Bijlage 2 bij AB-voorstel voorjaarsnota 2013 (2014 – 2017) (DM 639096) In deze bijlage treft u het totale pakket aan bezuinigingsvoorstellen aan. Elk voorstel is opgemaakt in het format van een zogenaamde “bezuinigingskaart”. Het pakket is onderverdeeld in:
Bestuurlijke bezuinigingskaarten waarbij bestuurlijke doelstellingen worden aangepast om kosten mee te verlagen; Ontwikkelingskaarten waarbij nieuwe bestuurlijke doelen worden gesteld waar extra kosten mee zijn gemoeid; Ambtelijke bezuinigingskaarten waarbij bedrijfsvoeringkosten worden verlaagd zonder dat dit consequenties heeft ten aanzien van bestuurlijke doelstellingen.
1
OVERZICHT BESTUURLIJKE BEZUINIGINGSKAARTEN 1. Peilbesluiten (blz. 3) 2. Beperken stimuleringsregeling afkoppelen (blz. 4) 4. Stoppen Anti-afhaak subsidies (blz. 5) 6. Deregulering en uniformering regelgeving (blz. 6) 7. Wateropgave wateroverlast (blz. 7) 8. Maaionderhoud extensiveren (blz. 8) 9. Maaiafval nuttig toepassen (blz. 10) 10. Stopzetten vuilvissen (blz. 11) 11. Stopzetten preventieve bestrijding exoten (blz. 12) 12. Baggerprogramma extensiveren (blz. 13) 13. Slibverwerking tegen de laagste kosten (blz. 14) 16. Rijden op eigen groen gas niet meer doen (blz. 15) 18. Afschaffen kwijtschelding belastingen (blz. 16) 19. Individuele diensten individueel afrekenen (blz. 17) 20. Ontwikkeling waterakkoorden (blz. 19) 22. Monitoring (blz. 20) 23. Afzien van indexering (blz. 22) 24. Beperken personeelskosten 5 – 10% in fte ‘s (blz. 23) 25. Aansturing Gemeenschappelijke Regelingen (blz. 24) 26. Jaarlijkse investeringsuitgaven maximaal € 25 miljoen (blz. 25) 27. Renovatie en investeringsniveau RWZI Utrecht (blz. 26) 28. Beperken van EKRW maatregelen (blz. 27) 29. Heffing voor faciliteren nachtvorstschadeberegening (blz. 28) *
de ontbrekende nummers betreffen vervallen bezuinigingskaarten
2
1. Bezuinigingskaart peilbesluiten
Beschrijving Bezuinigingsmogelijkheden voor peilbesluiten hebben betrekking op proces en frequentie voor het opstellen van watergebiedsplannen / peilbesluiten. Voor watergebiedsplannen is al een nee … tenzij benadering afgesproken met het college. Voor peilbesluiten is afhankelijk van het gebied maatwerk mogelijk in proces en frequentie. In “eenvoudige” gebieden waar geen waterhuishoudkundige knelpunten zijn en de peilen voldoen kan volstaan worden met een eenvoudig proces om de praktijkpeilen opnieuw vast te stellen en de minimaal benodigde wettelijke procedure te volgen. Het peilbesluit is dan weer 10 jaar actueel. In “moeilijke” gebieden met waterhuishoudkundige knelpunten en/of substantiële wensen om peilen aan te passen kan het noodzakelijk zijn aanvullende analyses te doen, varianten uit te werken en een intensiever proces samen met de streek te volgen. De inzet van capaciteit/budget is dan groter en de doorlooptijd langer. De wettelijke termijn voor geldigheid van een peilbesluit is 10 jaar; deze termijn kan éénmaal met 5 jaar verlengd worden; daarna moet het peilbesluit worden herzien, Dit biedt ruimte om peilbesluiten die nog actueel zijn (<10 jaar) en waar geen substantiële knelpunten of aanpassingswensen zijn, via een eenvoudige procedure en met een minimum aan inhoudelijk werk te verlengen. Het peilbesluit is dan weer 5 jaar actueel. In “moeilijke” gebieden zal de normale herzieningsprocedure gevolgd worden, waarbij de keuze tussen een intensieve en minder intensieve aanpak beargumenteerd aan het college zal worden voorgelegd.
Omvang bezuiniging in exploitatie Combinatie van lagere frequentie met eenvoudiger proces waar mogelijk leidt tot een verwachte besparing in de exploitatie van € 75.000 (deels capaciteit, deels externe advieskosten).
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Met de provincies Utrecht en Zuid-Holland is overleg nodig om de geschetste aanpak inhoudelijk en procedureel af te stemmen en waar nodig in werkafspraken vast te leggen.
Hoe doen anderen het? Een ander waterschap heeft ervaring met de verlenging van peilbesluiten waarvan gebruik gemaakt zal worden. Met de Zuid-hollandse waterschappen werken we samen in het kader van de Wateragenda waarbij peilbesluiten één van de actiepunten is; daar zullen we onze aanpak inbrengen.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014
2015 75.000
2016 75.000
3
2017 75.000
2. Bezuinigingskaart Beperking stimuleringsregeling afkoppelen
Beschrijving De realisatie van de stimuleringsregeling afkoppelen loopt achter, waardoor deze reservering slechts voor een deel wordt gebruikt. Voorgesteld wordt om een deel van het beschikbare krediet vrij te laten vallen en als bezuiniging in te boeken.
Omvang bezuiniging in exploitatie Incidentele bezuiniging voor 2 jaar (2013 en 2014) van 150.000 euro
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s De risico’s zijn beperkt. Meer informatie is te vinden in de evaluatie van de regeling,
Hoe doen anderen het? Niet bekend.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 75.000
2015 -
2016 -
4
2017 -
4. Bezuinigingskaart stoppen anti-afhaaksubsidies
Beschrijving Enkele bedrijven ontvangen van het waterschap een anti-afhaak subsidie. We zouden daarmee kunnen stoppen vanaf het moment dat dat contractueel mogelijk is (2014).
Omvang bezuiniging in exploitatie 140.000 euro per jaar.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Het stoppen van de subsidie kan een stimulans zijn voor de bedrijven om ervoor te kiezen om zelf te gaan voorzuiveren. Dit kunnen ze overigens ook doen zonder het stopzetten van de subsidie. Elk bedrijf kan hierin een eigen afweging maken. De consequentie hiervan is dat het belastingdraagvlak voor de zuiveringsheffing daalt en het tarief zal moeten stijgen om dezelfde belastingopbrengst te genereren. Met name in de eerste jaren direct na het afhaken van de bedrijven treedt dit nadeel op: bij de vaststelling van het tarief is rekening gehouden met de inkomsten uit deze bedrijven, terwijl de belastingopbrengst lager zal zijn.
Hoe doen anderen het?
Waterschap A: hier werd aan een 5-tal bedrijven een heffingskorting verleend. Bij het aflopen van de contracten in 2012 is de heffingskorting niet opnieuw verleend omdat dit niet meer toegestaan. Hierdoor zijn inmiddels 2 bedrijven in een vergevorderd stadium van afhaken, 2 bedrijven hebben plannen uitgewerkt maar nog geen besluit genomen en voor 1 bedrijf blijkt het verlenen van heffingskorting door het waterschap de beste optie voor beiden en wordt er toestemming hiervoor gevraagd van de Europese Commissie. Waterschap B: hier ontvangt nog 1 bedrijf heffingskorting en dat zal komen te vervallen. Waarschijnlijk gaat dit bedrijf dan een eigen rwzi bouwen. Een commissie van I&M denkt na over modernisering van de zuiveringsheffing. In dit verband wordt druk op Brussel uitgeoefend om de anti-afhaakregeling te verlengen. Volgens het waterschapslid van deze commissie maakt dit een goede kans. Waterschap C is al eerder gestopt, in 2009, met het verlenen van heffingskorting en dat heeft hun imagoschade opgeleverd.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 140.000
2015 140.000
2016 140.000
5
2017 140.000
6. Bezuinigingskaart deregulering en uniformering regelgeving Beschrijving Eenvoudiger en meer uniforme regels leiden tot minder inspanning op het gebied van V&H en efficiëntere samenwerking met andere waterschappen. Om deze bezuiniging te realiseren is aanpassing van de Keur vereist.
Omvang bezuiniging in exploitatie De geraamde bezuiniging bedraagt € 80.000 / jaar vanaf 2016. Om deze bezuiniging te realiseren moet in 2014 de Keur worden aangepast. De hiervoor geraamde kosten bedragen eenmalig € 100.000, deze kosten kunnen gedekt worden uit de reguliere exploitatie.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s De beoogde bezuiniging wordt alleen behaald als werkelijke vereenvoudiging van regelgeving wordt gerealiseerd.
Hoe doen anderen het? Deregulering is ook een aandachtspunt bij andere waterschappen.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 -
2016 80.000
6
2017 80.000
7. Bezuinigingskaart wateropgave wateroverlast Beschrijving De nu in uitvoering zijnde maatregelen voor de wateropgave wateroverlast reduceren deze opgave met 70%. De resterende 30% ligt grotendeels in het veenweidegebied. In plaats van fysieke maatregelen (waterberging en vergroten gemaalcapaciteit) kan ook worden gekozen voor schaderegelingen (vergoeden schade optredende inundaties). Als gekozen wordt voor vergoeding van schade als gevolg van inundaties stellen wij voor gebruik te maken van een onbemande en op afstand bedienbare helikopter. De helikopter (grootte 1,5-2,5 meter) is voorzien van een camera en speciale gps en maakt opnamen van het overstroomde gebied. Deze opnamen worden door aparte software bewerkt en aangeboden aan Intwis om te koppelen aan de kadaster informatie bij HDSR. Door de beelden te vergelijken met een nulmeting (beelden van het gebied zonder overstroming) en de contouren van de watergangen aan te brengen, is het mogelijk het geïnundeerde oppervlak per Kadasterperceel te bepalen. Daarnaast moet het waterschap een schaderegeling vaststellen.
Omvang bezuiniging in exploitatie De niet uit te voeren maatregelen leiden tot de volgende bezuiniging in de investeringen: 2014 € 2.380.000
2015 € 3.950.000
2016 € 2.400.000
Dit leidt vanaf 2016 tot een vermindering (voorlopige schatting) van € 500.000 aan kapitaallasten. Hier tegenover staan de volgende kosten: 2015: Eenmalige investering in een schaderegeling: € 50.000 2015: Eenmalige investering € 40.000 voor de helikopter + software alsmede € 60.000 voor training en uitvoeren nulmeting. Vanaf 2016 jaarlijkse exploitatielasten € 20.000 voor training, onderhoud en brandstof helikopter. Vanaf 2016 jaarlijkse exploitatielasten € 40.000 voor uitkeren van schade. De resulterende bezuiniging vanaf 2016 bedraagt € 400.000.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Deze aanpak is juridisch complex om uitgewerkt te krijgen. Het vergt een grote mate van paraatheid van onze medewerkers om op het juiste moment inundaties vast te leggen. Als niet op het juiste moment gevlogen wordt kan dit leiden tot discussie omtrent schadeclaims.
Hoe doen anderen het? Ook andere veenweide waterschappen overwegen om de wateropgave ten dele op te lossen d.m.v. een schaderegeling. Met deze waterschappen werken wij samen.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging (vergt investering in 2015 van € 150.000,-) 2014 -
2015
2016 € 400.000
7
2017 € 400.000
8. Bezuinigingskaart maaionderhoud extensiveren Beschrijving Jaarlijks geven we circa 2 miljoen uit aan het maaionderhoud van onze watergangen. Dit voorstel houdt in dat de maaifrequentie standaard wordt gehalveerd en of het maaimoment wordt verlaat. Doordat de resterende maaibeurten intensiever zijn is de bezuiniging niet de helft van het budget.
Omvang bezuiniging in exploitatie Op het totale jaarlijkse budget van € 2.000.000 wordt € 750.000 bespaard.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s De hoeveelheid water die per tijdseenheid door een watergang stroomt wordt bepaald door de afmetingen van de watergang, het verhang (de helling van de waterlijn) en de weerstand in de watergang. Als er minder en/of later gemaaid zal er gedurende een langere periode meer vegetatie in de watergang aanwezig zijn. Aangezien de afmeting van de watergang niet verandert is er een groter verhang noodzakelijk (opstuwing) als de weerstand toeneemt (meer vegetatie) om dezelfde hoeveelheid water door een watergang te laten stromen. Bij halvering van het aantal maaibeurten zal de weerstand sterk toenemen. De toename is niet eenvoudig en generiek te kwantificeren. Een kleine, ondiepe watergang groeit sneller dicht dan een grote, diepe en bij vruchtbare (klei, veen) grond gebeurt dit eerder dan in lichte grond. Op basis van expert judgement wordt verwacht dat de weerstand een orde 2 à 3 zal toenemen. Het verhang is niet omgekeerd recht evenredig met de weerstand maar kent een kwadratisch verband: bij een verdubbeling van de weerstand stijgt het verhang met een factor 4 om dezelfde hoeveelheid water door een watergang te laten stromen. In de praktijk betekent dit: Bij afvoersituaties zal het verhang in de watergang aanzienlijk groter worden. Uit een eerste modelverkenning blijkt een extra peiloploop van gemiddeld circa 0,2 m te verwachten in een T=10 situatie (bui met een statistische herhalingstijd van 1 keer per 10 jaar). Dit zijn stijgingen bovenop het verhang dat in de huidige situatie al in een T = 10 afvoersituatie ontstaat! Met name langs de Kromme Rijn en in de bovenstroomse delen van de afvoergebieden in het westen en oosten van het beheergebied worden extra peilstijgingen tussen de 0,2 m en 0,5 m berekend. In een afvoersituatie komt meer vegetatie dan in de huidige situatie “los”, wat leidt tot verstopte duikers en ophopingen van plantmateriaal in de watergang. Naast een grotere kans tot wateroverlast leidt dit tot kostenverhogingen om de verstoppingen te verhelpen. De toename in kans is zeer lastig in te schatten. Bij een afname van de maaifrequentie neemt de kans toe dat een intensieve bui valt in een sterk begroeide situatie. De watergangen zullen namelijk gedurende een langere periode (van meerdere maanden) sterk begroeid zijn, waar ze in de huidige situatie in die periode licht tot matig begroeid zijn. Ingeschat wordt dat de NBW opgave aanzienlijk toeneemt. Er zullen meer locaties zijn waar inundaties vaker voorkomen dan de gebiedsnorm voorschrijft. Met name in het veenweidegebied (beperkte drooglegging) en de vrij afwaterende gebieden in het Kromme Rijngebied (relatief lange, smalle en ondiepe watergangen) wordt een aanzienlijke toename van wateroverlast verwacht. Als gevolg hiervan wordt een toename van klachten, imagoschade en mogelijk schadeclaims verwacht. Voor een goede inschatting/ kwantificering is verder onderzoek noodzakelijk.
8
Door de beheerder is de afgelopen jaren scherp gekeken naar mogelijkheden om de frequentie van het maaionderhoud te beperken, zonder wateroverlast te creëren. Er wordt reeds scherp aan de wind gezeild. Op verschillende locaties is gebleken dat de maaifrequentie juist omhoog moet. Als voorbeeld van noodzakelijke frequentieverhoging is ondermeer de Meijepolder te noemen waar afgelopen zomer aanzienlijke wateroverlast ontstond. Voor aanvoersituaties (bijvoorbeeld beregening voor de fruitteelt) geldt dat het huidige aanvoerdebiet in de zomersituatie niet meer door de watergangen te transporteren is. Naar verwachting neemt de aanvoercapaciteit af tussen de 35 tot 70 % (expert judgement). Er kan dan niet voldaan worden aan de watervraag die in de huidige situatie bestaat. Naar verwachting leidt dit tot veel weerstand uit de sector. Kanttekeningen: 1. Een aantal kostenverhogende zaken zijn afgelopen jaren niet doorvertaald in een verhoging van het maaibudget en betreft dus reeds indirect een doorgevoerde bezuiniging. Recente BTW verhoging van 19 naar 21 %; Rode diesel is per 1 januari 2013 afgeschaft. Dit leidt tot een stijging in de kosten van het maaionderhoud; Het te onderhouden areaal is in de afgelopen jaren toegenomen, ondermeer als gevolg van de watergebiedsplannen (meer en breder water) en de uitbreiding van de Vinex-Leidsche Rijn. 2. Als er minder gemaaid wordt, neemt de snelheid van baggeraangroei toe. Als gevolg moet er frequenter gebaggerd gaan worden. Het ontbreekt aan gegevens om hier kwantitatieve uitspraken over te verrichten.
Hoe doen anderen het? Bij enkele andere waterschappen wordt door bezuinigingen de maaifrequentie omlaag gebracht. Als voorbeeld is in het het portefeuillehouderoverleg de berichtgeving van Waterschap A besproken. De situatie van dit waterschap kan echter niet goed vergeleken worden met die van ons eigen waterschap. Bij Waterschap A wordt namelijk gestopt met met het onderhouden van zo'n 400 kilometer watergangen waarvan de wettelijke onderhoudsplicht bij de aanliggende eigenaren ligt. Het onderhoud dat aan deze watergangen door het waterschap werd uitgevoerd, was een soort ‘service' die verleend werd. Een dergelijke bezuiniging is bij ons waterschap niet mogelijk, omdat HDSR geen watergangen onderhoudt waarvan de wettelijke onderhoudsplicht bij derden ligt.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 750.000
2015 € 750.000
2016 € 750.000
9
2017 € 750.000
2018 € 750.000
9. Bezuinigingskaart maaiafval nuttig toepassen Beschrijving Door de opkomst van belangstelling voor groenafval voorzien we een afname van de kosten voor het storten van maaiafval. In combinatie met het beter organiseren van deze afvalstroom binnen HDSR zien wij een bezuiniging op de kosten voor het maaionderhoud.
Omvang bezuiniging in exploitatie Geschat wordt dat er op het totale budget van € 800.000 (voor zowel de inzameling als het storten) ca. 13% bespaard kan worden door een deel van het afval dat daarvoor in aanmerking komt een nuttige bestemming te geven zodat stortkosten worden vermeden. Omdat studie en onderzoek nodig is, is de besparing pas mogelijk in 2015.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Dit is een nieuwe ontwikkeling, die voor het waterschap nieuw is. Onderzoek en studie is nodig om te bepalen hoe groot het feitelijke potentieel is. Naast de mogelijkheid dat er meer besparing mogelijk is bestaat de mogelijkheid dat wetgeving of gebrek aan lokale afnemers realisatie van de besparing vertragen of uitsluiten. Een ander risico ligt in de combinatie met de besparing op het maaionderhoud zelf: als hierop wordt bespaard zal de hoeveelheid beschikbaar maaiafval afnemen en daarmee de mogelijke opbrengst van deze bezuiniging.
Hoe doen anderen het? Geen gegevens bekend.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 € 100.000
2016 € 100.000
10
2017 € 100.000
10. Bezuinigingskaart stopzetten vuilvissen Beschrijving Het waterschap geeft jaarlijks ongeveer € 300.000 uit aan het vuilvissen in met name stedelijke gebieden. Het verwijderen van het vuil wordt in veel gevallen gedaan vanuit het oogpunt van esthetiek en niet omdat er een direct probleem is in de waterhuishouding. De voorgestelde bezuiniging betreft het voorstel om alleen nog maar te gaan vuilvissen op momenten dat de waterhuishouding en kwaliteit in gevaar komt.
Omvang bezuiniging in exploitatie De bezuiniging omvat 66% van het huidige budget, en bedraagt € 200.000 per jaar vanaf 2014.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Afname van de beleving van onze wateren. Onze watergangen zien er vervuilder uit. Toename van klachten, en doordat gemeenten ook bezuinigen op het verwijderen van straatvuil zien we een toename van de hoeveelheid vuil in de watergangen (waait erin). Meer storingen bij gemalen door vuil in pompen. Hogere kosten in herstel storing (pompen lichten) en in de wachtdienst. Niet alle watergangen zijn toegankelijk voor bootjes door aanwezige obstakels. Veiligheid onder water komt in het geding. Afname betrokkenheid medewerkers. Met name buitendienstmedewerkers voelen zich niet meer trots op een watersysteem dat er zo slordig bij ligt.
Hoe doen anderen het? Deze ontwikkeling zie je breed binnen overheden (gemeenten) waar bezuinigd wordt op de kwaliteit van het straatbeeld.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 200.000
2015 € 200.000
2016 € 200.000
11
2017 € 200.000
11. Bezuinigingskaart stopzetten preventieve bestrijding exoten Beschrijving Het bestuur heeft jaren geleden jaarlijks € 200.000 beschikbaar gesteld voor het verwijderen van de toen belangrijkst aanwezige woekerende exotische waterplant, de grote waternavel. Dit verloopt succesvol. De afgelopen jaren zijn er echter meerdere nieuwe woekerende exotische waterplanten bijgekomen. Het initiële budget voor bestrijding van grote waternavel wordt nu algemeen ingezet voor de bestrijding van alle woekerende exotische waterplanten. Dit voorstel minimaliseert de bestrijding van woekerende exotische waterplanten. Dit houdt in dat we niet meer preventief bestrijden maar alleen op plaatsen waar het waterbeheer kwalitatief of kwantitatief in gevaar komt. Tevens voeren wij de bestrijding alleen nog uit in het primaire stelsel. Knelpunten in het tertiaire systeem dient door de onderhoudsplichtige volgens de legger te worden gedaan.
Omvang bezuiniging in exploitatie De bezuiniging omvat 75% van het huidige budget, en bedraagt € 80.000 per jaar vanaf 2014.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Op korte termijn zijn de risico's (op het eerste gezicht) relatief beperkt. Risico's openbaren zich waarschijnlijk met name op lange(re) termijn. Met het huidige bestrijdingsregime (inclusief preventieve controle) zijn de woekerende exotische waterplanten redelijk in de hand te houden. Door de voorgestelde bezuiniging kan een explosieve groei ontstaan wat gevolgen heeft voor zowel het kwaliteits- als kwantiteitsbeheer. Kwalitatief kan er een ecologische verdrukking van inheemse planten en dieren plaatsvinden wat het hele ecologisch evenwicht kan verstoren. Kwantitatief kunnen de woekerende exotische waterplanten zorgen voor extra gevaar (met name wateroverlast) door verstopte duikers en ander niet goed functioneren van kunstwerken. Ook valt te denken aan klachten door recreanten (zwemmen, recreatievaart, etc.) door veel biomassa aan waterplanten in het water. Indien wordt bezuinigd kunnen incidentele calamiteiten (zoals het ongelijk bladig vederkruid in Houten (raming 75k per jaar nodig voor komende 5 jaar)) niet adequaat worden opgepakt vanwege een tekort aan middelen.
Hoe doen anderen het? Niet bekend.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 80.000
2015 € 80.000
2016 € 80.000
12
2017 € 80.000
12. Bezuinigingskaart baggerprogramma extensiveren Beschrijving Door temporisering van het huidige baggerprogramma wordt vanaf 2014 jaarlijks voor 5.3 mln. euro bagger verwijderd (voorheen 8,0 mln.). Hiermee wordt naast de jaarlijkse bagger aanwas ook de opgelopen achterstand verwijderd. De verhouding is ongeveer 4.3 mln. voor verwijderen reguliere aanwas en nu aan het eind van het programma nog 1 mln. voor het verwijderen van de resterende achterstand (2014-2016). Doelstelling van het baggerprogramma is om in 2016 het doorstroomprofiel van alle watergangen op leggerniveau te hebben en daarna te houden. Dit bezuinigingsvoorstel betreft de keuze om de opgelopen achterstand niet in te lopen, maar te handhaven. Kortom, wij voldoen als waterschap niet aan de eisen die wij zelf stellen aan het doorstroomprofiel van de watergang. Onze resterende achterstand blijft!
Omvang bezuiniging in exploitatie Vanaf 2015 wordt er € 500.000 bespaard op de jaarlijkse kosten van € 5.300.000. De voorgenomen maatregel levert geen besparing op in de personele inzet doordat, als gevolg van de maatregel, wij meer gaan inbesteden (dus minder uitbesteden, meer zelf doen).
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s
Een hogere slibaanwas kan de doorstroming van de watergang nadelig belemmeren met schades & claims als gevolg. Doordat in sommige watergangen het doorstroomprofiel wordt verkleind door het aanwezige slib kan het nodig zijn het maairegime aan te passen. Ook zal flora sneller groeien, met een hoger maairegime tot gevolg, naar mate meer bagger (voedingsbodem) in een watergang zit. Dit kan een kostenstijging op maaionderhoud opleveren. Hier ligt een risico ten aanzien van de voorgenomen bezuiniging op maaionderhoud. Doordat wij als overheid zelf niet voldoen aan onze gestelde eisen tav het profiel van de watergang, fungeren wij niet als goed voorbeeld richting onze ingelanden en mede overheden. Kortom, slechte voorbeeldfunctie. De schouw kan moeilijker handhavend optreden bij de (diepte)schouw wanneer wij als waterschap de zaken zelf niet op orde hebben. De verwachting is dat door het wegwerken van de achterstand het risicoprofiel van schades als gevolg van overstroming de afgelopen jaar flink is verkleind. Naarmate de slibaanwas (en dus de achterstand) weer toeneemt, groeit ook het risicoprofiel. De inschatting is dat een besparing van € 1 miljoen mogelijk is, ofwel: deze besparing kan ingeboekt worden zonder dat er kostenstijgingen als gevolg van extra claims tegenover staan op de korte termijn. Daarbij is een randvoorwaarde dat er een goede monitoring plaatsvindt van zowel de slibaanwas als de optredende schades, zodat ook tijdig kan worden gecommuniceerd over oplopende achterstanden die op termijn een intensivering van het baggerprogramma noodzakelijk maken.
Hoe doen anderen het? Nog geen gegevens bekend.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 € 500.000
2016 € 500.000
13
2017 € 1.250.000
13. Bezuinigingskaart slibverwerking tegen laagste kosten Beschrijving Het aanbesteden van de verwerking van slib gebeurt nu met een aantal duurzaamheidscriteria. Als we ervoor kiezen bij het aanbesteden naast deze duurzaamheidscriteria scherper op prijs te selecteren dan kunnen we hier geld besparen. Voor de slibverwerking van rwzi Utrecht is een investering geraamd. Deze investering is niet nodig als wij afspraken kunnen maken met een partij die restcapaciteit beschikbaar heeft waardoor deze tegen lage kosten binnen onze duurzaamheidscriteria slib kan verwerken.
Omvang bezuiniging in exploitatie Wij besparen hiermee € 47.700.000 in investeringen (rwzi Utrecht). De geraamde jaarlijkse bezuiniging loopt op van € 285.000 in 2014 tot € 900.000 vanaf 2016.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Het realiseren van een slibverwerking op het Zandpad na beëindiging van de samenwerking met een andere partij na 15 jaar, wordt het een (vergunningstechnische) uitdaging als er gedurende zo’n lange periode geen slibverwerking heeft gestaan. Daarnaast is het de vraag of en hoe we duurzaamheidsaspecten van de (eind)verwerking van het slib tot onze eigen prestatie kunnen rekenen.
Hoe doen anderen het? Voorzover bekend hanteren collega-waterschappen vergelijkbare duurzaamheidscriteria als wij.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 285.000
2015 285.000
2016 900.000
14
2017 900.000
16. Bezuinigingskaart rijden op eigen groengas niet meer doen Beschrijving De organisatie wil graag rijden op gas van ons eigen poep en plas, dat vrijkomt op onze RWZI’s. Het gas wordt nu via WKK ingezet voor de eigen energievoorziening op de RWZI. Momenteel rijden al een aantal eigen auto’s op groengas. Nu betalen wij daarvoor nog aan de pomp, als we zelf groengas maken en dat aan het net leveren krijgen we certificaten waarmee we het eigen gebruik van groengas kunnen compenseren. Om het gas aan het net te kunnen leveren is een investering nodig van 750.000 euro. Daarnaast worden er kosten voor extra inkoop van electra gemaakt omdat een deel van het gas niet meer ingezet kan worden voor de energievoorziening op de RWZI. Opbrengsten zijn de vermeden gaskosten voor onze auto’s. Het beeld is dat er geen sluitende businesscase is voor deze investering, en dat de investering niet rendeert. Het schrappen van de investering betekent een eenmalige besparing op de voorgenomen investeringen van € 750.000. Eventuele opbrengsten zijn nog niet mee begroot.
Omvang bezuiniging in exploitatie 750.000 eenmalig (investeringsbezuiniging), vertaald naar een vermeden kapitaals- en rentelast bedraagt de bezuiniging € 60.000 gedurende 15 jaar.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Met dit voorstel missen we een kans om ons duurzame imago te verbeteren. Het risico is beperkt, het rijden op groengas gaat wel gewoon door – het door ons geproduceerde gas wordt ook nuttig toegepast – hetzij voor een andere doel dan mobiliteit.
Hoe doen anderen het? Enkele waterschappen hebben zelf geïnvesteerd om op eigen groen gas te kunnen rijden.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 60.000
2015 € 60.000
2016 € 60.000
15
2017 € 60.000
18. Afschaffen kwijtschelding belastingen Beschrijving Het waterschap heeft een kwijtscheldingsregeling, waarbij ingezeten met een te beperkt vermogen om belasting te betalen gedeeltelijk of volledig vrijgesteld worden van de belastingplicht. Kwijtschelding vindt plaats in de categorieën zuiveringsheffing en watersysteemheffing ingezetenen. Het afschaffen van deze kwijtscheldingsregeling levert een verhoging op van de belastingopbrengst. Daartegenover staan extra kosten in verband met invorderingswerkzaamheden en extra oninbaarheden. Het gedeeltelijk afschaffen van kwijtschelding (door aanscherping van de kwijtscheldingsnorm) levert een aanzienlijk lagere besparing op.)
Omvang bezuiniging in exploitatie Netto (d.w.z. incl. verrekening extra werk aan administratie, vervolgingskosten, deurwaarders etc.) € 180.000 per jaar.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s
Het waterschap krijgt te maken met een grotere hoeveelheid (22.000 i.p.v. 5.000) dwangbevelen en gerechtelijke procedures. Afschaffing betekent dat er consequenties zijn voor het ‘sociale gezicht’ van het waterschap in de regio. Wij werken voor de belastinginning samen met de gemeente Utrecht en de gemeente de Bilt, die een vergelijkbare regeling hebben. Hoewel deze samenwerking ruimte laat voor eigen beleid, betekent het afschaffen van kwijtschelding (hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk) meer werk voor het samenwerkingsverband.
Hoe doen anderen het? Voor zover nu bekend hebben alle waterschappen een kwijtscheldingsregeling.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging (netto inkomsten!) 2014 180.000
2015 180.000
2016 180.000
16
2017 180.000
19. Individuele diensten individueel afrekenen Algemeen Voor de bekostiging van haar wettelijke taken is ons waterschap in beginsel aangewezen op de watersysteemheffingen en de zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing. De waterschapswet kent echter nog andere belastingen, te weten: 1. precariorechten voor het medegebruik van onze onroerende zaken (te denken valt aan ligplaatsen voor boten en schepen, bruggen, steigers, kabels en leidingen) 2. retributies (een heffing voor het leveren van diensten) 3. leges, bijvoorbeeld voor het afgeven van vergunningen Daarnaast heeft het waterschap inkomsten uit de exploitatie van haar eigendommen, zoals visrechten. We kunnen meer gebruik maken van onze bevoegdheden om heffingen (rechten) in te stellen en op die manier de inkomsten van het waterschap verhogen. Het gaat daarbij dan natuurlijk niet om echte bezuinigingen maar om lastenverzwaringen voor bepaalde groepen burgers en bedrijven.) Voor deze bezuinigingsopgave is slechts het heffen van leges indicatief uitgewerkt om een verhoging van de inkomsten op te baseren. Retributies en precariorechten heffen zijn nu niet verder uitgewerkt.
Beschrijving Uitgangspunt bij dit bezuinigingsvoorstel is dat deze bezuiniging wordt doorgevoerd vanuit het hiervoor beschreven strategisch principe: individuele diensten individueel afrekenen. Leges is daarvan nu het verst uitgevoerde voorstel, precariorechten heffen is ook denkbaar. Alle gemeenten vragen leges voor bouw-, milieu- en aanlegvergunningen. Binnen enkele jaren gaat de watervergunning op in de omgevingsvergunning. Deze wordt afgegeven door de gemeente. De gemeente vraagt daar leges voor. Voor de watercomponent kunnen wij een toeslag vragen (te innen door de gemeente). Daarom zou het een optie zijn om in de aanloop naar de omgevingsvergunning alvast deze component manifest te maken.
Omvang bezuiniging in exploitatie Op basis van cijfers van Waterschap A en ons Waterschap wordt een mogelijke opbrengst van maximaal €700.000 per jaar, zakkend naar € 400.000 per jaar geprognosticeerd. (Voor de goede orde zij opgemerkt dat bij het gros van de waterschappen de legesinkomsten aanzienlijk lager zijn dan bij Waterschap A. De bovenstaande opbrengst lijkt alleen reëel bij een forse legesheffing, uitgangspunt bij uitwerking moet zijn dat de omvang van de leges afhankelijk is van de totale bouwsom. Het heffen van leges zal waarschijnlijk leiden tot toename van de overtredingsdruk en extra handhavingskosten.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s
Naast inkomsten ook extra werk: opstellen / actualiseren legesverordening, administratie Zodra mensen leges moeten betalen voor een vergunning waarvan ze niet weten of zij die wel krijgen, zijn er mensen die de vergunning niet aanvragen. Het werk wordt dan wel gewoon uitgevoerd; het risico dat ze gesnapt worden nemen zij op de koop toe. Het innen van leges werkt illegaliteit in de hand, wat een extra beslag doet op onze handhavers. Wij leggen vergunningplicht op omdat we ons water en onze waterstaatswerken willen beschermen. Een burger die toevallig op een kering woont wordt al genoeg in zijn vrijheden beperkt doordat hij niet alles mag. Moet je hem dan ook nog voor een vergunning laten betalen? Geen populaire maatregel dus. 17
Afstand doen van de gedachte om de last van een “lokale doelgroep die de pech heeft in de buurt van water te wonen” te verdelen over de draagkracht van het totale beheergebied “waar allen belang hebben bij die waterinfrastructuur en -voorziening”.
Hoe doen anderen het? Alle gemeenten vragen leges, vrijwel alle waterschappen heffen leges op de vergunningen. Bij enkele waterschappen lopen discussies om de legesverordeningen af te bouwen.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging (extra inkomsten!) 2014
2015
2016 700.000
2017 500.000
2018 400.000
Aantallen: - WSRL verwerkt 1300 aanvragen + 2000 gratis melding: € 1,4 mio - HDSR verwerkte 848 aanvragen + 560 meldingen: mutatis mutandis € 0,9 mio Gemiddeld te berekenen €1075,- per vergunning.!!
18
20. Ontwikkeling waterakkoorden Beschrijving In de leidraad waterakkoorden van RWS en de Unie van waterschappen wordt gesteld dat in principe geen verrekening dient plaats te vinden bij waterakkoorden. In de toekomst (deltaprogramma) zal HDSR meer water moeten aanvoeren naar het Westen van Nederland. Na de initiële investeringskosten (deltafonds) komen de extra beheer en onderhoudskosten dan geheel voor rekening van HDSR. Hier tegenover staat dat HDSR volgens het zelfde verrekeningsprincipe ook geen vergoeding meer hoeft te betalen voor de waterafvoer naar aangrenzende waterbeheerders.
Omvang bezuiniging in exploitatie Vanaf 2015 een bezuiniging van € 255.000 per jaar.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s De geschatte opbrengst is afhankelijk van de medewerking van de andere partijen bij onze waterakkoorden en de uitwerking van de Deltabeslissing zoetwater en daardoor onzeker.
Hoe doen anderen het? De meeste waterschappen verrekenen onderling geen kosten. Dit geldt ook voor Rijkswaterstaat
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 255.000
2016 255.000
19
2017 255.000
2018 255.000
22. Bezuinigingskaart monitoring Beschrijving Jaarlijks wordt door HDSR fysisch-chemische en biologische monitoring uitgevoerd. Het doel van deze monitoring is inzichtelijk te maken hoe het met de chemische en biologische toestand in ons watersysteem gesteld is en hoe deze zich in de tijd ontwikkelt. Deze monitoring is op te delen in projectmatige monitoring (bv om een eenmalig beeld te krijgen van de actuele situatie en bij calamiteiten) en in verschillende meetnetten. De projectmatige monitoring wordt obv het beschikbare geld jaarlijks opnieuw bekeken. Voor bezuiniging op de monitoring dmv reductie op een aantal van deze meetnetten is hieronder een voorstel gedaan. Er zijn drie verschillende meetnetten die de fysisch-chemische en biologische waterkwaliteit monitoren: 1. Het KRW-meetnet, uitgevoerd in de 30 KRW-waterlichamen. 2. Het roulerend meetnet, cyclus van zes jaar voor monitoring van het achterliggende gebied. Dit meetnet dient als ondersteuning voor het KRW-meetnet. 3. Het bestrijdingsmiddelenmeetnet. Doel van dit meetnet is een goed beeld hebben welke bestrijdingsmiddelen binnen ons gebied de waterkwaliteit bedreigen en hoe dit zich verhoudt tot het landelijk beeld; het is uitdrukkelijk niet bedoeld om overtreders op de sporen maar helpt uiteraard wel knelpunten te signaleren. Gegevens van dit meetnet worden tevens tbv de KRW gerapporteerd. Zoals eerder gemeld heeft, de informatie die met de totale monitoring verzameld wordt, als doel de toestand van het oppervlaktewater vast te stellen. Deels omdat wetgeving het verplicht, maar ook ter ondersteuning van eigen planvorming en beleid. Routinematige meetnetten moeten ontwikkelingen kunnen volgen, het is lange termijn werk. De meetnetten leveren informatie op waarmee vragen beantwoord kunnen worden in de trend van: waar gaat het goed, zijn er knelpunten, gaat het al beter, wat zijn de probleemstoffen, etc. Naast de verschillende meetnetten wordt jaarlijks (gedurende het zomerseizoen) in het beheersgebied van HDSR op 104 meetpunten chlorofyl-a bepaald. Het doel van deze metingen is tweeledig: - Een goedkope en tijdsefficiënte manier om een bredere kijk te krijgen op de ecologische situatie in het beheersgebied van HDSR. - Monitoring van de eutrofiëringgraad. Daling of stijging van het chlorofyl-a- gehalte kan sturend zijn voor: - het al dan niet uitvoeren van maatregelen tegen eutrofiering (zoals doorspoeling, actief biologisch beheer etc.) - normering en handhaving (normstelling voor bedrijven, RWZI's etc.) Voorstel: 1. Reductie bestrijdingsmiddelen meetnet: momenteel wordt er maandelijks op 10 locaties gemeten. Voorgesteld wordt om deze monitoring om de maand te gaan uitvoeren. Hiermee worden slechts de helft van de kosten gemaakt. (€ 75.000 reductie) 2. Aantal monsterpunten Roulerend Meetnet verminderen: op dit moment worden ongeveer 25 monsterpunten per jaar onderzocht. Voorgesteld wordt om jaarlijks drie monsterpunten uit het roulerend meetnet te schrappen. (€ 10.000 reductie) 3. Aantal monsterpunten Chlorofyl-a verminderen: voorgesteld wordt om jaarlijks 26 monsterpunten uit het chlorofyl-a meetnet te schrappen. (€ 6.000 reductie)
Omvang bezuiniging in exploitatie € 91.000 / jaar
20
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Algemeen: De monitoring loopt via AQUON. Wij zijn contractueel verbonden aan afname van een in de business case vastgelegde jaarlijkse meetvraag. Wanneer wij minder afnemen zullen wij (tot 2015) een deel van deze (niet afgenomen) monitoring toch moeten betalen. Reductie bestrijdingsmiddelen meetnet: 1. Het meten van bestrijdingsmiddelen wordt onder andere uitgevoerd ter ondersteuning van het thema Schoon water. Er is nu minder onderbouwing van dit thema. 2. Met minder bestrijdingsmiddelengegevens wordt het lastiger de discussie met de sector te voeren. We zijn als waterschap in goed contact met de fruitsector via het fruitteeltconvenant. Dit proces heeft landelijk groot aanzien. Door de voorgestelde verandering kan de indruk ontstaan dat we het proces niet serieus nemen. 3. Vermindering van het monitoren van bepaalde bestrijdingsmiddelen zal leiden tot een beperkter inzicht in de eventuele problemen met deze bestrijdingsmiddelen. 4. Wanneer zich een calamiteit voordoet heeft HDSR minder historische gegevens om aan te tonen dat het om een incidenteel probleem gaat. Aantal monsterpunten Roulerend Meetnet verminderen: 1. Het roulerend meetnet is indertijd samengesteld om een representatief beeld te krijgen van het achterliggende gebied van HDSR. Door punten te verwijderen worden verschillende types water (fortgrachten, wielen) niet voldoende in beeld gebracht waardoor een totaaloverzicht ontbreekt. 2. Minder inzicht in de waterkwaliteit waardoor het treffen van sturingsmaatregelen op lange termijn ten behoeve van een structurele verbetering van de waterkwaliteit en ecologie minder efficiënt zal kunnen worden toegepast. 3. Minder inzicht in de effecten van waterkwaliteitsmaatregelen. Aantal monsterpunten Chlorofyl-a verminderen 1. Minder inzicht in de waterkwaliteit waardoor het treffen van sturingsmaatregelen op lange termijn ten behoeve van een structurele verbetering van de waterkwaliteit en ecologie minder efficiënt zal kunnen worden toegepast.
Hoe doen anderen het? Ieder waterschap heeft de monitoring op een eigen wijze ingevuld. Er zijn uiteraard vele overeenkomsten maar ook vele verschillen. De overeenkomsten zitten voornamelijk in de wettelijke monitoring. Echter de wettelijke teksten m.b.t. waterkwaliteitsmonitoring zijn op vele manieren te interpreteren. Tevens heeft elk waterschap zijn eigen watersysteemkenmerken en belangen waardoor de monitoring niet te vergelijken is.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 91.000
2015 91.000
2016 91.000
21
2017 91.000
2018 91.000
23. Bezuinigingskaart: Afzien van indexering. Beschrijving Afzien van indexering (op basis van CPB cijfers), aangezien prijzen en tarieven onder druk staan, ook voor de HDSR organisatie. Hoewel een gedeelte van de indexering al vast ligt, (namelijk de CAO – indexering) dient dit deel te worden gecompenseerd in de bezuinigings-kaart die is opgesteld onder Beperken personeelskosten door reductie van 5 – 10 % fte’s.
Omvang bezuiniging in exploitatie € 1,4 miljoen (2014); € 1,4 miljoen (2015) ; € 1,4 miljoen (2016) ; € 1,4 miljoen (2017)
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s - Afhankelijkheid van economisch gerelateerde factoren; - Enige kans op overschrijding van de begroting omdat prijsstijgingen niet opgevangen zouden kunnen worden binnen de budgetten; anderzijds zijn de economische en marktomstandigheden zodanig, dat er geen sprake is van prijsstijgingen in het bedrijfsleven t.g.v. sterk concurrerende markt - Inflatie.
Hoe doen anderen het? HDSR heeft in de vorige bestuursperioden regelmatig niet geindexeerd om efficiency, effectiviteit en doelmatigheid te stimuleren. Dit heeft destijds niet geleid tot overschrijdingen in de begrotingen. Lagere overheden proberen vaak eventuele prijsstijgingen met behulp van indexpercentages in de begroting te compenseren. Er is nu geen reden te bedenken waarom de overheid de broekriem niet dient aan te halen in economisch slechtere tijden, waarin vele waterschapsbelastingbetalers de eindjes nauwelijks aan elkaar kunnen knopen. Normaliter verwerken lagere overheden prijsstijging met behulp van indexpercentages in de begroting. Wanneer er lucht in de begroting zit kan incidenteel indexering achterwege blijven zonder dat dit leidt tot overschrijdingen. De jaarrekening van 2012 heeft laten zien dat er in de begroting van HDSR geen lucht meer zit. Niet indexeren zal waarschijnlijk leiden tot overschrijdingen. Daarentegen: Waar een wil is, is een weg, aansturing is dan het devies.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 1,4
2015 € 2,8
2016 € 4,2
22
2017 € 5,6
2018 6,0
24. Bezuinigingskaart: Beperken personeelskosten 5 - 10% in fte’s Beschrijving Beperking personeelskosten door reductie van 5 à 10% in fte ‘s. Er is geen reden te bedenken, waarom de overheid deze slag niet moet maken en het bedrijfsleven noodgedwongen wel. Dit moet leiden tot een effectieve HDSR organisatie. Er ligt ook een bezuinigingskaart strategisch personeelsmanagement & verlaging inhuur, met een bezuinigingspotentieel van tenminste € 1,0 miljoen per jaar voor de jaren 2014 tot en met 2018. Terugbrengen van de personeelsomvang bij voorkeur op basis van natuurlijk verloop. Bezuiniging wordt dan ook gefaseerd gerealiseerd. Inhuur van tijdelijke specifieke expertise is gewenst om HDSR verder te ontwikkelen en voor specialistische onderwerpen, die in bepaalde programma’s / projecten uitgewerkt dienen te worden. Dit bespaart veel op de uitvoering van programma’s / projecten.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s
Bestuurlijke ambities komen (verder) onder druk te staan; HDSR kan vanwege hogere werkdruk als een minder aantrekkelijke werkgever worden ervaren; Door de hogere werkdruk kan de productiviteit door uitval onder druk komen te staan. Er bestaat echter ook de mogelijkheid dat door de hogere werkdruk betere prestaties ontstaan, het teamverband hechter wordt en sprake is van minder verzuim.
Omvang bezuiniging in exploitatie Uitgaande van 5% besparing op de kosten die zijn gerelateerd aan personeel in loondienst (de andere personeelskosten zijn gerelateerd aan personeel van derden en zijn betrokken in de andere bezuinigingskaart), bedraagt de omvang van de bezuiniging ongeveer 1,0 miljoen euro. Daarbij wordt het personeel van de GR MRB buiten beschouwing gelaten omdat deze meelopen in de bezuinigingskaart over de GR’s. Het uiteindelijke bezuinigingsbedrag wordt in de loop der jaren geleidelijk aan bereikt.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 0,2
2015 € 0,4
2016 € 0,6
23
2017 € 0,8
2018 € 1,0
25. Bezuinigingskaart: Aansturing Gemeenschappelijke Regelingen Beschrijving De diverse samenwerkingsverbanden drastisch onder de loep nemen, waterschapshuis, Aquon, belastingsamenwerking, muskusrattenbeheer etc. Alleen investeren in ontwikkelingen waarbij een reductie van exploitatiekosten in de toekomst kan worden aangetoond en risico’s worden beheerst door preventieve en correctieve maatregelen.
Omvang samenwerkingsverbanden 1. Aquon tussen de € 1,6 en € 2 miljoen op jaarbasis; Meetvraag HDSR drastisch beperken, trendanalyse toepassen, je afvragen wat je met de resultaten doet, behoudens specifieke omstandigheden, calamiteiten en analyse t.b.v. te treffen maatregelen 2. MRB: € 2,4 miljoen op jaarbasis; Kosten aandeel HDSR op lager niveau brengen 3. Waterschapshuis € 800.000,- op jaarbasis; Alleen de ontwikkelingen deelnemen die bijdragen aan verlaging exploitatiekosten 4. Belastingsamenwerking € 2,4 miljoen op jaarbasis; Bij instroom andere gemeenten dienen kosten voor HDSR sterk te worden gereduceerd. Minstens terug naar kostenniveau van de samenwerking Limburg. Toetredende gemeenten moeten bijdragen aan de aanloopkosten van de GR. Totaal: tussen € 7,2 en € 7,6 miljoen op jaarbasis
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Rekening houden met gemaakte afspraken
Hoe doen anderen het? Gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden zijn aangegaan vanwege het te bereiken kostenvoordeel. Ook collega-waterschappen nemen aan deze en andere samenwerkingsverbanden deel. Echter de gemeenschappelijke regelingen hebben nog niet geleid tot een overeenkomstige reductie in exploitatiekosten HDSR. Hierop dient te worden gestuurd.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 0,185
2015 € 0,370
2016 € 0,555
24
2017 € 0,740
2018 € 0,740
26. Bezuinigingskaart: Jaarlijkse investeringsuitgaven maximaal € 25 miljoen Beschrijving Jaarlijkse investeringen tot ca afschrijvingsniveau terugbrengen, om drastische jaarlijkse ontwikkelingen in kapitaallasten te stoppen. Maximaal investeringsniveau van € 25 miljoen (exclusief rwzi Utrecht). Deze mogelijkheid doet zich nu voor omdat alle rwzi’s (behalve Utrecht maar die ligt buiten de scope van deze kaart) nu op orde zijn en dat de WGP’s op koers liggen. Conform de voorjaarsnota 2013 zou in dat geval de rekenbasis voor de begroting 2014 € 9 miljoen lager uitvallen, namelijk van € 34 miljoen naar € 25 miljoen. Het is niet de bedoeling om de functionaliteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de installaties in het geding te brengen.
Omvang bezuiniging in exploitatie Het effect van € 9,0 miljoen lagere investeringsuitgaven vertaalt zich in lagere kapitaallasten. Uitgaande van een afschrijvingstermijn van gemiddeld 20 jaar en een rentepercentage van 4% bedraagt de besparing op kapitaallasten gemiddeld € 0,6 miljoen gedurende de gebruiksduur van de investering. Deze besparing werkt pas volledig door in het jaar na activering. Als het investeringsniveau jaarlijks ca. € 9,0 miljoen lager ligt loopt de cumulatieve besparing per jaar op met € 0,6 mio euro. Op de lange termijn moet dan tientallen miljoenen minder worden geïnvestereerd.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s
Risico’s voor bedrijfsvoering, indien onderhoud en noodzakelijke investeringen achter blijven, zijn beperkt omdat het geen absoluut plafond is omdat functionaliteit niet in het geding mag zijn. Het kan daardoor gebeuren dat niet de gehele bezuiniging wordt gerealiseerd; Binnen het kader voor investeringsuitgaven moet getracht worden te voorkomen dat onderhouds- en exploitatiekosten stijgen door veroudering van installaties. Investeringen met een korte terugverdientijd moeten worden gerealiseerd.
Hoe doen anderen het? Ook van andere waterschappen is bekend dat de investeringsbegroting hoger is dan de begrote afschrijvingskosten in het betreffende jaar. Dit heeft veelal te maken met de waarderingsgrondslag ‘aanschafwaarde’. Een installatie die nu vervangen wordt, wordt afgeschreven tegen de aanschafwaarde van (soms) tientallen jaren geleden. De afschrijvingen zijn gebaseerd op een prijspeil van vele jaren terug en de investeringsuitgaven zijn gebaseerd op het actuele prijspeil.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 0,3
2015 € 0,9
2016 € 1,5
25
2017 € 2,1
2018 € 2,7
27. Bezuinigingskaart: Renovatie en investeringsniveau RWZI Utrecht Beschrijving Renovatie rwzi Utrecht i.p.v. nieuwbouw, gefaseerde vernieuwing/vervanging. Investering van € 80 miljoen - € 100 miljoen i.p.v. € 140 miljoen - € 160 miljoen. Geen desinvesteringen in de toekomst. Max. energiebenutting voor eigen gebruik rwzi ‘s. Proces tuning en nazuivering om aan landelijke emissie eisen te voldoen. Deze keuze houdt de mogelijkheid open om over ongeveer 15 jaar alsnog met een lager risico op bewezen nieuwe zuiverings-techniek over te stappen.
Kanttekening Bovenstaande punten maken integraal onderdeel uit van de heroverweging rondom de investeringen in het kader van de rwzi Utrecht. Bij de besluitvorming hierover is uiteraard het AB aan zet. In de huidige voorjaarsnota 2013 is nog als uitgangspunt de besluitvorming van 21 november 2011 meegenomen. Echter bij andere besluitvorming, leidt dit tot wijzigingen in het meerjarenbeeld van het kostenniveau.
Omvang bezuiniging in exploitatie Uitgaande van ongeveer € 60 miljoen lagere investeringen, een gemiddelde afschrijvingstermijn van 20 jaar en een rentepercentage van 4% is met deze informatie slechts een zeer grove berekening van het bezuinigingsbedrag op te stellen. Het bezuinigingsbedrag loopt dan op tot structureel € 4,2 miljoen per jaar. Deze bezuiniging wordt volledig bereikt als alle investeringen zijn geactiveerd en is een gemiddelde over de gehele gebruiksduur van de investering. Deze uitkomst is indicatief! Hierin zijn geen effecten in de exploitatie van de installatie meegenomen.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s
Hoe doen anderen het?
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 2015 2016 2017 2018 € 0,0 € 0,5 € 1,0 € 2,0 € 3,0 (het moeilijk te bepalen in welke jaren deze bezuining doorwerkt in de kapitaallasten omdat niet bekend is wanneer investeringen worden geactiveerd, reeks loopt op tot € 4,2 miljoen)
26
28. Bezuinigingskaart: beperking van EKRW maatregelen Beschrijving De waterkwaliteitsmaatregelen die HDSR neemt in het kader van de KRW betreffen autonome maatregelen welke zijn opgenomen in het gangbare onderhoud en verbetermaatregelen (exploitatie en investeringsprojecten) en extra investeringen specifiek voor waterkwaliteitsmaatregelen. Voorgesteld wordt om de extra investeringen volledig stop te zetten waar nog geen verplichtingen met aannemers zijn aangegaan, en eerst na te gaan wat de effecten van de reeds genomen maatregelen zijn voordat de KRW wordt voortgezet. Het proces van de KRW (waarvoor in het verband van Rijn-West met partners wordt samengewerkt) biedt de gelegenheid om in 2015 het KRW-maatregelpakket bij te stellen op basis van nieuwe inzichten. Daarvoor zijn in 2013 en 2014 voorstellen aan het AB in voorbereiding. Het waterschap kan los hiervan zelfstandig besluiten om de oorspronkelijk geplande inzet voor de periode 2014-2017 (deze voorjaarsnota) verder te faseren naar de periode 2018-2027, waarmee de kosten voor de periode 2014-2017 omlaag gaan. Voor specifieke investeringen in de KRW geldt een investeringstempo van ca. € 1.700.000 per jaar vanaf 2014. Stopzetting van deze investeringen vanaf 2014 betekent een feitelijke besparing op rente- en kapitaallasten vanaf 2016, het moment dat normaal gesproken geactiveerd zou worden op deze investeringen. Stopzetting kan ook leiden tot een verlaging van personeelslasten, deze besparingen zijn in een andere bezuinigingskaart (reductie fte’s met 5%) benoemd. Het argument voor deze fasering is dat de door het waterschap getroffen KRW-investeringen eerst beter geëvalueerd moeten worden, voordat er nieuwe investeringen gedaan worden.
Omvang bezuiniging in exploitatie De feitelijke bezuiniging op de exploitatie gaat in vanaf 2016 en bedraagt € 1.700.000 per jaar.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s In 2013 en 2014 worden voorstellen voorbereid voor de komende planperiode. Hierbij is de inzet om bescheiden in te zetten op (dure) inrichtingsmaatregelen en meer op optimalisatie beheer en samenwerking met andere partijen om de doelen te halen. Daarbij is de verwachting dat het mogelijk moet zijn om een bezuiniging te realiseren. Risico’s zijn: - boetes vanuit Brussel (hoogte niet voorspelbaar); - inspanningsverplichtingen KRW worden niet nagekomen. De resultaatsverplichtingen worden niet nagekomen, maar dat is ook het geval als blijkt dat de maatregelen niet effectief zijn. - HDSR komt apart te staan binnen het samenwerkingsverband Rijn-West - geen kansen meer om investeringsgelden te vermenigvuldigen door subsidies of bijdragen van derden zoals dat nu in de KRW maatregelen veelvuldig gebeurt
Hoe doen anderen het? Ook andere waterschappen binnen Rijn-West hebben te maken met bezuinigingen, en meerdere waterschappen geven aan dat zij minder te besteden zullen hebben dan in de eerste planperiode. Een teruggang van deze ordegrootte is daarbij nog ni
27
29. Heffing voor faciliteren nachtvorstschadeberegening Beschrijving Wij voeren een heffing in voor het leveren van de piekvraag voor nachtvorstschadebestrijding door fruittelers. Dit betekent dat de bestaande vergunningen voor onttrekking van oppervlaktewater voor beregening worden ingetrokken. Voor de nieuwe vergunningen wordt jaarlijks een bedrag per ha fruit gevraagd. Aan fruittelers die geen nieuwe vergunning vragen wordt niet geleverd. Deze bezuinigingingskaart hangt samen met de voorjaarsnota 2013 pagina 5: we kijken scherp naar de grenzen van solidariteit en profijt en brengen onze diensten in rekening als deze grens wordt overschreden. De heffing is gebaseerd op: afschrijving van de investeringen in voorzieningen voor wateraanvoer (voornl. in watergebiedsplan tussen Kromme Rijn en ARK; ca. € 4.000.000); piekbelasting van onze medewerkers van afdeling Uitvoering (€ 10.000 – 25.000 per jaar).
Omvang bezuiniging in exploitatie Bij volledige doorberekening van de kosten is een heffing denkbaar van ca. € 200.000 / jaar. Het ligt echter in de rede dat een aantal fruittelers een eigen voorziening zal realiseren, waardoor zij geen behoefte meer hebben aan een beregeningsvergunning van ons waterschap. Daardoor wordt dit bedrag niet gehaald en is € 150.000 / jaar realistischer. Met het oog op draagvlak adviseren wij dat de heffing geleidelijk wordt ingevoerd en wij vanaf 2017 dit niveau realiseren. De regeling vergt een voorinvestering (eenmalig) voor het intrekken en nieuw uitgeven van vergunningen en voor communicatie met de sector van ca. € 150.000. Voorts bedragen de kosten voor jaarlijkse actualisatie en administratie ca. € 30.000.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Een heffing voor beregening voor nachtvorstschadebestrijding heeft een groot risico op een conflict met de sector. In het kader van watergebiedsplan tussen Kromme Rijn en ARK hebben wij afspraken met de sector gemaakt. Fruittelers hebben hier hun investeringen op gebaseerd.
Hoe doen anderen het? Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 - 150.000
2015 € 20.000
2016 € 70.000
28
2017 € 120.000
2018 € 120.000
OVERZICHT ONTWIKKELKAARTEN O1. Stedelijk Waterbeheer (blz. 30)
29
O1. Ontwikkelingskaart stedelijk water Beschrijving Het beheer en onderhoud van stedelijk oppervlaktewater vraagt meer aandacht van het waterschap. Het Algemeen Bestuur heeft in december 2012 ingestemd met een ambitieniveau waarin hier een duidelijke impuls aan wordt gegeven en waarin een inspanning wordt geleverd om de stedelijke waterkwaliteit te verbeteren, zowel fysisch-chemisch en ecologisch als wat betreft de bijdrage aan een verbeterde stedelijke leefomgeving. Dit in nauwe samenwerking met de betreffende gemeenten. Op dit moment heeft alleen gemeente Utrecht ambities voor de waterkwaliteit uitgewerkt in planvorm. Daarom beperken we ons vooralsnog tot een bijdrage voor het stedelijk water in Utrecht. Utrecht heeft haar ambities uitgewerkt in 10 wijkwaterplannen. Voor de bijdrage van HDSR onderscheiden we 2 mogelijke opties: 1. we dragen bij aan de uitvoering van 4 wijkwaterplannen; 2. we dragen bij aan de uitvoering van 10 wijkwaterplannen. In beide gevallen evalueren we onze bijdrage in het begin van 2015 en vragen we aan ons nieuw gekozen bestuur te besluiten over de ambitie voor de looptijd van het waterbeheerplan, eventueel voor een groter aantal gemeenten. Op de collegeconferentie d.d. 6 februari is afgesproken om middelen te reserveren voor ambitieniveau 1, en daaraan de voorwaarde te verbinden dat inzet van middelen van het waterschap voor stedelijk waterbeheer alleen geoorloofd is als daarmee wordt bijgedragen aan de KRW-doelen.
Omvang ontwikkeling in exploitatie Ambitie 1: € 300.000 / jaar Ambitie 2: € 800.000 / jaar
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Het is een nieuwe ambitie, er zijn geen risico’s. Of onze ambitie wordt uitgebreid naar andere gemeenten is afhankelijk van de ambitie van de betreffende gemeenten.
Hoe doen anderen het? Veel waterschappen dragen bij aan de stedelijke waterkwaliteit.
Samenvattend beeld geraamde ontwikkeling 2014 300.000
2015 300.000
2016 300.000
30
2017 300.000
2018 300.000
OVERZICHT AMBTELIJKE BEZUINIGINGSKAARTEN A. Strakkere inkoop & centrale regie (blz. 32) B. Strategisch personeelsmanagement & verlaging inhuur (blz. 33) C. Versoberen groenonderhoud zuiveringsterreinen (blz. 34) D. Integratie/optimalisatie organisatie muskusrattenbeheer (blz. 35) E. Energiebesparing (blz. 37) F. Opheffen capaciteitspool Internationale samenwerking (blz. 38) H. Afstoten doorgangsdepots (blz. 39) I. Efficiënter baggeren (blz. 40) J. Verdienen met efficiëntere telecom (blz. 41) K. Verlagen ambities kantoorautomatisering (blz. 43) L. Uitvoering administratie van belastingsamenwerking (blz. 44) M. Verbetertraject administratie (informatiebeleidsplan) (blz. 45 )
31
Bezuinigingskaart strakkere Inkoop & centrale regie (A) Beschrijving Door het inkoopproces te professionaliseren kunnen kosten in de aankoop gereduceerd worden. De voordelen zijn te behalen door op basis van de portfolioanalyse 2011 de aankoopbehoefte verder te bundelen en concurrentie te stellen. De besparing heeft betrekking op de beïnvloedbare exploitatiekosten. De posten “baggeren”, “inhuurkrachten”, extern deskundig advies, “projecten aannemerij” en “projecten externe inhuur en advies” zijn hier niet in meegenomen.
Omvang bezuiniging in exploitatie De omvang van de bezuiniging wordt ingeschat op €400.000,- voor 2014 en 2015. Dit op basis van € 13,7 miljoen per jaar aan beïnvloedbare exploitatiekosten. 3% besparing is reëel. Uitbreiding met een tactisch inkoopadviseur van 60k€ is noodzakelijk hierbij. Dit geeft een bezuiniging van 3,4 ton/jaar. Zie bijgevoegde spreadsheet voor een overzicht van interessante posten voor kostenreductie door verbetering van de inkoop. Een afbeelding van de spreadsheet is opgenomen in de bijlage bij deze bezuinigingskaart.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 340.000
2015 € 340.000
2016 € 340.000
2017 € 340.000
2018 € 340.000
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s De bezuinigingen op de inkoop zijn onlosmakelijk verbonden met de verdere professionalisering van het inkoopproces. Wanneer deze professionalisering niet plaatsvindt zal het bezuinigingsbedrag niet worden gehaald. De verbetering van het inkoopproces houdt in dat elke budgethouder voor advies langsgaat bij de inkoopadviseur. Dit is niet vrijblijvend. De inkoopadviseur krijgt zo inzicht in wat er omgaat aan aankopen en kan gericht sturen op bundeling en concurrentie stellen en is in staat het aanbestedingsbeleid in de praktijk te brengen. Voorgaande komt neer op het centraal coördineren van de inkoop. De budgethouder is en blijft hierbij de verantwoordelijke voor het nemen van de beslissing tot aankoop binnen zijn mandaat. Het is verstandig wanneer de aanpassing van het werkproces goed wordt afstemt binnen de HDSR organisatie, met andere woorden onderschat de gevoeligheid van dit onderwerp niet. Formatie uitbreiding met een tactisch inkoopadviseur is noodzakelijk wil centrale coördinatie van de inkoop een succes worden. Ontwikkelingen die ook vragen om verdere professionalisering van inkoop: EU richtlijn per 1-1-2015 eist meer verantwoording over aanbesteding. Nieuwe aanbestedingswet in 2013 leidt tot een nieuwe controlerende instantie om de rechtmatigheid van aanbestedingen bij overheidsinstellingen te controleren.
Hoe doen anderen het?
Waterschap A: 5 inkopers Waterschap B: 4 inkopers Waterschap C:: 1 inkoopcoördinator, 5 senior inkopers Waterschap D: 1 teamleider inkoop, 19 medewerkers Waterschap E: hoofd inkoop, 3 tactische inkopers en 2 operationele inkoper
32
Bezuinigingskaart Strategisch personeelsmanagement & verlaging inhuur (B) Beschrijving In 2011 en 2012 is gemiddeld € 9,6 miljoen besteed voor inhuur van personen advies en onderzoek, en overige diensten/onderhoud..Inhuur van personen vindt plaats als vervanging bij vacatures en langdurige ziekte, bij piekdruk en onvoorziene knelpunten en als flexibele invulling van specifieke capaciteitsbehoefte. Deze kaart bestaat uit twee onderdelen die alle categorieën inhuur betreffen: 1. Minder noodzaak voor inhuur creëren. 2. Goedkoper en slimmer inhuren. Ad 1:
Minder noodzaak voor inhuur creëren kan bereikt worden door: Kritisch nadenken over nut/noodzaak en mogelijke alternatieven; Bestaande inhuurcapaciteit deels omzetten in vaste of tijdelijke formatie. Optimaal gebruik maken van interne en externe personele capaciteit: o Investeren in competenties en inzetbaarheid eigen personeel; o Bij voorkeur eigen mensen inzetten voor kerntaken waterschap; o Inhuur bij voorkeur voor kortere perioden, eenvoudig werk en incidenteel specialistisch werk; o Gebruik maken van interne mobilitiet en extern aanbod (waterschappen, andere overheden) o Sneller vacatures invullen; o Zittend personeel vragen (tijdelijk) meer uren te maken.
Ad 2: Goedkoper inhuren gaat over bundelen van opdrachten, doelmatiger aanbesteden, concurrentie stellen en beter onderhandelen. Dit is in aanvulling op de bezuinigingskaart Inkoop (inhuur is daarin niet opgenomen).
Omvang bezuiniging in exploitatie Minder noodzaak voor inhuur creëren Met het omzetten van inhuurcapaciteit naar vaste of tijdelijke formatie is gemiddeld 35k€/(fte*jaar) te besparen. Dit kan een besparing opleveren van 3 ton per jaar (9% van deze inhuurcategorie).. Optimaal gebruik maken van interne en externe personele capaciteit is moeilijker te kwantificeren. Uitgaande van € 3,2 miljoen inhuur van personen per jaar moet 3 % mogelijk zijn, ofwel 1 ton per jaar. Inclusief de kosten van meer uren werken door eigen personeel en de investering in eigen personeel. Voor de andere inhuurcategorieën moet de besparing vooral gezocht worden bij de inkoop.
Goedkoper en slimmer inhuren In 2011 en 2012 is voor gemiddeld € 9,6 miljoen ingehuurd (alle categorieën). Door uit te gaan van een besparing van 3% is een reductie van bijna 3 ton per jaar mogelijk. Dit percentage is conform de bezuinigingskaart voor strakkere inkoop & centrale regie
Resumerend Gezamenlijk komt de besparing op 7 ton per jaar. Echter dit is een voorzichtige raming omdat het omzetten van capaciteit naar eigen personeel waarschijnlijk op meer plekken kan plaatsvinden. Een mogelijke besparing van € 1 miljoen op jaarbasis wordt op termijn als als reëel beschouwd.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 1.000.000
2015 € 1.000.000
2016 € 1.000.000
2017 € 1.000.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 € 1.000.000
33
Bezuinigingskaart versoberen groenonderhoud zuiveringsterreinen (C) Beschrijving Versoberen van groenonderhoud op de rwzi's en rioolgemalen.
Omvang bezuiniging in exploitatie Een eerste inschatting is een besparing van ca. € 150.000 per jaar, bestaande uit het terugdraaien van de stijging van de afgelopen jaren en voor een deel een extra verlaging ten opzichte van het niveau van enkele jaren geleden.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s De kosten van groenonderhoud zijn de laatste jaren toegenomen. Onderzocht moet worden wat daarvan de oorzaak is. Daaruit moet blijken of de toename eenmalig is of wordt veroorzaakt door het verhogen van het onderhoudsniveau.
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 150.000
2015 150.000
2016 150.000
2017 150.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 150.000
34
Bezuinigingskaart integratie/optimalisatie organisatie Muskusrattenbeheer (D) Beschrijving Voor de organisatie van het Muskusrattenbeheer binnen HDSR zijn de besluiten van het Bestuurlijk Overleg leidend. De HDSR participeert in de gemene rekening voor 24,6%. De Beleidsnota 2012 - 2015 is door het BO vastgesteld in haar vergadering van 7 juli 2012 en inmiddels door alle waterschappen geaccordeerd. Voor de begroting 2013 is door het BO besloten dat de begrotingscijfers 2012 onverkort gelden voor 2013. Bij het opstellen van de begroting 2012 voor de nieuwe Gemene rekening is reeds rekening gehouden met een vermindering van de kosten van 2,5% op basis van de begrotingen 2011 van de 3 organisaties. Voorts is door het Bestuurlijk Overleg vastgesteld dat de begroting 2012 de basis is voor de begroting 2013, een nullijn dus voor het komende jaar, geen indexering, de BTW verhoging van 2% en de aanpassing van de werkgeverslasten op basis van de CAO. Eind 2013 zal een evaluatie plaatsvinden van het bestrijden van de muskusrat door de HDSR. Dit zal binnen de werkzaamheden van de afdeling moeten worden opgevangen. Taken niet uitvoeren is niet aan de orde. De nieuwe organisatie maakt meer uniformiteit in afspraken en aansturing mogelijk en bevordert de uitwisseling van vak- en gebiedskennis. Mede door het delen van de opgebouwde ervaring en het van elkaar overnemen van sterke aspecten groeit de organisatie kwalitatief. Dit draagt tevens bij aan de competentieontwikkeling van de teamleiders en de medewerkers. Een belangrijk instrument zijn de structurele samenwerkingsacties. De medewerkers speuren gezamenlijk gebieden af. Dit bevordert de collegialiteit en de kennisuitwisseling. Door de gekozen gebieden steeds te variëren werkt deze aanpak tevens als audit en draagt het bij aan het gemotiveerd en scherp houden van de medewerkers. Het doel van deze acties is het vangen van de muskusratten nog verder te optimaliseren en uiteindelijk een lagere populatie. Dit maakt het mogelijk de gebiedsindeling verder te optimaliseren waardoor het mogelijk moet worden de piekbestrijding (budget in 2013 € 300.000,-) in 2015 af te bouwen. Voor de nieuwe bestrijdingsorganisatie zijn 3 verschillende organisaties samengevoegd: 3 organisaties met ieder hun eigen inkoopbeleid en voorkeuren. Er wordt nu actie ondernomen om deze drie te stroomlijnen. Hierdoor kan winst worden behaald door efficiënter werken en in te kopen door het offreren van grotere eenheden. Bovendien wordt de mogelijkheid open gehouden om samen te werken met andere bestrijdingsorganisaties. Op dit moment kan echter niet worden aangegeven in hoeverre dit een bezuiniging zal opleveren op het in 2013 beschikbare budget. Het jaar 2012 is door de samenvoeging en de late overkomst van de Noord- en Zuid-Hollandse medewerkers zodanig afwijkend van een normaal jaar dat de resultaten van 2012 weinig zullen zeggen over de structurele behoefte van de afdeling. Ook 2013 zal wat dat betreft nog een leerjaar zijn.
Omvang bezuiniging in exploitatie De piekbestrijding kost ca..€ 300.000 gebiedsbreed, daarvan komt echter € 265.000 t.g.v. het gebied HDSR.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s De bestrijding van de muskusrat vereist voortdurende aandacht: het is werken met levend materiaal dat zich weinig gelegen laat aan de bestrijdingsorganisatie opgelegde regels.
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
35
Het evenwicht in de bestrijding kan door de volgende factoren negatief worden beïnvloed: beperkte bestrijding in natuurgebieden en het beperken van soorten vangmiddelen en het tijdelijk niet kunnen werken in probleemgebieden (bv MKZ). Dit wordt versterkt door de snelheid waarmee de ratten zich kunnen voortplanten en de geografische kenmerken van een aantal gebieden. Hoe kleiner de populatie kan worden gehouden hoe groter de mogelijkheid om het gebied jaarrond te kunnen bestrijden, van belang om kleine besmettingshaarden snel te kunnen opsporen. Verder heeft TNO onderzoek aangetoond dat het vak van bestrijder een fysiek zwaar beroep is waardoor het gebied dat door een medewerker kan worden bewerkt en afhankelijk van de bestrijdingsdruk zijn grenzen heeft. Door voldoende ARBO maatregelen (o.a. de aanschaf van quads) wordt dit grotendeels ondervangen maar het blijft een factor van belang bij de bestrijding. Een grotere druk in kwetsbare gebieden heeft direct invloed op de omgeving. Door regelmatig te monitoren en zo nodig wederzijdse ondersteuning moeten problemen worden voorkomen. Het is echter van groot belang de voorgestelde verlaging van het budget mede te laten afhangen van de praktische (on)mogelijkheden en niet alleen uit te voeren op basis van voorgestelde bezuinigingen.
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 265.000
2016 265.000
2017 265.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 265.000
36
Bezuinigingskaart energiebesparing (E)
Beschrijving Als gevolg van energiebesparende maatregelen en overige door het AB goedgekeurde en in de meerjarenraming verwerkte investeringen wordt energiebesparing en extra energieopwekking gerealiseerd. Deze bestaat uit de volgende componenten: - minder elektriciteitsinkoop door energiebesparing; - minder elektriciteitsinkoop door benutting zelf opgewekt biogas; - minder inkoop chemicaliën.
Omvang bezuiniging in exploitatie Deze energiebesparing leidt tot een aanpassing van de exploitatiebegroting van het zuiveringsbeheer van € 300.000.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s
Of de energiereductie wordt gehaald is afhankelijk van investeringen in energiezuinige installaties. Als deze investeringen worden uitgesteld of afgeblazen zal het potentieel van deze kaart afnemen. Het werkelijk energieverbruik is altijd aan schommelingen onderhevig, afhankelijk van o.a. weersomstandigheden.
Hoe doen anderen het? Alle waterschappen hebben zich verbonden aan het EEP en werken aan energiereductie.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 300.000
2016 300.000
2017 300.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 300.000
37
Bezuinigingskaart opheffen capaciteitspool internationale samenwerking (F) Beschrijving Het Internationale Programma van HDSR wordt gefinancierd langs twee lijnen: de onkosten (vliegtickets en lokale onkosten van medewerkers) die we vergoed krijgen door bijdragen van NGO's en het NWB-Fonds én de eigen uren van onze medewerkers, die begrensd zijn tot een maximum t.w.v. € 100.000. Principe is dat de inzet van medewerkers valt onder ontwikkeling van medewerkers, en dus op kosten van de afdelingen wordt gedaan. Er is echter een reservering op de begroting gemaakt van jaarlijks € 100.000 om eventuele tekorten in capaciteit bij afdelingen als gevolg van uitzendingen naar het buitenland mee op te vangen. Van deze pot geld is de afgelopen drie jaar geen gebruik gemaakt, voorstel is om deze achtervang te schrappen. Het Internationale Programma gaat gewoon door.
Omvang bezuiniging in exploitatie Per jaar wordt een reservering gemaakt van € 100.000 in de begroting om capaciteitsproblemen als gevolg van buitenlandse missies mee op te vangen. .De besparing bedraagt jaarlijks € 100.000.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Het kan zijn dat afdelingen te krap komen zitten en hun medewerking niet meer willen uitlenen aan het internationale programma. Die kans wordt als beperkt ingeschat - uitzending naar het buitenland is een ontwikkelkans voor medewerkers en afdelingen moeten blijvend in de ontwikkeling van hun medewerkers investeren, daar wordt binnen elke afdeling in de urenraming tijd voor vrijgehouden.
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 100.000
2015 100.000
2016 100.000
2017 100.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 100.000
38
Bezuinigingskaart afstoten doorgangsdepots (H) Beschrijving De bij het waterschap in gebruik zijnde doorgangsdepots zijn de afgelopen jaren zeer intensief ingezet bij het verwerken van baggerspecie uit de verschillende watergangen. Het ging hier met name om het verwerken van achterstandsbagger. Inmiddels stagneert de aanvoer naar de depots. Voorstel: centraal in het gebied een klein voorstel handhaven/aanleggen en de rest afstoten. Per saldo levert de verkoop van de ondergrond geld op. Minder uren voor het in de lucht houden van het depot levert eenmalig geld op (exploitatie) 2 tot 5 ton naar schatting (markt???)
Omvang bezuiniging in exploitatie Door de verkoop van de ondergrond kan eenmalig een bedrag van ca. 200.000 aan inkomsten worden verkregen.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Mogelijk worden we afhankelijker van de markt. Markt kan aantrekken. Mogelijk dat de huidige depots beter voor andere doeleinden binnen het waterschap kunnen worden ingezet (BEC's, grondopslag en grond, groenverwerking)
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 -
2015 -
2016 200.000
2017 -
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 -
39
Bezuinigingskaart efficiënter baggeren (I) Beschrijving In 2016 loopt het baggerprogramma af dat de afgelopen dertien jaar is uitgevoerd. Het programma moet zorgen voor het wegwerken van de baggerachterstand. Hiervoor is jaarlijks een bedrag gereserveerd van € 5,3 miljoen. Als gevolg van de economische crisis kunnen wij de komende jaren ons baggerwerk laten verrichten tegen scherpere tarieven.
Omvang bezuiniging in exploitatie De geraamde bezuiniging bedraagt € 750.000 per jaar in de periode 2014 – 2016.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Het is ongewis hoe lang de huidige marktsituatie zal voortbestaan. Denkbaar is dat een aantal baggerbedrijven failliet gaat waardoor de concurrentie onder de resterende bedrijven afneemt. Ook is denkbaar dat het algemene investeringsklimaat verbetert of dat door loonstijgingen en stijging van brandstofprijzen de tarieven van baggeraars stijgen.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 €750.000
2015 € 750.000
2016 € 750.000
2017 -
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 -
40
Bezuinigingskaart verdienen met efficiëntere telecom (J) Beschrijving Op dit moment is de telecommunicatieomgeving van ons waterschap verouderd. Alles werkt, maar zowel technisch als economisch is de infrastructuur afgeschreven en zij voldoet niet meer aan de hedendaagse eisen. Enkele zaken waar wij nu mee te maken hebben: - Er is een bijna volledige overlap tussen vaste en mobiele toestellen. - De verschillende onderdelen van de omgeving (vast, mobiel, datalijnen) worden bij verschillende providers afgenomen. - We kunnen niet voldoen aan hedendaagse eisen m.b.t. flexibele werkplekken (bijvoorbeeld de gebruiker een vast nummer laten gebruiken op verschillende plekken) Deze zaken brengen een inefficiëntie in de bedrijfsvoering met zich mee waarvan wij verwachten dat bij het oplossen hiervan een kostenbesparing te realiseren is. In dit bezuinigingsvoorstel wordt overigens alleen rekening gehouden met directe bezuinigingen op telefoonkosten en wordt niet het effect van flexibiliteit op werkplekken doorgerekend.
Omvang bezuiniging in exploitatie Het voorstel is om op de huidige uitgaven aan telecommunicatie een bezuiniging in te boeken van 10%, structureel vanaf 2014.
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s Op dit moment worden voorbereidingen getroffen om de telefonie opnieuw aan te besteden. De scope van deze aanbesteding bestaat uit de hele telecommunicatieomgeving, d.w.z. vaste en mobiele telefonie en vaste en mobiele dataverbindingen. Vanwege het niet aansluiten van meerjarige planningen blijft in deze ronde de datacommunicatie van het CAW buiten het bestek, maar we regelen dit wel zodanig in dat deze bij de volgende aanbesteding ook wordt meegenomen. Volgens de planning zal in de zomer van 2013 de aanbesteding plaatsvinden. Aan deze aanbesteding kleeft een belangrijk risico. De wensen en eisen die gebruikers stellen aan de telecommunicatie zijn in de afgelopen 10 jaar sterk veranderd en dit geldt ook voor de producten en diensten die de markt aanbiedt. Dit brengt een onzekerheid met zich mee bij het bepalen van nut en noodzaak van onderdelen van de oplossing. We doen ons best om hier zo goed mogelijk uit te komen en laten ons hierbij door een expert met ervaring in andere organisaties bij ondersteunen, maar toch komt het uiteindelijk ook neer op keuzes die ons waterschap maakt. Deze onzekerheid brengt met zich mee dat op voorhand niet met grote nauwkeurigheid is in te schatten wat de gevolgen zijn van bepaalde keuzes. Moet bijvoorbeeld iedereen aan de smartphone en is de centrale straks nog een fysiek apparaat in het pand of hebben we telefonie “uit de muur”? Er is behoefte aan functionaliteiten die we nu nog niet hebben en waar mogelijk ook een prijskaartje aan hangt. De keerzijde is dat we een flinke winst verwachten door inefficiëntie te laten verdwijnen.
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
41
Om ons te helpen om de kosten baten afweging goed te maken stellen we met deze bezuinigingskaart een kostencriterium vast op een daling van 10%. In de aanbesteding zorgen we voor voldoende flexibiliteit om daar nog keuzes te maken die het mogelijk maken om deze bezuiniging te halen dan wel om daar toch bewust van af te wijken.
Hoe doen anderen het? NTB
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 20.000
2015 20.000
2016 20.000
2017 20.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
42
Bezuinigingskaart verlagen ambities kantoorautomatisering (K) Beschrijving Omvang bezuiniging in exploitatie Het voorstel is om op de huidige uitgaven aan kantoorautomatisering een bezuiniging in te boeken van 10%, structureel vanaf 2014. Op dit moment wordt gewerkt met een meerjaren krediet van €2,6 miljoen over 4 jaar, dus met jaarschijven van € 650.000
Wat is er voor nodig/ wat zijn de risico’s In de afgelopen jaren hebben wij zonder veel problemen de nodige investeringen kunnen doen in de ICT infrastructuur. Hierbij hebben we steeds de afweging gemaakt tussen kostenbewustzijn en goede en moderne oplossingen. Enerzijds groeit de infrastructuur nog altijd stevig in termen van aantallen servers, benodigde opslagcapaciteit, gevraagde functionaliteit enzovoorts. Ook zijn in toenemende mate ingrepen nodig om de continuïteit van de omgeving te waarborgen en om de beveiliging op orde te houden. De keerzijde is dat door moderne virtualisatie technieken het aantal fysieke servers afneemt. Deze virtualisatie verwachten wij op termijn ook op (een deel van de) werkplekken te kunnen doorvoeren, waardoor de systeemeisen van werkplekapparatuur afnemen. Rondom het gebruik van nieuwe faciliteiten zoals tablets wordt nog gewerkt aan een beleidsvoorstel wat het gebruik zo reguleert dat de kosten ervan binnen de perken blijven. Met de bezuinigingskaart willen wij niet aangeven dat het allemaal wel “wat minder kan” op het gebied van ICT infrastructuur, maar wel dat we hier nog wat scherper aan de wind kunnen varen. De keerzijde van het voorstel is dat we hiermee bewust het risico nemen dat we op enig moment spaak lopen omdat er meer geïnvesteerd moet worden dan er krediet beschikbaar is. Op dat moment zullen we eenvoudig terug moeten naar het bestuur.
Hoe doen anderen het? Op dit moment geen zicht op.
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 € 65.000
2015 € 65.000
2016 € 65.000
2017 € 65.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
43
Bezuinigingskaart uitvoering administratie van de belasting samenwerking door HDSR (L) Beschrijving Het uitvoeren van de administratie van de belasting samenwerking door HDSR.
Omvang bezuiniging in exploitatie Een eerste inschatting is dat de uitvoering door HDSR de organisatie een bedrag zal opleveren structureel van € 50.000,- op jaarbasis.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Het proces van gunning zal pas plaatsvinden in de loop van 2013.
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 50.000
2015 50.000
2016 50.000
2017 50.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 50.000
44
Bezuinigingskaart verbetertrajecten administratie (informatiebeleidsplan) (M) Beschrijving De ICT gerelateerde verbetertrajecten van de administratie laten uitvoeren binnen het administratieve budget in plaats van het opvoeren als post binnen het ICT budget..
Omvang bezuiniging in exploitatie Een eerste inschatting is dat dit een mogelijke besparing oplevert van € 30.000,- op jaarbasis.
Wat is er voor nodig / wat zijn de risico’s Twijfel bestaat binnen de organisatie of bovengenoemd bedrag voor Oracle inderdaad een besparing oplevert aangezien dit bedrag nergens in de voorstellen expliciet gealloceerd zou worden.
Hoe doen anderen het? Niet bekend
Samenvattend beeld geraamde bezuiniging 2014 30.000
2015 30.000
2016 30.000
2017 30.000
Bijlage 2 bij AB-voorstel bezuinigingsopgave voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
2018 30.000
45