Wmo subsidieprogramma 2012
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 18 oktober 2011 Gemeente Helmond dienst Samenleving en Economie afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en Dienstverlening
WMO Subsidieprogramma 2012
-2-
Inhoudsopgave
blz.
VOORWOORD........................................................................................................................................ 5
1
Inleiding ........................................................................................................................................ 7
2
Wmo subsidiekader..................................................................................................................... 9
3
Subsidies .................................................................................................................................... 13
4
Thema Aandachtskinderen en -gezinnen................................................................................ 15
5
Thema Meervoudige problematiek .......................................................................................... 19
6
Thema Participatie..................................................................................................................... 23
7
Sturing en regie ......................................................................................................................... 27
Bijlage 1
Budget 2012.................................................................................................................... B11
Bijlage 2
Overzicht totaalsubsidie per professionele organisatie............................................ B21
Bijlage 3
Subsidies vrijwilligersorganisaties.............................................................................. B31
WMO Subsidieprogramma 2012
-3–
WMO Subsidieprogramma 2012
-4-
VOORWOORD Voor u ligt het Wmo subsidieprogramma 2012 van de gemeente Helmond. Dit subsidieprogramma voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en het Integraal Jeugdbeleid (IJB) omvat vrijwel alle subsidies op sociaal-maatschappelijk terrein aan professionele organisaties en een overzicht aan subsidies aan vrijwilligersorganisaties op hoofdlijnen. Het Wmo subsidieprogramma 2012 is gewijzigd ten opzichte van 2011. Het doel van de nieuwe werkwijze is de kwaliteit, effectiviteit en efficiency van de dienstverlening te vergroten en de resultaten beter zichtbaar te maken. Het grootste deel van onze inwoners redt zichzelf, met hulp van het sociale netwerk of met kortstondige professionele hulp en draait volwaardig mee in onze stad. Deze mensen hebben een zinvolle dagbesteding, voldoende inkomen, waardevolle sociale contacten en over het algemeen een goede gezondheid. Voor deze groep bieden we faciliteiten om het evenwicht te behouden of te herstellen. Voorbeelden zijn mantelzorgondersteuning en maatschappelijk werk of – als het gaat om het meedoen – subsidies aan vrijwilligersorganisaties of multifunctionele accommodaties. We constateren tegelijk dat een kleinere groep inwoners moeite heeft om de aansluiting met de samenleving te behouden. Ik denk daarbij aan kinderen uit probleemgezinnen, aan mensen met een beperking die nauwelijks sociale contacten hebben en aan inwoners met meerdere problemen tegelijk. We zijn van mening dat alle inwoners de kans moeten krijgen om mee te doen in onze stad. We weten dat het welzijn van mensen toe neemt, als zij een bijdrage leveren aan de samenleving. We ondersteunen inwoners zodat zij zoveel als mogelijk op eigen kracht meedraaien. Dat betekent dat we de kracht versterken. Daarnaast stellen we het opbouwen en het behouden van sociale netwerken centraal. In het coalitieprogramma schreven we al dat de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en wederkerigheid onze uitgangspunten vormen. Het Wmo subsidieprogramma 2012 sluit daarop aan. In de nieuwe werkwijze verminderen we de regeldruk en bureaucratie rond subsidiëring. We willen de effecten van de dienstverlening laten zien, maar willen niet doorslaan door de oplevering van dikke – soms weinigzeggende – rapporten. Een nieuwe vorm van gemeentelijke regievoering en subsidieverantwoording door de organisaties is gewenst. In voorliggend programma geven we een voorzet. Zoals bekend is onze gemeente genoodzaakt om ook de komende jaren fors te bezuinigen. De taakstelling voor 2012 werken we uit in het voorliggende programma. Samen met de maatschappelijke partners en onze burgers gaan we verder op zoek naar mogelijkheden om het geld beter en slimmer in te zetten. Ons doel is om gegeven de schaarse middelen de beste resultaten voor onze burgers te realiseren. Een goede samenwerking en de inzet van creativiteit zijn de komende jaren zodoende een groot goed. Het motto voor 2012 is zelfredzaamheid en ‘samenredzaamheid’. We wensen dat inwoners zo zelfstandig mogelijk zijn en zich om elkaar bekommeren. Samen willen we ervoor zorgen dat Helmond een fijne stad is om in te wonen. Fijn wonen in je straat, in je buurt waar mensen elkaar kennen, in een wijk waar activiteiten worden georganiseerd en in een stad waar onze basisvoorzieningen goed geregeld zijn. De uitdaging blijft om met minder geld hier toch een balans in te houden. Samen met u blijven we zoeken naar de juiste vorm! Namens het college van burgemeester en wethouders, M.M. de Leeuw-Jongejans, Wethouder Zorg, Welzijn, Jeugd en Onderwijs
WMO Subsidieprogramma 2012
-5-
WMO Subsidieprogramma 2012
-6-
1
Inleiding
Aanleiding Tot 2011 vond de subsidiëring van professionele organisaties plaats op basis van een Programma van Eisen, bestaande uit een veelvoud aan specifieke vooraf geformuleerde resultaten (de 1 zogenoemde TRILL-systematiek ). De afgelopen jaren zijn op meerdere momenten de resultaten van deze werkwijze tegen het licht gehouden. Zowel onze maatschappelijke partners als wijzelf constateerden dat de werkwijze aan verbetering toe was. De oorspronkelijke werkwijze kenmerkt zich in meer of mindere mate door bureaucratie, een gebrek aan flexibiliteit, tijdrovendheid en onvoldoende zicht op de werkelijke resultaten en effecten van de dienstverlening. De werkwijze draagt zodoende niet (altijd) bij aan een optimalisering van de kwaliteit van onze diensten. Wmo subsidieprogramma nieuwe stijl In het voorjaar van 2010 startten we met de ontwikkeling van een Wmo subsidieprogramma nieuwe stijl. Kernbegrippen voor de nieuwe werkwijze zijn: • Een effectieve en efficiënte samenwerking die leidt tot meer kwaliteit; • Gedeelde visie en adequate resultaatformulering (effecten) in afstemming met het veld; • Heldere verantwoording met minder (complexe)registratie en meer interactie. Het Programma van Eisen met een scherpe maar ‘in beton gegoten’ opdrachtformulering lieten we los. In de nieuwe werkwijze vragen we organisaties subsidieaanvragen in te dienen op basis van een kort en puntig Wmo subsidiekader. Dit subsidiekader is zowel gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders als de inbreng van verschillende maatschappelijke partners. Relevante beleidskaders zijn het Integraal Jeugdbeleid (IJB), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), maar eveneens de visie op Persoonlijke Ondersteuning (en MAATwerk) en het participatiebeleid. Het Wmo subsidiekader 2012 omvat naast een visie op dienstverlening een beschrijving van outcome (effecten van resultaten) op een drietal thema’s, te weten aandachtskinderen en –gezinnen, meervoudige problematiek en participatie. Deze thema’s vragen vanwege de complexiteit, noodzaak tot samenwerking en/of politieke en bestuurlijke urgentie een sterke gemeentelijke regie. In hoofdstuk 2 kunt u meer lezen over het Wmo subsidiekader 2012. Ons college stelde dit kader op 26 april 2011 vast en legde het vervolgens aan de maatschappelijke organisaties voor. Het Programma van Eisen was opgebouwd via de prestatievelden van de Wmo. In het nieuwe Wmo subsidieprogramma is dat gewijzigd. De prestatievelden lopen door de thema’s heen. Prestatieveld 2 – op preventiegerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en ouders met problemen met opvoeden – is bijvoorbeeld met name gekoppeld aan het thema aandachtskinderen en -gezinnen. Prestatieveld 1 – bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid – raakt daarentegen alle drie de thema’s. Prestatieveld 6 – het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking, chronisch psychisch of psychosociaal probleem gericht op het behoud van zelfstandig functioneren en participatie – valt buiten het bestek van dit subsidieprogramma. Hiervoor ontwikkelden we de zojuist genoemde Persoonlijke Ondersteuning en het MAATwerk. Daarnaast bieden we aanvullend hierop diverse voorzieningen, zoals vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen. De gemeentelijke Zorgpoort en enkele zorgaanbieders spelen een belangrijke op dit vlak. Voor 1 juni ontvingen we op basis van het kader subsidieaanvragen voor 2012. Bij de beoordeling van de aanvragen keken we zowel naar de verwerking van de visie in de voorgestelde diensten, als naar de bijdrage aan het realiseren van de outcome op de thema’s. 1
TRILL staat voor Transparante, Resultaatgerichte Informatie Landelijk en Lokaal.
WMO Subsidieprogramma 2012
-7-
‘Werk in uitvoering’ In de ontwikkeling van een nieuwe werkwijze zijn grote stappen gezet, tegelijk is de eindbestemming nog niet in zicht. De komende periode werken we verder aan de volgende punten: • Implementatie van visie in (subsidieaanvraag en) aanbod. De ingediende subsidieaanvragen sloten nog niet altijd volledig aan bij het gestelde kader. We zien regelmatig extra mogelijkheden als het gaat om een vertaling van de visie in aanbod, de samenhang in producten en diensten, samenwerking tussen instellingen en organisaties en innovatie binnen het (huidige) aanbod. Hierover voeren we met verschillende organisaties gesprekken en waar nodig zijn de subsidieaanvragen aangepast. Voor enkele onderdelen van het Wmo subsidieprogramma 2012 is echter extra tijd nodig. In het programma leggen we de kaders vast om deze verdieping te realiseren. • De verantwoordingssystematiek. We streven naar een minder bureaucratische en heldere verantwoording die laat zien dat de middelen slim zijn ingezet en de gewenste effecten opleveren. We besteden meer aandacht aan verantwoording richting raad, bestuur, management, maar ook naar andere organisaties en naar burgers. We vragen meer ‘beeld en geluid’ en nieuwe presentatievormen van organisaties om de resultaten en effecten van de diensten (outcome) te laten zien. In het najaar werken we de verantwoordingssystematiek samen met de organisaties verder uit. • Sturing en regie. Enerzijds sturen we via subsidiëring en verantwoording om de visie op de dienstverlening in de uitvoering terug te zien. Anderzijds zien we het als onze verantwoordelijkheid om organisaties te ondersteunen bij het verder implementeren van deze visie. Het onderwerp komt bijvoorbeeld terug op onze netwerkdag halverwege november 2011, bij grotere inhoudelijke onderwerpen (zoals de transitie jeugdzorg en decentralisatie van de functiebegeleiding uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) – en tot slot in het traject dat we met de LEVgroep zijn ingeslagen rond Welzijn Nieuwe Stijl (WNS). Leeswijzer In hoofdstuk twee blikken we terug op het Wmo subsidiekader 2012. Daarin beschrijven we onze vraag aan de professionele organisaties. Hoofdstuk drie gaat in op de financiering van het Wmo subsidieprogramma 2012, waarbij we op hoofdlijnen ingaan op de te verstrekken subsidies. In de hoofdstukken vier tot en met zes beschrijven we per thema de diensten. In hoofdstuk 7 staan we stil bij de gemeentelijke sturing en regie en de verantwoording van subsidies door de organisaties. In de eerste bijlage tot slot vindt u een overzicht van beschikbare middelen en doorgevoerde bezuinigingen. Bijlage twee biedt op hoofdlijnen inzicht in de subsidies die we aan vrijwilligersorganisaties verstrekken. In een apart document – Wmo subsidieprogramma 2012 vrijwilligersdeel – zijn de subsidies aan de vrijwilligersorganisaties verder uitgewerkt. Bijlage drie tot slot bevat een totaaloverzicht van subsidies per professionele organisatie.
WMO Subsidieprogramma 2012
-8-
2
Wmo subsidiekader 2012
Inleiding Het Wmo subsidiekader 2012 vormt de basis voor subsidieverstrekking. Het kader bestaat uit onze visie op maatschappelijke dienstverlening geldend voor alle gesubsidieerde diensten én een overzicht van te realiseren resultaten op outcome-niveau inclusief bijhorende indicatoren op een drietal thema’s. Het Wmo subsidiekader 2012 is zowel gebaseerd op de door de gemeenteraad vastgestelde beleidskaders als de inbreng die we in een voorbereidingstraject ontvingen van diverse maatschappelijke partners en cliëntvertegenwoordigers. Relevante beleidskaders zijn de herijkte beleidskaders Wmo en het IJB, maar eveneens de visie op Persoonlijke Ondersteuning (en MAATwerk) en het participatiebeleid. Samenvattend gaan we in de toekomst uit van de volgende vuistregels: 1. Eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van inwoners (en sociale netwerken) zijn het uitgangspunt in de dienstverlening; 2. Wederkerigheid: inwoners zetten talenten en kwaliteiten in voor maatschappelijke participatie en (vrijwilligers)werk; 3. Niet onnodig problematiseren, maar normaliseren, mogelijkheden zien en kansen benutten; 4. Integraal en afgestemd aanbod; 5. Licht en kortdurend aanbod waar kan, zwaarder waar nodig; 6. Proactieve, flexibele en snelle inzet van professionals gericht op de uitvoering (direct contact doelgroep); 7. Inzet van bewezen effectieve methoden, gericht op doelgroepen die extra aandacht vragen (zoals probleemgezinnen vanwege aanwezigheid kinderen) en waarbij een optimaal resultaat verwacht wordt. In onderstaande werken we deze vuistregels verder uit. Visie op maatschappelijke dienstverlening
WMO Subsidieprogramma 2012
-9-
Visie op de doelgroep: 1. Het vergroten van de eigen kracht (zelfredzaamheid) en van sociale netwerken (‘samenredzaamheid’) en de eigen verantwoordelijkheid van onze inwoners staan centraal; 2. Alle mensen hebben talenten en kwaliteiten. We zetten deze optimaal in via maatschappelijke participatie en (vrijwilligers)werk, zodat het welzijn van onze inwoners en de sociale samenhang in de stad wordt bevorderd. Daarbij gaan we uit van wederkerigheid (niet alleen halen, ook brengen). Visie op de dienstverlening: 3. Preventie (en aandacht voor kinderen) staat voorop, want voorkomen is beter dan genezen; 4. Interventies zijn in beginsel eindig en kortdurend; 5. Professionals hebben een flexibele en proactieve houding (direct erop af) en dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid, die we terugzien bij signalering, toeleiding, interveniëren en innovatie; 2 6. De inwoner staat centraal en een integrale analyse en werkwijze zijn het uitgangspunt: de vraag achter de vraag en lichte ondersteuning waar kan, zwaarder waar moet; 7. De uitvoering kenmerkt zich door een sluitende aanpak, waarbij vertrouwen in de professional het uitgangspunt vormt en samenwerking natuurlijk tot stand komt. Thema-groepen Het merendeel van onze inwoners redt zich op eigen kracht en/of met een sociaal netwerk. Eventueel maken zij kortdurend gebruik van collectieve (of individuele) diensten. Een groep inwoners kampt echter met een meer complexe en meervoudige ondersteunings- of zorgvraag. Afzonderlijke en kortdurende interventies bieden voor deze groep veelal onvoldoende resultaat. Bij dit soort vraagstukken is samenwerking tussen maatschappelijke partners extra relevant. Daarnaast zien we een grote politieke en bestuurlijke urgentie om op deze vraagstukken te sturen.
2
De volgende leefgebieden maken onderdeel uit van de integrale analyse: wonen/huisvesting, gezondheid (lichamelijk en psychisch), vrije tijd/sociale contacten, opvoeden, veiligheid, (vrijwilligers)werk, inkomen/financiën en opleiding/ontplooiing (zingeving).
WMO Subsidieprogramma 2012
- 10 -
In overleg met de maatschappelijke partners zijn we tot de volgende drie thema-groepen gekomen: A. Aandachtskinderen en –gezinnen: niet pluis gevoel bij professionals en werkelijke problematiek, zoals ontregelde huishoudens en opvoedingsproblemen; B. Inwoners met meervoudige problematiek (geestelijke gezondheid, verslaving en/of huisvesting, schulden, et cetera) inclusief inwoners die dreigen tot deze groep te vervallen; C. Participatie: het inzetten van kwaliteiten en talenten van geïsoleerde inwoners in maatschappelijke participatie of (vrijwilligers)werk om zo sociaal isolement (feitelijke contacten) en eenzaamheid (emotioneel en sociaal) tegen te gaan (wederkerigheid). Onder deze thema-groepen vallen verschillende klantgroepen. Daarnaast is regelmatig sprake van overlap tussen de thema’s (zie de afbeelding). Een scherpe afgrenzing tussen de thema’s willen we voorkomen. Het is juist van belang om verbanden en relaties te zien en in de dienstverlening terug te laten komen. Outcome en indicatoren Voor de drie thema-groepen benoemden we vooraf prestaties op outcome-niveau. Prestaties op dit niveau raken de kern van de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsdoelen. Outcome gaat over het effect dat we met de gesubsidieerde diensten en activiteiten voor onze inwoners en stad bereiken. De feitelijke resultaten van deze afzonderlijke diensten en activiteiten dragen bij aan de realisatie van de outcome. Van een één-op-één relatie is echter geen sprake. Outcome realiseren we door het boeken van meerdere resultaten naast elkaar. In onderstaande bieden we een overzicht van de eerder geformuleerde outcome en indicatoren per thema. In de volgende hoofdstukken beschrijven we de diensten die bijdragen aan de realisatie van deze outcome. In hoofdstuk zeven beschrijven we de wijze waarop de sturing op deze resultaten plaatsvindt. Thema Aandachtskinderen en -gezinnen Voorkomen en normaliseren van aandachtskinderen en -gezinnen 1. Kinderen maken (vanaf groep 3) een goede start in het basisonderwijs • % Doelgroepleerlingen dat deelneemt aan VVE 2. Jongeren hebben een startkwalificatie of hebben (begeleid) werk (van minstens 24 uur p/week) • % Jongeren van 23 jaar dat een startkwalificatie heeft • % Jongeren VO niveau (15-22 j.) dat school verlaat zonder startkwalificicatie • % Jongeren op MBO-niveau (15-22 j.) dat school verlaat zonder startkwalificatie • % Jeugdwerklozen t.o.v. de potentiële beroepsbevolking en/of per jaar 3. Kinderen en jongeren groeien gezond op en zijn gezond • % Jongeren dat hun eigen gezondheid als matig/slecht beoordeelt • % Opvoeders/opgroeiers dat de gezondheid van kinderen als matig/slecht beoordeelt • % Kinderen en jongeren met overgewicht • % Jongeren dat alcohol/drugs gebruikt • % Jeugdigen dat bereikt wordt door JGZ 4. Opvoeders, zijn met zo beperkt mogelijke ondersteuning, in staat om opvoeding en huishouden in goede banen te leiden • Aantal risicogroepen (conform staat van de jeugd) • (Herhaald) beroep op geïndiceerde jeugdzorg • Gemiddeld bedrag voor individuele dienstverlening dat per aandachtsjongere/gezin wordt ingezet door gemeente • Aantal unieke kinderen/gezinnen dat in Helmond wordt begeleid t.o.v. doelgroep • Aantal unieke kinderen/gezinnen dat na jaar weer op de rit is gezet t.o.v. doelgroep 5. Jongeren, zijn met zo beperkt mogelijke ondersteuning, in staat om hun leven in goede banen te leiden • Zie onder 4. 6 Minder overlast door jongeren • Meldingen bij politie van overlast door jeugd • Ervaren overlast door bewoners
WMO Subsidieprogramma 2012
- 11 -
Thema Meervoudige problematiek 1. Alle inwoners met meervoudige problematiek hebben een integraal plan en een traject,waarvoor een organisatie/professional verantwoordelijk (coördinatie) is • % Van doelgroep dat wordt bereikt en toegeleid naar zorg of ondersteuning neemt toe • 100% Van de bereikte doelgroep heeft een intake en een opgesteld individueel trajectplan waarbij doelen zijn geformuleerd op de leefgebieden (zie visie) • Bij 100 % van de bereikte doelgroep is na beëindiging van het traject voortgang geboekt op de gestelde doelen • Klanttevredenheid gemeten in tweejaarlijks onderzoek van de uitvoerende instellingen 2. De doelgroep woont zo zelfstandig mogelijk • Aantal huisuitzettingen bij corporaties in verhouding tot aantal corporatiewoningen (exclusief de huisuitzettingen vanwege hennepteelt) • Aantal residentieel daklozen t.o.v. totaal aantal daklozen vergeleken met de situatie in 2006 • Huiselijk geweld: aantal meldingen en aantal ingezette trajecten 3. De doelgroep wordt ondersteund bij de financiële huishouding • Voor de doelgroep worden de randvoorwaarden (oplossen van grote problematiek) gerealiseerd om deel te nemen aan het reguliere aanbod • Percentage van de doelgroep dat ondersteund wordt vanuit het reguliere aanbod 4. De doelgroep participeert in de maatschappij (wederkerigheid) • Aantal personen dat deelneemt aan dagbesteding, dagopvang en/of activiteitenbegeleiding • Aantal personen dat scholing volgt of (vrijwilligers)werk verricht 5. Dakloosheid wordt voorkomen door het bieden van voorlichting (aan doelgroep en intermediairs) en toeleiding • Aantal toeleidingen van personen, die bereikt worden via een outreachende werkwijze, naar hulpverlening (= ondersteuning en zorg) • Kennis van beschikbare hulpverlening bij professionals 6. Positief beïnvloeden van de beeldvorming van inwoners met meervoudige problematiek • Deelname aan niet doelgroepgebonden activiteiten • Positieve publiciteit over de doelgroep Thema Participatie Participatie: tegengaan van eenzaamheid en sociaal isolement (wederkerigheid) 1. Inwoners zijn zelfredzaam en maatschappelijk actief en/of zorgen voor elkaar (sociale samenhang en onderlinge betrokkenheid) • Het aantal kwetsbare inwoners met eenzaamheidsproblematiek dat na interventie is toegeleid naar vrijwilligerswerk, informele zorg, sociale activering of arbeid • De mate waarin individuele, kwetsbare burgers uit de doelgroep zijn geklommen op de participatieladder • Het percentage inwoners dat zich inzet voor de eigen wijk • De mate van gehechtheid aan de buurt 2. Inwoners in een isolement zijn in beeld en worden bereikt en gestimuleerd om te participeren • Het aantal kwetsbare inwoners met problematiek op het gebied van eenzaamheid en/of sociaal isolement dat in beeld is gebracht neemt toe • Het percentage ouderen dat zich eenzaam voelt stabiliseert 3. Kwetsbare inwoners kunnen, zo nodig met een steuntje in de rug, langer blijven participatie en zelfstandig blijven wonen. Zij benutten hun eigen kracht, maken gebruik van hun sociale netwerk waardoor ze minder afhankelijk zijn van overheid en professionals (gesubsidieerde hulp) • Het aantal kwetsbare personen met psychosociale, materiële of chronisch psychische problemen dat langer zelfstandig functioneert • Afname van gebruik van gemeentelijk geïndiceerde diensten (Persoonlijke Ondersteuning) • Vermindering van eenzaamheidsgevoel 4. Kwetsbare inwoners vinden hun weg naar en kunnen gebruik maken van aanbod gericht op ontmoeting, ontspanning en activering • Voldoende activiteiten in de buurt • De mate waarin inwoners activiteiten ondernemen in de buurt
WMO Subsidieprogramma 2012
- 12 -
3
Subsidies
Inleiding Met de nieuwe werkwijze zetten we nadrukkelijker dan voorheen de inhoud voorop. De mogelijkheden voor subsidiëring van goede dienstverlening worden bepaald door het beschikbare financiële kader. In bijlage 1 vindt u het overzicht van de beschikbare middelen. Daarin zijn de noodzakelijke meerjaren bezuinigingen verwerkt. Voorbeelden van onderwerpen waarop we bezuinigingen doorvoeren zijn onder meer het accommodatiebeleid, jeugd- en jongerenwerk, opvoedingsondersteuning en subsidiëring van professionele organisaties. In onderstaande werken we de subsidies verder uit. Totale uitgaven Wmo subsidieprogramma 2012 Onderstaande tabel biedt een overzicht van de totale subsidie die we per thema beschikbaar stellen. We benadrukken hierbij dat de thema’s en doelgroepen die daarbinnen te noemen zijn elkaar overlappen. In de volgende hoofdstukken beschrijven we per thema de diensten die we subsidiëren. De subsidies voor de vrijwilligersorganisaties zijn uitgewerkt in bijlage 3. Thema Aandachtskinderen en –gezinnen
Subsidie (€) 7.284.101
Meervoudige problematiek
4.296.558
Participatie (inclusief vrijwilligersorganisaties)
4.920.023
Overige professionele diensten
1.424.531
Totaal
17.925.213
Vrijwilligersorganisaties leveren een waardevolle bijdrage in het participatieaanbod in onze stad, zoals sportactiviteiten, ontmoeting, cursussen en activiteiten gericht op recreatie en ontspanning. In bijlage 3 gaan we inhoudelijk hierop in. In een apart document – het Wmo subsidieprogramma 2012 vrijwilligersdeel – zijn alle subsidies aan vrijwilligersorganisaties opgenomen. In 2012 verstrekken we een hoger bedrag aan subsidie dan in 2011. De noodzakelijke bezuinigingen zijn daarin al meegenomen. De reden hiervoor is dat een aantal diensten en budgetten aan het Wmo subsidieprogramma 2012 zijn toegevoegd respectievelijk verhoogd. Te denken valt aan de combinatiefunctionarissen, het peuterspeelzaalwerk en activiteiten gericht op jeugd en veiligheid. Overige diensten Een deel van de gesubsidieerde diensten draagt bij aan de realisatie van outcome van meerdere thema’s. Een goed voorbeeld is het maatschappelijk werk. Deze professionals ondersteunen bijvoorbeeld kwetsbare inwoners met meervoudige problematiek bij het verwerken van een echtscheiding. Daarnaast bieden ze opvoedingsondersteuning aan ouders uit een aandachtsgezin. In beide situaties is het aannemelijk dat andere professionals meer specialistische ondersteuning of zorg bieden. Eventueel gefinancierd vanuit andere bronnen, zoals de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In onderstaande zijn deze zogenoemde ‘overige diensten’ opgenomen. Activiteit Maatschappelijk werk
Organisatie LEVgroep
Sociale interactie en belangenbehartiging: opbouwwerk
LEVgroep
Sociaal raadsliedenwerk
LEVgroep
434.205 3 (SI 171.921) 328.719
Buurtbemiddeling
LEVgroep
47.535
Telefonische en digitale hulpdienst
Sensoor
Slachtofferhulp
Slachtofferhulp
Totaal 3
2.880 13.003 1.424.531
SI staat voor Samen Investeren.
WMO Subsidieprogramma 2012
Subsidie (€) 598.189
- 13 -
WMO Subsidieprogramma 2012
- 14 -
4
Thema Aandachtskinderen en -gezinnen
Inleiding Voor het thema Aandachtskinderen en -gezinnen geldt – in lijn met onze visie op dienstverlening –, dat de eigen kracht en het sociaal netwerk voorop staan. We onderscheiden drie leefgebieden – het gezin, de school/dagbesteding/dagopvang en, de straat/openbare ruimte – van waaruit kinderen zich ontwikkelen tot geslaagde volwassenen. Voor een grote meerderheid van de kinderen loopt dit proces goed. Over een kleiner deel maken we ons zorgen.Iedereen – burger, professional, gemeente, school – kan in elk van de genoemde leefgebieden signalen oppikken dat het niet goed gaat. Deze leefgebieden vormen de vindplaatsen en als dat mogelijk is zien we ze ook graag als logisch aanknopingspunt (werkplaats) voor ondersteuning en hulp. Bij het inzetten van gemeentelijke subsidies gaat prioriteit uit naar de schillen die het dichtst aansluiten op de eigen kracht en het sociaal netwerk. Zo bouwen we daadwerkelijk aan de versterking daarvan. Wij vragen alle partners om een inzet die zich richt op herstel van de eigen kracht en het versterken/activeren van het sociale netwerk. Met subsidietoekenning willen wij aan de voorkant veel ruimte bieden zodat er naast extra handelingsruimte voor professionals ook mogelijkheden zijn om gedurende het jaar flexibel in te spelen op verandering van de vraag. Dienstverlening Schil Sociaal netwerk Mensen die een goede relatie hebben met buren, familie of vrienden hebben doorgaans minder behoefte aan overheidssteun. De term civil society of pedagogische infrastructuur wordt vaak belangrijk geacht, en wij vragen van al onze partners om dat ook te prediken. De vraag – heeft u al eens in uw nabije omgeving gevraagd om hulp – is hierin een heel belangrijke. Een sterk appèl op de eigen verantwoordelijkheid - om het samen met familie en vrienden te regelen - is de houding en het gedrag dat wij van onze partners vragen. Schil Collectieve dienstverlening (“it takes a village to raise a child”) De dienstverlening in deze schil is in principe beschikbaar voor iedereen. Elke partij heeft een eigen kerntaak (opvang, educatie, vrije tijd). Daarnaast zijn we van mening dat er ook sprake is van een pedagogische opdracht. Veel aanbod is verspreid over de stad beschikbaar. Soms kiezen we ervoor aanbod alleen in bepaalde wijken beschikbaar te stellen omdat juist daar de pedagogische infrastructuur een steuntje in de rug kan gebruiken. We onderscheiden een aantal blokken: 1. Peuterspeelzaalwerk/VVE/OAB/schakelklassen Versterking pedagogische infrastructuur peuterspeelzaal en basisschool. OCGH en SPSpring zijn daarin aanbieders. 2. Buurtwerk jeugd Straathoekwerkers en jongerenwerkers (die soms vanuit wijkaccommodaties hun werk verrichten) hebben met elkaar gemeen dat ze de pedagogische infrastructuur van de wijk versterken. Op dit moment zijn BJBrabant en de LEVgroep daarin de leveranciers van professionals die vaak met steun van vrijwilligers deze taak vormgeven. JIBB-ers zijn functionarissen die zich specifiek richten op het stimuleren van sport. Het bouwen van netwerken, het onderhouden van netwerken, en juist die thema’s en activiteiten stimuleren die van belang zijn voor versterking van de pedagogische infrastructuur. Voor extra expertise, consultatie of consult (individuele hulp) worden professionals of vrijwilligers uit andere schillen ingeschakeld. 3. Het consultatiebureau, de GGD en het CJG Het CJG stemt zijn aabod af op vragen die gerelateerd zijn aan opvoeden en opgroeien vanuit de gezinscontext. Vanwege zijn projectstatus, is het CJG nog niet opgenomen in dit subsidieprogramma. Het CJG is er voor alle vragen over opvoeden en opgroeien voor burgers en/of professionals die niet weten waar ze terecht kunnen. Het CJG beschikt over een digitale sociale kaart met alle diensten op dit terrein en houdt deze actueel met de hulp van de Helmondse partners. Ook de bekostiging van de GGD vindt op een andere wijze plaats dan via dit subsidieprogramma. De GGD brengt ook expertise (kindkennis en systeemkennis) naar 1.en 2. Schil Individuele dienstverlening (“generalist, ofwel: specialist in het gewone leven”) Kenmerkend voor de dienstverlening in deze schil is dat deze ontstaat vanuit de vraag van een individu. Kind is vertrekpunt, en gezin en de sociale context zijn vaak aanknopingspunt om de eigen
WMO Subsidieprogramma 2012
- 15 -
kracht weer te herstellen. Als het mogelijk is, voeren vrijwilligers deze diensten uit en als het nodig is zetten we professionals in. We onderscheiden een aantal blokken: 1. Vrijwilligers De inzet van vrijwilligers heeft onze voorkeur. Succesvolle Helmonders (maatjes of coaches) koppelen we aan jongeren of ouders die een beetje steun kunnen gebruiken. Participatie aan de maatschappij staat voorop. Vaak zal het hier gaan om het begeleiden van de schoolloopbaan, van vrije tijd of van werk of van het gewone leven in het gezin. Professionals zorgen voor de werving, training en begeleiding van deze maatjes en coaches. LEVgroep en Humanitas voeren deze diensten uit. 2. Professionals (nu naar leefgebieden gesorteerd, maar de vraag is of deze ordening naar leefgebieden ook volgend jaar nog zal plaatsvinden) a. Straat Generalist die gekoppeld is aan de straat als vindplaats. Vanwege de (beleefde) overlast is de inzet op deze vindplaats voor het jaar 2012 sterk geïntensiveerd. De succesvolle methode Shouf Kedemk is verder uitgebreid over andere delen van de stad. BJ-Brabant voert deze dienstverlening uit. b. Gezin Generalist die primair aansluit op het gezin, om te werken aan de versterking van de eigen kracht, herstel van het gewone leven. Deze professionals zijn er in een lichtere vorm en ook in zwaardere vormen (gezinscoach), naar gelang nodig is om de noodzakelijke activering te realiseren. Met name de LEVgroep voert deze dienstverlening uit. c. School Generalist die gekoppeld is aan scholen in het PO, VO en MBO. Met name de LEVgroep voert deze dienstverlening uit. 3. Vaardigheidstrainingen (niet vrij toegankelijk) Intensieve groepstrainingen zijn vaak uitermate effectief in het herstel van de eigen kracht. Vooral basisscholen verwijzen via hun zorgstructuur kinderen of ouders door naar een groepstraining. Hier werkt men gericht aan sociale weerbaarheid en sociale vaardigheden van kinderen of ouders. Met name de LEVgroep voert deze dienstverlening uit. Schil Individuele dienstverlening specialisten De dienstverlening in deze schil betreft specialistische dienstverlening (vaak toch in groepsverband) die zich richt op geselecteerde individuen. Professionals met een specifieke expertise voeren deze diensten uit. Diensten Aangezien de vraag naar specialistische dienstverlening ontstaat in de schillen collectieve en individuele dienstverlening, zijn de kaders van het aanbod in nader overleg met sleutelfiguren uit die schillen vastgesteld. Het was de eerste keer dat partijen hierover met elkaar in gesprek gingen en dat was wennen. Ook hier geldt dat we aan de voorkant veel ruimte bieden, zodat er gedurende het jaar mogelijkheden zijn om goed aan te blijven sluiten op de vraag. Sleutelfiguren van WSNS, SWV 4 VO/SVO, CJG, BJZ , de LEVgroep en BJBrabant hebben meegewerkt aan het opstellen van de zeer ruime kaders (inhoudelijk en procedureel) voor het aanbod 2012. Voor het gehele blok specialistische voorlichting geldt, dat we een volume vaststellen (het volume is vastgesteld in de totaalafweging budget maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid). We zetten in op consultatie van de GGZ. Consultatie kan gevraagd en ongevraagd worden inzet naar sleutelpartijen in de schil CD en ID. Preventie kwetsbare kinderen betreft specialistische dienstverlening (in groepsverband) die zich richt op geselecteerde individuen. De door Novadic-Kentron gewenste dienstverlening laat zich in drie blokken vertalen: veldwerk, kennisoverdracht en ondersteuning gemeenten. In de tabel op de volgende pagina vindt u een overzicht van de subsidies op het thema aandachtskinderen en -gezinnen die we in 2011 beschikbaar stellen.
4
WSNS: samenwerkingsverband Weer Samen naar School, SWV VO/SVO: samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs/speciaal voortgezet onderwijs, CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin, BJZ: bureau jeugdzorg, OGGZ: openbare geestelijke gezondheidszorg, GGZ: geestelijke gezondheidszorg
WMO Subsidieprogramma 2012
- 16 -
Subsidie thema Aandachtskinderen en –gezinnen Blok
Dienst/product
Organisatie
Meldpunt Jeugdprostitutie en loverboys Schakelklassen Coördinatie Onderwijs Achterstanden Beleid (OAB) JGZ Participatie jeugd
LEVgroep Basisscholen OCGH advies Zorgboog LEVgroep
14.811 397.000 148.064 1.345.482 518.964
Straathoekwerk Peuterspeelzalen/VVE MOKI
BJ Brabant Stichting PSZ Spring JPP
283.374 2.202.054 20.500
Vorming en training: thema 1 Home-start Activerende begeleiding (Match mentor) BOR (begeleide omgangsregeling echtscheiding) Doorstart Jongerenbuurtbemiddeling Tandem: maatjesproject/nazorg Gezinscoach Opvoedingsondersteuning AMW
ROC ter AA Humanitas LEVgroep Humanitas Humanitas Humanitas Humanitas LEVgroep LEVgroep
14.000 116.526 98.257 74.740 72.071 65.260 20.200 177.433 145.856
LEVgroep
144.619
Professional gezin Professional gezin Professional gezin Professional gezin Professional gezin Professional school Professional school Professional school Professional straat
Opvoedingsondersteuning ouders kind tot 12 (ouderkamer) Sociaal Maatschappelijk Werk (SMW) Basis Onderwijs Jeugdpreventie programma Zorg voor Jeugd Maatwerkproducten Direct inzetbare hulp aandachtsgezinnen SMW Voortgezet Onderwijs Gezinscoaches JIP (Jongereninformatiepunt) Shouf Kedemk
LEVgroep JPP LEV groep Zorgboog Savant Zorg LEVgroep BJ Brabant BJ Brabant BJ Brabant
112.656 104.107 103.503 61.565 15.840 176.800 133.114 108.101 309.208
Professional straat
AJID
BJ Brabant
83.346
Hulpverlener Schakelklassen Coördinatie Consultatiebureau Buurtwerker Buurtwerker Peuterspeelzaalwerk Vaardigheidstraining kind & opvoeders (k&o) Vaardigheidstraining k&o Vrijwilliger Vrijwilliger Vrijwilliger Vrijwilliger Vrijwilliger Vrijwilliger Professional gezin Professional gezin Professional gezin
WMO subsidieprogramma 2012
Schil Collectieve dienst
Individuele dienst
- 17 –
Aanvraag (€)
Subsidie (€) 0 397.000 126.160 1.345.482 518.964 (SI 405.624) 233.374 2.202.054 20.500 (SI 20.500) 14.000 116.526 229.725 74.740 72.071 0 0 177.433 145.856 (SI 89.000) 15.000 (SI 15.000) 112.656 104.107 103.503 61.565 0 176.800 133.114 108.101 309.208 (SI 106.191) 83.346
Professional straat Vaardigheidstraining k&o Vaardigheidstraining k&o Vaardigheidstraining k&o Voorlichter Hulpverlener Hulpverlener Voorlichter Hulpverlener Hulpverlener Voorlichter Voorlichter Voorlichter Voorlichter Voorlichter Voorlichter Voorlichter Hulpverlener
Specialist
Shouf Kedemk Sociale vaardigheidstraining Zomertraining Waardevol communiceren met kinderen Halt Transitie onderwijs naar arbeid preventie kwetsbare kinderen (kopp,piep,bobp) consultatie in VO Opvoedingsondersteuning Leerstraf Alcohol/Drugs LGB / alcohol(matigings)beleid Kinderen van Verslaafde Ouders Onderwijs en Vrije tijd Deskundigheidsbevordering etc Kansspel- en Gamepreventie Outreachend Veldwerk Veldverkenning
LEVgroep LEVgroep GGD Zorgboog Halt Korenaer GGZ OB GGZ OB Novadic-Kentron (NK) NK NK NK NK NK NK NK NK
Pubers in de knel
Herlaarhof
Totaal
51.915 25.855 7.425 5.850 31.359 105.000 101.442 19.440 9.376 6.094 33.205 23.205 22.267 11.954 5.157 89.850 11.720
51.915 25.855 7.425 5.850 31.359 0 88.916 19.440 0 0 33.150 0 22.230 11.934 5.148 88.102 11.492
20.000
0
7.648.565
7.284.101
Toelichting op tabel • Voor de dienst Meldpunt jeugdprostitutie en loverboys volgt een separaat voorstel, buiten het Wmo subsidieprogramma 2012 om. • De toekenning van € 131.468 extra voor activerende begeleiding (match mentor) van de LEVgroep is bestemd voor flexibele professionele inzet lopende het jaar in relatie tot actuele problematiek rond aandachtskinderen en –gezinnen. De generalisten die deze taken uitvoeren werken nauw samen met scholen, meer vanuit de buurt en in het gezin en (eventueel) afgestemd met de gezinscoaches. Het betreffende budget is in mindering genomen bij de LEVgroep op het thema participatie (zie blok vrijwilligers LEVgroep)
WMO subsidieprogramma 2012
- 18 -
5
Thema Meervoudige problematiek
Inleiding 5 De doelgroep in dit thema bestaat uit inwoners (uit de Peelregio ) met meervoudige problematiek, ofwel burgers die moeite hebben zelfstandig te leven vanwege een combinatie van problemen en daardoor dreigen dak- of thuisloos te raken of zijn. Het betreft volwassen burgers boven 18 jaar. Het thema Meervoudige problematiek omvat de Wmo prestatievelden 7, 8 en 9. Voor de (beleids)uitvoering op deze prestatievelden zijn de kaders in mei 2011 vastgelegd in de documenten Doorontwikkeling Regionaal Kompas Peelregio 2012-2015 en Alle daklozen één plan en één traject. Dienstverlening Op de Wmo prestatievelden 7, 8 en 9 is voor het eerst vanaf 2012 een structurele bezuiniging van toepassing ter hoogte van € 270.000 ten opzichte van de beschikbare middelen 2011. Hierbij merken wij op dat ook specialistische dienstverlening op het terrein van selectieve preventie voor de thema’s jeugd en participatie in 2012 ten laste blijven van deze middelen. Los hiervan heeft het thema meervoudige problematiek inhoudelijk relaties met de andere onderdelen van het subsidieprogramma casu quo Wmo-prestatievelden. SMO heeft in haar aanvraag 2012 rekening gehouden met deze al in 2010 aangekondigde bezuiniging. Realisatie bezuiniging De bezuiniging is voor het grootste deel (zie onderstaande tabel) gerealiseerd met een verlaging van de kosten van de 24-uurs dak- en thuislozenzorg van SMO vanwege een verschuiving in de financiering van 10 plaatsen vanuit Wmo naar AWBZ. Voor de door SMO gevraagde inzet van een deel van de vrijgevallen middelen voor arbeidsmatige dagbesteding ontwikkelen we een separaat voorstel, buiten het Wmo subsidieprogramma 2012 om. Daarnaast besloten we om niet meer af te nemen twee producten selectieve preventie jeugd, en een nieuw product Consultatieteam Kindermishandeling en voor een lager bedrag de producten Steunpunt Huiselijk Geweld (geen collectieve voorlichting en reële inzet van GGZ OB) en het aanmeldspreekuur van Novadic-Kentron (85% is doorgeleiding naar zorgverlening). Ontwikkelingen 1. Heroriëntatie op de dienstverlening. Mede op basis van trajectplanbenadering zijn we in 2011 een discussie gestart over de (dag- en nacht)opvang voor de feitelijk daklozen. We bezien of de dienstverlening effectiever kan met meer op maat voor de klant en daarmee een relatief dure voorziening anders kan worden georganiseerd. De uitkomst hiervan kan misschien nog een wijziging in de subsidieverlening in (een deel van) 2012 tot gevolg hebben. Gelet op de verdere noodzaak tot bezuiniging (zie volgende punt) zullen wij in het licht van de subsidieverlening 2013 in de loop van 2012 bepalen welke voorzieningen binnen het beschikbare budget voor gemeentelijke financiering in aanmerking komen. Hierbij gaat het niet alleen om het al dan niet handhaven van het bestaande aanbod. Juist de trajectplanbenadering en de heroriëntatie kunnen leiden tot hernieuwde of nieuwe voorzieningen. 2. Kortingen en beleidswijzigingen rijk De volgende maatregelen van het rijk (grotendeels benoemd in het Regionaal Kompas) zijn zowel inhoudelijk als financieel van invloed op het subsidieprogramma: • Decentralisatie AWBZ begeleiding: andere inrichting en financiering van de dagbesteding. • Vrijval middelen grensstrook: voor grootste deel verlaging gemeentelijk budget vanwege nu financiering uit AWBZ met kleine positieve correctie via herverdeling van het basisbudget voor maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheid en verslavingsbeleid (MO/OGGZ/VB). Deze korting vangen we in 2012 eenmalig op. Een voorstel hiervoor is in de begroting 2012 meegenomen. • Stelselonderzoek vrouwenopvang: enerzijds kwaliteitsverbetering en standaardisering van Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG), vast te leggen in nieuwe Wet verplichte meldcode huiselijk geweld met samenwerking tussen SHG en Advies- en Meldpunten Kindermishandeling 5
Helmond als centrumgemeente en de gemeenten Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren.
WMO subsidieprogramma 2012
- 19 -
• •
en verwijzing naar landelijk geformuleerde functies SHG en anderzijds mogelijke aanpassing van de verdeelsystematiek van de rijksuitkering vrouwenopvang (VO). Regeling eigen bijdrage MO: wordt nog vastgelegd in wijziging Wmo en hiervoor bereiden wij besluitvorming voor in voorjaar 2012. Wijzigingen rijksuitkeringen: o in de mei- en septembercirculaire 2011 over het gemeentefonds is met een negatief effect vastgelegd de eerder benoemde vrijval middelen grensstrook en het wegvallen van de zogeheten Van Montfrans-middelen, waarmee wij een deel van het verslavingsbeleid financieren; de verlaging bedraagt circa € 1,1 miljoen; o aan de uitkering vrouwenopvang worden middelen voor tolk- en vertaaldiensten toegevoegd.
Diensten In de tabel op de volgende pagina vindt u een overzicht van de gesubsidieerde diensten in 2012 op het thema meervoudige problematiek. In deze tabel zijn voor zover ter sprake bovenstaande kanttekeningen en uitgangspunten verwerkt. De laatste kolom geeft weer welk totaalbudget we inzetten op de blokken preventie, toeleiding en ondersteuning. Daaruit kunt u opmaken dat de kern van dit thema erin ligt om doelgroepen te toe te leiden en feitelijke ondersteuning aan te bieden. Ook in deze ondersteuning gaan we uit van de visie op dienstverlening, te weten bevorderen van de eigen kracht en het opbouwen van sociale netwerken.
WMO subsidieprogramma 2012
- 20 -
Subsidie thema Meervoudige problematiek Blok
Schil
Dienst/product
Organisatie Aanvraag (€)
Preventie
Collectieve dienst
GRIP informatiewinkel cursus psych. problemen in familie participatie in netwerken woonbegeleiding basis woonbegeleiding intensief Integrale aanpak woonoverlast Steunpunt Huiselijk Geweld
GGZ OB GGZ OB GGZ OB SMO SMO LEVgroep LEVgroep
24.170 28.350 24.705 327.800 240.372 189.121 458.656
Centrale intake
GGZ OB LEV N-K GGZ OB SMO
74.750 25.156 198.439 255.808 138.786
18.050 27.766 6.480 288.464 240.372 189.121 433.512 (SI 50.000) 57.000 25.156 196.349 248.702 138.786
Aanmeldspreekuur arbeidsmatige dagbesteding Dagopvang Maatschappelijke dienstverlening avond- en nachtopvang Passantenverblijf Dak- en thuislozenzorg Crisis- en vrouwenopvang 1e fase Crisis- en vrouwenopvang 2e fase Zwerfjongeren: kamers met kansen Opvang tienermoeders
N-K SMO N-K N-K SMO SMO SMO SMO SMO SMO SMO
55.084 117.000 319.688 34.413 274.120 78.044 426.806 443.146 411.750 261.960 70.368
8.263 0 316.293 34.050 274.120 78.044 426.806 443.146 411.750 261.960 70.368
1.296.889
Training Zelfstandig Wonen
SMO
102.000 4.580.492
102.000 4.296.558
2.418.537 4.296.558
Toeleiding
Collectieve dienst
Time-out woning Bemoeizorg
Ondersteuning
Collectieve dienst
Totaal
Subsidie(€)
Subsidie(€) (blok)
581.132
Toelichting op tabel • De producten GRIP informatiewinkel en Integrale aanpak woonoverlast zijn alleen op Helmond gericht; ook inwoners van de andere Peelgemeenten kunnen gebruik maken van de overige producten. • De financiering van de trajectregie daklozen en nazorg ex-gedetineerden is niet in het subsidieprogramma opgenomen omdat het geen subsidie- maar inkooprelatie betreft.
WMO subsidieprogramma 2012
- 21 –
WMO subsidieprogramma 2012
- 22 -
6
Thema Participatie
Inleiding De belangrijkste doelstelling van de Wmo is het scheppen van een omgeving en het aanreiken van instrumenten en voorzieningen die ervoor zorgen dat mensen zich zoveel mogelijk zelfstandig redden en aan de samenleving deelnemen. Een belangrijke bijdrage hierin leveren de (gesubsidieerde) vrijwilligersorganisaties in onze stad. Veel inwoners maken gebruik van het sociaal-cultureel, recreatief en sportaanbod van deze organisaties. Tegelijkertijd komt dit aanbod tot stand door de vrijwillige inzet van vele inwoners. Naast consument is onze burger hierin producent. In bijlage 3 en het aparte document Wmo subsidieprogramma 2012 vrijwilligersdeel kunt u meer lezen over de ondersteuning van vrijwilligers en de subsidies aan de vrijwilligersorganisaties. Participatie kent verschillende vormen zoals (vrijwilligers)werk, deelname aan activiteiten, maar ook sociale contacten horen daarbij. Er zijn inwoners in onze gemeente die niet of minimaal participeren. Ons uitgangspunt is dat ook deze mensen een bijdrage leveren aan de samenleving, met inachtneming van de wens tot wederkerigheid en de eigen verantwoordelijkheid. We gaan ervan uit dat deze mensen kwaliteiten bezitten en participatiewensen hebben. In de praktijk zijn er echter beperkingen waardoor ze niet actief zijn. Beperkingen kunnen lichamelijk, geestelijk of verstandelijk van aard zijn. Maar ook ouderen, alleenstaande moeders, mantelzorgers, mensen met een gering inkomen en/of schulden, inwoners met een taalachterstand of mensen die geconfronteerd worden met het verlies van een partner kunnen hun leefomstandigheden als beperking ervaren om mee te doen. Ze lopen het risico sociaal geïsoleerd te raken. Het thema Participatie richt zich in de eerste plaats op een lichte doelgroep. De doelgroep waarbij sprake is van complexe problematiek – en de daarbij behorende interventies – valt onder het thema Meervoudige problematiek of Aandachtskinderen en -gezinnen. In de toekomst doen in toenemende mate doelgroepen met matige tot zware beperkingen in hun zelfredzaamheid een beroep op gemeentelijke ondersteuning (onder andere in het kader van de komende decentralisatie van de AWBZ-begeleiding). Ook voor hen is het van belang om op de ingeslagen weg verder te gaan en zodoende voor te sorteren op de ontwikkelingen in het rijksbeleid, die een effect gaan hebben op het zorg-en welzijnsaanbod. In het licht van deze ontwikkelingen is het van belang dat de verschillende netwerkpartners zich steeds meer aan elkaar gaan verbinden. In het komende jaar willen we hierover ook verder in gesprek gaan met de zorg-én welzijnsvoorzieningen. Rond de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding doorlopen we in 2012 een separaat traject van visie-ontwikkeling en aanbesteding of inkoop van diensten. Vanaf 2013 hebben gemeenten hierin een verantwoordelijkheid. De vraag Uitgaande van de eigen kracht en talenten van burgers en van de verantwoordelijkheid van burgers voor zichzelf en voor elkaar, is wederkerigheid in het kader van de Wmo een sleutelbegrip. We willen kwaliteiten en talenten van inwoners nadrukkelijk inzetten. Niet alleen voorkomen we hiermee sociaal isolement (feitelijke contacten) en eenzaamheid (emotioneel en sociaal). Het versterkt anderzijds het gevoel van eigenwaarde van mensen en maakt het leven voor hen weer zinvol. Integratie, emancipatie en mogelijk ook arbeidsparticipatie worden bevorderd. Inwoners die het (tijdelijk) niet zelf redden, bieden we ondersteuning. Daarbij zijn de uitgangspunten, zoals die in onze visie zijn verwoord, leidend: optimale inzet van informele zorg (vrijwilligers en mantelzorgers), collectief vóór individueel, licht en kortdurend waar mogelijk en natuurlijk bevorderen van eigen kracht en vergroten van zelfredzaamheid. Dat vereist een nieuwe benadering van de klant door de professionals. De inwoner met zijn vraag staat centraal en de professional levert maatwerk vanuit een flexibele, proactieve houding. Hij denkt out of the box en volgens nieuwe structuren. Innovatie en creativiteit zijn even belangrijk als de inzet van bewezen effectieve methoden. Wat telt is het resultaat. Welzijn Nieuwe Stijl levert hier adequate handvatten voor.
WMO subsidieprogramma 2012
- 23 –
Dienstverlening Onze stad beschikt over veel participatiemogelijkheden. Participatie kan gericht zijn op ‘consumeren’ (zoals cursus, sport, ontmoeting in wijkaccommodaties) of op ‘produceren’ (zoals (vrijwilligers)werk, maatjesprojecten, klussen voor buren). De aanpak is gericht op het wegnemen van belemmeringen tot participatie. De inzet van vrijwilligers wordt bevorderd en uitgebreid en om een sluitende aanpak op klantniveau te garanderen, werken vrijwilligers- en professionele organisaties integraal samen. Het bundelen van kennis en activiteiten voorkomt overlap en hiaten in het aanbod en adequate informatievoorziening werkt preventief. Vanaf het tweede kwartaal in 2011 werkten we het thema ‘participatie’ verder uit. Er zijn belangrijke stappen gezet en we zijn goed op weg. De nieuwe werkwijze en benadering vergt een omslag in denken en een andere vertaling naar het aanbod. Om dit te bewerkstellingen is meer tijd nodig. De aanvragen zijn kritisch getoetst aan de uitgangspunten van onze visie en vormen een goede basis voor realisatie van de doelstellingen van dit thema. Om de gewenste omslag en vernieuwing te realiseren dient echter een doorontwikkeling plaats te vinden. Daarbij ligt het accent op de wijze waarop professionals werken (het ‘hoe’) en om een optimalisering van de samenwerking. Om de hiervoor benodigde flexibiliteit en ruimte te creëren, kiezen we ervoor diensten en producten binnen dit thema te ordenen in een aantal blokken, die we de komende maanden, in samenwerking met de maatschappelijke partners, verder doorontwikkelen. Per inhoudelijk blok (en per organisatie) stellen we budget beschikbaar om vervolgens de feitelijke diensten uit te werken in lijn met de visie en gewenste outcome. Daarbij gaan we nadrukkelijk niet uit van de huidige aangevraagde diensten en activiteiten. Samenvoeging van diensten, tegengaan van overlap en innovatie staan voorop. Blokken binnen het thema participatie zijn: • participatieaanbod / begeleiding / ondersteuning o uitgevoerd door vrijwilligers o uitgevoerd door professionals • ondersteuning door mantelzorgers Verder hebben we een verschil gemaakt tussen collectieve en individuele diensten. Tot slot hebben we het beheer van wijkaccommodaties opgenomen binnen dit thema omdat deze een belangrijk instrument vormen voor de uitvoering van activiteiten. In de tabel op de volgende pagina vindt u een overzicht van de subsidies op het thema participatie die we in 2012 beschikbaar stellen.
WMO subsidieprogramma 2012
- 24 -
Subsidie thema Participatie Blok
Schil
Diensten/producten
Organisatie
Vrijwilligers Professionals Professionals
collectief collectief collectief
Activiteiten Inzet combinatiefuncties sport Beheer wijk- en jongerenaccommodaties
Vrijw. Org. Jibb LEVgroep
1.680.174 605.115 1.197.035
Mantelzorg
individueel individueel individueel collectief individueel collectief individueel individueel individueel individueel collectief individueel individueel collectief collectief collectief collectief collectief collectief individueel individueel collectief individueel collectief collectief collectief collectief collectief
Ouderen: Mantelzorgondersteuning Mantelzorgondersteuning Mantelzorgondersteuning info,advies&client Bijeenkomsten allochtone mantelzorgs CVA Specialistische mantelzorgondersteuning Ouderen: activiteiten door vrijwilligers Ouderen: vrijwillige inzet bij kwetsbare ouderen Vrijwilligersondersteuning: potentiële vrijwilligers Vrijwilligersondersteuning: AMW Ouderen: zorg en gemaksdiensten Zelfhulp en lotgenotencontact Vriendendienst Ouderen: info, advies, cliëntondersteuning Buurtbinderij Buurtbinderij, Aksent Buurtbinderij (vijf aanvragen) Vrije tijd en vorming VTV Ouderen: ontwikkelingstimulering, allochtone vrouwen Ouderen: ontwikkelingsstimulering, eenzaamheid Spreekuur sociaal super Maatschappelijk makelen Ouderen: ontmoeting, ontspanning, ontplooiing Casemanagement bij beginnende dementie Woontussenvoorziening Vorming en Training: thema 3: vrijwilligers Vorming en Training: thema 3: clienten of tbv clienten Ruilwinkel Wijksteunpunten
LEVgroep
44.556 174.471 153.709 1.430 13.000 78.804 85.512 126.718 0 240.434 34.453 30.318 203.182 27.150 11.000 146.760 5.431 35.972 46.166 18.673 253.276 75.050 23.522 953 8.000 30.000 15.000 26.610
Vrijwilligers
Professionals en vrijwilligers
Professionals
WMO subsidieprogramma 2012
- 25 –
Zorgboog LEVgroep
ZHNW GGZ OB LEVgroep GGZ OB ORO Savant Zorg MEE LEVgroep
Savant Zorg ROC ter AA Humanitas Woonpartners
Aanvraag (€)
Subsidie (€) (blok) 1.680.174 605.115 1.128.294 (SI 48.032)
362.185 10.000 (SI 37.000)
400.000 34.453 26.188 203.182 0 0 0 5.431
375.048 0 953 38.000 15.000 26.000
collectief individueel individueel
Alzheimer café Preventief bezoek ouderen Vroegsignalering / niet pluis fase
Alzheimer nl Zorgboog
Totaal
17.850 19.500 25.096
10.000
5.454.920
4.920.023
0
Toelichting op tabel • De raad stelde op 4 oktober 2011 het bijgestelde voorstel Heroverweging maatschappelijke accommodaties. Dit betekent dat ervoor gekozen is om niet over te gaan tot het inrichten van een Accommodatie Service Bureau (ASB). Daarnaast vindt voor 1 januari 2013 sluiting plaats van de jongerenaccommodaties Jovic en ‘t Badhuis. In bovenstaande is dit besluit gedeeltelijk verwerkt. In het voorliggende programma zijn de middelen voor het ASB vanwege dit besluit achterwege gelaten. De mogelijke besparing op beheer, huur en exploitatie vanwege sluiting van de jongerenaccommodaties zijn niet verwerkt. Bij feitelijke sluiting voor 1 januari 2013 vorderen we de niet bestede middelen van de gesloten accommodaties terug.
WMO subsidieprogramma 2012
- 26 -
7
Sturing en regie
Inleiding Een van de doelen van de nieuwe werkwijze is om de gemeentelijke sturing en regie beter vorm te geven. Daaronder valt het inzichtelijk maken van de resultaten van de gesubsidieerde diensten door verantwoording. In het herijkte beleidskader Wmo en IJB stelde de raad hiervoor samengevat de volgende kaders vast: 1. Richten op het stimuleren van de eigen kracht en individuele verantwoordelijkheid van de burger en zijn sociale omgeving; 2. Eenvoudiger sturen op uitvoeringsorganisaties, waarbij we activiteiten aan elkaar verbinden en de subsidieverstrekking in aanvraag en verantwoording vereenvoudigen. […] We maken in de verantwoording meer gebruik van ‘vertellen’ en horizontale verantwoording tussen maatschappelijke organisaties naast het ‘tellen’ van kwantitatieve resultaten. We gaan uit van mogelijkheden en kansen en een basis van wederzijds vertrouwen; 3. Gezamenlijke eisen stellen aan de basiskwaliteiten van de uitvoeringsorganisaties en professionals. Denk hierbij aan kwaliteit dienstverlening, verantwoordelijkheid nemen voor (gezamenlijke) resultaten, deskundigheidsbevordering professionals, basishouding en gedrag en ‘erop af’. In het voorgaande is het meer inhoudelijke punt 1 reeds uitgewerkt door een visie op dienstverlening en door outcome te formuleren voor een drietal thema’s. In onderstaande staan we stil bij de uitwerking van de punten 2 en 3. Allereerst gaan we in op de gemeentelijke sturing en regie in algemene zin. Vervolgens zoomen we in op de verantwoording. Onder verantwoording verstaan we het inzichtelijk maken van de resultaten door subsidieontvangers en gemeente. We willen weten wat werkt en waarom. Alleen dan is een verbetering van diensten mogelijk, waardoor we uiteindelijk de gewenste outcome en – op langere termijn – de beoogde maatschappelijke effecten realiseren. Sturing en regie Bij de ontwikkeling van het voorliggende Wmo subsidieprogramma 2012 pasten we onze regievoering al aan. Zowel de herijkte beleidskaders als de visie op dienstverlening zijn tot stand gekomen door inbreng van en discussie met de (grootste) maatschappelijke organisaties in onze stad. Gezamenlijke visie ontwikkeling Een goede samenwerking tussen maatschappelijke organisaties (adviseur en uitvoerder) en gemeente (regievoerder en op onderdelen uitvoerder) is van belang. We zijn ervan overtuigd dat een gezamenlijke visie op de dienstverlening (zie hoofdstuk 2) en overeenstemming over de gewenste resultaten de kwaliteit van de diensten bevorderd. De eindverantwoordelijkheid voor de visie (het wat) ligt nadrukkelijk bij de gemeente. De eindverantwoordelijkheid voor de wijze waarop daar invulling aan gegeven wordt (het hoe) ligt bij de organisaties. De komende periode besteden we aandacht aan de implementatie van deze visie in de organisaties. Op bestuurlijk en managementniveau is reeds overeenstemming. Het succes staat of valt uiteindelijk met de mate waarin de professionals in staat zijn om volgens de visie te werken. Een mogelijk risico hierbij is dat de visie met de mond beleden wordt – ‘zo werken we al jaren’ – , maar in de praktijk onvoldoende tot uitdrukking komt. Het personeelsbeleid van organisaties moet zijn toegerust op ontwikkeling en het optimaal inzetten van talenten van professionals. Investeringen in de verdere professionalisering van medewerkers zijn gewenst. Met de LEVgroep doorlopen we momenteel een traject waarmee we dit doel willen realiseren. Hierin zijn goede stappen gezet. Ons uitgangspunt is om deze slag te maken. Daarbij gaan we niet uit van vrijblijvendheid. Samenwerking bevorderen Samenwerking bevorderen we enerzijds door partners binnen de thema’s uit te nodigen om gezamenlijke aanbod te ontwikkelen. In het voorliggende subsidieprogramma zijn hiervan goede voorbeelden te zien, zoals de samenwerking tussen SWH en GGZ bij preventief aanbod aan kwetsbare kinderen van ouders met geestelijke gezondheidsklachten. De komende periode gaat de WMO subsidieprogramma 2012
- 27 -
aandacht met name uit naar samenwerking binnen de jeugdgezondheidszorg (vanwege transitie) en op het snijvlak van zorg en welzijn (decentralisatie functie begeleiding AWBZ). Gemeentelijke relatiebeheer Tot slot raakt sturing en regie de gemeentelijke organisatie. Momenteel houden we het relatiebeheer tegen het licht. We streven ernaar om een interne organisatiestructuur te ontwikkelen die aansluit bij de gemeentelijke uitgangspunten en bij de wensen uit het veld. Daarnaast is de praktische uitvoerbaarheid richtinggevend. Een van de wensen van organisaties is om met één contactpersoon te werken, die zowel inhoudelijk (beleid) als procedureel (beschikking en verantwoording) op de hoogte is. Voor de LEVgroep gaat het momenteel – sinds de fusie – bijvoorbeeld om tal van beleidsvelden en resultaten die bij één persoon samen moeten komen, terwijl daar op dit moment meerdere medewerkers bij betrokken zijn. Verantwoording Verantwoording is gewenst om te laten zien wat de resultaten van de inzet van de subsidies zijn. Daarnaast staat verantwoording in het teken van vooruitgang – weten wat werkt en waarom? We streven naar een vorm van verantwoording die minder tijdrovend is en meer inzicht biedt in de gewenste outcome. Daarnaast wensen we de verantwoording breder te trekken dan van organisaties naar gemeente. We geven inzicht in de effecten naar de gemeenteraad, maar ook naar andere organisaties en instellingen in onze stad, naar burgers en cliëntvertegenwoordigers. In de verantwoording van de subsidies staan de volgende uitgangspunten centraal: • van verbreding naar verdieping; • minder regels en bureaucratie; • vertellen naast tellen (de actualiteit en het achterliggende verhaal); • openheid en gecontroleerd vertrouwen; • horizontale verantwoording tussen de maatschappelijke partners; • betrekken van management en bestuur/gemeenteraad bij verantwoording en majeure onderwerpen; • kritisch (bij)sturen op kwaliteit en naleving van de visie met (beperkte) middelen. We vragen meer ‘beeld en geluid’ en nieuwe presentatievormen om de resultaten en effecten van de diensten (outcome) te laten zien.Dit inzicht verkrijgen we via twee sporen: 1. Subsidieverantwoording. We vragen organisaties op het niveau van (clusters van) producten en diensten inhoudelijk en financieel verantwoording af te leggen. We toetsen dan of de organisaties de resultaten bereikten, die we in de subsidiebeschikking zijn overeengekomen. Dat kunnen zowel kwantitatieve als kwalitatieve resultaten zijn. In de financiële verantwoording kijken we (op hoofdlijnen) naar de opbouw van kostprijzen en geleverde uren. De vraag of kostprijzen reëel zijn en sprake is van efficiency staan dan centraal. Tot slot verwachten we van professionals in onze stad dat ze volgens de visie werken en we spreken organisaties daar ook op aan in de verantwoordingsgesprekken. 2. Monitoring van de outcome. De verantwoording van outcome kent een hoger aggregatieniveau en is een verantwoordelijkheid van college aan raad. Gegevens voor deze monitoring komen uit de subsidieverantwoordingen van de organisaties. Tegelijk baseren we ons hierbij op onderzoeksgegevens, bijvoorbeeld uit algemeen inwonersonderzoek en de zorgzame stad enquête. In het najaar ontwikkelen we in samenwerking met de professionele organisaties en cliëntvertegenwoordigers de wijze van subsidieverantwoording. Bovengenoemde uitgangspunten zijn daarbij richtinggevend. De uitkomst hiervan nemen we mee in de discussie rond het gemeentelijke relatiebeheer.
WMO subsidieprogramma 2012
- 28 -
Bijlagen
WMO subsidieprogramma 2012
WMO subsidieprogramma 2012
Bijlage 1
Budget 2012
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de dekking van het Wmo subsidieprogramma 2012. De financiële kaders hiervoor zijn door de raad vastgesteld met de begroting 2012. Een deel van de dekking bestaat uit tijdelijke middelen. Vanaf 2013 vallen de meeste middelen voor het provinciale programma Samen Investeren weg. Dit jaar is bovendien budget toegevoegd, waaronder rijksmiddelen voor de combinatiefuncties gericht op het bevorderen van bewegen onder kinderen en jongeren en voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. Budget Gemeentelijk budget Incidentele intensiveringen Samen Investeren Decentralisatie-uitkeringen Andere dekking 2012 Totaalbudget 2012
Bedrag (€) 12.628.226 943.268 4.175.077 178.642 17.925.213
De noodzakelijke meerjaren bezuinigingen die met de begroting 2011 door de raad zijn vastgelegd zijn in het overzicht verwerkt. Het gaat onder meer om de volgende posten van in totaal ruim €1 miljoen: • Subsidie maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg en verslavingsbeleid (MO/OGGZ/VB) - 270.000 • Subsidiëring professionele organisaties - 88.250 • Jeugd en Jongerenwerk - 150.000 • Opstap (SWH, opvoedvaardigheden) - 125.000 • Opvoedspreekuur (LEV Groep) - 33.000 • Verlaging subsidie BJ Brabant - 50.000 • Indexering Wmo subsidieprogramma - 130.000 • Buurtbinderij - 207.000 Deze bezuinigingen zijn aanvullend op de vorig jaar doorgevoerde bezuinigingen van in totaal van € 344.000,- op de professionele organisaties (zie het Wmo subsidieprogramma 2011). Tot slot is sprake van een korting van het rijk op de decentralisatie-uitkeringen veiligheid en leefbaarheid en MO/OGGZ/VB. Deze kortingen vangen we in 2012 eenmalig op.
WMO subsidieprogramma 2012
B1- 1 –
WMO subsidieprogramma 2012
B1- 2 –
Bijlage 2
Overzicht totaalsubsidie per professionele organisatie
Organisatie
Subsidie 2011
Subsidie 2012
LEVgroep (in 2011 enkel maatschappelijk werk)
2.157.973
6.082.853
Stichting Welzijn Helmond (en Vrijwilligerscentrale)
3.363.753
Stichting Welzijn Ouderen Helmond
733.119
Alzheimer nl
10.000
SMO
2.992.971
2.735.816
Novadic-Kentron
791.302
727.011
GGZ
447.317
492.542
GGD
37.619
7.425
Savant Zorg / woontussenvoorzieningen
20.825
953
1.323.490
1.422.897
Stichting Woonpartners
26.000
26.000
Stichting Slachtofferhulp
12.826
13.003
Stichting Zelfhulpnetwerk
34.462
34.453
261.096
278.337
Sensoor
2.841
2.880
MEE
5.431
5.431
BJ Brabant
806.627
867.143
Stichting Samenwerkingsverband JPP
102.480
124.607
31.360
31.359
OCGH advies
164.205
126.160
Besturen basisonderwijs
397.000
397.000
52.000
52.000
2.072.487
2.202.054
Zorgboog
Humanitas
Stichting Halt Oost-Brabant
ROC ter AA Stichting Peuterspeelzalen Spring Jibb
605.115
Diverse vrijwilligersorganisaties
WMO subsidieprogramma 2012
1.658.897
B2- 1 -
1.680.174
WMO subsidieprogramma 2012
B2- 2 -
Bijlage 3
Subsidies vrijwilligersorganisaties
Het vrijwilligerswerkbeleid Het vrijwilligerswerkbeleid is een belangrijke pijler van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De hoofdambitie is om het stedelijke potentieel aan vrijwilligers optimaal te benutten. We streven ernaar om inwoners enthousiast te maken en diversiteit in het vrijwilligersbestand te ontwikkelen op basis van leeftijd, sociale en etnische achtergrond en opleidingniveau. Ons beleid kent twee subambities: 1. ondersteunen van vrijwilligersorganisaties ten einde vrijwilligersorganisaties zelf in staat te stellen haar vrijwilligers te binden en nieuwe vrijwilligers te vinden. 2. stimuleren van maatschappelijk betrokken ondernemen zodat meer bedrijven het lokale vrijwilligerswerk ondersteunen bijvoorbeeld door zelf de handen uit de mouwen te steken. Ondersteuning en waardering vrijwilligers Zonder de inzet van vrijwilligers komt het welzijn van veel van onze inwoners onder druk te staan. Het is ondenkbaar dat bijvoorbeeld sportverenigingen, muziekverenigingen, buurthuizen, de scouting zonder de inzet van vrijwilligers kunnen blijven draaien. De ondersteuning en waardering voor onze vrijwilligers is dan ook zeer groot. De Vrijwilligerscentrale (VWC) van de LEV groep vervult in Helmond een makelaarsfunctie voor vrijwilligerswerk. Er is een breed pakket aan producten beschikbaar. Voor meer informatie verwijzen wij naar het deel professioneel welzijnwerk van dit subsidieprogramma. In het bijzonder noemen we de Beursvloer Helmond. De Beursvloer is een informele ontmoetingsplaats voor bedrijven, lokale overheden, service clubs, scholen, vrijwilligers- en maatschappelijke organisaties. Voor maatschappelijke- en vrijwilligersorganisaties is de Beursvloer een uitgelezen kans om gerichte ondersteuning te krijgen van het bedrijfsleven. Tevens kan de Beursvloer leiden tot duurzame samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en organisaties. Sportbeleid Op 4 juli 2011 stemde de gemeenteraad in met het plan van aanpak Strategische Sportnota 2013. Het plan van aanpak geeft de inhoud van de op te stellen strategische sportnota weer. We gaan in 2013 uit van een strategische nota met een bijbehorend uitvoeringsprogramma. Er wordt vooral ingezoomd op de lokale situatie, wat speelt er, hoe pakken we de knelpunten aan, in welke volgorde en welke investeringen heeft het sportklimaat in Helmond nodig? Alvorens een strategische sportnota opgesteld kan worden en beleidskeuzes gemaakt kunnen worden is het van belang om een aantal deelprojecten af te ronden. Deze deelresultaten zijn in het plan van aanpak weergegeven in een sportagenda die in 2012 uitgevoerd zal worden. Belangrijke deelresultaten uit de sportagenda zijn onder andere de capaciteitsberekening voor zowel de binnen- als buitensport en het zoeken naar mogelijke oplossingen voor accommodatieknelpunten. Accommodatiebeleid In de nota accommodatiebeleid van 2009 is een besparing op het accommodatiebeleid van €92.000 opgenomen om financiële ruimte te creëren voor een Accommodatie Service Bureau (ASB) ofwel beheerpool. In de begroting van 2011 legde de raad vervolgens een bezuinigingstaak op het accommodatiebeleid op van € 150.000 (te realiseren vanaf 2013). De raad stelde op 4 oktober 2011 het bijgestelde voorstel Heroverweging maatschappelijke accommodaties vast. Dit betekent dat ervoor gekozen is om niet over te gaan tot het inrichten van een ASB. Daarnaast vindt voor 1 januari 2013 sluiting plaats van de jongerenaccommodaties Jovic en ‘t Badhuis. Tot slot streven we ernaar om de beschikbare ruimte beter en multifunctioneel in te zetten. Dit uitgangspunt geldt voor al het gemeentelijk vastgoed, waaronder ook de scoutinggebouwen en gemeentelijke gebouwen van sportverenigingen. Het besluit heeft consequenties voor verschillende accommodaties en organisaties, waaronder op korte termijn IVN en buurtvereniging Hoogeind in de Oude Anna school en de verenigingen Bombardon en Genesius in het pand aan de Van Weerden Poelmanstraat. De activiteiten die in de te sluiten accommodaties plaatsvinden zijn zeer waardevol voor onze stad. Evenals de inzet van de vele vrijwilligers die deze activiteiten mogelijk maken. We wensen WMO subsidieprogramma 2012
B3- 1 -
nadrukkelijk alle activiteiten voort te laten bestaan en gaan samen met de betrokken op zoek naar de beste oplossing. Voorbeelden van alternatieve locaties zijn de centrale wijkaccommodaties, scoutinggebouwen, poppodium Lakei, het Stadshobbycentrum, schoolgebouwen en gebouwen van sportverenigingen. De huur van gemeentelijke panden De indexering van de huur wordt elk jaar gebaseerd op de CBS-cijfers van september van het voorgaande jaar. Voor het voorliggende subsidieprogramma gaan we uit van een indexering van 1,6% (peildatum september 2010). In sommige gevallen zijn de opgegeven huurbedragen door de organisaties hoger of lager. De huurbedragen van afdeling Vastgoed zijn leidend voor dit subsidieprogramma. Adviesorganen van de gemeente In maart 2011 heeft de raad gekozen voor een ‘Helmonds model’ voor wat betreft de cliëntenparticipatie. Met dit model heeft de gemeente er voor gekozen de bestaande adviesorganen: Seniorenraad, Gehandicapenoverleg Helmond en HelmondJong2gether niet op te heffen. Dit betekent dat ieder orgaan afzonderlijk, en daar waar nodig samen, het college en de gemeenteraad gaat adviseren over de onderwerpen die betrekking hebben op de Wmo. Omdat er niet gekozen is voor een Wmo-raad is de afspraak gemaakt dat minstens twee keer per jaar de stand van zaken, verbeterpunten, successen en adviesprocedures besproken worden. Totaal uitgaven vrijwilligerswerk 2012 In onderstaande tabel vindt u een totaaloverzicht van de subsidies die we aan de verschillende vrijwilligersorganisaties verstrekken. In een apart document: het Wmo subsidieprogramma 2012 vrijwilligersdeel staat op een rij welke subsidies de afzonderlijke vrijwilligersorganisatie ontvangen. Het gaat in totaal om een kleine 150 organisaties.
Beleidsterrein
Subsidie 2011 (€)
Subsidie 2012 (€)
65.678 370.731 23.145
64.645 377.798 24.161
65.594
69.912
Vrijwillig sociaal cultureel werk Overig vrijwillig welzijnswerk Overig vrijwillig welzijnswerk algemeen
891.262 13.721 46.084
841.776 13.705 40.997
Vrijwillige sportorganisaties
182.682
247.180
1.658.897
1.680.174
Ouderenorganisaties Jeugd- en jongerenorganisaties Gehandicaptenorganisaties Buurt- en wijkorganisaties
Totaal
WMO subsidieprogramma 2012
B3- 2 -