Taal en rekenen JTC Roosendaal
In dit document komen achtereenvolgens de volgende onderdelen aan de orde:
1 2 3 4 5 6
Voor wie is het bedoeld? Noodzaak en aanleiding Visie Analyse van de situatie Doelstelling en werkwijze 2011 - 2014 Voorwaarden, implementatie en financiering
1) Voorwoord.
Dit plan is ontstaan onder invloed van maatschappelijke ontwikkelingen , veranderende exameneisen en behoefte aan meer aandacht voor taal en rekenen in het voortgezet onderwijs. Het omschrijft de manier waarop wij binnen het Jan Tinbergen College met deze extra aandacht voor taal en rekenen willen omgaan, conform de visie zoals omschreven in het schoolplan 2011-2016. In klas 1, 2 en 3 zal dat intensief en gestuurd door diagnostische toetsing gedaan worden; in hogere klassen vooral gericht op onderhoud, oefening, verrijking en interesse. Dit plan komt voort uit de taal- en rekenwerkgroep. Deze bestaat uit de conrector onderwijs, teamleider bovenbouw, 5 talendocenten en 2 wiskundedocenten. Het CPS heeft deze werkgroep en het schrijven van dit plan begeleid. Het is belangrijk dat alle medewerkers van de school op de hoogte zijn van dit plan en actief meewerken aan een beter bewustzijn van rekenvaardigheid, taalgebruik en taalverzorging. Dit zowel op leerlingenniveau als op het persoonlijk niveau. De taal- en rekenlijn is een lijn op basis van maatwerk en individuele behoeften. Er wordt rekening gehouden met verschillen, niet elke leerling zal hetzelfde programma volgen. Leerlingen die in de basis het fundamentele referentieniveau niet halen worden besproken. Vervolgens wordt er getracht met behulp van een begeleidingstraject deze achterstanden terug te dringen. De begeleiding wordt geboden bij de zgn. keuze werktijd uren (KWT) uren waar vakdocenten van Nederlands, Engels en wiskunde aanwezig zijn om te leerlingen te begeleiden.
2) Noodzaak en aanleiding In het kader van de Regeling Kwaliteit Voortgezet Onderwijs is een speerpunt verbeteren van de taalen rekenvaardigheden tot stand gekomen. De doelstelling is om aan de hand van de juiste meetinstrumenten het huidige niveau te bepalen om vervolgens een gerichte training te kunnen bieden. De volgende ontwikkelingen hebben ertoe geleid om beleidsmatig aandacht te geven aan taal en rekenen: Sinds 1 augustus 2010 zijn de referentieniveaus taal en rekenen (commissie Meijerink) wettelijk van kracht en vindt de invoering gefaseerd plaats. Zie bijlage ad 1] De onderwijsraad pleit voor een versteviging van kennis in het onderwijs met name voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Zie bijlage ad 2] De exameneisen zijn aangescherpt. Het inspectierapport schooljaar 2010-2011 Speerpunten uit het schoolplan 2011-2016 Intern zijn het de volgende prikkels die de school motiveren een beleidsplan op te stellen: Ervaringen tot nu toe geven een beeld dat leerlingen niet geheel volgens de norm presteren Eenduidigheid in terminologie ontbreekt. Er is geen duidelijke overeenstemming in de doorlopende leerlijn op het gebied van taal. Bij de overgangsnormen is de landelijke slaag/zakregeling van de Tweede fase leidend. In de 2e fase is er voor de overstap vanaf klas 3H/V een aangepaste regeling voor leerlingen die in het schooljaar 2012-2013 in de eindexamenklas zitten. Van de kernvakken mag maximaal 1 cijfer een 5 zijn. Een pilot in de periode 2009-2011 is positief afgesloten. Het heeft inzicht gegeven in mogelijkheden en resultaten. Zie bijlage ad3]
3) Visie op taal- en rekenbeleid De school wil de leerlingen zodanig opleiden dat ze zich goed schriftelijk, mondeling en rekenkundig kunnen uitdrukken en zich goed kunnen redden in de maatschappij. Leerlingen moeten presteren op het minimale gewenste referentieniveau en daarmee voldoen aan de wettelijke eisen. Dit sluit aan bij de doelstellingen uit het schoolplan waarin nadrukkelijk de aandacht wordt gevestigd op de funderende kennis en competenties met name op het gebied van Nederlandse taal, rekenen en Engels. De taal- en rekenlijn moet een lijn zijn op basis van maatwerk en individuele behoefte. Er moet rekening worden gehouden met verschillen; niet elke leerling zal hetzelfde (remediërende) programma moeten/hoeven te volgen. KWT zal als mogelijkheid voor extra tijd en begeleiding een rol spelen. Het JTC is van mening dat je als docent een voorbeeldfunctie hebt in rekenvaardigheid, taalgebruik en verzorging. Dit betekent dat alle medewerkers zich bewust zijn van het eigen kunnen. Zij verbeteren leerlingen en wijzen op taal- en rekenfouten en werkverzorging. Allereerst werken leerlingen die achterstand hebben, tijdens de KWT-uren, aan gerichte opdrachten voor Nederlands, Engels en rekenen. Het is hierbij wenselijk dat een vakdocent voor Nederlands, Engels en wiskunde deze begeleiding verzorgt. Binnen de KWT-uren gaat het dan om afname diagnostische testen, remediering, verrijking, begeleiding en automatisering. Tevens krijgt de leerling een aantal faciliteiten aangeboden om de persoonlijke leerprestaties te vergroten. Op termijn worden alle vakken betrokken bij taal en rekenen door te letten op spel- en rekenfouten. De nieuwe methodes worden zoveel mogelijk gekoppeld aan de referentieniveaus van de doelgroep en toetsen worden gescreend op het juiste referentieniveau. Op basis van ervaring zal taal en rekenen binnen de overgangsnormen een rol gaan spelen.
4) Analyse van de huidige situatie m.b.t. taal en rekenen en een vooruitblik. In mei/juni 2011 hebben de betrokkenen een quickscan cq analyse gemaakt van de taal- en rekensituatie op school. Het onderstaande overzicht is een samenvatting in concluderende termen weergegeven.
Categorie plan: -
Er bestaat een globale visie op taal- en rekenonderwijs gekoppeld aan de onderwijskundige visie van het JTC. Er wordt een koppeling gemaakt met het voorafgaand genoten onderwijs Tot nu is het resultaat nog beperkt. Een mogelijke oorzaak is dat alleen een kleine werkgroep en een beperkte groep kernvakdocenten zich bezig houden en/of verantwoordelijk voelen voor het werken aan de achterstanden. Activiteiten zouden moeten worden vertaald naar breder docentniveau.
Categorie primair proces (onderwijs en begeleiding): -
-
Docenten op de school zijn allemaal reken en/of taaldocent. Zij hebben de kennis en kunde om telkens weer aandacht te geven aan rekenen en taal in de lessen. Wenselijk is om in de vorm van scholing collega’s te voorzien van methodieken om te signaleren en te interveniëren en hun deskundigheid te activeren. Contact met voorafgaand en vervolgonderwijs is op orde. Er is sprake van een warme overdracht.
Categorie klimaat: -
Voor borging en implementatie van taal/rekenbeleid is het essentieel dat het voortdurend onderwerp is van gesprek. Het managementteam en de directie hebben een schoolcultuur gerealiseerd die voldoende transparant is op het gebied van innovatie en implementatie.
Categorie betrokkenen: -
Leerlingen worden vanuit verschillende invalshoeken gestimuleerd om de achterstand in te lopen. Betrokkenheid van docenten en ouders is een vereiste.
In de bijlage [ad4] is de sterkte/zwakte-analyse te raadplegen met aandacht voor het bovenschoolsniveau, schoolleiding- en teamniveau. Vanaf schooljaar 2011/2012 hanteert het JTC als toetsinstrument Cito Toets 0 tot en met 3. Meest vernieuwend aan de toetsen is dat het de prestaties meet van de leerlingen op kernvaardigheden vanaf de brugklas tot en met de derde klas. De resultaten van de leerlingen kunnen we vergelijken met landelijke normen.
Toets 0 tot en met 3 brengt op vier momenten het niveau en de voortgang van de leerlingen in beeld nl. aan het begin en eind van de eerste klas, aan het einde van de tweede klas, aan het einde van de derde klas. We krijgen inzicht in de algemene beheersing van de kernvaardigheden en zien wat de sterke en zwakke punten zijn van onze leerlingen. We toetsen de volgende vaardigheden: Nederlands leesvaardigheid Engels leesvaardigheid en bij Toets 0 ook Engels woordenschat rekenen/wiskunde taalverzorging (spelling/zinsbouw) 5) Doelstellingen en werkwijze 2011 t/m 2014 Op basis van analyse willen we groeien naar de volgende situatie:
1) Alle leerlingen binnen alle afdelingen worden, met betrekking tot rekenvaardigheid Nederlands en Engels, in de eerste 3 jaar gescreend en gevolgd door het CITO volgsysteem. De resultaten worden besproken met de mentor en de vakdocent. Leergang aanvang klas 1 sept – okt lopend leerjaar 1 module 2/3 eind klas 1 april – juli lopend leerjaar 2 module 2/3 eind klas 2 februari – mei lopend leerjaar 3 module 2/3 eind klas 3 april – juli lopend leerjaar 4
Toets Cito Volgsysteem
Begeleiding (KWT)
0 uitval taal-rekenen-Engels 1 uitval taal-rekenen-Engels 2 uitval taal-rekenen-Engels 3 onderhouden op individuele basis. De school biedt werkruimtes en geeft voorstel programma’s.
Om aan alle leerlingen tegemoet te komen richting de wettelijke examentoets in 2013/2014 is er een inhaalplan gemaakt. Het voorstel is te vinden in de bijlage Ad5]. 2) Docenten worden geïnformeerd over het belang van goede taal- en rekenvaardigheid voor
alle leerlingen. Daarbij moeten ze worden toegerust met kennis en vaardigheden over taalverwerving. Tevens zal er een eenduidige aanpak moeten komen. In een teambespreking aanvang schooljaar 2011-2012 krijgen de docenten informatie over de referentieniveaus Nederlands/Rekenen en de gradaties A1 t/m C2 bij de moderne vreemde talen. 3) In 2011-2012 hanteert 100% van de docenten Nederlands de zgn ‘eenpuntsregeling’ (aftrek van een tiende voor elke spel-stijlfout met een maximum van 1 heel cijfer). In 2012-2013 hanteert 100% van de taaldocenten (Ne-En-Fa-Du) de ‘eenpuntsregeling’. In 2013-2014 hanteert het volledige team de ‘eenpuntsregeling’.
4) Vanaf schooljaar 2013/2014 doen alle lln de rekentoets. Deze leerlingen hebben de JTC rekenlijn gevolgd en 90 % van de leerlingen haalt minimaal het beoogde niveau met een 6 of hoger. Het referentieniveau voor Nederlands wordt geïntegreerd aangeboden. 5) Leerlingen van klas 3 HV volgen in 2011/2012 een aangepast programma (inhaalslag) om op het einde van dat jaar het beoogde niveau te halen (minimaal 2F). Minstens 80 % van de leerlingen haalt het beoogde niveau met minimaal een 5 of hoger. In bijlage Ad6] is het programma van eisen weergegeven in een schema. Het brengt in beeld hoe de normering gefaseerd is opgenomen. 6) a- In schooljaar 2011-2012 wordt een matrix ontwikkeld voor taal. Hierin wordt de doorlopende leerlijn zichtbaar. Het betreft de terminologie en systematiek voor spelling en grammatica. Het vak Nederlands is hiervoor leidend. In schooljaar 2012-2013 hanteert 100% van de talendocenten de matrix. b- In schooljaar 2012-2013 wordt een matrix ontwikkeld voor de rekenen gerelateerde vakken1. Hierin wordt de doorlopende leerlijn zichtbaar. Het betreft de terminologie en systematiek voor rekenvaardigheid. In schooljaar 2013-2014 spreekt 100% van de rekendocentendezelfde rekentaal conform de matrix.
1
Rekenen gerelateerde vakken: ak-wi-bio-ec-nask-o&o-M&O
6) Voorwaarden
Programmatische aanpassingen?
Welke medewerkers, met welke taken? (docenten, coördinatie, ondersteuning)
Overleg en afspraken
Ad 1: Het screenen middels toetsen van het Cito volgsysteem moet ingebouwd worden in het jaarrooster. Bij het inroosteren moet gekeken worden naar de gewenste tijd per afname onderdeel. Ad 2: Informatie moet worden verstrekt door werkgroep Ad 3: Informatie moet worden verstrekt door taaldocenten Ad 5: KWT uur in de lessentabel klas 1-2-3 Ad6: Matrix vaststellen en inzetten Ad 1: Afname van de toetsen vindt plaats tijdens de KWT-uren Ad 2: Het is gewenst dat de KWT-activiteiten zoveel mogelijk uitgevoerd gaan worden door docenten Nederlands en Engels en wiskunde. Daarnaast zal er ruimte vrij gemaakt moeten worden voor overleg / terugkoppeling met de andere docenten(i.v.m. overdracht leerlingengegevens en inzetbaarheid tijdens ziekte of calamiteiten). Ad 6a: Bestaande matrix integreren in de huidige systematiek door werkgroep MVT Ad 6b: werkgroepleden rekenen doen onderzoek en stellen matrix op Ad 1: De resultaten van de toetsen gaan gebruikt worden voor het determineren van leerlingen. De uitslag kan bepalend zijn voor rapportbesprekingen op de grens van bevorderen of doubleren. Ad 3: Door de eenpuntsregeling consequent te hanteren, zullen de leerlingen naar verwachting kritisch omgaan met taal en zinsbouw. Alle docenten moeten op termijn de kritische houding ontwikkelen. Ad 1: De docenten Nederlands/ Engels en wiskunde zullen in staat moeten zijn het leerlingenrapport te vertalen naar de begeleidingsactiviteiten.
Scholing
Ad 1: De docenten die tijdens de KWT-uren deze leerlingen heel specifiek gaan begeleiden moeten daarin worden begeleid. Ad 2: Er vindt een algemene interne presentatie plaats voor alle docenten. Competentieontwikkeling door scholing op docentenniveau.
Draagvlak
Draagvlak op sectie- , afdelings- en schoolniveau is van belang voor een volwaardig beleid.
Facilitair en Aansturing
Er zal voorlopig een werkgroep R&T moeten blijven bestaan. In schooljaar 2011/2012 betreft dat 100 uur voor een coördinator en 4 x 25 uur voor werkgroepleden. In totaal 200 klokuren.
Tot en met 2014/2015 zal er een werkgroep moeten blijven bestaan (incl. een coördinator), het aantal uren zal kunnen zakken tot uiteindelijk structureel 50 uren voor een coördinator: 2011/2012: 220 2012/2013: 150 2013/2014: 100 2014/2015: 75 2015 tot de volgende wetsvoorstellen: 50 Qua ICT is er geen verwachting dat er extra facilitaire eisen komen. Alle plannen kunnen uitgevoerd worden binnen de huidige en toekomstige infrastructuur (op de leerpleinen). De administratieve last zal elk jaar toenemen. Het gaat dan vooral om registreren van gegevens en wijzigingen. Administratieve ondersteuning van gemiddeld 2 uur per week .
Naast personeelsuren (zie vorige item) leggen (CITO) toetsinstrumenten en remediërend materiaal financieel gezien een claim. Diagnostische toetsing: 2011/2012 ca. 17,50 per leerling van klas 1(2x) t/m3. Dit bedrag bestaat uit aanschaf kopieerbare boekjes en per toets € 9,50 aan verwerkingskosten. N.B. klas 1 wordt 2 x getoetst Elk volgend jaar zal het bedrag afnemen tot ca. € 12,= per leerling opnieuw voor klas 1(2x) t/m 3 Financiën
N.B. Op dit moment is het onduidelijk hoe de markt zich gaat ontwikkelen op dit vlak. Bovengenoemde bedragen zijn gebaseerd op de huidige stand van zaken en de huidige beschikbare toetsen oktober 2011.
Remediërend materiaal: Ook nu weer een splitsing tussen het eerste jaar en de daaropvolgende. 2011/2012 is een aanvalsbudget van € 3500,= nodig voor eerste aanschaf van digitaal materiaal (buiten de leermethode gebonden materialen). Vanaf 2012/2013 is € 6,= per leerling (klas 1 t/m 3) welke remediering nodig heeft gewenst. Naar verwachting gaat het dan om ca. 30 % van het totaal aantal leerlingen in klas 1 t/m 3. Op basis van totaal 750 lln in klas 1 t/m 3,
komt dat neer op € 1350,= per jaar N.B. Op dit moment is het onduidelijk hoe de markt zich gaat ontwikkelen op dit vlak. Bovengenoemde bedragen zijn gebaseerd op de huidige stand van zaken en de huidige beschikbare toetsen oktober 2011.
Bijlagen staan op de volgende pagina.
Bijlagen Ad1] Ontwikkeling commissie Meijerink.
Sinds 1 augustus 2010 zijn de referentieniveaus taal en rekenen (commissie Meijerink) wettelijk van kracht en vindt de invoering gefaseerd plaats. In deze referentieniveaus is vastgelegd wat de leerlingen moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen op verschillende momenten in hun studieloopbaan. De drempelmomenten bevinden zich steeds aan het einde van een opleiding zoals eind basisschool, eind vmbo, eind havo en zo verder. Er zijn fundamentele niveaus en streefniveaus. De niveaus geven een opklimmende moeilijkheidsgraad aan in basiskennis en –vaardigheden. Met de referentieniveaus taal en rekenen maken we de niveaus van beheersing zichtbaar die van belang zijn voor evenredige doorstroming naar volgende leerjaren. Leerlingen die in 2013-2014 examen afleggen, zullen voor het eerste met deze referentieniveaus te maken krijgen.
Ad2] Onderwijsraad De onderwijsraad pleit voor een versteviging van kennis in het onderwijs met name voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Leerlingen in het havo en vwo mogen vanaf 2012/2013 maximaal één vijf als eindcijfer (het gemiddelde van het schoolexamen en centraal examen) behalen voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde.
Ad3]Informatie over de opgezette pilot in 2009-2011. Het referentiekader is een hulpmiddel voor de school om het niveau van de leerlingen te onderhouden, te verbeteren en te waarborgen. Diagnostische toetsen geven inzicht in het kennen en kunnen en zijn bedoeld om het onderwijsaanbod beter af te stemmen op de individuele leerling. Aan het eind van het eerste leerjaar maakten onze leerlingen de diagnostische toets van Cito. Vervolgens werden op basis van de uitslag de leerlingen die het fundamentele niveau 1F niet behaald hebben, in klas 2 begeleid in een traject voor taal en rekenen. Brugklasleerlingen werden ingeschaald op basis van de gegevens basisschool; veelal Citoleerlingvolgsysteem. Tevens heeft er een dyslexiescreening plaats gevonden. Het traject is een services van de school waarbij er een signalering plaatsvindt, verwerking en evaluatie. De ouders worden middels een persoonlijke brief op de hoogte gebracht. Als onderdeel van de kwaliteitsagenda is de werkgroep MVT en Nederlands opgezet. Er is een talenmatrix ontwikkeld om een betere aansluiting te vinden in terminologie, spelling en grammatica. De werkgroep onderhoudt de ontwikkeling binnen het digitale programma voor begrijpend lezen en leesstrategieën Escape. De werkgroep geeft advies bij het kiezen van een nieuwe methode om het te relateren aan de ERK niveaus. In het schooljaar 2010-2011 is het talenportfolio geïntroduceerd om verschillende competenties aan te tonen; de zogenaamde ‘can do statements’.
Ad4] SWOT-analyse Analyse van sterke en zwakke punten op het gebied van taalbeleid. Uitgangspunt JTC Sterkte-vraag: waar zijn we als school sterk in? Zwakte-vraag: waar zijn we als school zwak in,wat willen/moeten we ontwikkelen? Kans-vraag: welke kansen zien wij in de omgeving van de school = strikt genomen? Bedreigingen-vraag: welke externe bedreiging zien wij als school van buitenaf op ons afkomen?
STERK Strategisch - Aanwezigheid KWT-uren - Inzet leerpleinen - Digibord -
-
Organisatie tot nu toe Ruimte bieden aan taal en rekenbeleid binnen de organisatie=opgenomen taakbeleid We hebben een visie en missie op taal en rekenbeleid Leerling en ouder contacten Improviserend vermogen Onderhouden nieuwe ontwikkelingen
KANSEN Strategisch - Doorlopende leerlijn/volgsysteem (vanuit basisschool) - Invoering ELO - Profilering scholen VO - Mogelijkheden nieuwbouw
Tactisch - Taal-en rekencoördinator - Aandacht voor zwakke leerlingen - Inzage testgegevens
Tactisch Beter determineren
Operationeel - Laagdrempeligheid bij benadering leerling-docent-tutor
Operationeel - Methodekeuze afstemmen op referentieniveau - Databank docenten om kennis/materiaal te delen -
ZWAK Strategisch - Waarborgen van nieuwe ontwikkelingen
BEDREIGINGEN Strategisch - Aanbod faciliteiten-overstap nieuwbouw 2011-2012 -
Tactisch - Ontbreken samensmelting methodieken en strategieën - Draagvlak creëren - Van plan naar praktijk (organisatorische knelpunten)
Veel verschil in expertise Zelfverantwoordelijk leren
Financiën voor de faciliteiten Onderwijstijd
Tactisch - Te weinig draagvlak-aandacht verwaterd –eenduidigheid - Resultaten pas op langere termijn zichtbaar
Operationeel - Niet iedereen maakt optimaal gebruik van de faciliteiten/ werkvormen - Differentiëren binnen de les -
Operationeel - Beren op de weg- niet houden aan gemaakte afspraken - Verwachtingen niet waar kunnen maken
Van plan naar praktijk gaat nog niet goed Veel verschillen bij docenten in handelen en betrokkenheid Geen goed rekenprogramma aanwezig
-
De verschillende opvattingen tussen de afdelingen
Strategisch: schoolleiding – schoolplan – financiën Tactisch: coördinatoren –wie doet wat? Operationeel: vaksectie –wat betekent het voor mijn onderwijs Ad 5] Met ingang van schooljaar 2011-2012 wordt het volgende aangeboden: Klas 1= toets 0+1 inclusief remediëren Klas 2= remediëren en toets 2 Klas 3= diagnosticeren met methode gebonden toetsen en toets 3 Klas 4V heeft geen gegevens . Zij dienen volgens de huidige lessen te worden voorbereid. Leerlingen kunnen de 2 opvolgende jaren zelfstandig oefenen en onderhouden. Schooljaar 2013 -2014 zijn de kamereisen van kracht. Leerlingen die 2010-2011 in mavo 1 zaten beschikken over een volledig volgsysteem. Overige leerjaren brengen we in gedeeltelijk in beeld en faciliteren we waar nodig. In schema ziet het er als volgt uit. 2013/2014 2012/2013 2011/2012 2010/2011
V6 V5 V4 V3
H5 H4 H3 H2
M4 M3 M2 M1
Ad6] Mavo afgestemd op referentieniveau 2F schooljaar
Tot 2013
2013-2014
2015-2016
Eisen/bepaling
•
Op schoolniveau werken aan rekenen taalvaardigheden lln:
•
Werken aan eigen vaardigheden (alle docenten – taaldocenten)
•
Methodes screenen gekoppeld aan referentieniveaus
•
Beleid samenstellen en onderhouden
•
Organisatie afstemmen op wetgeving en beleid
Invoering rekentoets
Aanpassing;
Afstemming examen Nederlands
Eindcijfer Ne + rekenen 5 en 5
Aanpassing; Eindcijfer Ne + rekenen 5 en 6 (bevordert doorstroom van VO naar MBO)
Havo+VWO afgestemd op referentieniveau 3F+4F
schooljaar Tot 2013
Eisen/bepaling •
Op schoolniveau werken aan reken- en taalvaardigheden lln:
•
Werken aan eigen vaardigheden (alle docenten – taaldocenten)
•
Methodes screenen gekoppeld aan referentieniveaus
•
Beleid samenstellen en onderhouden
•
Organisatie afstemmen op wetgeving en beleid
2012-2013
Aanpassing; Ne+En+Wi max 1 keer 5 toegestaan
2013-2014
Invoering rekentoets
Aanpassing;
Afstemming examen Nederlands
Ne+En+Wi max 1keer 5 toegestaan tenminste 5 rekentoets
2015-2016
Opm: rekentoets mag de leerling 1 maal herkansen en mogen ze in het examenjaar of het jaar ervoor maken
Aanpassing; Ne+En+Wi+rekentoets max 1 x 5 toegestaan