STUURGROEP LOKAAL SOCIAAL BELEID PRESENTEERT PRIORITEITEN LOKAAL SOCIAAL BELEID WELKOM! Korte historiek

STUURGROEP LOKAAL SOCIAAL BELEID PRESENTEERT PRIORITEITEN LOKAAL SOCIAAL BELEID 2014–2019 WELKOM!

Korte historiek Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid gestart in 2004 in Menen • Initiatief: OCMW en Stadsbestuur • Externe begeleider: Welzijnsconsortium Zuid-WestVlaanderen • Aanleiding: Decreet LSB: – Gezamenlijk planproces • In samenwerking Stadsbestuur en OCMW • In samenwerking en overleg met derde actoren – Realiseren sociaal huis • toegankelijke dienstverlening en bereiK doelgroep • informatie-, loket- en doorverwijsfunctie

1

Korte historiek • Momenteel 4x/jaar; ruim netwerk: – diensten en beleid van OCMW en Stad – derde actoren: CAW, Preventiedienst, Rode Kruis Opvangcentrum, Soc. Bouwmaatschappijen, Werkwinkel, Netwerk GGZ, Inloopteam, Welzijnsconsortium & Provincie • • • •

Plandocument 2006-2007 Beleidsplan 2008-2013 Vanaf 2008 Netwerk Sociaal Huis Menen 2012 = voorbereiding volgende planperiode

5 kernthema’s Menen 2012 • • • • •

Onderwijs, kinderen en jongeren Huisvesting Tewerkstelling Diversiteit in de lokale samenleving Thuiszorg en ouderenzorg

Basis: - Kansarmoedeatlas Provincie W-Vl - Omzendbrief LSB Minister Vandeurzen

2

Kansarmoede-atlas

Kansarmoede-atlas Wonen in deze 6 kansarme buurten in Menen: Buurten: Menen Centrum, J en M Sabbestraat, Rijselstraat/Barakken, Schansstraat, Halewijnstraat, Nieuwe Tuinwijk • 25,8 % van de eenoudergezinnen (15,1 % WVL) • 30,1 % van de huurders tussen 35-59 jaar (20,3% WVL) • 27,7% van de kinderen met minstens 1 jaar schoolse vertraging lager onderwijs (12,2% WVL) • 26,4 % van de laaggeschoolde werkzoekenden (20,2% WVL)

3

Werkwijze 2012 • Trekker per thema • Rondetafels met relevante actoren • Wat zijn de prioriteiten voor het beleid om kwetsbaarheid rond dit thema aan te pakken? • Nadruk op de inhoud & draagvlak werkveld • Bondig rapport, mee te nemen in meerjarenplanning Stad en OCMW e.a.

Aan al wie hieraan meewerkte: Bedankt! Graag het woord aan de trekkers ALS NIEUWE BESTUURSPLOEG SAMEN DE KRACHTEN BUNDELEN OM DEZE PRIORITEITEN LSB TE REALISEREN

4

21 februari 2013

[LOKAAL SOCIAAL BELEID MENEN 2014-2019]

Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid Menen presenteert de prioriteiten Lokaal Sociaal Beleid voor de nieuwe bestuursperiode 2014 – 2019 INLEIDING Sinds 2004 is er in Menen een actieve werking rond het Lokaal Sociaal Beleid. In 2004 namen OCMW en Stadsbestuur het initiatief om, met begeleiding en ondersteuning vanuit het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen, samen te gaan zitten om gezamenlijk het Lokaal Sociaal Beleid uit te stippelen. Een Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid (LSB) werd opgericht, die tot op heden jaarlijks meerdere keren samenkomt. Een eerste plandocument 2006-2007 werd geschreven, waarna het eerste beleidsplan LSB volgde voor de periode 2008-2014. Er werd een Netwerk Sociaal Huis Menen opgericht, met als partners het stadsbestuur, het OCMW, het Preventieteam, het CAW, de Werkwinkel, de Politie, CC De Steiger en de bibliotheek, die een vormingsprogramma ontwikkelde voor de onthaal- en baliemedewerkers. In 2011 vond de tussentijdse evaluatie plaats en in 2012 werd de volgende beleidsplanningsperiode 2014-2019 voorbereid voor de nieuwe bestuursploeg die aan de slag ging januari 2013. Voor u ligt dan ook het resultaat van een jaar intensief overleg en samenwerking in het kader van Lokaal Sociaal Beleid Menen tussen tientallen diensten: van het Stadsbestuur, het OCMW en andere organisaties actief in Menen. Het ruime welzijnsveld – actief en geëngageerd in Menen – bundelde krachten en gedachten om te komen tot een beknopte prioriteitennota rond vier kernthema’s van het sociaal beleid: “onderwijs, kinderen en jongeren” – “huisvesting” – “tewerkstelling” – “diversiteit in de lokale samenleving”. Een vijfde kernthema “thuiszorg en ouderenzorg” werd toegevoegd naar aanleiding van de omzendbrief Lokaal Sociaal Beleid van minister Vandeurzen 1. De keuze is gebaseerd op vaststellingen uit de Kansarmoede-atlas, opgemaakt door de provincie West-Vlaanderen (Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn). De cijfers voor Menen sprongen zo in het oog dat de lokale besturen en lokale actoren overtuigd waren dat deze armoede-indicatoren de basis moeten vormen van een lokaal gedragen, sociaal beleid. Er zijn duidelijk meer en kwetsbaardere buurten in Menen dan gemiddeld in West-Vlaanderen. Zes buurten2 hebben drempeloverschrijdingen op 3 dimensies. Enkele opvallende indicatoren uit deze atlas: - 25,8 % (182) van de eenoudergezinnen woont in een kansarme buurt in Menen (W-Vl. 15,1%)

1 2

De omzendbrief, verschenen in november 2012, zal op de agenda staan van de stuurgroepbijeenkomsten in 2013. Menen-Centrum, J. en M. Sabbestraat, Rijselstraat (Barakken), Schansstraat, Halewijnstraat, Nieuwe Tuinwijk

21 februari 2013

-


30,1 % (546) van alle huurders tussen 35-59 jaar woont in een kansarme buurt in Menen (W-Vl. 20,3%) (indicator van onvoldoende middelen voor verwerven eigen woning) Van alle kinderen met minstens 1 jaar schoolse vertraging lager onderwijs woont 27,7 % (100) in de kansarme buurten (W-Vl. 12,2%) 26,4 % (196) van alle laaggeschoolde werkzoekenden in Menen woon in een kansarme buurt (W-Vl. 20,2%)

Vertrekkende van de besprekingen van de kansarmoede-atlas benoemde de stuurgroep LSB vier clusters: onderwijs, kinderen en jongeren – huisvesting – tewerkstelling – diversiteit in de lokale samenleving. Vier trekkers engageerden zich tot de organisatie van één à twee rondetafels, waarbij zij alle relevante actoren rond een thema vroegen om mee na te denken rond de vraag: wat zijn de prioriteiten (top 3 tot 5) voor het beleid om kwetsbaarheid rond dit thema aan te pakken, welke conclusies en aanbevelingen willen we meenemen in het volgende beleidsplan (van stad, OCMW en andere actoren). De nadruk lag hierbij op de inhoud. De cijfers en kaarten werden gecontextualiseerd, of getoetst aan de werkelijkheid, de ervaringen van de actoren, maar ook aangevuld met wat niet uit de cijfers naar voor komt. Bestaande netwerken en projecten, programma’s werden in kaart gebracht en gebundeld in de rondetafels. Meteen werd ook de keuze gemaakt voor een bondige nota, met SMART geformuleerde doelstellingen en acties, zoveel als mogelijk integreerbaar in het BBC-verhaal. We denken hiermee ook tegemoet te komen aan de vereisten van het (gewijzigde) LSB-decreet. Er moet geen afzonderlijk lokaal sociaal beleidsplan opgemaakt worden, maar het Lokaal Sociaal Beleid moet worden opgenomen in de strategische meerjarenplanning van de lokale besturen. Resultaat hiervan is dit hapklaar, inhoudelijk en bondig rapport. Volgens het decreet blijft het noodzakelijk een gemeenschappelijk planningsproces te doorlopen, gesteund op een samenwerking tussen gemeente en OCMW én in samenwerking en overleg met lokaal of bovenlokaal werkende actoren. Welnu, dank zij de sinds 2004 in gang gezette dynamiek in de stuurgroep LSB Menen kon dit jaar een versnelling hoger én inhoudelijk dieper worden gewerkt aan een geïntegreerde visie op het lokaal sociaal beleid, de samenwerking tussen lokale besturen onderling en de samenwerking met de lokale actoren - wat de krachtlijnen blijven van een kwalitatief lokaal sociaal beleid. Wij danken al wie meegewerkt heeft aan dit rapport lokaal sociaal beleid, in het bijzonder de trekkers van de thema’s. Als nieuwe bestuursploeg vinden wij deze insteek belangrijk. Wij staan klaar om dit lokaal sociaal beleidsplan te ondersteunen en mee te realiseren.

Berenice Bogaert, schepen, voorzitter stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid Renaat Vandenbulcke, OCMW-voorzitter

21 februari 2013


Volgende actoren, diensten en organisaties werkten mee aan de totstandkoming van deze prioriteitennota: STUURGROEP LOKAAL SOCIAAL BELEID Stadsbestuur Bogaert Berenice Algoet Eric

schepen van welzijn, voorzitter stuurgroep stadssecretaris

Bostyn Frederik Den Hert Marnik Gheysen Laurette Nuytten Katrien Pyncket Marc Titeca Ronny

jeugddienst dienst burgerzaken dienst huisvesting sportdienst diensthoofd burger- en welzijnszaken en onthaal afdelingshoofd vrijetijdszaken

OCMW Demeulenaere Heidi Vandenbulcke Renaat Vanneste Bart

voorzitter OCMW 2012 voorzitter OCMW 2013-2018 OCMW-secretaris

Blondiau Claire Hindrickx Jean-Pierre Plancke Patrick Van Hessche Pol Vanzandycke Tamara

hoofdmaatschappelijk werker hoofdmaatschappelijk werker algemene directie en ouderenzorg coördinator thuis- en ouderenzorg bestuurssecretaris - juriste

Externe actoren Acke Frank Allegaert Thomas Claeys Luc Fiore Olivier Ghesquière Sonny Kesteloot Christine Kesteloot Soetkin Masson Patrick Mollefait Agna Peirsegaele Tomas Rammelaere Stefanie Suestrone Geert Carlassara Virginie

CAW Stimulans Preventiedienst/Gemeenschapswachten Preventiedienst/Gemeenschapswachten Rode Kruis opvangcentrum Menen Sociale Bouwmaatschappij Ons Dorp Menen Werkwinkel Menen-Wervik Netwerk Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-West-Vlaanderen CAW Stimulans Inloopteam Kind en Preventie Rode Kruis opvangcentrum Menen Steunpunt Sociale Planning provincie West-Vlaanderen Sociale Bouwmaatschappij Eigen Haard is Goud Waard Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen

21 februari 2013


Deelnemers thematische rondetafels 2012 RONDE TAFEL DIVERSITEIT Trekkers: Peirsegaele Tomas Bostyn Frederik Deelnemers: Baert Ilse Bogaert Berenice Carlassara Virginie Den Hert Marnik Fiore Olivier Gabova Tatyana Hindrickx Jean-Pierre Miladi Nizar Sintobin Emmy Van Hessche Pol Vermeulen Katrien Voet Agnes

RONDE TAFEL TEWERKSTELLING Trekker: Kesteloot Christine Deelnemers: Blondiau Claire Bogaert Berenice Carlassara Virginie De Bosscher Anne-Mie Devos Carine Ducatelle Marijke Kerckhof Johan Six Inge Taffin Geert Tarras Lode Van Deursen Brenda Vanneste Bart Verfaillie Randy Wenes Herman Wyseur Liselot

Rode Kruis opvangcentrum wnd integratieambtenaar stad OCMW schepen van welzijn welzijnsconsortium stad – dienst burgerzaken Rode Kruis opvangcentrum OCMW OCMW Samenlevingsopbouw OCMW Samenlevingsopbouw CC De Steiger ontwikkelingssamenwerking

OCMW schepen van welzijn welzijnsconsortium OCMW Octopoets dienstenchequebedrijf BWM ‘t Veer Veerkracht4 / Wonen en Werken Tempo-Team VDAB Eigen Woonst Vooruitzenden OCMW-secretaris Travo arbeidszorg BWM ‘t Veer BWM ‘t Veer

RONDE TAFEL ONDERWIJS, KINDEREN EN JONGEREN Trekker: Masson Patrick CAW Stimulans Deelnemers: Acke Frank CAW Stimulans Algoet Eric stadssecretaris Bevernage Diederik directie VTI Menen Bogaert Bérénice schepen van welzijn Bostyn Frederik wnd integratieambtenaar Carlassara Virginie welzijnsconsortium

21 februari 2013


Claeys Luc Dekeyn Kevin Demeulenaere Heidi Labeeuw Kevin Mollefait Agna Nuytten Katrien Vandendriessche Sandra Vanneste Bart Verstraete Ghislain

RONDE TAFEL HUISVESTING Lokaal Woonoverleg Trekker: Gheysen Laurette Deelnemers: Christiaens Catherine Coucke Katelijn De Bosscher Annemie Deleu Soraya Everaerdt Trui Ghesquière Lut Ghesquière Sonny Kesteloot Christine Kesteloot Soetkin Paelinck Marc Sonneville André Tarras Lode Verraes Isabelle

preventiedienst directie Grenslandscholen OCMW-voorzitter jeugddienst coördinator Inloopteam Kind&Preventie sportdienst directie Grenslandscholen OCMW-secretaris voorzitter LOP Basisonderwijs

dienst huisvesting dienst huisvesting OCMW OCMW dienst huisvesting dienst ruimtelijke planning schepen ruimtelijke ordening directeur SBM Ons Dorp Menen Werkwinkel Menen-Wervik Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-West-Vlaanderen schepen huisvesting Gecoro IBW Eigen Woonst dienst ruimtelijke ordening

INHOUD Etnisch-culturele diversiteit in de lokale samenleving Onderwijs, kinderen en jongeren Tewerkstelling Huisvesting Thuiszorg en ouderenzorg

21 februari 2013


THEMA Etnisch-culturele diversiteit in de lokale samenleving Trekker: Tomas Peirsegaele, Rode Kruis Opvangcentrum Menen in tandem met Frederik Bostyn, wnd. integratieambtenaar stad Menen



Berenice Bogaert (Schepen), Bart Vanneste (OCMW Menen), Pol Van Hessche (OCMW Menen), Agnes Voet (CC De Steiger), Katrien Vermeulen (CAW Stimulans), Emmy Sintobin (Samenlevingsopbouw), Gabova Tatyana (Kringloopwinkel), Olivier Fiore (Rode Kruis opvangcentrum), Virginie Carlasarra (Welzijnsconsortium), Marnik Den Hert (Stad Menen), Jean‐ Pierre Hindrickx (OCMW Menen), Miladi Nizar (OCMW Menen).



Voorzitter: Tomas Peirsegaele (Rode Kruis)

1

brainstorm

discussie

goede praktijken

3 strategische doelstellingen

 Premisse voor kwalitatief beleid: de stad Menen

maakt werk van een diversiteitsbeleid (SD 1, OD 1).

 Randaanbevelingen:

› Inclusief beleid › Transparantie, heldere communicatie

2



OD 1: De stad Menen maakt werk van een diversiteitsbeleid.



OD 2: Verbetering van het intern diversiteitsbeleid.



OD 1: In de stad Menen worden de contacten tussen alle inwoners die het samenleven in diversiteit willen bevorderen, ondersteund door de integratiedienst.



OD 2: Zorgen voor een correcte beeldvorming en correcte informatie over etnisch‐culturele diversiteit in Menen.

3



OD 1: Inventariseren en evalueren van de huidige kanalen en methodes in verband met inspraak en participatie van etnisch‐culturele minderheden.



OD2: Verbetering van de kanalen en methodes inzake inspraak en participatie van etnisch‐ culturele minderheden.

4

Integratiebeleidsplan 2013 - 2015

Ontstaan en procedure •

Ontstaan: - LSB - ronde tafels diversiteit - aanvraag start toelage - convenant stad/ Vlaamse overheid

1

Ontstaan en procedure •

Procedure: - 2012 - 6/2 - 11/2 - 25 /2 - 1/3

convenant advies stuurgroep LSB goedkeuring College goedkeuring gemeenteraad? indien bij agentschap

Strategische doelstelling 1: De stad Menen zorgt er voor dat iedere burger een gelijkwaardige toegang krijgt tot de stedelijke diensten.

2

Operationele doelstellingen •

•

De stad Menen zorgt voor de ontwikkeling en de implementatie van een inclusief integratiebeleid binnen de stedelijke- en OCMW diensten. De stad Menen zorgt er voor dat iedere nieuwe inwoner van Menen wegwijs raakt in Menen.


•

De integratiedienst ondersteunt de stedelijke diensten in hun omgang met mensen met een migratiegeschiedenis. Binnen de acties en beleidsplannen van het BBC hebben de verschillende diensten ook aandacht voor mensen met een migratiegeschiedenis.

3

Strategische doelstelling 2: De stad Menen bevordert de gelijke kansen voor mensen met een migratiegeschiedenis door mee te werken aan de verbetering van de onderwijskansen voor kinderen, jongeren en volwassenen met een migratiegeschiedenis.

Operationele doelstellingen • • •

De stad maakt werk van een gelijk kansenonderwijs, De stad ondersteunt de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding in het omgaan met diversiteit. De stad biedt mogelijkheden om te werken rond taal buiten de schoolperiode

4

Operationele doelstellingen • •

•

De stad stimuleert de opstart van “open scholen”., De stad stimuleert het leren van het Nederlands als gemeenschappelijke taal en dit in samenwerking met bestaande diensten. De stad ondersteunt scholen in de omgang met mensen met een migratiegeschiedenis.

Strategische doelstelling 3: De stad Menen zorgt er voor dat haar communicatie toegankelijk en vormingsgericht is voor mensen met een migratiegeschiedenis.

5


De stad zorgt dat er op een gepaste manier gecommuniceerd wordt met anderstaligen en kortgeschoolden.

Strategische doelstelling 4: De stad Menen bevordert de inspraak en participatie voor mensen met een migratiegeschiedenis.

6


•

Inventariseren en evalueren van de huidige kanalen en methodes in verband met inspraak en participatie van mensen met een migratiegeschiedenis. Verbeteren van de kanalen en methodes inzake inspraak en participatie voor mensen met een migratiegeschiedenis.


De stad stimuleert de ontwikkeling van zelf organisaties. De stad overlegt regelmatig met de vertegenwoordigers van de verschillende levensbeschouwingen.

7

Strategische doelstelling 5: De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod in Menen.


•

De stad Menen faciliteert de deelname van mensen met een migratiegeschiedenis aan het bestaande vrijetijdsaanbod. De stad Menen maakt promotie van het bestaande vrijetijdsaanbod bij mensen met een migratiegeschiedenis.

8

Strategische doelstelling 6: De stad Menen stimuleert kinderen en jongeren met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod van de stedelijke jeugddienst.


•

De jeugddienst behoudt of verstevigt de specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten voor kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie. De jeugddienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming.

9


De jeugddienst ondersteunt kinderen en ouders met een migratiegeschiedenis bij de zoektocht naar een jeugdvereniging.

Strategische doelstelling 7: De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod van de stedelijke sportdienst.

10


•

De sportdienst onderzoekt of er specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten nodig zijn voor mensen in een kwetsbare positie. De sportdienst zet acties op zodat mensen die moeilijk of geen toegang hebben tot het reguliere aanbod toch kennis kunnen maken met sporten


•

De sportdienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming. De sportdienst ondersteunt kinderen en ouders met een migratiegeschiedenis bij de zoektocht naar een sportactiviteit.

11

Strategische doelstelling 8: De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het cultuuraanbod.


•

De bibliotheek en lokale dienstencentra onderzoeken of er specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten nodig zijn voor mensen met een migratiegeschiedenis. De cultuurdienst gaat na hoe ze mensen met een migratiegeschiedenis beter kunnen betrekken bij hun aanbod.

12


•

De cultuurdienst zet acties op zodat mensen die moeilijk of geen toegang hebben tot het reguliere aanbod toch kennis kunnen maken met cultuur De cultuurdienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming

Strategische doelstelling 9: De stad Menen maakt werk van een correct beeld van mensen met een migratiegeschiedenis.

13


•

In de stad Menen worden contacten tussen inwoners die het samenleven in diversiteit willen bevorderen, ondersteund door de integratiedienst. De stad komt tussen in conflicten rond het samenleven in diversiteit


De stad Menen ondersteunt organisaties en diensten die werk maken van een samenleving in diversiteit. De stad bevordert de relatie tussen de verschillende diensten die op grondgebied Menen actief zijn

14


•

De integratie dienst heeft een adviserende functie en ondersteunende rol ivm mensen met een migratiegeschiedenis naar andere diensten. Zorgen voor een correcte beeldvorming en informatie over mensen met een migratiegeschiedenis in de stad Menen.


De stad streeft naar een geïntegreerd informatiebeleid via alle mogelijke beschikbare kanalen.

15

Strategische doelstelling 10: De stad Menen voert een diversiteitsbeleid binnen het eigen personeelsbeleid


De stad Menen voert een personeelsbeleid dat gericht is op gelijke kansen voor iedereen.

16

Strategische doelstelling11: De stad Menen ondersteunt de acties om de doorstroming van mensen met een migratiegeschiedenis naar de arbeidsmarkt te bevorderen.


Stad Menen ondersteunt en zet acties op om mensen met een migratiegeschiedenis te helpen bij het doorstromen naar de arbeidsmarkt.

17

21 februari 2013


Aanbevelingen vanuit de ronde tafel etnisch-culturele diversiteit Onderstaande aanbevelingen kwamen tot stand binnen de ronde tafel diversiteit en hebben bijgevolg een groot draagvlak binnen het werkveld. Vanuit een discussie en een uitgebreide brainstormsessie destilleerde de ronde tafel in eerste instantie vier doelstellingen. In een tweede fase werden deze vier doelstellingen herleid tot drie operationele doelstellingen. De deelnemers aan de ronde tafel bereikten vrij snel een consensus omtrent het belang van operationele doelstelling 1 bij de eerste strategische doelstelling. Het al dan niet inzetten op deze doelstelling zal de kwaliteit/intensiteit van het beleid omtrent etnisch-culturele diversiteit in hoge mate bepalen. Kiest het bestuur hier niet voor, dan kan er alsnog gekozen worden om binnen de bestaande structuren, rekening houdend met deze nota, accenten te leggen. De leden van de ronde tafel vonden het tevens van groot belang om aan te stippen dat een goed beleid omtrent etnisch-culturele diversiteit een inclusief beleid is. Als laatste (rand)aanbeveling werd er terecht geopperd dat het van aangewezen is om als stad transparant te communiceren bij alle te zetten stappen. Strategische doelstellingen 1. Maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak verhogen met het oog op etnisch-culturele diversiteit. 2. Samenleven in diversiteit: sociale cohesie bevorderen en ontmoeting stimuleren 3. Inspraak en participatie bevorderen

21 februari 2013


Strategische doelstelling 1: Maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak verhogen met het oog op etnisch-culturele diversiteit. De stad Menen voert een diversiteitsbeleid dat gedragen en ondersteund wordt door een zo breed mogelijk netwerk van mensen, groepen en instellingen vanuit een gemeenschappelijk belang. Operationele doelstelling 1: de stad Menen maakt werk van een diversiteitsbeleid Actie 1.I.0 Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Actie 1.I.1 Specifiek Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden Actie 1.I.2 Specifiek

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Actie 1.I.3 Specifiek Meetbaar Acceptabel

Nota Ronde Tafel diversiteitsplan Vanuit de ronde tafel wordt er bij wijze van voorbereiding een kwalitatieve nota uitgewerkt die als basis kan dienen. De eigenlijke nota De concrete nota is gebaseerd op bevindingen/ideeën vanuit het werkveld. 100% Juni 2012 (voldaan) Principeverklaring schepencollege en OCMW-raad Om verdere stappen te kunnen zetten dient het schepencollege duidelijk te maken dat het college werk wil maken van diversiteitsbeleid. Een collegebesluit Hiermee staat of valt het diversiteitsbeleid van de stad Menen voor de komende zeven jaar. Vanuit de ronde tafel (het werkveld) werd zeer snel zeer duidelijk dat er een breed draagvlak is. Iedere partner is overtuigd van het nut (lees: de nood) en dit op velerlei vlakken. Of dit in overeenstemming is met de visie van het beleid is, de huidige patstelling indachtig zijnde, moeilijk uit te maken. Onmogelijk in te schatten Juni 2012 (voldaan) Aanvraag starttoelage Na de positieve collegebeslissing wordt bij het agentschap een starttoelage (25.023 €) aangevraagd. Conform de vereisten wordt er een summiere schets van de lokale problematiek en een minimale omgevingsanalyse opgenomen in de aanvraag. Deze toelage biedt de stad Menen de mogelijkheid om een volwaardig lokaal integratiebeleidsplan uit te werken. De aanvraag werd aangetekend opgestuurd naar het agentschap (1 sept 2012). Informeel weten we dat, indien aan de vormvereisten voldaan wordt, de starttoelage ontvangen zal worden. Indien het college mee wil in het integratieverhaal is er meer dan 80% kans op het binnenhalen van de starttoelage. Eerste helft juli 2012 (voldaan) Lokaal integratiebeleidsplan Er worden intern en met de Som (provinciale integratiedienst) afspraken gemaakt om het eigenlijke lokaal integratiebeleidsplan op te maken. Een lokaal integratiebeleidsplan Er worden door alle betrokken partijen duidelijke afspraken gemaakt omtrent de opmaak van het plan.

21 februari 2013

Realistisch Tijdsgebonden Budget

Actie 1.I.4 Specifiek

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden

Actie 1.I.5 Specifiek

Meetbaar Acceptabel

Realistisch

Tijdsgebonden Budget Actie 1.I.6 Specifiek

Meetbaar Acceptabel


Gezien reeds heel wat ingrediënten aanwezig zijn is de kans op slagen relatief groot, 60%. Juli/aug 2012 (in overleg met het agentschap) – op 1 maart 2013 moet het plan binnen bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. 25.000 euro starttoelage verkregen voor het schrijven van het plan en werkingsmateriaal. Dit bedrag werd overgemaakt op de stadsrekening. Opmaak profiel integratiemedewerker/uitschrijven vacature Het college van burgemeester en schepenen neemt een principiële beslissing om de functie van de integratiemedewerker te voorzien op de personeelsformatie. Deze kaderwijziging, de functiebeschrijving/functieprofiel (met kerncompetenties) en de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden worden na syndicale onderhandeling aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Voorzien van functie op personeelsformatie en organogram. De personeelsbehoefte en het profiel krijgen vorm in overleg. Ervan uitgaande dat er een lokaal integratiebeleidsplan werd opgemaakt en dat er reeds heel wat info omtrent het gewenste profiel aanwezig is, meer dan 50%. Beslissing door gemeenteraad in maart 2013 (na positieve beslissing omtrent ingediend beleidsplan en subsidiëring). Aanwerving integratiemedewerker Het college van burgemeester en schepenen verklaart de functie van integratiemedewerker vacant en kiest de wijze van bezetting (aanwerving, bevordering, interne/externe mobiliteit). Een onafhankelijke jury, met eventueel een vertegenwoordiging vanuit de ronde tafel diversiteit, wordt belast met de selectie van de kandidaten. Oproep tot kandidaten, vastgestelde criteria inzake selectie. De selectie gebeurt op basis van objectieve criteria. Aanstelling door het college van burgemeester en schepenen op advies van de onafhankelijke examencommissie. Meer dan 50%. - Er zijn voldoende kandidaten op de arbeidsmarkt - De selectie wordt toevertrouwd aan een examencommissie met kennis van het werkveld. Selectieprocedure: april/mei 2013 Indiensttreding: juni 2013 Loon integratieambtenaar door stadsbestuur Menen (56.000 euro) Integratiedienst operationeel De integratiemedewerker gaat aan de slag en voert, in samenwerking met alle mogelijke partners, het plan uit. De integratieambtenaar wordt in deze eerste fase sterk gecoacht. Dit kan door de bevoegde schepen, het diensthoofd en vanuit de Som. De integratiemedewerker brengt verslag uit bij de schepen en diensthoofd. De support binnen en buiten de stad zal hopelijk ruim aanwezig zijn.

21 februari 2013

Realistisch

Tijdsgebonden Budget


De coaching/ondersteuning in deze nieuwe functie is van ontzettend groot belang en zal de slaagkansen in grote mate beïnvloeden. Dit zal vooral met ‘de goesting’ om te slagen van de betrokkenen te maken hebben, meer dan 50%. Juni 2013 68.000 euro van Vlaamse gemeenschap (minimaal 1/3 cofinanciering stad 22.700 – mag meer zijn). Dit zijn loon- en werkingskosten en worden overgemaakt op de stadsrekening.

Operationele doelstelling 2: Verbetering van het intern diversiteitsbeleid Actie 1.2.1 Specifiek

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Actie 1.2.2 Specifiek

Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden

Overlegstructuur creëren binnen de stad Menen Gezien diversiteit een inclusief gegeven is, wordt er intern, binnen de stad en OCMW, een overlegorgaan in het leven geroepen, met een co-voorzitterschap voor de bevoegde schepen en de OCMW-voorzitter. Eerste overleg Inclusie is een duidelijke eis vanuit het agentschap. Volledig nieuw maar haalbaar al moet er toch met heel wat zaken rekening gehouden worden, meer dan 50%. Tweede helft 2013 De integratiedienst krijgt binnen de stad voldoende ruimte om z’n rol op te nemen De integratieambtenaar staat voldoende hoog in het organigram. Het integratiebeleid is een onderdeel van het kwaliteitsbeleid en moet het integratiebeleid geïntegreerd zijn in beslissingen en in de planning van stad en OCMW. Organigram en BBC De integratieambtenaar is een lijnfunctionaris binnen het organogram en maakt deel uit van de stuurgroep BBC. De integratieambtenaar krijgt ondersteuning van een stuurgroep dit bestaat uit mensen uit verschillende diensten. Meer dan 50% Januari 2013

Strategische doelstelling 2: Samenleven in diversiteit: sociale cohesie bevorderen en ontmoeting stimuleren Operationele doelstelling I: In de stad Menen worden contacten tussen alle inwoners die het samenleven in diversiteit willen bevorderen, ondersteund door de integratiedienst. Actie 2.I.1

Specifiek

Meetbaar

Informele contacten tussen alle inwoners van Menen (buur(t)niveau) bevorderen – Met aandacht voor capaciteiten van mensen (vb talentenmarkt, vrijetijdsbeurs… Wederkerigheid is belangrijk, hoe kan de buurt mij helpen & wat kan ik voor de buurt betekenen) Om effectief werk te maken van het samenleven in diversiteit tussen alle inwoners van Menen, moeten mensen kansen krijgen om elkaar te leren kennen en het eigen netwerk uit te breiden. Registratie ? (informele contacten moeilijk meetbaar/te registreren)

21 februari 2013

Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 2.I.2

Specifiek

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 2.I.3 Specifiek

Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 2.I.4 Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget


Van tellen naar vertellen en terug Tevredenheid over het wonen in de eigen buurt. Mits coördinatie op terrein van integratiemedewerker. 2014 – 2019 Werkingskosten integratiedienst Opzetten van wijktrajecten in kwetsbare buurten ter bevordering van de sociale cohesie (vb wereldtuinen, ontmoetingsmomenten, kookactiviteiten, mamacafé …) Via huisbezoeken (proactief) en laagdrempelige activiteiten in prioritaire wijken nagaan waar noden of samenlevingsproblemen zich voordoen. Bewoners motiveren om mee te werken aan oplossingen met en voor hun buurt. Activiteiten/projecten in prioritaire wijken van Menen. Sociale cohesie bevorderen tussen alle Menenaars, werken aan een positief imago van wijken/buurten in Menen Mits coördinatie op terrein van integratiemedewerker en samenwerking met betrokken organisaties en actoren. 2014 – 2019 Werkingskosten integratiedienst Structurele samenlevingsproblemen op wijkniveau detecteren en aanpakken Ontmoetingsmomenten, kleine projecten … zijn geen doel op zich. Het is vooral ook noodzakelijk om structurele problemen aan te pakken. Een koffienamiddag, kookactiviteit e.d. kunnen daar een eerste aanzet toe zijn, maar uiteindelijk beogen we ook structurele veranderingen in kwetsbare buurten, zeker als het gaat om samenleven in diversiteit. Beleidsplan diversiteit (?), veranderingen op beleidsniveau (?), structurele maatregelen die etnisch culturele minderheden vooruit helpen (?) Ons inziens hebben zowel de stad als de inwoners er baat bij dat structurele veranderingen verwezenlijkt worden op bepaalde gebieden, huisvesting, welzijn, tewerkstelling en onderwijs. Integratiemedewerker als “go-between” tussen inwoners en lokaal bestuur. 2016 – 2019 Werkingskosten integratiedienst Het Nederlands positief stimuleren, investeren in het verhogen van de kennis van de Nederlandse taal Kennis van het Nederlands Lessen, alternatieve manieren om taal aan te leren aan de ouders (vb via de kinderen, de school …) Meer sociale cohesie in Menen vraagt in de eerste plaats dat mensen met elkaar kunnen communiceren. Samenwerking met Vorming Plus? Met scholen? 2014 – 2019 Werkingskosten integratiedienst

21 februari 2013

Actie 2.I.5 Specifiek Meetbaar Acceptabel Tijdsgebonden Budget


Activiteiten van allochtone zelforganisaties worden ondersteund en erkend door de integratiedienst Projectoproepen lanceren en zelforganisaties betrekken/stimuleren. Geboden ondersteuning aan zelforganisaties Realistisch - door integratiemedewerker, uiteraard in nauwe samenwerking met de allochtone organisaties. 2016 – 2019 Werkingskosten integratiedienst

Operationele doelstelling 2: Zorgen voor een correcte beeldvorming en correcte informatie over etnisch culturele diversiteit in de stad Menen Actie 2.2.1 Specifiek Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 2.2.2 Specifiek

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 2.2.3 Specifiek Meetbaar Acceptabel


Kennismaking met de leefwereld van etnisch culturele minderheden Deuren openzetten, verschillende culturen leren kennen … Organisatie van dergelijke momenten. Onbekend maakt onbemind, streven naar een positief imago van de stad Menen. Meer verbindingen tussen inwoners en een correct beeld en waardering voor elkaar en elkaars cultuur kunnen we daarom alleen maar toejuichen. gebruik maken van capaciteiten die bij mensen zelf aanwezig zijn, mits organisatie en coördinatie van dergelijke initiatieven door de integratiemedewerker. 2015 – 2019 Werkingskosten integratiedienst Correct en meer berichten over etnisch-culturele diversiteit Via uiteenlopende kanalen, instrumenten en activiteiten communiceren over recente ontwikkelingen op vlak van etnisch-culturele diversiteit, over specifieke acties, over beleidsdoelstellingen … zodat alle inwoners van Menen hier een correct beeld van hebben, met mede aandacht voor positieve berichtgeving. Publicaties Correcte informatie en beeldvorming. Gecoördineerd door integratiemedewerker, met inspraak van de etnisch culturele minderheid zelf. 2014 – 2019 Werkingskosten integratiedienst Infoavond rond superdiversiteit door professor Blommaert Infoavond (i.s.m. Rode Kruis opvangcentrum) Eenmalig (of aanwijsbaar of activerend) Etnisch culturele diversiteit is sterk aanwezig in Menen. Professor Blommaert kan dit fenomeen duiden vanuit wetenschappelijke hoek, waarbij hij deze complexiteit duidt met een ‘nieuw’ begrip, namelijk superdiversiteit. Infoavond/lezing aansluitend bij bestaande aanbod van het vormingspakket van het Rode Kruis opvangcentrum. 2014

21 februari 2013


Strategische doelstelling 3: Inspraak en participatie bevorderen Operationele doelstelling I: Inventariseren en evalueren van de huidige kanalen en methodes in verband met inspraak en participatie van etnisch-culturele minderheden Actie 3.I.1 Specifiek

Meetbaar

Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden

Actie 3.I.2

Specifiek

Doel Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden Budget Actie 3.I.3 Specifiek

Meetbaar

Inventarisatie (inclusief evaluatie van het geïnventariseerde) We willen weten wat er nu bestaat aan kanalen en methodes in verband met inspraak en participatie om een goed behoeftenonderzoek te kunnen voorbereiden; het onderzoek moet volledig en representatief zijn en bruikbaar; elke actor die met minderheden in contact komt, moet worden bevraagd. Inventariseren is meten; er dient ook te worden nagezien of er ooit een meting is gebeurd die als nulmeting kan dienen. Evaluatie kan cijfermatig gequoteerd worden bijv. van 0 tot 5 waarbij 5 als voldoende inspraak wordt beschouwd. De integratieambtenaar zal alle diensten en actoren bevragen (of bevraging laten doen via scholen). Doel ligt net boven het niveau van de organisatie(s) en heeft meer dan 50% kans op slagen. 01/01/2013 – 31/12/2013 (mede afhankelijk van deadline van het subsidiërend Vlaams Agentschap) Behoeftenonderzoek en verwerking van de cijfers (≠ evaluatie) (zeker bevragen per minderheid: behoefte aan informele leider of representatieve leider die later de minderheid mag vertegenwoordigen); relatie met “nieuwe Belgen” bevragen Vraagstelling bij minstens een steekproef van elke minderheid en verhouding met de procentuele aanwezigheid in Menen per nationaliteit en de vraag of er behoefte is aan etnisch-cultureel onderscheid binnen de nationaliteit. Analyse van de behoeftes aan inspraak en participatie. Representatief staal bepalen voor de steekproef; hoge participatie proberen te bereiken (min 50% respons) omwille van de representativiteit. De integratieambtenaar organiseert (eventueel in samenwerking met studenten en/of vrijwilligers) deze bevraging; het draagvlak wordt vergroot door de enquête te toetsen bij alle actoren en in de stuurgroep lokaal sociaal beleid. Zo weinig mogelijk open vragen; persoonlijk contact n.a.v. elke enquête; minimum 50% kans op slagen. 01/04/2013 – 31/03/2014 Werkingskosten integratiedienst Evaluatie van het behoeftenonderzoek De cijfers uit het behoeftenonderzoek evalueren en richting geven aan inspraaken participatiebevordering. De integratieambtenaar, in samenwerking met de actoren die met minderheden in contact komen, maken de evaluatie. Terugkoppeling naar de doelgroep na de evaluatie. Omzetten van de enquêteresultaten naar cijfers en eindrapport.

21 februari 2013

Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget


Aftoetsing van de vragen aan de doelgroep en de actoren m.b.t. de bereikte resultaten van de enquête (draagvlak vergroten). Doel net boven niveau van alle actoren; > 50% kans op slagen. 01/01/2014 – 30/06/2014 Werkingskosten integratiedienst

Operationele doelstelling 2: Verbetering van de kanalen en methodes inzake inspraak en participatie van etnisch-culturele minderheden Actie 3.2.1 Specifiek

Meetbaar Acceptabel

Realistisch Tijdsgebonden Actie 3.2.2 Specifiek

Meetbaar Acceptabel Budget:

Forum creëren van de minderheden in de stad Menen Indien mogelijk via informele en/of representatieve leiders een forum creëren, rekening houdend met behoeften en wensen die uit het behoeftenonderzoek zijn gebleken. Doel: ook in de toekomst de behoeften van (eventueel ook nieuwe) minderheden kunnen blijven toetsen. Zijn betrokken: alle etnische-culturele minderheden worden bevraagd en de relevante actoren helpen bij de communicatie en sensibilisering. Inspraak en participatie via aanspreekpunt zijn essentieel voor een goede integratie en volwaardig burgerschap. Databank opmaken van de vertegenwoordigers per minderheid en up to date houden. Per etnisch-culturele minderheid minstens 1 (al of niet informele en/of representatieve) leiders of niet-leider mondeling uitnodigen eerste keer. Draagvlak bij minderheden: alle minderheden op heden worden overtuigd om deel te nemen (draagvlak wordt vergroot) Draagvlak hele bevolking: nog actie te ondernemen (via rode draad: communicatie): doorbreken van ‘onbekend is onbemind’. Indien de lat niet te hoog wordt gelegd, is er minstens 50% kans op slagen. Opstart 01/04/2014 – 2016 Een lokale diversiteitsraad oprichten als stedelijke adviesraad (of bestaande structuur deze erkenning geven) - De lokale diversiteitsraad wordt gezien als tussenstap naar een correct functionerende interculturele maatschappij waarbij de waardigheid van elke mens de afkomst overstijgt. - Alle relevante actoren rond diversiteit bewust maken van de nood aan en de meerwaarde van diversiteit. - Samenkomsten aan de hand van een huishoudelijk reglement en met verslag van de vergaderingen. Van zodra er een minimale vertegenwoordiging van de Raad wordt opgestart. Draagvlak bij de minderheden: nood aan een aparte adviesraad wordt bevraagd aan het Forum en de actoren. Werkingskosten integratiedienst.

21 februari 2013

Actie 3.2.3 Specifiek

Meetbaar

Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Actie 3.II.4 Specifiek

Meetbaar

Acceptabel



Testen van het inclusief beleid om de rechten en plichten te leren kennen en de drempel te verlagen - Nulmeting proberen op te maken hoe het inclusief ons sociaal beleid in ruime zin is: toetsing met Forum en Stuurgroep lokaal sociaal beleid (o.a. doorverwijzing checken) (opmaak van het integratieplan kan start zijn) - Drempel verlagen (voor actief burgerschap) door rechten en plichten te leren kennen en de mogelijkheden in Menen: via infosessies met tolken na motivatie door leden van de adviesraad of het forum. - Subdoelstelling: bevoegdheden van actoren en doorverwijssysteem rond minderheden in kaart brengen (door integratieambtenaar) en eventueel bijsturen via stuurgroep lokaal sociaal beleid. - Nulmeting maken indien nodig + methodiek goed omschrijven - Vanaf nulmeting: jaarlijks hermeten met zelfde methode en feedback bij actoren en stuurgroep lokaal sociaal beleid voor eventueel bijsturing. (of aanwijsbaar of activerend) Actiegericht: resultaatgericht: te bereiken resultaat: informatie, drempelverlaging. Minstens 50% kans op slagen. 01/10/2015 – 30/09/2016 (en verder) (jaarlijkse meting) Actiever burgerschap stimuleren - Het doel is o.a. uiteindelijk in alle stedelijke adviesraden minstens één iemand van een etnisch-culturele minderheid laten zetelen en rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan het beleid en inspraak. - Eventueel ook een of meerdere vervangers zodat de aanwezigheid effectief gebeurt en de inbreng gegarandeerd is - Statuten van alle adviesraden screenen en eventueel vragen om aan te passen. - Verslagen en/of aanwezigheidslijsten opvragen van alle raden via de voorzitters van de stedelijke adviesraden. - Aantal personen die zich kandidaat stellen bij verkiezingen en die verkozen worden (opvolging per verkiezing). (of aanwijsbaar of activerend) Actiegericht: te bereiken resultaat: een stem geven aan deze minderheden en hen tot werkelijke integratie stimuleren door zich actief in te zetten. Net boven het niveau van alle actoren samen op heden. Minstens 50% kans op slagen. 01/10/2016 – 31/12/2018 (en verder)

21 februari 2013


Integratiebeleidsplan 2013 – 2015 Tijdens de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan en als gevolg van de ronde tafel diversiteit, heeft de stad Menen in 2012 een convenant met het agentschap voor Binnenlands bestuur afgesloten. In dit convenant kwamen beide partijen overeengekomen dat de stad Menen tegen 1 maart 2013 een integratiebeleidsplan 2013 – 2015 zal indienen bij het agentschap. Daarvoor kreeg de stad Menen een starttoelage van het agentschap. Op woensdag 6 februari werd het integratiebeleidsplan 2013 – 2015 besproken, aangepast en positief geadviseerd door de stuurgroep van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Eind februari ligt het plan ter goedkeuring voor op de gemeenteraad van de stad Menen. Doelstellingen integratiebeleidsplan 2013 - 2015 Strategische doelstelling 1 De stad Menen zorgt er voor dat iedere burger een gelijkwaardige toegang krijgt tot de stedelijke diensten. Operationele doelstelling: De stad Menen zorgt voor de ontwikkeling en de implementatie van een inclusief integratiebeleid binnen de stedelijke en OCMW- diensten. Acties: - De stad Menen zorgt er voor dat iedere nieuwe inwoner van Menen wegwijs raakt in Menen. - De integratiedienst ondersteunt de stedelijke diensten in hun omgang met mensen met een migratiegeschiedenis. - Binnen de acties en beleidsplannen van het BBC hebben de verschillende diensten ook aandacht voor mensen met een migratiegeschiedenis.

Strategische doelstelling 2 De stad Menen bevordert de gelijke kansen voor mensen met een migratiegeschiedenis door mee te werken aan de verbetering van de onderwijskansen voor kinderen, jongeren en volwassenen met een migratiegeschiedenis. Operationele doelstelling: De stad maakt werk van een gelijkekansenonderwijs. Acties: - De stad ondersteunt de scholen en de centra voor leerlingenbegeleiding in het omgaan met diversiteit. - De stad biedt mogelijkheden om te werken rond taal buiten de schoolperiode. - De stad stimuleert de opstart van “open scholen”. - De stad stimuleert het leren van het Nederlands als gemeenschappelijke taal en dit in samenwerking met bestaande diensten. - De stad ondersteunt scholen in de omgang met mensen met een migratiegeschiedenis.

21 februari 2013


Strategische doelstelling 3 De stad Menen zorgt er voor dat haar communicatie toegankelijk en vormingsgericht is voor mensen met een migratiegeschiedenis. Operationele doelstelling: De stad zorgt dat er op een gepaste manier gecommuniceerd wordt met anderstaligen en kortgeschoolden.

Strategische doelstelling 4 De stad Menen bevordert de inspraak en participatie voor mensen met een migratiegeschiedenis. Operationele doelstelling: Inventariseren en evalueren van de huidige kanalen en methodes in verband met inspraak en participatie van mensen met een migratiegeschiedenis. Acties: - Verbeteren van de kanalen en methodes inzake inspraak en participatie voor mensen met een migratiegeschiedenis. - De stad stimuleert de ontwikkeling van zelforganisaties. - De stad overlegt regelmatig met de vertegenwoordigers van de verschillende levensbeschouwingen.

Strategische doelstelling 5 De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod in Menen. Operationele doelstelling: De stad Menen faciliteert de deelname van mensen met een migratiegeschiedenis aan het bestaande vrijetijdsaanbod. Actie: - De stad Menen maakt promotie van het bestaande vrijetijdsaanbod bij mensen met een migratiegeschiedenis. Strategische doelstelling 6 De stad Menen stimuleert kinderen en jongeren met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod van de stedelijke jeugddienst. Operationele doelstelling: De jeugddienst behoudt of verstevigt de specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten voor kinderen en jongeren in een maatschappelijk kwetsbare situatie. Actie: - De jeugddienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming. - De jeugddienst ondersteunt kinderen en ouders met een migratiegeschiedenis bij de zoektocht naar een jeugdvereniging.

21 februari 2013


Strategische doelstelling 7 De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het vrijetijdsaanbod van de stedelijke sportdienst. Operationele doelstelling: De sportdienst onderzoekt of er specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten nodig zijn voor mensen in een kwetsbare positie. Acties: - De sportdienst zet acties op zodat mensen die moeilijk of geen toegang hebben tot het reguliere aanbod toch kennis kunnen maken met sporten. - De sportdienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming. - De sportdienst ondersteunt kinderen en ouders met een migratiegeschiedenis bij de zoektocht naar een sportactiviteit.

Strategische doelstelling 8 De stad Menen stimuleert mensen met een migratiegeschiedenis om te participeren aan het cultuuraanbod. Operationele doelstelling: De bibliotheek en lokale dienstencentra onderzoeken of er specifieke maatregelen en toeleidingsprojecten nodig zijn voor mensen met een migratiegeschiedenis. Acties: - De cultuurdienst gaat na hoe ze mensen met een migratiegeschiedenis beter kunnen betrekken bij hun aanbod. - De cultuurdienst zet acties op zodat mensen die moeilijk of geen toegang hebben tot het reguliere aanbod toch kennis kunnen maken met cultuur. - De cultuurdienst hanteert acties, projecten, initiatieven, enz. als hefboom voor maatschappelijke participatie en gemeenschapsvorming.

Strategische doelstelling 9 De stad Menen maakt werk van een correct beeld van mensen met een migratiegeschiedenis. Operationele doelstelling: In de stad Menen worden contacten tussen inwoners die het samenleven in diversiteit willen bevorderen, ondersteund door de integratiedienst. Acties: - De stad komt tussen in conflicten rond het samenleven in diversiteit. - De stad ondersteunt organisaties en diensten die werk maken van een samenleving in diversiteit. - De stad bevordert de relatie tussen de verschillende diensten die op grondgebied Menen actief zijn. - De integratiedienst heeft een adviserende functie en ondersteunende rol ivm mensen met een migratiegeschiedenis naar andere diensten.

21 februari 2013


- Zorgen voor een correcte beeldvorming en informatie over mensen met een migratiegeschiedenis in de stad Menen. - De stad streeft naar een geïntegreerd informatiebeleid via alle mogelijke beschikbare kanalen. Strategische doelstelling 10 De stad Menen voert een diversiteitsbeleid binnen het eigen personeelsbeleid. Operationele doelstelling: De stad Menen voert een personeelsbeleid dat gericht is op gelijke kansen voor iedereen.

Strategische doelstelling 11 De stad Menen ondersteunt de acties om de doorstroming van mensen met een migratiegeschiedenis naar de arbeidsmarkt te bevorderen. Operationele doelstelling: De stad Menen ondersteunt en zet acties op om mensen met een migratiegeschiedenis te helpen bij het doorstromen naar de arbeidsmarkt.

21 februari 2013


THEMA Onderwijs, kinderen en jongeren Trekker: Patrick Masson, CAW Stimulans Menen

THEMA KINDEREN JONGEREN ONDERWIJS IN MENEN Preventief en Integraal Met zijn allen en Langdurig

HET OVERLEGPROCES : • 2 grote overlegtafels met focus op onderwijs (zomer) met deelname directies secundair, voorzitter LOP, Caw, Inloop, beide secretarissen, sporten jeugddienst • Terugkoppeling in Koepel Armoedebestrijding Menen en Dagelijks Bestuur LOPBa (najaar) • Aanvulling en bijsturing vanuit Stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid : doelstelling 3-5-6

1

1. Wijkgericht aan de slag tegen kinderarmoede • Doelstelling : Met het oog op preventieve en wijkgerichte kinderarmoedebestrijding faciliteert het Stadsbestuur en het OCMW, het Inloopteam en het CAW in hun gezamenlijke activiteiten en aanpak in de drie meest kansarme wijken. • Budget :Vlaams Minister Lieten • Timing : september 2012-augustus 2015

1. Wijkgericht aan de slag tegen kinderarmoede • Concrete acties : • Huisbezoeken met integrale ondersteuning • Allerlei gezellige en concrete groepsbijeenkomsten in de wijken • Zoektocht naar vrijwilligers en buurtbewoners en continuïteit • Vorming stuurgroep • Reportage op 17 oktober 2013 • Studiemoment en artikel

2

2. Kwalitatieve en betaalbare kinderopvang voor iedereen • Doelstelling : Het Stadsbestuur coördineert het overleg met alle relevante actoren om tot een gedragen visienota en beleidsplan inzake kinderopvang te komen. Eénmaal inhoudelijk uitgewerkt, zal dit beleidsplan integraal deel uitmaken van het lokaal sociaal beleidsplan. • Acties : • Trekker aanduiden • Overleg opstarten

3. Maximale samenwerking en professionele ondersteuning van het netwerk gezinsondersteuning • Doelstelling : Het Stadsbestuur en het OCMW ondersteunen de verdere werking van het ‘netwerk gezinsondersteuning’. • Budget : 1000 Euro/jaar • Timing : continu

3

3. Maximale samenwerking en professionele ondersteuning van het netwerk gezinsondersteuning • Concrete acties : • Systematisch overleg tussen 18 diensten/organisaties die (kwetsbare) gezinnen ondersteunen • Coördinatie door Inloopteam • Jaarlijkse gezinsdag in ‘Week van de opvoeding’

4.Via lopba stevig verder inzetten op gelijke onderwijskansen voor iedereen • Doelstelling : Stadsbestuur en OCMW continueren gedurende de volgende legislatuur hun inzet en inspanningen naar het verder functioneren van het LOPBa Menen, waar met veel partners ingezet wordt op garanderen van gelijkeonderwijskansen voor iedereen.

4

4.Via lopba stevig verder inzetten op gelijke onderwijskansen voor iedereen • Budgetten : 3000 Euro jaarlijkse tolkentoelage (OCMW); 94.000 Euro jaarlijkse subsidie aan CAW-Schoolopbouwwerk (Stad); 7.437 Euro jaarlijkse werkingstoelage aan CAWSchoolopbouwwerk (Jeugd); 33.100 Euro jaarlijkse subsidie aan CAW-Katrol (Departement Onderwijs) • Timing : legislatuur

4.Via lopba stevig verder inzetten op gelijke onderwijskansen voor iedereen • • • •

Concrete acties : Inzet tolken in onderwijscontext Zitdagen OCMW in basisscholen Uitbouw speel-o-theek, babbeldoos, Katrol, kleuterparticipatie, vorming scholen

5

5. Ook meer overleg en samenwerking met secundair onderwijs en jeugdhulp • Doelstelling :Vanaf 2013 gaan de Stedelijke bestuurder het overleg tussen actoren secundair onderwijs en sociale actoren faciliteren, ten einde jongeren met anderstalige achtergrond, jongeren met hardnekkige spijbelproblematiek en jongeren met verkeerd gestuurde studiekeuze, juist te benaderen.

5. Ook meer overleg en samenwerking met secundair onderwijs en jeugdhulp • Budget : geen budget vereist • Timing : legislatuur • Concrete acties : bespreking in LOP; aanduiden trekker; bepalen deelnemers; regelmatig overleg; meer samenwerking

6

6. Een degelijke ‘plekke’ voor niet-georganiseerde jongeren • Doelstelling : Stadsbestuur en OCMW continueren en faciliteren de laagdrempelige werking van ‘jongerenontmoetingshuis Jakkedoe’ via een doorgedreven samenwerking tussen jeugddienst en CAW-JAC. • Budget : jaarlijks 12.400 Euro werkingsmiddelen (Jeugd)

6. Een degelijke ‘plekke’ voor niet-georganiseerde jongeren • Timing : legislatuur • Concrete acties : aangepaste bouwplannen PTW; degelijke alternatieve site; link met jeugdhulp en onderwijs met respect voor jongeren; voldoende inzet pedagogische begeleiders; regelmatig diverse activiteiten met jongeren

7

21 februari 2013


Strategische doelstelling 1: Vanaf 2013 gaan de stedelijke bestuurders het overleg tussen de actoren secundair onderwijs en sociale actoren faciliteren, om jongeren met anderstalige achtergrond, jongeren met hardnekkige spijbelproblematiek en jongeren met verkeerd gestuurde studiekeuze juist te benaderen. Verantwoording

Directies secundair onderwijs zijn vragende partij om rond bovenstaande knelpunten samen te zitten en in samenwerking oplossingen te zoeken. Naar hun aanvoelen biedt het LOP Kortrijk hier weinig oplossingen. In overleg met het Lop kan er op Menens niveau gezocht worden naar een betere stedelijke aanpak.

Actie 1

Aanduiden trekker van overleg (CAW als neutrale partner?), en bepalen belangrijke deelnemers Halfjaarlijks overleg

Actie 2 Indicatoren

Budget

Verslag overleg, betere communicatie tussen scholen enerzijds en sociale actoren anderzijds en wederzijdse samenwerking, afspraken rond anderstalige nieuwkomers, intensieve samenwerking in hardnekkige spijbeldossiers, positieve invloed op studiekeuze. Geen budget vereist.

Strategische doelstelling 2: Stadsbestuur en OCMW continueren gedurende de volgende legislatuur hun inzet en inspanningen naar het verder functioneren van het LOPBa Menen, waar met veel partners ingezet wordt op garanderen van gelijke-onderwijskansen voor iedereen. Verantwoording

Al vanaf 1997 met SIF-middelen werd gekozen om zeer preventief rond kansarmoede en gelijke-onderwijskansen te werken met de oprichting van team Schoolopbouwwerk (CAW). Sedert de oprichting van LOPBa Menen is er structurele samenwerking met diverse onderwijs- en sociale partners in Menen. Ook aanvullende middelen van Flankerend Onderwijsbeleid worden ingezet in project Katrol, studie- en gezinsondersteuning aan huis.

Actie 1

Verdere betoelaging vanuit OCMW van pakket gratis tolkenbeurten aan onderwijs- en andere actoren (zowel basis- als secundair onderwijs). Continuering zitdagen sociale dienst OCMW in basisscholen. Verdere betoelaging vanuit stadsbestuur van CAW Stimulans omtrent team schoolopbouwwerk (speel-o-theek, babbeldoos, katrol, kleuterparticipatie, vorming scholen).

Actie 2 Actie 3

Indicatoren

Budget

Gratis tolkenbeurten zijn beschikbaar en worden kwalitatief ingezet. Zitdagen worden zinvol gebruikt in kader van gelijke (onderwijs)-kansen. Continuering jaarlijkse betoelaging aan CAW - Een gedeelte van de jaarlijkse tolkentoelage ten bedrage van 3000 euro (OCMW) wordt ingezet voor kinderen en jongeren in het kader van gelijkeonderwijskansen.

21 februari 2013


- Jaarlijkse subsidie aan CAW voor team Schoolopbouwwerk ten bedrage van 94.000 euro (stad) + jaarlijkse werkingstoelage ten bedrage van 7.437 euro uit meerjarenplan, beleidsprioriteit Jeugd. - Jaarlijkse subsidie van Flankerend Onderwijsbeleid aan project Katrol/CAW ten bedrage van 33.100 euro (Departement Onderwijs).

Strategische doelstelling 3: Met het oog op preventieve en wijkgerichte kinderarmoedebestrijding faciliteert het stadsbestuur en het OCMW, het Inloopteam en het CAW in hun gezamenlijke activiteiten en aanpak in de drie meest kansarme wijken. Verantwoording

Cijfers van Steunpunt Sociale Planning gaven aan dat de kansarmoede-indicatoren zich het scherpst aftekenen in Barakken, Nieuwe Tuinwijk en het oude centrum. Daarnaast werd er in 2011-2012 door het CAW een ‘Eropaf’-proefproject uitgevoerd in de wijk De Barakken met huis-aan-huis ondersteuning door een hulpverlener. In de zoektocht naar continuering werd ingetekend op de oproep van minister Lieten rond bestrijding kinderarmoede.

Actie 1 Actie 2 Actie 3 Actie 4

Indiening en goedkeuring dossier bij minister Lieten Individuele en groepsmatige acties in wijk De Barakken (09/2012-08/2013) Individuele en groepsmatige acties in de nieuwe tuinwijk (09/2013-08/2014) Individuele en groepsmatige acties in oude centrumwijk (09/2014-08/2015)

Indicatoren

Aantal huisbezoeken en groepsbijeenkomsten per wijk Aantal stuurgroepbijeenkomsten Aantal wijkgerichte samenwerkingen Afsluitend studiemoment met aanbevelingen tot continuïteit en gepubliceerd artikel Inschakeling buurtbewoners en vrijwilligers 48.600 euro voor drie jaar projectsubsidie minister Lieten aan CAW

Budget

Strategische doelstelling 4: Stadsbestuur en OCMW continueren en faciliteren de laagdrempelige werking van ‘jongerenontmoetingshuis Jakkedoe’ via een doorgedreven samenwerking tussen jeugddienst en JAC/CAW. Verantwoording : Met de aanbevelingen vanuit de werkgroep ’Jong Bloed in de Marge’ werd het concept ‘jongerenontmoetingshuis’ uitgebouwd, in samenwerking tussen jeugddienst en JAC/CAW. Anno 2012 situeert deze werking zich op site Park Ter Walle. De werking bewijst haar nut vanuit preventief idee en is ook een outreachend toeleidingskanaal naar laagdrempelige hulp in het kader van decreet Integrale Jeugdhulp. De komende verbouwingswerken en de grote aanwezigheid van doelgroepjongeren vragen investeringen.

21 februari 2013

Actie 1 Actie 2 Actie 3

Actie 4

Indicatoren

Budget


In de verbouwingsplannen van site Park Ter Walle worden voldoende ruimtes en faciliteiten voorzien om de werking van Jakkedoe te garanderen. Tijdens de verbouwingswerken kan Jakkedoe zo kwalitatief mogelijk verdergezet worden op de site Zuidstraat of op een andere locatie. De verantwoordelijken van de werking bouwen aan een betere samenwerkingsrelatie met de actoren van het secundair onderwijs in Menen, met respect voor de jongeren. Op een creatieve manier wordt onderzocht hoe er wekelijks voldoende (pedagogisch) personeel kan ingezet worden in de werking door JAC, jeugddienst, en andere partners. Verbouwingsplannen zijn aangepast. Werking wordt gesteund op site Zuidstraat of op een andere locatie. Overleg met onderwijs. Voldoende inzet personeel. Jaarlijks 12.400 euro werkingsmiddelen uit meerjarenplan, beleidsprioriteit Jeugd

Strategische doelstelling 5: Het stadsbestuur en OCMW ondersteunen de verdere werking van het ‘netwerk gezinsondersteuning’. Verantwoording

Het Netwerk gezinsondersteuning is een overleg van 17 diensten/organisaties die alle een werking hebben of uitbouwen in groot Menen. Alle diensten/organisaties hebben o.a. kwetsbare/kansarme gezinnen als doelgroep. Zowel professionele diensten/organisaties als vrijwilligersorganisaties zijn in dit overleg actief. De doelstelling is overleg in functie van efficiënte doorverwijzing en toeleiding van gezinnen met betrekking tot alle facetten van het gezinsleven. De coördinatie van het netwerk gebeurt door het Inloopteam Kind en Preventie vzw. In het kader van de samenwerking worden ook preventieve laagdrempelige acties georganiseerd vanuit het netwerk.

Actie 1

Het OCMW, het woonzorgteam en de jeugddienst nemen verder deel aan het netwerk. Het netwerk kan gratis gebruik maken van de vergaderlokalen van het dienstencentrum Allegro voor het tweemaandelijks overleg. Het stadsbestuur en/of het OCMW voorzien jaarlijks een onkostenvergoeding van 1000 euro om gedeeltelijk tussen te komen in kosten van voorbereiding, telefoons, kopies, verplaatsingen en andere vergaderkosten.

Actie 2 Actie 3

Strategische doelstelling 6: Het stadsbestuur coördineert het overleg met alle relevante actoren om tot een gedragen visienota en beleidsplan inzake kinderopvang te komen. Eenmaal inhoudelijk uitgewerkt, zal dit beleidsplan integraal deel uitmaken van het lokaal sociaal beleidsplan.

21 februari 2013


THEMA Tewerkstelling Trekker: Christine Kesteloot, Werkwinkel in tandem met Claire Blondiau, OCMW

Lokaal Sociaal Beleid Menen 2014-2019 Thema : Tewerkstelling

Ontwerp nota: • Stuurgroep sociale economie Menen - Wervik: aanbevelingsnota periode 2013-2019 • Ronde tafel : ‘ kansengroepen en schakels naar de arbeidsmarkt’ (VDAB, Unizo,Voka, interimsector, lokale besturen…)  Kansarmoede atlas  De twaalf werken van gemeenten en ocmw’s  Het aantal ‘niet Belgen naar herkomst 2011’  Werkloosheidscijfers regio Menen – Wervik ( VDAB mei 2012)

Sociale Economie Menen-Wervik

1

Kenmerken van werkzoekenden Laaggeschoolden > 50 jaar > 2 j. werkloos Allochtonen Arbeidsgehandicapten

MENEN 62 % 28 % 27 % 22 % 17 %

WERVIK 62 % 29 % 27 % 12 % 19 %

Vergelijking tussen Menen

Vlaanderen Kortrijk Roeselare Wervik

WLgraad

7,1 %

6,4 %

7,1 %

5,1 %

5,5 %

Mannen WLgr

6,4 %

6,2 %

7,1 %

5,2 %

5,1 %

Vrouwen WLgr

8 %

6,6 %

7,1 %

5 %

6 %

Mannen

48 %

53 %

54 %

55 %

50 %

Vrouwen

52 %

47 %

46 %

45 %

50 %

Andere

13 %

8 %

18 %

16,1 %

6 %

Laaggeschoolde

62 %

51 %

55 %

56 %

62 %

8 %

14 %

15 %

12 %

8 %

Arbeiders

74 %

58 %

63 %

66 %

70 %

Bedienden

26 %

42 %

37 %

34 %

30 %

Hooggeschoolde

2

CONCLUSIE 1. Stad < ------- > platteland 2. Sterke sociale economie 3. Weinig vacatures uit industrie 4.Veel laaggeschoolde, vrouwelijke arbeiders 5. Structurele schaarste

Strategische doelstellingen • Dienstverlening van de werkwinkel verder optimalieren ( nieuwe doelstellingen op basis van evolutie LWW) • Verhoging van de activiteiten binnen sociale economie • Optimaliseren dienstverlening naar doelgroepen toe

3

1.Dienstverlening van de werkwinkel verder optimalieren ( nieuwe doelstellingen op basis van evolutie LWW) • Verhaal lokale werkwinkel Menen- Wervik neemt een einde ( sluiting wwinkel Wervik, Wevelgem)  Optimalisatie → in beheerscomité eind maart VDAB  VDAB vragende partij om intrede te nemen in tabaksfabriek , alleen met VDAB – personeel  Vanaf 2014 nieuwe overlegstructuren uitwerken om de samenwerking met de partners aan te houden.  behouden bromfietsproject Drive, uitbouwen voortrajecten naar tewerkstelling mee helpen uitbouwen

1.Dienstverlening van de werkwinkel verder optimalieren ( nieuwe doelstellingen op basis van evolutie LWW) • Samenwerking bevorderen en verder uitbouwen van duurzame partnerschappen ifv SE EN NEC  Verderzetten stuurgroep SE  Uitwerking regie werkgeleheidsbeleid in een stadsregionale context ( BVR dd 26/10/12)  Intergemeentelijke samenwerking Menen- WervikWevelgem  Bovenlokale en regionale samenwerking  Veranderende wetgeving maatwerkbedrijven, sociale economie en MVO→ lidmaatschap Sinergiek OCMW, Stad

4

1.Dienstverlening van de werkwinkel verder optimaliseren ( nieuwe doelstellingen op basis van evolutie LWW) • Dit zijn de bedragen die in het goedgekeurde BVR staan: • 1) 25.000 euro voor de centrumsteden tot 80.000 inwoners of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met 60.000 tot 80.000 inwoners; • 2) 50.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met 80.000 tot 150.000 inwoners. • 3) 75.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met 150.000 tot 220.000 inwoners; • 4) 100.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met 220.000 tot 290.000 inwoners 5) 125.000 euro voor de centrumsteden of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden met 290.000 tot 360.000 inwoners;

2.Verhoging van de activiteiten binnen sociale economie • Creatie van meer jobs voor kwetsbare personen op de arbeidsmarkt ( kansen bieden, maatschappelijke behoeften dekken → toegang tot arbeidsmarkt voor kansengroepen  Nieuwe opdrachten en diensten ontwikkelen , afgestemd op de lokale noden en van de personen met een afstand tot de arbeidsmarkt  Vereenvoudigen van bestaande opdrachten  Voldoende opdrachten vanuit NEC en Lokale besturen voor Sociale Economie

5

2.Verhoging van de activiteiten binnen sociale economie • Afstemming en samenwerking binnen sociale economie  Streven naar samenwerking door regelmatig overleg, vanuit behoud eigen specialisatie  Aanbod verder in kaart brengen en aftoetsen op behoeften van de markt,  Prospectie vanuit het ganse aanbod sociale economie  Uitwisseling ideeën en concepten ter bevordering van kwaliteit

3. Optimaliseren dienstverlening naar doelgroepen toe • Dienstverlening vertrekt vanuit competenties van de persoon  de participatieladder als instrument om de graad van activiteit aan te geven volgens competenties in verhouding zorg-arbeid.  Individueel traject op basis van grondige screening  Geen toegang tot arbeidsmarkt → zorg-traject ( finaliteit arbeidszorg)

6

3. Optimaliseren dienstverlening naar doelgroepen toe • Continuüm van werk zodat werk op maat mogelijk wordt  Bedrijven sociale economie in kaart brengen op participatieladder  Voldoende invulling vanuit sociale economie op de verschillende latten van de participatieladder  Meer trajecten voor werkgerelateerde arbeidszorg en lokale diensteneconomie

7

21 februari 2013


Vanuit de stuurgroep sociale economie wordt een aanbevelingsnota uitgewerkt voor de periode 2013-2019. Met diverse actoren op de arbeidsmarkt (Unizo, Voka, interimsector, lokale besturen …) werd een ronde tafel georganiseerd met als thema ‘kansengroepen en schakels naar de arbeidsmarkt’. Documenten als basis voor dit overleg waren: - De kansarmoedeatlas - De twaalf werken van gemeenten en OCMW’s - Het aantal ‘niet Belgen naar herkomst 2011’ - Werkloosheidscijfers regio Menen – Wervik (VDAB mei 2012) De reeds lokaal bestaande financiële en inhoudelijke doelstellingen in kader van tewerkstelling en sociale economie blijven behouden. Men dient rekening te houden met de evolutie naar maatwerkbedrijven vanaf 2013. Strategische doelstelling 1: De dienstverlening van de werkwinkel verder optimaliseren. Menen-Wervik behoudt de Lokale Werkwinkel, volgens de laatste richtlijnen van de VDAB. Operationele doelstelling 1 : Klantgerichte en kwaliteitsvolle dienstverlening verder uitbreiden tav werkzoekenden, werkgevers, werknemers Actie 1.1.1

Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget

Actie 1.1.2 Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch

Ondersteunen van laagdrempelige projecten ter bevordering van de randvoorwaarden naar werk bij bijzondere doelgroepen, zoals mobiliteit en flexibele en betaalbare kinderopvang (cfr. LSB-plan onderwijs, kinderen, jongeren). Snorfietsproject Drive De ontwikkelde actie snorfietsproject heeft reeds 2 jaar haar nut bewezen. Aantal uitleningen in 2011 en 2012 Het project wordt verder gedragen door verschillende partners. Als pilootproject en met regionale uitstraling was er eenmalige cofinanciering bij de opstart vanuit RESOC. Continuering vanaf 2013-2019 Vanuit lokale besturen wordt cofinanciering LWW overgenomen, € 1.000 vanuit OCMW, alsook de verzekering, ten bedrage van € 350 € 1.000 vanuit de stad, alsook de administratieve ondersteuning die bij PWA Menen ligt Aanbod van voortrajecten naar tewerkstelling mee helpen uitbouwen met diverse partners VDAB, OCMW, SE Voortrajecten voor kansengroepen hebben hun nut bewezen voor de verschillende partners Aantal jongeren <25 j, 50-plussers, mensen met een migratiegeschiedenis en kortgeschoolden volgens VDAB cijfers (mei 2012) Persoonsgebonden belemmeringen detecteren en vooraf opvangen. Mits samenwerking tussen verschillende partners komen tot uitbouw voortraject voor regio Menen-Wervik-Wevelgem

21 februari 2013



Analyse van problematiek in 2013, opstart in 2014 Vanaf 2014 jaarlijks 45.000 euro personeelslid 1VTE (stad/OCMW) Coördinatie bij één van de partners voor 0,5 VTE te voorzien € 22.500 op basis van 15 voortrajecten van VDAB € 25.000 cofinanciering van stad/OCMW

Actie 1.1.3 Specifiek

Gebouwvisie voor werkwinkel op langere termijn uitwerken Het huidig gebouw voldoet niet meer en het huurcontract wordt ook door verhuurder stopgezet. Aantal bezoekers / aantal partners / cfr. verslagen D.B. Lokale Werkwinkel Bestaan van LWW Menen-Wervik als enige in de regio verzekerd. In 2013 wordt gebouw opgezegd. 2013 Huurprijs per jaar: VDAB ICT-ondersteuning door partners OCMW, Octopoets, PWA, Veerkracht 4

Meetbaar Acceptabel Realistisch Tijdsgebonden Budget

Operationele doelstelling 2: Bevorderen van samenwerking en verder uitbouwen van duurzame partnerschappen in functie van sociale economie en NEC (Normaal Economisch Circuit) Actie 1.2.1 Verantwoording

Indicatoren Budget Actie 1.2.2 Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch


Verderzetten stuurgroep sociale economie De stuurgroep bestaat reeds sinds 2007. Met de opmaak van een meerjarenplan van 2013-2019 geeft de stuurgroep sociale Economie haar belang aan het lokale beleid. De actieve samenwerking en de afstemming maakt dat de stuurgroep een uithangbord betekent in de regio. Meerjarenplan, verslagen, betere communicatie, samenwerkingsinitiatieven Geen budget vereist De rol en functie van coördinator werkwinkel wordt verdergezet, op 0,5 VTE Helder profiel en functiebeschrijving Jaarlijkse evaluatie in het dagelijks bestuur van de lokale werkwinkel De coördinatorfunctie is bestaande, maar niet erkend in haar bevoegdheid en wordt niet gevaloriseerd/gefinancierd. De coördinatiefunctie is noodzakelijk, gezien de partners eigen personeel detacheren voor de basisdienstverlening van de VDAB in de LWW, in aanvulling op hun specifieke trajectbegeleidingsfunctie. januari 2013-eind 2019 € 35.000 : 0,5 VTE coördinator lokale werkwinkel vanuit stad/samenwerkende stadsbesturen te voorzien

21 februari 2013

Actie 1.2.3 Verantwoording

Budget Actie 1.2.4 Verantwoording Budget


Uitwerking regie werkgelegenheidsbeleid in een stadsregionale context Met aandrang wordt de vraag gesteld dat het stadsbestuur de regierol opneemt, overeenkomstig de formaliteiten bepaald in het Besluit Vlaamse Regering van 26/10/2012 en een intergemeentelijke samenwerking organiseert tussen MenenWervik en Wevelgem (min. aantal inwoners : 60.000) € 25.000 Bovenlokale en regionale samenwerking Het is belangrijk om mee de veranderende wetgevingen rond maatwerkbedrijven en sociale economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen op te volgen. € 3.000 : lidmaatschap aan Sinergiek (volgens aantal inwoners) vanuit stad € 3.000 : lidmaatschap aan Sinergiek (volgens aantal inwoners) vanuit OCMW

Strategische doelstelling 2: Verhoging van activiteiten binnen sociale economie Operationele doelstelling 1: Er worden meer jobs gecreëerd voor kwetsbare personen op de arbeidsmarkt : personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt Verantwoording Meer jobs om meer kansen te bieden aan kansengroepen en zo meer dekking van de behoeften te beantwoorden om zo de toegang tot de arbeidsmarkt mogelijk te maken Acties - Nieuwe opdrachten en diensten, afgestemd op de lokale noden van de personen met een afstand tot de arbeidsmarkt - Vereenvoudiging van bestaande opdrachten - Voldoende opdrachten vanuit NEC en Lokale Besturen voor Sociale Economie ondernemingen Operationele doelstelling 2: Afstemming en samenwerking binnen de organisaties uit de sociale economie Acties -

Er wordt naar samenwerking gestreefd door regelmatig overleg, vanuit behoud specialisaties. Het bestaand aanbod wordt in kaart gebracht en afgetoetst op behoeften van de markt. De prospectie vanuit het ganse aanbod van de organisaties sociale economie. Uitwisseling ideeën en concepten ter bevordering van kwaliteit.

21 februari 2013


Strategische doelstelling 3: optimaliseren dienstverlening naar doelgroepen toe Operationele doelstelling 1: De dienstverlening vertrekt vanuit competenties van de persoon. Verantwoording De participatieladder is een bruikbaar instrument om de graad van activiteit aan te geven volgens de competenties van de kwetsbare persoon in de verhouding zorgarbeid. Acties -

Aanbod op maat in kader van inschakeling en evolutie binnen de participatieladder. Expertise inzake begeleiding van kansengroepen wordt ter beschikking gesteld. Individueel traject op basis van grondige screening. Wie niet-toelaatbaar is kan een zorg-traject volgen (met als finaliteit arbeidszorg).

Operationele doelstelling 2: Een continuüm van werk zodat werk op maat mogelijk wordt. Verantwoording Onze streek moet voldoende aanbod voorzien om de kwetsbare groepen alle kansen te bieden om volgens hun competenties al of niet een plaats op te nemen op de arbeidsmarkt Acties - De bedrijven sociale economie plaatsen op de participatieladder. - Zorgen voor voldoende invulling sociale economie op de verschillende latten van de participatieladder. - Meer trajecten voor werkgerelateerde arbeidszorg en lokale diensteneconomie.

21 februari 2013


THEMA Huisvesting Trekker: Laurette Gheysen, dienst huisvesting stad Menen

Huisvesting

Algemeen     

Grensgemeente Hoog aanbod van sociale woningen Kwaliteit van de woningen Heel wat kansarmen Inwijking Niet - Belgen

1

Beschrijvend overzicht   

Operationele doelstelling1: basisinformatie verschaffen aan de inwoners, Operationele doelstelling 2: verbetering van de kwaliteit van het patrimonium, Operationele doelstelling 3: verbetering van de positie van de zwakke huurder,

Basisinformatie aan de inwoners verschaffen   

Doelgroep senioren en kansarmen Extra aandacht EFRO premie Woonloketten in Rekkem en Lauwe

2

Verbetering van de kwaliteit van het patrimonium   

Controle van ongezonde woningen, Inventarisatie van leegstand en verwaarlozing, Controle bezettingsnorm van huurwoningen,

Verbetering van de positie van de zwakke huurder    

Basisinformatie huurwetgeving, Samenwerking Regionaal Sociaal Verhuurkantoor, Lijst gezonde huurwoningen, Inventarisatie eigendomsstructuur van de huurwoningen gelegen langs de Franse grens,

3

21 februari 2013


Algemeen De stad Menen (32.665 inwoners, 1 januari 2011), is gelegen aan de grens met Frankrijk/Wallonië die heel direct aansluit met de Noord-Franse verstedelijkte regio. De verstedelijking is zo groot in Menen dat tal van woningen gewoonweg op twee grenzen gelegen zijn. Er is dan ook een sterke uitwisseling tussen deze gemeenten en hun Noord-Franse tegenhangers Halluin, Neuville-en-Ferrain, en de andere gemeenten van de “Métropole de Lille” op de meest diverse vlakken. Zo ook op het vlak van de huisvesting. De Zuid-West-Vlaamse grensgemeenten zijn allesbehalve rijke gemeenten. Door de (historische) grensarbeid zijn deze gemeenten gekend als ‘arbeidersgemeenten’ met ‘frontaliers’. Wanneer we de fiscale inkomens (aanslagjaar 2007, inkomens 2006) bestuderen, merken we op dat het gemiddeld inkomen in de gemeente stukken lager ligt dan het provinciaal gemiddelde, het Vlaams gemiddelde en zelfs het Belgisch gemiddelde. Hoog aanbod van sociale woningen Betreffende het aanbod van sociale huisvesting behoort onze gemeente tot de absolute top van Vlaanderen: Menen (10,75 %), heeft het Bijzonder Sociaal Objectief (BSO) bereikt voor wat betreft de sociale huurwoningen. Dit betekent uiteraard niet dat er geen verdere aandacht meer nodig is voor de instandhouding van het sociaal huurpatrimonium zowel wat betreft het aantal als de kwaliteit. Rekening houdend met het steeds groter aantal personen van +65 moet deze doelgroep extra aandacht krijgen in de sociale huursector. Het BSO voor sociale koopwoningen is echter nog niet bereikt. Vandaar dat het woonbeleid zich daarop zal focussen. Kwaliteit van de woningen: te klein in oppervlakte en kwalitatief nog altijd ondermaats Elke grensgemeente heeft honderden typische kleine arbeiderswoningen gebouwd tijdens het interbellum. Meestal gaat het hier om woningen op de private huurmarkt. Deze zijn naar de huidige woonbehoeften en comforteisen onvoldoende. Volgens het onderzoek van de Vlaamse regering in november 2003 met als titel: ‘Rapport klein wonen” staat Menen op de 17de plaats (op 308 Vlaamse gemeenten) van gemeenten met kleine woningen (kleiner dan 35m² grondoppervlakte) met 1.179 kleine woningen of 10% van het totale woningenbestand. Bron: FOD Economie, cijfers 1 januari 2007 –gebaseerd op de kadastergegevens De intergemeentelijke samenwerking leverde inspanningen betreffende het verbeteren van de kwaliteit van de woningen door onder meer een zeer efficiënte leegstandsbelasting en het verrichten van noodzakelijke kwaliteitsonderzoeken. We merken echter dat ondanks doorgedreven kwaliteitscontroles nog heel wat woningen niet beantwoorden aan de eisen zoals gesteld in de Vlaamse Wooncode en het kamerdecreet. De stad Menen verhoogde zijn inspanningen betreffende het verbeteren van de kwaliteit de afgelopen 3 jaar door een personeelslid in te zetten voor de opnames en opvolging van de verwaarloosde woningen. Voor een eerste screening van het patrimonium wordt samengewerkt met de gemeenschapswachten.

21 februari 2013


Heel wat kansarmen Niet alle sociaal zwakkeren komen terecht op de sociale huisvestingsmarkt. Vaak zijn deze kwetsbare mensen/gezinnen overgeleverd aan gewiekste huiseigenaren die hen veel huur laten betalen voor een slechte woning. Het is de taak van elke gemeente om ook aan de meest kwetsbaren in de samenleving de juiste ondersteuning op het vlak van huisvesting aan te bieden om de huurder te helpen in zijn zoektocht naar een gezonde huurwoning en begeleiding in de administratie die daarbij hoort. Een samenwerking met het OCMW is een piste die verder moet onderzocht worden. Inwijking Niet-Belgen Alle grensgemeenten hebben te maken met een grotere buitenlandse inwijking: Menen telt op 01.01.2011 4.388 inwoners met een niet- Belgische nationaliteit bij geboorte. Dit komt neer op 13,32% van de totale bevolking. 73% van de niet-Belgen is afkomstig uit een Europees land. Een verdere opsplitsing van Europese niet-Belgen toont 16,4% van de niet-Belgen komt uit een voormalig Oostblok land en 50% uit het buurland Frankrijk . Door de steeds maar stijgende huizenprijzen in Frankrijk ontdekken steeds meer Fransen de voordelige mogelijkheid om net over de grens in België te gaan wonen. Op vele plaatsen net over de grens liggen de woningprijzen veel lager dan in Frankrijk. Bovendien blijven ze ook dicht bij hun familie in Frankrijk wanneer ze zich in de grensstreek vestigen. Omwille van het gunstige fiscale klimaat houden vele Franse onderdanen hun hoofdverblijfplaats in Frankrijk, hoewel ze feitelijk in België wonen. Ook omslachtige administratieve procedures maken de inschrijving in het bevolkingsregister niet aantrekkelijk. Noch de fiscale maatregelen noch de inschrijvingsprocedure voor vreemdelingen kunnen op stedelijk niveau aangepakt worden. Wel kan het stadsbestuur hieromtrent een signaal geven aan de hogere overheid. Vele van de kleine huurwoningen zijn in handen van ‘malafide huisjesmelkers’. Zij maken misbruik van de onzekere situatie van asielzoekers om hen onder te brengen in te kleine woningen. Deze overschrijding van de bezettingsnorm vertaalt zich in een gebrek aan comfort voor de bewoners maar is ook ten koste van de kwaliteit van de woning, waardoor de bewoners opnieuw op zoek moeten naar een betaalbare woning. De taalbarrière en de andere wooncultuur vragen een specifieke benadering in het hulpverleningsproces.

21 februari 2013


INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING De Vlaamse overheid en de provincie hebben het voorstel tot intergemeentelijke samenwerking rond huisvesting met Menen, Wervik en Mesen goedgekeurd in 2009. De drie gemeenten slaan in gesubsidieerd verband onder de noemer ‘Kwalitatief wonen in de grensstreek' de handen in elkaar om vanuit dezelfde regiospecifieke eigenschappen hun huisvestingbeleid verder op te krikken. Het werkingsgebied van de deelnemende gemeenten is uniek in die zin dat alle gemeenten binnen een sterk verstedelijkt gebied liggen dat grenst aan Frankrijk en/of Wallonië. Vooral Menen en Wervik lopen als het ware ineen met hun Noord-Franse buren Halluin en Wervicq-Sud. Een tweede uniek gegeven is het grote sociaal woonpatrimonium (>10%) dat alle deelnemende gemeenten op hun grondgebied hebben. Op een totaal van 21.386 huishoudens (de 3 gemeentes samen) staan er 2.265 sociale woningen. Dit is 10,59 % van het totale woningenbestand en ruim boven het Vlaamse gemiddelde. Deze intergemeentelijke samenwerking wordt gesubsidieerd door zowel het Vlaamse Gewest (€ 248.672,78) als door de provincie West-Vlaanderen (€ 41.899). De organisatiestructuur van de interlokale vereniging bestaat uit een beheerscomité waarin een gelijk aantal vertegenwoordigers (gemeenteraadsleden en/of schepenen en burgemeester) zetelen van de deelnemende gemeenten en een gemandateerde vertegenwoordiger van de provincie WestVlaanderen. Daarnaast is er ook een stuurgroep waarin alle medewerkers van de deelnemende gemeenten zetelen. Zij staan in voor de dagelijkse werking en uitvoering van het project. De doelen van het samenwerkingsproject zijn: 1. Kwaliteit van de woningen verhogen: woningen zijn vaak te klein in oppervlakte en kwalitatief nog altijd ondermaats; 2. Hoge mate van vergrijzing en heel wat kansarmen: gepaste structurele oplossingen aanbieden voor demografische en sociaaleconomische ontwikkelingen; 3. Franse inwijking efficiënter opvangen: federale wetgeving laat specifieke grensgemeenten in de steek. De gemeenten missen daardoor ook heel wat inkomsten. Het samenwerkingsverband wil op zoek naar alternatieven; 4. Een doorgedreven stadskernvernieuwing: door de hoge graad van verstedelijking en het oude woonpatrimonium dringt een structurele opfrissing zich op. Deze intergemeentelijke samenwerking brengt heel wat voordelen met zich mee. De samenwerking is om te beginnen kostenbesparend en drijft de administratieve efficiëntie op (bvb. delen van kennis en ervaring). Hierdoor kan het personeel beter worden ingezet en wordt ook specialisatie mogelijk. Natuurlijk wordt er ook gewerkt aan gemeenschappelijke oplossingen voor gelijkaardige problemen. Bovendien is een intergemeentelijke samenwerking een sterker forum voor oplossingen die door hogere beleidsniveaus moeten worden aangepakt. Er is tevens een duidelijke meerwaarde voor kleine gemeenten zoals Mesen dat zelf over te weinig financiële middelen en personeel beschikt om een eigen volwaardig huisvestingsbeleid te voeren. Het project is tenslotte ook gebaseerd op een nauwe samenwerking met andere interne en externe partners.

21 februari 2013


BESCHRIJVEND OVERZICHT PER WERKINGSJAAR VAN DE INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING MENEN-WERVIK-MESEN: Jaar 4 (2012-2013) Operationele doelstelling 1: Basisinformatie aan de inwoners verschaffen Acties: - Er zullen contacten gelegd worden met sociale organisaties om de doelgroep kansarmen en senioren beter te bereiken. - De premie voor de gevelrenovatie en renovatie van leegstaande handelspanden wordt extra in de kijker gezet, gezien de beperkte duur van het EFRO initiatief (EFRO = Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) - De haalbaarheid voor de uitbreiding van het woonloket in Lauwe en Rekkem wordt bekeken. Operationele doelstelling 2: Verbetering van de kwaliteit van het patrimonium. Acties: - De systematische controle van ongezonde woningen wordt verdergezet. - De leegstand en verwaarlozing worden in kaart gebracht. - Er zal onderzocht worden hoe de leegstand boven de winkels kan aangepakt worden. - Er moet nauwlettend toegezien worden op het naleven van de bezettingsnorm van vele kleinere woningen in het stadscentrum. Operationele doelstelling 3: Verbetering van de positie van de zwakke huurder. Acties: - De huisvestingsambtenaren zullen een basisopleiding volgen om een juridische ondersteuning te kunnen geven aan huurders die problemen hebben met de naleving van hun huurcontract. - Er wordt onderzocht of het haalbaar is om een netwerk uit te bouwen met alle andere dienstverleners die deze huurders begeleiden. Huurders moeten kennis hebben van de mogelijkheid tot kwaliteitscontrole. - Omdat in 2011 het Sociaal Verhuurkantoor Menen in faling is gegaan werd een deel van het patrimonium overgenomen door het Regionaal Sociaal Verhuurkantoor van Ieper. De mogelijkheid tot samenwerking in functie van de bekendmaking van de werking van het sociaal verhuurkantoor bij de verhuurders moet onderzocht worden. - Er zal nagegaan worden of het haalbaar is om een lijst ter beschikking te stellen van huurwoningen die beantwoorden aan de kwaliteitsnormen volgens de Vlaamse Wooncode. - De eigendomsstructuur en de bewoning van de huurwoningen gelegen in de afgebakende gebieden langs de Franse grens en in het centrum van Menen worden verder geïnventariseerd. Budget te voorzien: loonkost van de huisvestingsambtenaren verminderd met subsidie van Vlaamse Overheid (onder voorbehoud van goedkeuring).

21 februari 2013


Jaar 5 (2013-2014) Operationele doelstelling 1: Basisinformatie aan de inwoners verschaffen. Acties: - Er worden acties gepland om de doelgroep senioren en kansarmen beter te bereiken. - De bereikbaarheid van de woonloketten wordt aangepast. Operationele doelstelling 2: Verbetering van de kwaliteit van het patrimonium. Acties: - De systematische controles van ongezonde woningen worden verdergezet. De stad beschikt over een kaart waarop de verkrotte delen zijn aangeduid en inbreidingsprojecten kunnen gerealiseerd worden en het AGB (Autonoom Gemeentebedrijf Woonbedrijf) is opnieuw actief. - Er komt een aanpassing van het bouwreglement om het wonen boven handelspanden gemakkelijker te maken. - Er komt een gestructureerd toezicht om de problemen van overbewoning te voorkomen. Operationele doelstelling 3: Verbetering van de positie van de zwakke huurder. Acties: - De huisvestingsambtenaren geven juridische ondersteuning aan huurders die problemen hebben met de naleving van hun huurcontract. De ondersteuning wordt afgestemd op de dienstverlening van de andere actoren die de huurder begeleiden. - Er wordt gewerkt aan een promotiecampagne om de eigenaar-verhuurder te motiveren een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met het Sociaal Verhuurkantoor. - Een lijst van gezonde huurwoningen wordt ter beschikking gesteld van kandidaat-huurders. Tevens wordt onderzocht of dit ook digitaal kan. - Verdere inventarisatie van huurwoningen in de afgebakende gebieden langs de Franse grens en in het centrum van Menen in functie van de eigendomsstructuur, de bewoning en de kwaliteit van deze woningen. Budget te voorzien: loonkost van de huisvestingsambtenaren verminderd met subsidie van Vlaamse Overheid (onder voorbehoud van goedkeuring).

21 februari 2013


Jaar 6 (2014-2015) Operationele doelstelling 1: Basisinformatie aan de inwoners verschaffen. Acties: - Acties om de doelgroepen senioren en kansarmen te bereiken in samenwerking met OCMW en CAW. - De uitbreiding van de woonloketten moet geëvalueerd worden. Operationele doelstelling 2: Verbetering van de kwaliteit van het patrimonium. Acties: - De resultaten van alle acties in functie van het wonen boven handelspanden, toezicht op de problemen van overbewoning en gezonde huurwoningen moeten gebundeld en geëvalueerd worden. Ook de inspanningen van het AGB voor het realiseren van inbreidingsprojecten worden besproken en eventueel bijgestuurd. Operationele doelstelling 3: Verbetering van de positie van de zwakke huurder. Acties: - Er komt een evaluatie van de bestaande dienstverlening voor de eigenaars (bewoners en verhuurders) en de huurders, en de samenwerking met andere interne en externe diensten. Budget te voorzien: loonkost van de huisvestingsambtenaren verminderd met subsidie van Vlaamse Overheid (onder voorbehoud van goedkeuring).

Betaalbaar wonen voor kansarme groepen De Stuurgroep LSB onderstreept het belang van de problematiek van betaalbaar wonen voor kansarme groepen. Volgende drie activiteiten van het IGS-rapport Wonen in de Grensstreek komen hieraan tegemoet, nl. basisinformatie aan de huurder, verbetering van de kwaliteit van het huurpatrimonium en verbetering van de positie van de zwakke huurder. Het lokaal toewijzingsreglement De Stuurgroep LSB wijst ook op het belang van het inzetten van het lokaal toewijzingsreglement als instrument. De bestaande werkgroep lokaal toewijzingsreglement heeft na anderhalf jaar in haar laatste bijeenkomst beslist om te kiezen voor de opmaak van een lokaal toewijzingsreglement voor +65. Het voorstel wordt voor advies besproken op het lokaal woonoverleg. Er werd overeengekomen om verder bijeenkomsten van het lokaal woonoverleg te verschuiven naar de nieuwe legislatuur. Na één jaar werking wordt deze versie geëvalueerd en kan eventueel overwogen worden om een uitgebreide versie te maken.

21 februari 2013


THEMA Thuiszorg en ouderenzorg Trekkers: Patrick Plancke en Pol van Hessche, OCMW Menen

Lokaal Sociaal Beleid Thuiszorg en Ouderenzorg OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN www.ocmwmenen.be

Motivatie • Omzendbrief van de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin betreffende de Vlaamse beleidsdoelstellingen bij de uitvoering van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voor de periode 2014-2019 • Ontwerpmemorandum 2013 van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg Zuid-WestVlaanderen (SEL)

1

Omzendbrief Vlaams minister • Een divers en aangepast woonzorgaanbod • Beleid inzake de vergrijzing van de bevolking

Ontwerpmemorandum 2013 SEL • Vanuit de Vlaamse Overheid heeft het SEL de expliciete opdracht om de lokale besturen te adviseren bij de opmaak van het onderdeel eerste lijn van het lokaal sociaal beleidsplan.

2

Multidisciplinair Overleg (MDO)

Zorgverzekering Menen 1600 1400 1200 1000 800 Menen 600 400 200 0 2004

2008

2011

3

Zorgzwaarte in de hulpverlening Thuisverpleging Menen, Wervik per 1000 inwoners 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 2004

2005

2006

Forfait A

2007

2008

Forfait B+C

Zorgzwaarte in de hulpverlening Kortverblijf

4

Zorgzwaarte in de hulpverlening Kortverblijf

Zorgzwaarte in de hulpverlening Zorgforfait in woonzorgcentra Menen (per 1000 inwoners) 14 12 10 8 6 4 2 0 2004

2005

2006

Forfait A+O

2007

2008

Forfait B+C

5

Aandeel bewoners (%)in Woonzorgcentra per leeftijd (vanaf 75 jaar of ouder) Vlaams Gewest

Vergrijzing

6

Aandachtspunten • • • •

Sterke contacten stimuleren tussen de zorgaanbieders Organiseren van MDO Inzetten op wijkgericht werking Evenwicht zoeken tussen zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg • Betaalbaar vervoer organiseren voor zorgbehoevenden en zieken

Aandachtspunten • Herwaarderen van de thuiszorgondersteunende functie van kort verblijf • Op zoek gaan naar vernieuwende initiatieven en zorgvormen

7

Lokaal Sociaal beleid 2014-2019 Thuiszorg In 2013 inzetten om in overleg met onze partners doelstellingen en acties te formuleren inzake thuiszorg en thuiszorgondersteunende diensten • Doelgroep thuiszorg • Rekening houden met raakvlakken met de andere clusters bij thema’s als vermaatschappelijking van de zorg, preventief gezondheidsbeleid, samenwerking in het welzijnswerk op de eerste lijn,…

Lokaal Sociaal beleid 2014-2019 Ouderenzorg • Verder werken aan de bouw van de nieuwe Woonzorgcentra Andante en Ceres • Een vernieuwde werking in de intramurale zorg uitbouwen

8

Woonzorgcentrum Andante

9

10

Woonzorgcentrum Ceres

11

BEDANKT VOOR UW AANDACHT PATRICK PLANCKE POL VAN HESSCHE

12

21 februari 2013


INLEIDING Initieel was het de bedoeling om het luik thuiszorg en ouderenzorg mee te nemen in de andere clusters (vier thema’s met nulmetingen in de Provinciale kansarmoede-atlas). Omwille van de omzendbrief van de Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van eind 2012 betreffende de Vlaamse beleidsdoelstellingen bij de uitvoering van het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid voor de periode 2014-2019 en omwille van het ontwerpmemorandum 2013 lokaal sociaal beleid “Verwachtingen en aandachtspunt van de eerstelijnszorg” die we tevens ontvingen eind 2012 van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg Zuid-West-Vlaanderen (SEL), vinden we het opportuun om een aanvulling uit te werken voor het luik “thuiszorg en ouderenzorg”. Volgende thema’s uit de omzendbrief waren namelijk moeilijk in te passen in de huidige clusters (ronde tafels) - Een divers en aangepast woonzorgaanbod - Beleid inzake de vergrijzing van de bevolking

AANDACHTSPUNTEN De cijfergegevens uit het ontwerpmemorandum 2013 van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg Zuid-West-Vlaanderen (SEL) geven aan dat de druk op de thuiszorg de laatste jaren sterk is toegenomen. Daarom verdienen de hieronder geschetste verwachtingen en aandachtspunten voor de komende periode 2014-2019 bijzondere aandacht. 1.

2.

3.

4.

5.

6.

Er zijn heel wat complexe thuiszorgsituaties waar veel verschillende zorgaanbieders aan huis komen. Voor de zorgaanbieder is het essentieel sterke, regelmatige en effectieve contacten te hebben met de andere thuiszorgpartners. Het is noodzakelijk dat de betrokken zorgaanbieders, mantelzorgers, gebruikers rond de tafel zitten voor het optimaliseren van de complexe thuiszorg settings. Door het bewust organiseren van een multidisciplinair overleg kan de zorg die aangeboden wordt door de verschillende thuiszorgpartners nog beter op elkaar afgestemd worden zodat de zorgvrager niet af en toe tussen de mazen van het net valt. Ouderen blijven, al dan niet noodgedwongen, langer thuis wonen. Het is van groot belang dat verschillende wijken of buurten aangepast worden aan deze oudere bevolking. Heel vaak is er sprake van overbelasting van de mantelzorger of is de drempel naar een lokaal dienstencentrum of dagverzorgingscentrum te hoog. Daarom is het aangewezen dat de lokale besturen meer inzetten op wijkgerichte werking. De druk op de mantelzorgers is erg hoog. Er moet een gezond evenwicht zijn tussen zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg. Een stevige basisondersteuning is hierbij essentieel. Hun noden moeten gedetecteerd worden en het is belangrijk om (financiële) erkenning te geven aan het aspect “zorg dragen”. Vervoer voor zorgbehoevenden en zieken kan qua kost hoog oplopen. Dit is in schril contrast met het feit dat een gezonde 65-plusser zich gratis met bus of aan een voordelig tarief met de trein kan verplaatsen. Door de lange wachtlijsten voor de woonzorgcentra wordt het systeem kortverblijf soms aangewend voor doeleinden waarvoor het niet bedoeld is en worden ouderen die niet langer thuis kunnen blijven wonen soms van het ene kortverblijfcentrum naar het andere gebracht.

21 februari 2013


EEN SAMENVATTING VAN HET HUIDIG SOCIAAL BELEIDSPLAN – LUIK THUISZORG EN OUDERENZORG 2008-2013 Er worden drie accenten gelegd vanuit het OCMW (in meerdere of mindere mate met derdenpartners): 1. De verdere uitbouw van de bestaande dienstverlening in de diepte. Wat we hebben, willen we behouden en waar mogelijk nog beter invullen. 2. Investeren in stenen De geplande ver(nieuw)bouwingen doorvoeren met oog op het toekomst gericht aanbod voor de ganse thuiszorg en ouderenzorg. 3. Daarnaast in de nabije toekomst nog tal van vernieuwende initiatieven nemen zodat we continu alert en dicht bij de bevolking kunnen werken en dit voor een aanvaardbare kostprijs. De realisatie van deze drie uitdagingen, in samenwerking met vele partners, moet er voor zorgen dat de komende jaren het aanbod voor de Meense ouderen op peil blijft en vooral aangepast wordt aan hun noden. Vanuit verschillende overwegingen wordt nog meer dan vroeger de link gelegd met de thuiszorg en de thuiszorgondersteunende diensten. Contactmomenten organiseren voor mantelzorgers, ondersteuning van het vrijwilligerswerk, de lokale dienstencentra als informatiepunt uitbouwen behoren ook tot onze doelstellingen. Het ondersteunen van de overlegstructuur behoort tot de taak van het OCMW. Het OCMW neemt sinds jaren de secretariaatsfunctie en het voorzitterschap op van het Lokaal Steunpunt-Menen (LST) en is bereid hier verder een belangrijke rol in te spelen. Met nieuwe woonvormen voor ouderen en onze dienst aangepast vervoer wil het OCMW de thuiszorg verder ondersteunen. De ontwikkeling en uitbouw van de diverse lokale dienstencentra, het blijvend ondersteunen en het werken als “trekker” inzake het SEL en LST Menen, de realisatie van serviceflats, de opstart van de klusjesdienst, de verdere uitbouw van de wijkwerking, de dienst aangepast vervoer waarin zowel via investeringen (regelmatige vernieuwing van ons rollend materieel) als via personeel verder wordt geïnvesteerd. Met al deze en de op stapel staande initiatieven wenst het OCMW op een financieel verantwoorde manier een zo breed mogelijk aantal Menenaars te bereiken en, waar nodig, te helpen. Het huidige beleidsplan betreffende thuiszorg en ouderenzorg zal voor de periode 2014-2019 bijgestuurd worden door rekening te houden met bovenstaande items uit de omzendbrief van de Minister en het ontwerpmemorandum van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg Zuid-WestVlaanderen (SEL).

21 februari 2013


OP WEG NAAR EEN LUIK THUISZORG EN OUDERENZORG IN HET SOCIAAL BELEIDSPLAN 2014-2019 In de loop van 2013 zal het OCMW samen met haar partners (OCMW-woonzorgcentra en thuiszorgdiensten, stadsdiensten, stedelijke ouderenadviesraad, samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg en lokaal steunpunt, mantelzorg en vrijwilligersverenigingen,…) een bijgestuurd beleidsplan opmaken met SMART geformuleerde doelstellingen en acties, zoveel als mogelijk integreerbaar in het BBC-verhaal. Ongetwijfeld zullen raakvlakken gevonden worden met de andere clusters wanneer thema’s als “vermaatschappelijking van de zorg, preventief gezondheidsbeleid, preventie en aanpak problematische schuldenlast, problematiek van dak- en thuisloosheid, samenwerking in het welzijnswerk op de eerste lijn” onder de loep genomen worden. Deze raakvlakken kunnen dan verder afgetoetst worden tijdens de vergaderingen Lokaal Sociaal Beleid en kan er afgesproken worden welke van de vier andere clusters wat daarin meeneemt. In 2013 wordt dus ingezet om in overleg de doelstellingen en acties inzake thuiszorg en thuiszorgondersteunende diensten te formuleren. In het kader van de vermaatschappelijking van de zorg beogen we als doelgroep niet enkel ouderen maar allen die verstandelijke, lichamelijke of psychische beperkingen ondervinden. Ondertussen wordt verder gewerkt aan de bouw en de werking van een vernieuwde intramurale zorg voor ouderen binnen het OCMW. Dit laatste zal ongetwijfeld in de komende periode van 20142019 ruime aandacht en opvolging vergen. Na het ontvangen van de definitieve tekst “Memorandum 2013 lokaal sociaal beleid” van het Samenwerkingsinitiatief Eerstelijnszorg Zuid-West-Vlaanderen (SEL) zal het overleg gestart worden met de verschillende partners. Voorafgaand wordt tekst en uitleg van onze voornemens verschaft in de vergaderingen van het lokaal steunpunt Menen en het SEL-Zuid-West-Vlaanderen. Het is de bedoeling om een groot draagvlak binnen het werkveld te creëren en daarom worden zo breed mogelijk de partners (verschillende disciplines/verschillende levensbeschouwingen) uitgenodigd om vanaf half maart samen te werken aan de opbouw van doelstellingen en acties. In het derde kwartaal wordt gefinaliseerd en teruggekoppeld naar de stuurgroep Lokaal Sociaal Beleid.

STUURGROEP LOKAAL SOCIAAL BELEID PRESENTEERT PRIORITEITEN LOKAAL SOCIAAL BELEID WELKOM! Korte historiek

Recommend Documents