Hier aan de kust, de Kennemer kust Een analyse van de relatie tussen strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen en georganiseerde criminaliteit
Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord-Holland
Uitgave
:
Van Datum
: :
Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord-Holland Kennisknooppunt Haarlem Brinkmannpassage 81, Haarlem M.A.A. Timmermans en I. Hazelaar 04-06-2012
Contact
:
[email protected] of 023-5115058
2
Inhoudsopgave 1. Het RIEC............................................................................................................. 4 2. Aanleiding analyse ............................................................................................. 6 3. Opzet analyse ..................................................................................................... 9 4. Aard en omvang ............................................................................................... 11 5. Bevindingen...................................................................................................... 15 6. Aanbevelingen.................................................................................................. 17
3
1. Het RIEC In dit eerste hoofdstuk wordt een korte algemene introductie gegeven over het RIEC, waarin de algemene doelstellingen en de thema’s van het RIEC NH worden toegelicht.
RIEC en LIEC In 2007 is door de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie het programma ‘Bestuurlijke aanpak van georganiseerde misdaad’ gestart. De uitwerking in het gelijknamige plan van aanpak beschreef onder andere de uitvoering van pilots, gericht op de inrichting en werking van Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s). In 2008-2009 zijn de RIEC's begonnen. Ook het LIEC is inmiddels opgericht: Het Landelijk Informatie en Expertise Centrum. Het LIEC is opgericht om de RIEC's te ondersteunen en overkoepelende taken op te pakken. Het LIEC stroomlijnt zoveel mogelijk de werkwijzen van de RIEC’s en ondersteunt bij de onderlinge afstemming. De RIEC’s zijn netwerkorganisaties: zij fungeren als informatiecentrum voor de partners, waaronder openbaar bestuur, politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, SIOD en FIOD. De samenwerking tussen de partners is vastgelegd in het Regionaal Convenant Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Misdaad. Het doel van dit convenant is gezamenlijk invulling te geven aan de geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit. De RIEC’s zijn in het leven geroepen om te voorkomen dat criminelen door de overheid worden gefaciliteerd; te voorkomen dat vermenging ontstaat tussen onder- en bovenwereld; en om economische machtsposities te doorbreken, die zijn opgebouwd met behulp van op criminele wijze vergaard kapitaal. Inmiddels is er een landelijk dekkend netwerk van RIEC’s actief. Het RIEC Noord-Holland heeft nu vier kennisknooppunten: Noord-Holland Noord, Amsterdam, Zaanstreek-Waterland en Haarlem. Bij de brief van 25 augustus 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer het nieuwe beleidskader voor de RIEC’s en het LIEC geschetst. Hierin wordt gesteld dat een RIEC-gebied territoriaal congruent dient te zijn met de nieuw in te richten tien politieregio’s en de indeling van de gerechtelijke kaart. Met deze congruentie wordt beoogd de RIEC’s dicht bij de overige (veiligheids-)partners te brengen, teneinde gecoördineerde taakafstemming en uitvoering te bevorderen. Dit betekent dat uiterlijk op 31 december 2012 het RIEC-Noord-Holland omgevormd zal zijn naar een RIEC-Amsterdam en een RIEC NoordWest Nederland. De knooppunten Haarlem, Noord-Holland Noord en Zaanstreek-Waterland zullen het RIEC Noord-West Nederland vormen1.
Algemene doelstelling en taken RIEC Het RIEC heeft als doel ‘het voorkomen dat criminelen of criminele organisaties bewust of onbewust worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie’2. De aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit vergt een steviger geïntegreerde aanpak van het OM, de politie, het lokaal bestuur en de Belastingdienst. De taken van het RIEC in dit kader zijn als volgt beschreven3:
1 2 3
Concept inrichtingsplan RIEC Noord-West Nederland, maart 2012 Regionaal Convenant RIEC, art. 2. TK 29 911, nr 54, 25 augustus 2011
4
o
o
Primair, het versterken van de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, door onder andere de bestuurlijke bekendheid met de aanwezigheid van georganiseerde misdaad te vergroten, de kennis en kunde over het bestuurlijk aanpakken van criminaliteit te vergroten, gemeenten en provincies vanuit een netwerkorganisatie te ondersteunen bij de inrichting van de bestuurlijke aanpak, het informeren van participerende gemeenten over de stand van zaken met betrekking tot georganiseerde criminaliteit in de gemeente en het adviseren over een integrale interventiestrategie bij de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Secundair, het ondersteunen van de geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit.
Thema’s RIEC Noord-Holland Deze analyse is opgesteld door het RIEC Noord-Holland (NH), kennisknooppunt Haarlem. Het RIEC NH heeft mede als doel het versterken van de informatiepostitie van het bestuur. Het RIEC NH besteedt aandacht aan de volgende thema’s4: mensenhandel en -smokkel; georganiseerde hennepteelt; fraude en misbruik binnen de vastgoedsector; criminele machtsconcentraties en gelegenheidstructuren; witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit; andere door de decentrale convenantpartners te bepalen verschijningsvormen van georganiseerde misdaad; o handhavingsknelpunten; o toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna Wet BIBOB). o o o o o o
In deze analyse zullen met name de verschijningsvormen witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit en de mogelijkheden van toepassing van de wet BIBOB aan bod komen. Daarnaast kan aan de hand van de analyse ook meer informatie worden gegeven over mogelijke gelegenheidsstructuren.
4
http://www.riecnet.nl/noordholland/themas
5
2. Aanleiding analyse In dit tweede hoofdstuk zal de aanleiding voor de analyse van strandgerelateerde horeca in relatie tot georganiseerde criminaliteit worden beschreven. Daarnaast zullen doelstellingen en onderzoeksvragen worden toegelicht.
Aanleiding “Er zijn serieuze signalen dat criminelen het gemunt hebben op de horeca. …...Criminelen gebruiken kroegen en restaurants in binnensteden volgens justitie vooral voor het witwassen van crimineel geld. Inkomsten uit drugshandel worden gewit door ze op te voeren als caféomzet” 5. (Anja de Geus, hoofd van het Landelijk informatie- en expertisecentrum voor gecoördineerde bestuurlijke aanpak van de georganiseerde misdaad).
“Witwassen van drugsgeld in IJmuidens strandpaviljoen” 6. (IJmuidercourant)
“In sommige gemeenten is de hele horeca in handen van een beperkt aantal personen. Wij komen in onze onderzoeken situaties tegen waar het deurbeleid – wie mag de kroeg binnen – vrijwel volledig wordt bepaald door criminelen” 7. (Gerrit van der Burg, hoofdofficier van justitie van het landelijk parket in Rotterdam).
“De burgemeesters hebben in Utrecht van de nationale recherche en het landelijk parket vertrouwelijke informatie gekregen over toenemende pogingen van motorclubs cafés en restaurants in gemeenten door middel van bedreigingen en afpersing over te nemen. De politie heeft naar eigen zeggen ernstige signalen dat motorclubs ook particuliere beveiligingsbedrijven in handen krijgen” 8. (nrc.nl) Bovenstaande citaten geven aan dat de mogelijke relatie tussen horecagelegenheden en georganiseerde criminaliteit al lange tijd in de belangstelling staan. Het beeld bestaat dat de horecabranche in toenemende mate verwevenheid kent met georganiseerde criminaliteit. Criminelen zouden gebruik maken van plaatselijke infrastructuren en faciliteiten om criminele activiteiten uit te voeren. De horeca is over het algemeen een goed lopende sector waar veel geld in kan omgaan. Toch zijn er omstandigheden als zware concurrentie, modegevoeligheid en stijgingen van de kosten voor horecaondernemingen die de horecabranche kwetsbaar maken. Vele horecagelegenheden worden afhankelijk van geldschieters die hun financiële belangen in de sector hebben geconcentreerd. De kwetsbaarheid van de horecabranche hangt samen met de aantrekkelijkheden van sommige activiteiten van de misdaadwereld. Zo zijn er aanwijzingen dat de georganiseerde misdaad op grote schaal horecagelegenheden opkoopt, waarbij de bekende namen in de wereld van de misdaad zich bij overnames verschuilen achter zaakwaarnemers zonder strafblad. Een van de redenen voor het opkopen van horecagelegenheden door criminelen is de mogelijkheid om via de horecagelegenheid 5
28-12-2011: http://www.nrc.nl/nieuws/2011/12/28/criminelen-hebben-greep-op-horeca/ 30-08-2010:http://www.ijmuidercourant.nl/nieuws/regionaal/ijmond/article6350775.ece/'Witwassenvan -drugsgeld-in-IJmuidens-strandpaviiljoen'7 28-12-2011: http://www.nrc.nl/nieuws/2011/12/28/criminelen-hebben-greep-op-horeca/ 8 21-01-2012: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/01/21/actieplan-gemeenten-tegen-opmars-criminelemotorbendes/
6
6
crimineel verkregen geld wit te wassen. Hierin schuilt het gevaar dat criminelen de branche gaan beheren en er op die wijze criminogene structuren ontstaan. Naast het opkopen van horecagelegenheden door criminelen bestaan ook andere modus operandi. Zo steken criminelen op verschillende wijzen crimineel verkregen geld in de vergunningplichtige activiteit, bijvoorbeeld een drugsdealer die zijn criminele winst steekt in een horecazaak en zo doorbreekt naar de bovenwereld. Een andere optie is dat de vergunningplichtige activiteit wordt gebruikt voor het plegen van strafbare feiten zoals de drugsdealer die een café aankoopt om van daaruit zijn handel te faciliteren. In de horeca lijkt dus steeds meer verwevenheid plaats te vinden tussen de boven- en onderwereld. In Zandvoort, Bloemendaal en Velsen zijn vele horecagelegenheden, die hun klandizie danken aan hun ligging dichtbij het strand. Ook bevinden zich in deze gemeenten strandpaviljoens, die soms na ingewikkelde koop-, verkoop- en overnameconstructies worden geëxploiteerd. In de media wordt al jaren gespeculeerd over criminelen die horecagelegenheden onder andere gebruiken als dekmantel voor criminele activiteiten, ook in de drie betrokken gemeenten. Geruchten en vermoedens over georganiseerde misdaad met betrekking tot gelegenheden in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen blijven bestaan. Uit informatie bij overheden zouden incidentele gevallen van vervlechting bekend zijn, maar een structureel overzicht ontbreekt. Daarom is een analyse van de strandgerelateerde horeca in relatie tot georganiseerde criminaliteit in de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen opgezet. Verschillende overheden hebben belang bij een goede informatiepositie en kunnen door diverse vormen van handhaving misstanden aanpakken. Het bestuur is op meerdere manieren betrokken bij de horecagelegenheden. Zo moeten horecabedrijven onder andere in het bezit zijn van een exploitatievergunning, een drank- en horecavergunning (bij het schenken of verkopen van alcohol) en moeten de bedrijven zich houden aan de sluitingstijden zoals deze zijn vastgelegd. Daarnaast houdt het bestuur zich bezig met de ontwikkeling van wijken, het wijzigen of goedkeuren van bestemmingsplannen, het vergunnen van bouw of verbouw van horecagelegenheden en het scheppen van een gunstig ondernemersklimaat. Gemeenten kunnen de Wet BIBOB toepassen en vergunningen weigeren of intrekken. Bestuurlijke interventies kunnen worden ingezet om factoren of gelegenheidsstructuren van de georganiseerde misdaad te identificeren en aan te pakken. Daarnaast is het van belang om te voorkomen dat criminelen of criminele organisaties onbewust worden gefaciliteerd door de overheid en kunnen investeren in de reguliere economie. Horecaondernemingen dienen net als andere bedrijven belasting af te dragen. De belastingdienst heeft er belang bij dat calculerende en/of frauduleuze ondernemingen worden aangepakt en heeft zelf ook mogelijkheden om overtredingen en misdrijven met betrekking tot belastingwetgeving aan te pakken. Door samenwerking met partners kan nog effectiever en efficiënter worden opgetreden. De politie en het Openbaar Ministerie hebben als taak strafbare feiten op te sporen. Ook het aanpakken van witwaspraktijken behoort tot deze taak. De politie heeft een belangrijke functie door het houden van toezicht op wet- en regelgeving én het handhaven van de openbare orde. Door de informatie-uitwisseling tussen partners kan de expertise worden vergroot en de aanpak van georganiseerde criminaliteit in relatie tot strandgerelateerde horeca worden verbeterd.
7
Doelstellingen en onderzoeksvragen Het eerste doel van de analyse van strandgerelateerde horeca is om het bestuur en andere RIEC-partners inzicht te verschaffen in de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit en de verwevenheid van boven- en onderwereld die zich afspeelt rondom de strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen. Het uiteindelijk doel is om deze criminaliteit en het mogelijke ongewilde faciliteren ervan aan te pakken. Om dit doel te bereiken worden in deze analyse ook aanbevelingsrichtingen en adviezen gegeven om misstanden op te lossen en risico’s te beperken. Om tot het benodigde inzicht te komen, dienen de volgende onderzoeksvragen beantwoord te worden: • •
Wat is de aard en omvang van de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen? Welke relaties tussen strandgerelateerde horeca en georganiseerde criminaliteit worden gevonden en hoe uit zich daarbij de verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld?
Aan de hand van de analyse zal ook worden ingegaan op een derde onderzoeksvraag: •
Welke aanbevelingsrichtingen kunnen worden aangewezen en welke adviezen over (bestuurlijke) aanpak kunnen worden gegeven om de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen tegen te gaan?
In het volgende hoofdstuk (hoofdstuk drie) wordt de opzet van de analyse beschreven, waarbij ook de methodiek die is gebruikt voor het onderzoek kort wordt toegelicht. Hoofdstuk vier betreft een algemene beschrijving van de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen. De eerste onderzoeksvraag zal in dit hoofdstuk worden behandeld. In hoofdstuk vijf worden de bevindingen die gedaan zijn aan de hand van de analyse geschetst. De tweede onderzoeksvraag komt in dit hoofdstuk aan bod. In hoofdstuk zes wordt besloten met de aanbevelingen die aan de hand van de analyse kunnen worden gedaan, waarbij de laatste onderzoeksvraag zal worden beantwoord.
8
3. Opzet analyse In dit hoofdstuk zal de opzet van de analyse worden toegelicht. Een korte beschrijving van het convenant zal worden gegeven en de gehanteerde definities en de betreffende (RIEC) thema’s zullen worden verduidelijkt. Daarna volgt een beknopte beschrijving van de methodiek die voor de analyse is gebruikt, waarbij ook de verschillende informatiebronnen aan bod komen.
Convenant De informatie ten behoeve van de analyse is verkregen op basis van het ‘Regionaal Convenant Geïntegreerde Decentrale Aanpak Georganiseerde Misdaad regio AmsterdamAmstelland/ Kennemerland/ Noord-Holland Noord/ Zaanstreek-Waterland. Hierbij is voldaan aan de Checklist Waarborging naleving Wet bescherming persoonsgegevens Regionaal Samenwerkingsverband en het Besluit van de korpsbeheerder van het regionaal politiekorps Kennemerland tot het structureel verstrekken van politiegegevens aan het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord-Holland’ (art. 20 Wet Politiegegevens). Voor de informatie-uitwisseling met partners is gebruik gemaakt van gestandaardiseerde checklists zoals deze zijn beschreven in de werkwijzer van het RIEC-NH.
Definities en onderzoeksafbakening Voor de analyse zijn de volgende definities gebruikt:
Definitie georganiseerde criminaliteit: Er bestaat geen landelijk vastgestelde definitie van ‘georganiseerde criminaliteit’, het blijft moeilijk landelijk een eenduidige definitie op te stellen. In deze analyse is de definitie gehanteerd die het Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC) heeft opgesteld. Deze definitie luidt als volgt: ‘misdaadverschijnselen die tot stand komen in de structurele samenwerking tussen personen, die worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin’.
Definitie strandgerelateerde horeca: De term ‘strandgerelateerde horeca’ is niet eerder in onderzoeken gedefinieerd. In deze analyse wordt het volgende onder strandgerelateerde horeca verstaan: Allereerst de strandpaviljoens binnen de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen. Daarnaast worden horecagelegenheden, die hun klandizie danken aan het feit dat de gemeenten aan het strand liggen, of horecagelegenheden die langs de uitvalswegen van en naar het strand gevestigd zijn, gerekend tot de categorie en onderzocht in de analyse. In de praktijk betekende dit dat naast de strandpaviljoens die aan de boulevards liggen, ook gelegenheden in het centrum van Zandvoort en gelegenheden die liggen aan de Zeeweg en de Zandvoortselaan zijn geanalyseerd. Het deel van de analyse met betrekking tot Velsen richt zich in overleg met de gemeente op horecagelegenheden op het strand in IJmuiden en Velsen-Noord. De nieuwe haven van IJmuiden is geen onderdeel van de analyse. Om het onderzoek af te bakenen is ervoor gekozen om in principe hotels, pensions, campings, het casino, het circuit van Zandvoort en zeer kleine horecagelegenheden als ijssalons, viskramen en cateringbedrijven buiten beschouwing te laten.
Onderzoeksgebied: De analyse zal worden uitgevoerd voor de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen.
9
Thema’s, betrokkenen en periode Verschillende (RIEC)thema’s vormen de rode draden van de analyse. Een eerste thema, witwassen en daaraan gerelateerde vormen van financieel-economische criminaliteit, is onderzocht door in te zoomen op risicokenmerken van dit delict. De actoren die financieel betrokken waren bij de horecagelegenheden zijn onderzocht. Wanneer actoren geld bezitten afkomstig uit criminaliteit en dit aanwenden in de horeca, kan er geld worden witgewassen met behulp van deze horecagelegenheden. Indien er sprake is van fiscale misstanden, kan dit een aanwijzing zijn voor witwassen en andere vormen van criminaliteit. Daarnaast is van de bij de horecagelegenheden betrokken personen onder andere gekeken naar antecedenten en contacten met personen die zich begeven in het criminele milieu. Op deze wijze wordt naast inzicht in relaties ook getracht inzicht te creëren in criminele gelegenheidsstructuren die bestaan rondom horecagelegenheden. Als laatste thema is naar aanleiding van de analyse ook aandacht besteed aan de mogelijkheden van het toepassen van de wet BIBOB. Waar het betrokkenen betreft, is met name gefocust op de bedrijven zelf (met name de horecabedrijven, maar ook de aansturende bedrijven), de exploitanten, bestuurders, aandeelhouders of personen van wie nauwe betrokkenheid bleek bij de bedrijfsvoering. Medewerkers en vaste bezoekers zijn in eerste instantie niet geanalyseerd. De onderzoeksperiode was vastgesteld op 2006-2011 en zou dus vijf jaar bedragen. Echter naar aanleiding van beschikbare informatie bij partners is voornamelijk bekeken hoe de huidige structuren van de gelegenheden eruit zien.
Methode In deze paragraaf wordt de methodiek van het onderzoek beschreven. De aangewende informatie zal worden beschreven, maar ook zal beknopt worden aangegeven hoe de analyse is ontwikkeld en gecomplementeerd. Allereerst is voor de analyse een algemeen beeld geschetst van de horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen. Dit is gedaan aan de hand van gegevens uit open bronnen, door middel van fysieke verkenningen en informatie uit de Kamer van Koophandel. Daarna is een kwalitatieve analyse gemaakt, waarbij verschillende informatiebronnen werden aangewend. De volgende informatiebronnen zijn aangewend voor de analyse: o Open bronnen/ internet o Half open bronnen (o.a. Kamer van Koophandel en Kadaster) o Gesloten bronnen (Gemeente, politie en Belastingdienst) Door alle verkregen gegevens samen te nemen kon een beschrijvende analyse worden opgesteld. Daarbij is de aard en omvang, de (mogelijke) relaties tussen gelegenheden en georganiseerde criminaliteit beschreven en konden risico’s worden geduid. Aan de hand van de bevindingen konden voor de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen aanbevelingen worden gedaan.
10
4. Aard en omvang Onderstaand hoofdstuk beschrijft de aard en omvang van georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen. De volgende onderzoeksvraag staat centraal:
‘Wat is de aard en omvang van de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen?’ Getracht wordt in dit hoofdstuk een algemeen (sfeer)beeld te geven van de strandgerelateerde horeca in het onderzoeksgebied en de mogelijke relaties met georganiseerde criminaliteit te duiden. Daarnaast zal kort worden aangegeven hoe de vele horecagelegenheden kunnen worden ingedeeld in verschillende type horecagelegenheden. Afgesloten wordt met een korte conclusie.
Aard Zandvoort Zandvoort is een echte badplaats. De gemeente Zandvoort telt 16.638 inwoners9 en heeft een oppervlakte van 33,82 km². De gemeente Zandvoort investeert in de groenvoorziening, het schoonhouden van straten, pleinen, het strand en de kwaliteit van de openbare ruimte. Jaarlijks bezoeken meer dan 3 miljoen mensen het strand, het circuit, de duinen of het dorp, waar ondernemers zich inspannen om vele attractieve activiteiten te organiseren. Het belang van de kustgemeente voor de regio en de provincie is evident. Aan het verder ontwikkelen van de toeristisch-economische functie geeft de gemeente hoge prioriteit. Met de Provincie Noord-Holland is veel geld geïnvesteerd in het beter bereikbaar maken van de badplaats10. Het toerisme in Zandvoort is erg belangrijk voor de gemeente en daarmee zijn ook de horecagelegenheden en paviljoens van grote betekenis. Uit interviews is gebleken dat Zandvoort ondanks het toerisme zijn ‘dorpse’ karakter behoudt. Er hangt onder bewoners van Zandvoort een duidelijke ‘ons-kent-ons’ sfeer en nieuws wordt snel verspreid. Aangegeven wordt dat op die manier vele geruchten de ronde doen. De twee belangrijkste boulevards waaraan de paviljoens van Zandvoort zich bevinden zijn Boulevard Barnaart en Boulevard Paulus Loot. In het centrum van Zandvoort zijn de meeste horecagelegenheden vooral geconcentreerd in en rondom de Haltestraat. Vanuit het centrum kan heel makkelijk naar het strand worden gelopen. Er lijkt echter weinig sprake te zijn van verwevenheid/ samenwerking tussen horecagelegenheden in het centrum van Zandvoort enerzijds en de paviljoens aan het strand anderzijds.
Bloemendaal Bloemendaal telt 22.044 inwoners11 en heeft een oppervlakte van 38,56 km². Aerdenhout, Bennebroek, Bentveld (deel), Bloemendaal aan Zee, Overveen en Vogelenzang horen allen bij de gemeente Bloemendaal. Het strand van Bloemendaal is één van de grote toeristische trekkers, ook voor publiek uit Amsterdam. Het gebied richt zich naast badgasten specifiek op uitgaanspubliek. Grote Beachclubs worden daarom ook wel aangeduid als ‘discotheken op het strand’. In de Structuurvisie Bloemendaal (2011) wordt onder andere de behoefte aan een kwaliteitsimpuls van Bloemendaal aan Zee beschreven. Bloemendaal aan Zee zal volgens 9
Bron: CBS, 1 april 2011 www.zandvoort.nl 11 Bron: CBS, 1 april 2011 10
11
deze structuurvisie ontwikkeld worden als een onderscheidende badplaats voor strandrecreatie en uitgaanstoerisme voor de gehele regio. Daarnaast vindt een architectonische opwaardering plaats van de bebouwing van Bloemendaal aan Zee én zijn door ondernemers verzoeken ingediend voor uitbreiding of nieuwe ontwikkeling van horeca of verblijfsrecreatie12. Bloemendaal en het bijbehorende toerisme zijn dus nog sterk in ontwikkeling. De strandpaviljoens van Zandvoort en Bloemendaal liggen praktisch aaneengesloten op één lijn langs de kuststrook. Iets verder richting het noorden en gescheiden door een flink stuk strand liggen de paviljoens van IJmuiden.
Velsen De gemeente Velsen telt 67.315 inwoners en heeft een oppervlakte van 52,87 km²13. De gemeente Velsen vormt het hart van de IJmond-regio. IJmuiden aan Zee behoort tot de top 10 van de Nederlandse badplaatsen. Er zijn in de gemeente Velsen verschillende stranden beschikbaar met veel mogelijkheden voor wind en watersport.
Pachtconstructies Naast de dagrecreatie worden in de grotere strandpaviljoens steeds vaker evenementen of grote feesten georganiseerd die grote aantallen bezoekers van buitenaf trekken. Paviljoenhouders ‘huren’ als het ware de grond voor hun bedrijf van de gemeente. Er worden hiervoor pachtovereenkomsten opgesteld. Strandpaviljoenhouders in Bloemendaal betalen veel meer pacht aan de gemeente dan hun Zandvoortse concurrenten. Dat blijkt uit navraag van de IJmuidercourant. De Bloemendaalse ondernemers betalen 418 euro per strekkende meter (gemeten over de lengte van de kustlijn), terwijl de Zandvoortse paviljoenhouders maar 181 euro betalen. Een verschil van 130 procent.
Samenwerking In samenwerking met onder andere de gemeente worden regelmatig bijeenkomsten voor horeca-eigenaren georganiseerd, onder andere om de veiligheid te verbeteren. Echter uit interviews blijkt dat vooral de paviljoens onderling niet veel samenwerken. Aangegeven wordt dat elke eigenaar eigen belangen heeft en dat deze ook vooropgesteld worden. Er bestaan wel verschillende initiatieven om de samenwerking te verbeteren en te intensiveren.
Amsterdamse invloeden Er gingen geruchten dat in grote mate sprake is van Amsterdamse invloeden op de horeca in Zandvoort, Velsen en Bloemendaal. De paviljoens in Zandvoort zijn veelal familiebedrijven van inwoners uit de gemeente. Een aantal bedrijven binnen Zandvoort, Bloemendaal en Velsen kent inderdaad betrokkenheid van personen die woonachtig zijn in Amsterdam. Echter het overgrote deel is woonachtig binnen de gemeenten van Kennemerland. Daarnaast is er sprake van Amsterdams publiek dat naar het strand komt en uitgaat in de badplaatsen. Dit komt waarschijnlijk door de nabije ligging en goede treinverbindingen.
12 13
www.bloemendaal.nl Bron: CBS, 1 april 2011.
12
Handelsnamen en adressen Wat opvalt uit gegevens van de Kamer van Koophandel, is dat vaak meerdere handelsnamen worden gebruikt voor één horecagelegenheid. Het is daardoor soms moeilijk de horecagelegenheden te herleiden. Daar komt bovendien bij dat adressen op het strand niet altijd eenduidig zijn. Op particuliere internetsites van de bedrijven wordt soms een bepaalde strandafgang genoemd en adressen op diverse internetsites en in de Kamer van Koophandel komen niet altijd overeen. Door de wisselende en onduidelijke adressen van de strandhoreca is het eigendom van grond en opstallen niet eenvoudig te achterhalen. Dit kan aantrekkelijk zijn voor criminelen of personen die belang hebben bij ondoorzichtigheid.
Economische posities gemeenten Hoewel horecagelegenheden regelmatig zorgen voor overlast en andere problemen, geven zij een gemeente ook een bepaalde vorm van aanzien. Bovendien verstevigen goede horecagelegenheden de economische positie voor de gemeente. De ligging aan het strand gecombineerd met goede strandhoreca verhogen de populariteit bij publiek, wat goed is voor het aanzien en de economie van een gemeente. Negatieve publiciteit ten aanzien van de horecagelegenheden en criminaliteit wordt in gemeenten dan ook vaak als onwenselijk ervaren.
Algemeen beeld criminaliteit In het centrum van Zandvoort is tijdens drukke uitgaansavonden dikwijls sprake van overlast, waarbij vechtpartijen en opstootjes geen uitzondering zijn. Ook tijdens evenementen aan het Bloemendaalse strand ontstaan regelmatig problemen die gerelateerd zijn aan de openbare orde. Uit gesloten bronnen is gebleken dat de concurrentie tussen horecagelegenheden onderling groot is, vooral in Zandvoort. Horecaondernemers zouden angstig zijn en ondanks negatieve voorgevoelens mensen niet altijd de toegang durven te weigeren. In sommige gelegenheden komt ‘dubieus’ publiek. Bij een aantal horecagelegenheden vinden drugsgerelateerde delicten plaats of zijn betrokkenen van vechtpartijen bijvoorbeeld onder invloed van alcohol. Het is geen nieuwe bevinding dat drugshandel vaak plaatsvindt in en rondom horecagelegenheden, waarbij de gelegenheden dienen als ontmoetingsplek voor criminelen. Het georganiseerde karakter daarvan kon echter niet nader worden geduid. Ook zijn vermoedens van witwaspraktijken geuit. Hierbij kan worden opgemerkt dat witwassen altijd begint met crimineel verkregen gelden, en dat deze criminele gelden vaak afkomstig zijn van drugsgerelateerde delicten. Een andere indicatie voor georganiseerde criminaliteit is de aanwezigheid van Hells Angels. In Zandvoort worden in het centrum Hells Angels gesignaleerd, evenals aan het strand van Bloemendaal. Over de gemeente Velsen is veel geschreven met betrekking tot georganiseerde misdaad, voornamelijk over vastgoedmagnaten en de haven. ‘Grote namen’ als Endstra en zijn investeringen worden niet bij uitzondering genoemd. Geruchten gaan dat de vastgoedhandelaren vele panden bezitten, waaronder ook horecagelegenheden. Dit beperkt zich echter niet tot IJmuiden en is meestal met ingewikkelde BV-constructies bewerkstelligd waardoor criminelen onaantastbaar lijken te zijn.
Beveiligingsbedrijven Uit verschillende bronnen is gebleken dat de rol van beveiligingsbedrijven in de horecabranche toeneemt. Zoals in de inleiding al is aangegeven, zijn er landelijk vermoedens dat criminelen via beveiligingsbedrijven en portiers hun grip proberen te krijgen op horecagelegenheden. Daarbij wordt ook aangegeven dat motorclubs in andere gemeenten particuliere beveiligingsbedrijven leiden en via deze bedrijven hun illegale activiteiten integreren in de bovenwereld. Voor de gemeenten Zandvoort, Bloemendaal en Velsen kon
13
niet worden achterhaald welke beveiligingsbedrijven worden ingezet voor de beveiliging van de vele horecagelegenheden. Er bestaat geen centraal registratiepunt of gegevens over beveiliging werden niet bewaard.
Omvang Aan het begin van de analyse is aan de hand van open bronnen informatie (in dit geval via internet en verschillende zoekmachines) een lijst opgesteld met horecagelegenheden die zich bevonden in het onderzoeksgebied. De lijst betrof in zijn totaliteit meer dan tweehonderd gelegenheden. 141 van deze horecagelegenheden behoorden daadwerkelijk tot het onderzoekskader. Deze horecagelegenheden zijn ter indicatie ingedeeld in een aantal categorieën. Dit zijn de categorieën ‘paviljoen’, ‘eetcafé’, ‘restaurant’, ‘café’, ‘club’, ‘beachclub’ en ‘coffeeshop’. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze categorisering naar eigen interpretatie is gemaakt, om de verschillende soorten gelegenheden te kunnen verwerken. De indeling van de verschillende gemeenten is aangegeven in onderstaande tabel: Zandvoort 3 beachclubs 19 cafés 2 clubs 2 coffeeshops 9 eetcafés 32 paviljoens 45 restaurants Totaal 112
Bloemendaal 2 beachclubs 0 cafés 0 clubs 0 coffeeshops 2 eetcafés 6 paviljoens 3 restaurants Totaal 13
Velsen 0 beachclubs 1 café 0 clubs 0 coffeeshops 2 eetcafés 10 paviljoens 3 restaurants Totaal 16
Totaal 5 20 2 2 13 48 51 Totaal 141
Tabel 1: indeling horecagelegenheden
14
5. Bevindingen In dit hoofdstuk zullen de bevindingen die zijn gedaan aan de hand van de analyse worden uitgelicht. Ook risico’s worden in dit hoofdstuk geduid. De volgende onderzoeksvraag staat hierbij centraal:
Welke relaties tussen strandgerelateerde horeca en georganiseerde criminaliteit worden gevonden en hoe uit zich daarbij de verwevenheid tussen de onder- en bovenwereld?
Risico’s De indicaties voor een relatie tussen strandgerelateerde horeca en georganiseerde criminaliteit worden door de verschillende deelnemers van het RIEC anders geïnterpreteerd en de aanwezigheid van een (mogelijke) relatie zal daarmee ook anders worden gedefinieerd. Conclusies over de aanwezigheid van relaties, zal iedere partner voor zichzelf moeten trekken. In deze rapportage zijn de risico’s op een relatie tussen de horecagelegenheden en georganiseerde criminaliteit geduid en is getracht inzicht te verschaffen in de risico’s die spelen binnen de horecabranche van de betreffende gemeenten. Een eerste risico die door de analyse aan het licht komt is de betrokkenheid van criminelen bij de bedrijfsvoering van een gelegenheid. Een tweede risico betreft gelegenheid die ontstaat voor criminelen door de wisselende en onduidelijke adressen van de strandhoreca. Deze onduidelijkheid ontstaat door verschillen in adressen die gebruikt worden door de onderneming zelf, de Overheid, het Kadaster, de Kamer van Koophandel en open bronnen. Het eigendom van grond en opstallen is daardoor niet eenvoudig te achterhalen. Dit kan aantrekkelijk zijn voor criminelen of personen die belang hebben bij ondoorzichtigheid. Daarnaast bestaan er ingewikkelde constructies met rechtspersonen waarbinnen stromannen gebruikt kunnen worden en waardoor criminelen wél invloed uitoefenen op horeca, maar buiten beeld blijven. Horecagelegenheden kunnen zo door criminelen gebruikt worden voor bijvoorbeeld witwaspraktijken. Als laatste kan de rol van beveiligingsbedrijven, die door criminelen kunnen worden gebruikt om grip te krijgen op horecagelegenheden en waardoor verwevenheid ontstaat tussen de boven- en onderwereld, als risico worden aangemerkt. Van de beveiligingsbedrijven in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen zijn geen gegevens bekend, waardoor deze stelling aan de hand van de analyse niet kan worden bevestigd of ontkracht. Het ontbreken van registraties en controles op beveiligingsorganisaties en (vaste) portiers bij de horecagelegenheden vormt een risico voor de verwevenheid én de openbare orde.
Indicaties voor relaties Op basis van de geanalyseerde informatie kan geconcludeerd worden dat in een aantal gevallen een relatie lijkt te bestaan tussen georganiseerde criminaliteit en de strandgerelateerde horeca. Hieronder zal nog éénmaal een opsomming worden gegeven van indicaties van een relatie tussen een horecagelegenheid en georganiseerde criminaliteit, zoals deze zijn gevonden aan de hand van de analyse. Hoe meer van onderstaande indicaties van toepassing zijn bij een horecagelegenheid, hoe groter het risico van een relatie tussen de horecagelegenheid en georganiseerde criminaliteit. Aanbevelingen om deze relaties aan te pakken zijn uitgewerkt in het volgende hoofdstuk. o o
Contacten tussen ondernemers, beheerders en andere betrokkenen en personen die zich bewegen in het criminele circuit of met een criminele achtergrond. Het verdacht zijn of zijn geweest van eerder gepleegde criminele activiteiten door de betrokkenen zelf, al dan niet in (relatie tot) de betreffende horecagelegenheid.
15
o o o
Ondoorzichtige eigendomsconstructies en opvallende wisselingen van eigenaren of beheerders. Opvallendheden in financiering of andere fiscale misstanden zoals aangegeven door de Belastingdienst. Aanwezigheid (al dan niet structureel) van criminelen in of om de horecagelegenheid zonder dat daadwerkelijke betrokkenheid kan worden aangetoond en de aanwezigheid van dubieus publiek.
Bevindingen Er zijn diverse algemene bevindingen die aan het licht kwamen bij gelegenheden in de drie gemeenten en die als risicovol kunnen worden aangemerkt. Naast de eerder beschreven risico’s behoeven deze onderwerpen aandacht omdat zij wellicht duiden op relaties met georganiseerde criminaliteit. Bij een aantal gelegenheden zijn Hells Angels gesignaleerd. Politie en Justitie wereldwijd zijn er al jaren van overtuigd dat de Hells Angels een criminele organisatie vormen, met diepe vertakkingen in de drugswereld. Daarnaast worden in verschillende gemeenten in Nederland zorgen geuit over toenemende pogingen van (‘outlaw’) motorclubs om invloed uit te oefenen op cafés en restaurants in gemeenten door middel van bedreigingen en afpersing of deze gelegenheden zelfs over te nemen. De ingewikkelde constructies met rechtspersonen die een risico-indicatie vormen voor georganiseerde criminaliteit, kwamen ook bij geanalyseerde gelegenheden aan bod. Soms kwamen er ingewikkelde concernrelaties naar voren die voor ondoorzichtigheid zorgden. Deze ondoorzichtigheid gold niet alleen voor open bronnen, politiële of gemeentelijke informatie, maar ook voor fiscale gegevens die door de constructies en verschillende entiteiten moeilijk zijn te doorgronden. Bij de politie bekende personen komen ook voor als het gaat om (het exploiteren van) horecagelegenheden en criminaliteit die zich in en rond deze gelegenheden afspeelt. Hierbij wordt geduid op personen die bekend zijn uit het drugscircuit, verdacht zijn door financiële vermogendheid of verdachte meldingen, betrokken zijn geweest bij geweldsdelicten, diefstal of van andere criminele activiteiten. Natuurlijk hebben niet alle delicten een georganiseerd karakter. Echter een deel van de betrokkenen kan worden gerekend tot het criminele circuit en wordt ervan verdacht criminele contacten te hebben. Bij gelegenheden vinden verstoringen van de openbare orde plaats. Soms zijn dit opstootjes zonder verdere gevolgen of is er sprake van geluidsoverlast. Maar daarnaast blijkt aan de hand van de analyse dat er bij horecagelegenheden soms flinke vechtpartijen plaatsvinden, in enkele gevallen met wapens en met betrokkenheid van bij de politie bekende personen. Voornamelijk met betrekking tot beachclubs zijn gegevens bekend van deze openbare ordeverstoringen, doordat hier in de zomer grote evenementen plaatsvinden. Veel incidenten zijn drugs- en alcoholgerelateerd. Bij de grote beachclubs trekken voornamelijk deze openbare ordeverstoringen de aandacht, niet zozeer de ondernemers en hun eventuele relaties met georganiseerde criminaliteit. Uit de analyse blijkt dat gemeenten steeds alerter worden op informatie en dat mogelijkheden om criminaliteit aan te pakken steeds zorgvuldiger worden toegepast. Dit is een positieve ontwikkeling. Dat gemeenten op basis van informatie de Drank- en Horecawetgeving en de Wet BIBOB structureel naleven, is van belang voor een gezond ondernemersklimaat. De aanbevelingen in het volgende hoofdstuk kunnen de positieve ontwikkelingen wellicht bevorderen.
16
6. Aanbevelingen In dit hoofdstuk zullen aanbevelingsrichtingen worden vermeld en adviezen worden gegeven over (bestuurlijke) interventies om de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen tegen te gaan. De volgende onderzoeksvraag staat centraal:
Welke aanbevelingsrichtingen kunnen worden aangewezen en welke adviezen over (bestuurlijke) aanpak kunnen worden gegeven om de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot strandgerelateerde horeca in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen tegen te gaan? De onduidelijke wijze van registratie van adressen en ingewikkelde constructies van rechtspersonen bij voornamelijk strandpaviljoens, is een risico. Aanbevolen wordt om adressen en rechtspersonen te registreren. Bij rechtspersonen moet altijd duidelijk zijn welke natuurlijke persoon verantwoordelijk is en kan worden aangesproken. Het ligt voor hand dat de gemeente over deze registratie kan beschikken. De gemeente kan bij de vergunningverlening eisen stellen aan het leveren van gegevens door de aanvrager, waardoor de registratie kan worden vervuld. Op die wijze kan de informatiepositie omtrent eigendom van grond en opstallen eenvoudig worden versterkt en komen betrokkenen bij horecagelegenheden eerder in beeld. Bovendien zorgt dit gegeven voor meer transparantie, wat de gelegenheid voor criminelen minder aantrekkelijk maakt. Het ligt voor de hand dat de gemeente bij een vergunningaanvraag in eerste instantie het lokale ambtelijke netwerk raadpleegt om horecaondernemers te verifiëren. De veranderingen die kunnen voortvloeien uit het herschikken van taken binnen de politie (Bijzondere Wetten en de Informatieorganisatie), de wijzigingen in de Drank- en Horecawet én het complexer worden van informatiesystemen binnen overheden vergen echter een procesmatige manier van informatiebevraging bij vergunningverlening, die niet meer (alleen) lokaal gedaan kan worden. Aanbevolen wordt om de informatiepositie uit te breiden, zorgvuldig te screenen bij een vergunningaanvraag en de wet BIBOB toe te passen. Ambtelijk zal worden besproken op welke wijze dit proces vorm kan krijgen of verbeterd kan worden. Vooral bij grote (beach)clubs is vaak sprake van verstoringen van de openbare orde. Wenselijk is om met betrekking tot de grotere (beach)clubs sluitingen voor te bereiden op basis van verstoringen van de openbare orde. Indien er een ernstige verstoring van de openbare orde plaatsvindt binnen de gelegenheid (zoals een vechtpartij met wapens) kan de gemeente de gelegenheid sluiten op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). De gemeente kan zich op deze situaties voorbereiden, zodat als een ernstige verstoring van de openbare orde plaatsvindt, snel en doelmatig kan worden gehandeld. Omdat zowel in Zandvoort, Bloemendaal en Velsen inzicht en overzicht van actieve beveiligingsbedrijven ontbreekt, maar uit open bronnen blijkt dat dit soort bedrijven een schakel kunnen zijn tussen de boven- en onderwereld, wordt aangeraden inzicht te creëren aangaande beveiligingsbedrijven en portiers en hun rol bij horecagelegenheden. Hiervoor zou bijvoorbeeld een registratie kunnen worden opgesteld door de gemeente, in samenwerking met de politie. Daarnaast kunnen met betrekking tot beveiligingsbedrijven wellicht eisen worden gesteld bij de vergunningaanvraag. Op die manier kan ook worden gehandhaafd aan de hand van bestaande wet- en regelgeving.
17
Naast de aanbevelingen voor de bestuurlijke aanpak, wordt andere partners zoals de politie en de Belastingdienst tevens aanbevolen om hun informatiepositie te versterken en regelgeving zorgvuldig te handhaven. Daardoor komen misstanden wellicht eerder aan het licht en kunnen zij sneller en effectiever worden aangepakt. Alle RIEC-partners kunnen immers op eigen wijze bijdragen aan het tegengaan van georganiseerde criminaliteit. Bij een grondige gezamenlijke aanpak krijgen criminelen hier aan de kust, de Kennemer kust, geen kans om de horecabranche te gaan beheren en wordt het ontstaan van criminogene structuren tegengegaan.
18