strijdigeregels in de praktijk Eindrapport
Werkgroep Strijdige Regels Horeca ’s-Hertogenbosch
���������� ��� ����������� �����
���������� ��� ����������� �����
��������������� �� �� ��������
Eindrapport
Werkgroep Strijdige Regels Horeca ’s-Hertogenbosch
December 2004
Uitgegeven door het Ministerie van Economische Zaken
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Doel
7
2.1 Landelijk kader
7
2.2 Lokaal project
7
Aanpak en werkwijze
9
3.1 Projectplan
9
3.2 Betrokken partijen
9
3.3 Werkwijze
9
3
4
5
6
Knelpunten
11
4.1 Analyse op hoofdlijnen
11
4.2 Analyse van de belangrijkste (inhoudelijke) knelpunten
11
Aanbevelingen
15
5.1 De belangrijkste specifieke aanbevelingen
15
5.2 Aanbevelingen voor structurele oplossingen
18
5.3 Aanbevelingen die raken aan beleid/wetgeving
22
Communicatie en follow-up
23
6.1 Communicatie over de resultaten 23 6.2 Algemene aanbevelingen voor vervolg
23
Bijlagen I
Specifieke aanbevelingen - Den Bosch
25
II
overzicht oplossingen deuren
53
Strijdigeregels in de praktijk
3
4
1
Inleiding
Medio 2003 is op initiatief van Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken op Internet het Meldpunt Strijdige Regels geopend. Doel was zicht te krijgen op de problemen van ondernemers met regelgeving. In vier maanden tijd zijn ca. 800 klachten binnen gekomen. Uit de rapportage van het Meldpunt Strijdige Regels1 blijkt dat ondernemers veel last hebben van strijdige, onduidelijke, onlogische of overbodige regels en dat het tijd is om die aan te pakken. Een aanzienlijk deel van de meldingen had betrekking op de horeca. Om de knelpunten te analyseren en oplossingen daarvoor aan te dragen is in maart 2004 in de gemeente ’s-Hertogenbosch2 één van de drie (sectorgerichte) werkgroepen voor de Horeca van start gegaan. Dit eindrapport beschrijft de aanpak en resultaten van de werkgroep ’s-Hertogenbosch.
1 zie www.strijdigeregels.nl en de rapportage Resultaten Meldpunt Strijdige Regels (november 2003) 2 In de gemeente ’s-Hertogenbosch fungeren twee afdelingen van de brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland: ‘s-Hertogenbosch en Rosmalen
Strijdigeregels in de praktijk
5
6
2
2.1
Doel
Landelijk kader
Het project Strijdige Regels maakt deel uit van de plannen van het kabinet om te komen tot vermindering van administratieve lasten. Aanpak van het aantal regels en opheffen van strijdige regels kunnen een bijdrage leveren aan een concurrerend ondernemersklimaat en zo bijdragen aan economische groei. De Staatssecretaris van Economische Zaken heeft, op verzoek van de Tweede Kamer, toegezegd dat resultaten van het onderzoek naar de strijdige regels en oplossingsvoorstellen eind 2004 bekend zullen zijn.3 Veel regels zijn vastgelegd in landelijke wet- en regelgeving. Daarom heeft het Ministerie van Economische Zaken met de zes meest betrokken ministeries (beleidsdirecties en inspectiediensten) en werkgeversorganisaties (MKB-Nederland en VNO-NCW) een convenant gesloten4. Het convenantoverleg speelt ook een rol om de aanbevelingen (slimme praktijkoplossingen) onder de aandacht van andere organisaties te brengen en breed te verspreiden. 2.2 Lokaal project
Ondernemers worden naast landelijke wetgeving ook geconfronteerd met regelgeving op lokaal (gemeentelijk) niveau. Bovendien is de uitvoering en de handhaving van landelijke wetgeving in handen van gemeenten en landelijke inspectiediensten zoals de VROM-inspectie, Arbeidsinspectie en de Voedsel- en Waren Autoriteit die regionaal zijn georganiseerd. Daarom de keuze om in een aantal sectorgerichte werkgroepen op lokaal niveau, samen met ondernemers, onderzoek te doen teneinde verbeteringen te realiseren. ‘s-Hertogenbosch is één van de drie gemeenten waar samen met het Ministerie van EZ een werkgroep voor de sector horeca is gestart. De gemeente heeft zich aangemeld om via deze nieuwe aanpak te komen tot mogelijk betere dienstverlening aan (horeca)ondernemers. De horeca neemt in ’s-Hertogenbosch een belangrijke plaats in.
3 toezegging tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 8 juni 2004 4 convenant van 22 januari 2004
Strijdigeregels in de praktijk
7
8
3
Aanpak en werkwijze
3.1. Projectplan
De werkgroep Horeca ’s-Hertogenbosch is maart 2004 gestart met het project. In het plan van aanpak5 staan de doelstellingen, werkwijze en de resultaten die het project moet opleveren. De nadruk ligt op het ontwikkelen van structurele oplossingen voor de knelpunten. Dat scala kan zich uitstrekken tot verbetering van procedures tot aanpassing van (samenwerking) structuren. De bedoeling is dat slimme praktijkoplossingen worden ontwikkeld die als voorbeeld kunnen dienen voor andere sectoren en regio’s. Indien de oplossing van de knelpunten niet op regionaal niveau kan worden gevonden of slechts door aanpassing van de wetgeving dan zal de werkgroep aanbevelingen doen om dit via het convenantoverleg te realiseren. 3.2
Betrokken partijen
De werkgroep is samengesteld uit ondernemers + brancheorganisatie en vertegenwoordigers van organisaties die direct betrokken zijn bij vergunningverlening en handhaving met betrekking tot de horeca. Deelnemers zijn: •
Arbeidsinspectie (AI)
•
Voedsel- en Warenautoriteit/Keuringsdienst van Waren (VWA/KvW) regio Zuid
•
Afdelingen Milieu, Bouwen, Openbare ruimte & Verkeer, Brandweer, afdeling preventie en Economische Zaken van de gemeente ‘s-Hertogenbosch
•
Politie Brabant Noord, district ‘s-Hertogenbosch
•
Vertegenwoordigers van Koninklijk Horeca Nederland (regioconsulent en bestuurders van Den Bosch en Rosmalen) en enkele ondernemers
•
Vertegenwoordiger namens de brouwerijen
•
VROM-Inspectie
•
Ministerie van Economische Zaken
De gemeente ’s-Hertogenbosch is voorzitter van de werkgroep. Het Ministerie van Economische Zaken treedt op als secretaris/procesbegeleider. 3.3 Werkwijze
In het proces zijn de volgende stappen doorlopen: •
In fase 1 zijn de knelpunten geïnventariseerd. Dat heeft geleid tot een groslijst van meldingen uit het landelijke meldpunt, aangevuld met knelpunten van de inspectiediensten en de gemeente, en knelpunten van ondernemers in ’s-Hertogenbosch.
5 Plan van aanpak Strijdige regels Horeca ‘s-Hertogenbosch (versie 1.0 11 mei 2004)
Strijdigeregels in de praktijk
9
•
In de tweede fase heeft de werkgroep een selectie van de knelpunten gemaakt. Dat heeft ongeveer 50 knelpunten opgeleverd. De werkgroep heeft daarbij alle meldingen uit het meldpunt onderzocht en daarvan alle relevante (betrekking hebbende op strijdige regels) knelpunten aangepakt.
•
De werkgroep heeft de geselecteerde knelpunten vervolgens gecategoriseerd naar dienst en thema om helder zichtbaar te krijgen op welk terrein de problemen spelen en wie betrokken zijn (zie 4.2).
•
Tot slot zijn per knelpunt oplossingen aangedragen (zie 5.1 en 5.2) en zijn concrete aanbevelingen gedaan voor structurele oplossingen (zie paragraaf 5.3).
Gedurende het hele proces is er via EZ overleg met de andere werkgroepen geweest. De deelnemers van de inspectiediensten en de vertegenwoordiger van Koninklijke Horeca Nederland hebben voortdurend contact gehad met collega’s die in de andere werkgroepen participeren en droegen zelf zorg voor verdere afstemming en terugkoppeling binnen hun eigen organisatie. Doordat ervaringen van de werkgroepleden direct vanuit de praktijk in de werkgroep werden ingebracht ontstond snel een helder en realistisch beeld van de situatie, en konden meldingen en oplossingen snel worden getoetst.
10
4
4.1
Knelpunten
Analyse op hoofdlijnen
Op basis van de knelpunten trekt de werkgroep de volgende algemene conclusies: 1. Strijdigheid van wetten of regels komt zelden voor. Veel vaker gaat het om verschil in interpretatie bij de uitvoering van de regels. 2. Het beeld van veronderstelde strijdigheid ontstaat vaak door interpretatieruimte van handhavingsinstanties bij de toepassing en uitvoering van regels, waardoor er in concrete situaties in het land verschil kan optreden. Dit schept mogelijk een beeld van willekeur. 3. De communicatie van overheidsinstanties is vaak niet voldoende helder, en is in veel gevallen onvoldoende op elkaar afgestemd 4. Het blijkt dat sommige ondernemers in deze branche (investerings-) beslissingen nemen zonder zich tevoren goed over de alle relevante onderdelen te laten informeren. Het gevolg daarvan kan zijn: onnodige kosten, en dat veroorzaakt irritatie en een negatief beeld van ondernemers over de overheid, ook al heeft die overheid daar part noch deel aan. 5. Ondernemers zien een bepaalde situatie vaak als knelpunt als het eigen belang wordt geschaad/bedreigd. De afweging die noodzakelijk is tussen het algemene belang en het individuele belang van de ondernemer wordt daarbij uit het oog verloren. 6. De hoeveelheid inspectiemomenten van de verschillende instanties (over hetzelfde onderwerp) leidt tot ergernis bij de ondernemers. Het ontbreken van een geregelde communicatie tussen de verschillende betrokken handhavingdiensten versterkt dat nog eens. 7. De werkgroep concludeert tot slot dat een té grote hoeveelheid regelgeving en voorschriften op horecaondernemers van toepassing is. De onheldere uitleg, verschillende toepassingen en overmaat aan administratieve voorschriften hebben negatieve invloed op de bereidheid tot naleving. 4.2
Analyse van de belangrijkste (inhoudelijke) knelpunten
Na de selectie van relevante meldingen - die plaats vond op basis van kwalitatieve criteria als mate van ergernis en herkenning bij ondernemers en inspectiediensten - heeft de werkgroep de knelpunten onderverdeel naar een aantal hoofdthema’s. Hierdoor werd de relatie tussen de verschillende knelpunten helder, en werd direct zichtbaar welke instanties betrokken waren. 1. Brandveiligheid 2. Bouwen 3. Voedselveiligheid 4. Arbeidsomstandigheden 5. Drank & Horecawet 6. Milieu en geluid 7. Communicatie
Strijdigeregels in de praktijk
11
De Bossche werkgroep heeft – naast bovenstaande algemene conclusies die gelden voor de hele sector – ook een aantal specifieke bevindingen gedaan. Het gaat om bevindingen die specifiek gelden voor een van bovenstaande thema’s of een combinatie daarvan als bijvoorbeeld brandveiligheid en de problematiek rond monumenten. Hieronder een analyse van de belangrijkste inhoudelijke bevindingen: 1. Brandveiligheid
Analyse De voor een brandveilige onderneming vereiste gebruiksvergunning levert in de praktijk de nodige problemen op voor ondernemers en gemeenten. Het gaat om een tweetal zaken: Ten eerste is door de verscherping van de brandveiligheidsvoorschriften (vooral na Volendam) voor veel ondernemers onduidelijk geworden wat nu exact die eisen zijn. Veel voorschriften zijn zeer gedetailleerd en daardoor ondoorzichtig en gecompliceerd, dus praktisch onwerkbaar. Ten tweede moet de ondernemer voor het brandveilig maken van een horecapand vaak voorzieningen treffen die niet zijn afgestemd op de eisen van andere inspectiediensten. Ook bestaan er verschillen tussen de gemeenten in (de uitgiften) en eisen ten aanzien van de gebruiksvergunning Voorbeeld • Ad 1: de eisen rond het aantal toelaatbare personen uit de MG circulaire • Ad 2: nooddeuren en brandwerende plafonds op plaatsen die commissie welstand verbiedt • Ad 3: het aantal in de inrichting toegestane personen 2. Bouwkundige voorzieningen
Analyse De horecasector heeft te maken met een groot aantal wetten. Het voldoen aan veel van die normen vereist vaak fysieke aanpassingen in de inrichting. Voorbeelden daarvan zijn: geluidwerende voorzieningen, brandveiligheidsvoorzieningen (brandtrappen, brandwerende deuren), afzuiginstallaties ter voorkoming van geurhinder, vetopvang, breedte van deuren, draairichting van deuren, geluidsluizen etc. Het realiseren van dergelijke voorzieningen is vaak een bouwvergunningsplichtige activiteit. In dat proces adviseren onafhankelijke commissies ten aanzien van welstand en monumentenaspecten. Voorbeelden • In verband met het getalscriterium met betrekking tot het aantal toelaatbare personen in een horeca-inrichting dient de vluchtdeur van een bepaalde breedte te zijn. De daardoor vereiste ingreep kan niet worden uitgevoerd omdat het advies van monumenten (cie. welstand) aangeeft dat de vergroting van de deurbreedte afbreuk doet aan de monumentwaardigheid van het betreffende pand of zich niet verhoudt tot het geheel. • Ook moeten soms voorzieningen worden getroffen zonder dat een bouwkundige ingreep noodzakelijk is. Voorbeeld daarvan is dat een horecaondernemer ter voorkoming van geurhinder de keuze heeft tussen een ontgeuringinstallatie (koolstoffilter) en een afvoerpijp. In het laatste geval komt het voor dat een welstandsadvies een dergelijke pijp niet toestaat. Dit behoeft niet tot problemen te leiden want de ondernemer kan toch aan de eisen voldoen door het laten plaatsen van een ontgeuringsinstallatie. Uit financiële motieven wordt daar vaak niet voor gekozen. Het niet kunnen voldoen is dan geen kwestie meer van niet kunnen, maar van de keuze van de ondernemer.
12
3. Procedure Drank & Horecawet vergunning
Analyse Een van de meest gemelde knelpunten betreft de procedure rond de Drank & Horecawet vergunning. De D&H wet vereist dat er altijd een leidinggevende in de ondernemer aanwezig is. De Keuringsdienst van Waren controleert dat. Een leidinggevende is iemand die in het bezit is van de nodige papieren als een diploma Sociale Hygiëne en niet een willekeurige invalkracht. Deze persoon dient op de vergunning bijgeschreven te zijn. Tot zover geen problemen. Echter als de ondernemer een nieuwe leidinggevende in dienst krijgt – en dat gebeurt nogal vaak door groot verloop in horeca – moet de ondernemer een heel nieuwe vergunning aanvragen. Dit is ten eerste omslachtig, want duurt vaak lang en ten tweede duur. In de meeste gemeente bedraagt de leges voor een nieuwe D&H vergunning enkele honderden euro’s. Dit knelpunt is geen tegenstrijdigheid zoals vermeld in de definitie. Omdat het knelpunt echter zo vaak werd gemeld als strijdig, heeft de werkgroep gemeend er toch een oplossing voor te willen zoeken. 4. Hygiënecode (HACCP)
Analyse De op de Warenwet gebaseerde Hygiënecode (HACCP) van het Bedrijfschap Horeca stelt eisen die in praktijk onwerkbaar zijn. Deze hygiënecode blijkt in de praktijk zelfs vaak verder te gaan dan de eisen van de wet waarop zij gebaseerd is, de Warenwet. Zelfregulering heeft hier een verkeerde uitwerking gehad, in plaats van verplichting voor de ondernemers heeft het extra lasten veroorzaakt. Vooral voor kleinere ondernemers zijn de administratieve lasten voortvloeiend uit de code erg groot. Ook blijkt dat ondernemers die de omvangrijke code niet goed kennen eisen daaruit verkeerd interpreteren (zie ook algemene bevindingen). Vaak zijn eisen voor meerdere interpretaties vatbaar. De Hygiënecode is dit jaar vernieuwd (sinds juli 2004) en weliswaar ’verlicht’ maar gaat in bepaalde gevallen nog steeds verder dan Warenwet (bijv. op gebied van vuilnis). Voorbeelden Belangrijkste voorbeelden zijn het verhit- en koelproces en het meten van de temperatuur van binnenkomende producten. De eerste procedure is omslachtig, de tweede onduidelijk: ondernemers menen dat ze de verpakking moeten verbreken om kerntemperatuur te meten, wat niet strookt met regels van FIFO. (zie verder Bijlage I, aanbeveling B9 en B10). Het probleem van de vetput geeft aan waar HAACCP verder gaat dan wet. 5. Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)
Analyse Ook de op de Arbeidsomstandighedenwet gebaseerde Risico-inventarisatie & Evaluatie (RI&E) en veel Arbo regels zijn omslachtig en in praktijk - zeker voor kleinere ondernemers - onwerkbaar. De administratieve lasten zijn, vooral voor kleine ondernemers, relatief erg groot, en het komt vaak voor dat ondernemers het nut of het doel van veel regels niet inzien, met gevolgen voor de handhaafbaarheid. Voorbeelden • werkkrukken voor koks
Strijdigeregels in de praktijk
13
6. Milieu en geluid
Analyse Dit is een van de grootste problemen in de praktijk. De gestelde normen zijn op zich helder. Het betreft vaak de geluidsnormen voor binnen in de inrichting. De maatregelen die moeten worden getroffen om aan de geluidseisen te kunnen voldoen zijn soms zeer vergaand. Vooral in de binnenstad van ’s-Hertogenbosch met veel historische en monumentale panden. In deze gevallen kan het gebouw de gewenste functie vaak niet of nauwelijks aan. Uitvoeringsinstanties geven dan niet altijd integrale aanwijzingen waardoor de ondernemer in het ongewisse blijft. De spontane bereidheid bij ondernemers tot naleving van de voorschriften is nogal eens afwezig Voorbeelden • De ondernemers moet maatregelen treffen om te voorkomen dat geluid buiten de inrichting hoorbaar is. De afdeling Milieu adviseert de aanleg van een geluidssluis terwijl de brandweer – vanwege vluchtweg problemen – dit liever niet heeft. • De door de gemeente gehanteerde meetmethode voor het geluidsvolume wordt vaak betwist. • De ondernemers zoeken vaak naar wegen om de door gemeente aangebrachte geluidsbegrenzers te omzeilen. 7. Communicatie over eisen Keuringsdienst van Waren en Arbeidsinspectie
Analyse Veelal gebeurt het dat ondernemers ervaren dat de eisen die de Keuringsdienst stelt niet stroken (strijdig in de praktijk) met eisen van de Arbeidsinspectie. Of dat ondernemers de eisen van één inspecteur strijdig ervaren. Dat blijkt in de meeste gevallen niet zo te zijn maar een gevolg te zijn van hetzij gebrekkige communicatie van de verschillende diensten, hetzij verkeerde interpretatie door de ondernemer. Ook komt het voor dat de ene inspecteur iets toestaat wat zijn opvolger weer niet toelaatbaar acht. Voorbeelden • Vloeren: het beroemde voorbeeld van de stroeve vloer vanwege veiligheid van personeel versus de gladde vloer omwillen van de hygiëne (zie bijlage I, melding B5) • Snijplanken (ook een klassieker): de houten snijplank zou volgens de keuringsdienst niet toegestaan zijn. Dat blijkt een misvatting (zie bijlage I, melding B8)
14
5
Aanbevelingen
De analyse van de knelpunten heeft geleid tot verschillende soorten aanbevelingen. Als eerste doen we aanbevelingen voor de in paragraaf 4.2 beschreven inhoudelijke knelpunten. Het zijn concrete aanbevelingen die voor die specifieke knelpunten gelden en direct landelijk toepasbaar zijn. In paragraaf 5.2 volgen de aanbevelingen van structurele aard. Deze structurele aanbevelingen zijn geformuleerd voor meerdere categorieën knelpunten die vooral samenhangen met afstemming, interpretatie en communicatie. Grotere aandacht voor die aspecten leidt naar verwachting tot het wegnemen van onnodige belemmeringen. De implementatie van deze oplossingen vereist veranderingen in cultuur en structuur binnen en tussen gemeentelijke diensten en (regionale) inspectiediensten. Dit strekt zich ook uit tot de bestuurslaag ven deze diensten. Een dergelijke verandering werpt alleen zijn vruchten af indien ook ondernemers het voldoen aan voorschriften onderdeel maken van een adequate bedrijfsvoering. In Bijlage II vindt u het volledige overzicht van alle door de werkgroep behandelde specifieke knelpunten verder uitgewerkt. Het blijkt dat veel van deze knelpunten niet alleen een echte specifieke (inhoudelijke) oplossing kennen, maar ook een structurele component, om in de toekomst te voorkomen dat het knelpunt weer voorkomt. In veel gevallen verwijzen deze aanbevelingen dan ook naar de aanbevelingen van structurele aard uit paragraaf 5.2. Paragraaf 5.3 tenslotte beschrijft kort de aanbevelingen die raken aan wet- of regelgeving. 5.1
De belangrijkste specifieke aanbevelingen
1. Brandveiligheid
Aanbeveling a. Vereenvoudiging van MG circulaire en Bouwbesluit. b. Stroomlijning Bouwverordening (VNG-model): kan nu door gemeenten verschillend worden uitgelegd. Ook aanvraagprocedures zijn per gemeente verschillend. Het valt niet te accepteren dat twee gemeenten voor dezelfde situatie verschillende niveaus aan brandveiligheidseisen kennen. De werkgroep pleit voor uniformiteit in het hele land. c. Oproep aan VROM om instrumenten voor gemeenten te verbeteren. Om gemeenten meer hulp te bieden om goede instrumenten te ontwikkelen in plaats van slechts van zich te laten horen als er sprake is van falend optreden. d. VROM-inspectie doet op haar beurt wederom een oproep aan gemeenten om haast te maken met de uitgifte van gebruiksvergunningen. En bovendien de VNG een meer stimulerende rol laten spelen. Actie EZ doet voorstel in Convenantoverleg voor vereenvoudiging van de regelgeving gebaseerd op het Bouwbesluit en vooral de MG circulaire. Realisatie Oproepen in Convenantoverleg 30 september 2004 , realisatie 2005.
Strijdigeregels in de praktijk
15
2. Bouwkundige voorzieningen
Aanbeveling a. In de communicatie naar de horeca-ondernemer adviseert de gemeente - alvorens tot realisering over te gaan overleg te voeren over de te realiseren voorzieningen. Hier ligt een belangrijke en expliciete rol voor de gemeente: zij bepaalt wie met wie praat en op welk moment. b. In de welstandsnota’s die per 1 juli 2004 gereed moesten zijn een bepaling opnemen dat het college van B en W de bevoegdheid krijgen om in zeer bijzondere gevallen ( economische, sociaal, maatschappelijk) af te wijken van de welstands- en monumentenadviezen. De Woningwet bevat een dergelijke mogelijkheid al. Actie • Gemeente zorgt voor integrale afweging in voortraject door structurele aanpassingen (zie paragraaf 5.2). Realisatie • Onderdeel b is door gemeente gerealiseerd. 3. Procedure Drank & Horecawet vergunning
Aanbeveling De Drank- en Horecawet en de uitvoeringsmaatregelen moeten worden vereenvoudigd: wetgever: a. moet de mogelijkheid bieden voor de invoering van een persoonsgebonden horecapaspoort; b. moet de wijziging van leidinggevende in een horeca-inrichting vereenvoudigen door middel van een schriftelijke melding in plaats van een volledige vergunningprocedure; Gemeente ’s-Hertogenbosch: c. gaat een experiment aan door de wijziging van leidinggevende te verwerken door een aanhangsel te maken op de vergunning in plaats van een volledige vergunningprocedure; d. doet in overleg met de horeca een onderzoek naar de mogelijkheid om alle met de horeca samenhangende vergunningprocedures (DHW, terrasvergunning, speelautomatenvergunning, exploitatievergunning) te stroomlijnen tot 1 aanvraag; e. de gemeente ‘s-Hertogenbosch streeft er naar om voor de horeca een loket(accountmanager) te realiseren. De horeca-ondernemer heeft dan maar met 1 persoon te maken. Deze heeft tot taak de procedures intern op elkaar af te stemmen en de signalen van uit het “veld” binnen de organisatie te communiceren. Nader onderzoek is nodig om te komen tot een inhoudelijke beschrijving van het profiel. Actie • VWS wordt via convenantoverleg gevraagd de regels in de wet te vereenvoudigen en daarbij een standpunt in te nemen over het horecapaspoort. • De gemeente ‘s-Hertogenbosch neemt vooruitlopend op de nieuwe wet het initiatief om de administratieve lasten te verminderen, door bijschrijvingen op de drank- en horecavergunning via een aanhangsel te regelen. (Operatie Stofkam). Realisatie • Vanaf voorjaar 2005 start met experiment
16
4. Verlichting Hygiënecode (HACCP)
Aanbeveling a. Nog verdere verlichting van HACCP voor in elk geval de kleinere ondernemingen en ook beperking tot minimum wettelijke eisen voor alle ondernemingen (nu gaat in elk geval de hygiënecode verder dan de Warenwet!) b. Verbetering communicatie (zie structurele oplossingen). Gebleken is dat in veel gevallen ondernemers denken aan bepaalde eisen op gebied van voedselveiligheid te moeten voldoen maar dat die eisen in praktijk niet gesteld worden. Dat komt door niet heldere communicatie van inspectiediensten en ook door verkeerd interpreteren door ondernemer van de eisen. Verkeerde interpretaties worden - zoals in paragraaf 4.1 vermeld - in de hand gewerkt door de complexiteit van die eisen. Actie • Bespreking in Convenantoverleg. • Analyse door VWA/KvW en KHN en Bedrijfschap Horeca van HACCP in het licht van de Warenwet. Realisatie • Convenantoverleg 30 september 2004 • Voor 1 december 2004 5. Vereenvoudiging RI&E
Aanbeveling • Verlichting van de RI&E voor in elk geval de kleinere ondernemingen en ook beperking tot minimum wettelijke eisen voor alle ondernemingen. Dat kan ook door vermindering van de frequentie van bepaalde verplichtingen. • Meer maatwerk voor Arbo: voornamelijk in handhaving controleren van die regels die voor de horeca relevant zijn. • Verbetering communicatie (zie structurele oplossingen). Gebleken is dat in veel gevallen ondernemers denken dat ze aan bepaalde eisen op gebied van voedselveiligheid en arbeidsomstandigheden moeten voldoen maar dat die eisen in praktijk niet gesteld worden. Dat komt of door niet heldere communicatie van inspectiediensten of door verkeerd interpreteren door ondernemer van eisen (zie analyse op hoofdlijnen conclusie 3 en 4). Actie • Verdere doorlichting RI&E door AI en KHN + bedrijfschap Horeca. • Bespreking in Convenantoverleg (30 september). Realisatie • Doorlichting voor 1 december 2004.
Strijdigeregels in de praktijk
17
6. Milieu
Aanbeveling • De gemeente en de Koninklijke Horeca afdeling ‘s -Hertogenbosch benadrukken in hun voorlichtingsactiviteiten het feit dat niet elk pand voor elk type horecabedrijf geschikt is, dan wel alleen geschikt kan worden gemaakt met grote financiële inspanningen om te kunnen voldoen aan de geluidnormen. • De gemeente en Horeca Nederland afdeling ’s-Hertogenbosch onderzoeken op welke wijze de steeds terugkerende discussie over de meetmethoden geluid kan worden voorkomen. Deze discussie kan plaats vinden binnen het overleg van de concept-nota Muziekgeluid. Actie • De voorlichting over de horeca zal in het digitale bedrijvenloket worden opgenomen. De gemeente neemt het initiatief. • De discussie over de conceptnota Muziekgeluid zal weer worden heropend. Deze nota bevat een aantal verschillen van opvatting tussen de gemeente en de horeca over muziekgeluid in horeca-inrichtingen en in de openbare ruimte. De gemeente zal de georganiseerde horeca voor die discussie uitnodigen. Realisatie • Voorlichting: realisatie 1e kwartaal 2005. • De verwachting is dat eerste gesprekken in januari 2005 zullen plaats vinden. In het eerste halfjaar 2005 moeten resultaten bekend zijn. 7. Communicatie over eisen Keuringsdienst van Waren en Arbeidsinspectie
Aanbeveling • Verbetering van informatie van beide inspecties door middel van betere afstemming. Hiervoor zou onderzocht moeten worden wat de beste hulpmiddelen zijn, maar gedacht kan worden aan een helpdesk via Internet. • Mailbox: een mogelijkheid voor ondernemers om vragen te stellen aan een panel van experts, dat hierover vervolgens integrale aanwijzingen geeft (géén advies). • Zie verder ook structurele oplossingen in volgende paragraaf (horecawijzer). Actie • Bespreken van beide voorstellen in Convenantoverleg van 30-9. Realisatie • 2005
5.2
Aanbevelingen voor structurele oplossingen
De werkgroep onderscheid uit het voorgaande twee rode draden die dwars door de knelpunten heenlopen. Dat geldt ook voor de knelpunten die niet uitgebreid in de werkgroep zijn doorgesproken: •
Ten eerste is er gebrek aan coördinatie bij de vergunningverlening in het voortraject.
•
Ten tweede is de informatievoorziening aan en door de ondernemer in het voortraject gebrekkig. Vaak weet een ondernemer pas nadat hij investering heeft gedaan - in bijvoorbeeld een nieuwe vloer of afzuiginstallatie - dat de maatregelen niet voldoen aan eisen van respectievelijk de Keuringsdienst of de gemeentelijke milieu-inspectie. Hier ligt uiteraard ook een verantwoordelijkheid bij de ondernemer zelf.
18
Onderstaande aanbevelingen die stapsgewijs door de gemeente - en waar relevant door landelijke inspectiediensten zullen worden ingevoerd, maken volgens de werkgroep aan het merendeel van deze problematiek een einde. Uiteraard zullen er altijd knelpunten blijven bestaan. Maar deze oplossingen zijn praktisch, klantgericht en laten ruimte voor maatwerk. Ze zullen de gevoelde strijdigheid van regels voor een groot deel wegnemen. Het ondernemersklimaat zal hierdoor voor ondernemers in ‘s-Hertogenbosch structureel verbeteren. Misschien ten overvloede wijzen wij erop dat de structurele aanbevelingen zeker ook een positieve uitwerking zullen hebben op andere sectoren dan de horeca. 5.2.1
Driemaandelijks Horeca overleg
De gemeente neemt het initiatief om de nu bestaande werkgroep Strijdige Regels te continueren. Deze komt om de drie maanden bijeen. Hoofddoelstelling van de werkgroep is het entameren van de met dit rapport afgesproken acties en het volgen van de vorderingen van die acties. Voorts zal de werkgroep onderzoek doen naar de mogelijkheden om diverse jaarprogramma’s en de communicatie van de verschillende diensten op elkaar af te stemmen. Daarin zouden keuzen kunnen worden gemaakt over wie op welk aspect controleert (met behoud van de eigen verantwoordelijkheid). De inspectiediensten zullen de gemeente voorzien van aandachtspuntenlijsten. Hierop geven ze aan welke aspecten op hun gebied van belang zijn bij bijvoorbeeld nieuwe bouw- of gebruiksvergunningen. Deze checklists worden door gemeente onder andere gebruikt bij de vergunningverlening (zie paragraaf 5.2.2). Actie
Realisatie 5.2.2
a. Gemeente en inspectiediensten werken nadere invulling van het overleg uit en plannen eerste bijeenkomst. b. Gemeente onderzoekt mogelijkheid om jaarprogramma’s handhavingdiensten beter af te stemmen. c. Inspectiediensten maken aandachtspuntenlijst. 2e helft 2005
Betere afstemming bij vergunningverlening
De besluitvorming bij de gemeentelijke vergunningen gaat uit van samenhang en samenwerking tussen de verschillende diensten. Belangrijk is dat bij de afstemming van de verschillende aspecten de inzichten van alle betrokkenen worden gewogen. De gemeente ‘s-Hertogenbosch kent een overleg waarin alle disciplines zijn vertegenwoordigd. Toch is er nog verbetering mogelijk door het tijdstip van uitwisseling van de opvattingen veel vroeger in het proces te positioneren. Op basis daarvan krijgt de ondernemer een duidelijke mening van de gemeente. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de hierna te beschrijven accountmanager. Actie Realisatie
Treffen van maatregelen om afstemming zo vroeg mogelijk in het besluitvormingsproces te realiseren. Per direct.
Strijdigeregels in de praktijk
19
5.2.3
Eén gemeentelijke Horecavergunning
Gemeente ’s-Hertogenbosch wil uiteindelijk toe naar één Horecavergunning. Dat is een vergunning voor een onderneming en diens ondernemer waarin alle gemeentelijke vergunningen die de horeca aangaan verenigd zijn. De gemeente s-Hertogenbosch wil o.a. terrasvergunning, speelautomaten, exploitatievergunning en verruiming openingstijden samenvoegen in een procedure. Momenteel ligt er een advies van het kabinet6 om deze samenvoeging mogelijk te maken in de Drank en Horeca wet. De Burgemeester is belast met de uitvoering van de nieuwe vergunning. Actie
Realisatie
5.2.4
a. Koninklijke Horeca Nederland informeert EZ of er bezwaren zijn tegen een dergelijke vergunning. Gemeente: onderzoeken hoe één vergunning tot stand te brengen. b. Ministerie van VWS: wijziging D&H Wet. Ad a: vóór 1 November 2004. Ad b: planning voorjaar 2005.
Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager (AM)
De gemeente ondersteunt in principe een dergelijke functie. De accountmanager krijgt de volgende taken/verantwoordelijkheden: •
Binnen de gemeentelijke organisatie verzorgen van coördinatie tussen de verschillende dienstonderdelen (bijdrage aan integrale aanpak).
•
De accountmanager is daarnaast aanspreekpunt voor ondernemers. Hij wijst de startende ondernemer via een intakegesprek op alle wet- en regelgeving waar hij mee te maken krijgt, en welke instanties daarvoor verantwoordelijk zijn. Vanuit de branche speelt de accountmanager informatie (lokaal en landelijk) door naar betrokken dienstonderdelen. Denk aan nieuwe wet- of regelgeving in de branche of grote toekomstige projecten. Hij levert daarmee een bijdrage aan een betere voorbereiding van de ondernemer en ontlasting van de diensten door drempelfunctie.
De verantwoordelijkheid voor de verschillende achterliggende processen (bv. vergunningverlening) wordt met de komst van de accountmanager niet gewijzigd. Actie
Realisatie
a. Gemeente onderzoekt in overleg met KHN de mogelijkheden de benoeming van een accountmanager horeca. Tot het moment van formele benoeming stelt gemeente als voorlopige voorziening een aanspreekpunt voor de horeca aan. Definitieve aanstelling is afhankelijk van financiële middelen. b. In samenwerking met EZ en enkele experts werkt gemeente taken en positie van accountmanager verder uit. Ad a: voorjaar 2005 Ad b: begin 2005
6 MDW advies Openbare Inrichtingen, 23-10-2001
20
5.2.5
Uitbrengen van een Horeca wegwijzer
De gemeente ‘s-Hertogenbosch brengt op Internet een horecawijzer uit. De horecawijzer geeft informatie over alle gemeentelijke regelingen die op horecaondernemers van toepassing zijn, zoals welke wettelijke grondslag een regel heeft, inhoud van de regels en de aanvraagprocedure (waar, hoe, kosten, termijnen). De gemeente draagt er tevens zorg voor dat de inhoud actueel blijft. Vanuit het perspectief van de ondernemer is het wenselijk dat de horecawijzer ook informatie omvat van niet-gemeentelijke organisaties die in het verlengde ligt van de gemeentelijke regelingen. Daarom zullen de inspectiediensten een overzicht met aandachtspunten (‘checklist’) opstellen en aan de gemeente aanleveren. In samenwerking met EZ en andere pilot-gemeenten zal een format gemaakt worden dat voor alle gemeenten in Nederland te gebruiken zal zijn. Deze zal middels de website Strijdige Regels www.strijdigeregels.nl van het Ministerie van Economische Zaken verder verspreid worden. De wijzer zal een eenvoudige en gebruiksvriendelijke index krijgen die ondernemers snel helpt naar de gewenste informatie. Actie
Realisatie
5.2.6
a. EZ organiseert bijeenkomt met experts voor opstellen en productie format . b. Den Bosch zal met inspectiediensten gemeente specifieke zaken toevoegen en digitaliseren. c. Met inspectiediensten in kaart brengen van relevante informatie voor de wijzer. d. KHN en gemeente communiceren bestaan wijzer aan ondernemers. eerste helft 2005
Logboek inspectiediensten
Het gebeurt nu geregeld dat inspectiediensten vaak bij dezelfde ondernemers komen en niet weten dat er andere inspectiediensten ook al geweest zijn. Door middel van een geschakeld systeem waarbij inspectiediensten elkaar op de hoogte stellen van bezoeken kunnen betreffende diensten gericht en effectief optreden tegen de grootste misstanden. Ondernemers die hun zaakjes op orde hebben zullen wel gecontroleerd worden maar niet overmatig belast worden omdat hun buren het toevallig niet voor elkaar hebben. Voorstel is lokaal te beginnen met simpel systeem via e-mail en dat stapje voor stapje uit te breiden. Ook is het voorstel om niet direct een sanctie op te leggen maar eerst de ondernemer de kans te geven om een aanpassing te doen. Als dat niet gebeurt, kan hij alsnog rekenen op boete. Dus niet én boete en wachten. Dat zou zowel economisch als maatschappelijk ongewenst zijn. Actie Realisatie
• • •
Bespreking voorstel in Convenantoverleg. Ontwerp e-mail systeem in gemeente ‘s-Hertogenbosch. Nog te bezien in voorgezet overleg Den Bosch.
Strijdigeregels in de praktijk
21
5.2.7 •
Digitaal Loket (“Eén loket”)
Dit is een digitaal loket waarmee de gemeente beschikkingen op geautomatiseerde wijze verwerkt en waar ondernemers 24 uur per dag informatie kunnen opvragen.
•
In ’s-Hertogenbosch kunnen ondernemers reeds transacties met de gemeente doen(!). Zo kunnen ondernemers digitaal hun vergunningaanvraag (terrasvergunning, aanvraag verruiming openingstijden, etc. ) doen en vervolgens het verloop van de afhandeling via Internet volgen.
•
Ook de overige informatievoorziening aan horecaondernemers zal zo veel mogelijk via Internet gebeuren. De gemeente zet een eerste stap door de horecawijzer (zie paragraaf 5.3.4) ook digitaal aan te bieden.
•
Een volgende stap is dat het systeem verder uitgebouwd wordt met andere aanvragen en informatie (bijv. belastingdienst, Kamer van Koophandel, UWV, Arbeidsinspectie, VWA/KvW). De gemeente ‘s-Hertogenbosch zou daarbij kunnen aanhaken op het initiatief Bedrijvenloket van het Ministerie van Economische Zaken, als onderdeel van het programma ICT en Administratieve lasten (ICTAL)7. Actie Realisatie
5.3
• • • •
Horecawijzer digitaal aanbieden. Uitbreiden loket met informatie van andere instellingen. Wijzer: 10 weken na uitbrengen wijzer gemeente. Uitbreiding: medio 2005.
Oplossingen die raken aan beleid/wetgeving
Voor enkele knelpunten worden specifieke aanbevelingen gedaan (zie bijlage I) die niet op lokaal niveau kunnen worden opgelost. Het gaat namelijk in een aantal gevallen om aanpassingen van (landelijke) wettelijke regels en bepalingen, met verantwoordelijkheid bij de betreffende ministeries. Het gaat in Den Bosch om voorstellen voor aanpassing van de Drank en Horecawet (Ministerie van VWS) en de Arbo- en Arbeidstijdenwet (Ministerie van SZW). Belangrijk is dat de resultaten en aanbevelingen van de werkgroep aan die ministeries bekend worden gemaakt, worden opgepakt en onderzocht. Dit zal gebeuren in het convenantoverleg. Het initiatief voor deze actie ligt bij het Ministerie van EZ. Overigens is er ook vanuit de regionale inspecties contact met de landelijke organisaties over knelpunten en oplossingen. Actie Realisatie
EZ agendeert via het convenantoverleg de aanpassing van landelijke wet- en regelgeving van Ministerie van VWS en SZW Aanzet in Convenantoverleg eind september 2004
7 Zie voortgangsbrief ICTAL van 27 mei 2004 (TK 2003-2004 29.515, nr.10)
22
6
Communicatie en follow-up
6.1 Communicatie over de resultaten
Extern De communicatie van de resultaten en acties uit de werkgroep worden langs drie lijnen gecommuniceerd. a. De gemeente ’s-Hertogenbosch b. Koninklijk Horeca Nederland c. EZ Ad a: gemeente zal in een persconferentie de hoofdlijnen van het rapport bekendmaken. Dat zal zij doen samen met regionale bestuurders van KHN. Tevens zal gemeente aanbevelingen uit rapport digitaal beschikbaar stellen. Ad b: Koninklijk Horeca Nederland zal haar achterban via eigen informatiekanalen inlichten over bevindingen en afspraken uit het rapport. Daarin zal in eerste instantie de nadruk liggen op de specifieke, direct toepasbare aanbevelingen. De aanpassingen die meer structureel van aard zijn worden aangekondigd, met dien verstande dat gemeente de gelegenheid wordt gegeven een en andere te realiseren. Ac c: de Staatssecretaris van Economische Zaken zal medio oktober de resultaten van de eerste werkgroepen bekendmaken. Zij zal eind in januari de definitieve rapporten naar de Tweede Kamer zenden. Intern De gemeente Den Bosch zal in samenwerking met EZ een miniconferentie organiseren om alle medewerkers van de gemeente die te maken hebben met de horeca in te lichten over de resultaten en rapport. Op deze conferentie zullen ook gemeenten uit de regio worden uitgenodigd om kennis te nemen van de Bossche bevindingen op het gebied van strijdige regels. Daarmee kan Den Bosch fungeren als vraagbaak voor andere gemeenten uit de regio. Actie
Realisatie
a. Persconferentie beleggen met KHN. b. Plaatsing artikel in informatiebladen, website van KHN. c. Organisatie miniconferentie. Persconferentie medio januari 2005. Conferentie medio januari 2005.
6.2 Follow Up
Gemeentelijke uitvoering In alle opzichten is de samenwerking tussen de verschillende deelnemers van de werkgroep nuttig en vruchtbaar gebleken. Door elkaar geregeld te spreken en in gezamenlijkheid over oplossingen te denken voor de problemen van ondernemers in de horecasector ontstond wederzijds begrip voor standpunten en werkwijzen en inzicht over de werkwijze van de verschillende diensten. Ook was het zeer nuttig dat zowel brancheorganisaties als ondernemers aan tafel zaten. Hierdoor konden inspectiediensten uit eerste hand de knelpunten vernemen en konden ook ondernemers een beter begrip krijgen voor de afwegingen van handhavers.
Strijdigeregels in de praktijk
23
De werkgroep beseft het belang van de uitvoering van de afgesproken acties. Daardoor zal dit rapport niet alleen een stuk papier blijven maar tevens een start zijn tot een daadwerkelijke verbetering van het ondernemingsklimaat in de gemeente ’s-Hertogenbosch en andere gemeenten. Besloten is de ingezette weg te blijven volgen. Voorgesteld is om de nu bestaande werkgroep te continueren. Deze zal om de drie maanden bijeenkomen om na te gaan in hoeverre de aanbevelingen zijn uitgevoerd. Na een jaar wordt deze werkwijze geëvalueerd. De gemeente ‘s-Hertogenbosch biedt aan om hiervoor de regie te voeren. Landelijke uitrol Zoals in dit het begin van dit rapport al gemeld zullen de aanbevelingen niet ophouden bij de stadsgrenzen van Den Bosch, maar zullen door regionale conferenties en landelijke bekendmaking ook andere gemeenten kunnen profiteren van de inspanningen die deze werkgroep heeft geleverd.
24
Bijlage I Specifieke aanbevelingen - Den Bosch Lijst van alle meldingen
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 A9 A10 A11 A12 A13 A14 A15
Bouwtechnische aanpassingen Nooddeuren, vluchtroutes Plaatsing nooduitgangbordje Geluidsisolatie en brandveiligheid Verantwoordelijkheid ondernemer versus portierswetgeving Schuifdeuren in vluchtroute Plaatsing gas en elektrameters Oogdouche Overlap RIE en gebruiksvergunning Brandblusmiddelen in de keuken Plaatsing brandhaspels en blussers Blusdeken in keuken Plaatsing hor in vluchtweg Brandveiligheid versus inbraakpreventie Toegestane aantal personen per m2 en aard vluchtwegen
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12 B13
Plaatsing vetput Gebruik chloorvervangers Plaatsing afvalcontainer Monoverpakkingen Eisen vloer keuken Planeetmenger en snijmachine Plaatsing dorpels Eisen snijplank Temperatuurmeting en houdbaarheid Verhit- en koelproces Bereiding verse producten in kraampjes Dubbele deur in toilet Eisen hoogte ruimte voor alcoholverkoop
C1 C2 C3 C4 C5
Bevoorrading kelders binnenstad Monumentale trap en Terrasmeubilair Eisen Arbeidstijdenwet RI&E omslachtig BHV en Arbo
D1 D2 D3 D4 D5 D6
Bijschrijving leidinggevende op D&H Wet Procedures precario en terras Verplichtingen portiers uit WPB strijdig met D&H Premix drankjes en alcohol via ouders Alcoholgebruik cafetaria Bewaring verdovende middelen
Strijdigeregels in de praktijk
25
E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7
Luchtverversing - VWA/KvW en Welstand Eisen afvoerleiding (dampen) Geluidsisolatie in monumentaal pand Akoestische relevantie leegstaande woningen Geluidproblematiek – evenementen Verantwoordelijkheid publiek bij geluidsoverlast Geluidproblematiek - evenementen, klagers
Melding A1
Onderwerp: Bouwtechnische aanpassingen Betrokken instanties: Bouw en woning toezicht, Commissie welstand, Milieu-inspectie, Brandweer Knelpunt: Bouwtechnische aanpassingen in het kader van het Bouwbesluit conflicteren in praktijk met eisen uit de Monumentenwet en de wensen van de Commissie Welstand. Te denken valt daarbij aan geluidswerende aanpassingen, brandtrappen, de afzuiginstallatie, etc. Wet- en regelgeving: • Woningwet → Bouwbesluit en Bouwverordening • Monumentenvergunning • Gebruiksvergunning • Wet milieubeheer Conclusie: • Het gaat niet om tegenstrijdigheid in wet of regelgeving, maar om een conflict in de uitvoering daarvan. • Ook wordt het knelpunt veroorzaakt door beperkte communicatie en interpretatie. Aanbevelingen: Overleg in voortraject en accountmanager: • Multidisciplinair overleg in voortraject gecoördineerd door gemeente + beter benutten van instituut van vooroverleg in Welstandscommissie. • De gemeente zou daarvoor een speciale horeca accountmanager kunnen aanwijzen. Deze vormt de spil voor alle zaken aangaande horeca. De accountmanager kan bijvoorbeeld zorgen dat relevante partijen gezamenlijk het object gaan bekijken en toetsen op respectievelijke eisen. Ook de communicatie zal hiermee verbeteren. Bestemmingplan en prioriteren: • Indien een pand niet geschikt gemaakt kan worden, moet gewoon helder gemaakt worden dat het dus niet kan. • Bij het leggen van een bestemming op een pand moeten ook afwegingen worden gemaakt over milieu, welstand, monumentale status versus functie etc. Rijk moet zo nodig uitspraak doen over prioritering brandveiligheid en monumenten, milieu, etc. • De nieuwe welstandsnota biedt in ‘s-Hertogenbosch) prioritering. Technische oplossingen: • In sommige gevallen kan een technische oplossing uitkomst bieden (zie specifieke knelpunten).
26
Melding A2
Onderwerp: Nooduitgangen, vluchtroutes Betrokken instanties: Brandweer, Gemeente Ruimte en Verkeer, Bouw- en woningtoezicht, Commissie Welstand, Dienst Milieu Knelpunt: Volgens brandveiligheidsvoorschriften moeten nooddeuren draaien in richting van de vluchtroute. In de praktijk betekent dit dat de voordeur vaak naar buiten draait over de openbare ruimte. Het Bouwbesluit en bestemmingsplan verbieden dit wegens verkeersveiligheid (bij het vluchten naar buiten, kun je immers aangereden worden door een fietser). Wet- en regelgeving: Woningwet, Bouwbesluit, Bouwverordening, Wet milieubeheer Conclusie: • Tegenstrijdig: NEE • Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: JA Aanbeveling(en): • Bouwbesluit in die zin aanpassen dat nooddeuren over openbare ruimte mogen draaien. • In concrete gevallen zal de afweging moeten worden gemaakt tussen (brand)veiligheid en welstand/openbare orde. Afstemming vindt in Den Bosch plaats in het regulier horeca overleg. Daar kunnen verschillende bestaande en eventuele nieuwe oplossingen worden ingebracht (technisch, andere inrichting openbare ruimte met bv. paaltjes, bloembakken, terras). • Bijlage II geeft een overzicht van mogelijke oplossingen die de gemeente Den Haag gebruikt.
Melding A3
Onderwerp: Bordje nooduitgang Betrokken instanties: Bouwen, Brandweer, ARBO dienst Knelpunt: Plaatsen bordje nooduitgang geeft discussie over zichtbaarheid. Volgens brandweer moet het bordje laag boven deur hangen zodat het bij opstijgende rook zo snel mogelijk te zien is. Arbo en gemeente adviseren zo hoog mogelijk zodat het voor iedereen te zien is. Wetgeving: • Bouwbesluit, bouwverordening. • NEN 1838, NEN 6088 • Arbeidsomstandighedenwet Conclusie: • Tegenstrijdig: NEE; de Arbeidsinspectie kijkt naar een, indien noodzakelijk, adequate signalering bij nooduitgangen. Daarbij KAN de hoogte een rol spelen. De Arbeidsinspectie zal echter meer adviseren dan handhavend optreden. Advies brandweer is daarmee dus leidend. • communicatie / interpretatieprobleem: Ja Aanbeveling: • Standpunt brandweer als uitgangspunt nemen in advies Arbeidsinspectie • Aanpassen tekst: NEN 1838 en NEN 6088
Strijdigeregels in de praktijk
27
Melding A4
Onderwerp: Geluidsisolatie Betrokken instanties: Milieu, Brandweer, Bouwen, Welstand/monumenten Knelpunt: Om aan gelden de normen te voldoen moet een horeca-exploitant geluidsisolerende maatregelen treffen. Ingeval van bijv. aanbrengen dubbele beglazing ontstaat probleem met advies brandweer, want raam moet ook kunnen dienen als vluchtweg. Dit conflict doet zich ook voor bij bijv. toepassingen als sluisdeur, of geluidsisolerende materialen etc. Wanneer geluidswerende voorzieningen ook aanpassingen aan het gebouw behoeven komt het voor dat Welstand dit niet toestaat. Wetgeving: • Bouwbesluit • Wet Milieubeheer • Besluit Horeca, Sport en Recreatie-inrichtingen Conclusie: a) tegenstrijdig: NEE, niet in de wet b) niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: Ja Aanbevelingen: • zie A1 • Aanpassing bouwbesluit door raam als vluchtweg toe te laten. • Opnemen criteria in Welstandsnota op basis waarvan B&W afwijkingsmogelijkheid hebben van welstandadvies. Melding A5
Onderwerp: Verantwoordelijkheden ondernemer versus eisen portierswetgeving Betrokken instanties: Politie, Brandweer, VWA/KvW Knelpunt: Onduidelijkheid over grens tussen een verantwoordelijke ondernemer (gastheer) aan de deur of een echte portier. Ondernemer is volgens Drank & Horecawet verplicht zich te gedragen “als een goed huisvader betaamt”. Dat betekent dat ondernemer bijvoorbeeld moet controleren of er niet teveel mensen in zijn zaak worden toegelaten of dat mensen niet dronken binnenkomen. Wetgeving: Wet Particuliere Beveiligingsorganisatie en Recherchebureaus (WPB); Drank & Horecawet. Conclusie: Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: WPB is bedoeld om kwaliteit portiers te waarborgen, maar wordt door politie gebruikt om deurbeleid af te dwingen. Politie lijkt uitbreiding te geven aan wettelijke voorschriften van D&H wet. Aanbeveling: • KIJK NAAR DOEL VAN DE WETGEVING: duidelijke scheiding in de wet tussen deurbeleid, een portier en een ondernemer die zijn plicht vervult volgens D&H wet. Bijvoorbeeld scheiding gewoon café en discotheek, of dag en nacht. • Ondernemer bepaalt zelf zijn deurbeleid binnen grenzen. • Helder communiceren van beleid politie en wetgeving.
28
Melding A6
Onderwerp: Schuifdeuren in vluchtroute + ramen als vluchtuitgang Betrokken instanties: Bouwen, Brandweer, ARBO Knelpunt: • Schuifdeur is voor brandweer toegestaan als nooddeur, volgens ARBO regels niet. • Raam als vluchtweg niet toegestaan. Wetgeving: Arbeidsomstandighedenwet, art 37 Arbobesluit, Bouwbesluit Conclusie: • Tegenstrijdig: NEE, arbeidsinspectie inspecteert niet meer op bouwtechnische zaken, deze vallen geheel onder het Bouwbesluit. Aanbeveling: • Goede communicatie over nieuw beleid arbeidsinspectie en eisen deuren brandweer: schuifdeur door brandweer liever niet toegestaan, maar indien in één handeling te openen wel (schuifdeur draait NIET tegen vluchtroute in). Melding A7
Onderwerp: Gas- en elektrameters Betrokken instanties: Energiebedrijven, Dienst Bouwen, brandweer Knelpunt: Van brandweer en van energiebedrijven moeten de meters dicht bij de voordeur geplaatst zijn (Energiewet NEN 3110). ARBO adviseert juist dat ze ver van de gasten geplaatst worden. Wetgeving: Bouwbesluit, Energiewet. Conclusie: Kan in praktijk vaak worden opgelost door plaatsing niet in zelfde ruimte als waar gasten grotendeels verblijven. Plaatsing op plek waar helemaal geen gasten komen is vrijwel onmogelijk. Aanbeveling: • Opnemen NEN norm in horeca wijzer. • Van geval tot geval in praktijk oplossen. • Voorleggen aan convenantpartijen: Arbeidsinspectie houdt rekening met NEN 3110 tot definitieve oplossing.
Strijdigeregels in de praktijk
29
Melding A8
Onderwerp: Oogdouche Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, brandweer, VWA/KvW Knelpunt: Oogdouche moet van arbeidsinspectie vast op kraan. Van brandweer moet deze los zitten. Warenwet zou oogdouche niet toestaan, maar dat is niet zo. Wetgeving: RI&E, gebruiksvergunning Conclusie: Geen spraken van probleem, alle instanties eisen slechts dat er een oogdouche is. Aanbeveling: Structurele oplossingen voor een betere communicatie • Betere afstemming bij vergunningverlening • Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager • Uitbrengen van een Horeca wegwijzer • Logboek inspectiediensten • Digitaal Loket (“Eén loket”) • Eén gemeentelijke Horecavergunning Voor inhoudelijk uitleg zie paragraaf 5.2. Melding A9
Onderwerp: Overlap tussen RIE en gebruiksvergunning, dubbele controles Betrokken instanties: Arbeidsinspectie en Brandweer Knelpunt: Aspecten van brandveiligheid worden op verschillende plaatsen geregeld. Op grond van de Arbowet dient een ondernemer een Risico-inventarisatie en evaluatie (RIE) op te stellen, die bij bedrijven boven de 2 werknemers door de Arbodienst moet worden getoetst. Daarnaast moeten ondernemers een gemeentelijke gebruiksvergunning hebben voor panden met meer dan 50 aanwezigen. Bij een lager aantal worden de brandveiligheidszaken via de bouwvergunning en/of de bouwverordening (algemene gebruikseisen) geregeld. Handhaving van vergunningen gebeurt nu door verschillende instanties. Wetgeving: Bouwverordening → gebruiksvergunning Arbowet → RI&E Conclusie: Niet tegenstrijdig maar conflicterend in uitvoering en procedure overlap. Aanbeveling: • Verruiming van de mogelijkheid om zelf de RIE op te stellen m.b.v. checklist branchevereniging betekent een besparing op de kosten. Als er een gebruiksvergunning wordt afgegeven dan hoeft het brandveiligheidsaspect niet meer in de RIE te worden meegenomen. • Overlap bij handhaving RIE en gebruiksvergunning is verminderd omdat AI sinds de komst van een nieuw bouwbesluit in 2003 niet meer op aanwezigheid van vluchtwegen en bouwkundige voorzieningen controleert. Dat doet de brandweer, maar alleen in gevallen dat een gebruiksvergunning is afgegeven. Het is wenselijk dat er voor alle ondernemingen/panden één keurende instantie wordt aangewezen die alle aspecten rond brandveiligheid controleert. • Tweede helft 2004: SZW wordt via convenantoverleg gevraagd actie te ondernemen m.b.t. aanpassing Arbo-wet (vereenvoudiging RIE; betere afstemming RIE en gebruiksvergunning/bouwvergunning)
30
Melding A10
Onderwerp: Brandblusmiddelen in keuken Betrokken instanties: Brandweer, Keuringsdienst van Waren, Verzekeraar, Arbeidsinspectie Knelpunt: De door de brandweer verplicht gestelde aanwezigheid van brandblusmiddelen in de keukens is strijdig met de hygiëne-eisen. Daarnaast geldt dat water dat warmer wordt dan 25 graden volgens legionella-voorschriften moet worden doorgespoeld. Dat is niet mogelijk omdat de brandslang van de brandweer verzegeld moet zijn. Wetgeving: Bouwbesluit / Bouwverordening, Warenwet Conclusie: • Brandblusmiddelen mogen in de keuken aanwezig zijn, mits ze goed schoon gemaakt kunnen worden. Bij blusdekens (niet verplicht) kan dat, wanneer de deken in plastic verpakking blijft zitten. Poederblussers kunnen worden omkast, mits ze als blusmiddel goed zichtbaar zijn. • Brandslangen mogen in de keuken, maar vanuit veiligheidsoogpunt (verkeerd gebruik) is het beter wanneer ze buiten de keuken worden geplaatst. Dat voorkomt ook dat de temperatuur van het water in de slang te hoog oploopt. Verzegeling van een brandslang is niet verplicht, wel dat er jaarlijks een controle van het brandblusmiddel plaatsvindt (herkenbaar aan sticker van keuringsinstantie). Doorspoelen daarvan is dus mogelijk. Aanbeveling: • Vierde kwartaal 2004: inspecties (VWA/KvW, AI) maken een tekst waarin duidelijkheid wordt gegeven over de relevante regelgeving m.b.t. brandblusmiddelen en sturen deze tekst naar gemeente en Koninklijke Horeca Nederland. KHN en gemeente communiceren de informatie, o.a. via de horecawijzer en de websites. Melding A11
Onderwerp: Plaats brandhaspels blussers Betrokken instanties: Brandweer, Keuringsdienst van Waren, ARBO Knelpunt: Plaats van blusmiddelen geeft discussie Wetgeving: Bouwbesluit, Bouwverordening, Arbo, NEN normen Conclusie: Brandweer controleert op basis van NEN normen (hoogte, houdbaarheidsdatum). Arbeidsinspectie houdt zich daar niet mee bezig, maar controleert slechts op aantallen, op signalering en op bereikbaarheid. AI is terughoudend bij controle. Aanbeveling • Primaat van controle van aanwezigheid blusmiddelen leggen bij brandweer. • Structurele oplossingen voor een betere communicatie: o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Eén loket”) o Eén gemeentelijke Horecavergunning
Strijdigeregels in de praktijk
31
Melding A12
Onderwerp: Blusdeken in keuken Betrokken instanties: Brandweer. Keuringsdienst van Waren Knelpunt: Blusdeken in keuken is onhygiënisch, maar wel verplicht door brandweer Wetgeving: Warenwet+ HACCP, Gebruiksvergunning Conclusie: communicatie/interpretatieprobleem: JA. Ondernemers denken dat VWA/KvW een blusdeken niet toestaat, maar indien deken goed afgeschermd door houder is dat geen probleem. Houder moet wel makkelijk te reinigen zijn en daadwerkelijk schoon zijn. Aanbeveling: Structurele oplossingen voor een betere communicatie: • Betere afstemming bij vergunningverlening • Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager • Uitbrengen van een Horeca wegwijzer • Logboek inspectiediensten • Digitaal Loket (“Eén loket”) • Eén gemeentelijke Horecavergunning
32
Melding A13
Onderwerp: Plaatsing hor voor openstaande deuren en ramen. Betrokken instanties: VWA/KvW, Brandweer Knelpunt:15 Een hor mag van brandweer niet tegen vluchtweg (door deur of raam) in draaien. Warenwet (art 17 lid 2) zegt: Ramen die bij opening leiden tot direct contact van de bedrijfsruimte met de buitenomgeving, zijn voorzien van horren die op eenvoudige wijze kunnen worden verwijderd voor schoonmaak. Deze ramen worden niet geopend, indien zulks zou kunnen leiden tot besmetting van eet- of drinkwaren. De verplichting dat openstaande deuren van horren moeten zijn voorzien staat niet rechtstreeks in de wet. Via een ‘omweg’ is echter duidelijk dat ook deuren niet zomaar opengezet kunnen worden: Artikel 6, lid 2 van de Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen luidt ”In bedrijfsruimten zijn adequate maatregelen getroffen teneinde ongedierte uit deze ruimten te weren”. In hoofdstuk 3.4 van de nieuwe hygiënecode voor de horeca staat: wering kan plaatsvinden door bouwkundige voorzieningen en een goede inrichting (horren, …..). De meeste horren draaien juist wel tegen looprichting in, omdat deur al meedraait. Dat levert dus conflict op met eisen brandweer. Wetgeving: • Bouwbesluit • Warenwet (Artikel 6 lid 2 en Artikel 17, lid 2 van de Warenwetregeling hygiëne van levensmiddelen) • Hoofdstuk 3.4 van de nieuwe hygiënecode voor de horeca Conclusie: Niet tegenstrijdig in wet, maar meestal conflicterend in uitvoering, doordat brandweer door wet vereiste horren niet toestaat ! Voor ramen laat wet eigenlijk wel alternatieven toe. Aanbeveling: • Technische aanpassing; construeren van hor die met deur meedraait. In warenwet staat dat in raam- of deuropeningen die open staan een hor verplicht is. Hoe de hor openslaat is niet beschreven. Een hor zou aan beide regels kunnen voldoen. • Alternatief voor hor in deuren. • Andere systematiek, zoals lamellen. • Structurele oplossingen voor een betere communicatie: o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Één loket”) o Één gemeentelijke Horecavergunning
Strijdigeregels in de praktijk
33
Melding A14
Onderwerp: Aanpassingen tegen inbraak Betrokken instanties: Verzekeraar, Brandweer, Arbeidsinspectie Knelpunt: Aanpassingen die verzekeraar eist i.v.m inbraak voldoen niet aan eisen brandweer i.v.m brandveiligheid (gemakkelijk te openen bij vlucht). Strijdigheid privaatrechtelijk eisen (bijv. uit polis) en publiekrechtelijke (Bouwbesluit, etc.). Wetgeving: Bouwbesluit → gebruiksvergunning Verzekeringspolissen Conclusie: Niet in werkgroep op te lossen. Aanbeveling: • Gesprek door EZ contact met verzekeraars + samenbrengen met brandweer in kader van Convenantoverleg. Melding A15
Onderwerp: Maximum aantal bezoekers in relatie tot aantal en aard van de vluchtwegen Betrokken instanties: Brandweer Knelpunt: Het maximum aantal bezoekers in een horecagelegenheid wordt bepaald door de aard en de plaats van de vluchtwegen. Als de nooduitgangen te dicht bij elkaar liggen telt in specifieke gevallen één van de nooduitgangen niet in de berekening van het aantal bezoekers mee. Bij de conversie van het Bouwbesluit 2003 (per 1 juli 2005) zal naar verwachting worden geregeld dat alleen bij deuren die met de vluchtrichting meedraaien de volledige uitgangsbreedte wordt meegerekend. Voor schuifdeuren geldt dan hetzelfde als bij deuren die tegen de vluchtrichting indraaien. Wetgeving: Bouwbesluit en Bouwverordening, MG circulaire Conclusie: Regels moeilijk interpreteerbaar en handhaafbaar Aanbeveling: • Duidelijk maken welk regiem geldt voor dicht bij elkaar gelegen nooduitgangen, omdat alleen in heel specifieke gevallen geldt dat deze > 5 meter uit elkaar moeten liggen. • T.a.v. de schuifdeuren zou moeten worden heroverwogen of deze aanscherping van het bouwbesluit nodig is en in verhouding staat tot de gevolgen voor ondernemers. Mocht maatregel noodzakelijk zijn dan in vernieuwde bouwbesluit een overgangsregeling opnemen voor ondernemingen die geconfronteerd worden met aanpassingen in regelgeving • Omdat huidige regelgeving (MG besluit als aanvulling op het bouwbesluit) als gevolg van diverse normstellingen ingewikkeld is dient er een praktische handleiding voor ondernemers beschikbaar te komen. Actie • Tweede helft 2004: VROM zal via het convenantoverleg worden gevraagd kritisch te kijken naar de voorgenomen aanpassingen van het Bouwbesluit m.b.t. schuifdeuren. • Begin 2005: gemeente en VROM verbeteren informatievoorziening aan ondernemers zodat o.a. duidelijk wordt welk regiem geldt voor dicht bij elkaar gelegen vluchtuitgangen.
34
Melding B1
Onderwerp: Vetput Betrokken instanties: Gemeente, VWA/KvW Knelpunt: De gemeente eist dat vetputten niet op openbare grond worden geplaatst. Volgens de warenwet zijn vetputten in (horeca)bedrijfsruimtes niet toegestaan. → In de Warenwet staat nergens dat een vetput niet in een bedrijfsruimte zou mogen. Via een ‘omweg’ is echter wel sprake van een tegenstrijdigheid: in artikel 30 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen staat dat levensmiddelenbedrijven verplicht zijn een voedselveiligheidsplan volgens het HACCP principe te hebben. In artikel 31 staat dat aan deze verplichting ook voldaan kan worden middels door ‘vertegenwoordigers’ (bedrijfschappen) opgestelde goedgekeurde hygiënecodes. In de hygiënecode staat in hoofdstuk 3.7: Indien een vetslibvangput aanwezig is, dient deze geïnstalleerd te worden buiten de bereidplaats en buiten de ruimte voor ontvangst en opslag van grondstoffen en verpakkingsmateriaal. Wetgeving: Warenwet, Hygiënecode voor de Horeca Conclusie: Door te voldoen aan de ‘HACCP-regels’ kan niet aan de gemeente eis worden voldaan. Aanbeveling: • Gemeente en Bedrijfschap Horeca overleggen over mogelijkheid om HACCP regels in overeenstemming te brengen met eisen gemeente. • Opnemen in checklist bouwplannen en bestemmingsplannen. Melding B2
Onderwerp: Verplichting chloorvervanger voor schoonmaak toilet Betrokken instanties: Dienst Milieu, VWA/KvW Knelpunt: Het toilet zou niet met een chloorvervanger mogen schoongemaakt (stankoverlast), terwijl de VWA/KvW juist zou verplichten een chloorvervanger te gebruiken. → VWA/KvW geeft geen enkele verplichting voor gebruik van reinigingsmiddelen en desinfecteermiddelen. Deze middelen dienen te zijn goedgekeurd, restanten van dergelijke middelen mogen niet in levensmiddelen teruggevonden worden. Wetgeving: Wet Milieubeheer, Warenwet Conclusie communicatie / interpretatieprobleem: JA (zie boven) Aanbeveling: Structurele oplossingen voor een betere communicatie: • Betere afstemming bij vergunningverlening • Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager • Uitbrengen van een Horeca wegwijzer • Logboek inspectiediensten • Digitaal Loket (“Eén loket”) • Eén gemeentelijke Horecavergunning
Strijdigeregels in de praktijk
35
Melding B3
Onderwerp: Afvalcontainer Betrokken instanties: • Milieu, Dienst Openbare ruimte en verkeer, Brandweer, Keuringsdienst van Waren Knelpunt: Artikel 28 Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen: Voedsel- en ander afval: a. hoopt zich niet op in ruimten waarin eveneens levensmiddelen aanwezig zijn, behalve voorzover zulks onvermijdelijk is voor het goede functioneren van het levensmiddelenbedrijf; b. wordt gedeponeerd in deugdelijk afsluitbare recipiënten waardoor zij geen onaangename geuren kunnen verspreiden, tenzij de exploitant van het desbetreffende levensmiddelenbedrijf ten genoegen van de met het toezicht ter zake belaste ambtenaar heeft aangetoond dat het door hem gebruikte andere type recipiënt eveneens geschikt is voor dit gebruik. Artikel 29 van de Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen: 1. Opslagplaatsen van afval worden zodanig ontworpen en beheerd dat: a. zij kunnen worden schoongehouden en ongedierte kan worden geweerd; en b. besmetting kan worden voorkómen van eet- en drinkwaren, materiaal en bedrijfsruimten. 2. De exploitant van een levensmiddelenbedrijf treft passende voorzieningen voor de verwijdering en opslag van voedsel- en ander afval. Opslagplaatsen van afval worden schoongehouden en ongedierte wordt daar geweerd. Ook de tekst in de hygiënecode rondom afval beschrijft het als in de wet. • Verschillende diensten hebben hier verschillende voorkeuren. Wijze van wegzetten vuilnis door ondernemer vaak niet in overeenstemming met wensen gemeente en vice versa: wijze van ophalen komt ondernemer slecht uit. Plaatsing op weg van grote vuilcontainer niet toegestaan. • Volgens de Warenwet mag vuilnis eigenlijk niet binnen het bedrijf mogen worden opgeslagen, van de gemeente mag het alleen binnen bepaalde tijdstippen buiten geplaatst worden. • Verschillende keurmeesters houden er ook verschillende interpretaties op na(!!) Wetgeving: • Bouwverordening, Wet Milieubeheer, Warenwet (zie boven) Conclusie: Tegenstrijdig: NEE, Vuilnis mag volgens de warenwet (en ook volgens de hygiënecode) binnen bewaard worden, mits aan strenge eisen voldaan (zie boven, tekst wet). Echter praktisch vrijwel onuitvoerbaar, waardoor wel strijd met eisen gemeente. Aanbeveling: • Ondergrondse vuilcontainers gestimuleerd door gemeente. • Gezamenlijke afgifte door ondernemers (dus samen één vuilcontainer). • Maatwerk door VWA/KvW en gemeente waar mogelijk op lokaal niveau.
36
Melding B4
Onderwerp: Verpakkingen (mono navulbaar) Betrokken instanties: Milieu, VWA/KvW Knelpunt: Milieudienst wenst navulbare verpakkingen, VWA/KvW zou monoverpakkingen eisen. → Keuringsdienst eist geen monoverpakkingen. Alle goede verpakkingen kunnen en mogen gebruikt worden. Hygiëne dient goed te zijn, temperatuur van het product dient aan eisen te voldoen. Wetgeving: Mogelijk Hygiënecode Bedrijfschap Horeca, Wet Milieubeheer Conclusie: Niet erg herkenbaar item, hooguit communicatieprobleem Aanbeveling: Structurele oplossingen voor een betere communicatie: • Betere afstemming bij vergunningverlening • Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager • Uitbrengen van een Horeca wegwijzer • Logboek inspectiediensten • Digitaal Loket (“Eén loket”) • Eén gemeentelijke Horecavergunning
Strijdigeregels in de praktijk
37
Melding B5
Onderwerp: Glad/stroef vloeroppervlak Betrokken instanties: Arbo-dienst/arbeidsinspectie, VWA/KvW Knelpunt De Arbo-wet stelt eisen aan de vloer om uitglijden te voorkomen. De oplossing is een stroeve vloer, maar dat strookt niet met de eis op grond van de warenwet dat een vloer makkelijk te reinigen moet zijn (dus glad is). Wetgeving: Warenwet, ARBO Besluit Conclusie: Ten onrechte bestaat de indruk dat er strijdigheid van regels is. De wet zegt alleen dat vloeren “deugdelijk, goed onderhouden en eenvoudig schoon te houden” moeten zijn. In de praktijk blijken er vele vloermaterialen beschikbaar te zijn die aan beide eisen voldoen. Brancheorganisaties en vloerenleveranciers zouden hierover goede informatie moeten geven (criteria, labelling, informatievoorziening vloerenspecialisten). Aanbeveling: • De inspecties (VWA/KvW, AI) maken een tekst waarin duidelijkheid wordt gegeven over de relevante regelgeving m.b.t. de eisen aan een keukenvloer en sturen deze tekst naar gemeente en Koninklijke Horeca Nederland. KHN en gemeente communiceren de informatie via de horecawijzer en de websites. • Om dit punt voor eens en altijd duidelijk te maken koppelen EZ en KHN dit punt duidelijk terug aan ondernemers en branche. • KHN: wanneer meerdere instanties betrokken zijn bij één onderwerp, moeten zij daar ook samen informatie over verstreken of verwijzen naar elkaar. • Dan is het daarna essentieel voor de ondernemer dat wanneer meerder instanties betrokken zijn de ondernemer 1 advies krijgt, c.q. voor 1 oplossing kiest, waar ieder zich achter kan scharen. Vervolgens is het belangrijk dat dit vastgelegd wordt zodat een volgende inspecteur niet zomeer een nieuw advies kan geven (zie verder structurele oplossingen). • Structurele oplossingen voor een betere communicatie: o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Eén loket”) o Eén gemeentelijke Horecavergunning
38
Melding B6
Onderwerp: Planeetmenger en snijmachine Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, VWA/KvW Knelpunt: • De Warenwet zou een menger met klep niet toestaan, terwijl de Arbeidsinspectie een klep op mengers wil hebben. In de Warenwet staat nergens dat een kap op een menger verboden is. Een kap is prima, hij dient wel schoon te zijn. • Volgens de Warenwet dient een snijmachine draaiend schoongemaakt te worden, volgens de Arbeidsinspectie mag dat niet. Elektriciteit moet onderbroken zijn. Snijmachines zijn zo geconstrueerd dat deze ‘makkelijk’ uit een te halen zijn om goed te reinigen. Dit is veilig maar kost natuurlijk tijd. Uit elkaar halen blijkt echte zo eenvoudig niet in praktijk of kan helemaal niet. Wetgeving: Arbowet, Arbobesluit, RI&E, Warenwet, Hygiënecode, Conclusie: • Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: SOMS bij snijmachine , daar waar die niet uit elkaar gehaald kan worden. • Communicatie / interpretatieprobleem: JA, bij planeetmenger. Aanbeveling: • Techniek aanpassen zodat menger alleen werkt met kap erop die wel los te maken is voor schoonmaak, vgl. Kitchen Aid. • Eenduidige opleiding op vakscholen, nu worden verschillende manieren van snijden en schoonmaken aangeleerd soms onveilig (!!!). • Structurele oplossingen voor een betere communicatie: o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Eén loket”) o Eén gemeentelijke Horecavergunning
Strijdigeregels in de praktijk
39
Melding B7
Onderwerp: Plaatsing dorpels Betrokken instanties: Arbodienst/arbeidsinspectie, VWA/KvW Knelpunt: VWA/KvW zou dorpels tussen de verschillende bedrijfsruimtes voorschrijven, terwijl de Arbo dergelijke dorpels liever niet heeft, vanwege bijvoorbeeld het tillen van vaten, die niet binnen gereden kunnen worden. → De VWA/KvW schrijft geen dorpels voor. Wanneer de vloer van een ruimte met water gereinigd wordt is het natuurlijk makkelijk dat het water niet uit de ruimte weg loopt. Dit kan gerealiseerd worden door plaatsing van dorpels. Liggen er echter geen dorpels en loopt het vuile water een andere ruimte in, dan dient ook deze ruimte gereinigd te worden (extra tijd). Wetgeving: Arbowet + besluit Conclusie: Communicatie / interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Technische oplossingen: mobiele plastic dorpel met zuignappen en oma’s truc: de vaatdoek • Structurele oplossingen voor een betere communicatie: o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Eén loket”) o Eén gemeentelijke Horecavergunning
Melding B8
Onderwerp: Snijplank Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: VWA/KvW zou houten snijplanken niet meer toestaan. Hout mag (nieuwe code) mits schoon en goed te reinigen. Vuile planken en planken met diepe kerven zijn niet toegestaan. Wetgeving: Hygiënecode bedrijfschap horeca (HACCP) Conclusie: Tegenstrijdig: NEE communicatie/interpretatieprobleem JA: alleen behandeling volgens code is vereist Aanbeveling: Structurele oplossingen voor een betere communicatie: • Betere afstemming bij vergunningverlening • Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager • Uitbrengen van een Horeca wegwijzer • Logboek inspectiediensten • Digitaal Loket (“Eén loket”) • Eén gemeentelijke Horecavergunning
40
Melding B9
Onderwerp: Temperatuurmeting versus houdbaarheid Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: Volgens de “HACCP-regels” dient de kerntemperatuur van producten bij aflevering gemeten te worden. Door verbreken van de verpakking is de genoemde houdbaarheidsdatum niet geldig en kan niet aan FIFO voldaan worden. Wetgeving: Warenwet Conclusie: Communicatie / interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Om te meten is het niet noodzakelijk verpakkingen te verbreken. Ook tussen gesloten verpakkingen kan gemeten worden: Hygiënecode,hoofdstuk 3.1: Plaats de voeler tussen de geleverde gekoelde of bevroren grondstoffen of producten. • Tevens is het niet noodzakelijk elke levering te meten. • Duidelijk communiceren van wat kerntemperatuur is. Dat kan bijvoorbeeld ook de temperatuur van een ander product zijn dat in zelfde ruimte vervoerd is! Dat lost meteen knelpunt over vervoer op. • Structurele oplossingen voor een betere communicatie (zie ook paragraaf 5.2): o Betere afstemming bij vergunningverlening o Aanstellen van een gemeentelijke accountmanager o Uitbrengen van een Horeca wegwijzer o Logboek inspectiediensten o Digitaal Loket (“Eén loket”) o Eén gemeentelijke Horecavergunning Melding B10
Onderwerp: Verhit- en terugkoel proces omslachtig Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: Bederfelijk voedsel moet zo snel mogelijk volgens belaad systeem onder 7°C gebracht worden. Meting en registratie om aan HACCP te voldoen wordt als omslachtig en lastig ervaren, brengt relatief grote administratieve lasten mee, zeker voor kleine ondernemingen. Veel ondernemers weten ook niet wat en hoe ze het moeten doen, dus doen maar wat, doel van regels wordt zo niet bereikt! Wetgeving: Warenwet art 30-31, Hygiënecode, HACCP Conclusie: Communicatie / interpretatieprobleem: JA Bureaucratie/ procedures: JA Aanbeveling: • zie aanbeveling paragraaf 5.2 • In nieuwe code zal controleverplichting niet dagelijks maar wekelijks zijn • VWA/KvW geeft aan dat voor bewustwording van veilig met voedsel omgaan de verplichting wel zal blijven bestaan. • ‘De goeden moeten niet lijden onder de kwaden’: logboek goede ondernemers opstellen door VWA/KvW (track record).
Strijdigeregels in de praktijk
41
Melding B11
Onderwerp: Bereiden verse producten Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: Levensmiddelen mogen alleen in (tijdelijke) bedrijfsruimtes worden gemaakt. Bij braderieën en evenementen worden dergelijke activiteiten in kraampjes, grote hallen of overdekte winkelcontra gedaan, gevaar is kruisbesmetting. Grote hallen en overdekte winkelcentra zijn geen ‘bedrijfsruimtes’ zoals in de warenwet bedoeld. Op kraampjes mogen alleen eenvoudige handelingen (= laatste handeling met het oog op onmiddellijke verkoop) plaatsvinden. Wetgeving: Warenwet Conclusie: communicatie / interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Zie paragraaf 5.2. • Eenduidig handhaven, geen aanpassingen wet nodig!
Melding B12
Onderwerp: Dubbele deur toilet Betrokken instanties: VWA/KvW, Brandweer Knelpunt: Warenwet eist een dubbele deur tussen toilet en keuken, volgens brandweer zou het (in specifieke gevallen) niet mogen. Wetgeving: Warenwetregeling Hygiëne van levensmiddelen, artikel 9, lid 2: Toiletten komen niet rechtstreeks uit in bereidplaatsen. Conclusie: a) Tegenstrijdig: NEE b) niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: SOMS c) communicatie / interpretatieprobleem JA d) bureaucratie/ procedures, etc: NEE Aanbeveling: • Tussen toilet en opslagplaats kan wel met 1 deur volstaan worden als die maar niet looprichting naar nooduitgang belemmert! • Zie paragraaf 5.2.
42
Melding B13
Onderwerp: Verkoop alcohol in lage ruimte Betrokken instanties: VWA/KvW, Gemeente Knelpunt: In een ruimte die lager is dan 2.40 meter mag geen alcohol geschonken worden. Uitleg van VWA/KvW: De invloed van alcohol is in een lage ruimte groter dan in hogere, grotere ruimtes. Wetgeving: Drank & Horecawet Conclusie Communicatie / interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Wordt in nieuwe Drank- en Horecawet aangepast naar 1.90m voor bestaande locaties. • Duidelijker communiceren van doel achter voorschrift, zou begrip vergroten. • Huidige eisen Drank- en Horecawet laten vallen, aan laten aansluiten bij Bouwbesluit.
Melding C1
Onderwerp: Bevoorrading van kelders in binnenstad Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, bouwen, welstand, brouwerijen Knelpunt: Kelders moeten voldoen aan eisen van arbeidsinspectie (m.b.t. veilige handeling, fysieke belasting) maar ook aan eisen van gemeente (welstand, openbare ruimte). Denk aan de koekoek, een soort glijplank die door leveranciers wordt gebruikt om vaten te leveren, maar die problemen kan opleveren voor gemeente. Wetgeving: ARBO regelgeving, Conclusie • niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: JA • communicatie / interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Met maatwerk zoeken naar technische oplossing binnen eisen welstand. • Bij verbouw en nieuwbouw direct gemeente + welstand inschakelen, (→ zie ook melding A9). • Brouwerijen moeten rol spelen in traject: in vroeg stadium in overleg met gemeente en helderheid naar ondernemer.
Strijdigeregels in de praktijk
43
Melding C2
Onderwerp: Monumentale trap en terrasmeubilair Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, Dienst Bouwen, Welstand, Knelpunt: • Oude monumentale trap in pand voldoet niet aan personeelseisen. Echter geen toestemming Welstand voor plaatsing trap die aan Arbo eisen voldoet. • (Rotan) stoelen die gemeente voorschrijft voldoen niet aan eisen Arbo. Wetgeving: ARBO regelgeving, Conclusie: Communicatie / interpretatieprobleem: • JA: Arbeidsinspectie stelt geen eisen (meer) aan trappen (Bouwbesluit). • JA: Arbo stelt alleen eis dat niet meer dan 23kg getild mag worden, stoelen zeker niet zo zwaar. Aanbeveling: Zie structurele aanbevelingen paragraaf 5.2. Melding C3
Onderwerp: Rustpauzes personeel, werktijden, ATW Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, Arbodiensten Knelpunt: De regels van de arbeidstijdenwet over rustpauzen en werktijden van het personeel zijn niet goed op praktijk aangesloten en dus vaak onwerkbaar. Wetgeving: ARBO regelgeving, Arbeidstijdenwet Conclusie: Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering. Aanbeveling: • Problematiek moet worden meegenomen in aanpassing Arbeidstijdenwet. • EZ en VNO/NCW trachten invloed uit te oefenen.
44
Melding C4
Onderwerp: Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, Arbodiensten Knelpunt: Risico inventarisatie en evaluatie is in praktijk onwerkbaar en bureaucratisch, vooral voor kleinere ondernemers een grote last. Wetgeving: ARBO regelgeving, Arbo besluit, RI&E Conclusie: Bureaucratie/procedures, etc: JA Aanbeveling: • Er is inmiddels een RI&E ontwikkeld, speciaal voor kleine horecaonderneming, op te vragen bij het Bedrijfschap Horeca & Catering. • Deze problematiek hierin meenemen. • Actie Arbeidsinspectie: boetesysteem bespreken, laatste wijzigingen wetgeving. communiceren (voorjaar 2005). Melding C5
Onderwerp: BHV en Arbo Betrokken instanties: Arbeidsinspectie, Arbodienst Knelpunt: • Tegenstrijdigheden, bijv. bij drukverbanden: mogen van BHV niet meer gelegd worden, maar zijn volgens ARBO verplicht aanwezig. • Onmogelijkheid te voldoen aan aantal aanwezige personeelsleden met BHV: per 50 bezoekers 1 BHV. Wetgeving: ARBO regelgeving, Arbo besluit Conclusie: Tegenstrijdig: NEE , is een communicatie / interpretatieprobleem: • In de Arbowet staat nergens vermeld dat een drukverband niet mag worden gelegd. Een BHV-er moet wel voldoen aan bepaalde eisen waaronder het hebben gevolgd van een EHBO opleiding. • Wat betreft aantal BHV op werknemers: op dit moment wordt door de Arbeidsinspectie uitgegaan van alleen werknemers. Blijft dat de werkgever volgens de Arbowet verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn gasten: “moet doeltreffende maatregelen nemen ter voorkoming van gevaar voor derden”. Aanbeveling: • RI&E en Arbowet worden aangepast, minder streng en gedetailleerd. • Als alles in orde is in een zaak wordt niet meer om RI&E gevraagd, alleen nog bij echte misstanden. • In plaats van boete de ondernemer verplichten de aanpassing binnen bepaalde tijd te realiseren, voorkomt dubbele kosten.
Strijdigeregels in de praktijk
45
Melding D1
Bijschrijven nieuwe leidinggevenden op Drank & Horecawet betrokken instanties: VWA/KvW, Gemeente Knelpunt: • Er moet altijd iemand in de horecaonderneming aanwezig moet zijn die op de vergunning staat (art 29 lid b Drank en Horeca Wet) . Dat moet volgens de wet een leidinggevende zijn (zie eisen onder wetgeving). Systeem D&H wet is dat een gewone werknemer niet op de zaak mag passen. • De ondernemer moet volgens de D&H wet bij elke personeelswisseling een nieuwe vergunning aanvragen (70% van de vergunningaanvragen betreft wijzigingen!). Dat is een zware administratieve last voor ondernemers (groot verloop medewerkers en in Den Bosch leges bijv. € 250,-) en hoge bestuurslast voor de gemeente. • Vanwege die lastige en dure procedure, en omdat de ondernemer de logica ervan niet ziet, blijft de ondernemer nogal eens in gebreke, met consequenties voor de handhaafbaarheid. • D&H Wet behandelt de VOF hier anders dan de BV. • Ander knelpunt is dat als horecabestemming in strijd is met bestemmingsplan, D&H vergunning toch moet worden verleend (“krijgt hem wel, maar mag er geen gebruik van maken” ). Relevante Wetgeving: Drank & Horecawet: (artikel 1 lid 1). De wet kent 3 soorten leidinggevenden: 1. de “leidinggevende zijnde de ondernemer”; 2. de “algehele leidinggevende zijnde andere natuurlijke personen”; 3. de “onmiddellijk leidinggevende”. Zonder uitzondering moeten alle leidinggevenden aan een aantal eisen voldoen: Artikel 8 D&H Wet: 1. Ze mogen niet onder curatele staan of uit de ouderlijke macht of voogdij zijn ontzet. 2. Ze mogen niet in enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. 3. Ze moeten de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt. 4. Ze moeten voldoen aan de eisen van zedelijk gedrag. 5. Ze moeten voldoende inzicht en kennis hebben met betrekking tot sociale hygiëne. Conclusie: Het gaat hier om wetgeving die op zichzelf niet tegenstrijdig is maar waarvan de ondernemer het nut niet ziet en daarom niet vanzelf bereid is deze verplichting na te komen. De procedures zijn bureaucratisch en vanwege de veelvuldige aanpassing van de vergunning zijn er relatief hoge legeskosten voor de ondernemer. Aanbeveling(en) en oplossingen • Procedures in de wet sterk vereenvoudigen en sowieso een bijschrijving mogelijk te maken. Het is dringend gewenst om al op korte termijn (vooruitlopend op de nieuwe wet) via tijdelijke maatregel vereenvoudiging mogelijk te maken (het Ministerie van VWS bereidt een wijziging van de Drank- en Horecawet voor). • Van eigenaar, niet zijnde feitelijk leidinggevende, geen SVH-verklaring eisen. • Wijziging vergunning van naam leidinggevende mogelijk maken zoals ook bij wijziging inrichting. Dan kan ook lagere leges worden gehanteerd. • Bij VOF moeten alle vennoten verklaring hebben (soms werken ze absoluut niet in zaak) en bij BV ook aandeelhouders. In laatste geval alleen voorschrijven voor bestuurders. • Een concrete oplossing is invoering van een soort horecabewijs/paspoort. Het bewijs is persoonsgebonden en geldt voor een beperkte duur (bv. 5 jaar). Kan iemand bemachtigen als hij aan de in de huidige wet (artikel 8) gestelde eisen voldoet. Zo niet dan volgt intrekking. Op de vergunning (artikel 29) voor de horecagelegenheid (bedrijfsgebonden) hoeven dan alleen nog de echte leidinggevenden te worden genoemd. • Wat betreft de kosten van vergunning aanvraag en -wijziging zou de gemeente kritisch moeten bekijken of er (politieke) bereidheid is deze leges te verlagen. De kosten voor deze vergunning lijken in vergelijking tot omliggende gemeenten relatief hoog te zijn. • Evt. mogelijkheid D&H vergunning te weigeren als functie van inrichting (café, restaurant, etc.) in strijd is met bestemmingsplan.
46
Melding D2
Onderwerp: Terras en precario Betrokken instanties: Knelpunt: Omslachtige procedures bij verstrekking terras + verschil leges precario. Wetgeving: APV Conclusie: Te veel administratieve procedures. Aanbeveling: • Gemeente zal bezien of het mogelijk is alle ‘horecavergunningen’ te bundelen en zo procedure sterk te vereenvoudigen. • Den Bosch gaat na of jaarlijkse verstrekking terrasvergunning achterwege kan blijven. Melding D3
Onderwerp: Toezicht/beveiliging omgeving horecagelegenheid Betrokken instanties: Politie, Openbaar Ministerie Knelpunt: • Ondernemer is verantwoordelijk voor overlast die bezoekers van de gelegenheid veroorzaken. Beveiligingspersoneel mag niet optreden op straat van politie en OM. • Gemeente verlangt van de ondernemer dat zijn horecaportiers toezicht houden op de openbare orde tussen de onderneming en het 800 meter verderop gelegen station. Wetgeving: Artikel 1 lid 1 onder c van de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus verstaat onder beveiligingswerkzaamheden: het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van de orde en rust op terreinen en gebouwen. In overleg met bedrijfstakvertegenwoordigers is door het Ministerie van Justitie het beroepsprofiel “horecaportier/ toezichthouder” vastgesteld. In dit beroepsprofiel is aangegeven dat toegangscontrole naar de onderneming, toezicht gedurende het verblijf en bij vertrek zowel binnen als in de directe omgeving van het bedrijf, beveiligingwerkzaamheden zijn zoals de wet bedoelt. Conclusie: communicatie/interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Bovenaangehaald beroepsprofiel landelijk communiceren. • De vraag is of zo vér buiten de onderneming nog sprake is van directe omgeving van het bedrijf, dus vooral dat helder maken.
Strijdigeregels in de praktijk
47
Melding D4
Onderwerp: Premix drankjes en alcohol verstrekken via ouders Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: • Flesjes met alcoholhoudende mix (bijv Breezer) mogen wel aan 16-18 jarigen verkocht worden, zelf gemixte drankjes niet. Het percentage van de kant en klaar mixen staat vast. Zelf gemixte drankjes kunnen een wisselend alcoholpercentage hebben. • Aan minderjarigen mag geen alcohol verkocht worden. Ouders bestellen echter zelf bier voor eigen kinderen en eisen dat hieraan voldaan wordt. Wetgeving: Drank & Horecawet Conclusie: Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: JA Communicatie/interpretatieprobleem: JA Aanbeveling: • Koninklijke Horeca Nederland doet aanbeveling en er komt mogelijk proefproces. Melding D5
Onderwerp: Verkoop van alcoholhoudende drank: ter plaatse consumeren of meenemen Betrokken instanties: VWA/KvW Knelpunt: Cafetaria’s en strandtenten verkopen alcoholhoudende dranken. 2 situaties mogelijk: 1. alcohol ter plaatse te nuttigen (als in café) 2. alcohol elders te nuttigen (als in supermarkt) Deze vergunningen kunnen niet gecombineerd worden, het is of/of, zonder D&H vergunning mag ter plaatse geen alcohol genuttigd worden. Wetgeving: Drank & Horecawet Conclusie: niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: JA Aanbeveling: • Aanpassing Winkeltijdenwet: uitzondering voor zwak alcoholische dranken en uitbreiding tijden van verkoop. • Aparte taskforce strandtenten te initiëren binnenvervolg traject dat door EZ vanaf januari 2005 zal worden opgezet. • In APV verkoop van alcohol in cafetaria’s verbieden. • Bespreken met VWS in convenantoverleg.
48
Melding D6
Onderwerp: Bewaren verdovende middelen + wapens bij toegangsfouillering Betrokken instanties: Politie, Openbaar Ministerie Knelpunt: Geringe hoeveelheden verdovende middelen en zgn. categorie 4 wapens die worden aangetroffen bij toegangsfouilleringen worden n.a.v. afspraken met politie tijdelijk bewaard binnen de onderneming. Feitelijk is degene die deze goederen onder zich heeft zelf strafbaar voor bezit. Wetgeving: Opiumwet en Wet Wapens en Munitie stellen bezit strafbaar. Afspraak met politie en OM is gemaakt om verdachte niet aan te houden en de goederen in te nemen, te bewaren en regelmatig aan de politie te overhandigen bij: 1e Tot 5 gram softdrugs, tot 0,2 gram harddrugs of tot maximaal 2 pilletjes. 2e Categorie 4 wapens: voorwerpen waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor geen ander doel bestemd zijn dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder één van de andere categorieën vallen. Conclusie: Afspraken conflicterend met wet. Aanbeveling: • Een mogelijke oplossing is in de onderneming een kluis aan te brengen waarvan de sleutels/combinatie slechts bij de politie in bezit zijn. • Op het moment dat de verdovende middelen/wapens daarin gedeponeerd worden, worden ze overgedragen aan de politie en zijn ze niet meer in bezit van de ondernemer. • Ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken moeten snel helderheid verschaffen over definitieve oplossing (→ Convenantoverleg).
Strijdigeregels in de praktijk
49
Melding E1
Onderwerp: Luchtverversing en geluidoverlast Betrokken instanties: Milieu, Openbare Ruimte en Verkeer (ORV), Arbodienst, Bouwen + Welstand Knelpunt: Arbowet stelt eisen voor luchtverversing. Verplichte Airco-installatie veroorzaakt volgens milieudienst teveel geluidsoverlast. Ondernemer moet erg veel investeren in installaties die wel voldoen aan geluidsnormen. Wetgeving: • Woningwet → bouwbesluit → bouwverordening • Arbowet Conclusie: Geen tegenstrijdigheid, soms conflicterend in uitvoering indien verkeerd geadviseerd of verkeerd geïnterpreteerd. Maar meestal een probleem van communicatie. Aanbeveling → A2 • Betere communicatie, zodat geluidsaspecten vooraf kunnen worden bezien en niet, zoals nu, vaak pas achteraf na klachten. Algemeen • Betere communicatie in voortraject en afstemming tussen de gemeentelijke diensten om gezamenlijke oplossing te zoeken. • Eén Horeca Loket + Horeca accountmanager zodat ondernemer tijdig en op juiste wijze wordt ingelicht over verschillende regels en eisen. De accountmanager kan zorgen dat relevante partijen gezamenlijk het object gaan bekijken en toetsen op respectievelijke eisen. • Prioriteiten stellen als men er echt niet uitkomt. Melding E2
Onderwerp: Afvoer dampen (stankoverlast) Betrokken instanties: Milieu, Bouwen + Welstand Knelpunt: • Welstand en of monumentencommissie maakt bezwaar tegen hoogte afvoerleiding die vereist/gewenst wordt door de milieu-inspectie Wetgeving: • Woningwet → bouwbesluit → bouwverordening • Drank & Horecawet → Besluit Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen • Wet Milieubeheer Conclusie: Conflicterend in uitvoering en communicatie/interpretatieprobleem. Aanbeveling (zie ook melding A2) • Betere communicatie. Alternatief is wettelijk opgenomen in Besluit HSR te weten het installeren van een actief koolfilterinstallatie. Algemeen: • Betere communicatie in voortraject en afstemming tussen de gemeentelijke diensten om gezamenlijke oplossing te zoeken. • Eén Horeca Loket + Horeca accountmanager zodat ondernemer tijdig en op juiste wijze wordt ingelicht over verschillende regels en eisen. De accountmanager kan zorgen dat relevante partijen gezamenlijk het object gaan bekijken en toetsen op respectievelijke eisen. • Prioriteiten stellen als men er echt niet uitkomt. • In sommige gevallen kan technische oplossing uitkomst bieden (bv. stankfilter).
50
Melding E3
Onderwerp: Geluidsisolatie in monumentaal pand Betrokken instanties: Milieu, Bouwen, Welstand/Monumenten Knelpunt: Verbetering geluidsisolatie door ramen in monumentaal pand. Binnenkant isoleren lukt niet. Welstand/monumenten verzet zich hier tegen. Idem bij aanbrengen milieubesparende maatregelen (dubbel glas). Wetgeving: Besluit Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen, Bouwbesluit, Bouwverordening, Monumentenwet Conclusie: a) Tegenstrijdig : NEE. b) Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering : JA. c) Communicatie / interpretatieprobleem : JA. d) Bureaucratie/ procedures, etc. Aanbeveling: • Betere communicatie/afstemming (bestemmingsplantechnische) gebruiksmogelijkheden pand. • Gemeente: zal dit verder uitwerken met welstand, evt. met behulp van EZ expert. • Zie verder rapport paragraaf 5.1.6. Melding E4
Onderwerp Leegstaande woningen (Den Bosch) Betrokken instanties: Milieu, Bouwen, Wonen Knelpunt: Akoestische relevantie leegstaande woningen + onttrekken woningen aan de woningvoorraad. Toelichting: Woningen worden benut als opslagruimte om daarmede te voorkomen dat deze als meetpunt moeten worden meegenomen in de akoestische berekeningen. Besluit HSR kent formeel deze gedragslijn niet. Woning blijft gerelateerd aan functie in het kader van het bestemmingsplan. Wetgeving: Besluit Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen, Bestemmingsplan. Huisvestingswet/ -verordening Conclusie: Niet tegenstrijdig, maar conflicterend in uitvoering: JA. Aanbeveling: • Wetswijziging dan wel aanpassing bestemmingsplan. • Duidelijkheid verschaffen over de status van een woning. En duidelijk communiceren dat en waarom ten gevolgen daarvan minder mogelijkheden zijn.
Strijdigeregels in de praktijk
51
Melding E5
Onderwerp: Ongelijkheid geluidsniveau horecabedrijf en evenement + willekeur in metingen Betrokken instanties: Milieu, Openbare Ruimte en Verkeer Knelpunt: • Bij een evenement is vaak meer geluid toegestaan dan bij normale vaste horecaondernemingen. Ook zijn er verschillen tussen bedrijven onderling (metingen). • Daarnaast is veel onduidelijkheid over wat toegestane geluidsniveau is, hoe gemeten wordt en wanneer . • Gemeente Den Bosch begrenst vaak al van tevoren een onderneming zonder constatering van overtreding. Wetgeving: Besluit Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen, APV, Wet Milieubeheer Conclusie: Echt lokaal probleem: moet in verschillende gemeentes zelf opgelost worden. Aanbeveling: • Betere communicatie vaststellen evenementenbeleid (LANDELIJK). • In Den Bosch gesprek met Horeca over geluidniveaus heropenen. • Zie verder rapport inzake geluid, paragraaf 5.1.6. Melding E6
Onderwerp: Verantwoordelijkheid publiek voor geluidsoverlast en openbare orde Betrokken instanties: Milieu, Politie, Openbare Ruimte en Verkeer Knelpunt: Verantwoordelijkheid publiek voor geluidsoverlast en openbare orde. Wetgeving: Besluit Horeca-, Sport- en Recreatie-inrichtingen Algemene Plaatselijke Verordening Conclusie: Geen item in kader van strijdige regels, wel van grote invloed op relatie Horeca - gemeente. Aanbeveling: • Betere afbakening grens verantwoordelijkheid horecaondernemer (indirecte hinder). • Zie verder paragraaf 5.1.6. Melding E7
Onderwerp Eén klager kan heel evenement tegenhouden. Betrokken instanties: Milieu, Openbare Ruimte en Verkeer Knelpunt: Eén klager kan geheel evenement tegenhouden (publiek belang). Wetgeving: Milieuwetgeving, Algemene Plaatselijke verordening Conclusie: In dit kader geen item Aanbeveling: Beleidsontwikkeling evenementen.
52
Bijlage II Overzicht oplossingen deuren
Strijdigeregels in de praktijk
53
54
Strijdigeregels in de praktijk
55
Colofon
Dit is een uitgave van het Ministerie van Economische Zaken Directoraat-Generaal voor Ondernemen en Innovatie Publicatienummer: 04OI20 december 2004 Voor meer informatie en het bestellen van extra exemplaren: Ministerie van Economische Zaken Postbus 20101, 2500 EC Den Haag Telefoon:
0800-6463951 (binnen Nederland) of +31 (0)70-3081986
internet:
www.ez.nl www.strijdigeregels.nl
Vormgeving en Realisatie: afdeling Post en Grafische Faciliteiten Directie Interne Zaken
56
Publicatienummer: 04OI20