Suïcidepreventie in de praktijk
Suïcidepreventie in de praktijk
Onder redactie van A. J.F.M. Kerkhof J. B. van Luyn
Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of opnamen, hetzij op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Samensteller(s) en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een betrouwbare uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor drukfouten en andere onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. ISBN 978 90 313 7803 6 NUR 770 Ontwerp omslag: Studio Bassa, Culemborg Ontwerp binnenwerk: TEFF (www.teff.nl) Automatische opmaak: Crest Premedia Solutions (P)Ltd, Pune Afbeelding omslag: schilderij van Vilhelm Hammershøi (1864-1916) uit de serie Interior, “(Kamer) met jonge vrouw op de rug gezien”, ca 1903-1904. Dit schilderij maakt deel uit van de collectie van het Randers Kunstmuseum, Randers, Denemarken (www.randerskunstmuseum.dk).
Bohn Stafleu van Loghum Het Spoor 2 Postbus 246 3990 GA Houten
www.bsl.nl
Inhoud
Voorwoord
XI
deel i: begrippen, cijfers en verklaringen
1
1
3
2
3
Terminologie en definities Ad Kerkhof 1.1 Inleiding 1.2 Suïcide of zelfdoding 1.3 Suïcidepoging of poging tot zelfdoding 1.4 Doodsgedachten 1.5 Suïcidale ideatie of suïcidale gedachten 1.6 Suïcidaliteit 1.7 Samenhang termen
4 4 13 21 22 22 22
Epidemiologie van suïcidaal gedrag Ad Kerkhof 2.1 Inleiding 2.2 Suïcides 2.3 Suïcidepogingen 2.4 Doodsgedachten en suïcidegedachten
23
Verklaringen Ad Kerkhof 3.1 Inleiding 3.2 Meervoudige verklaringen 3.3 Suïcidaal proces 3.4 Waarom plegen zoveel mensen géén suïcide?
39
24 24 36 38
40 40 56 57
VI
Suïcidepreventie in de praktijk
deel ii: bejegening en behandeling 4
5
6
7
8
61
Richtlijnen voor de behandeling van suïcidale patiënten Annemiek Huisman, Ad Kerkhof 4.1 Inleiding 4.2 Systematisch onderzoek van suïcidaliteit 4.3 Behandeling van suïcidale gedachten 4.4 Na een suïcide 4.5 Tot besluit
63 63 64 67 72 72
De wanhoop bespreekbaar maken en systematische risicotaxatie Ad Kerkhof 5.1 Inleiding 5.2 De kans op suïcide 5.3 Nabij blijven 5.4 De wanhoop bespreken 5.5 Vragen naar suïcidegedachten 5.6 Systematisch onderzoek van de suïcidaliteit 5.7 Regelmatig terugkerende analyse Bijlage 5.1 Invullijst suïcidaliteit voor behandelaren Bijlage 5.2 Zelfrapportagelijst over suïcidegedachten De wanhoop behandelen Ad Kerkhof, Bert van Luyn 6.1 Inleiding 6.2 Psychofarmaca en elektroconvulsietherapie 6.3 Psychotherapie Uitdagingen in de behandeling van suïcidale patiënten: oplossingen vanuit de praktijk van de cognitieve gedragstherapie Nadja Slee 7.1 Inleiding 7.2 Eenentwintig uitdagingen en oplossingen 7.3 Tot besluit ‘Bezint eer gij begint’; DGT en suïcidaliteit Wies van den Bosch 8.1 Inleiding 8.2 DGT als verklaringsmodel voor zelfdestructief en suïcidaal gedrag
73 73 75 75 77 78 80 84 85 90 95 95 96 97
111 112 114 127 129 130 130
Inhoud
VII
8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 9
10
11
12
Centrale interventies Specifieke interventies voor zelfdestructief en suïcidaal gedrag Interventies bij acute suïcidaliteit Chronische problematiek Tot besluit
132 133 135 142 147
Tijd, toekomst en suïcidaliteit Wessel van Beek 9.1 Inleiding 9.2 Gevangen in de herhaling 9.3 Tijd en toekomst als onderwerp van gesprek 9.4 Toekomstgerichte training 9.5 Tot besluit
149
Behandeling van suïcidaal gedrag bij jongeren Erik Jan de Wilde 10.1 Inleiding 10.2 Bejegening van suïcidale jongeren 10.3 Aanpak van suïcidale crisis 10.4 Behandeling van suïcidaliteit bij jongeren
161
Huilen zonder tranen: suïcidaal gedrag bij allochtone jongeren Indra Boedjarath, Marion Ferber 11.1 Inleiding 11.2 Invloed migratie en cultuur 11.3 Middelen en methoden 11.4 Achtergronden en aanleiding 11.5 Risicofactoren 11.6 Beschermende factoren 11.7 Signalering, begeleiding en benodigde vaardigheden 11.8 Tot besluit Behandeling van suïcidaliteit bij persoonlijkheidsstoornissen Bert van Luyn 12.1 Inleiding 12.2 Neem suïcidedreiging bij persoonlijkheidsstoornissen serieus 12.3 Wees alert bij comorbiditeit 12.4 Ga vooral actuele stressoren na, met name (dreiging van) verlies 12.5 Verlies activeert vroege ervaringen en wanhoop
149 150 151 153 158
161 162 163 167
171 171 173 174 175 177 180 182 184
187 188 188 189 189 190
VIII
Suïcidepreventie in de praktijk
12.6 12.7 12.8 12.9 12.10 12.11 13
14
15
Chronische suïcidaliteit kan acute vormen aannemen Pas op voor tegenoverdrachtreacties Suïcidaal gedrag bij de eigen patiënt: stel heldere kaders Opname is een reële optie Suïcidebeoordeling en crisisinterventie bij andermans patiënt Tot besluit
Verpleegkundige zorg voor suïcidale patiënten Berno van Meijel, Barbara Stringer, Esther Meerwijk, Bauke Koekkoek 13.1 Inleiding 13.2 Twee benaderingen 13.3 Methodische aspecten 13.4 Tot besluit Suïcidaliteit in de acute en sociale psychiatrie Bert van Luyn, Ad Kaasenbrood 14.1 Inleiding 14.2 Acute suïcidaliteit en spoedeisende psychiatrie 14.3 Suïcidaliteit in sociale psychiatrie 14.4 Tot besluit De opvang van nabestaanden na een suïcide Marieke de Groot, Jos de Keijser 15.1 Introductie 15.2 De gevolgen van suïcide: wie is nabestaande? 15.3 Zaken die het contact met familieleden bemoeilijken 15.4 De opvang van de nabestaanden kort na de suïcide 15.5 De opvang van kinderen en jongeren 15.6 Gecompliceerde rouw na een suïcide 15.7 Preventie van gecompliceerde rouw na suïcide door familiegerichte, cognitieve gedragstherapie
deel iii: preventie 16
Algemene preventie van suïcide in GGZ-instellingen Ad Kerkhof, Annemiek Huisman, Cornelis van Houwelingen 16.1 Inleiding 16.2 Opleidingsniveau van hulpverleners 16.3 Suïcidaliteit als onderwerp van zorg en behandeling
190 191 192 195 197 198 201
201 202 209 215 217 217 218 227 234 235 236 237 238 241 249 250 254
263 265 266 266 267
Inhoud
IX
16.4 16.5 16.6 16.7 16.8 16.9 16.10
17
18
19
Protocollen Algemene preventiemaatregelen Leren van suïcides Fysieke veiligheid Imitatie-effecten Samenhangend beleid Samenhang met zorgverleners en anderen in de regio
Opvang, beoordeling en behandeling van suïcidepogers in het algemeen ziekenhuis Bas Verwey, Jeroen van Waarde 17.1 Inleiding 17.2 Algemene aspecten 17.3 Contact en coöperatie 17.4 Inventariseren, ordenen, beslissen 17.5 Psychiatrische anamnese en onderzoek 17.6 Beoordeling suïcidaliteit 17.7 Opsporen stressfactoren/aanleidingen 17.8 Inventariseren risicofactoren 17.9 Beschermende factoren 17.10 Nazorg 17.11 Conclusies Behandeling van suïcidepogers met cognitieve gedragstherapie Jos de Keijser, Martin Steendam 18.1 Inleiding 18.2 Contact maken met mensen die een suïcidepoging deden 18.3 Behandeling van pogers met cognitieve gedragstherapie 18.4 Training van behandelaren en intervisie 18.5 Gevalsbeschrijvingen 18.6 Tot besluit Preventie in de samenleving Bregje van Spijker, Ad Kerkhof 19.1 Inleiding 19.2 Directe omgeving 19.3 Telefonische hulpdiensten 19.4 Hulpgroepen 19.5 Media 19.6 Internet 19.7 Beschikbaarheid middelen 19.8 Overheidsbeleid
267 268 269 270 272 272 273
275 275 277 280 281 281 282 282 283 284 284 287
289 289 290 293 296 297 299 301 301 302 304 305 306 308 310 311
X
Suïcidepreventie in de praktijk
20
21
De dood als uitkomst? Omgaan met suïcidaliteit en doodsgedachten bij ouderen Lia Verlinde 20.1 Inleiding 20.2 Visie en achtergronden 20.3 Een strategie 20.4 Vijf casus 20.5 Conclusie
313 313 314 318 322 329
Suïcidaliteit en verslaving Cassandra Steenkist 21.1 Inleiding 21.2 De prevalentie van suïcidaliteit bij verslaving 21.3 Suïcide en klinische persoonlijkheidsproblematiek bij verslaving 21.4 Aanwijzingen voor acuut suïciderisico 21.5 Beoordelen van suïcidaliteit 21.6 Suïcidaliteit, verslaving en de wet BOPZ
331
Literatuur
341
Over de auteurs
361
331 331 333 334 334 338
Voorwoord
Nederland kent internationaal gezien een laag suïcidecijfer, waarschijnlijk mede vanwege de kwaliteit van onze geestelijke gezondheidszorg. Bij sommige GGZ-instellingen, bijvoorbeeld die met arbeidsgerelateerde programma’s (burn-out), is de suïcidale patiënt een uitzondering. De aandacht gaat daar uit naar verandering volgens geprotocolleerde behandelvormen. De expertise met suïcidale patiënten is hier navenant gering. Andere instellingen, met name zorgprogramma’s voor patiënten met langdurige, complexe problematiek, kennen soms overwegend suïcidale patiënten. Het betreft mensen met ernstige, chronische psychiatrische stoornissen, voor wie behandeling weinig verbetering heeft kunnen brengen. In beide behandelprogramma’s brengen suïcides emotionele schokeffecten teweeg bij dierbaren en bij betrokken hulpverleners, ook al zijn ze nog zo ervaren. In de zorg voor ernstig zieke mensen leeft het besef dat patiënten dood kunnen gaan aan hun ziekten. Een suïcide is dan ook geen teken van slechte hulpverlening tot het tegendeel is bewezen. Ook bij adequate behandeling suïcideren sommigen van deze patiënten zich. En toch is elke suïcide er een te veel: in Nederland gaat het om ongeveer 1500 suïcides op jaarbasis. De overheid heeft zich vanaf 2008 ten doel gesteld het aantal suïcides met jaarlijks 5% terug te dringen. Wij ondersteunen dat beleid ten volle en hopen dat dit boek daaraan een bijdrage mag leveren. Het is een praktijkboek: niet de theorie, maar wat te doen staat centraal. Natuurlijk zijn er hoofdstukken over definities, verklaringen van suïcidaal gedrag, en beschrijvingen van het suïcidale proces. Maar de bijdragen bestrijken vooral de brede praktijk van de suïcidepreventie. Ze variëren van de onderkenning van suïcidale jongeren op school, de presentatie van suïcidaliteit bij allochtone jongeren, tot de behandeling van de chronisch suïcidale patiënt. Er worden preventief georiënteerde programma’s beschreven, handvatten geboden voor de Spoedeisende Hulp en crisisinterventie, maar ook de hulp aan nabestaanden van een suïcide komt aan bod. Er zijn hoofdstukken over specifieke psychopathologische groepen, verslaafden, mensen met een persoonlijkheidsstoornis en er is een hoofdstuk over de complexe besluitvorming bij suïcidale ouderen. Maar ook praktische methoden komen aan bod, van cognitief-gedragstherapeutische interventies en interventies vanuit de
XII
Suïcidepreventie in de praktijk
dialectische gedragstherapie, tot de aanpak van dwangmatig piekeren over zelfdoding. Alle hoofdstukken benadrukken wat je moet doen, als verpleegkundige, arts, psychiater, GZ-psycholoog, klinisch psycholoog: welke vragen stel je, hoe stel je ze, en wanneer, aan wie stel je de vragen, hoe zorg je voor continuïteit, waar moet je op letten. Er zijn veel gevalsbeschrijvingen, lijstjes met tips, invullijsten, et cetera. De belangrijkste boodschap van het boek is dat suïcidaal gedrag niet alleen gezien moet worden als een symptoom van een stoornis, dat zal verdwijnen wanneer de stoornis opklaart. Suïcidaliteit verdient dat het centraal gesteld wordt in de behandeling. En het verdient ook aandacht in de periode na de behandeling, als een gedragsmogelijkheid die soms de neiging heeft terug te keren bij een volgende tegenslag. Suïcide heeft alles te maken met wanhoop. Dit boek helpt u deze wanhoop bespreekbaar te maken. En er te zijn als de patiënt u nodig heeft, met begrip en met de deskundigheid om realistische perspectieven te bieden. We hebben getracht het boek zo leesbaar mogelijk te schrijven. Dat betekent dat we spaarzaam zijn geweest met literatuurverwijzingen in de tekst. De literatuur staat achter in het boek per hoofdstuk geordend. Omwille van de leesbaarheid is hij/hem gebruikt, waar ook zij/haar kan worden gelezen. Alleen waar dat uitdrukkelijk van toepassing is wordt zij/haar gebruikt. Het is geen wetenschappelijk standaardwerk geworden, maar een boek waarvan we hopen dat het toegankelijk en bruikbaar is voor hulpverleners in de GGZ. We denken dat het zijn waarde kan hebben in opleiding en nascholing, in cursussen en trainingen, en als naslagwerk voor hulpverleners. Ad Kerkhof, Bert van Luyn februari, 2010