Synergie en sturing “Op een bewegelijk standpunt sta je het sterkst” (Jules Deelder)
De volgende stappen in de vormgeving van de Integrale Jeugd Gezondheidszorg in Zuid-Holland West
Bram Hakkenberg, directeur GGD Zuid-Holland West
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
1. Inleiding Op 1 januari 2007 hebben de acht gemeenten in Zuid-Holland West de verantwoordelijkheid en de sturing (lees regie) voor de uitvoering van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor 0-19 jarigen in ZuidHolland West neergelegd bij de GGD Zuid-Holland West met de volgende ambities. De acht gemeenten streven naar een integrale jeugdgezondheidszorg die: • voor alle inwoners van 0 tot 19 jaar en hun ouders of verzorgers een toegankelijk en (in kwantitatieve zin) toereikend informatie- en hulpaanbod biedt dat zo vroeg, zo licht en zo dicht mogelijk bij huis wordt ingezet; • georganiseerd is vanuit het vertrekpunt van een normale en gezonde ontwikkeling, waarin de meeste jongeren/gezinnen in staat zijn om moeilijkheden zelf het hoofd te bieden of om dat te leren; • snel en adequaat wordt ingezet voor risicogroepen; • ingebed is in de keten van het integraal jeugdbeleid dat uitgaat van de levensperiode -9 maanden – 23 jaar; • aansluiting vindt bij het integraal jeugdbeleid, zowel qua benadering als in de samenwerking en informatie-uitwisseling met andere partners in het jeugd- en onderwijsbeleid; • gestalte krijgt binnen de Centra voor Jeugd en Gezin, waarin daarnaast tenminste de vijf gemeentelijke functies en de aansluiting met onderwijs en jeugdzorg tot de basisstructuur behoren; • een zichtbare regionale samenhang vertoont in aansluiting op gemeentelijk beleid; • slagvaardig nieuwe landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen weet om te zetten in adviezen en initiatieven op het daartoe geëigende niveau en onder sterke bestuurlijke regie wordt uitgevoerd; De acht gemeenten willen dat de regionale integrale jeugdgezondheidszorg uiterlijk in 2010 hieraan voldoet. Zij hebben in het verlengde van deze uitgangspunten een uitvoeringsprogramma op hoofdlijnen opgesteld. Deze uitvoeringsagenda bestaat uit de inhoudelijke thema’s die de betrokken gemeenten gezamenlijk willen aanpakken. De ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) zijn hierin leidend. Het gaat dan om: - uitwerking van de vijf kernfuncties (informatie- en advies, signalering, toeleiding naar hulpaanbod, licht pedagogische hulp en zorgcoördinatie) in relatie tot de Jeugdgezondheidszorg; - de schakel met de geïndiceerde jeugdzorg; - de schakel met zorgstructuren (onderwijs); - ontwikkeling van het elektronisch kinddossier (EKD); - de preventie en aanpak van overgewicht en (problematisch) alcoholgebruik en het voorkomen van depressies bij kinderen en jongeren.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 2 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
2. Wat is bereikt? De IJGZ als gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Inmiddels is een vergevorderde samenwerking in de uitvoering van de JGZ -9 maanden tot 23 jaar van vier in Zuid-Holland West actieve thuiszorgorganisaties en de GGD gerealiseerd. Geïntegreerde werkeenheden in de regio en één leidinggevende per werkeenheid, één ambitieus werkplan, aanzetten tot verdere integratie van de werkapparaten en de bedrijfsondersteuning en planning en controlcycles. Partijen kiezen voor samenwerking vanuit de gedachte dat, hoewel ze elkaars concurrent zijn, ieder zijn eigen doel hierdoor beter wordt bereikt (voor deze gedachte kreeg de wiskundige Nash in 1994 de Nobelprijs voor de economie). Door effectief gebruik te maken van elkaars mogelijkheden (“best practices”) en niet over te gaan tot fuseren, overnemen, institutionaliseren, besturen en beheersen worden flexibele werkeenheden gerealiseerd die door een relatief losse koppeling (“supply chains”/waardeketens) gemakkelijk kunnen reageren op bewegingen en veranderingen in de omgeving. Bij (lokale) overheden en organisaties die als het verlengstuk van deze overheden werken, zien we een beweging van bestuurder naar regisseur. Dit leidt in het publieke domein tot de vormgeving van lossere, meer autonome eenheden die daardoor makkelijk kunnen aansluiten bij en meedoen in samenwerkings-verbanden. Een dergelijke manier van samenwerken vraagt dat in de bedrijfsondersteuning (ICT, bedrijfsinformatie, etc.) eenheid en uitwisselbaarheid bestaat. Een degelijke samenwerking betekent delegatie van bevoegdheden en sturing, maar ook blijvende bewegelijkheid (interoperarabiliteit).
De IJGZ als aantrekkelijke partner IJGZ Zuid-Holland West beperkt zich niet tot de bundeling van de basisdienstverlening van de samenwerkingspartners (consultatiebureau, periodiek geneeskundig onderzoek, logopedie etc.). De samenwerking is ook aangegaan om (maatschappelijke) ambities dichterbij te brengen (zie het werkplan 2008-2009 IJGZ) met het doel voor burgers (kritisch, mondig, kwetsbaar) betere service en maatschappelijke verbeteringen te realiseren. De gerealiseerde samenwerking is aantrekkelijk voor partners uit aanpalende sectoren. Zij sluiten erbij aan waardoor verdere integratie van de dienstverlening en activiteiten wordt gerealiseerd. Een belangrijk effect o.a. met het oog op de realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin. De IJGZ als strategische alliantie IJGZ Zuid-Holland West is een aantrekkelijk perspectief gebleken voor derden om aan de samenwerkende partijen substantiële budgetten ter beschikking te stellen voor innovatie. De provincie heeft voor 2008 en 2009 respectievelijk € 540.000 en bijna € 900.000 ter beschikking gesteld t.b.v. preventief aanbod van de jeugdgezondheidszorg met als doelstelling instroom in de geïndiceerde jeugdzorg te beperken. De samenwerkende IJGZ-partners hebben hierdoor een aansluitend aanbod voor de hele regio kunnen ontwikkelen van meer lichtere tot zwaardere vormen van preventief aanbod voor risicogezinnen. Daarnaast heeft de centrumgemeente Delft voor het DWO-gebied besloten de RAAK-coördinator onder te brengen bij IJGZ Zuid-Holland West. De deelnemende organisaties zijn ervan doordrongen dat dit de vrucht is van hun geïntegreerde aanpak.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 3 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
3. Wat willen we nog meer Groei, ontwikkeling, innovatie en kwaliteit door: (zie geaccordeerd werkplan IJGZ 2008-2009). Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) IJGZ Zuid-Holland West wil in 2010 als kernpartner participeren in alle Centra voor Jeugd en Gezin in de regio Zuid-Holland West. Vanuit één visie en aanbod leidt dit tot harmonisatie op regionaal niveau en de ruimte om het CJG lokale inkleuring te geven. Zorgcoördinatie Zorgcoördinatie zorgt voor samenhang van zorg en ondersteuning in de zogeheten “multiproblem” gezinnen. Een regionaal model, met lokaal accent voor casemangement met verantwoordelijkheid en zonodig doorzettingsmacht zorgt voor “één gezin, één plan, één aanpak”. De toekomstige Centra voor Jeugd en Gezin, zijn hiervoor een belangrijke peiler. Taakherschikking om meer te kunnen doen aan risicokinderen Om snel en adequaat zorg voor risicogroepen te kunnen inzetten, is de keuze gemaakt om een project taakherschikking uit te gaan voeren. Spraak-taalontwikkeling Kinderen die problemen hebben op het gebied van taal en spraak kunnen op vroege leeftijd naar vooren vroegschoolse educatieprogramma' s. Opvoedingsondersteuning Informatie, advies en licht pedagogische hulp als preventieve ondersteuning van jeugdigen en ouders met opgroei- en opvoedingsproblemen en bij wie sprake is van een verhoogd risico (ontwikkelingsachterstand, schooluitval, criminaliteit) en waarbij bemoeienis op grond van de Wet op de Jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Vroegsignalering Een sluitend systeem van signalering en snelle en passende interventie voor de leeftijdsgroep 0-4 jaar. Een gezamenlijke aanpak van consultatiebureau IJGZ, kinderdagverblijven en de peuterspeelzalen. Aan een bovenlokale aanpak voor de oudere jeugd van IJGZ en onderwijs om “er zo vroeg mogelijk bij te zijn” wordt gewerkt. Kiezen voor een gezond leven De prioriteiten van gemeenten en uitvoeringsorganisaties voor preventieprogramma’s zijn roken, diabetes, depressies, overgewicht en alcoholgebruik onder jongeren vanaf 12 jaar. Huiselijk geweld De aanpak van de Reflectie en Actiegroep Aanpak Kindermishandeling (RAAK) vormt de basis voor het terugdringen van het aantal gevallen van kindermishandeling. Doel: • een gezamenlijke regionale meldcode; • gezamenlijke kennis over signaleren, gestructureerd beslissen en professioneel handelen; • realiseren van snelle en passende zorg. Kwaliteitszorg IJGZ Kwaliteit garanderen van processen en dienstverlening binnen de IJGZ o.a. door certificering.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 4 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Ontwikkeling van de bedrijfsondersteuning door: (zie geaccordeerd werkplan IJGZ 2008-2009). Eén P&C cyclus • één integrale planning, in een systeem dat aansluit aan het EKD; • eenduidige registratie door middel van het EKD; • jaarlijks integraal werkplan; • begroting en verantwoording op basis van het werkplan IJGZ (conform BBV); • regioplannen en deelbudgetten. Centraal afsprakenbureau en bereikbaarheid voor vragen Het vormgeven van een centraal afsprakenbureau en bereikbaarheid voor de IJGZ in de regio ZuidHolland West. Daardoor is de IJGZ is goed bereikbaar voor burgers en gemakkelijk te vinden. Procedures & Protocollen Het gaat hierbij zowel om procedures & protocollen die betrekking hebben op het primaire proces als op diverse sturings- en ondersteunende processen binnen de IJGZ (niet limitatief): klachtenregeling; protocol kindermishandeling; functioneringsgesprekken; werving & selectie; verzuimbeleid; opleidingsbeleid. Productenboek –9 maanden tot 23 jaar Er wordt voor de regio Zuid-Holland West een gezamenlijk productenboek opgesteld voor de IJGZ. Dit betreft een beschrijving van het uniforme pakket van het basistakenpakket zoals opgesteld door het ministerie van VWS. Er is reeds een concept geïntegreerd productenboek vormgegeven. Aan dit productenboek zal het maatwerk IJGZ worden toegevoegd. Het productenboek is leidend voor de vormgeving van de bestaande en nieuwe diensten en initiatieven van de IJGZ Zuid-Holland West en is de basis voor overeenkomsten met nieuwe en bestaande partners. Hierdoor wordt in het primaire proces op een éénduidige wijze samengewerkt en worden deze processen verder geharmoniseerd. Elektronisch Kind Dossier (EKD) De deelnemende organisaties aan IJGZ Zuid Holland West werken in verschillende gebieden en hebben baat bij de keuze voor een EKD dat een gebiedsoverstijgende en een zo breed mogelijke toepassing kent. Professionele ontwikkeling Met de medewerkers van IJGZ werken we aan de kennis die nodig is om het werk te doen en aan een professionele visie en houding, die richting geeft aan de keuzes die zij maken in hun werk. Dit komt tot uitdrukking in: • kennis en kwaliteit; • zelfstandigheid; • productie en resultaat; • ontwikkelcapaciteit; • grote betrokkenheid; • een naar buiten gerichte blik. Indicatorgegevens IJGZ IJGZ levert alle indicatorgegevens aan voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg. PR en communicatie Burgers weten JGZ te vinden omdat deze door logo, huisstijl, website en andere publieksuitingen herkenbaar in de regio aanwezig is.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 5 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Herindeling van de regio’s De regio-indeling wordt geografisch vormgegeven door aansluiting van die van de ketenpartners in de regio. Dat betekent een teruggang naar vier regio’s .
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 6 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
4. De sturing in de IJGZ De gang van zaken op dit moment is als volgt: de directeur GGD is regievoerder. Deze zet acties uit bij het IJGZ management welke worden uitgevoerd binnen de gestelde randvoorwaarden (budget en andere punten nog toevoegen). In de praktijk betekent dit dat de twee sectormanagers namens de gezamenlijke thuiszorgorganisaties resp. de GGD overleg voeren met de directies en beslissingen nemen. Aan thuiszorg- en GGDbestuurders wordt gerapporteerd en worden voortgangsbesluiten gevraagd. In de praktijk biedt deze constructie onvoldoende mogelijkheden voor een slagvaardige volgende stap omdat er teveel aan besluiten moet worden teruggelegd in de deelnemende organisaties en leidt tot overbelasting bij de deelnemende organisaties. Van de thuiszorgorganisaties wordt veel gevergd omdat zij in meerdere gebieden met dezelfde processen bezig zijn. Voor de GGD is het moment bereikt om een scheiding aan te brengen tussen de rol van regievoerder namens de gemeenten en de mandatering van de uitvoering aan het management. Op basis van de hiervoor genoemde stappen voorwaarts betekent dit: • dat in 2009 de huidige overleg- en besluitvormingstructuur vereenvoudigd wordt op basis van de keuze voor één werkorganisatie met eenhoofdige leiding; o bestuurlijk overleg en de daaruit voortvloeiende activiteiten wordt gedaan door de regievoerder (directeur GGD); o inrichting en sturing van de werkorganisatie; uitvoering werkplan; innovatie en acquisitie is opgedragen aan de leiding van de uitvoeringsorganisatie; • dat op het moment van overdracht van werkzaamheden aan een nieuwe werkorganisatie de bestuurlijke structuur helder en legitiem zijn geregeld en de rol en de invloed van de overdragende instellingen moet zijn vastgelegd. Dit is ook nodig om als contractpartner op te kunnen treden. Hierbij moet worden bedacht dat het bestuurlijke eindmodel en de definitieve vorm en omvang van de werkorganisatie kunnen veranderen. De bestuurlijke zeggenschap van partijen die hun activiteiten overdragen is eindig bij een verdere verzelfstandiging van de IJGZ organisatie. Ontwikkleingen voor de centra voor Jeugd en Gezin brengen naar verwachting weer andere partijen in beeld en leiden tot andere bestuurlijke invloed. Bijlage 5: schematische weergave.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 7 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
5. De volgende stappen Alle betrokken organisaties zijn van mening dat er in de samenwerking IJGZ nu stevige stappen voorwaarts gezet moet worden; de bewegelijkheid en variëteit van het samenwerkingverband moet worden gehandhaafd, bestuurlijk perspectief moet worden geboden en korte termijnoplossingen voor bestaande knelpunten in de uitvoering moeten worden gerealiseerd. T De stappen voorwaarts in de samenwerking zijn: • realiseren van één nieuwe uitvoeringsorganisatie IJGZ Zuid-Holland West waaraan vanaf 01-01-2010 in verschillend tempo, organisaties hun activiteiten aan kunnen overdragen dan wel op contractbasis op basis van definities vastgelegd in een productenboek aan kunnen leveren; (aandachtspunt hierbij zijn de wettelijk vereisten die gelden voor bedrijfsoverdrachten en fiscale •
• • • • • • • • • • • • •
regels zoals BTW;)
ter voorbereiding van de nieuwe uitvoeringsorganisatie al vanaf 01-01-2009 outilleren en structureren van de huidige uitvoeringsorganisatie door middel van eenhoofdige leiding en een (tijdelijke extra) projectleider en stafcapaciteit t.b.v. innovatie, groei, kwaliteit en organisatieontwikkeling; de deelnemende organisatie maken op dat moment bekend of zij hier aan mee doen als partij die activiteiten over zal dragen of als partij die contractpartner wil worden; doormandateren per 01-01-2009 van het GGD-budgethouderschap aan de huidige uitvoeringsorganisatie; het aanbrengen van een onderscheid tussen het regievoerderschap IJGZ zoals aan de GGD is opgedragen en de daarvan afgeleide uitvoeringsregie; een bestuurlijke (overgangs)structuur voor de nieuwe uitvoeringsorganisaitie waar de organisaties die activiteiten overdragen -waaronder de GGD- de bestuurlijke zeggenschap krijgen; handhaven van de bundeling van de politieke bestuurlijke regie namens de deelnemende gemeenten door de GGD Zuid-Holland West; op basis van “best practices" gebruik te maken van de verschillende operationele en ondersteunende systemen en diensten van de overdragende organisaties om de ontvlechtingskosten zo laag mogelijk te houden; onderzoeken van de mogelijkheid om in de nieuwe uitvoeringsorganisatie te komen tot gelijke arbeidsvoorwaarden; simpele overzichtelijke overlegstructuren tijdens de overgangsperiode en het opheffen van de projectstructuur; bestaande ontwikkelbudgetten aanwenden en nieuwe aanboren om de IJGZ verder te ontwikkelen; het bedrijf- en bestuursmodel voor de IJGZ op de langere termijn verder ontwikkelen; het realiseren van vier regio’s in het werkgebied IJGZ Zuid Holland West gekozen wordt voor een EKD-systeem met garanties voor ontwikkeling, uitwisselbbaarheid, continuitieit en een brede toepassing; behouden van bewegelijkheid vanwege ontwikkelingen in de nabije toekomst zoals de vorming van centra voor Jeugd en Gezin en mogelijk een bredere regionale schaal voor de IJGZ groter dan Zuid-Holland West.
In dit verband is het interessant om te kijken naar het Rotterdamse model voor de organisatie van de IJGZ (bijlage 4). Vertrekpunt bij het zetten van volgende stappen is het bereikte niveau van samenwerking.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 8 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
6. Gevraagd besluit Aan de bestuurders betrokken bij de IJGZ Zuid Holland West wordt gevraagd op 13 november 2008 in te stemmen met het voorstel dat: • er op 01-01-2010 één uitvoeringsorganisatie IJGZ Zuid-Holland West is gerealiseerd waaraan de op dit moment aan de IJGZ deelnemende instellingen hun activiteiten kunnen overdragen dan wel contracten mee af kunnen sluiten; • deze organisatie bestuurlijk zodanig is ingericht dat de overdracht van werkzaamheden legitiem kan plaatsvinden, de continuïteit gegarandeerd is en de bestuurlijke zeggenschap van de overdragende instellingen is geregeld en de organisatie contracten kan afsluiten; • de deelnemende organisaties per 01-01-2009 bekendmaken of zij mee doen als partij die activiteiten over zal dragen of als partij die contractpartner wil worden; • vanaf 01-01-2009 de uitvoering van de IJGZ Zuid-Holland West geoutilleerd en gestructureerd wordt door middel van eenhoofdige leiding, een (tijdelijke extra) projectleider en stafcapaciteit met als opdracht de uitvoering van het werkplan en de opbouwwerkzaamheden voor het opzetten van één uitvoeringsorganisatie; • het inmiddels bereikte niveau van samenwerken binnen de IJGZ Zuid-Holland West gehandhaafd blijft; • er in het werkgebied IJGZ Zuid Holland West vier regio’s komen • op 01-01-2009 het budgethouderschap van de GGD door te mandateren en de functionele aansturing van de medewerkers van de deelnemende organisaties aan de uitvoeringsorganisatie in oprichting over te dragen; • bestaande ontwikkelbudgetten zoals opgenomen in de begroting 2009 en de jaren daarna te beoordelen op de toereikendheid om de IJGZ verder te ontwikkelen en daarover aanvullende besluiten te nemen; • er een (financiële) regeling voor ontvlechtingskosten komt; • gekozen wordt voor een EKD-systematiek met garanties voor ontwikkeling, uitwisselbaarheid, continuitieit en een brede toepassing.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 9 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
7. Planning (op hoofdlijnen) november 2008 – januari 2009 • besluitvorming bestuurders; • onderzoeken en vaststellen van een ontwikkelbudget 2009; • ontwerpen en vaststellen van het overleg en besluitvormingsprocedure IJGZ voor 2009 met in acht name van ieders bevoegdheden; • voorbereiding en inrichting van de werkorganisatie (eenhoofdige leiding, inrichting van projectorganisatie en stafbureau, taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het regiomanagement, inrichting van projectorganisatie en stafbureau en implementatie gewijzigde regio-indeling). januari • • • •
2009 - juni 2009 voorbereiden inrichting van en besluitvorming over de werkorganisatie; ontwikkelen van een bestuurlijk model voor de nieuwe werkorganisatie; besluit van deelnemende organisatie over de overdracht van werkzaamheden; opstellen van en besluiten over meerjaren ontwikkelbudget i.c. ontwikkelbudget 2010.
juni 2009- januari 2010 • inrichten van de nieuwe werkorganisatie 2010-2012 • verdere ontwikkeling werkorganisatie en bestuurlijk model.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 10 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008
Bronnen: • • • • •
Werkplan Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West–9 maanden tot 23 jaar; Sterk partnerschap en goede dienstverlening, Integrale Jeugdgezondheidszorg, regionale visie en uitvoeringsagenda Zuid-Holland West 2008-2009, bureau Zunderdorp, 18 februari 2008; Organiseren tussen organisaties, inrichting en besturing van samenwerkingsrelaties door Edwin Kaats, Philip van Klaveren, Wilfrid Opheij; Koesteren & ontwikkelen, een visie op de Jeugdgezondheidszorg als Publieke Zorg voor de Jeugd van stichting Kind & Maatschappij, september 2008; Dag en nacht geopend, J.A. Deelder, De Bezige Bij, Amsterdam, 1970.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 11 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 1: Professionaliteit in de IJGZ De relatie tussen de JGZ-medewerkers en het kind (en zijn ouders) is de grondslag voor de manier waarop er binnen de IJGZ gewerkt wordt en leiding wordt gegeven. Dit komt tot uitdrukking in de volgende zaken: • optiek van het kind: diens belang staat altijd centraal, de universele rechten van het kind; • openbaar: aandacht voor álle kinderen en niet alleen voor de risicokinderen; • toetsbaar:bereidheid tot het afleggen van verantwoordelijkheid, het onder condities beschikbaar stellen van informatie aan de samenleving; • ontvankelijk: uitgaan van kenmerken die een goede omgeving voor kinderen vormen zoals geborgenheid, respect, kleinschaligheid en een tempo dat bij kinderen past; • omgevingsgericht: het gaat om de relatie kind en zijn leefwereld. Met de leeftijd wordt de actieradius groter van een kind en daarmee veranderen de (omgeving)risico’s voor een kind; • onafhankelijk: uitgaan van het beargumenteerde en onderbouwde deskundige oordeel van medewerkers (beargumenteerd afwijken van het protocol mag/moet) als rekening houden met de eigen kracht van kinderen en de mogelijkheden van hun verzorgers; honoreren van de bestaande vertrouwensrelaties die het kind heeft en die zoveel mogelijk versterken; • ondernemend: vanuit het belang van het kind en diens ontwikkeling zijn niet de bestaande structuren/regels leidend, maar het gegeven of de (meervoudige) zorg rondom een kind goed en op tijd aanwezig is. Dat vraagt doortastend optreden van elke jeugdmedewerkers als het nodig is en om nieuwe verbindingen; • opzoeken van de grenzen van de eigen functie, afwijken van procedures in de organisatie in het belang van het kind/gezin, gebruik makend van eigen informele netwerken en (externe) contacten (institutioneel burgerschap).
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 12 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 2: Casemanagement en ketenmanagement De noodzaak om de samenhang te managen van diensten en activiteiten die door (veel) verschillende instellingen en instanties worden geleverd aan burgers die dit niet vanzelfsprekend zelf kunnen coördineren wordt steeds groter. IJGZ ambieert hierin in Zuid-Holland West voor kinderen, jongeren, hun ouders en de belangrijkste instellingen waarmee zij te maken hebben (onderwijs, zorg etc.) een prominente rol te spelen. De imperfectie van de dienstverlening door versnippering, gebrek aan integratie en doorzettingsmacht is staat adequate hulp en dienstverlening in de weg en is (lokale) bestuurders een doorn in het oog. Casemanagement wordt ingezet in speciale situaties of voor specifieke groepen. IJGZ concentreert zich uit de aard van haar taak op kinderen en jongeren die in hun ontwikkeling en in het opgroeien bedreigd worden en ouders met opvoedingsproblemen. Het is een vorm van dienstverlening, die op afroep ingezet kan worden in situaties, waarin op voorhand al verondersteld wordt dat - door de veelheid van instellingen en professionals regieproblemen en overlap van activiteiten gaan ontstaan. In hoeverre deze inzet de complexiteit nog verder vergroot of juist doet afnemen, heeft te maken met de daadkracht en houding gesteund door formele doorzettingsmacht van de professional en de bereidheid van partijen zich te laten leiden. Dit laatste veronderstelt op een hoger abstractieniveau “ketenmanagement” (supply chains) van partijen die bij het casemanagement zijn betrokken.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 13 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 3: Wat gebeurt er in Rotterdam-Rijnmond met de Jeugdgezondheidszorg en de GGD? Stip aan de horizon A. De stip aan de horizon in Rotterdam Rijnmond is, dat de GGD de regie krijgt op het totale jeugdveld voor de hele regio Rijnmond: beleidsadvisering aan gemeenten, namens hen subsidiering en aansturing van Jeugdzorg & CJG, werkontwikkeling, epidemiologie en onderzoek, grote (collectieve) preventieprogramma' s zoals Gezonde School, enz. B. Tegelijkertijd wordt de uitvoerende Jeugdgezondheidszorg 4-19 van de GGD, samen met JGZ 0-4 en functies van BJZ, ondergebracht in een apart Centrum voor Jeugd en Gezin. Dat CJG wordt een zelfstandige organisatie, maar wel onder stevige aansturing van de GGD (in het kader van bovengenoemde regietaak), en met een goede borging van de publieke belangen. Perspectief is een regionale CJG-organisatie (backoffice) met lokale vestigingen in de gemeenten (front office), en uiteraard lokaal maatwerk. Huidige stand van zaken Inmiddels is een aantal besluiten genomen, maar een aantal besluiten ook nog niet. We zijn een eindje op weg, maar we zijn er nog lang niet, en het is een spannend traject of en hoe we de eindstreep halen. De stand van zaken is als volgt. A. De Stadsregio heeft besloten om de uitvoering van de Wet op de Jeugdzorg (=beheer van een subsidiebudget van 100 miljoen) per 1 januari aanstaande onder te brengen bij de GGD-RR. Hetzelfde geldt voor het Actieprogramma ' Ieder Kind Wint' . De GGD is momenteel doende om een geheel nieuw cluster in te richten, waarin deze nieuwe taken worden samengevoegd met de bestaande regie-/beleids-/subsidie-/onderzoekstaken (naar verwachting circa 70 fte). Het College van B&W Rotterdam heeft zich er in principe mee akkoord verklaard dat haar GGD deze taken gaat uitvoeren. NB: De overige gemeenten in de regio kijken nog met enig onbegrip en argwaan naar deze ontwikkeling. B. De gemeente Rotterdam heeft directeur GGD de opdracht gegeven om een voorstel te ontwikkelen voor een zelfstandige organisatie CJG per 1-1-2010, waarin de uitvoerende taken van de GGD op het gebied van de Jeugdgezondheidszorg worden ondergebracht tezamen met die van OEK (Ouder & KindZorg Rotterdam) en functies van andere ketenpartijen. 2009 is een overgangsjaar. Per 1-1-2009 moet al een vorm van eenduidige aansturing op de integrale Jeugdgezondheidszorg gerealiseerd zijn. Daartoe wordt een hoofdlijnenakkoord met OEK gesloten. NB: Dit CJG wordt vooralsnog voor Rotterdam ingericht. Alle andere gemeenten in de regio zijn zelf doende met hun CJG-vorming, hebben partijen rond de tafel en zijn plannen aan het maken, dikwijls opteert men voorlopig voor een netwerkorganisatie. Ons perspectief is dat de Rotterdamse CJGorganisatie t.z.t. doorgroeit tot een een Rijnmonds CJG-backoffice. Dat is nog een lange weg. Kans, maar ook complicatie is, dat juist op dit moment de fusie tussen GGD Rotterdam Rijnmond en (een deel van) GGD Zuid Hollandse Eilanden in een stroomversnelling komt. De Zuid Hollandse Eilanden horen bij de Stadsregio Rotterdam-Rijnmond. Deze ontwikkelingen werpen uiteraard hun schaduw over de rest van het land. In dat verband is een aantal vragen van belang. 1. Wordt de JGZ 4-19 in Rotterdam uit de GGD gehaald? Ja en nee. Ja. De opdracht van het College B&W Rotterdam aan de GGD Rotterdam-Rijnmond is om een Centrum voor Jeugd en Gezin te ontwerpen, als zelfstandige organisatie, waarin (tenminste) opgenomen de JGZ 4-19 van de GGD, de JGZ 0-4 van de Thuiszorg, en enkele functies van het Bureau Jeugdzorg. Zowel GGD als Thuiszorg Rotterdam hebben uitgesproken, dat zij hun JGZ in dit nieuwe CJG willen onderbrengen. Nee. De JGZ wordt weliswaar ondergebracht in een nieuwe organisatie CJG, maar het is de bedoeling dat deze nieuwe organisatie vanuit de GGD wordt aangestuurd (zie punt 3).
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 14 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 2. Raakt Thuiszorg Rotterdam zijn JGZ 0-4 kwijt? Ja. Zie boven. Niet alleen de GGD maar ook de Thuiszorg Rotterdam heeft de intentie uitgesproken dat zij de eigen uitvoeringsorganisatie JGZ wil afstoten, cq. wil onderbrengen bij een nieuwe organisatie CJG. Deze nieuwe organisatie CJG zal in ieder geval geen onderdeel uitmaken van Thuiszorg Rotterdam. 3. Heeft Rotterdam het publieke belang uit het oog verloren? Nee. De opdracht van het College B&W Rotterdam aan de GGD is om een model voor het nieuwe CJG te ontwerpen, waarin de publieke belangen (o.a. informatietoegang en doorzettingsmacht) geborgd zijn. Op dit moment onderzoeken we de juridische mogelijkheden. Daarbij letten we er ook op, dat de te kiezen constructie geen plicht tot aanbesteding met zich meebrengt. 4. Wordt de GGD Rotterdam Rijnmond uitgekleed? Nee. Het is de bedoeling dat beleidsadvisering, werkontwikkeling, onderzoek, subsidiering, maar ook collectieve preventie, voor de hele stadsregio, voor het totale jeugdveld (in ieder geval; JGZ/CJG + jeugdhulpverlening) bij de GGD Rotterdam-Rijnmond terecht komen. 5. Gaat de GGD RR nu toch uit van het principe van scheiding van beleid en uitvoering? Nee. Beleid, regie en uitvoering kunnen prima naast elkaar bestaan, versterken elkaar zelfs. Wij zijn een groot voorstandier van koppeling van die functies. De GGD RR blijft op allerlei terreinen uitvoerend werken (denk aan infectieziektenbestrijding, technische hygienezorg, vangnet en casemanagement OGGZ, enz.), bij voorkeur in samenhang met beleidsadvisering, regie en onderzoek. Waar in Rotterdam specifiek op het jeugdterrein voor gekozen is, is voor scheiding van financiering/subsidiering en uitvoering. We hebben de ambitie dat we t.z.t. gaan substitueren tussen de verschillende subsidiebudgetten: geld moet de problematiek volgen, en uitgegeven worden waar dat het meest nodig is. Dat betekent dat we een substitutie voorzien van curatief naar preventief. Wie dan aan de koorden van de beurs zit, mag niet zelf ook subsidie-ontvanger zijn - dan ben je niet geloofwaardig. 6. Is dit allemaal al rond? Nee, nog lang niet. De opdrachten om het bovenstaande uit te werken, zijn gegeven. De bestuurlijke intentie is dus duidelijk. Maar er zijn nog veel haken en ogen, onder andere de vele spelers in de regio, en de vele onderscheiden werkgebieden. In de stadsregio werken nu nog twee GGD' en, in de stadsregio werken ook zes thuiszorgen (die willen niet allemaal hetzelfde als Thuiszorg Rotterdam), en er zijn ook meer gemeenten dan Rotterdam (die niet allemaal hetzelfde tempo willen). Het is dus een groot schaakspel, met een niet helemaal voorspelbare uitkomst. De kernboodschap lijkt mij te zijn dat: 1. De GGD Rotterdam bepaald geen uitverkoop houdt, maar haar positie versterkt, zij het (specifiek op het domein Jeugd) primair op regie en minder op uitvoering 2. Thuiszorg Rotterdam zijn JGZ 0-4 wil opgeven 3. Dit accent op regietaken bij de GGD vooralsnog uniek is voor Rotterdam-Rijnmond, en niet model staat voor de rest van Nederland waar de GGD' en een meer uitvoerend profiel hebben. Gekoppeld aan de uitvoering hebben de andere GGD'en wel een vanzelfsprekende beleidsadviserende taak, maar zelden zo'n zware subsideverstrekkingsrol als de GGD RR. 4. Ook in Rotterdam-Rijnmond de borging van publieke belangen erg belangrijk is.
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 15 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 4 Het Algemeen Bestuur van de GGD heeft op basis van het Plan van Aanpak Integrale Jeugdgezondheidszorg november 2006 de huidige regio-indeling (vijf regio’s) vastgesteld. Wijzigingen in de regioindeling zullen ter besluitvorming aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd. De afgelopen periode is door het management van deze regio’s gesignaleerd dat deze regio-indeling op sommige plaatsen onvoldoende de integrale jeugdgezondheidszorg stimuleert. De sectormanagers IJGZ hebben de regiomanagers bevraagd over de huidige regio-indeling, de positieve kanten en mogelijke knelpunten van de huidige regio-indeling evenals de alternatieve scenario’s voor wijzigingen in de regio-indeling zijn daarbij aan de orde geweest. Verder zijn de afgelopen periode diverse beleidsambtenaren, wethouders en directeuren gepolst over de mogelijke wijzigingen van in de regioindeling. In de gesprekken met de regiomanagers zijn twee belangrijke uitgangspunten aan de orde geweest. Is het mogelijk om zowel organisatorisch als inhoudelijke argumenten te benoemen voor een regioindeling. Dit heeft geleid tot het formuleren van een aantal uitgangspunten: • aansluiten bij de regio-indeling van de deelnemde thuiszorgorganisaities; • aansluiten bij indeling ketenpartners in de regio’s zoals BJZ, jeugdmaatschappelijkwerk, MEE, onderwijs etc; • aansluiten bij gemeentelijke samenwerking; • indeling op gebied (inwonersaantallen) en formatie; • de mate van veranderbaarheid van de organisaties, integrale teams, medewerkers en structuur. Voorgesteld wordt de huidige regio-indeling los te laten: 1. Delft 2. Pijnacker-Nootdorp en Rijswijk 3. Leidschendam-Voorburg en Wassenaar 4. Westland en Midden-Delfland 5. Zoetermeer De nieuwe regioindeling wordt dan 1. Delft en Pijnacker-Nootdorp 2. Leidschendam-Voorburg, Wassenaar en Rijswijk 3. Westland en Midden-Delfland 4. Zoetermeer
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 16 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 5: artikel uit Binnenlands Bestuur (opiniepagina, Binnenlands Bestuur 37)
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 17 van 18
Onderwerp: Synergie en sturing Versie : 1.0 Datum : 31 oktober 2008 Bijlage 5: Schematische weergave
Auteur: Bram Hakkenberg
Pagina 18 van 18