N+ Planibel Top NT Planibel Energy N Planibel Energy NT Planibel G Planibel G Fast Stopsol Classic, Supersilver en Silverlight Sunergy Stopray Blackpearl
Data
Start van verplichte -markering: 1 september 2006
-MARKERING EN NORMALISATIE
-markering
Betrokken AGC-producten
Planibel blank en Planibel gekleurd floatglas Imagin & Imagin draadglas Spiegeldraadglas
EN 12150-2 – Alle thermisch geharde Thermisch gehard natronproducten kalkveiligheidsglas EN 1863-2 – Thermisch versterkt natronkalkglas
Alle thermisch versterkte producten
EN 12337-2 – Chemisch versterkt natronkalkglas
Alle chemisch geharde producten
EN 14449 – Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas
Stratobel Stratobel EVA Stratophone Pyrobel en Pyrobelite
EN 1279-5 – Isolerend glas
Thermobel
EN 14179-2 – Thermisch gehard natron- Alle thermisch geharde en “Heat Soak” geteste kalkveiligheidsglas en producten, Pyropane Heat Soak getest glas
2.1.3 Wanneer wordt de van kracht?
Normen EN 572-9 – Basisproducten van natronkalkglas
Start van verplichte -markering: 1 maart 2007
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 406
Het -keurmerk vormt het bewijs dat het product in overeenstemming is met de EN-normen en dat het geschikt is om op de Europese markt verkocht te worden, maar het dringt het product aan geen enkele nationale markt op. Individuele landen mogen het gebruik van het product wèl aan voorschriften onderwerpen.
407
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Certificaatnummer: n.v.t. Certificatie-instantie: n.v.t. EN 572-9 Basisproducten van natronkalkglas, bestemd voor gebruik in de bouw.
▼ Algemene informatie
Planibel blank 4 mm
>
naam en adres van de fabrikant
1.
Brandwerendheid (EN 13501-2)
>
verwijzing naar de relevante Europese norm
2.
Brandgedrag (EN 13501-1)
>
merknaam van het product
3.
Extern brandgedrag
NPD
>
beschrijving van het product
4.
Kogelwerendheid (EN 1063)
NPD
>
identificatienummer van de aangemelde certificatie-instantie (indien van toepassing)
5.
Weerstand tegen explosiedruk (EN 13541)
NPD
6.
Inbraakweerstand (EN 356)
NPD
7.
Schokbestendigheid bij slingerproef (EN 12600)
NPD
8.
Weerstand tegen onverwachte temperatuursveranderingen en -verschillen
NPD
9.
Weerstand tegen permanente en veranderlijke wind -en sneeuwbelasting
>
certificaatnummer (indien van toepassing)
>
laatste twee cijfers van het jaar waarin het het product werd aangebracht.
-keurmerk op
13 technische kenmerken van de producten (brandwerendheid, schokbestendigheid, thermische eigenschappen, enz.) moeten worden vermeld (zie voorbeeld hierna).
10. Glas en luchtgeluidisolatie (EN 12758) – Rw (C;Ctr): dB
NPD A1
NPD 30 (-2;-4)
11. Thermische eigenschappen (EN 673) – Ug-waarde: W / (m².K)
5.8
12. Lichtdoorlaat / Lichtreflectie (EN 410)
90/8
13. Doorlaat van zonne-energie / Reflectie van zonne-energie (EN 410)
84/8
NPD = No Performance Determined (geen prestaties bepaald).
Om aan de -markering te voldoen, heeft AGC besloten de algemene informatie op de etiketten van haar producten te vermelden.
www.yourglass.nl
-MARKERING EN NORMALISATIE
Elk individueel product dat in aanmerking komt voor het keurmerk, moet het -logo dragen, maar daarnaast dient bovendien specifieke informatie aan de klant te worden verstrekt:
▼ Technische informatie
408
AGC
Panovenweg 21 4004 JE TIEL
2.2.1 Welke informatie is vereist voor de -markering?
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE
AGC EN -MARKERING
2.2
409
2.3.1 INLEIDING
-keurmerken zijn op www.yourglass.nl in twee vormen te vinden.
De onderstaande tabellen bevatten de normen die gepubliceerd worden door CEN TC 129 “Glas in de bouw”. De officieel gepubliceerde normen zijn aangeduid met EN; de ontwerpnormen waaraan nog wordt gewerkt zijn aangeduid met pr EN. Deze normen worden gepubliceerd in de verschillende landen van de Europese Unie (NBN EN in België, NEN EN in Nederland, NF EN in Frankrijk, ...) en zijn beschikbaar bij de nationale normalisatie-instanties (NBN in België, NEN in Nederland, AFNOR in Frankrijk, ...).
▼ Het pdf-bestand
Voor producten waarvoor de -markering al geldt, vindt u aan de linkerzijde van uw scherm een toets genaamd “ -marking’, waarop u kunt klikken om een pdf-bestand uit te printen met de tabel van het betreffende product.
▼ Dynamische tool - Product finder
U kunt deze tool, die u kan terugvinden in YourGlass Toolbox, gebruiken om specifieke merken, producten, samenstellingen of aspecten te zoeken, of om een passend product te kiezen door de gezochte technische waarden in te voeren.
De normen zijn ondergebracht in verscheidene tabellen, in overeenstemming met de volgende classificatie:
Hier hebt u met één klik op de -markering-toets de mogelijkheid om van een specifiek product een -informatiefiche uit te printen.
>
> > >
Geharmoniseerde normen voor de markering Normen met betrekking tot basisglasproducten Normen met betrekking tot veredelde glasproducten Normen met betrekking tot beproevings- en berekeningsmethoden.
-MARKERING EN NORMALISATIE
2.2.2 www.yourglass.nl
-MARKERING EN NORMALISATIE
EUROPESE NORMEN OP GLASGEBIED 2.3
410
www.yourglass.nl
EN 572-9: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
pr EN 1036-2
Verzilverde floatglazen spiegels voor intern gebruik Overeenkomstigheidsbeoordeling
pr EN 1051-2
Glazen stenen en glazen tegels – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 1096-4: 2005
Gecoat glas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 1748-1-2: 2005
Bijzondere basisproducten - Borosilicaatglas Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 1748-2-2: 2005
Bijzondere basisproducten -Glaskeramiek Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 1279-5: 2005
Isolerend glas – Conformiteitsbeoordeling
EN 1863-2: 2000
Thermisch versterkt natronkalkglas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 12150-2: 2000
Thermisch gehard natron kalkveiligheidsglas Overeenkomstigheidsbeoordeling
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
2.3.2 Geharmoniseerde normen voor de -markering van TC 129
411
EN 13024-2: 2005
Thermisch gehard borosilicaatveiligheidsglas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 14178-2: 2005
Glas voor gebouwen – Basis aardalkalisilicaatproducten van glas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 14179-2: 2005
Heat soaked thermisch gehard natronkalkveiligheidsglas – Definitie en beschrijving
EN 14321-2: 2005 EN 14449: 2005
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Referentie
Titel
EN 1036: 1999
Verzilverde floatglazen spiegels voor intern gebruik
EN 1051–1: 2003
Glazen stenen en glazen tegels - Definities, eisen, beproevingsmethoden en controles
EN 1096–1: 1998
Gecoat glas – Definitie en classificatie
Thermisch gehard aardalkalisilicaat veiligheidsglas
EN 1096–2: 2001
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
Gecoat glas - Eisen en beproevingsmethoden voor coatings van klasse A, B en S
EN 1096–3: 2001
Gecoat glas - Eisen en beproevingsmethoden voor coatings van klasse Ce en D
EN 1279–1: 2004
Isolerend glas - Algemeenheden, toleranties op afmetingen en regels voor de systeembeschrijving
EN 1279–2: 2003
Isolerend glas - Lange-duurbeproevingsmethode en eisen voor vochtindringing
Titel
EN 1279–3: 2003
EN 572-1: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Definities en algemene fysische en mechanische eigenschappen
Isolerend glas - Lange-duurbeproevingsmethode en eisen voor gasverliessnelheid en voor gasconcentratietoleranties
EN 1279–4: 2002
EN 572-2: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Floatglas
Isolerend glas - Beproevingsmethoden voor de fysische eigenschappen van de randafdichting
EN 1279–6: 2002
EN 572-3: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Gepolijst draadglas
Isolerend glas - Productiecontrole in de fabriek en periodieke beproevingen
EN 1863–1: 2000
Thermisch versterkt natronkalkglas - Definitie en beschrijving
EN 572-4: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Getrokken raamglas
pr EN 1863–1 A1
Thermisch versterkt natronkalkglas - Definitie en beschrijving
EN 572-5: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Gegoten glas
EN 12150–1: 2000
Thermisch gehard natronkalkveiligheidsglas - Definitie en beschrijving
EN 572-6: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Gepolijst draadglas
EN 12337–1: 2000
Chemisch versterkt natronkalkglas - Definitie en beschrijving
EN 572-7: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Glazen kanaalprofielen met en zonder draadinleg
EN ISO 12543–1: 1998
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Definities en beschrijving van de onderdelen
EN 572-8: 2004
Basisproducten van natronkalkglas – Handelsmaten en eindtoepassingsmaten
EN ISO 12543–2: 1998
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Gelaagd veiligheidsglas
EN 1748-1-1: 2004
Bijzondere basisproducten – Borosilicaatglas
EN ISO 12543–2/ A1: 2005
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Gelaagd veiligheidsglas
EN 1748-2-1: 2001
Bijzondere basisproducten – Glaskeramiek
EN ISO 12543–3: 1998
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Gelaagd glas
EN 14178-1: 2005
Basis aardalkalisilicaatproducten van glas – Deel 1: Floatglas
EN ISO 12543–4: 1998
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Beproevingsmethoden voor de duurzaamheid
EN ISO 12543–5: 1998
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas - Afmetingen en randafwerking
2.3.3 Normen van TC 129 met betrekking tot basisglasproducten
412
2.3.4 Normen van TC 129 met betrekking tot veredelde glasproducten
Referentie
www.yourglass.nl
-MARKERING EN NORMALISATIE
Chemisch versterkt natronkalkglas – Overeenkomstigheidsbeoordeling
EN 12337-2: 2005
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE
(Vervolg van de tabel)
413
EN 1288–3: 2000
Bepaling van de buigtreksterkte van glas – Beproeving met tweezijdig opgelegde proefstukken (vierpuntsbuigproef)
EN 1288–4: 2000
Bepaling van de buigtreksterkte van glas – Beproeving van profielvormig glas
Glas voor gebouwen – Constructieve beglazing door verkitten – Deel 2: Montageregels
EN 1288–5: 2000
Bepaling van de buigtreksterkte van glas – Coaxiale-dubbeleringproef op vlakke proefstukken met klein beproevingsoppervlak
EN 13024–1: 2002
Thermisch gehard borosilicaatveiligheidsglas – Definitie en beschrijving
EN 12600: 2003
Slingerproef – Stootbelastingproef en classificatie voor vlakglas
EN 14179–1: 2005
Heat soaked thermisch gehard natronkalkveiligheidsglas – Definitie en beschrijving
EN 12603: 2003
Procedures voor de “goodness of fit” en de betrouwbaarheids intervals voor glassterktegegevens met een Weibull-verdeling
EN 14321–1: 2005
Thermisch gehard aardalkalisilicaat veiligheidsglas
EN 12758: 2002
Glas en luchtgeluidisolatie – Definities en bepaling van eigenschappen
EN 12898: 2001
Bepaling van het emitterend vermogen
pr EN 13474:
Ontwerp van glazen ruiten
EN 13541: 2000
Beproeving en klasse-indeling van de weerstand tegen explosiedruk
EN 13022–1: 2006
Glas voor gebouwen – Constructieve beglazing door verkitten – Deel 1: Producten van glas voor constructieve beglazingssystemen voor ondersteunde en niet-ondersteunde monolitische en meervoudige beglazing
EN 13022–2: 2006
2.3.5 Normen van TC 129 met betrekking tot beproevingsen berekeningsmethoden
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Referentie
414
-MARKERING EN NORMALISATIE
Bepaling van de buigtreksterkte van glas – Coaxiale-dubbeleringproef op vlakke proefstukken met groot beproevingsoppervlak
Gelaagd glas en gelaagd veiligheidsglas – Uiterlijk
EN 1288–2: 2000
EN ISO 12543–6: 1998
EN ISO 14438: 2002 Bepaling van energiebalansgetal – Berekeningsmethode
Titel
EN 356:1999
Beveiligingsbeglazing - Beproeving en classificatie van de weerstand tegen manuele aanval
EN 357: 2005
Brandwerende beglaasde bouwdelen met doorzichtige of doorschijnende producten van glas - Classificatie van brandwerendheid
EN 410: 1998
Bepaling van de licht- en zontoetredingeigenschappen van glas
EN 673: 1997
Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) Berekeningsmethode
EN 673 A1: 2000
Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) Berekeningsmethode
EN 673 Az: 2003
Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) Berekeningsmethode
EN 674: 1997
Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) - Methode met afgeschermde verwarmingsplaat
EN 675: 1997
Bepaling van de warmtedoorgangscoëfficiënt (U-waarde) - Methode met warmtestroommeter
EN 1063: 1999
Beveiligingsbeglazing - Beproeven en classificatie van de kogelwerendheid
EN 1288–1: 2000
Bepaling van de buigtreksterkte van glas - Grondbeginselen van de beproeving van glas
www.yourglass.nl
2.3.6 Normen van TC 129 met betrekking tot de beglazing pr EN 12488
Glas voor gebouwen – Eisen voor beglazing – Regels voor beglazen
pr EN ISO 14439 Eisen aan de beglazing – Gebruik van beglazingsblokjes
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE
(Vervolg van de tabel)
415
>
ETAG 002: 1999 – Structureel gelijmd glaswerk (SGG) – Deel 1: Ondersteunende en niet ondersteunende systemen
>
EN ISO 140-3: 1995 – Akoestiek – Het meten van geluidsisolatie in gebouwen en van bouwelementen – Deel 3: Laboratoriummeting van de luchtgeluidisolatie van bouw elementen.
>
ETAG 002: 1999 – Structureel gelijmd glaswerk (VEC) – Deel 2: Gecoate aluminium systemen
>
ETAG 002: 2002 – Structureel gelijmd glaswerk (SGG) – Deel 3: Systemen met profielen met thermische onder breking.
2.4.2 WARMTE-ISOLATIE
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
>
EN ISO 10077-1: 2000 – Thermische eigenschappen van ramen, deuren en luiken – Berekening van de warmtegeleiding – Deel 1: Vereenvoudigde methode EN ISO 10077-2: 2003 – Thermische eigenschappen van ramen, deuren en luiken – Berekening van de warmtedoorgangscoëfficiënt – Deel 2: Numerieke methode voor raamkozijnen
>
pr EN 13947 – Thermische eigenschappen van vliesgevels – Berekening van de warmtegeleiding – Vereenvoudigde methode
>
EN ISO 13788: 2001 – Hygrothermische prestatie van bouwcomponenten en -elementen – Binnenoppervlaktetemperatuur om kritische oppervlaktevochtigheid te vermijden en berekening van de condensatie in bouwdelen – Berekeningsmethode (ISO 13788/2001).
2.4.3 ZONWERING >
EN 13363-1: 2003 – Zonwerende voorzieningen gecombineerd met beglazing – Berekening van zon- en lichtdoorlatendheid – Deel 1: Vereenvoudigde methode
>
EN 13363-2: 2003 – Zonwerende voorzieningen gecombineerd met beglazing – Berekening van totale zonneenergiedoorlatendheid en lichtdoorlatendheid – Deel 2: Gedetailleerde berekeningsmethode.
www.yourglass.nl
2.4.5 VEA >
-MARKERING EN NORMALISATIE
EN ISO 717-1: 1996 – Akoestiek – Eengetal-aanduiding voor de geluidsisolatie in gebouwen en van bouwelementen
>
416
2.4.4 VEC
>
1998 – Technisch verslag van de EUtgb betreffende “l’Agrément des ouvrages réalisés en vitrages extérieurs attachés”.
2.4.6 GECOAT GLAS >
Technische gids van de EUtgb: 2001 – Gecoat glas
>
GEPVP code of practice – GEPVP member’s commitment to characterize Low-E insulating glazing in accordance with the new European standards
>
GEPVP code of practice for in-situ measurement and evaluation of the color of coated glass used in façades.
2.4.1 GELUIDSISOLATIE
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE
OVERIGE NORMEN EN EUROPESE DOCUMENTEN
2.4
417
>
EN 1990: 2002 – Structurele Eurocodes – Eurocodes: Grondslag van het constructief ontwerp
EN 13501-2: 2003 – Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 2: Classificatie op grond van resultaten van brandwerendheidsproeven behalve voor producten voor gebruik in ventilatiesystemen
>
EN 1990/A1: 2006 – Eurocode – Grondslagen van het constructief ontwerp
>
EN 1363-1: 1999 – Bepaling van de brandwerendheid – Deel 1: Algemene eisen
EN 1991-1-1: 2002 – Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-1: Algemene belastingen – Dichtheden, eigen gewicht en opgelegde belastingen voor gebouwen
>
>
>
EN 1363-2: 1999 – Bepaling van de brandwerendheid – Deel 2: Alternatieve en aanvullende procedures
EN 1991-1-3: 2003 – Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-3: Algemene belastingen – Sneeuwbelastingen
>
>
EN 1364-1: 1999 – Bepaling van de brandwerendheid van niet-dragende bouwdelen – Deel 1: Wanden
EN 1991-1-4: 2005 – Eurocode 1 – Belastingen op constructies – Deel 1-4: Algemene belastingen – Windbelasting.
>
EN 1364-2: 1999 – Bepaling van de brandwerendheid van niet-dragende bouwdelen – Deel 2: Plafonds
>
EN 1364-3: 2003 – Bepaling van de brandwerendheid van niet-dragende bouwdelen – Deel 3: Vliesgevels – Volledige configuratie
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
>
418
EN ISO 1716: 2002 – Bepaling van de bijdrage tot de brandvoortplanting van bouwmaterialen – Bepaling van de verbrandingswarmte (ISO 1716:2002)
>
EN ISO 1182: 2002 – Bepaling van het brandgedrag van bouwproducten – Beproeving van de onbrandbaarheid (ISO 1182:2002)
>
EN 13823: 2002 – Bepaling van het brandgedrag van bouwproducten – Bouwproducten, met uitzondering van vloerafwerkingen, blootgesteld aan een thermische aanval met een brandend voorwerp
>
EN ISO 11925-2: 2002 – Bepaling van het brandgedrag van bouwproducten – Ontvlambaarheid bij directe blootstelling aan vlammen – Deel 2: Beproeving met een enkele vlambron (ISO 11925-2:2002).
www.yourglass.nl
2.4.9 DOUCHES, LIFTEN, MEUBILAIR EN TUINBOUWKASSEN >
EN 14428: 2005 – Douchewanden – Functionele eisen en beproevingsmethoden
>
EN 81-1: 2000 – Veiligheidsvoorschriften voor het vervaardigen en het aanbrengen van personenliften – Deel 1: Elektrische personenliften
>
EN 14072: 2004 – Glas in meubilair – Beproevingsmethoden
>
EN 13031-1: 2002 – Tuinbouwkassen – Ontwerp en constructie – Deel 1: Tuinbouwkassen voor de beroepsmatige productie van planten en gewassen.
-MARKERING EN NORMALISATIE
>
2.4.8 Eurocodes
EN 13501-1: 2002 – Brandclassificatie van bouwproducten en bouwdelen – Deel 1: Classificatie op grond van resultaten van beproeving van het brandgedrag
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
>
-MARKERING EN NORMALISATIE
2.4.7 BRANDWERENDHEID
419
>
EN 1026: 2000 – Ramen en deuren – Luchtdoorlatendheid – Beproevingsmethode
>
EN 14351-1: 2006 – Ramen en deuren – Productnorm – Prestatie-eisen – Deel 1: Ramen en deuren zonder brand- en rookwerende eigenschappen
EN 12207: 2000 – Ramen en deuren – Luchtdoorlatendheid – Classificatie
>
EN 12211: 2000 – Ramen en deuren – Weerstand tegen windbelasting – Beproevingsmethode
>
EN 13830: 2003 – Vliesgevels – Productnorm
>
>
EN 13049: 2003 – Ramen – Botsing met een zacht en zwaar lichaam – Beproevingsmethode, veiligheidseisen en classificatie
EN 12210: 2000 – Ramen en deuren – Weerstand tegen windbelasting – Classificatie
>
EN 1027: 2000 – Ramen en deuren – Waterdichtheid – Beproevingsmethode
De TC 33 van het CEN is bevoegd op het gebied van houten constructies en vliesgevels. Hieronder volgt een selectie van de beschikbare normen, maar er zijn er nog veel meer. >
>
EN 14019: Vliesgevels – Weerstand tegen stootbelasting – Prestatie-eisen
>
EN 12208: 2000 – Ramen en deuren – Waterdichtheid – Classificatie
>
ENV 1627: 1999 – Ramen, deuren, luiken – Inbraakwerendheid – Eisen en classificatie
>
EN 12152: – Vliesgevels – Luchtdoorlatendheid – Prestatieeisen en classificatie
>
ENV 1628: 1999 – Ramen, deuren en luiken – Inbraakwerendheid – Beproevingsmethode voor de bepaling van de weerstand onder statische belasting
>
EN 12179: 2000 – Vliesgevels – Weerstand tegen windbelasting – Beproevingsmethode
>
>
ENV 1629: 1999 – Ramen, deuren, luiken – Inbraakwerendheid – Beproevingsmethode voor de bepaling van de weerstand onder dynamische belasting
EN 13116: 2001 – Vliesgevels – Weerstand tegen windbelasting – Prestatie-eisen
>
EN 12155: 2000 – Vliesgevels – Waterdichtheid – Laborato riumbeproeving onder statische druk
>
EN 12154: 2000 – Vliesgevels – Waterdichtheid – Prestatieeisen en classificatie.
>
ENV 1630: 1999 – Ramen, deuren, luiken – Inbraakwerendheid – Beproevingsmethode voor de bepaling van de weerstand tegen manuele inbraakpogingen
>
EN 13123-1: 2001 – Ramen, deuren en luiken – Bestandheid tegen explosies – Eisen en classificatie – Deel 1: Schokbuis
>
EN 13123-2: 2004 – Ramen, deuren en luiken – Weerstand tegen explosies – Eisen en classificatie – Deel 2: Veldtest
>
EN 13124-1: 2001 – Ramen, deuren en luiken – Bestandheid tegen explosies – Beproevingsmethode – Deel 1: Schokbuis
>
EN 13124-2: 2004 – Deuren, ramen en luiken – Weerstand tegen explosies – Beproevingsmethode – Deel 2: Veldtest
>
EN 1522: 1999 – Ramen, deuren en luiken – Kogelwerendheid – Eisen en classificatie
www.yourglass.nl
-MARKERING EN NORMALISATIE
EN 1523: 1988 – Ramen, deuren en luiken – Kogelwerendheid – Beproevingsmethode
>
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
-MARKERING EN NORMALISATIE BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 420
2.4.10 houten constructies EN VLIESGEVELS
421
3.1
INLEIDING
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprincipes die bij de plaatsing van glas moeten worden gevolgd. Meer gedetailleerde informatie vindt u op de site www.yourglass.nl over: >
plaatsing van glas in sponningen
>
bijzondere plaatsingen (vloeren, leuningen, patrijspoorten, …)
>
Structureel verlijmde beglazing en VGG
>
Structura (VEA)
>
producten voor binnenhuisdecoratie.
PLAATSING VAN GLAS
PLAATSING VAN glas
3 PLAATSING VAN glas
422
Mid City Place London, Londen, Verenigd Koninkrijk Architect: Kohn Pedersen Fox Associates - Stopray Safir
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
In alle gevallen moeten naast deze voorschriften ook de nationale normen en eisen worden nageleefd. In Nederland is de NPR 3577 het uitgangspunt en de voorwaarde voor garantie op ons product.
423
3.2.1 INLEIDING De plaatsing van glas (enkel, dubbel, gelaagd, etc.) in sponningen dient volgens een aantal regels te gebeuren, om de duurzaamheid van het bouwwerk en de prestaties van het product te garanderen en kwaliteitsverlies tot een minimum te beperken. Hierbij moet specifiek aandacht worden besteed aan: > juiste afmetingen van het glas > kwaliteit van het glas > kwaliteit van het kozijn > geen contact tussen glas en kozijn door het aanbrengen van beglazingsblokjes en door voldoende speling tussen het kozijn en het glas > afdichting tussen kozijn en glas en ventilatie van de sponning > onderlinge verdraagzaamheid van de materialen; > bescherming van de randverbinding in het isolatieglas tegen UV-stralen > beperking van thermische en mechanische spanningen op het glas > onderhoud.
3.2.3 KWALITEIT VAN HET GLAS Het te plaatsen glas moet recht en zonder splinters worden gesneden, conform de daarvoor geldende normen. De toleranties op de afmetingen van het glas en op de dikten moeten worden gerespecteerd. Het glas mag in een later stadium geen kwaliteitsverlies ondergaan.
3.2.4 KWALITEIT VAN HET KOZIJN Het kozijn moet worden beschermd tegen corrosie of rot. Het moet voldoen aan de normen voor lucht- en waterdichtheid en voorzien zijn van voldoende ventilatie. Vervormingen in het kozijn moeten zoveel mogelijk beperkt worden om te voorkomen dat de toegestane mechanische spanningen in het glas en in de afstandhouder van het isolatieglas worden overschreden.
3.2.5 VASTZETTING EN SPELING Het glas mag nooit rechtstreeks in contact komen met het kozijn of enig ander hard materiaal. Het glas wordt vastgezet met beglazingsblokjes tussen het glas en het kozijn, om: >
direct onderling contact te vermijden
>
de correcte positionering van het glas in het kozijn te verzekeren (in de hoogte, in de breedte en eventueel in de dikte) en de minimumspeling tussen glas en kozijn te garanderen
>
via beglazingsblokjes het gewicht van het glas en de gedragen belasting over te dragen naar het kozijn. De beglazingsblokjes moeten zo worden gekozen dat bij de overdracht van deze belasting de toegestane spanning voor het glas, het kozijn en/of de beglazingsblokjes niet wordt overschreden
>
vervorming van beweegbare delen in geopende toestand zoveel mogelijk te voorkomen.
3.2.2 JUISTE AFMETINGEN VAN HET GLAS De dikte van het glas moet worden berekend: voor gevelbeglazing: rekening houdend met de windbelasting > voor dakbeglazing: rekening houdend met wind, sneeuw en het eigen gewicht van het glas. Om de berekeningen mogelijk te maken, moet in de aanvraag het gebied waar het gebouw staat (stad, platteland, kust, windgebied I, II of III) worden aangegeven, evenals de afmetingen van het gebouw, het aantal steunzijden van het glas, de afmetingen van het glas en de positie van het glas in de gevel of het dak. >
www.yourglass.nl
PLAATSING VAN GLAS
Voor de gedetailleerde versie van de plaatsingsvoorschriften kunt u terecht op www.yourglass.nl.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
PLAATSING VAN GLAS BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 424
PLAATSING VAN GLAS IN SPONNINGEN 3.2
425
Buitenbeglazing met houten neuslat BINNEN
BUITEN
a afwaterend b beëindiging glaslat c dichtkitten d neuslat e RVS bevestingsmateriaal, loodrecht op sponningsvlak f topafdichting, minimaal 4 mm x 6 mm g celbandrugvulling, minimaal 4 mm h glaslatblokje bevestigd aan neuslat i steunblokje op poten
Binnenbeglazing met aluminium plaatsingsprofiel
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BUITEN
426
BINNEN
BINNEN
De afdichting tussen glas en kozijn moet voldoen aan de eisen van lucht- en waterdichtheid. In de sponningbodem mag geen water achterblijven, om te voorkomen dat bijvoorbeeld de randafdichting van het isolatieglas wordt aangetast of de kwaliteit van de PVB in gelaagd glas afneemt. De dichtheid wordt gegarandeerd met behulp van kitvoegen of een droogbeglazingsprofiel. Deze voegen kunnen eventuele uitzettingsverschillen tussen kozijn en glas opvangen en tegelijkertijd de dichtheid in stand houden. Zij behoren hun eigenschappen in de loop der tijd te behouden. Dankzij ventilatie wordt een zo droog mogelijke sponning verkregen. Zelfs in het geval dat per ongeluk vocht in de sponning komt (condensatie, infiltratie als gevolg van mogelijke gebreken in een afdichtingvoeg,…), dan kan dit vocht worden afgevoerd via de ventilatieopeningen (zie afbeeldingen 1 en 2).
3.2.7 VERENIGBAARHEID VAN DE MATERIALEN Na de plaatsing van het glas moeten ook materialen waar het glas direct of indirect via dampspanning mee in contact komt verenigbaar zijn met de kit en/of de tussenlagen van het glas. Dat wil zeggen dat bij chemische of fysieke interacties zij geen invloed op elkaar mogen uitoefenen, zodanig dat hun eigenschappen nadelig zouden kunnen worden beïnvloed.
BUITEN
3.2.8 BESCHERMING TEGEN ULTRAVIOLET LICHT A aanslag B netto-aanslag C profielbreedte
a topafdichting, minimaal 4 mm x 6 mm b rugvulling, minimaal 4 mm c glaslat d hielafdichting e aluminium plaatsingsprofiel f ontwateringsgaten, uitsluitend toe te passen aan de onderzijde g kitlint h kitten i steunblokje op poten
Bron: NPR 3577:2008 zijn met toestemming van NEN te Delft overgenomen (www.nen.nl).
www.yourglass.nl
PLAATSING VAN GLAS
3.2.6 AFDICHTINGEN/KITVOEGEN – VENTILATIE VAN DE SPONNING
De normale randafdichting van isolatieglas kan worden aangetast door UV-licht. Deze randafdichting moet dan worden beschermd. Voor glas dat rondom in een sponning van correcte afmetingen is geplaatst is dit geen probleem. Voor glas waarvan 1 of meer randen in het zicht blijven, moeten extra maatregelen worden genomen. Dit kan door de rand te beschermen met een kap of opgelijmde afdekking. Ook kan gekozen worden voor een UV-bestendige afdichtkit.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
PLAATSING VAN GLAS
De afmetingen van de sponning en de glaslatten zijn dusdanig dat het glas op correcte wijze vastgezet kan worden. Daarom moet de minimumspeling tussen glas en kozijn (zie afbeeldingen 1 en 2) beslist worden nagekomen, enerzijds tussen het glas en de bodem van de sponning en anderzijds loodrecht op het glas, tussen het glas en de glaslat of de aanslag.
427
Onder bijzondere projecten verstaan we o.a.: >
gebogen glas
Glas is gevoelig voor temperatuurverschillen. Als er op een gegeven moment een temperatuurgradiënt van meer dan 40° is tussen twee naastgelegen zones in eenzelfde ruit, kan dit een thermische breuk veroorzaken.
>
glazen leuningen
>
vloertegels en traptreden
>
…
Wanneer deze omstandigheid zich voordoet (bijvoorbeeld glas dat enigszins inspringend in de gevel is geplaatst, schaduw door zonwering, …) moet het risico op thermische breuk worden beoordeeld en zal eventueel (half)gehard glas moeten worden gebruikt.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Bij dakbeglazingen is de thermische belasting veel groter.
428
Elk van deze projecten moet voldoen aan specifieke plaatsingsvoorschriften, die worden beschreven in een uitgebreide toelichting te lezen op onze website www.yourglass.nl.
3.4 GLASGEVELS:
3.2.10 VOORZORGSMAATREGELEN EN ONDERHOUD
VEC, VGG, VEA
In sommige gevallen kan het nuttig zijn om het glas direct na aanlevering te beschermen tegen invloeden van buitenaf. Te denken valt aan: stoten, breuken, vandalisme, bekrassing, chemische en fysische inwerking. Deze bescherming mag geen thermische breuk van het glas veroorzaken.
Met projecten in VEC (Structureel gelijmd glas), VGG of VEA (Structureel verankerd glas) kunnen gevels worden gecreëerd met glas in de hoofdrol. Het gaat om drie verschillende soorten plaatsing waarbij strikte regels in acht moeten worden genomen. Deze regels worden beschreven in uitgebreide brochures die verkrijgbaar zijn op onze site www.yourglass.nl.
Afhankelijk van het type glas (o.a. coatings op de buitenzijde van isolatieglas), moeten ook bij reiniging voorzorgsmaatregelen worden genomen. Beschadigde kitvoegen moeten worden vervangen.
3.5 DECORATIEVE
PRODUCTEN
Een uitgebreide brochure waarin de specifieke kenmerken van de plaatsing van spiegels en aanverwante producten (zoals Mirox 3G, Lacobel, etc.) wordt beschreven, kan eveneens worden gevonden op onze site www.yourglass.nl.
www.yourglass.nl
PLAATSING VAN GLAS
3.2.9 BEPERKING VAN DE THERMISCHE SPANNINGEN IN HET GLAS
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
PLAATSING VAN GLAS
BIJZONDERE PLAATSINGEN 3.3
429
4.1
INLEIDING
In Nederland zijn voor het dimensioneren van glasdiktes bepaalde eisen en bepalings- methoden in Nederlandse normen omschreven. In het Bouwbesluit wordt verwezen naar de NEN 6702. De NEN 6702 geeft voor bouwconstructies de minimale eisen met betrekking tot belastingen en vervormingen aan. De normen 2608-1 en 2608-2 zijn gebaseerd op de NEN 6702. NEN 2608-1: Weerstand tegen windbelasting voor verticale beglazing vierzijdig opgelegd.
Dimensionering van GLAS
Dimensionering van GLAS
4 DIMENSIONERING VAN BEGLAZINGEN
NEN 2608-2: Weerstand tegen eigen gewicht, wind, sneeuwbelasting en isochore druk (luchtdruk in de spouw). Er wordt momenteel nog gewerkt aan de overige delen van de 2608-norm om zo ook voor horizontaal geplaatst glas dat voor reparatie en onderhoud begaanbaar is (deel 3) en voor vloerafscheidingen met glas ter plaatse van een niveauverschil (deel 4).
TOEPASSING NEN 2608-1
430
Deze norm beschrijft de eisen en bepalingsmethode voor de weerstand tegen windbelasting van verticaal geplaatste ruiten in buitengevels van gebouwen. De ruiten dienen rechthoekig te zijn, geplaatst onder een hoek van 80° tot 90° en vierzijdig vlak opgelegd. De dikte van de gevelbeglazingen wordt bepaald door de winddruk op deze beglazing. Deze druk hangt af van: > >
> AVAZ, Sarajevo, Bosnië-Herzegovina - Architect: Ahmed Kapidric Stopsol Silverlight PrivaBlue
www.yourglass.nl
> >
de plaats van het gebouw (windgebied 1, windgebied 2, windgebied 3) de positie van de beglazing in het gebouw (bijv. op een hoekelement van een gebouw) en de afmetingen van het gebouw de hoogte van de beglazing ten opzichte van de grond of het gebied om het gebouw bebouwd of onbebouwd is breedte en hoogte van de ruit.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
4.2
431
5 REGLEMENTERING IN NEDERLAND
Deze norm beschrijft de eisen en bepalingsmethode voor de weerstand tegen eigen gewicht, wind, sneeuwbelasting en isochore druk op niet-verticaal geplaatst vlakglas, toegepast in een bouwconstructie, zoals schuin geplaatste gevels, luifels en daken. Naast de bovengenoemde elementen voor verticaal geplaatst glas zijn nog enkele aspecten van belang: >
helling van het dak
>
dakvorm
>
hoogte van het gebouw
>
het aantal gesteunde en/of ingeklemde zijden van de beglazing.
REGLEMENTERING IN nederland
Dimensionering van GLAS
TOEPASSING NEN 2608-2 4.3
DIMENSIONERING OVERIGE BEGLAZING
432
De NEN-EN 81 is een door het Bouwbesluit aangewezen norm voor het dimensioneren van liftbeglazingen. Alle overige toepassingen als vloeren, vloerafscheidingen bij hoogteverschil, incidenteel beloopbare ruiten, VEC (structureel gelijmd glas), traptreden, zwembadbeglazing, etc. kunnen ook vanuit de NEN 6702 worden gedimensioneerd.
Europese Gemeenschappen, Brussel, België Architect: Bureau d’architecture de Genval - Stopsol Classic Blank
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
4.4
433
De richtlijn voorziet onder andere in eisen met betrekking tot: >
een methode voor de berekening van de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen
>
minimumnormen voor de energieprestatie van nieuwe gebouwen en van bestaande grote gebouwen die een ingrijpende renovatie ondergaan
>
de energiecertificering van gebouwen; bij bouw, verkoop en verhuur moet de eigenaar een energielabel overleggen van maximaal 10 jaar oud
>
cv-ketels en airconditioningsystemen in gebouwen
>
verwarmingsinstallaties waarvan de ketel een vermogen heeft dat groter is dan 20 kW en die ouder zijn dan vijftien jaar.
De uiterste datum voor tenuitvoerlegging van deze richtlijn op nationaal niveau was 4 april 2006
▼ Implementatie in Nederland
De uitwerking van de richtlijn en daadwerkelijke invoering ervan in de Nederlandse situatie valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van VROM. Zie ook de website van VROM. (www.vrom.nl) Nederland voldeed al aan een aanzienlijk deel van de richtlijn. Zo was er al een rekenmethode voor het bepalen van de energieprestatie van gebouwen en beschikte Nederland al over wettelijke voorschriften voor de energieprestatie bij nieuwbouw en renovatie (NEN 2916 en 5128). Voor nieuwbouw geldt de energieprestatienorm (EPN) waarmee de energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van woningen en gebouwen wordt berekend. Inmiddels is de EPC-eis al enige malen aangescherpt van 1,2 via 1,0 naar 0,8 op dit moment. Verdere verlagingen liggen in
www.yourglass.nl
het verschiet. Sinds 1 januari 2008 wordt de energieprestatie van bestaande woningen en gebouwen in een klasse vastgelegd op een energielabel.
▼ Energielabel
Vanaf 1 januari 2008 moet bij bouw, verkoop en verhuur van een gebouw op het moment van transactie een energielabel (energieprestatiecertificaat) aanwezig zijn. Het energielabel is gebouwgebonden en geeft, op basis van een berekening, informatie over de hoeveelheid energie die bij gestandaardiseerd gebruik van dat gebouw nodig is. Het betreft het gebruik van energie voor verwarming, warmwatervoorziening, verlichting, ventilatie en koeling. Het energielabel is maximaal tien jaar geldig.
REGLEMENTERING IN nederland
De Europese Gemeenschap heeft in januari 2003 de Europese richtlijn Energy Performance Building Directive (EPBD) gepubliceerd en sindsdien is deze ook van kracht. Deze richtlijn sluit aan bij de initiatieven van de Europese Gemeenschap in het kader van het terugdringen van de klimaatverandering. Doel van deze richtlijn is het stimuleren van verbeterde energieprestaties van gebouwen in de Europese Unie.
Het energielabel voor woningen lijkt op het energielabel voor koelkasten en andere apparaten. De energieprestatie van het gebouw wordt weergegeven in een energie-index en in een gestandaardiseerde energieklasse (A t/m G met bijbehorende kleuren). Hiermee is in één oogopslag te zien of een woning zuinig is of niet. Klasse A is zuinig, klasse G is onzuinig. Daarnaast geeft het energielabel bij bestaande bouw een advies voor mogelijke maatregelen die de energieprestatie van het gebouw kunnen verbeteren. Een energielabel is voor 10 jaar geldig en mag alleen door een erkende adviseur worden toegekend. Een speciale verplichting geldt voor gebouwen (niet zijnde monumenten) met een totale gebruiksoppervlakte groter dan 1000 m², waarin een overheidsdienst of overheidsinstelling zijn diensten aan het publiek verleent en die met het oog daarop door een groot aantal personen worden bezocht. Het energielabel moet hier vanaf 1 januari 2009 op een opvallende plaats worden aangebracht.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 434
WARMTE-ISOLATIE EUROPESE ONTWIKKELINGEN
5.1
435
A++ ≤ 0,50 A+ 0,51-0,70 A 0,71-1,05 1,05-1,30
Het bijzonder bestek vermeldt de verwachte spectrofotometrische en energetische eigenschappen van de glasproducten.
1,31-1,60
De belangrijkste factoren die gebruikt worden om de beglazingen te karakteriseren, zijn:
1,61-2,00
2,01-2,40
2,41-2,90
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
> 2,91
436
Er bestaat geen reglementering ten aanzien van eventuele waarden van zontoetredingsfactor of lichttransmissie, noch ten aanzien van het aspect van de beglazingen (kleur, licht reflectie).
Per 1 januari 2009 wordt het energielabel vernieuwd. In dat label zal de classificatie van de woning worden gekoppeld aan het type woning. Het huidige label wekt ten onrechte de suggestie dat er sprake is van een absolute waardering van de energiezuinigheid van een woning, terwijl de classificatie via de labels een relatieve waarde is. De beoordeling kan alleen vergeleken worden met die van woningen van hetzelfde type. Om die reden wordt het label vernieuwd en verbeterd en komt er een afbeelding van het woningtype op het label te staan. Met dat label kunnen consumenten een vergelijking maken tussen dezelfde type woningen.
▼ Rekenprogramma
Rekensoftware, waarmee de Uw-waarde volgens de EN ISO 10077-1 (2006) kan worden berekend, is beschikbaar via onze website www.yourglass.nl. U vindt het programma in de YourGlass Toolbox onder Calculation Programs.
www.yourglass.nl
>
Lichttransmissie – LTA (τv): percentage van de lichtstroom volgens lichtbron D65 dat door de beglazing wordt doorgelaten
REGLEMENTERING IN nederland
Energielabel
> Lichtreflectie – LR (ρv): percentage van de lichtstroom volgens lichtbron D65 dat door de beglazing wordt gereflecteerd > Zontoetredingsfactor – ZTA (g) of Totale Energietransmissie: percentage van de totale zonnestraling dat door de beglazing wordt doorgelaten. Dit is de som van de Directe Energietransmissie (DET) en het deel van de Energieabsorptie (EA) dat terug het gebouw wordt ingestraald. Soms worden andere factoren gebruikt: > Directe Energietransmissie – DET (τe): percentage van de totale zonnestraling dat rechtstreeks door de beglazing wordt doorgelaten > Energiereflectie – ER (ρe): percentage van de zonnestraling dat door de beglazing wordt gereflecteerd > Energieabsorptie – EA (αe): percentage van de zonnestraling dat door de beglazing wordt geabsorbeerd. De geabsorbeerde energie wordt vervolgens gedeeltelijk naar buiten gestraald, en gedeeltelijk naar binnen, al naargelang de eigenschappen van het glas, de windsnelheid en de temperatuur binnens- en buitenshuis > Ultraviolet-transmissie (τUV): percentage van de ultraviolette straling (tussen 280 en 380 nm) dat door de beglazing wordt doorgelaten
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland
ZON- EN LICHTREGULERING ASPECT 5.2
437
> Kleurenweergave RD 65 (Ra): deze index geeft een kwantitatieve evaluatie van het kleurverschil tussen 8 monsters die in een kleurentest rechtstreeks bestraald worden met de lichtbron D65, en het licht van diezelfde lichtbron door de beglazing heen. > Shading Coëfficiënt (SC): De Shading Coëfficiënt wordt verkregen door de Zontoetredingsfactor te delen door 0,87, wat overeenstemt met de zontoetredingsfactor van een blank floatglas van 3 mm: SC = ZTA/0,87. Deze indexen worden berekend volgens de norm NEN EN 410 (1998).
5.3.1 INLEIDING Glasbreuk als gevolg van een thermische schok is mogelijk wanneer een te groot temperatuurverschil bestaat tussen twee zones in floatglas. Indien glas te maken krijgt met een temperatuurstijging, zet het uit. Dit verschijnsel levert geen probleem op indien de temperatuurstijging gelijk is over de hele beglazing, zodat deze eventueel kan uitzetten. Als daarentegen een deel van de beglazing koud blijft, weerhoudt dit het warme deel ervan om uit te zetten, waardoor een trekspanning ontstaat die de breuksterkte van het glas zou kunnen overschrijden. Wanneer een risico bestaat op een thermische breuk, dient gehard of halfgehard glas te worden gebruikt, dat respectievelijk bestand is tegen temperatuurverschillen in de orde van 200°C en 100°C. Ter vergelijking, bij floatglas kunnen zich al breuken voordoen bij temperatuurverschillen in de orde van 30°C.
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
EVALUATIE VAN HET RISICO OP THERMISCHE SCHOKKEN 5.3
5.3.2 BEREKENING VAN HET RISICO OP THERMISCHE SCHOKKEN Het risico op thermische schokken kan worden berekend.
438
>
ligging van het gebouw
>
samenstelling van de beglazing
>
eventuele helling van de beglazing
>
type plaatsing
>
type raamconstructie
>
aanwezigheid van zonwering binnenshuis, plafond voor de beglazing, radiatoren, …
>
aanwezigheid van zonwering buitenshuis, slagschaduw
>
…
Om al deze gegevens te verkrijgen, is een formulier “Risico op thermische schokken” (zie verder) beschikbaar, dat voorafgaand aan elke berekening moet worden ingevuld.
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Hiertoe moet men echter wel over een groot aantal gegevens beschikken, zoals:
439
440
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
www.yourglass.nl 441
REGLEMENTERING IN BELGIË
REGLEMENTERING IN nederland
5.4.1 INLEIDING Het Bouwbesluit verwijst voor de bepaling van de geluidswering in gebouwfuncties naar de nationale norm NEN 5077. Deze nationale norm is in overeenstemming gebracht met onder andere de Europese norm NEN EN ISO 717-1. > Enerzijds bepaalt de norm NEN 5077 “Bepaling van geluidwering in gebouwfuncties” de minimale isolatie van wanden afhankelijk van de woonvoorwaarden en op basis van spectruminformatie. > Anderzijds definieert de norm NEN EN ISO 717-1 de geluidsisolatie op basis van een eengetalsaanduiding Rw (C, Ctr).
5.4.2 GEBRUIK VAN RW-INDEX Rw (C; Ctr) De luchtgeluidsisolatie van een element wordt weergegeven door een eengetalsaanduiding, waarvan de berekening wordt beschreven in de norm NEN EN ISO 717-1. De eengetalsaanduiding, die in werkelijkheid drie termen omvat, wordt als volgt gedefinieerd:
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
waar:
442
> >
>
Rw (C; Ctr)
Rw de eengetalsaanduiding is, gewogen geluidsverzwakkingsindex geheten (dB) C correctiefactor voor overheersende midden – en hoge tonen (spectrum 1). Komt, conform de NPR 5079: 1999, globaal overeen met: Ra railverkeer (NL) Ctr correctiefactor voor overheersende midden – en lage tonen (spectrum 2). Komt, conform de NPR 5079: 1999, globaal overeen met: Ra wegverkeer (NL).
De twee aanpassingstermen zijn bepaald om rekening te houden met het soort geluid waartegen men wil isoleren.
www.yourglass.nl
Om prestaties te rangschikken of eisen vast te leggen, telt men de waarde van de eengetalsaanduiding en de overeenkomstige aanpassingsfactor (gekozen volgens de geluidsbron) bij elkaar op. De te beschouwen waarden voor de typering van de geluidsisolatie van een beglazing zijn dus, al naargelang het geval (Rw + C) of (Rw + Ctr). Onderstaande tabel geeft enkele aanwijzingen betreffende de keuze van de aanpassingsterm, afhankelijk van de oorsprong van het geluid. Te gebruiken geluidsverzwakkingsindex, afhankelijk van het type geluid Geluidsbron
Rw + C
Spelende kinderen
✓
Huishoudelijke bezigheden (gesprekken, muziek, radio, tv)
✓
Discotheekmuziek Hard rijdend wegverkeer (> 80 km/h)
✓ ✓
Langzaam rijdend wegverkeer Middelmatig tot hard rijdend spoorwegverkeer
✓ ✓
Langzaam rijdend spoorwegverkeer Luchtverkeer (straalvliegtuigen) op korte afstand
✓ ✓
Luchtverkeer (straalvliegtuigen) op grote afstand
✓
Propellervliegtuigen Bedrijven die lawaai in de midden- en hoge frequenties produceren Bedrijven die lawaai in de midden- en lage frequenties produceren
Rw + Ctr
REGLEMENTERING IN nederland
GELUIDSISOLATIE
✓ ✓ ✓
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland
5.4
443
5.4.3 KEUZE EN GRENZEN VAN DE PRESTATIES
5.5.1 VOORKOMING VAN LICHAMELIJK LETSEL BIJ ONGEVALLEN
De door de fabrikanten van beglazingen genoemde geluidsverzwakkingsindexen weerspiegelen de laboratoriumprestaties van beglazingen met een afmeting van 1,23 m bij 1,48 m, die volgens de norm NEN EN ISO 140-3, in een erkend laboratorium zijn getest.
In Nederland is de norm NEN 3569:2001 van kracht: Veiligheidsbeglazing voor gebouwen. Dit is de 3e versie, waarbij een zeer nauwe aansluiting op het Bouwbesluit is beoogd. Maar het belangrijkste punt in deze norm blijft toch: “Eisen voor het toepassen van veiligheidsbeglazing in gebouwen, zowel binnen als buiten, ter voorkoming van lichamelijk letsel bij ongevallen.“ Als ook aan de constructieve eisen, zoals gesteld vanuit de NEN 6702, voldaan wordt, mag worden verondersteld dat aan de eis Gebruiksveiligheid uit het Bouwbesluit is voldaan.
De geluidsisolerende prestaties in de praktijk kunnen verschillen van die in het laboratorium, afhankelijk van verschillende parameters, zoals: >
de effectieve afmetingen van beglazing/raamwerk
>
de plaatsingsvoorwaarden
>
de luchtdichtheid
>
de eigen akoestische omgeving van de toepassing (soort geluidsbron, ligging ten opzichte van deze bronnen, ...)
>
de geluidskwaliteit van de overige elementen van de constructie.
Om de prestaties in de praktijk te beoordelen moet bij de keuze van de beglazing rekening worden gehouden met deze verschillende parameters. Gezien de complexe beoordeling van al deze parameters, kan het nuttig zijn gebruik te maken van de expertise van een akoestisch adviesbureau, of een test te laten verrichten op ware grootte. AGC geeft slechts de in het laboratorium gemeten Rw-prestaties van beglazingen; de prestaties van raamwerken met glas of prestaties in de praktijk (weergegeven door de indexen R’w, D’n, …) worden nooit vermeld.
Basis bij de beoordeling of beglazing in geval van een ongeval als veiligheidsglas kan worden gezien, zijn de mogelijke breukbeelden die bij de beproeving met een vallichaam op de beglazing, zoals omschreven in de NEN EN 12600 vastgesteld worden. Deze NEN EN 12600 was bij het uitkomen van de derde versie van de NEN 3569 nog een ontwerpnorm, maar is intussen definitief geworden. In de NEN EN 12600 worden de diverse breukbeelden omschreven, te weten: >
Type A: breuk waarbij een aantal breuklijnen zullen ontstaan, waarbij afzonderlijke fragmenten ontstaan met scherpe punten, waarvan sommige groot zijn
>
Type B: breuk waarbij een aantal breuklijnen, maar de scherven bij elkaar gehouden worden en niet loskomen
>
Type C: breuk waarbij volledige desintegratie optreedt, waarbij een groot aantal van kleine scherven gevormd worden, welke relatief ongevaarlijk zijn.
Het zal duidelijk zijn, dat een beglazing met breukbeeld A niet als veiligheidsbeglazing kan worden geklasseerd, zelfs niet als de beglazing tijdens deze beproeving heel mocht blijven. Dit type komt dan ook niet voor in de NEN 3569. Bij type B en type C is in de NEN 3569 een en ander net iets anders geformuleerd en vastgelegd: >
www.yourglass.nl
REGLEMENTERING IN nederland
VEILIGHEID
Type B: breuk waarbij de scherven bij elkaar worden gehouden, waarbij geen opening ontstaat met een middel-
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 444
5.5
445
Type C: volledige desintegratie, met vele kleine korrels, waarbij de 10 grootste korrels niet meer wegen dan de overeenkomstige massa van 6500 mm² van het oorspronkelijke materiaal (bijvoorbeeld thermisch voorgespannen veiligheidsglas volgens NEN-EN 12150-1).
Uit dezelfde NEN EN 12600 worden een aantal valhoogte klassen voor het vallichaam gehaald. Het vallichaam zelf bestaat uit een z.g. dubbel kruiwagenwiel, dat verzwaard wordt tot een totaalgewicht van 50 kg. De bedoeling van dit valgewicht is om een vallend mens na te bootsen. Klasse 1: bij de lichtste klasse valt dit “lichaam” van een hoogte van 190 mm. Deze klasse wordt gebruikt bij die situatie waar een laag risico op verwondingen aanwezig is.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Beglazingen die minimaal aan deze klasse voldoen zijn:
446
>
gelaagd veiligheidglas Stratobel 33.1 (en Stratophone 33.1), klasse 1B1
>
4 mm thermisch voorgespannen glas (niet thermisch versterkt glas ), klasse 1B3
>
draadglas, klasse 3B3
>
Pyrobelite 7, klasse 3B3.
Klasse 2: bij deze klasse valt dit “lichaam” van een hoogte van 450 mm. Deze klasse wordt gebruikt in die situaties waar een groter risico op verwondingen aanwezig is. Beglazingen die minimaal aan deze klasse voldoen zijn: >
gelaagd veiligheidglas Stratobel 33.1 (en Stratophone 33.1), klasse 1B1
>
4 mm thermisch voorgespannen glas (thermisch versterkt glas niet), klasse 1B3
>
Pyrobelite 12, klasse 2B2.
www.yourglass.nl
Deze klasse wordt vooral gebruikt in die situaties waar naast een groter risico op verwondingen er ook een risico van doorval naar beneden aanwezig is. Beglazingen die minimaal aan deze klasse voldoen zijn: > gelaagd veiligheidglas Stratobel 33.2 (en Stratophone 33.2), klasse 1B1. Bij Pyrobel en Pyrobelite moet hiervoor altijd de zogenaamde versterkte uitvoering gebruikt worden, bv: Pyrobelite 7 EG, klasse 1B1.
REGLEMENTERING IN nederland
>
Klasse 3: bij deze klasse valt dit “lichaam” van een hoogte van 1200 mm.
Thermische voorgespannen glas en thermisch versterkt glas worden niet als doorvalveilig gezien, ook al zou de beglazing bij de beproeving vanaf die valhoogte heel blijven. Bij de vaststelling van wat de risicogebieden zijn waar veiligheidsbeglazing moet worden toegepast, wordt gekeken naar de hoogte ten opzichte van het vloerniveau waar de beglazing geplaatst wordt en de gebruikscategorie zoals die gedefinieerd is in het Bouwbesluit. Voor de vastgestelde risicohoogtes zijn de maten voor scheidingsconstructies, al dan niet ter plaatse, bij een hoogteverschil van >1 m gedefinieerd voor nieuwbouw (>1,5 m bij bestaande situatie van voor het Bouwbesluit): > beglazing geplaatst onder de 850 mm > beglazing geplaatst tussen de 850 en 1400 mm en voor balustrades > gedeelte van de balustrade onder de 1000 mm indien de valhoogte <13 m is > gedeelte van de balustrade onder de 1200 mm indien de valhoogte >13 m is. Daarnaast zijn er nog een aantal specifieke situaties, zoals bij daklichten en dakramen. In het algemeen wordt, op basis van het al dan niet bekend zijn van de situatie en de mogelijk aanwezige hoeveelheid mensen, het risico op verwondingen bepaald.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland
lijn groter dan 76 mm (bijvoorbeeld gelaagd veiligheidsglas volgens NEN-EN-ISO 12543, Deel 1, 2, 4, 5, 6; draadglas volgens NEN-EN 572-3; kunststof volgens NEN EN 572 6)
447
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
Daarom kunnen we te maken hebben met de volgende gebruikssituaties: Gebouwklassen Officiële omschrijving vanuit NEN 3569
Bedoeld worden o.m.:
Niet-gemeenschappelijk deel van woonfuncties of logiesfuncties, alsmede daartoe Woningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, A behorende overige gebruiksfuncties zoals garages buitenbergingen en garages B
Kantoorfuncties, onderwijsfuncties, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gezondheidszorgfuncties en de niet onder Kantoren, ruimten in woongea) bedoelde ruimten van woongebouwen gemeenschappelijke bouwen en hotels (centrale hal e.d.) en logiesgebouwen
C Verkoopruimten van winkelfuncties
Verkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
Bijeenkomstfuncties, sportfuncties, overige gebruiksfuncties voor het personen- Clubhuizen, sportkantines, stations (e.d.),
D vervoer en het gedeelte van bouwwerken parkeergarages, abri’s, glazen balustraden
E Industriefunctie
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
F
448
Zones voor opslag, inclusief opslag van boeken en andere documenten
op bruggen (e.d.)
Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken Bibliotheken, archieven
Achmea Building, Leeuwarden, Nederland - Architect: Abe Bonnema
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
- geen gebouw zijnde - mede bestemd voor bezoekers
449
Situiatie 1 Buitengevels, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en/ of ramen, waarvan de onderzijde van het glas ≤ 0,85 m.
Situiatie 2 Buitengevels, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en/of ramen, waarvan de onderzijde van het glas ≥ 0,85 m en ≤ 1,4 m, ter plekke van gangen, galerijen, hallen, trappen(huizen), vluchtruimten e.d.
Situiatie 3 Buitengevels, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en/of ramen, waarvan de onderzijde van het glas ≤ 0,85 m, ter plekke van een niveauverschil > 1 m, zoals op een verdieping.
Situiatie 4 Buitengevels, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en/of ramen, waarvan de onderzijde van het glas ≥ 0,85 m en ≤ 1,4 m, ter plekke van gangen, galerijen, hallen, trappen(huizen), vluchtruimten e.d. en ter plekke van een niveauverschil > 1 m, zoals op een verdieping.
K
K
Situiatie 5 Situiatie 6 Balustraden bij h ≤ 1 Dakbeglazing m ter plaatse van een niveauverschil ≤ 13 m en balustraden bij h ≤ 1,2 m ter plaatse van een niveauverschil > 13 m.
Situiatie 7 Dakramen en daklichten
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
Toelichting op nen 3569: veiligheidsbeglazing in gebouwen Klasse- en type-indeling veiligheidsglas naar gebouwcategorie en constructiedeel in begrijpelijke taal
K=KLASSE (volgens tweede ontwerp NEN-EN 12600) 1 Valhoogte 1200 mm 2 Valhoogte 450 mm 3 Valhoogte 190 mm
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
B
450
C
D
E
F
TYPE
K
glas 33.1* 2 Gelaagd 4 mm gehard glas* -
TYPE
TYPE
K
TYPE
K
TYPE
K
glas 1 Gelaagd 44.2*
-
Gelaagd glas 33.1* glas 33.1* 2 Gelaagd 4 mm gehard glas* 3 Draadglas* 4 mm gehard glas*
glas 1 Gelaagd 44.2*
glas 33.1* 3 Gelaagd Draadglas*
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
Gelaagd glas 33.1* 2 Gelaagd glas 33.1* 3 Draadglas* 4 mm gehard glas* 4 mm gehard glas*
glas 1 Gelaagd 44.2*
3 Gelaagd glas 33.1* Draadglas*
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
Gelaagd glas 33.1* glas 33.1* 2 Gelaagd 4 mm gehard glas* 3 Draadglas* 4 mm gehard glas*
glas 1 Gelaagd 44.2*
glas 33.1* 3 Gelaagd Draadglas*
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
2 Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas*
-
glas 1 Gelaagd 44.2*
-
-
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
glas 33.1* 2 Gelaagd 4 mm gehard glas* -
-
glas 1 Gelaagd 44.2*
-
-
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
-
* Constructies met beglazing, inclusief het glas, moeten voldoen aan de voorgeschreven sterkteeisen volgens NEN 6700, NEN 6702, NEN 2608, NEN 2608-2 en NEN-EN 81-1 en -2. Deze eisen gaan verder dan die van NEN 3569. Dit betekent dat in veel situaties zwaardere glassamenstellingen dienen te worden toegepast.
www.yourglass.nl
-
1 Gelaagd glas 44.2* 1 Gelaagd glas 44.2* 2
TYPE Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas* Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas* Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas* Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas* Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas* Gelaagd glas 33.1* 4 mm gehard glas*
Bron: NEN Delft. De glassamenstellingen zijn indicatief en kunnen per fabrikant of product verschillen. Aan deze tabel kunnen geen rechten worden ontleend. Voor het juiste gebruik dient de volledige NEN 3569 te worden geraadpleegd. SVB aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor zowel directe als indirecte schade ontstaan door of verband houdend met (het gebruik van) deze tabel.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
K A
451
Bedoeld worden o.m.: Buitengevel, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en ramen, waarvan de onderzijde van het glas beneden de 0,85 m, ter plekke geen hoogteverschil in de zin van het Bouwbesluit
Buitengevel, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en ramen, waarvan de onderzijde van het glas boven de 0,85 m, maar onder de 1,40 m,ter plekke van gangen, galerijen, hallen, trappenhuizen, vluchtwegen, én ter plekke geen hoogteverschil in de zin van het Bouwbesluit
A – Woningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
2B2 2C-
B – Kantoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
2B2 2C-
C – Verkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
2B2 2C-
D – Clubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
2B2 2C-
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
2B2 2C-
F – Bibliotheken, archieven
2B2 2C-
www.yourglass.nl
A–W oningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages B–K antoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
3B3 3C-
C–V erkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
3B3 3C-
D–C lubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
3B3 3C-
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken F – Bibliotheken, archieven
REGLEMENTERING IN nederland
> Situatie 2: Verticale scheidingsconstructies, beglazing in het deel tussen 0,85 en 1,40 m, bij een hoogteverschil <1 m
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 452
▼ Details van de verschillende situaties > Situatie 1: Verticale scheidingsconstructies, beglazing in het deel tussen 0 en 0,85 m, bij een hoogteverschil <1 m
453
Bedoeld worden o.m.: Buitengevel, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en ramen, waarvan de onderzijde van het glas beneden de 0,85 m, ter plekke van een hoogteverschil in de zin van het Bouwbesluit o.a. zoals bij een verdieping)
Bedoeld worden o.m.: Buitengevel, binnenwanden en windschermen, inclusief deuren en ramen, waarvan de onderzijde van het glas beneden de 0,85 m, ter plekke van een hoogteverschil in de zin van het Bouwbesluit o.a. zoals bij een verdieping)
A – Woningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
1B1
A–W oningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
B – Kantoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
1B1
B–K antoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
3B3
C – Verkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
1B1
C–V erkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
3B3
D – Clubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
1B1
D–C lubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
3B3
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
1B1
F – Bibliotheken, archieven
1B1
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
www.yourglass.nl
F – Bibliotheken, archieven
REGLEMENTERING IN nederland
> Situatie 4: Verticale scheidingsconstructies, beglazing in het deel tussen 0,85 en 1,40 m, bij een hoogteverschil >1 m
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN 454
> Situatie 3: Verticale scheidingsconstructies, beglazing in het deel tussen 0 en 0,85 m, bij een hoogteverschil >1 m
455
> Situatie 6: Daklichten A–W oningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
1B1
B–K antoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
1B1
C–V erkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
1B1
D–C lubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
1B1
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
1B1
F – Bibliotheken, archieven
1B1
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
> Situatie 5: Balustrade, gedeelte tot 1,00 m, bij een niveauverschil <13m; of balustrade, gedeelte tot 1,20 m, bij een niveauverschil >13m
456
A – Woningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
1B1
B – Kantoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
1B1
C – Verkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
1B1
D – Clubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
1B1
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
1B1
F – Bibliotheken, archieven
1B1
A–W oningen, hotelkamers (e.d.), bergingen, garages
2B2
B–K antoren, scholen, ziekenhuizen (e.d.), gemeenschappelijke ruimten in woongebouwen en hotels (centrale hal e.d.)
2B2
C–V erkoopruimten van winkels (dus niet het magazijn, wel de showroom)
2B2
D–C lubhuizen, sportkantines, stations (e.d.), parkeergarages, abri’s, glazen balustraden op bruggen (e.d.)
2B2
E – Boerderijen, lichte industrie, productieruimten, fabrieken
2B2
F – Bibliotheken, archieven
2B2
Een belangrijk ander aandachtspunt is dat gelaagd glas, opgebouwd uit 2 bladen thermisch voorgespannen glas, alleen als veiligheidsbeglazing type B aangemerkt mag worden als het volledig 4-zijdig ingesloten is. Als 1 of meer glaszijden vrij zijn is het een type C veiligheidsbeglazing. In alle andere gevallen dient minimaal 1 blad thermisch versterkt glas opgenomen te worden. In een aantal gevallen is het “geaccepteerd” om met 3 bladen thermisch voorgespannen glas te werken, waarbij 1 blad als zogenaamde opofferingsruit gezien wordt en de overige 2 bladen bij breuk van 1 glasblad nog steeds voldoende sterk en stijf moeten zijn om de vereiste belastingen en vervormingen te kunnen opnemen. Dit dient altijd wel vooraf met de toezichthoudende instanties opgenomen te zijn. Gelaagd glas, opgebouwd uit alleen thermisch versterkt glas, wordt wel gezien als veiligheidsbeglazing ondanks het feit dat een enkel blad thermisch versterkt glas geen veiligheidsglas is.
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
> Situatie 7: Dakraam
457
> afmetingen van de beglazing > ontwerp en indeling van de scheidingsconstructie en de plaats van de beglazing hierin.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Vanuit de NEN 6702, art. 9.6 kan ook een glasparelzakslingerproef gevraagd worden. Deze dient uitgevoerd te worden op de totale constructie. Bij een juiste glaskeuze (beproeving conform NEN EN 12600 en juiste glasdikte op basis van berekening) zal de beglazing niet het zwakke punt zijn. Aandachtspunten bij een dergelijke beproeving zijn: glaslatbevestiging, aanslagopleg en aard van de eventuele glasklemmen.
458
5.5.2 INBRAAKBEVEILIGING In Nederland is de norm NEN 5096 van kracht: Inbraakwerendheid - Dak- of gevelelementen met deuren, ramen, luiken en vaste vullingen - Eisen, classificatie en beproevingsmethoden. Met deze norm wordt de inbraakwerendheid van gevelelementen vastgesteld. In deze norm is vastgelegd, dat het glas zelf niet aangevallen mag worden. Voor een eventuele vlakvulling in beglazing wordt er gebruik gemaakt van de z.g. tabel 1 van NEN 5096, waarin per weerstandsklasse van gevelelement een relatie met een vereiste glasvulling wordt aangegeven. De 1e versie van de NEN 5096, te weten NEN 5096:1998, is vanuit het Bouwbesluit aangewezen. Concreet houdt dit in, dat voor nieuwbouwwoningen een weerstandsklasse 2 van het gevelelement geëist wordt, en dat de beglazing voor de bereikbare gebieden conform tabel 2 inbraakwerend dient te zijn, tenzij er
www.yourglass.nl
In juni 2007 is de NEN 5096 herzien. In deze 2e versie staat nog steeds dat voor de weerstandsklasse 2 van het gevelelement, isolerend dubbelglas gezien wordt als inbraakwerende beglazing. Maar bij toepassing van enkelglas wordt nu P5A van de NEN 356:1999 geëist. Helaas heeft de aanpassing van het Bouwbesluit lang op zich laten wachten. Aanwijzing van deze laatste versie van de NEN 5096 vanuit het te wijzigen Bouwbesluit is nog steeds niet geregeld, met alle onduidelijkheid van dien als gevolg. Als gevraagd wordt om beglazing ten behoeve van een NEN 5096, weerstandsklasse 2 gevelelement, dient expliciet nagevraagd te worden om welke versie van de NEN 5096 het gaat, de oude (door het Bouwbesluit aangewezen versie van 1998), of de meest actuele van 2007. Ook bij de overige weerstandklassen gevelelementen is de relatie tussen gevelelement en beglazing verzwaard, al dan niet normatief of indicatief. Dit, om mogelijke aansluiting bij gelijksoortige Europese normen te vergemakkelijken.
REGLEMENTERING IN nederland
> gebruiksfunctie en vandaar uit de op te nemen belastingen, belastingcombinaties en maximale vervormingen
sprake is van afsluitbaar hang- en sluitwerk. Hierbij is isolerend dubbelglas ook aangemerkt als inbraakwerende beglazing, omdat men de kans op verwondingen dusdanig inschat, dat een inbreker niet door een isolerend dubbelglaseenheid probeert te komen. Maar als er sprake is van enkelglas, dient de beglazing te voldoen aan klasse P2A van de NEN 356:1999.
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland
De aangegeven oplossingen geven alleen aan dat de beglazing veilig is in de zin van het voorkomen van verwondingen bij ongevallen, het zegt niets over de constructieve veiligheid. Er zal dus steeds gekeken moeten worden aan welke belastingen, conform NEN 6702, de beglazing blootgesteld kan worden en de glasdikte (niet de foliedikte) zal navenant aangepast moeten worden. Hiervoor kan het noodzakelijk zijn om project- en toepassingsgerichte berekeningen uit te voeren. Het is dan van belang dat de volgende gegevens beschikbaar zijn:
459
5.6.1 BRANDREACTIE Conform CE-markering dient bij brandwerende beglazing de reactie van glas tijdens een vuurbelasting bepaald te worden. Er is een nieuwe Europese classificatie opgesteld van het brandgedrag van bouwproducten. Volgens de nieuwe Europese classificatie worden floatglasproducten, met uitzondering van glas dat organische materialen bevat, zonder test ingedeeld bij klasse A1 “geen bijdrage tot de brand” (Besluiten van de Commissie 96/603/EG en 2000/605/EG).
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
Toelichting op NEN 3569: veiligheidsbeglazing in gebouwen E
EW
EI
De classificatie van elk product is te vinden op de pagina “CEmarkering” op www.yourglass.nl.
E: weerstand tegen bezwijken, de scheiding blijft vlamdicht, intact en brandt niet aan de “niet-vuurzijde” en er dringt geen aanzienlijke hoeveelheid gas doorheen
5.6.2 BRANDWEERSTAND
EW: thermische isolatie betrokken op de warmtestraling, dit is de meest voorkomende eis in Nederland. Door het glas heen komt gedurende de brand maximaal 15 kW/m2 straling heen.
Het bouwbesluit is in Nederland bepalend voor de eisen van brandscheidende constructies. Of het gevelbeglazing, nietdragende scheidingsconstructies, vloeren, etc., betreft, het bouwbesluit verwijst naar NEN 6068. NEN 6068 geeft een rekenkundige methode om in een bouwwerk te bepalen waar brandwerende scheidingen geplaatst dienen te worden en welke eisen aan deze constructie worden gesteld.
460
▼ Classificaties van brandwerend glas conform EN 357, EN 13501-2 en NEN 6069
Deze WBDBO-eis (weestand tegen branddoorslag en brandoverslag) wordt uitgedrukt in een classificatie met daarachter een cijfer. Het cijfer geeft aan hoelang deze classificatie stand dient te houden.
EI: thermische isolatie betrokken op temperatuur, het oppervlak van de constructie aan de niet-vuurzijde blijft onder Δ140° gemiddeld en Δ180° op een punt.
▼ Tijdsduur
In Nederland komt veelal een eis voor van 30 of 60 minuten al naar gelang de functie of vorm van het gebouw en de gebruiksintensiteit. Bijvoorbeeld een WBDBO-eis van EW30 wil zeggen dat de gehele constructie 30 minuten lang brandwerend is, zodanig dat er geen warmtestraling door de constructie komt die groter is dan maximaal 15 kW/m2 en dat de constructie ook vlamdicht blijft. Let op: de gehele constructie dient brandwerend te zijn, dus ook het kozijn en de montagematerialen. Meer informatie over bouwbesluit en brandwerende beglazing is te vinden in het bouwbesluit, de genoemde normering en de publicatie “Brandwerend Glas” van het Kenniscentrum Glas, uitgave 2007.
www.yourglass.nl
REGLEMENTERING IN nederland
BRANDBEVEILIGING
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
REGLEMENTERING IN nederland
5.6
461
REGLEMENTERING IN nederland
REGLEMENTERING IN nederland
5.6.3 EXTERNE BRANDWEERSTAND In sommige gevallen is een uitslaande brand (berekend volgens NEN6068) minder heet dan een binnenbrand. Gebaseerd op een vlamrichting vanaf het gebouw en een afkoelend effect van de buitenlucht kan in dat geval volstaan worden met een constructie die o → i getest is. o → i staat voor “outside” naar “inside“ en wil zeggen dat de temperatuur tijdens de brandtest niet standaard verloopt conform ISO 834 maar afgeknot wordt tot maximaal 600°C. Hiermee wordt de afkoeling van de vlam via de buitenlucht gesimuleerd en spreekt men over “slow heatingcurve“ of “afgeknotte brandkromme“. Curve van de temperatuurstijging in de oven 1000 900
Temperatuur (ºC)
800 700 600 500 400 300 200 100
462
0
20
40
60
80
100
Tijd (minuten)
5.6.4 ROOKWERENDHEID Rookwerend glas moet voldoen aan WRD: Weerstand tegen rookdoorgang volgens NEN 6075. Hiervoor geldt de classificatie conform EN 12501-2 van E met een factor 150%. Bijvoorbeeld een constructie met classificatie E20 is (x 1,5) 30 minuten rookwerend.
KNSF Eiland, Amstelveen, Nederland - Architect: Aukett & Kokon, Schiphol/Rijk Stopray Safir 61/32
www.yourglass.nl
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
BIJLAGEN - REGLEMENTERINGEN
0
463