ARTS
ANTIQUES
AUCTIONS
ZERO in Amsterdam JOSEPH CORNELL Passie op
MAANDBLAD verschijnt niet in januari, juli en augustus - € 5,90 - Nr. 455 - P608061
DE ZAVEL Dompel onder aan de kust NIEUWE MUSEA op reis ZOMER 2015 NR. 455 € 5,90 Nederlandstalige editie
SUMMER of ART
“Daarin ligt de voornaamste ambitie van de drie beurzen BAAF-Bruneaf-AAB: om de verzamelaars opnieuw te inspireren de galerieën te bezoeken.” D. Thirion.
Passie verzameld op de Zavel Met het zomeroffensief van de drie zusterbeurzen BAAF, BRUNEAF en AAB is de Grote Zavel te Brussel het internationale epicentrum van de schoonheid van de archeologie, de etnische en Aziatische kunsten. Deze gezellige wijk is dan nóg sfeervoller door de bijzonder hoge tijdelijke concentratie van ongeveer honderd galeriehouders. Velen komen van heinde en verre, maar allen behoren ze tot de top in hun specialiteit. Continu zijn zij op zoek naar de beste stukken, die voor heel even allemaal bij elkaar gebracht worden. Extra kwaliteitsbewaking wordt gewaarborgd door de keuringscommissies, per beurs gespecialiseerd. En het aanvullende programma van tentoonstellingen en lezingen verhoogt het niet te missen gehalte van dit evenement nog meer. Het is bij de galerieën dat de harten sneller gaan kloppen en passies ontstaan. Benieuwd naar de oorsprong van hun passie, vroegen wij een tiental exposanten hoe het voor hen ooit begon, maar ook naar hun mooiste ervaringen en naar de ontwikkelingen in hun vakgebied. TEKST: LIESBETH LANGOUCHE
BAAF Dominique Thirion Ars Antiqua
Miniemenstraat 35/12
Een gouden kwartstater ‘hippophore’ van de Namneten of Veneten (volken van de Armorique, een regio in Nantes, of Vannes), einde 2e -begin 1e eeuw v.Chr. Aan de éne kant staat een menselijk hoofd met gevlamde haren en een cirkel van parels op de wang. De andere kant toont een paard met menselijk hoofd, geleid door een wagenmenner, en schijnbaar gedragen door een andere menselijke figuur met gespreide armen onderaan. Deze ‘paarddragende geest’ of ‘hippophore’ heeft zijn naam aan dit soort munten gegeven. De eerste munten van Galliërs leunden nog sterk aan tegen de Griekse stater van Philippus II van Macedonië, maar al snel ontwikkelden ze een eigen originele stijl.
Meer weten Bezoeken BAAF – BRUNEAF – AAB Grote Zavel Brussel www.baaf.be www.bruneaf.com www.asianartinbrussels.com 10-06 t/m 14-06
42 l COLLECT
Bij Dominique Thirion is de passie voor de handel in oude munten en antiek er pas met de jaren gekomen: “In het begin was er van passie nog geen sprake, er was alleen de prozaïsche behoefte om de kost te verdienen. Ik had een mooie bibliotheek rond numismatiek tot mijn beschikking, dus dacht ik ‘Waarom zou ik het niet proberen in de handel van oude muntstukken’. Later zijn daar dan ook de archeologische objecten bijgekomen.” De lessen kunstgeschiedenis in de laatste jaren aan het atheneum hadden zijn interesse voor kunst aangewakkerd. Maar omdat kunstgeschiedenis niet als een serieuze studie beschouwd werd, koos hij voor wiskunde en fysica. Het was in zijn studentenperiode dat Thirions vader overleed. “Ik heb zijn bibliotheek geërfd en ben aan de slag gegaan bij een numismaat, alvorens mij in 1982 zelfstandig te vestigen.” “In dertig jaar tijd is er echter veel veranderd. De bronnen zijn opgedroogd, en de strijd – die ik steun – tegen de smokkel in antiquiteiten en de illegale opgravingen maakt het moeilijker om bestaande collecties verder aan te vullen. Ook is de kennis verschraald. Met het verdwijnen van de lessen Grieks en Latijn, is de algemene bagage rond de Klassieke Oudheid achteruitgegaan. Verder gaat men ook niet meer zo vaak naar galerieën, maar eerder naar veilinghuizen, of zit men tegenwoordig op het internet. Dit gaat dus allemaal ten koste van de leerzame contacten tussen verzamelaar en galeriehouder.” “Daarin ligt dan ook de voornaamste ambitie van de drie beurzen BAAF-Bruneaf-AAB: om de verzamelaars opnieuw te inspireren de galerieën te bezoeken.” www.thirion-ancient-art.com
Archea
Grote Zavel 3 Een mijlpaal in het leven van Vincent Geerling was de tentoonstelling ‘Kunst der Kykladen’ in 1976. “Dat vond ik zo fantastisch, daar wilde ik meer over weten. Zo is het voor mij begonnen. Een paar jaar later ben ik begonnen archeologische objecten uit de Griekse bronstijd te verzamelen.” Twintig jaar lang bleef dit een serieuze hobby, totdat hij in 1994 op een splitsing in zijn carrière stond. Op dat moment maakte hij van zijn passie zijn beroep; in september 1995, opende hij zijn galerie in het Amsterdamse Spiegelkwartier. “Voor mijn vorige beroep reisde ik veel, waarbij ik de gelegenheid had om in Zürich, Parijs of Londen handelaren te bezoeken. In Nederland was er maar één, dus dacht ik dat er wel plaats moest zijn voor een tweede.” “Eigenlijk is het aanbod op het gebied van archeologie nog steeds betrekkelijk klein. Er zijn niet veel handelaren, en die zitten dan nog eens verspreid over het land. Als een Duitser iets van archeologie wil kopen, en hij woont in Berlijn, dan vindt hij daar niets. Hij kan dan naar Keulen, waar één handelaar is. In Frankfurt vindt hij er ook één, en in Freiburg zitten er twee, terwijl hij ze op een beurs allemaal bij elkaar heeft. Dat is ook de reden waarom Jacques Billen en ik indertijd het initiatief hebben genomen om de Brussels Ancient Art Fair te starten.” Dit is tevens de perfecte gelegenheid om hun vergrijzende klantenbestand te verjongen. “Omdat het meer is dan zo’n suffe beurs, komen mensen met hun kinderen. En die vinden dat allemaal reuze interessant en leuk, hetgeen weer hoop voor de toekomst geeft, of toch met mate.” www.archea.nl
Attische rood-figurige zuilkrater, beschilderd door de Eucharides-schilder, ca. 470 v.Chr.. Hoogte: 40 cm. Dit soort vaas werd gebruikt voor het versnijden van wijn. De scène toont een Symposion, waarbij aristocratische mannen samenkwamen om het glas te heffen en zichzelf aan artistieke activiteiten als muziek en poëzie over te geven.
Galerie Jürgen Haering Ernest Allardstraat 17
Voor Jürgen Haering begon het allemaal met een neolithische stenen bijl, die een oom hem gaf. Vanaf dat moment groeide zijn interesse voor archeologie, ook al koos hij later een andere studierichting. Een reis in het Middellandse Zeegebied, zijn niet-aflatende fascinatie voor de antieken en een steeds uitdijende bibliotheek waren de voorlopers van de opening van zijn eigen galerie in Freiburg. Daar handelt hij sinds 1974 in antiquiteiten uit het oude Griekenland, Rome, Egypte en het Oude Nabije Oosten. “In de jaren ’70-’80 was het verzamelen van antiquiteiten zeer populair en was er een grote vraag naar zelfs het kleinste object van mindere kwaliteit. Alleen al het feit dat een object een rechtstreekse getuige was van een oeroude cultuur, was voldoende voor de collectioneurs. Terwijl de verzamelaars van nu kieskeurige specialisten zijn, die slechts tevreden zijn met niets minder dan een superieure kwaliteit en een perfecte conditie.” De zoektocht naar deze objecten verloopt langs private collecties in Europa. “Het romantische idee van reizen naar de landen van oorsprong om er antiquiteiten te vergaren, is achterhaald sinds het niet meer mogelijk is om uitvoerrechten te verkrijgen.” Maar dat maakt het genoegen er niet minder groot om wanneer een privécollectie een topstuk onthult: “Mijn grootste plezier ligt er in om stukken te ontdekken die vergeten waren en gedurende vele jaren lagen te ‘slapen’ in een collectie. Deze geef ik dan een nieuw leven bij nieuwe verzamelaars.” En de neolithische bijl? Die ligt nog steeds bij Jürgen Haering thuis, waar hij fungeert als een chique presse-papier. Armbescherming, midden-Bronstijd (1600-1200 v.Chr.), midden-Europa. Afkomstig uit een Duitse privécollectie. Mogelijk werd dit object gedragen om bij het boogschieten de arm te beschermen, maar het kan evengoed alleen een statussymbool geweest zijn, eventueel alleen in het graf gedragen.
COLLECT l 43
BRUNEAF
Gunyega Dan masker, Liberia, Ivoorkust. Uit de collectie Keller.
Salon
Watteeustraat 27 Van zichzelf zegt Sanne Nies dat de liefde voor kunst uit andere landen haar met de paplepel is ingegoten. “Mijn vader is schilder, mijn moeder beeldhouwster en zij verzamelden tribale kunst.” De eerste stappen in de kunsthandel zette ze met haar galerie voor hedendaagse kunst. “In 2002 had ik een tentoonstelling van hedendaagse in combinatie met tribale kunst omdat ik de combinatie prikkelend vond. Ik was verbaasd over de impact van de beelden en maskers, maar ook over de toewijding, interesse en diepgang die de © Foto: Esther Gebuis. wereld van de tribale kunst heeft.” Uiteindelijk besloot ze enkele jaren geleden haar galerie volledig te richten op de tribale kunst. De galerie in Eindhoven heeft steeds een tentoonstelling die op afspraak te bezoeken is, en daarnaast werkt ze vooral op beurzen. Het internationale contact met verzamelaars, handelaren en musea hoort bij de leuke aspecten van de galerie, samen met het feit dat je voortdurend met prachtige stukken van hoge kwaliteit omringd bent. “Bovendien is het interessanter om te verzamelen dan geld op de bank te zetten; je geniet van een goed authentiek kunstwerk, je krijgt er een interessante wereld bij en het stuk behoudt zijn waarde. Je bent een tijdelijke conservator.” “Altijd gaan de maskers en beelden over belangrijke zaken van het leven: initiatie, dood, vruchtbaarheid,…. Je leert voortdurend bij, en door de literatuur, het onderzoek en er samen met anderen naar te kijken, ontdek je dat het een gebied is dat oneindig kan fascineren.” www.salonsalon.nl
44 l COLLECT
Group 2 Vanhevel
Sint-Jacobsgang 2
Philip Lenaerts herinnert zich als twaalfjarige ooit een spreekbeurt gegeven te hebben over Afrikaanse kunst. De oorsprong van zijn huidige Afrikaliefde was dus al vroeg aanwezig. “In 1984 – ik was nog student – was © Foto: Odewa. ik op vakantie in Mali, en ging ik in de dorpen op zoek naar objecten. Twee weken later vertrok ik naar New York om er de memorabele tentoonstelling ‘Primitivism in 20th Century art’ in het MOMA te bezoeken, die de grote invloed van het tribale op de moderne kunst toonde. Ik heb meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om de plaatselijke, in etnische kunst gespecialiseerde galerieën te bezoeken.” Een jaar later, in 1985, begon Philip Lenaerts als interieurarchitect bij de decorateur Roger Vanhevel. Al gauw kreeg hij de opdracht om Afrikaanse stukken te zoeken voor een luxeappartement. Na het overlijden van Roger Vanhevel in 1988, nam Philip Lenaerts met zijn ouders en twee broers de zaak over, en legden ze zich meer en meer toe op de integratie van kunstwerken in interieurs. Nog steeds staat bij Group 2 Vanhevel moderne kunst en tribale kunst naast elkaar opgesteld tussen hedendaags meubilair. Over de verdere gang van zalen zegt Philip Lenaerts: “De contacten met wereldbefaamd Congo-specialist Marc Felix, die tevens antiquair, avonturier, verzamelaar, schrijver en uitgever is, alsook met het verzamelaarsechtpaar Jean-Willy Mestach – die ook kunstenaar was – en met Marthe de Tavernier hebben een uitermate belangrijke rol gespeeld!” Net als bij de andere handelaren, zijn oude Europese en Amerikaanse collecties voor hem de grootste bron van nieuwe vondsten. “De kwaliteit is veruit superieur aan wat men momenteel nog op het Afrikaanse continent kan vinden.”
Bemba-vrouwenbeeldje, 19e eeuw, Noord-Zambia. Hoogte: 24 cm. Een gelijkaardig beeldje, waarschijnlijk van dezelfde hand, bevindt zich momenteel in het British Museum te Londen. © Foto: Paul Louis.
passie op de zavel
AAB Hotei-Japanese Prints Ernest Allardstraat 43
Dayak-voorouderbeeld, Borneo (Indonesië), 1474-1635. Hoogte: 86 cm. Dit delicaat gevormde beeld is een ongewoon naturalistisch portret van een belangrijke voorouder bij de Dayak.
Bernard de Grunne
Franklin Rooseveltlaan 180 Het ouderlijke huis van Bernard de Grunne werd ingericht met schilderijen van Octave Landuyt, beelden van Roel Dhaese, maar ook met Afrikaanse beelden en Paracas-mummies. “Mijn vader begon Oceanische kunst te verzamelen, en nadien Afrikaanse kunst dankzij Emile Veranneman, die in 1965 een tentoonstelling over ‘primitieve’ kunst had in zijn galerie.” Het virus moet zijn overgesprongen toen Bernard de Grunne vijftien was. Tijdens zijn universitaire studies legde hij zich toe op de Afrikaanse kunst, eerst aan de UCL, en nadien aan Yale. Zijn Yale-proefschrift over de Djennéjeno terracotakunst is overigens recent verschenen bij het Mercatorfonds. Hiermee is dit de laatst verschenen van een hele reeks publicaties. “Het onderzoek naar en het publiceren over de Afrikaanse kunstgeschiedenis is mijn grote passie. Daarnaast put ik ook veel genoegen uit het herschrijven van de stijlevolutie om de grote Afrikaanse Meesterbeeldhouwers te identificeren.” In 1987 startte Bernard de Grunne zijn carrière als directeur van de Tribale en Amerikaans-Indiaanse kunst bij Sotheby’s in New York, en in 1995 belandde hij weer in Brussel om er zijn galerie aan de Zavel op te starten. In tegenstelling tot de begindagen is “de toegang tot informatie met 1000 vermenigvuldigd en ontsnapt er niets aan de aandacht van de internauten. Het komt er in ons vak dan ook op aan een absolute authenticiteit te garanderen, en een scherp oog te hebben om alle kopieën en vervalsingen te ontmaskeren.” Nog geen dertig objecten verkoopt hij op jaarbasis. “Maar ik probeer alleen te gaan voor exemplarische stukken, de allerbeste in hun soort.” www.bernarddegrunne.com
De belangstelling van Chris Uhlenbeck voor Japanse prentkunst ontstond ongeveer 34 jaar geleden, toen hij voor zijn proefschrift op het gebied van Afrikaanse antropologie in Londen verbleef. “Daar kwam ik bij handelaren op Portobello Road voor het eerst grote aantallen Japanse prenten te koop tegen. Ik had er in Nederlandse musea ook al naar gekeken en toen was ik er al door geraakt. Maar in Londen kocht ik er in een periode van drie maanden een 13-tal.” “Ik leek een perfecte carrière als antropoloog aan de Universiteit van Leiden tegemoet te gaan, maar die eerste aankopen waren voor mij een soort heroïne: ik raakte verslaafd aan het lijnenspel, de kleuren en de expressieve kracht.” Zijn trip naar Londen dateert van 1981 en “in Juni 1982 moest ik mij als bedrijf inschrijven bij de kamer van koophandel omdat ik al een zekere omzet begon te maken, doordat vrienden en kennissen, alsook andere handelaren belangstelling toonden voor mijn aankopen. Toen was het hek van de dam.” Om te kunnen voldoen aan de vraag van zijn klanten, gaat Chris Uhlenbeck vier tot vijf maal per jaar naar veilingen in Japan. “Europese veilinghuizen hebben nauwelijks nog expertise op mijn gebied, waar zij vroeger een inhoudelijke goede rol speelden. In Japan ben ik als enige Nederlandse handelaar lid van een aantal veilinggenootschappen. Het Japanse veilingsysteem is zeer gesloten, en niet toegankelijk voor particulieren. Je mag alleen op uitnodiging of als lid van een coöperatie deelnemen. Heel lang geleden heb ik mij in die coöperaties ingekocht en dat opent vele deuren.” www.hotei-japaneseprints.com Tsukioka Yoshitoshi (1839-1892), een verticaal diptiek met twee mannen in gevecht op het dak van Hōryūkaku. Uitgegeven in Oktober 1885 door Matsui Eikichi. De voorstelling is ontleend aan het beroemde verhaal van ‘De acht honden-helden’. Dit is de vroegst denkbare druk van deze prent, in fenomenale staat, niet verkleurd, niet gesneden.
COLLECT l 45
IBASHO
Ernest Allardstraat 43
Martijn van Pieterson en Annemarie Zethof kochten hun eerste kunstwerk toen ze nog studeerden. “Na onze studie zijn we respectievelijk bankier en advocaat geworden, maar we zijn altijd kunst blijven verzamelen, vooral schilderkunst en later Japanse prenten.” Nog later veranderde hun smaak en bouwden ze in korte tijd een uitgebreide verzameling fotografie op. In de tussentijd had Annemarie zich omgeschoold tot fotografe en waren ze in 2008 naar Londen verhuisd, alwaar Annemarie een Master in Photography haalde bij Sotheby’s Institute of Art. Galerie-ervaring deed ze op bij James Hyman Gallery, en niet veel later keerden ze naar het vasteland terug om er hun eigen fotogalerie te beginnen. Ook Martijn zei zijn bankierscarrière vaarwel en in maart 2015 werd IBASHO in Antwerpen ingewijd. “Gezien onze eerdere carrières was het niet evident dat we kunsthandelaren zouden worden, maar geleidelijk aan groeide het idee om de stap te wagen.” “Het besluit om ons te focussen op Japanse fotografie is eveneens geleidelijk genomen. In onze verzameling groeide Japanse fotografie exponentieel en er ontstond een mooie visuele balans tussen de Japanse en de niet-Japanse fotografie. De bewondering voor de Japanse cultuur en tradities heeft eveneens een rol gespeeld.” Bij Annemarie en Martijn is hun galerie tevens hun woonhuis. Een bezoek moet zo laagdrempelig en comfortabel mogelijk blijven. “Daarom hebben we voor de naam ‘IBASHO’ gekozen, Japans voor ‘een plek waar je jezelf kunt zijn’.” “Het leukste is het ontmoeten van mensen met dezelfde passie, en het overbrengen van onze passie aan mensen die minder bekend zijn met (Japanse) fotografie. Niets is zo bevredigend als het promoten van een fantastische kunstvorm en te bemerken dat ons enthousiasme overslaat op onze bezoekers die dan fotografie in een ander daglicht zien en bewust een foto aankopen in plaats van bijvoorbeeld een schilderij.” www.ibashogallery.com
Akiko Takizawa, ‘Tree on the Hill’ uit de serie ‘Headlands’, 2011. Geprint in 2014. Collotype, 25,4 x 38,1 cm. Takizawa’s foto’s bevatten een mysterieuze atmosfeer. Dit komt onder meer doordat zij in de lijn van de Japanse fotografen zoals Issei Suda, Eikoh Hosoe en Daido Moriyama in diepe zwart-wit contrasten werkt, maar ook door het gebruik van de traditionele, bijna verdwenen, collotype printtechniek op Japans washi papier. © Akiko Takizawa.
46 l COLLECT
Een hoofd uit zandsteen, pre-Ankhor-periode, 8e eeuw. Cambodia. Hoogte: 22,7 cm. Onder meer door de vorm van de mijter lijkt het op het eerste gezicht een Egyptisch beeld. “Het is zeer klassiek, en één van de mooiste Khmer stukken die ik ooit heb gehad.” © Foto: Studio Roger Asselberghs - Frédéric Dehaen.
Karim Grusenmeyer
Lebeaustraat 14
Op zijn tiende haalde Karim Grusenmeyer een ongebruikte vitrinekast uit de kelder om op zijn slaapkamer eigen composities te creëren met onder meer zijn tandenborstelbeker. Die vitrine was van zijn vader, antiquair Stefaan Grusenmeyer, wiens winkel tegelijk leerschool en spel was voor de jonge Karim. Toen deze een studiekeuze moest maken, werd het Sinologie, gevolgd door een studiebeurs van twee jaar voor Peking. “Ik kwam daar in 1988 en heb in die tijd veel antiek kunnen kopen. Er was een overvloed en er bestond nauwelijks een interne markt.” Terug in België deed hij zijn burgerdienst aan de universiteit in Gent. Nadien hebben mijn vrouw Isabelle Bilquin en ik een galerij in Chinees antiek geopend in Gent. Chinese meubelen waren zeldzaam, nog steeds heel hedendaags en sober van stijl, passend in elk interieur. Ondertussen is de zaak van K. Grusenmeyer aan de Zavel , en zijn de tijden veranderd. “Vanaf de jaren ’70 tot de jaren ‘90, had je een zeer actief klantenbestand, dat in een positief economisch klimaat eclectisch kocht. Sinds de bankencrisis in 2008 is datzelfde publiek voorzichtig en minder actief geworden. Het enige dat nu echt goed gaat, is bijzondere kwaliteit. Gelukkig verschijnen verspreid over de wereld nieuwe groepen van geïnteresseerde kopers. En daar ligt de opportuniteit, via het internet. Binnen een radius van 300 km rondom Brussel, is er veel kunst in collecties en bij particulieren. Het aanbod is groot maar de vraag klein, omgekeerd in de rest van de wereld, is de vraag groot maar het aanbod klein. Ik vermoed dat ik binnen enkele jaren meer op de golven van het internet zal vertoeven. Maar de kunsthandel verlaten we nooit. Dat is een grote liefde, een passie, net als schoonheid. We kunnen wel zonder peperdure dingen, maar niet zonder schoonheid. In huis moet het, als je thuiskomt, vakantie zijn.” www.grusenmeyer.be
passie op de zavel Galerie Duchange & Riché Rue Ernest Allard 45
Anne Duchange kreeg de liefde voor de Chinese en Japanse kunst mee van haar vader, Michel Duchange, die erin gespecialiseerd was en een galerie in Parijs had. “Ik werd al vanaf mijn geboorte omringd door Chinees porselein, stukken lakwerk en email cloisonné. Al die oude en bijzondere stukken die mijn vader mee naar huis bracht, fascineerden mij. Het is dus aan hem toe te schrijven dat de passie voor het vak bij mij is ontsproten. En vanaf het moment dat we elkaar leerden kennen, op een expositie, is mijn echtgenoot, Philippe Riché, mij met enthousiasme gevolgd.” Niet toevallig was die tentoonstelling er één rond Aziatische kunst. “Omstreeks mijn twintigste was het duidelijk dat ik antiquair zou worden, gespecialiseerd in Aziatische kunst.” Na een stage bij een groot veilinghuis in Londen, vervoegde ze haar vader in Parijs, om in 2008 samen met haar echtgenoot hun eigen galerie aan de Zavel te openen. Daar presenteren ze stukken uit de Ming en Tsing dynastie, alsook Tibetaanse werken. “Met de komst van het internet en de openstelling van China is ons beroep erg veranderd. Het tempo waarin alles gaat is verhoogd, en de prijs van Chinese kunst is sterk geëvolueerd. Tegenwoordig staan we met de hele wereld in contact om te kopen en te verkopen.” Maar aankopen gebeuren toch vooral in Europa, bij verzamelaars en particulieren.”“Met de plundering van het Zomerpaleis aan het einde van 19e eeuw, hebben de Engelsen en de Fransen een ontelbaar aantal prachtige stukken meegenomen. Vandaar dat de mooiste stukken zich ook nu nog op ons continent bevinden.” www.aabru.com
Uitzonderlijk paar terrines in de vorm van everzwijnkoppen. Chinees famille rose porselein, Compagnie des Indes, Qianlong-periode (1736-1795). 39 x 28 cm. Deze stukken werden gerealiseerd naar een origineel in faience uit Straatsburg, gemaakt door Paul Hannong rond 1748-1754. Volgens de archieven van de Compagnie des Indes werden er in 1763 vijfentwintig stuks besteld, en het jaar erop nog eens negentien.
Boeddha Sakyamuni met de acht verschillende belangrijke episodes uit zijn leven. Noordoosten van India (Bihar) of Birma (Pagan), 11e eeuw. Gesneden uit geelachtige hardsteen. Hoogte: 8,4 cm. Dit is een uiterst zeldzaam beeldje. In het westen zijn er maar een tiental van bekend, en dit is het allerkleinste.
Astamangala
Miniemenstraat 52 Sjoerd de Vries weet nog heel goed wanneer hij zijn eerste schreden op het pad van de kunsthandel zette: “Ik zat nog op school en raakte bevriend met een antiquair, waar ik geleidelijk aan al mijn vrije middagen doorbracht. Later mocht ik ook ‘op de winkel passen’, en vertelde het antiquairsechtpaar mij geduldig waar ik op moest letten, de omgang met klanten, enz.” “De interesse in Tibet is er gekomen toen ik studeerde, in de tijd dat iedereen naar India, Afghanistan en Nepal vertrok om er naar de waarheid te zoeken. Dus ging ik als jongetje van 19 naar Istanbul, Teheran, New Delhi en Katmandu. De waarheid heb ik daar nooit gevonden, maar ik heb er wel kennis gemaakt met de Tibetaanse cultuur.” “Pas toen ik kunstgeschiedenis en Tibetologie studeerde, ben ik ‘serieus’ gaan handelen, om zo mijn reizen, en later mijn studie te kunnen betalen. Als vanzelf rolde ik in het vak, door een oude garage in het Spiegelkwartier in Amsterdam, in 1979 tot winkel te verbouwen.” Eén van de aspecten die in de loop der jaren zijn veranderd, is zijn klantenbestand. “Vroeger had ik geen Chinese klanten. Dat is pas sinds een jaar of 5-6 gekomen, ten eerste door de economische boom in China, en ten tweede doordat de Chinezen geïnteresseerd raakten in Chinese kunst, en toen dat moeilijker werd, ook in Tibetaanse kunst.” Nog elk jaar reist Sjoerd de Vries naar Tibet en Nepal. “Niet zozeer om te kopen, maar om de voeling te houden. Als ik dingen vind, prima, maar het merendeel koop ik in het Westen: Europa en Amerika. Ook is het – terecht – moeilijker geworden om uit- en in te voeren. Maar het reizen blijft in het bloed zitten...” www.astamangala.com
COLLECT l 47