ONDERNEMEN AAN DE KUST Als je gaat grasduinen op internet vind je overal hetzelfde verhaal : kustbeheersing staat op 1 , bescherming van de duinen op 2, en zorg dragen voor conceptuele logies en horeca op 3. Kortom beschermen wat we hebben gaat voor op investeren in wat we niet hebben. Een campagne Ondernemen aan de Kust kan alvast een eerste idee zijn om zich als kustgemeenten ook te profileren naar de ondernemers toe. Maar dan moet er wel ruimte zijn. Als ik onze ganse kust bekijk dan is de vraag voor iedere gemeente : wil men nog ruimte ambachtelijke zones of kiest men volop voor de toeristische economie en is er geen ruimte voor nieuwe ambachtelijk en/of industriële ontwikkelingen, welswaar buiten de zeehavens. Het militair domein in Koksijde creëert perspectieven voor zover men dit economisch wil invullen. Wie zijn nu de huidige ondernemers aan de kust? Er zijn 1876 KMO s met 10 werknemers actief langs de ganse kustlijn. Vanaf 25 zit het gros een beetje tussen Nieuwpoort en de Panne en vervolgens in Oostende en Brugge:- Zeebrugge; Bedrijven + 100 werknemers zijn geconcentreerd in Oostende en Brugge. Als ik de lijst van de grootste werkgevers overloop zijn de 5 grootste ondernemers Daikin, Bombardier, Spicer off Highway, Jetair, Arcotec op de voet gevolgd door de Oesterbank, op een lijst van 33 werkgevers. Ondernemen aan de kust is dus in hoofdzaak een KMO-aangelegenheid. Als het gaat over tewerkstelling aan de kust gaat dan komen de zorginstellingen in beeld. Een paar cijfertjes. In de laatste 4 jaar daalde de industriële tewerkstelling met iets meer dan 12% t.o.v. van 8% in West-Vlaanderen. De bouw bleef status quo terwijl West-Vlaanderen lichtjes blijft stijgen met 5%.. De tertiaire sector die 1/3 uitmaakt van de West-Vlaamse tertiaire sector ging nauwelijks vooruit. De Quartaire sector die aan de kustgemeenten meer dan 1/3 uitmaakt van de tewerkstelling in West-Vlaanderen, ik herhaal meer dan 1/3, en tevens 45% van de totale tewerkstelling aan de kustgemeenten, nam 50% van de
totale West-Vlaamse groei voor haar rekening. In absolute cijfers blijft de aangroei aan de kust bescheiden met een duizendtal op 120.000 maar compenseert volledig het verlies aan tewerkstelling in de industrie. In de West-Vlaanderen is het eerder de tertiaire sector die het verlies aan tewerkstelling compenseert. Terug naar de kust zelf nu. De Tsunami van de vergrijzing slaat toe. Een duidelijke daling van de bevolking tot 39 jaar en iets minder tot 49 jaar. 50-60 jaar is een kantelmoment en vanaf 60 jaar begint het aandeel van deze inwoners te stijgen in de kustgemeenten. Dit gaat snel naar de 33 % van de bevolking t.o.v. 27 % in West-Vlaanderen. Dit creëert nieuwe behoeften waarop niet alleen de quaternaire sector kan inspelen maar ook steeds meer de tertiaire sector. De silver economy of zorg economie is voor de kuststreek een economische opportuniteit die zoveel mogelijk moet ontsloten worden door de samenwerking tussen de zorginstellingen en de private sector, in casu de ondernemers te bevorderen. Het begrip ‘zorgeconomie’ is lastig af te bakenen. Het omvat in principe alle economische activiteiten die direct of indirect een relatie hebben met zorg. Zorgeconomie is meer dan alleen gezondheid- en welzijnszorg. Het gaat ook om een breed scala aan andere zorg-gerelateerde activiteiten binnen de productie, handel en logistiek, detailhandel, voorzieningen voor sport en ontspanning. Daarnaast zijn ook de kennis- en expertise instellingen met hun onderzoekslijnen gelieerd aan zorg en zorgtechnologie een onmisbare schakel. Samen met de West-Vlaamse industrie, zorginstellingen en kennisinstellingen zal de POM West-Vlaanderen nieuwe initiatieven aanjagen binnen diverse thema’s in de zorg; namelijk ICT, materiaal, logistiek, infrastructuur, voeding en medische innovatie. De POM wenst de provincie West-Vlaanderen te ontwikkelen tot een krachtige zorgregio, die in staat is om een economische meerwaarde te creëren en deze extra te vergroten door kansrijke combinaties te maken over verschillende segmenten en markniches heen, om zodoende een effectief antwoord te bieden aan de zorgvraag van morgen. De eerste proeftuinen worden in het najaar opgestart in samenwerking met Flanders care. Momenteel heeft een expertenburo de opdracht gekregen om duidelijk kader te scheppen voor deze proeftuinen. Ann Overmeire in
charge voor voor Innovatie bij de POM coördineert dit project samen met Inge Taillieu. Tot zover een duidelijke economische opportuniteit voor de kust. Maar nu ga ik even buiten de lijntjes kleuren en wijzen op een tweede tsunami van vergrijzing die onze kustzone bereikt. Meer dan 50 % van de gebouwen dateert van voor de jaren 60 en bijna 63 % van voor de jaren 70. En het gaat hier niet allen over de kunstvolle villa’s in de Panne of Knokke maar vooral ook over de rijen appartementen met zicht op zee die in de golden sixties een enorme expansie gekend hebben. En hier kom ik wel terug naar het woord duurzaam. De aantrekkelijkheid van deze kustgebouwen zal evenredig zijn met de duurzaam karakter ervan. En mijn vrees is dat de bouwwoede van de jaren 60 hiervoor geen oog had. Dit kan op termijn leiden tot leegstand; dit betekent dat het misschien, wel tijd is om deze noodzakelijke duurzame renovatie mee te nemen in een nieuw kustactieplan. Centrum duurzaam bouwen in Veurne kan hieraan ongetwijfeld meewerken. Tenslotte : de bevolking in de kustgemeenten stijgt de laatste 10 jaar met gemiddeld 4 % . Met respect voor de senioren maar deze aangroei werd vooral door hen bewerkstelligd. De vraag die ik me hierbij stel quid met de aflossing van de wacht . Wordt deze vervangen door een jongere generatie of komt er een grote uitverkoop. Oud worden aan de zee was de grote droom in de jaren zestig, maar wat met de huidige generatie. De kust aantrekkelijk en betaalbaar maken voor jonge gezinnen is een optie die slecht kan gelicht indien er ook ruimte is voor tewerkstelling in duurzame economie. De Quaternaire sector zal niet blijven bufferen. En het beeld van de zuidkust in Engeland met waarschuwingsbordjes opgepast senioren, wijst eerder op ondergaan dan vooruit gaan. Naast het toerisme biedt de kust gelukkig perspectieven met haar twee havens en luchthaven. 40% van de West-Vlaamse tewerkstelling in de logistieke sector situeert zich in de kustgemeenten. Deze sector ging de laatste jaren lichtjes achteruit. Maar er zijn positieve geluiden. De luchthaven van Oostende krijgt een nieuwe dynamiek en door de haven van Oostende waait een volledig nieuwe wind. Voor de verdere uitbouw van Offshore en andere blue energy projecten in de Zee heeft Oostende een bevoorrechte plaats. Samen met Greenbridge , Flanders Marine Cluster en
de Fabriek van toekomst Blue Energy worden alle krachten gebundeld om nieuwe ondernemers aan te trekken naar deze bevoorrechte plaats. Dit vereist zowel de nodige middelen als kennis en kunde , het triple helix verhaal. Tenslotte Zeebrugge onze poort op de wereld heeft het laatste jaar het tij kunnen ook enigszins kunnen keren. Een heropleving in de trafieken met het Verenigd Koninkrijk, een stijging in het aantal nieuwe wagens, een status quo in de containers en een daling in het LNG volume kenmerken het voorbije jaar. Het totaal behandeld volume in de Zeebrugse haven zal in 2013 op een zucht van de 43 miljoen ton eindigen, ten opzichte van 43,5 miljoen ton vorig jaar. Het helpen aantrekken van nieuwe logistieke ondernemers die multimodaal werken en/of zorgen voor verwerkende activiteiten ter plaatse is prioritair in het acquisitiebeleid dat de POM de komende jaren zal voeren. Zeebrugge verder helpen uitbouwen als foodport gezien haar gezonde en centrale ligging is een evidentie. En zolang het wegtransport de belangrijkste toegang blijft naar Zeebrugge is het aanleggen van een nieuwe veilige transportzone op duurzame leest geschoeid een noodzakelijke schakel in de logistieke keten. Tot Besluit : Samen met de kustbeveiliging is het duidelijk dat de toekomst van het ondernemen aan de kust in het water ligt , letterlijk dan. Stefaan Matton 25 02 14