SPELLING
Taaljournaal, tweede versie
Vooraf Bespreek de volgende punten met uw hele team: • Gebruiken we door de hele school dezelfde termen en spellingregels? • Zijn er aanpassingen nodig en doen we dat allemaal op dezelfde wijze? • Hoe gaan we om met aanvullende materialen? • Gaan we de aanbieding van de categorieën versnellen? • Hoe gaan we zorgen voor het toepassen van de spellingvaardigheid bij het schrijven van teksten door leerlingen? Meer informatie vindt u op de kwaliteitskaart ‘Tips voor betere spellingresultaten’ op www.taalpilots.nl.
Algemene gegevens van de methode Voor welke groepen?
Groep 4 t/m 8.
Opbouw van de methode: Hoeveel blokken per jaar?
Er zijn per jaar negen lesblokken van vier weken.
Opbouw leerstof
Per week staat er één spellingcategorie centraal.
Hoeveel lessen en tijd per week?
Drie lessen van 20 minuten per week.
Verdeling tussen leerkrachtgebonden en leerkrachtvrije lessen of momenten
Eén wekelijkse les is leerkrachtgebonden, de overige twee zijn zelfstandig-werk-lessen.
Toetsfrequentie?
In elke derde week van een lesblok volgt de mixtoets. Daarnaast kan er drie keer per jaar een beoordelingstoets worden afgenomen. Hierin komen de categorieën voor, die in de voorgaande 12 lesweken behandeld zijn.
Toetst de methode wat in het blok behandeld is?
Ja.
Toetst het eerder behandelde spellingcategorieën?
In de beoordelingstoets.
1
ANALYSE TAAL- EN LEESMETHODEN
Praktische handvatten voor het taallees- en rekenonderwijs en opbrengstgericht werken zoals deze methodeanalyse zijn te vinden op www.taalpilots.nl, www.rekenpilots.nl en www.schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken.
T/L
analyse
Zijn er analyseschema’s bij de toetsen?
Ja.
Is er software?
Ja; het programma is bedoeld om te remediëren na de driewekelijkse mixtoets.
Bestaat de feedback bij de software uit uitleg bij de fout?
Ja.
Wanneer wordt er gestart met de werkwoordspelling?
In groep 6.
Hoeveel tijd wordt er aan de werkwoordspelling besteed?
Er worden per leerjaar steeds drie lesblokken aan werkwoordspelling besteed. Advies: Zwakke spellers hebben meer oefentijd nodig. Juist voor hen kan de werkwoordspelling moeilijk zijn.
Beoordeling van kwaliteit Voldoet de methode aan de kerndoelen?
Ja.
Differentiatie: hoeveel tijd?
Goede spellers maken meer oefeningen; naar keuze van de leerkracht kunnen dit ook opdrachten zijn uit Taaljournaal Taal. Voor alle leerlingen zijn er keuzeopdrachten.
Differentiatie: binnen de les?
Er wordt alleen gedifferentieerd naar tempo. Na de toets is er remediëring voor de kinderen die dat nodig hebben. De andere leerlingen kunnen dan andere taalactiviteiten doen.
Differentiatie: na de toets?
Na de toets volgt een remediëringsweek; dan is er elke dag de mogelijkheid om een spellingcategorie te remediëren. De toets kan op de computer gemaakt worden. Hierdoor is het mogelijk om het afnamemoment te variëren; goede spellers zouden de toets al eerder kunnen maken en dan de resterende tijd van het lesblok aan andere taalactiviteiten kunnen besteden.
Differentiatie: wat wordt er geoefend?
In de methode staan uitgebreide beschrijvingen van remediëringslessen na de mixtoets. Advies: Alleen het maken van kopieerbladen is onvoldoende. Zwakke spellers hebben vooral profijt van oefenen met de leerkracht.
Komen er verschillende strategieën aan bod?
De methode kent: • Fonologische strategie (in termen van de methode: ‘Luisterweg’) • Regelstrategie (‘Regelweg’) • Inprentstrategie (‘Weetweg’) • Analogiestrategie (‘Net-als-weg’) • Opzoekstrategie (‘Opzoekweg’) Bij elke strategie is er ook een passend symbool: bijvoorbeeld bij de luisterweg past een oor, bij de regelweg een verkeersbord en bij de weetweg een fototoestel.
2
T/L
analyse
Taaljournaal visualiseert de strategieën op een klassikale wandplaat (Het Wegenplan). Er leiden daarbij verschillende wegen naar het doel: het schrijven van het woord. Op deze plaat wordt de aanpak ook verwoord, bijvoorbeeld bij het begin: ‘Ik hoor een woord; ik denk na over het woord, ik herken het probleem; dus ik kies voor de …...’ Er is ook een klassikale wandplaat met een ‘Algemeen plan’. In het algemene stappenplan staat een uitgebreidere (en betere) aanpak beschreven: ‘Welk woord ga ik schrijven? Uit welke stukjes bestaat het woord? Welke stukjes vind ik moeilijk? Hoe pak ik die stukjes aan?’ Et cetera. Hierdoor is er nog meer nadruk op het analyseren van het woord in klanken en klankdelen en het nadenken over de aanpak per klankdeel. Voor het onthouden van weetwoorden met ei/ij en ou/au biedt de methode een ei- en een au-verhaal aan. Leerlingen kunnen met behulp van deze verhalen beter onthouden welke woorden er met een ei en welke woorden er met een au geschreven worden. Duidelijke spellingregels? Zijn deze gevisualiseerd? Veel regels?
Taaljournaal heeft veel spellingregels. De regels zijn duidelijk en worden steeds vermeld in de werkboeken.
Visuele inprenting?
De methode biedt geen oefeningen die werken volgens ‘visuele inprenting’. Advies: Dit is een belangrijke aanvulling van de methode. Kies hiervoor woorden uit de woordpakketten van de methode. Zie voor een uitleg van de te volgen stappen van het inprenten de kwaliteitskaart Tips voor betere spellingresultaten.
Sluit de inhoud aan op de Cito-toetsen?
De methode volgt niet het tempo van de Cito SVS. Categorieën die hierbij getoetst worden, zijn nog niet bij Taaljournaal aan de orde geweest. Het betreft vooral categorieën in groep 4 en in groep 5. In M4 worden de volgende categorieën wel getoetst maar niet aangeboden in de methode: • Verkleinwoorden met –je en –tje; • Woorden met be-, ge- en ver-; • Woorden met –aai, -ooi en –oei; • Samengestelde woorden (als balpen en voetbal); • Woorden met –eer, -oor en -eur; • Woorden die eindigen op –d. In E4 zijn dat: • Woorden die eindigen op –a; -o en –u; • Woorden die eindigen op –d; • Woorden met open eerste lettergreep (terminologie van Cito); • Woorden met gesloten eerste lettergreep (idem). In M5 zijn dat: • Woorden met sch- en schr-; • Woorden met –ng- en –nk- met twee lettergrepen; • Woorden met f/v en s/z met twee of meer lettergrepen; • Woorden met –ch en –cht met twee of meer lettergrepen. In E5 zijn dat: • Tweelettergrepige woorden met sch- en schr-
3
T/L
analyse
Advies: Vooral in groep 4 en in de eerste helft van groep 5 worden er dus veel spellingcategorieën bij de Cito-toetsen getoetst die door de methode niet worden aangeboden. Bied deze aan voordat ze door Cito getoetst worden. Wordt de aard van extra hulp aan zwakke spellers beschreven?
De methode biedt de mogelijkheid om te remediëren met het computerprogramma of met kopieerbladen.
Waar bestaat de hulp uit? (Iets extra’s? met of zonder de leerkracht?)
In de handleiding wordt (uitvoerig) beschreven wat de leerkracht extra kan doen aan uitleg van het probleem. Er worden bijvoorbeeld alternatieve strategieën aangeboden. Ook worden er handvatten geboden, waarmee de leerkracht kan kijken of het kind moeilijkheden heeft met andere vaardigheden. Advies: Alleen het maken van een kopieerblad is onvoldoende! Volg bij het remediëren vooral de aanwijzingen in de handleiding.
Geeft de methode aanwijzingen voor het leren toepassen van de geleerde spelling bij stelactiviteiten?
De methode heeft een ‘let-op-kaartje’. Een individueel kaartje waarop het kind zelf kan opschrijven met welke spellingproblemen het nog moeite heeft. Dit zou het kind ook kunnen gebruiken bij de zelfcontrole na het schrijven van een tekst.
Is er aandacht voor fonologische vaardigheden?
Ja, er is steeds aandacht voor het verdelen van het woorden in klanken en klankgroepen en voor het discrimineren van klanken die op elkaar lijken.
Start de instructie vanuit het horen
Advies: Veel lessen van dag 1 starten met een visuele input. Probeer steeds deze les te starten vanuit het horen van een woord en vanuit de stappen die je dan zet. Zie voor een uitgebreide beschrijving hiervan de kwaliteitskaart Tips voor betere spellingresultaten.
Geef instructie
Advies: Groep 4 en 5 starten met een verhaal en met opschrijven van de woorden die horen bij de te behandelen spellingcategorie. Dit is niet handig. Kunnen kinderen dat wel meteen? En als ze het al kunnen schrijven: waarom dan nog al die werkbladen erna? Gebruik de les dus vooral om dingen uit te leggen: wat is het lesdoel, hoe kun je weten hoe je deze woorden kunt opschrijven?
Werkbladen?
Advies: De methode werkt veel met werkbladen. Wat leren zwakke spellers hiervan? Zij moeten vooral samen met de leerkracht oefenen: woorden analyseren in klanken(groepen), nadenken over het woord, woorden opschrijven en woorden nakijken.
Herhaal meer
Advies: Categorieën worden in de methode weinig herhaald. Dit geldt ook voor spellingcategorieën die in het ene jaar worden aangeboden, maar in het volgende jaar niet meer herhaald worden, maar die wel voorkomen in de Cito-spellingtoetsen. Denk dus aan een regelmatig ‘5woordendictee’. Zie voor uitleg de kwaliteitskaart Spellingtips voor betere spellingresultaten.
Extra begeleiding zwakke spellers
Advies: Gebruik de lessen waarbij de kinderen veel zelfstandig werken (dag 2 en dag 3 in de terminologie van de methode) om zwakke spellersextra te begeleiden: herhaling van de instructie; woorden analyseren en opschrijven en ze samen nakijken. 4
T/L
analyse
Colofon De methodeanalyse Taaljournaal (tweede versie) is ontwikkeld door Cees Hereijgens en Margo van den Berg (CED Groep) in opdracht van PO-Raad/Projectbureau Kwaliteit van de PO-Raad. De kwaliteitskaart is te vinden in de implementatiekoffer op www.taalpilots.nl. De kwaliteitskaarten die Projectbureau Kwaliteit publiceert zijn bedoeld om binnen het lerarenteam het gesprek te ondersteunen over de betekenis van goed onderwijs. De school kan de kwaliteitskaart gebruiken om de eigen situatie aan te spiegelen, verbeterpunten te formuleren en daarop aansluitend gerichte initiatieven te ondernemen. Meer informatie: Gea Spaans, e-mail
[email protected]. © Buiten het downloaden zijn alle rechten op dit product voorbehouden aan: Postbus 85246 - 3508 AE Utrecht e-mail:
[email protected] www.schoolaanzet.nl
5