Subsidierapport 2012 Bijlage bij nota subsidieverstrekking
Februari 2013
Bijlage 1. 1 Bij de nota subsidieverstrekking 2013 -2019
Subsidierapport 2012 ‘’Wiis mei subsydzjes”
Provincie Fryslân Januari 2013
De nota subsidieverstrekking 2013-2019 kent als bijlage 1 het subsidierapport 2012 en als bijlage 2 het verslag van het klanttevredenheidsonderzoek subsidies 2012. 1
INHOUDSOPGAVE 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Inleiding Over beleidsdoelen en budgetten Over provinciale subsidieverordeningen Over subsidiebeschikkingen Over afrekenen en toezicht Over rapporteren en evalueren Overzicht subsidieregelingen en inhoudelijke thema’s
2
0. Inleiding In dit subsidierapport geven we achtergrondgegevens over het subsidieproces zoals dat nu – in 2012 functioneert. We bespreken de verschillende stappen in het proces. De eerste stap gaat over beleidsdoelen en budgetten. De tweede stap over verordeningen. De derde stap over subsidieverlening, De vierde stap over afrekenen en toezicht en tenslotte de vijfde stap: die over rapporteren en evalueren. 1.
Over beleidsdoelen en budgetten
De drie W-vragen De eerste stappen om uiteindelijk subsidie te kunnen verstrekken zijn het stellen van beleidsdoelen en het vrijmaken van financiële middelen. Beleidsdoelen formuleren we in beleidsnota’s. Financiële middelen stellen Provinciale Staten bij de begroting vast. In de begroting behandelen we in samenhang in een aantal programma’s (bijvoorbeeld milieu, cultuur, ruimte) de drie w-vragen : wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten? (artikel 5, financiële verordening provincie Fryslân 2010) Wat willen we bereiken? Per programma formuleren we één of meerdere doelen (thema’s/ beleidsvelden). Deze doelen baseren we op de doelen in het Coalitieakkoord en de lopende beleidsnota’s. Omdat de doelen – uitgezonderd die van het Coalitieakkoord - al in door Provinciale Staten vastgestelde beleidsnota’s zijn opgenomen, formuleren we ze in de begroting kort en bondig. Deze eerste W-vraag is breed en meerjarig. Bij dit onderdeel worden nulmetingen en prestatie-indicatoren aangegeven. Wat gaan we daarvoor doen? Met deze tweede W-vraag geven we aan wat we in het huidige begrotingsjaar doen. Bijvoorbeeld de uitvoering van het bestaande beleid en de voorbereiding van het nieuwe beleid. Het bestaande beleid stippen we kort aan, met toelichting op politieke belangrijke actualiteiten/relevante ontwikkelingen. Daarnaast beschrijven we het nieuwe beleid in de historische en toekomstige, beleidsmatige en financiële context inclusief de afweging oud voor nieuw beleid. Wat mag het kosten? Hier nemen we het bedrag op dat nodig is om de beleidsuitvoering/-voorbereiding uit te voeren. Daarbij geven we inzicht in de structurele en tijdelijke budgetten. “Nieuwe” beleidsvoorstellen lichten we één voor één toe. We werken met het gegeven: eerst beleid, dan geld. Dat betekent dat alleen als het beleid door Provinciale Staten is vastgesteld de budgetten voor gebruik openstaan. Omdat dat niet altijd gelijk op loopt, stellen Provinciale Staten soms budgetten voorwaardelijk vast en geven zij die bij de – later vast te stellen - nota pas vrij. In de begroting beantwoorden we de drie W-vragen, wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten. Provinciale beleidsnota’s Het budget voor subsidieverlening onderbouwen we in provinciale beleidsnota’s. Ook hierin werken we met de 3 W-vragen. Provinciale beleidsnota’s zijn bij uitstek de verantwoordelijkheid van Provinciale Staten. Provinciale Staten stellen in de nota’s concrete beleidsdoelen vast. Naast de concreetheid van de doelen is ook van belang dat in de nota staat hoe we het beleidsdoel bereiken. Welk beleidsinstrument we inzetten. Wil de doorwerking goed zijn dan moet het doel duidelijk, voldoende concreet en haalbaar zijn en moet 3
het beleidsinstrumenten (zoals inkoop, subsidie, lobby, regie) het juiste instrument zijn om het gewenste beleidsdoel te halen. En als we dan kiezen voor subsidies moet ook duidelijk zijn wie het subsidie ontvangt en hoe de sturingsrelatie is tussen ons als subsidiegever en een organisatie als subsidieontvanger. Voorbeeld van instrumentenkeuzes In de realisatieparagraaf van het Streekplan staat een voorbeeld van een hoofdindeling in beleidsinstrumenten. - stimuleren en inspireren (voorbeeld: benutten duurzame energie door compact bouwen) - financieel stimuleren (glastuinbouw stimuleren) - zelf uitvoeren (aanleg aquaduct de Geeuw) - doorwerking naar gemeenten door opnemen in provinciale verordening (terughoudendheid bij overschrijding grootschalige infrastructuur) - uitvoering via sectoraal beleid en sectorale wet en regelgeving (inzetten op voldoende weidevogelgebieden). In de begroting staat bij elk hoofdstuk welke beleidsnota’s voor het desbetreffende terrein uitgangspunt zijn en welke wetten aan de orde zijn. Provinciale budgetten Provinciale Staten stellen in de begroting de subsidiebudgetten vast. In de kadernota voorafgaand aan de begroting worden nieuwe voorstellen afgewogen. Onderstaand geven we de omvang van de budgetten 2013 en volgende aan. We maken onderscheid in budgetsubsidies, structurele budgetten voor projectsubsidies en tijdelijke budgetten voor projectsubsidies.
Budgetsubsidies Projectsubsidies
2013
2014
2015
2016
2017
32.022.100
31.998.600
31.998.600
31.818.600
31.818.600
4.769.840
6.310.099
7.632.849
3.616.573
3.616.573
1.597.206
1.759.382
1.769.123
2.818.464
2.818.464
484.550
8.115.175
8.115.175
8.623.925
8.623.925
Kultuer en Mienskip (minsken) (hoofdstukken begroting 7 sociaal beleid en zorg en 8 cultuur, taal, onderwijs ) Kennis en Ekonomy (wurk) (hoofdstukken begroting 4 milieu en 6 economie, recreatie en toerisme) Stêd en Plattelân (omjouwing) (hoofdstukken begroting 2 verkeer en vervoer, water 3, 5 landelijk gebied en 9 ruimte en wonen) Overig (waaronder met name gelden voor verbanden zoals IPO, hoofdstuk 1 bestuur) Totaal structurele projectsubsidies
3.271.126
3.276.626
3.282.326
3.282.326
3.282.326
10.122.722
19.461.282
20.799.473
18.341.288
18.341.288
Kultuer en Mienskip
57.169.288
52.713.848
46.602.178
82.394
82.394
72.089.704 123.695.744 252.954.736
69.870.286 72.965.889 195.550.023
56.107.171 68.029.025 170.738.374
33.632.686 44.639.985 78.355.065
33.646.034 44.639.985 78.368.413
Kennis en Ekonomy Stêd en Plattelân Totaal tijdelijke projectsubsidies
Tabel: overzicht budgetten voor budgetsubsidieinstellingen, structurele en tijdelijke budgettenvoor projectsubsidies, kadernota 2013
4
In de jaarbegroting staan de budgetten voor subsidie. In de subsidiestaat staat een opsomming van de budgetsubsidie-instellingen, met het budget voor de instelling en een korte omschrijving van de instelling. 2.
Over provinciale subsidieverordeningen
Beleid is niet genoeg. Willen we subsidie kunnen verlenen, dan doen we dat op basis van een subsidieregeling of door directe opname in de begroting. Provinciale Staten stelden het huidige systeem van verordenen in 2006 vast. Het systeem gaat uit van verantwoordelijkheid van Provinciale Staten voor het beleid, de opdracht aan ons College voor de uitvoering en rapportage door ons College over hoe het gaat met het beleid dat Provinciale Staten willen.
1 asv raam verordeningen en uitvoeringsregelingen
140 thema's Figuur: opbouw van de subsidieregelgeving van de provincie
De Algemene Subsidie Verordening 2006 De Algemene Subsidie Verordening (ASV) is het kader voor subsidies die door de provincie worden verstrekt. De ASV 2006 is zo eenvoudig mogelijk gehouden (na een proces van stroomlijnen, vereenvoudigen en dereguleren) en sluit zo veel als mogelijk aan bij het systeem en de terminologie van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de bestaande subsidiepraktijk. Hoofdstuk I bevat de algemene bepalingen. Daarin is bepaald dat ons College van Gedeputeerde Staten bevoegd is om subsidie te verstrekken. De hoofdstukken II en III bevatten de specifieke bepalingen die gelden voor de periodieke subsidies (budgetsubsidies, exploitatiesubsidies) en de projectsubsidies (eenmalige subsidies). De ASV over subsidie voor budgetsubsidie-instellingen In de ASV regelen we het fenomeen periodieke subsidie, we noemen de instellingen die deze subsidie krijgen vaak budgetsubsidie-instellingen. Voor de verstrekking van periodieke subsidies geldt een vaste subsidieperiode van vier jaar. Deze periode begint - zo stelt de ASV - op 1 januari van het tweede jaar na de verkiezing van Provinciale Staten . Wanneer men een aanvraag indient binnen een lopende subsidieperiode, dan vindt de subsidie ten hoogste plaats voor de resterende tijd van de Statenperiode. De subsidieverlening aan de BI’s is een bevoegdheid van ons College. Bij belangrijke wijzigingen horen we Provinciale Staten. De raamsubsidieverordening per begrotingsprogramma Bij de ASV 2006 voerden we de systematiek van raamsubsidieverordeningen in. Raamverordeningen regelen op een bepaald abstractieniveau de activiteiten waarvoor ons College in elk geval subsidie moet verstrekken. De tekst luidt dan steeds : 1. Gedeputeerde Staten kunnen op aanvraag een projectsubsidie verstrekken voor activiteiten die passen binnen de thema’s als bedoeld in het tweede lid. 2. Tot de thema’s van activiteiten als bedoeld in het eerste lid behoren in elk geval: a) thema x bijvoorbeeld cofinanciering Waddenfonds, b) thema y bijvoorbeeld sociaal economisch beleid. Gedeputeerde Staten kunnen overige thema’s van activiteiten benoemen. 5
3. Gedeputeerde Staten stellen ter uitvoering van het eerste lid nadere regels. De uitvoeringsregelingen projectsubsidies Per begrotingsprogramma (bijv. economie, recreatie en toerisme) stelt ons College nadere regels in de vorm van de “uitvoeringsregelingen projectsubsidies”. Deze uitvoeringsregelingen kennen verschillende titels (voorbeeld in de uitvoeringsregeling economie, recreatie en toerisme titel 9: leren voor duurzame ontwikkeling). Per titel wordt aangegeven: het doel, de subsidiabele activiteit, de voorbereiding van de aanvraag, de aanvraag, de verdelingssystematiek en de beslissing, de toetsingscriteria, de subsidiabele kosten, de hoogte, de verplichtingen, de voorschotten en de zaken rond subsidievaststelling. De specifieke subsidieverordeningen Bij de uitvoeringsregelingen gaat het vooral om de autonome taken, die taken waarover de provincie zelf de keuzes maakt.. Daarnaast bestaan andere door Provinciale Staten vastgestelde verordeningen. In de eerste plaats werken we nog met een aantal oudere subsidieregelingen, waarvan nog een aantal projecten moet worden afgerekend, maar waarvoor geen nieuwe aanvragen mogelijk zijn. Ten tweede zijn de taken die de provincie in medebewind uitvoert, die taken waar de provincie wettelijk een taak uitvoert. Het gaat dan om bijvoorbeeld Jeugdzorg, Investeringen Landelijk Gebied. Deze medebewindtaken zijn veelal in aparte subsidieverordeningen opgenomen. Ten derde zijn in Noordelijk SNN- verband aparte subsidieverordeningen door Provinciale Staten vastgesteld. Tenslotte zijn er regelingen ten aanzien van subsidies naar gemeentelijke overheden. Bijvoorbeeld ISV, BDU. De subsidieverordeningen en uitvoeringsregelingen naar hoofdstuk van de begroting geen subsidie regelingen, deels beleidsregels
provinciale raam - en uitvoeringsregeling
(ook) specifieke subsidieregelingen
1 bestuur en veiligheid
4milieu, 6 economie 7 sociaal beleid
5 landelijk gebied 6 economie
2 verkeer en vervoer
8 cultuur
3 water
9 ruimte en wonen
7 jeugdzorg
Figuur: samenvatting subsidieregelingen per begrotingshoofdstuk
Kijken we naar de programma’s in de provinciale begroting dan zien we tot het volgende. De programma’s bestuur en veiligheid (1), verkeer en vervoer (2) en water (3) kennen geen subsidieregelingen. In het overzicht van totaal structurele subsidies staat voor programma 1 echter wel een bedrag opgenomen, voor verschillende bijdragen aan samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld het IPO. Bij Verkeer en Vervoer is sprake van een beleidsregel binnen het wettelijk kader van de Brede Doeluitkering (BDU) aan de hand waarvan we subsidie verlenen. De programma’s milieu (4), economie, recreatie en toerisme (6), sociaal beleid en zorg (7) , cultuur, taal en onderwijs (8), ruimte en wonen (9) kennen allen een raam - subsidieverordening (PS) en een uitvoeringsregeling projectsubsidies (GS). Opvallend bij het programma milieu is dat er nauwelijks sprake is van subsidie. Hier is meer sprake van opdrachten. Het programma landelijk gebied kent een eigen kaderverordening, die de ASV vervangt. Naast de kaderverordening voor landelijk gebied zijn door Provinciale Staten drie subsidieverordeningen vastgesteld, respectievelijk voor projecten (subsidieverordening pMJP 2009), voor beheer van natuur (subsidieverordening natuur en landschap) en voor investeringen in natuur (subsidieverordening 6
kwaliteitsimpuls natuur). De regelgeving voor landelijk gebied is grotendeels gestroomlijnd in IPOverband en in dat verband Europaproof. Het programma economie, recreatie en toerisme kent naast de Friese raamverordening en de uitvoeringsregeling nog 3 regelingen in SNN-verband: de IPR-regeling, de NIOF innovatieregeling en de HRM-regeling. Deze regelingen voert het SNN uit. Daarnaast kent het programma ERT regelgeving voor de cofinanciering van het Rijksprogramma Pieken. Het programma sociaal beleid en zorg heeft naast de raamverordening en de uitvoeringsregeling subsidieverordeningen voor het terrein van de Jeugdzorg. Aantallen inhoudelijke projectbudgetten en aantallen budgetinstellingen In elke subsidieverordening en uitvoeringsregeling zijn zoals gesteld thema’s (titels) opgenomen waarvoor ons College subsidie kan verlenen. Daarvan zijn er zo’n 140 op dit moment (voor een overzicht zie paragraaf 6). Op dit moment subsidiëren we meer dan 90 instellingen (voor een overzicht zie de subsidiestaat in de begroting). In onderstaande tabel tonen we de aantallen per begrotingshoofdstuk. Hfds
Naam
Thema’s UVR
Thema’s SVO
Totaal Thema’s
Aantal BI’s 3 2 Verkeer en vervoer 3 3 1 4 Milieu 1 1 35 5 Landelijk Gebied 35 6 65 6 Economie, Recreatie, Toerisme 15 50 1 8 7 Sociaal beleid en zorg 6 2 20 21 8 Cultuur, taal en onderwijs 21 0 59 4 9 Ruimte en Wonen 3 1 2 137 93 Totalen 46 91 Tabel: overzicht inhoudelijke thema’s in uitvoeringsregelingen en subsidieverordeningen en aantallen budgetinstellingen naar begrotingshoofdstuk 2012
We zien verschillen tussen de begrotingsprogramma’s. In de hoofdstukken sociaal beleid en zorg en taal, cultuur en onderwijs vallen de grote aantallen instellingen op. Bij economie juist het grote aantal thema’s. Alle provinciale subsidieregelingen zijn opgenomen in de zogenoemde wettenbank, www.fryslan.nl/verordeningen. Alle provinciale budgetinstellingen staan in de begrotingsstaat in de begroting. 3.
Over subsidiebeschikkingen
Subsidiebeschikkingen Wanneer de subsidieregeling door Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten is vastgesteld kan het verlenen van subsidie beginnen. Bij het uitvoeren van het subsidieproces gaat het om bedrijfsmatige zaken. Bestuurlijk gezien ligt er de vraag naar efficiency aan de ene kant en effectiviteit aan de andere kant. Daarnaast gaat het om de voorwaarden die we burger opleggen. Schatting aantal uren provincie en instellingen In 2010 maakten we een raming van hoeveel directe tijd er gemoeid is met het subsidieproces. Het gaat dan om het beoordelen van de aanvraag, het maken van een brief waarin die beoordeling staat. Daarnaast om de tijd voor de voorschotbrief en voor de vaststelling. Het betreft niet de uren voor beleid, of bijvoorbeeld voor de sturing aan budgetsubsidie instellingen, financiën, bezwaar en beroep. Over het algemeen komen we dan uit dat we minimaal 6,5 directe administratieve uren nodig hebben (verlenen 3, 7
voorschot 1 en vaststelling 2,5). De aanvrager is gemiddeld aan administratieve tijd waarschijnlijk 16 uur kwijt voor de opzet van de aanvraag, 8 voor het inhoudelijk verslag en 10 voor het financieel verslag en meestal € 3.000 voor accountantkosten. Aantallen beschikkingen op jaarbasis Op verzoek van uw Staten maakten we voor de subsidies 2011 een overzicht in het zogenoemde nieuwe subsidieregister. In 2011 zijn er rond de 1.100 beschikkingen uitgegaan. In 2009 kwamen we tot een veel hoger aantal, bijvoorbeeld door vierjarige regelingen varieert het aantal beschikkingen. We hebben de beschikkingen in het register 2011 ingedeeld in categorieën. In de nota subsidieverstrekking hebben we die onderverdeling opgenomen en nader toegelicht. Omdat het register nu voor het eerst is gemaakt, kunnen we nog niet van kengetallen spreken. We zullen eenzelfde analyse maken op het register 2012 dat in februari 2013 klaar zal zijn. Het subsidieproces projectsubsidies Wat gebeurt er in het subsidieproces tussen de provincie en de burger, de instelling. Wat betreft projectsubsidie beschreven we in ons klantentevredenheidsonderzoek de contacten tussen ons als provincie en de aanvrager. a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w.
We stellen budget beschikbaar voor subsidie, en geven dat aan in de krant/op website We geven de subsidiecriteria op de website aan We geven aan dat we een subsidieformulier kunnen toezenden We noemen de projectbureaus plattelandsprojecten waar informatie te krijgen is Uw subsidieaanvraag komt op papier bij ons binnen We sturen u een brief met een ontvangstbevestiging (bij elke brief) We beoordelen uw subsidieaanvraag qua tijdigheid en voldoen aan de criteria We vragen u eventueel om aanvullende informatie We sturen u een brief waarin we u subsidie toekennen of afwijzen. Als we u subsidie toekennen zetten we in die brief welke eisen we stellen aan de uitvoering van uw project en de verslaglegging/afrekening We geven altijd een mogelijkheid van bezwaar en beroep We geven aan dat een voorschot op het subsidie mogelijk is U stuurt mogelijk een verzoek om een voorschot Wij sturen u een brief waarin we een voorschot toekennen We zorgen ervoor dat u het geld op uw bankrekening krijgt U voert uw project uit en stuurt ons een inhoudelijk en een verslag financieel en u verzoekt om de subsidie vast te stellen Eventueel sturen we u een brief als u niet op binnen de vastgestelde termijn uw verslag instuurt Wij beoordelen of uw vaststellingsverzoek aan de criteria voldoet en vragen eventueel extra informatie Wij sturen u een brief waarin we uw vaststellingsverzoek goedkeuren of afwijzen Wij zorgen ervoor dat u het (resterende) subsidie op uw bankrekening krijgt Als we uw verslag niet goedkeuren vorderen we voorschotten terug We geven weer een mogelijkheid van bezwaar en beroep Tussentijds kunnen er nog brieven nodig zijn omdat u uw project gewijzigd hebt
Tabel: procesbeschrijving projectsubsidies uit klantentevredenheidsonderzoek subsidie 2012
Dit is een globaal standaardproces voor subsidie. De subsidieverlening voor landelijk gebied en voor economie wijken wezenlijk af van dit standaardproces. Bij Landelijk Gebied doet Dienst Landelijk Gebied, dan wel de Dienst Regelingen van het Ministerie van EZ de afhandeling van subsidies. Onze dienst verzorgt de coördinatie van het programma. Bij Economie, Recreatie en Toerisme is er veel samenwerking in SNN-verband. Het SNN-bureau verzorgt de afhandeling van de subsidies. Het subsidieproces voor de budgetinstellingen Het proces van subsidiering van budgetinstellingen voorziet in het doorgeven aan de instelling van wat de provincie verwacht in het komend boekjaar (de julibrief), het antwoord daarop van de instelling met een productenplan voor het komende jaar. Daarop volgt de verleningbeschikking. Gedurende het jaar 8
voeren we met de meeste instellingen bestuurlijk en ambtelijk overleg voor sturing en afstemming. Tenslotte volgt het jaarverslag en de vaststellingsbeschikking over het boekjaar. Dit is een globaal standaardproces voor instellingen. Soorten instellingen, soorten taken Er is een grote verscheidenheid aan instellingen en de prestaties. We kunnen de volgende verdelingen maken: - wettelijke taak – autonome taak (Steunfunctie Partoer, Keatsbûn) - kerntaak volgens Provinciale Staten – geen kerntaak (zie uitkomst discussie Provinciale Staten december 2012) - doorgeven rijksgeld – autonoom geld (Omrop Fryslân, Fries Museum) - koppelsubsidie – autonoom subsidie (Fryske Akademy, Tresoar) - voortdurende taak – meerjarige aanjaagtaak specifiek doel (Orkest, Cartesiusinstituut) - unieke instelling voor dit doel – meerdere instellingen voor het doel (Princessehof, gemeentelijke musea) - speciaal opgericht voor provinciaal doel – bestaande instelling (UCF, Friese MilieuFederatie) - afhankelijk van provincie – slechts steun van provincie, eigen middelen (LBF, Bedrijven) subsidie enig mogelijke instrument – aanbesteden zou ook kunnen (Museum, OV) Tabel: indelingen tsubsidieinstellingen naar soorten taken (voorbeelden van instelling met de ene taak en de andere)
De sturing die we als provincie (willen) hebben varieert ten aanzien van de verschillende soorten instellingen. Een bijzondere vorm van sturing die de laatste jaren opkomt is subsidie aan een specifiek voor een beleidsdoel opgerichte stichting. Meestal is er bij subsidieverlening sprake van een subsidierelatie met beperkte sturingsmiddelen. Een toezegging kan gewijzigd worden of ingetrokken. In de praktijk kan een politiek bestuur, hetzij ons College dan wel Provinciale Staten een dermate belang hechten aan het welslagen van het beleid dat er sprake is van verdergaande bemoeienis. Die verdergaande bemoeienis is er bijvoorbeeld (geweest) bij het Cartesiusinstituut, UCF en Dairy Campus, het Project Stellingwerven Welzijn. Wij lopen - zo heeft de praktijk getoond – in dit geval risico. Omdat het om vernieuwing en investeren in een toekomst gaat is dat dragen van risico aanvaardbaar, wanneer de verwachtingen daarover bestuurlijk maar goed zijn vastgelegd. De bestuurlijke vraag die hierbij speelt is of er onderscheid gemaakt moet worden bij subsidieverlening tussen standaard subsidie-instellingen en specifieke tijdelijke “aanjaagorganisaties”. Informatie over subsidie
Figuur: bezoek aan website in een bepaalde periode Ruim 200.000 mensen per jaar bezoeken onze website, samen bijna 400.000 maal. De bezoekers bekijken ruim 2,5 miljoen maal één of meer van de ruim 4.400 pagina’s. Het verloop van het bezoek aan de pagina met subsidies staat in bovenstaande grafiek. Het aantal malen dat deze pagina werd opgevraagd bedraagt ruim 27.000 maal. Als we kijken naar de zoekopdrachten over dezelfde periode op www.fryslan.nl, dan staat de zoekterm ‘subsidie’ op nummer 1.
9
Klanttevredenheidsonderzoek naar het subsidieproces Het is belangrijk om te weten wat de mensen die subsidie aanvragen vinden van de dienstverlening. In juli 2012 vroegen we dit aan een kleine 500 projectaanvragers die te maken hebben met cultuur, landelijk gebied, economie. 31% van de mensen reageerde. Het volledige verslag van het onderzoek staat op de provinciale website. De communicatie scoort gemiddeld 7,6 met als bijzonderheid de waardering voor de vriendelijkheid en beleefdheid van de medewerkers. De informatie scoort 7,4; vooral ten aanzien van het feit of er duidelijk is wat de aanvrager moest doen is er kritiek. Waardering voor de procedure gemiddeld een 7,1. Hierbij was er met name vraag naar meer helderheid van de procedure. De tijd tussen de publicatie en het moeten indienen van de aanvraag scoorde als belangrijkste kritiekpunt. Waardering rapportcijfer Gemiddelde cijfer Aandeel 8 en meer communicatie 7,6 65 % informatie 7,4 60% procedure 7,1 55% Tabel: uitkomsten van klantentevredenheid subsidies in rapportcijfers 1-10
Aandeel 5 en minder 9% 10% 14%
Op de vraag, hoe men weet dat er een subsidieregeling is, scoort “gehoord van derden” hoger dan “de website van de provincie”. Publicatie in de krant scoort van alle mogelijkheden het laagst. Wanneer men daadwerkelijk informatie moet hebben over het indienen van de aanvraag is de website van de provincie de belangrijkste bron. Maar toegezonden mails of telefoontjes van de provincie zijn ook van belang. Een kwart van de mensen heeft hulp gehad bij het invullen van de aanvraag, waarvan maar 5% uitgebreid. Meer dan de helft van de mensen heeft 2 tot 5 keer contact met de provincie over de aanvraag, een kleine 10% zelfs 6-10 keer. We vroegen of we verbeteringen kunnen aanbrengen in de procedure. 55% noemt geen verbeteringen. Een derde ziet echter wel mogelijke verbeteringen in de stap van beoordelen van de aanvraag tot het toekennen van subsidies. Een vijfde noemt verbeteringen in de stap van projectidee naar opsturen van de subsidieaanvraag. De waardering is echter over het algemeen hoog te noemen. We legden aan de mensen voor wat ze zouden vinden van het nieuwe beleid met minder beschikkingen. 85% acht dat een goede zaak. Welke subsidies mogelijk zijn staat op de website www.fryslan.nl. Welke subsidies verleend zijn staat in het zogenaamde subsidieregister ook op de website. Meningen over de provinciale subsidieverlening zie het rapport over het klantentevredenheidsonderzoek 2012..
4.
Over het controleren bij subsidieverlening
Verantwoording/vaststellingsbeschikkingen De ASV kent drie verantwoordingsarrangementen: a. subsidies van € 5.000 of lager: verantwoording over prestatie, subsidies van € 5.000 tot € 50.000: verantwoording over prestatie en kosten en c. subsidies vanaf € 50.000: verantwoording over prestatie en kosten met accountantsverklaring. De ASV biedt de mogelijkheid om subsidies tot maximaal € 1.000 direct vast te stellen. Bij de meeste subsidies rekenen we dus naar aanleiding van een vaststellingsbeschikking af op de werkelijke kosten die de gesubsidieerde heeft gemaakt. Onderzoek van concerncontrol 10
Om de regeldruk te verminderen is in de ASV 2006 de grens voor een verplichte accountantsverklaring bij de afrekening van een subsidie gesteld op € 50.000. In het geval subsidieontvangende partijen geen accountantsverklaring hoeven te overleggen, is sprake van een verhoogd risico op misbruik en oneigenlijk gebruik van provinciale financiële middelen. De ASV (H2, art. 18, en H3, art. 39) biedt de mogelijkheid om bij subsidieontvangende partijen een controle te doen. Elk jaar doen we beperkt onderzoek naar subsidieverstrekking onder € 50.000, ter controle. Bij subsidies groter dan € 50.000 doen we onderzoek om inzicht te geven of en in hoeverre een instelling met aantoonbaar afgesproken en gerealiseerde producten bijdraagt aan de provinciale doelstellingen.
5.
Over het rapporteren en evalueren van subsidieverlening
Bedrijfsmatige rapportage over de subsidieverlening Per regeling houden we gegevens voor de bedrijfsvoering bij. Op dit moment werken we aan de invoering van zaakgericht werken, zodat gegevens gemakkelijker te verkrijgen zijn. In de bestuurlijke rapportages (berap’s) geven we afwijkingen van afspraken aan. Bedrijfsmatig kijken we daarnaast in het kader van de managementletters en de accountantsrapporten naar de subsidieverlening. Op verzoek van Provinciale Staten vulden we voor het jaar 2011 een subsidieregister in, zodat op de website te zien is welke subsidies we als provincie verleenden. Beleidsmatige rapportage over het doelbereik van subsidieverlening Per beleidsveld wordt in zijn algemeenheid in het kader van beleidsvorming ook subsidieverlening geëvalueerd. Bij de beleidsvelden verkeer en vervoer en milieu werken we met monitoringsrapporten. Landelijk Gebied subsidies waren tot voor kort onderdeel van het zogenaamde Investeringsbudget Landelijk Gebied. In dat verband werkten we met visitatiecommissie, rapportages aan de Staten en de Tweede Kamer, Midterm Reviews. Voor recreatie worden overallcijfers bijgehouden over de stand van het aantal toeristen en betrokken arbeidsplaatsen. Voor een programma voor Europa maken we in SNNverband een eindrapport na afsluiting van het gehele programma. Er is daarmee een heel scala aan rapportages en evaluatierapporten. Bedrijfsmatige gegevens over subsidieverlening staan in de berap’s en in de managementletters. Inhoudelijke gegevens over subsidieverlening staan in evaluatierapporten, die onderdeel uitmaken van het beleidsvormingsproces.
11
6.
Overzicht subsidieregelingen en inhoudelijke thema’s
Onderstaand het overzicht van subsidieverordeningen en regelingen gerangschikt naar vaststelling. tabel: voor subsidies in Fryslân vastgestelde subsidieregelingen naar vaststellende instantie
A1
provinciale staten van Fryslân
A2 provinciale staten van Fryslân, Groningen en Drenthe
A3 gedeputeerde staten van Fryslân
•ASV 2006 •Kadersubsidieverordening pMJP •Provinciale regeling buurtbusprojecten •Provinciale verordening ISV •Provinciale verordening ISV tweede fase •Regeling verbetering sociale veiligheid openbaar vervoer •Regeling verbetering toegankelijkheid openbaar vervoer •Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer 2006 •Subsidieregeling Natuurbeheer 2006 •Subsidieverordening Budget Sociaal-Economisch Beleid 2004 •Subsidieverordening Bureau Jeugdzorg Fryslân •Subsidieverordening Archeologie •Subsidieverordening monumenten en cultuurhistorie 2005-2010 •Subsidieverordening CTO •Subsidieverordening ERT •Subsidieverordening Ruimte •Subsidieverordening Milieu •Subsidieverordening Sociaal Beleid en Zorg •Subsidieverordening Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap 2011 •Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer 2011 •Subsidieverordening Plattelandsbeleid 2005-2008 •Subsidieverordening pMJP •Subsidieverordening Sociaal Investeringsfonds •Subsidieverordening Zorgaanbod Jeugdzorg Fryslân •Tijdelijke subsidieverordening Mounumenten en cultuurhistorie 2009 •Verdelingsverordening locatiegebonden Subsidies •Verdelingsverordening locatiegebonden subsidies 2005-2009 •Verdelingsverordening Provinciaal Stads- en dorpsvernieuwingsfonds 1994
•Kaderverordening subsidies SNN 2000 •HRM Plus 2009 •IPR 2009 •NIOF 2010 •Omnibus Decentraal-regeling Noord-Nederland •NIOF 2008 •HRM Plus 2010 •Verordening Transitie II en Pieken •Uitvoeringsregeling projectsubsidies Ruimte •Uitvoeringsregeling projectsubsidies CTO •Uitvoeringsregeling projectsubsidies Milieu •Uitvoeringsregeling projectsubsidies ERT •Uitvoeringsregeling projectsubsidies Sociaal beleid en zorg •Beleidsregel BDU
A4 bestuur van een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincie Fryslân deelneemt
•Subsidieverordening Waddenfonds
12
Onderstaand het overzicht van inhoudelijke thema’s onderverdeeld naar hoofdstuk in de begroting en in subsidie verordeningen enerzijds en uitvoeringsregelingen/beleidsregels anderzijds. Voor een volledig beeld, zie www.fryslan.nl/verordeningen. Inhoudelijke thema’s in subsidieverordeningen Hoofdstuk 5: landelijk gebied Subsidieverordening pMJP Fryslân 2009 (33 inhoudelijke thema’s) 1. Landbouw en Visserij (4) grondgebonden landbouw , vrijwillige kavelruil, infrastructuur (landinrichting/gebiedsontw.) agrarische bedrijfsverplaatsing + investering, kennis en innovatie duurzame landbouw, visserij 2. Natuur (9) Subsidie verwerving gronden EH,S Natuur (beheer/inrichting) overig1, in stand houding schaapkuddes, weidevogelbeheer , herstellen kleine natuurgebieden, activiteiten Milieu Natuur en Landschapszorg, verbeteren milieukwalitei t EHS, Nationale Parken , soortenbescherming 3. Bodemsanering (1) 4. Recreatie en Toerisme (2) recreatief groen R&T voorzieningen 5. Landschap en Archeologie (5)) landschap, landschap generiek, nationale landschappen, veil5 stellen archeologische objecten, instellen archeologische steunpunten 6. Sociaal economische vitaliteit platteland (12) verbetering leefbaarheid platteland, bouw dorpshuizen, basisvoorzieningen woon zorg, kleinschalige leefbaarheid- initiatieven, leefbaarheid regionaal niveau, leefbaarheid provinciaal niveau, verbetering fysieke leefomgeving , stimuleren verbreden plattelandseconomie., projecten erfgoed, rieten daken, cultuur platteland, plattelandsprojecten Leader
Subsidieverordening en natuur- en landschap (2 verordeningen/ 2 inhoudelijke thema’s) 1. beheer natuur en 2 kwaliteitsimpuls natuur
Hoofdstuk 6: economie, recreatie en toerisme Subsidieverordening Budget Sociaal-Economisch Beleid 2004 (6 inhoudelijke thema’s) 1. Versterking concurrentiekracht Fries bedrijfsleven , innovatie en kenniskracht, informatie- en communicatietechnologie (ICT), internationalisatie, starterbeleid 2. Versterking ondernemers en vestigingsklimaat, versterking ruimtelijke - economische structuur, promotie en acquisitie
SNN-verordeningen (7 inhoudelijke thema’s) IPR Investeringspremieregeling Noord-Nederland 2009 (SNN) (2) verwerving bedrijfsgebouwen, verwerving duurzame bedrijfsuitrusting NIOF Noordelijk Innovatie Ondersteuning Faciliteit 2010 (4) Ontwikkelingsprojecten van en vermarkten door ondernemingen, implementatie van een ontwikkelingstraject, in dienst nemen van een kennisdrager, Deelneming aan buitenlandse beurzen Omnibus Decentraal regeling Noord-Nederland 2008 (1) Activiteiten: onderzoek, innovatie en ontwikkeling, risicokapitaal Human Resource Management Plus 2010 (2) professionalisering personeelsmanagement, verhoging inzetbaarheid werknemers in arbeidsproces
Provinciale verordeningen i.v.m. rijksbeleid en Europees beleid ( x inhoudelijke thema’s) Verordening Transitie II en Pieken 2011 (24) : energie, water, sensortechnologie, agribusiness, life science en toerisme daarbinnen programmalijnen gericht op clustervorming en profilering, valorisatie, nieuwe product markt combinaties, aanwezigheid kenniswerkers Programma “Koers Noord op weg naar pieken 2007-2010;Operationeel Programma Noord-Nederland 2007-2013 (EFRO-geld)
Hoofdstuk 7: sociaal beleid en zorg Subsidieverordening bureau Jeugdzorg en Zorgaanbod Jeugdzorg Fryslân (2 inhoudelijke thema’s) Bureau Jeugdzorg en Zorgaanbod Jeugdzorg Fryslân
Hoofdstuk 9: ruimte en wonen Provinciale verordening ISV (1 inhoudelijke thema) Provinciale verordening ISV tweede fase
Inhoudelijke thema’s in uitvoeringsregelingen en beleidsregels Hoofdstuk 2: verkeer en vervoer Beleidsregel projectsubsidies BDU (3 inhoudelijke thema) 13
1. Infrastructuur 2. Openbaar Vervoer 3. Gedragsbeïnvloeding
Hoofdstuk 4: milieu Uitvoeringsregeling milieu (1 inhoudelijk thema) Externe veiligheid
Hoofdstuk 6: economie, recreatie en toerisme Uitvoeringsregeling economie, recreatie en toerisme (15 inhoudelijke thema’s) 1. Cofinanciering Waddenfonds, natuur- en landschapswaarden, het verminderen of wegnemen van externe bedreigingen van de natuurlijke rijkdom van de Waddenzee; een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied dan wel gericht zijn op een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied en de direct aangrenzende gebieden; het ontwikkelen van een duurzame kennishuishouding ten aanzien van het waddengebied. 2. Fryslân Fermijt II nieuwe, experimentele projecten binnen de vier thema’s Recreatie en Toerisme, Duurzame Energie, Water en Gezond ouder worden, die passen binnen de doelstelling van het Regionaal Innovatie Programma Fryslân, Fryslân Fernijt III. 3. Onderhoud baggeren FMP 4. Bezinningstoerisme 5. Stimuleren elektrisch Varen in Fryslân 6. Stimuleren installatie zonnestroomsystemen in Fryslân 7. Stimuleren vulpunten voor duurzame transportbrandstoffen 8. Toerisme Natuurlijk Fryslân 2009-2012 (STINAF) 9. Leren voor duurzame ontwikkeling 10. Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren 2010 11. Innovatieve energieprojecten bestaande bouw woningcoöperaties 12. Fryslân Fernijt III nieuwe, experimentele projecten binnen de vier thema’s Recreatie en Toerisme, Duurzame Energie, Water en Gezond ouder worden, die passen binnen de doelstelling van het Regionaal Innovatie Programma Fryslân, Fryslân Fernijt III. 13. Koplopersgebieden Energiezuinige Nieuwbouw 2011 14. Stimuleren oplaadpunten Elektrisch Varen 15. Elektrificering Friese Verhuurvloot 16. Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren 2011-2013 17. Leren voor duurzame ontwikkeling II 18. University Campus Fryslân
Hoofdstuk 7: sociaal beleid en zorg Uitvoeringsregeling Sociaal Beleid en Zorg (6 inhoudelijke thema’s) 2. Sociaal Investeringsfonds (SIF) (5) Jeugd en Gezin, Maatschappelijke participatie, Vermaatschappelijking en leefbaarheid, Zorg 5. Budget Sport (3)Grootschalige sportevenementen ,Sportevenementen Friese sporten
Hoofdstuk 8: cultuur, taal onderwijs Uitvoeringsregeling Cultuur, taal en onderwijs (21 inhoudelijke thema’s) 2.1 Podiumkunsten (6) Professionele Producties, Podiumkunsten, Theater en Muziekvoorstellingen, Begeleiding amateurkoren Friestalig Toneel, Iepenloftspullen 2.2 Culturele evenementen (1) 2.3 Media (1) Mediaproducties 2.4 Friese literatuur (3) Uitgeven Friestalige Literatuur ,Activiteiten Friestalige Literatuur ,Vertalingen friestalige literatuur 2.5 Friese taal (1) Bevorderen Fries Taalgebruik 2.6 Culturele activiteiten (4) Culturele Activiteiten, Cultuurparticipatie, Brûsplakken, Basisvoorzieningen 2.7 Onderwijs (5) Onderwijskundige kwaliteit prim. onderwijs, integraal taalbeleid primair onderwijs, Fries in het voortgezet onderwijs, Leerlingenzorg en brede scholen, Jorritsma Boschmafonds
Hoofdstuk 9 : ruimte en wonen Uitvoeringsregeling ruimte (3 inhoudelijke thema’s) CPO Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Stimuleringsregeling monumenten 2011/2012 Stimulering funderingsherstel
Tabel: thema’s waarvoor provinciaal subsidie mogelijk is.
14