jaargang ’98/’99
Alles
wat
je
WO WO WO WO WO WO WO WO WO WO
wilt
weten
Leren hoe mensen leren
over
opleidingen
en
nummer 4
beroepen
De
uitzonderingen op de
wet
ÔToute FabienneÕ
Puzzelen voor de dokter
meeloper of een eigenzin nig type? Ben jij een
Thu iswone n toch voord eliger1! 3
Januari 1999 Straks Studeren in WO is een uitgave van het LDC en verschijnt in
I n h o u d
de loop van het schooljaar van oktober tot maart. De uitgave is
O p l e i d i n g e n
bedoeld voor leerlingen VWO en HAVO en studenten HBO die zich oriënteren op opleidingen in het WO. Abonnementenadministratie LDC Publicaties, postbus 1064, 7940 KB Meppel, fax (0522) 25 38 64. De abonnementsprijs bedraagt ƒ 29,50 per jaargang (6 nummers). Voor collectieve abonnementen via de school geldt een lagere prijs: ƒ 24,50. Inlichtingen hierover zijn verkrijgbaar bij de schooldecaan.
Als je straks studeert, blijf je dan thuiswonen of ga je op kamers? Het Nibud heeft 300 studenten gevraagd of zij uitkomen met hun inkomen?
Taal is een belangrijk werktuig in de gereedschapskist van een jurist. Het vonnis van een rechter, het pleidooi van een advocaat: alles draait om taal.
Eenendertigste jaargang, nummer 4 januari 1999 Advertentie-exploitatie
Als een schip vaart maakt het golven en die geven weerstand. Wij moesten meten
Van Vliet, Bureau voor Media Advies, Apeldoorn Tel.: (055) 53 42 121 Fax: (055) 53 41 178 Uitgave © LDC Publicaties, Meppel
bij welke snelheid je welke weerstand hebt.
Adviesraad P. Trommar, M. Bieneman, W. Wijnen, M. Roemers, W. Cals, R. Vincken en W. Prinsen Eindredactie en productie AT Consult, Utrecht Vormgeving en opmaak Clarisa Jeelof, Leeuwarden
18
Illustraties Wendelien van de Erve Fotografie André Ruigrok (cover) en Jan Munnik Druk Drukkerij Giethoorn ten Brink, Meppel Correspondentieadres Als je opmerkingen hebt over de inhoud van ‘Straks Studeren’, dan kun je je schriftelijk wenden tot de redactie van dit blad: AT-Consult, postbus 1428, 3500 BK Utrecht, t.a.v. Christel Ahlers.
trainingen doen.’
10
Nederlands recht
14
Sociale geografie Sociaal-geografen rekenen de
Studies... met talen
hele wereld tot de leefomgeving
Wist je dat je ook Roemeens,
van de mens. Van metropolen naar
Afrikaans en Egyptisch kunt studeren?
9
‘Met
uitbarstingen krijgt ga ik agressie-
machtsblokken, van straten naar
9 Fabienne de Vries droomde ervan om in
13
tutu ‘Het Zwanenmeer’ te mogen dansen.
Money!
Wat ga je je ouders betalen als je studiefinanciering
krijgt en thuis blijft wonen.
17
Inge’s vraagbaak
21
Doorzetters
straten, van wijk naar wereld.
18
Maritieme techniek
22
Medische informatiekunde Wij begrijpen hoe een cel werkt én hoe we het computersysteem voor de metingen kunnen
is daardoor heel gauw moe.
25
Test jezelf
aanpassen.
Sanja Lucardi heeft het ‘cytomegalievirus’ en
28
Godgeleerdheid
Je
wordt heen en weer geslingerd.
Ben jij een eigenzinnig type? Of doe jij het
Ik ben er nog lang niet uit, maar
liefst wat anderen ook doen?
ik zie God nog steeds als opper-
Medewerkers rubrieken Diana Doornenbal en Brenda van Dam (NIBUD)
4
Pedagogische wetenschappen
een meisje dat zomaar woede-
S p e c i a l s
10
ISSN 1381-4265
6
Irrigatiekanaaltjes en drinkwatervoorzieningen aanleggen in de Andes.
32
31
What’s happening?
35
Je vakkenpakket
36
36 Voorlichtingsdagen Universiteiten 41
De pictogrammen
45
Studiebeurzen, leningen en bijkomende studiekosten
49
Studeren
machtig wezen.
32
Tropisch landgebruik
42
Duitse taalen letterkunde
Je hoort
van alles over het land en de men-
Wat betekenen ze eigenlijk?
sen, van de invloed van Pruisen tot
op het vwo en studeren op de universiteiten.
carnaval langs de Rijn.
46
Technische bestuurskunde
Je moet
in woorden uitdrukken wat je op het vwo hebt leren berekenen.
50
Volgende keer in Straks Studeren... Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
3
. . . IN DE TALEN Dat je Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans of Nederlands kunt studeren weet iedereen. Maar wist je dat je ook Arabisch, Roemeens, Afrikaans of Egyptisch kunt studeren? Er zijn te veel talenstudies om op te noemen. In deze rubriek besteden we aandacht aan de minder bekende talenstudies. ROEMEENSE TAAL- EN LETTERKUNDE De opleiding Roemeense taal- en letterkunde richt zich op de Roemeense taal, de Roemeense wereld in de moderne tijd en de historische ontwikkeling daarvan. Het Roemeens is door diverse andere talen (Slavisch, Turks, Hongaars, Nieuwgrieks en Duits) beïnvloed. Aan deze talen heeft het Roemeens bijvoorbeeld woorden ontleend. Verder bestu-
Met één van deze aparte talenstudies kun je gaan werken in: - het bedrijfsleven (bij kranten, reisorganisaties, uitgeverijen, handelsmaatschappijen) - bij de overheid (rijksoverheid, Europese Unie) - bij universiteiten Je kunt denken aan uitvoerende functies (bijvoorbeeld als journalist, organisator of vertaler), onderzoeksfuncties en onderwijsfuncties.
4
deer je de eigentijdse taalkunde, historische taalkunde en de literatuur (zowel moderne als oudere teksten). Daarnaast krijgt de (cultuur)geschiedenis uiteraard veel aandacht.
Roemeense taal- en letterkunde kun je studeren aan de Universiteit van Amsterdam.
AFRIKAANSE TAALKUNDE De opleiding Afrikaanse taalkunde richt zich op de Afrikaanse talen die worden gesproken ten zuiden van de Sahara (met uitzondering van het Zuid-Afrikaans en het Malagasy). Het accent ligt op taalkunde, al komen ook de Afrikaanse literatuur, cultuur en geschiedenis zijdelings aan bod. Je leert twee hoofdtalen: het Swahili en het Ewe. Daarnaast bestudeer je de gemeenschappelijke kenmerken van Afrikaanse talen in het algemeen. De opleiding is sterk onderzoeksgericht: je wordt opgeleid om zelfstandig (beschrijvend en vergelijkend)
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
taalonderzoek uit te voeren in Afrika.
Afrikaanse taalkunde kun je studeren aan de Universiteit Leiden.
TALEN EN CULTUREN VAN LATIJNS AMERIKA De opleiding talen en culturen van Latijns Amerika richt zich vooral op Spaanstalig Middenen Zuid-Amerika, maar ook op het Portugeestalige Brazilië. In de opleiding gaat het erom dat je veel taalkennis en kennis van de Latijns-Amerikaanse samenlevingen opdoet. Daardoor kun je dan zinnige contacten met LatijnsAmerikanen onderhouden en kun je als intermediair fungeren tussen mensen, bedrijven en instellingen in Latijns-Amerika en Nederland. Je bestudeert daarnaast de politieke geschiedenis, cultuurgeschiedenis en letterkunde van Latijns-Amerika. Afhankelijk van je afstudeerrichting besteed je ook aandacht aan bedrijfskunde, economie en recht
Meer onbekende talenstudies: - Chinese talen en culturen - Finoegrische talen en letterkunde - Indische en Iraanse talen en culturen - Keltische talen en cultuur - Koreaanse taal en cultuur - Romaanse talen en culturen - Ruslandkunde - Scandinavische talen en hun letterkunde - Semitische talen en culturen - Slavische talen en hun letterkunde
el? Heb jij een talenknobb
of sociologische en antropologische vakken.
Talen en culturen van Latijns Amerika kun je studeren aan de Universiteit Leiden.
EGYPTISCHE TAAL EN CULTUUR De opleiding Egyptische taal en cultuur richt zich op alle facetten van de Egyptische cultuur van het faraonische tijdvak tot en met de koptische en GrieksRomeinse tijd. Je verdiept je dus in talen die niet meer worden gesproken en in culturen die wel hun sporen hebben nagelaten maar die zelf niet meer bestaan. In de opleiding spelen fragmentarische teksten en materiële overblijfselen vaak een belangrijke rol. Op basis van dit materiaal kun je het verleden reconstrueren. Daarom wordt er in de opleiding veel aandacht besteed aan hoe je zelfstandig gebruikmaakt van dit bronnenmateriaal.
Egyptische taal en cultuur kun je studeren aan de Universiteit Leiden.
ARABISCHE, NIEUWPERZISCHE EN TURKSE TALEN EN CULTUREN
Universiteit Nijmegen, de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht.
De opleiding Arabische, Nieuwperzische en Turkse talen en culturen richt zich op de talen, cultuur en geschiedenis van het Midden-Oosten. De islam is de bindende factor. Arabisch, Nieuwperzisch en Turks zijn namelijk de grote cultuurtalen van de islam. Door de culturele verbondenheid hebben deze talen allerlei begrippen en woorden gemeen, ook al zijn ze in taalkundig opzicht nog zo verschillend. Ook de politieke, sociale en culturele ontwikkelingen in het Midden-Oosten zijn onlosmakelijk verbonden met de islam. In de opleiding bestudeer je daarom niet alleen de talen maar ook de cultuur en geschiedenis van het Midden-Oosten. Uiteraard besteed je daarbij veel aandacht aan de islam.
Arabisch, Nieuwperzisch en Turkse talen en culturen kun je studeren aan de Katholieke Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
5
Karin Fleuren
Pleidooi
de
feiten:
Nederlands recht Enkele afstudeerrichtingen/ specialisaties: - Privaatrecht
‘Zenuwachtig dat ik was! Ik moest een bewaker verdedigen. Zijn werkgever klaagde hem aan. In het bewakershuisje was de kas met twintigduizend gulden gestolen op een moment t Sa nt huedt ew ono r d dat mijn cliënt op de wc a zat. Bij de training die aan de rechtszaak voorafging, kreeg ik video-opnames te zien. Wat lach ik veel, dacht ik. Een advocaat moet serieus zijn of haar pleidooi houden.’
- Strafrecht - Staats- en bestuursrecht - Europees recht en taalstudies - Sociaal recht
Waar? Amsterdam (UvA VU) Groningen (RUG) Leiden (UL) Maastricht (UM) Patricia en Ria
Patricia Biemold herinnert zich de cursus Moot Court. Tweedejaars studenten, in de rol van advocaat, worden door drie ‘rechters’ onder vuur genomen. De spanning wordt nog groter doordat bij die rechtszittingen iedereen mag komen kijken. Voor bedrijfsrecht heeft Patricia stage gelopen bij het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium in Amsterdam. Dat bedrijf doet onderzoek voor onder andere Boeing. Als stagiaire heeft zij uitgezocht wat de productaansprakelijkheidsregeling voor het bedrijf inhoudt. Wanneer is het aansprakelijk voor zijn producten? Wat zijn gebrekkige producten? Behalve voor bedrijfsrecht is er geen verplichte stage. Toch wilde Patricia haar licht ook bij een advocatenkantoor opsteken. Ze heeft onder andere adviezen opgesteld voor cliënten. Mag een bedrijf bijvoorbeeld gegevens van papier op microfilm overzetten?
Uitwijkmogelijkheden
[
ngen De uitzonderi op de wet
10
]
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
Patricia heeft geleerd secuur te werken: ‘Ik was vaak al blij als ik de wetten gevonden had die op de zaak betrekking hadden. Uitzonderingen zag ik over het hoofd. Laat die zaak dan net zo’n uitzondering zijn. Ik moest het advies dus opnieuw schrijven. Op zo’n moment baal je onwijs.’ Patricia wil waarschijnlijk advocaat worden. Dat ze meestal cliënten moet verdedigen die volgens de wet aansprakelijk zijn, vindt ze
geen bezwaar: ‘Het is een uitdaging in de wet die uitwijkmogelijkheden te vinden waardoor mijn cliënt de slag wint.’ ‘Ik ben een uitsteltype’, zegt tweedejaars Ria Ori. Dat heeft ze geweten. Voor de propedeuse staat één jaar, maar zij deed er bijna dubbel zo lang over. Ria: ‘De stof die we krijgen, is niet moeilijk. Het is wel veel. Dat heb ik onderschat.’ In het propedeusejaar krijg je hoorcolleges. Die gaan over vragen als: wat is recht, een misdaad, een overtreding, doodslag? Hoe definiëren verschillende filosofen het begrip recht?
Hoge Raad Daarnaast zijn er practicumopdrachten. Ria: ‘Je ontleedt uitspraken van de Hoge Raad. Uit welke onderdelen bestaan die? Welke argumenten geeft de Raad voor zijn uitspraak? Later in het jaar ben je zelf de rechter die een casus oplost. Je pluist de feiten uit, welke argumenten beide partijen aandragen, welke wetten van toepassing zijn, wat rechtsgeleerden over soortgelijke zaken zeggen en wat erover in de literatuur staat. Daarna zet je je uitspraak op papier.’ Eerstejaars rechtenstudenten worden in Leiden in mentorgroepjes ingedeeld. In het eerste half jaar komt zo’n groepje bij elkaar om studievorderingen te bespreken. Zo komt vroegtijdig aan het licht of iemand blijft steken. Volgend jaar wil Ria studentenmentor worden. ‘Ik help mensen graag’, zegt zij. ‘Bovendien is het belangrijk dat je naast je studie andere activiteiten onderneemt. Een toekomstige werkgever kijkt ook naar je sociale vaardigheden.’
Nijmegen (KUN) Rotterdam (EUR) Tilburg (KUB) Utrecht (UU)
Hoe kom je d’r? Vwo-diploma
Hoe lang? 4 jaar
Verwante opleidingen: - Europees-juridische opleiding (wo) - Internationaal recht (wo) - Juridisch bestuurswetenschappelijke opleiding (wo) - Recht, bestuur en management (wo) - Management, economie en recht (hbo)
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
11
In d e p ra k t i j k . . .
Geoffrey van Leeuwen is in 1994 afgestudeerd in civiel recht. Twee jaar later solliciteerde hij, samen met duizend anderen, bij het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) voor de opleiding tot diplomaat. Na drie selectierondes - de procedure nam een half jaar in beslag - bleven er vijftien over. Zij kwamen in het ‘diplomatenklasje’ om te worden onderwezen in vakken als economie, internationaal recht en politiek. Ook waren er rollenspelen. De studenten moesten bijvoorbeeld de EG-top in Amsterdam naspelen. Iedereen vertegenwoordigde een lidstaat. Geoffrey: ‘Ik lootte België. Dat land wil de Europese samenwerking forceren. Ik zelf zit op de Engelse lijn en moest dus met enthousiasme een ander standpunt verdedigen. Dat heb ik tijdens mijn studie geleerd. Bij pleidooien gaat het erom dat je systematisch een redenering kunt opbouwen zonder dat je daar zelf achter hoeft te staan.’ De ‘top’ duurde bijna vierentwintig uur. Toen waren ze eruit. Geoffrey: ‘Iedereen was gaar. Mensen moe maken is een methode die ook in de praktijk wordt gebruikt om tot besluiten te komen.’
praktijk
Geoffrey van Leeuwen is beleidsmedewerker op de afdeling Crisisbeheersing en Preventie van Buitenlandse Zaken.
Docent aan het woord
Alles draait om taal
René Verschuur wil iets rechtzetten: ‘Als je rechten gaat studeren om gemakkelijk een titel te krijgen, kom je van een koude kermis thuis. Wanneer je niet gemotiveerd bent, struikel je.’ Elk jaar opnieuw gebeurt dat. In het studiejaar 1997-1998 zijn ongeveer zevenhonderd studenten aan hun eerste jaar begonnen. Van hen zal naar verwachting 70 procent zijn propedeuse halen. Ook zelfdiscipline is een vereiste. Je moet zo’n veertig uur per week voor je studie uittrekken. Daarvan zijn zestien uur college en werkgroepen. De overige tijd is zelfstudie. Met motivatie en zelfdiscipline alleen ben je er niet. Verschuur: ‘Of het nu gaat om problemen of om juridische teksten, een jurist moet goed kunnen analyseren. Wat staat er bijvoorbeeld precies in een bepaalde wet? Vervolgens moet je die inhoud in simpele taal mondeling of schriftelijk kunnen verwoorden. Daarom is ook taal een belangrijk werktuig in de gereedschapskist van juristen. Het vonnis van een rechter, nota’s van een bedrijfsjurist, het pleidooi van een advocaat: alles draait om taal.
In de
Crisisbeheersing en preventie
Na het diplomatenklasje kwam Geoffrey als beleidsmedewerker op de afdeling Crisisbeheersing en Preventie van BZ terecht. Over anderhalf jaar gaat hij als diplomaat naar een buitenlandse ambassade. Geoffrey vliegt nu bijvoorbeeld met minister Pronk naar bijeenkomsten in Rome om Maatschappelijke betrokkenheid is vereist. In negenmet andere westerse landen te praten over vredestig procent van de krantenartikelen kun je een oplossingen in Soedan. Geoffrey: ‘Er heerst al bijna rechtsvraag ontdekken.’ dertig jaar een burgeroorlog in Soedan. Omdat Het propedeusejaar is voor alle studenten hetzelfhet geen hot issue is, zijn de media vertrokken en de. Daarna kies je een afstudeerrichting. Nederlands is de internationale aandacht weggevallen. Dat is recht is favoriet. Die richting heeft veel specialide harde realiteit.’ saties. Al naar gelang die specialisatie kun je aan Geoffrey waarschuwt voor al te veel romantiek: de slag bij een ministerie, provincie, gemeente of ‘Een diplomaat leidt geen smoking-leven. Als je bedrijf. Wanneer je rechter, officier van justitie, bijvoorbeeld in Rwanda zit, moet je ook naar advocaat of notaris wilt worden, volg je na je studie vluchtelingenkampen. Dat is ellendig.’ Een tijdje rechten nog een beroepsopleiding. Jurisgeleden heeft hij zulke kampen in ten hoeven niet te piekeren of ze wel Somalië bezocht. De delegatie werd aan de bak komen. Verschuur: ‘Ondanks constant omringd door zes bewakers Arbeidsgebieden het grote aantal afgestudeerden zijn de met geweren. Desondanks vindt hij: Kunst, cultuur en wetenschap, arbeidsperspectieven voor juristen niet ‘Ik kan me geen leukere baan voorStaat & Veiligheid, slecht. De werkloosheid onder fiscaal stellen.’ de werksoorten:
Onderzoek en ontwikkeling, Leiding, Zelfstandig ondernemerschap. Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
Wat ga jij je ouders
A l l e s
o v e r
Als je straks studeert, blijf je dan thuiswonen of ga je op kamers? Je kan je keuze van verschillende dingen laten afhangen. Bijvoorbeeld je reistijd van en naar je opleiding: ben je lang onderweg? Of misschien ben je er gewoon aan toe om op jezelf te gaan wonen. Een derde mogelijkheid is dat je de kosten laat meetellen.
betalen?
Rechtsvraag
in combinatie met
12
D
René Verschuur is voorzitter van de propedeuseonderwijscommissie aan de Rijksuniversiteit Leiden.
Brenda van Dam/NIBUD
juristen is zelfs praktisch nul.’
THUISWONEN TOCH VOORDELIGER Het NIBUD heeft aan ongeveer 300 studenten gevraagd of zij uitkomen met hun inkomen. Hieruit bleek dat thuis blijven wonen verreweg het voordeligst is. Kamerbewoners komen namelijk gemiddeld ƒ 100,- per maand tekort. Studenten die bij hun ouders wonen, houden vaak geld over. Zij hoeven hun ouders meestal niets te betalen voor woonlasten en de boodschappen en ook de telefoonrekening nemen hun ouders meestal voor hun rekening.
KINDERBIJSLAG Zo lang je nog op de middelbare school zit, en niet ouder bent dan 18 jaar, krijgen je ouders kinderbijslag
voor jou. Daarvan kunnen zij de kosten betalen die ze voor jou maken. Ga je een mbo-opleiding volgen, dan krijg je studiefinanciering. Je ouders krijgen dan geen kinderbijslag meer. Stel dat je blijft thuiswonen, dan maken je ouders nog steeds dezelfde kosten voor jou, terwijl daar geen inkomsten meer tegenover staan.
LEVENSONDERHOUD Je kunt je dus afvragen of het wel redelijk is dat thuiswonende studenten hun ouders niets betalen. Studenten die volledige studiefinanciering hebben, moeten daar in principe volledig van kunnen rondkomen. Een deel van dit bedrag is namelijk bedoeld voor de kosten van ‘levensonderhoud’. Van dit deel zou je je ouders iets kunnen afdragen.
WAT BETAALT WIE? Wil je berekenen wat je je ouders gaat betalen, dan moet je eerst samen met je ouders bepalen welke kosten jij voortaan voor eigen rekening neemt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan uitgaven aan kleding, studie, de ziektekostenverzekering, contributies en abonnementen, de vakantie, zakgeld, etc. Pas als je weet welk bedrag er na aftrek van deze kosten overblijft van je studiefinanciering, weet je wat je je ouders eventueel zou kunnen betalen voor levensonderhoud.
Hoe je te werk kunt gaan bij deze berekening, kun je lezen in de brochure ‘Kostgeld’ van het NIBUD, tel. (030) 2306706.
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
13
In d e p ra k t i j k . . .
Renske Emmelkamp is assistent in opleiding op de Universiteit van Amsterdam.
Wetenschappelijk onderzoek doe je dan ook niet 1-2-3. Daar weet aio (assistent in opleiding) Renske Emmelkamp alles van. Eerst formuleer je een probleemstelling, vervolgens bereid je het onderzoek zorgvuldig voor en daarna ga je gewapend met enquêteformulieren het veld in. Je conclusies schrijf je op in een paper om tenslotte het hemd van het lijf te worden gevraagd door een club mensen met indrukwekkende titulatuur: je collega’s. Het promotieonderzoek van Renske duurt in totaal vier jaar. Ze zit nog in de beginfase. Dat betekent elke dag werken aan het onderzoeksvoorstel en cursussen volgen. Het echt veldwerk begint pas over een jaar. Het krijgen van een aio-plek kan moeilijk zijn, maar Renske verkeert in de luxe positie voor het promotieonderzoek te zijn gevraagd. Het onderwerp ligt min of meer in het verlengde van haar afstudeerscriptie. Ze onderzoekt in hoeverre jongeren restricties worden opgelegd in het gebruik van de openbare ruimte. ‘Ik ga me met name focussen op de onveiligheidsgevoelens van de ouders. In hoeverre beperken die gevoelens jongeren de toegang tot de openbare ruimte.
Buurtpreventie
In de
praktijk
In mijn afstudeerscriptie heb ik ook gekeken naar onveiligheidsgevoelens. Toen ging het over de onveiligheidsgevoelens van de bewoners van twee totaal verschillende buurten en hoe die zich vertaalden in beschermende maatregelen. Het betrof de Fruitbuurt in Utrecht, wat een echte volksbuurt is en de dure Vogelwijk in Den Haag. In de Fruitbuurt was men vooral bang voor vreemdelingen op straat - junkies en randgroepjongeren. Buurtpreventie moet bescherming bieden, hopen ze. In de Vogelwijk zoekt men zijn heil meer in alarmsystemen en extra sloten op de deur, want de onveiligheidsgevoelens hebben er vooral met hun bezittingen te maken.’ Renske: ‘Het leuke van wetenschappelijk onderzoek is dat je een enorme vrijheid hebt. Ik kan niet alleen mijn eigen onderzoek inkleuren, maar ook mijn eigen tijd indelen. Aan de andere kant is het soms wel eens een beetje saai, want ik zit de hele week in mijn eentje. Vooral nu ik nog in de voorbereidingsfase zit, heb ik weinig met andere mensen te maken. Gelukkig ben ik erg geboeid door het onderwerp. En als straks het veldwerk begint, wordt het pas echt leuk.’
Docent aan het woord
D
Jan Beenakker is studievoorlichter van de opleiding sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam.
Beroepsperspectief
In hoeverre kun je als kersverse sociaal-geograaf rekenen op een baan? Niet zonder trots vertelt studievoorlichter Jan Beenakker dat 89% van de afgestudeerden binnen een jaar aan een betaalde baan komt die in het verlengde ligt van zijn of haar studie. Beenakker: ‘Voor een sociale wetenschap is dat geen slechte score.’ Waar je terecht komt, is voor een groot deel afhankelijk van je afstudeerrichting.
Foster Parents Plan Beenakker: ‘Stel je hebt gekozen voor de afstudeervariant Geografie van ontwikkelingslanden, dan kun je op het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking terechtkomen, maar ook bij organisaties als Foster Parents Plan. Of je gaat het veld in voor het opzetten van projecten. Kies je voor Politieke geografie, dan ligt je toekomst mogelijk bij de wetenschappelijke bureaus van de verschillende politieke partijen of misschien wel bij de Verenigde Naties. Studenten die voor Economische geografie hebben gekozen, komen vaak in het bedrijfsleven terecht. Bij Albert Heijn bijvoorbeeld: niet om vakken te vullen, maar om marktonderzoek te doen. Ja, wat de beroepsperspectieven betreft, zitten sociaal-geografen zeker tot 2003 goed.’
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
???
Inge’s Vraagbaak
3 J 2 4 5 7 C
Annelies: Nederlandse taal- en letterkunde, lijkt mij wel een interessante studie. Maar de eerste reactie van vrienden is altijd dezelfde. Iedere keer krijg ik de vraag of ik het onderwijs in wil. Maar er zijn toch nog wel meer mogelijkheden?
Hylke: Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen een operatie-assistent anestesie en een operatie-assistent chirurgie?
Inge: De operatie-assistent anes-
thesie assisteert de anesthesioloog. Tijdens de operatie bewaak je de patiënt, die onder gedeeltelijke of gehele narcose is, door middel van geavanceerde apparatuur. De operatie-assistent chirurgie assisteert tijdens de operatie de chirurg. Je hanteert of geeft op het juiste moment de juiste apparatuur, instrumenten en hechtmateriaal aan. Voor beide groepen geldt dat je onder grote spanning en tijdsdruk moet kunnen werken. Verder moet je ook patiënten goed op kunnen vangen en begeleiden. Zowel de operatieassistent anesthesie als chirurgie moet het operatieprogramma kennen en onderhouden contacten met de andere afdelingen van het ziekenhuis.
Heb jij ook een brandende vraag over een opleiding, een job of de kans op werk met een bepaalde opleiding? Wil je reageren op iets uit Straks Studeren of wil je gewoon je ei kwijt? Bel, mail of schrijf dan naar Inge. Je krijgt gegarandeerd antwoord op je vraag en bovendien worden de leukste en interessantste vragen in Straks Studeren geplaatst.
Brieven kun je sturen naar: ‘Inge’s vraagbaak’, postbus 306 7460 AH Rijssen. Je kunt ook bellen: (058) 23 34 747 (van 14.00 tot 17.00 uur) of e-mailen:
[email protected]
Ghaitrie: Kun je met een hbo-propedeuse worden toegelaten tot Geneeskunde?
behaald, Inge: Wanneer je een propedeuse van een hbo-opleiding hebt
Arbeidsgebieden
Kunst, cultuur en wetenschap, Infrastructuur & Transport, Natuurlijke omgeving, in combinatie met de werksoort:
Onderzoek en ontwikkeling (ook: beleid)
16
Inge Grooters is decaan in het voortgezet onderwijs en geeft persoonlijk antwoord op al je vragen.
kun je in principe worden toegelaten tot bepaalde universitaire studies. Voor Geneeskunde geldt dat je met een hbo-propedeuse kunt worden toegelaten, mits je voldoet aan de instroomeisen. Volgens deze instroomscheieisen moet je -om te mogen meeloten- in ieder geval natuur- en hbo-prowelke aan dus er ligt Het gehad. hebben au vwo-nive op kunde in pedeuse je hebt behaald. Chemische technologie is een studie waar hboeen met je Wil liggen. au vwo-nive op vakken deze jaar eerste het propedeuse Geneeskunde studeren, moet je ook deelnemen aan voormet tentamens om je kennis te toetsen. Wanneer je een vwo-diploma deze natuur- en scheikunde hebt behaald, hoef je niet mee te doen aan tentamens.
Inge: Je kunt natuurlijk na een studie Nederlands de lerarenopleiding volgen, maar je kunt echt wel meer kanten op! De studie richt zich op functies waarbij teksten een belangrijke rol spelen en waarbij taalbeheersing centraal staat. Denk maar eens aan banen in de journalistiek, bij uitgeverijen, de reclamewereld, bibliotheken en musea. Ook kun je denken aan functies op het gebied van voorlichting, PR en organisatie bij grote instellingen, bedrijven of de overheid.
Gert-Jan: Ik heb een weddenschap met een vriend. Hij zegt dat je ook na een hbo-opleiding een titel kunt krijgen. Volgens mij heb je daar alleen recht op na een universitaire studie. Wie heeft er nu gelijk?
Inge: Jammer voor jou, maar je vriend heeft gelijk. Na een universitaire opleiding mag je een titel voor je naam voeren. Afhankelijk van de studie is dat mr. , ir., of drs. Heb je een hbo-opleiding gedaan, dan heb je recht op de titel bc. (baccalaurus) achter je naam, of na een technische studie ing. (ingenieur) voor je naam.
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
17
Yolanthe van der Ree
Een
overdekt
de
feiten:
Maritieme techniek
kanaal
Enkele afstudeerrichtingen/ specialisaties - Ontwerpen van schepen en offshore-eenheden - Scheepshydromechanica - Maritieme werktuigbouwkunde
Ik heb rondgelopen op verschillende booreilanden. Prachtig was het. Verder heb ik op het grootste kraanschip ter wereld gestaan. Tijdens die stage wist ik zeker dat ik de goede keuze had gemaakt. Een passie voor alles wat drijft - S t uedt ew ono tr d die is aanwezig bij alle studenten a a n h en afgestudeerden maritieme techniek. Een zekere gedrevenheid heb je nodig ook, want de studie is interessant maar zwaar. Esther ter Bekke wilde vroeger dierenarts worden, maar koos toch voor maritieme techniek. Haar grote hobby, zeilen, heeft bij die keuze een belangrijke rol gespeeld.
- Scheeps- en offshore-constructie en -productie
Waar? Delft (TUD)
Hoe kom je d’r? - Vwo-diploma (wib en na)
Sleeptank Esther
Zij zit aan het einde van haar eerste jaar en weet nog goed hoe moeilijk het was in het begin: ‘Bij vakken waar je instructie erg goed kon gebruiken, kreeg je het niet. Stof die wij best zelfstandig hadden kunnen doorwerken, werd gegeven met instructie. Het is een zware overgang. De boeken voor mechanica zijn in het Engels. Het is al een lastig vak, laat staan als je het in het Engels moet doen. Wij kregen wel college, maar geen instructie.’ Het eerste jaar maritieme techniek loopt parallel aan dat van werktuigbouwkunde. De meeste vakken zijn hetzelfde. Onderdelen als vervaardigingskunde en constructieleer worden apart gevolgd, omdat die al meer toegepast zijn op scheepsbouw. Esther: ‘Vervaardigingskunde gaat bijvoorbeeld over de vraag hoe er uit ijzer staal gemaakt wordt en hoe dat staal verder verwerkt kan worden. Bij constructieleer krijg je te maken met de onderdelen van een schip en zie je hoe dat schip is gebouwd. Ook maak je kennis met technische systemen. Dat is een heel algemeen vak. Het laat zien wat er allemaal komt kijken bij de maritieme techniek: een beetje hydrodynamica, een beetje hydrostatica en nog veel meer. Het blijft bij voorzichtig proeven. Later ga je er dieper op in.’
18
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
Hoe lang?
In het eerste jaar zit een stage van drie weken. Erg leuk was dat, vond Esther: ‘Je leert een beetje lassen en branden en krijgt een beeld van een werf in bedrijf. Dat is heel interessant. Soms pas je de theorie toe tijdens een practicum. Dat kan bijvoorbeeld in de sleeptank. Dat is een soort overdekt kanaal waar anderhalf miljoen liter water in zit. Esther heeft een weerstandsproef gedaan in de tank. Zij legt uit: ‘Als een schip vaart, maakt het golven en die geven weerstand. Wij moesten meten bij welke snelheid je welke weerstand hebt. Het is heel leuk je eigen berekeningen te kunnen toepassen en te zien dat alles klopt.’
5 jaar
Verwante opleidingen? - Werktuigbouwkunde (wo) - Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek (wo) - Logistiek en technische vervoerskunde (hbo)
Scheepsontwerp Het leukst waren voor Joris Porsius de ontwerpvakken. ‘Daarin komt alles terug’, zegt hij, ‘ook vakken als hydromechanica en constructie.’ Joris heeft een ongebruikelijk afstudeerproject gekozen. Hij wilde graag een zeiljacht ontwerpen. Dat was nog nooit gedaan bij maritieme techniek. Joris: ‘Ik werk aan een ontwerp dat helemaal nieuw is voor een zeiljacht. Er zitten een hoop ongebruikelijke dingen aan. Het roer bijvoorbeeld zit niet achter maar voor en het schip heeft geen schoten. Verder ga ik ervan uit dat mensen zich in de toekomst niet te veel willen inspannen. Daarom kan van alles worden bediend met een druk op de knop.’
[
ie voor Een pass drijft alles wat
]
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
19
Docent aan het woord
D
Diana Doornenbal
DOOR MIJN ZIEKTE HEB IK GELEERD PRIORITIETEN TE STELLEN
Prof. ir. S. Hengst is hoogleraar maritieme techniek op de Technische Universiteit in Delft.
Mateloos leuke industrie
In d e p ra k t i j k . . . Willem Molenaar is afgestudeerd in de richting werfbedrijf. Het organiseren en aannemen van projecten trok hem daarin het meest. Hij is niet iemand die alleen interesse heeft voor theoretische vraagstukken, wiskunde en stromingsleer. Liever is hij bezig met mensen en met organiseren. Na zijn afstuderen heeft hij een baan gevonden bij IHC, een scheepswerf in Kinderdijk. Binnen dat bedrijf heeft hij in het bijzonder bemoeienis met baggerschepen. ‘Het gaat om sleephopperzuigers’, praat Willem in vaktaal. ‘Dat zijn schepen met een lange buis die water met zand en grind omhoog pompen, opslaan in het ruim en die lading elders weer lossen. De schepen worden ingezet bij het graven van geulen en bij de zandwinning. Dat zand wordt vaak gebruikt om eilanden op te spuiten.’
praktijk
Willem Molenaar werkt bij IHC, een scheepswerf in Kinderdijk.
In de
Baggerschip bouwen Willems functie is bedrijfscalculator. Hij moet productiebegrotingen maken. Over zijn werk vertelt hij: ‘Wij zijn nu bezig een enorm baggerschip te bouwen. Die bouw duurt ongeveer een jaar. Ik onderzoek welke vakmensen je waar en op welk moment nodig hebt. De volgende vraag is of we die mensen zelf hebben of dat we ze elders moeten inhuren. Daarna zet ik een systeem op waarmee we het hele productieproces in beeld kunnen brengen. Met zo’n systeem kunnen we in de toekomst efficiënter werken, sneller het hele proces overzien.’
Arbeidsgebieden
Gebruiksvoorwerpen & Apparaten, Infrastructuur & Transport, in combinatie met de werksoorten:
Onderzoek en ontwikkeling, Controle, Leiding.
20
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
Wij hebben een mateloos leuke industrie’, zegt prof. ir. S. Hengst, hoogleraar maritieme techniek op de TU Delft. ‘Er zijn banen bij de overheid, in het bedrijfsleven, bij de marine en bij classificatiebedrijven. Deze laatste stellen technische regels op voor de bouw van drijvend materieel en houden toezicht op de bouw. Ook oefenen ze van tijd tot tijd controle uit. Op grond van een certificaat dat deze bedrijven afgeven, kan een rederij haar schepen verzekeren.’ Studenten moeten een brede belangstelling hebben voor alles wat drijft in het water. Daarbij moeten zij zich vragen stellen als: hoe komt het dat het drijft? hoe zorg je dat het blijft drijven? hoe krijg je het varend? Onder de studenten zijn fanatieke zeilers. Die passie alleen is niet genoeg. Hengst: ‘Zij moeten zich ook nog afvragen: waarom gaat die plank zo hard.’
Hoge uitval Maritieme techniek is een kleine studierichting. Jaarlijks studeren er zo’n dertig studenten af. Zij vinden zonder problemen een werkgever. Velen krijgen zelfs al een baan aangeboden tijdens hun afstuderen. ‘Het blijft echter een technische studie’, waarschuwt Hengst. ‘Vakken als stromingsleer, wiskunde en mechanica zijn technische basisvakken en daar moet je doorheen bijten. Je hoeft op het vwo geen topper te zijn in wis- en natuurkunde, maar je moet er zeker niet slecht in zijn. Een grote interesse voor natuurverschijnselen hoort er eigenlijk ook bij.’ De uitval is hoog: bijna 50 procent. Dat ligt volgens Hengst niet aan de capaciteiten van de studenten. Eerder is dat een kwestie van te weinig interesse. Voor studenten die wel belangstelling hebben maar het niet aankunnen, is er een afspraak gemaakt met hogescholen in Rotterdam en Haarlem. Daar kunnen zij met behoud van punten hun studie vervolgen.
Al een paar weken voelde Sanja zich moe. Toen op een dag tijdens haar werk in een restaurant het zweet haar ineens aan alle kanten uitbrak, wist ze dat er iets aan de hand was. De huisarts stelde later de diagnose ‘cytomegalievirus’, en dat betekende zoveel mogelijk rust. Een jaar lang kon Sanja -tweedejaars studente Management Sanja Lucardi (22) heeft het ‘cytomegalievirus’.
Economie & Recht- niet sporten, niet werken en niet uitgaan. Omwille van haar gezondheid én studie.
ALLES WORDT HET BEKLIMMEN VAN EEN BERG Sanja: ‘De symptomen van het cytomegalievirus zijn vergelijkbaar met de ziekte van Pfeiffer. Alles wat je normaal gewoon doet, wordt ineens als het beklimmen van een berg. En als ik met m’n vriendje naar zee ging lag ik, eenmaal aangekomen op het strand, de hele dag te slapen. Gezellig, hè? Ik heb dat vriendje nog steeds. Het scheelde dat hij me al kende voordat ik ziek werd en dus wist wat hij in huis had. Ondanks dat ik wist wat ik mankeerde, wilde ik eerst gewoon doorgaan. Maar mijn lijf dacht daar anders over. Ik merkte dat ik gewoon niet meer kon. Dan vroeg ik bijvoorbeeld op donderdag nog wat iemand voor z’n verjaardag wilde, kocht zaterdagmiddag een cadeautje en moest ’s avonds om een uur of zeven afbellen omdat ik te moe was. Ik moest dus prioriteiten gaan stellen en besloot alle energie die ik had, te gebruiken voor school.
HELEMAAL BLEEK Het allermoeilijkste was, dat ik echt een stukje leven op de zijlijn moest zetten. Ik heb normaal gesproken altijd
agement, Economie Met vwo stelt de opleiding Man enpakket. Zie voor en Recht geen eisen aan je vakk dit nummer. van 10 a pagin opleiding Rechten
veel contacten, ben heel actief. Ik sportte vier keer per week (taekwondo en sloeproeien) en deed allerlei buitenschoolse activiteiten. Dat moest ik allemaal opzeggen. Ik ging niet meer uit, zette m’n vrienden op een laag pitje. Dat was heel vervelend, maar anders kon ik het gewoon niet aan. Soms zag ik helemaal bleek als ik uit school kwam en moest ik meteen naar bed. De ene keer ging het ’s avonds wel weer, maar een andere keer lag ik er na twee dagen nog in. Toch ging ik zoveel mogelijk naar school, want dat scheelt de helft aan huiswerk.
NAAR JE LIJF LUISTEREN Na verloop van tijd begon ik me beter te voelen, maar als ik dan bloed ging prikken was de uitslag toch slecht. Ik snapte er niks van, en besloot geen bloedonderzoek meer te laten doen. Dat was alleen maar een domper. Ik zei tegen mezelf: vanaf nu ga je weer gewoon leven en als je moe bent ga je slapen. Die acceptatie hielp. Bovendien had ik door m’n ziekte meer rust voor m’n studie dan normaal, dus dat liep redelijk. Ik zit nu in het laatste jaar. Door mijn ziekte heb ik geleerd om prioriteiten te stellen. Ik heb geleerd dat je niet altijd alles kunt doen wat je wilt, maar ook naar je lijf moet luisteren.’
Straks Studeren in WO jaargang ’98/’99 nummer 4
21