Subsidieprogramma Beleidskader voor
Ondersteuning organisaties van
subsidiëring reünies en
oorlogsgetroffenen WO II
lotgenotencontacten Uitgangspunten en kader subsidiemogelijkheden en -voorwaarden programma 2011 t/m 2015 juni 2012
Inhoud Subsidieprogramma
5
Welke activiteiten komen in aanmerking voor subsidie?
7
Subsidievoorwaarden, wijze van indienen en beoordeling van aanvragen
9
Bijlage
13
Inleiding Met ingang van 2011 verstrekt het Nationaal Comité 4 en 5 mei namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) subsidies voor bepaalde activiteiten die gerelateerd zijn aan de Tweede Wereldoorlog. De juridische basis daarvoor vormt de Kaderregeling VWS-subsidies van 28 april 2011 (Staatscourant 6 mei 2011) en het mandaatbesluit van 14 december 2010 (Staatscourant 22 december 2010). Het subsidieprogramma Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II is april 2011 verschenen en met ingang van 1 juli 2011 aangepast aan bovengenoemde kaderregeling. In aanmerking voor subsidie komen onder meer activiteiten die betrekking hebben op het organiseren van reünies en lotgenotencontacten voor eerste generatie oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog. Onder welke voorwaarden dat gebeurt, wordt hier uiteengezet. Voor het subsidieprogramma Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II heeft het ministerie van VWS voor het jaar 2011 en voor het jaar 2012 € 80.000 beschikbaar gesteld aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Voor de jaren na 2012 is het budget nog niet bekend. Wanneer gedurende het jaar de grens van het beschikbare jaarbudget is bereikt, dan wordt hiervan melding gemaakt op de website www.4en5mei.nl. Nieuwe aanvragen voor dat betreffende jaar worden daarna niet meer in behandeling genomen.
Voor activiteiten op het gebied van educatie en voorlichting bestaat een apart subsidieprogramma, Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid. Meer hierover vindt u op www.4en5mei.nl Hoofdstuk 1 beschrijft het subsidieprogramma; de achtergronden, de doelstellingen en de doelgroepen. Hoofdstuk 2 geeft een opsomming van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. Hoofdstuk 3 beschrijft de algemene subsidievoorwaarden, de manier waarop subsidieaanvragen kunnen worden ingediend, en de beoordeling ervan door het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het subsidieprogramma is ook beschikbaar via www.4en5mei.nl. Daarop worden ook eventuele wijzigingen in het subsidiebeleid vermeld.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
3
Subsidieprogramma Achtergrond Tot 1 januari 2011 was Stichting Cogis belast met de subsidieverlening van activiteiten in het kader van reünies en lotgenotencontacten. De opdracht voor subsidieverlening die het Nationaal Comité 4 en 5 mei met ingang van 2011 van het ministerie van VWS heeft gekregen, wijkt af van de regeling zoals die voor Cogis gold. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei kan geen instellingssubsidies verstrekken, maar uitsluitend projectsubsidies. Alle subsidies zijn eenmalig en gelden voor de duur van het project. Dit houdt in dat ook voor activiteiten met een terugkerend karakter telkens opnieuw een subsidieaanvraag moet worden ingediend. Met ingang van 1 juli 2011 kunnen subsidies uitsluitend na afloop en afronding van de activiteiten worden toegekend en uitbetaald. Aanvragen kunnen in beginsel pas achteraf te worden ingediend. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft in overleg met het ministerie van VWS 2011 als een overgangsjaar aangemerkt. In 2011 zijn aanvragen die binnen de oude regeling van Cogis vielen nog gehonoreerd. Met ingang van 2012 worden de nieuwe voorwaarden toegepast. Dit kan betekenen dat activiteiten en organisaties die in het verleden bij Cogis in aanmerking kwamen voor subsidie vanaf 2012 niet meer in aanmerking komen voor subsidie. Het comité zal in 2012 de consequenties van de verschillen tussen de oude Cogis regeling en de nieuwe regeling zorgvuldig in beeld brengen en hierover advies uitbrengen aan het ministerie van VWS. Indien dit leidt tot aanpassingen van het voorliggend subsidiekader dan zullen deze wijzigingen in 2013 bekend gemaakt worden op de website.
Doelstelling In de begroting 2011 van het ministerie van VWS is de doelstelling van de mandaatregeling reünies en lotgenotencontacten als volgt opgenomen (citaat): ‘Het Nationaal Comité 4 en 5 mei draagt er zorg voor dat vrijwilligersorganisaties op het terrein van de herinnering WO II met een landelijke functie, indien gewenst, de onderlinge contacten binnen de eerste generatie kunnen blijven voortzetten via gerichte initiatieven, zoals reünies en lotgenotencontacten. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei kan deze vrijwilligersorganisaties wanneer zij ophouden zelfstandig te bestaan in staat stellen eenmalig een laatste bijeenkomst te organiseren of een inhoudelijke nalatenschap te bieden voor de Nederlandse samenleving.’
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
5
Voor wie is de regeling bedoeld? Doelgroepen zijn landelijke vrijwilligersorganisaties van Nederlandse oorlogsgetroffenen, lotgenotenorganisaties, kampcomités et cetera. Onder ‘eerste generatie’ wordt verstaan diegenen die geboren zijn vóór 15 augustus 1945, het formele einde van de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels zijn er tal van organisaties met zowel eerste als tweede- of zelfs derde generatieleden. Organisaties komen in beginsel in aanmerking voor subsidie zolang de organisatie nog eerste generatieleden heeft waarvoor de activiteiten worden georganiseerd en waarvoor de subsidie wordt gevraagd. De organisaties zijn Nederlandse vrijwilligersorganisaties van verzetsdeelnemers, vervolgingsslachtoffers en burgeroorlogsgetroffenen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt in Nederland of Europa of in voormalig Nederlands-Indië of Zuidoost-Azië. Het gaat hierbij dus primair om organisaties die door oorlogsgetroffenen zelf zijn opgericht. Professionele organisaties die op verzoek van een eerste generatie vrijwilligersorganisatie bereid zijn een reünie of lotgenotencontact te organiseren kunnen in opdracht van een vrijwilligersorganisatie een aanvraag indienen. Gehonoreerd worden uitsluitend de kosten van de activiteiten zelf. De organisatiekosten die de professionele organisatie zelf maakt komen niet in aanmerking voor subsidie. Voor diverse organisaties geldt dat naast de eerste generatie ook de tweede en derde generatie betrokken is bij de organisatie van activiteiten. In 2012 wordt het subsidiebeleid door het Nationaal Comité 4 en 5 mei tussentijds getoetst, daarbij zullen de consequenties van deze ontwikkelingen worden meegenomen.
Het subsidieprogramma Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II is niet bedoeld voor veteranenorganisaties. Voor deze groep heeft het Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) ondersteunende faciliteiten.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
6
Welke activiteiten komen in aanmerking voor subsidie? 1. In aanmerking voor subsidie komen kosten die zijn verbonden aan a. Een landelijke reünie of bijeenkomst van de eigen organisatie. Hieronder wordt verstaan een lotgenotenbijeenkomst van de eerste generatie die tot doel heeft contact te houden en elkaar onderlinge steun te geven. b. Het uitgeven van een contactblad of nieuwsbrief bedoeld om de onderlinge contacten binnen de eerste generatie lotgenoten vast te houden. Ook de uitgave van een digitale nieuwsbrief komt in aanmerking. c. Een bijzondere eenmalige publicatie ten behoeve van het vastleggen van de geschiedenis van de organisatie. d. Een bijzondere bijeenkomst voor de achterban (bijvoorbeeld in het kader van een lustrum of het opheffen van de organisatie). De hoogte van de bijdrage is in beginsel gesteld op maximaal € 50 per deelnemer van de eerste generatie. e. Reis- en verblijfskosten van oorlogsgetroffenen die op uitnodiging van een organisatie deelnemen aan een educatieve reis om zo hun kennis en ervaringen over te dragen aan jongere generaties. Hiervoor geldt een standaardvergoeding van € 25 per persoon per dag, met een maximum van vijf reisdagen binnen Europa en tien reisdagen naar Azië. Ook de directe begeleider van de betreffende oorlogsgetroffene komt in aanmerking voor deze standaardvergoeding van € 25,- per dag met een maximum van vijf reisdagen.
2. Niet in aanmerking voor subsidie komen kosten die zijn verbonden aan a. Kosten verbonden aan de organisatie van een herdenking. Een eigen reünie komt in aanmerking voor een subsidie, maar een herdenking niet. b. Herdenkingsreizen, anders dan vermeld onder 1.e. c. Activiteiten die zich richten op een doelgroep in het buitenland komen niet in aanmerking voor subsidie. d. Representatie en deelname aan reünies, herdenkingen en bijeenkomsten van andere organisaties van oorlogsgetroffenen. e. Nieuwsbrieven die bedoeld zijn voor een andere doelgroep dan de eerste generatie, zoals bijvoorbeeld het onderwijs. f. Activiteiten in het kader van jeugdvoorlichting, met uitzondering van de activiteiten zoals genoemd onder 1.e. g. Het inrichten en in stand houden van oorlogsmonumenten en andere herdenkingsplaatsen. h. Bestuursbijeenkomsten. i. Activiteiten met een overwegend recreatief karakter. j. Activiteiten met uitsluitend een lokaal karakter. k. Kosten voor het ontwikkelen of onderhouden van een website.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
7
Subsidievoorwaarden, wijze van indienen en beoordeling van aanvragen Toekenning en uitbetaling na afloop Met ingang van 1 juli 2011 is de regeling van de Rijksoverheid waarop dit subsidieprogramma is gebaseerd gewijzigd. Dit heeft vooral consequenties voor het moment waarop de subsidieaanvraag wordt gehonoreerd en de subsidie wordt uitbetaald. Subsidies kunnen vanaf 1 juli 2011 alleen na afronding van het project worden ingediend, toegekend en uitbetaald. Dat houdt in dat de formele aanvraag pas achteraf kan worden ingediend. Het is niet langer mogelijk om vooraf een subsidietoekenning te ontvangen en een eventueel voorschot uit te betalen.
Voorlopige aanvraag De meeste organisaties beschikken echter over een klein eigen budget. Om het risico te verkleinen dat een organisatie pas na afloop hoort dat zij geen subsidie ontvangt voor een project is het mogelijk om voorafgaand aan de activiteit een voorlopige subsidieaanvraag in te dienen. Aanvrager ontvangt een reactie waarin wordt aangegeven of het Nationaal Comité 4 en 5 mei het voornemen heeft om de formele aanvraag toe te kennen. Met het uitspreken van de intentie om het voorgenomen project te financieren, ontstaat geen afdwingbare vordering op het comité. Overigens is het niet verplicht om voorafgaand aan het project een subsidieaanvraag in te dienen.
Algemene subsidievoorwaarden Het Nationaal Comité 4 en 5 mei stelt een aantal algemene voorwaarden bij de beoordeling van subsidieaanvragen. Deze zijn: – De activiteiten zijn bedoeld voor de doelgroep waarvoor dit subsidieprogramma is bestemd, blz. 6. – De activiteiten moeten vallen binnen het subsidieprogramma, blz.7. – Subsidiabel zijn alleen activiteiten die gericht zijn op het delen van herinneringen en het geven van onderlinge steun binnen de eerste generatie. – Deelnemers dienen een redelijke eigen bijdrage in de kosten van de activiteit te leveren. – Aanvragers dienen te beschikken over een volledige rechtsbevoegdheid. – Indien de aanvrager voorafgaand aan het project een indicatie wil krijgen of de aanvraag in aanmerking komt voor subsidiëring, doet hij er goed aan de voorlopige aanvraag ruim op tijd, bij voorkeur 13 weken voor de start van het project, in te dienen. Dit geeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei voldoende tijd om de voorlopige aanvraag te beoordelen en een reactie te geven. – De formele aanvraag moet uiterlijk binnen 22 weken na afloop van het project worden ingediend. Deze moet vergezeld gaan van een inhoudelijk verslag van de activiteit en een financieel verslag.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
9
Wijze van indienen Subsidie kan worden aangevraagd door middel van een aanvraagformulier. Dit is verkrijgbaar bij Nationaal Comité 4 en 5 mei of te downloaden via de website www.4en5mei.nl. De aanvraag kan worden opgestuurd naar: Nationaal Comité 4 en 5 mei O.v.v. Subsidieaanvraag reünies en lotgenoten Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam De aanvraag kan ook digitaal worden ingediend bij
[email protected]. Het ondertekende aanvraagformulier moet dan als pdf-bestand worden meegezonden.
Beoordeling van de aanvraag Indien men ervoor kiest om eerst een voorlopige aanvraag in te dienen, wordt de ontvangst ervan bevestigd. Zodra de voorlopige aanvraag volledig is (mogelijk verzoekt het Nationaal Comité 4 en 5 mei om nadere gegevens), toetst de beoordelingscommissie van het comité of het project in beginsel voor subsidie in aanmerking komt. Pas nadat het project is afgerond en een formele aanvraag voor subsidie is ingediend, besluit de beoordelingscommissie of de subsidie wordt verstrekt. De aanvraag dient vergezeld te gaan van een exemplaar van de nieuwsbrief of een inhoudelijk verslag van de bijeenkomst en een financieel verslag. Aanvragen voor subsidie worden behandeld in de volgorde waarin deze worden ontvangen. Bij onvolledige aanvragen geldt als ontvangstdatum de dag waarop de aanvraag volledig is aangevuld. Indien aanvragen op dezelfde datum worden ontvangen en het nog beschikbare budget niet toereikend meer is om alle aanvragen te honoreren dan wordt de onderlinge rangschikking door middel van loting vastgesteld. Om misverstanden te voorkomen, het voorgaande geldt alleen voor de formele aanvragen om subsidie.
Toekenning aanvraag Formele toekenningen en uitbetalingen worden na afloop van de activiteiten gedaan. De aanvrager ontvangt binnen 13 weken na ontvangst van alle gevraagde stukken een subsidietoekenning of -afwijzing. Bij toekenning vermeldt de beschikking de hoogte van het subsidiebedrag. Dit bedrag wordt vervolgens in één keer uitbetaald.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
10
Afwijzing en bezwaar Indien de formele aanvraag niet in aanmerking komt voor subsidieverlening, ontvangt de aanvrager een gemotiveerde schriftelijke afwijzing. Tegen afwijzing van een voorlopige aanvraag kan geen bezwaar worden gemaakt. Wel staat het de aanvrager vrij om na afronding van het project alsnog een formele aanvraag in te dienen. Tegen een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een formele subsidieaanvraag kan binnen zes weken gemotiveerd schriftelijk bezwaar worden ingediend bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Deze stelt het bezwaarschrift in handen van een onafhankelijke commissie, die de indiener van het bezwaarschrift hoort en vervolgens advies uitbrengt aan de voorzitter van het comité.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
11
Bijlage Praktische informatie bij subsidieaanvraag Vooraf Deze bijlage geeft achtergrondinformatie voor het indienen van een subsidieaanvraag in het kader van reünies en lotgenotencontacten. De bijlage geeft praktische informatie over de procedure, het aanvraagformulier en de manier waarop u zich moet verantwoorden als u eenmaal subsidie heeft ontvangen. Achter in deze bijlage vindt u de gegevens van de contactpersonen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Neem gerust contact op als u meer informatie wilt of vragen hebt over uw aanvraag.
Aanvraagprocedure Hoe moet ik een aanvraag indienen? Er zijn twee aparte formulieren. Een voor een voorlopige aanvraag en een voor een formele aanvraag. Beide formulieren zijn te vinden op de website www.4en5mei.nl. De formulieren kunnen desgewenst ook worden toegezonden. De aanvraag kan worden ingediend bij: Nationaal Comité 4 en 5 mei o.v.v. Subsidieaanvraag reünies en lotgenotencontacten Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam Kan ik met iemand een oriënterend gesprek voeren voordat ik een aanvraag indien? Ja, dat kan. U kunt hiervoor contact opnemen met de projectadviseur reünies en lotgenotencontacten van het comité. Welke termijnen gelden voor het indienen van een aanvraag? Om tijdig bericht te kunnen krijgen van het comité moet de voorlopige aanvraag bij voorkeur uiterlijk 13 weken voor aanvang van het project zijn ingediend. De formele aanvraag moet uiterlijk binnen 22 weken na afloop van het project zijn ingediend. Hoe ziet de aanvraagprocedure eruit? De aanvraag bestaat uit een korte beschrijving van het project, een specificatie van de activiteit(en) en een totaalbegroting van het project. Op het aanvraagformulier wordt aangegeven voor welke posten subsidie kan worden aangevraagd. U kunt de desbetreffende post eenvoudigweg aankruisen en hoeft dan alleen nog het gewenste bedrag te noemen en een korte toelichting te geven.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
13
Als voor dezelfde activiteiten of hetzelfde project bij een andere organisatie subsidie of een financiële bijdrage is of wordt aangevraagd, moet hiervan melding worden gemaakt. Hierbij dient ook te worden vermeld hoe de stand van zaken is m.b.t. de beoordeling van die aanvraag. Als er voor de eerste keer een aanvraag bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei wordt gedaan, moet als bijlage een recent uittreksel van Kamer van Koophandel en een kopie van de statuten worden toegevoegd. De aanvraag moet worden ondertekend door een (of meer) rechtsgeldig tekenbevoegde(n) van de organisatie. Na ontvangst van de aanvraag door het comité wordt een ontvangstbevestiging gestuurd. De aanvraag wordt beoordeeld op volledigheid. Indien de aanvraag onvolledig is, wordt u in de gelegenheid gesteld de ontbrekende gegevens aan te vullen. Pas als de aanvraag volledig is, vindt inhoudelijke beoordeling plaats. Welke termijnen gelden voor het behandelen van een aanvraag? Indien u kiest voor het indienen van een voorlopige aanvraag, voorafgaand aan de uitvoering van het project, zal de beoordelingscommissie daarop uiterlijk binnen 13 weken reageren. De beslistermijn op een formele aanvraag om subsidie bedraagt eveneens 13 weken. Wie beoordeelt mijn aanvraag? Zowel de voorlopige aanvraag als de formele aanvraag om subsidie worden beoordeeld door een commissie. Wat zijn de mogelijke uitkomsten van de subsidieaanvraag? Indien u een voorlopige aanvraag om subsidie indient, zal het Nationaal Comité 4 en 5 mei hierop reageren met een mededeling of het project al dan niet in beginsel voor subsidie in aanmerking komt. Indien deze mededeling inhoudt dat het comité het voornemen heeft om te zijner tijd subsidie te verstrekken, geeft dit nog niet een rechtens afdwingbare aanspraak op subsidie. Daarvan is pas sprake als op de formele aanvraag om subsidie die u na afloop van het project indient, ook een positieve beslissing wordt genomen. Pas op basis van die beslissing vindt vervolgens uitbetaling van de verstrekte subsidie plaats. Voorschotten worden niet verstrekt. Wat moet ik doen bij tussentijdse wijzigingen in het project? U wordt geadviseerd het Nationaal Comité 4 en 5 mei schriftelijk op de hoogte te stellen van omstandigheden die van belang kunnen zijn met betrekking tot het voornemen om subsidie te verstrekken. Dit geldt natuurlijk uitsluitend in het geval u een positieve reactie heeft ontvangen op een voorlopige subsidieaanvraag. Wat moet ik opsturen? Stuur het ingevulde en rechtsgeldig (zoals in de statuten van uw organisatie vermeld) ondertekende formulier met bijlagen naar het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
14
Wat moet ik doen als mijn voorlopige aanvraag positief is? U moet na afloop van het project een definitief subsidieverzoek indienen met een korte inhoudelijke verantwoording, een financiële verantwoording en eventueel een bewijsexemplaar. De desbetreffende vereisten worden vermeld in de brief waarin het voornemen tot subsidieverlening is opgenomen. In principe kan de formele aanvraag gelijk zijn aan de voorlopige aanvraag. Alleen wanneer er tussentijds iets gewijzigd is dient dit nadrukkelijk vermeld te worden. Het verzoek moet binnen 22 weken na afloop van het project zijn ingediend. Binnen twee maanden na ontvangst van het volledige verzoek zal de subsidie definitief worden vastgesteld en de beschikking worden afgegeven. Tevens wordt dan de subsidie uitbetaald. Indien activiteiten of het project onvolledig zijn uitgevoerd, of wanneer onvoldoende informatie is verstrekt, kan de subsidie lager uitvallen. Wat kan ik doen als ik het niet eens ben met de beslissing? Bezwaar Indien u het niet eens bent met een besluit van het Nationaal Comité 4 en 5 mei op een aanvraag om subsidie, kunt u daartegen binnen 6 weken schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij de onafhankelijke bezwaarschriftencommissie subsidieverlening van het comité. Deze commissie hoort de indiener van het bezwaarschrift en beoordeelt de gegrondheid van de bezwaren en adviseert vervolgens aan het comité over de op het bezwaar te nemen beslissing. Het bezwaar kan worden ingediend bij: Nationaal Comité 4 en 5 mei o.v.v. Bezwaar subsidie reünies en lotgenotencontacten Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam Beroep
Tegen de beslissing op bezwaar kunt u beroep instellen bij de rechtbank, sector bestuursrecht, en vervolgens hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Deze mogelijkheid van bezwaar en beroep geldt echter niet voor een afwijzende reactie van het comité op een voorlopige aanvraag om subsidie. Deze reactie is namelijk niet een besluit in de zin van art. 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, zodat daartegen geen bezwaar of beroep mogelijk is. Contactpersonen Secretariaat Subsidieverlening Dorothée Kaiser telefoon 020-7183526 e-mail
[email protected]
Projectadviseur Nienke Majoor telefoon 020-7183502 e-mail
[email protected]
De meest actuele informatie vindt u op de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: www.4en5mei.nl
Subsidieprogramma ‘Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO II’ – Nationaal Comité 4 en 5 mei
15
Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam t: 020-718 35 00 f: 020-718 35 01 e:
[email protected] www.4en5mei.nl