INLEIDING WAT IS LOKAAL SOCIAAL BELEID? In het decreet betreffende het lokaal sociaal beleid staat de volgende definitie: “het geheel van de beleidsbepalingen en acties van het lokaal bestuur en de acties van lokale actoren met het oog op het garanderen van de toegang van elke burger tot de rechten vastgelegd in art. 23 en art. 24 §3 van de Grondwet”. Lokaal sociaal beleid, gebaseerd op de sociale grondrechtenbenaderingen, streeft er naar om de ongelijkheid van burgers voor wat betreft de toegang tot en uitoefening van hun basisrechten zoveel mogelijk te vermijden en weg te werken. De sociale grondrechten omvatten: 1. recht op arbeid 2. recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand 3. het recht op behoorlijke huisvesting 4. het recht op bescherming van een gezond leefmilieu 5. het recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing 6. het recht op onderwijs De focus ligt hierbij vooral op de meest kwetsbare groepen. Door de klemtoon te leggen op deze “grondrechten” wordt het lokaal sociaal beleid alvast niet verengd tot de sociale dienst en hulpverlening. Bijgevolg krijgen ook domeinen die traditioneel niet tot het sociale gerekend worden (bv. onderwijs) een plaats in het lokaal sociaal beleidsplan.
DE VIJF PIJLERS VAN LOKAAL SOCIAAL BELEID Het decreet betreffende lokaal sociaal beleid bestaat uit vijf pijlers: • PLANNING Het optimaliseren van de sociale dienstverlening vraagt een betere planning. Gemeente en OCMW moeten samen een lokaal sociaal beleidsplan opstellen met acties en middelen, gebaseerd op een omgevingsanalyse en een visie. • COÖRDINATIE De coördinatie van dat lokaal sociaal beleid gebeurt door de gemeente en het OCMW. • SOCIAAL HUIS De oprichting van een sociaal huis zal voor de burger het meest zichtbare resultaat worden van het decreet. Dit wordt dé plek waar burgers terecht kunnen voor de sociale dienstverlening in hun gemeente.
Het sociaal huis is geen fysisch gebouw, maar dekt een begrip dat de volgende taken inhoudt: informeren, doorverwijzen en hulp verlenen. Het omvat een loketfunctie: één loket waar men terecht kan voor informatie over alle diensten aangeboden in de gemeente. Er is ook een doorverwijsfunctie die als doel heeft het tot stand brengen van een ruime samenwerking met de lokale actoren. • SAMENWERKING Het decreet biedt ruime mogelijkheden tot samenwerking met organisaties uit de particuliere, semi-publieke en publieke sector. Goede samenwerking moet overlappingen voorkomen en hiaten opvullen. • PARTICIPATIE Het lokaal bestuur moet bij de opmaak van het lokaal sociaal beleidsplan rekening houden met de wensen van particuliere organisaties, specifieke doelgroepen en burgers. Inspraak bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het lokaal sociaal beleid is noodzakelijk.
PLANNING VOOR HET LOKAAL SOCIAAL BELEID
DE OMGEVINGSANALYSE Tijdens deze startvergadering wensen wij dieper in te gaan op de omgeving. Informatie uit de omgeving en de eigen organisatie verzamelen en analyseren is het middel bij uitstek om beleidsprioriteiten te bepalen. Deze omgevingsanalyse werd opgemaakt door onze consultant, Geert De Feyter van de Intercommunale Haviland. Aan een omgevingsanalyse wordt vervolgens een sterkte/zwakte-analyse gekoppeld. Dit is een onderdeel van een tweede vergadering per cluster op 19 en 20 december 2006. Bij deze analyse worden relevante maatschappelijke ontwikkelingen uitgezocht en geordend. Het betreft ontwikkelingen op vlak van: - demografie (bv. verhouding actieven – niet-actieven, man – vrouw…) - economie (bv. inkomenstoestand…) - sociologie (bv. onveiligheidsgevoel, vereenzaming, samengestelde gezinnen…) - politiek (bv. ouderenbeleid, jeugdbeleid, sociale zekerheidsbeleid…) Cijfers omtrent deze ontwikkelingen kunnen bepaalde patronen zichtbaar maken. Via een sterkte/zwakte-analyse van een aantal organisatieaspecten kan ingeschat worden waar de mogelijkheden van de organisatie liggen. Volgende organisatieaspecten kunnen onder de loep genomen worden: - financiële middelen van de organisatie (bv. subsidiekanalen…); - personeelsgroep (bv. behoeften, vorming…); - uitrusting (bv. kantoren, materialen…); - kwaliteit van de dienstverlening (bv. toegankelijkheid, klantvriendelijkheid…); - organisatiestructuur. 2
De diensten/doelgroepenmatrix geeft een zicht op de medespelers die op het werkveld actief zijn. Het is belangrijk om via een analyse weet te krijgen van hun activiteiten en doelgroepen. Dit om de eigen dienstverlening, waar nodig, beter te specialiseren en afstemming mogelijk te maken. Een onderzoek naar de onderlinge verschilpunten en naar kansen voor overleg en samenwerking maakt de omgevingsanalyse compleet. De omgevingsanalyse is de ideale voedingsbodem voor het ontwikkelen van een lokaal sociaal beleid. Doelstellingen moeten voor alle partijen duidelijk zijn en voldoende concreet.
COÖRDINATIE Een strategisch plan voor het ontwikkelen van een lokaal sociaal beleid heeft een integraal karakter. Het politieke bestuur bepaalt de algemene beleidslijnen en neemt de uiteindelijke beslissing. Strategische planning kan maar slagen als ook de medewerkers van gemeente en OCMW, die rechtstreeks in contact komen met de burger, het proces ondersteunen en mee willen uitdragen. Daarnaast is het belangrijk dat de lokale actoren ook de nodige inbreng hebben. Volgens het decreet zijn de lokale actoren alle overheden en particuliere organisaties die lokaal acties opzetten ten behoeve van burgers van wie de sociale grondrechten in het gedrag komen.
GEMEENTE
Beleidsbepalend
Î Participatie Î Î
OCMW
Projectgroep LSB
Î
BeleidsÎ voorbereidend
Overlegcomité gemeente & OCMW
Schepen sociale zaken & OCMW-Voorzitter secretarissen gemeente & OCMW clusterverantwoordelijken
Cluster sociaal grondrecht
Cluster sociaal grondrecht
Cluster sociaal grondrecht
Cluster sociaal grondrecht
ambtenaren gemeente & OCMW
ambtenaren gemeente & OCMW
ambtenaren gemeente & OCMW
ambtenaren gemeente & OCMW
lokale actoren
lokale actoren
lokale actoren
lokale actoren
adviesraden
adviesraden
adviesraden
adviesraden
3
1.
OVERLEGCOMITÉ GEMEENTE & OCMW
Leden:
- Burgemeester - Gemeentesecretaris - Schepenen (2)
- OCMW-Voorzitter - OCMW-secretaris - OCMW-raadsleden (2)
Doelstelling in het kader van lokaal sociaal beleid: -
beleidsbepaling m.b.t. het lokaal sociaal beleid communiceren van het lokaal sociaal beleid naar het eigen bestuur engagementen aangaan inz. de financiële middelen voor de projectgroep aanstellen van een consultant als coach voor de projectgroep LSB en de clustergroepen, als verantwoordelijke voor de opmaak van de omgevingsanalyse en voor het redactioneel werk
2.
PROJECTGROEP LOKAAL SOCIAAL BELEID (LSB)
Leden: -
Schepen van sociale zaken Gemeentesecretaris Clusterverantwoordelijken Consultant
- OCMW-Voorzitter - OCMW-secretaris
Doelstelling:
- coördineren van de strategische planning (procesbewaking) - tijdskader van het planningsproces bepalen (deadlines, tussentijdse verslagen) - verantwoordelijkheden binnen de projectgroep bepalen, met oog voor een evenwichtige taakverdeling - bespreking van de analyses en doelstellingen die vanuit de clustergroepen voorbereid worden - feedback geven aan de clustergroepen
3.
CLUSTERGROEPEN (THEMAWERKGROEP ROND EEN SOCIAAL GRONDRECHT)
Leden: -
ambtenaren van gemeente en OCMW lokale actoren vertegenwoordigers van gemeentelijke adviesraden consultant
Doelstelling:
aanvulling en bespreking van de diensten/doelgroepenmatrix opmaak en bespreking van de omgevingsanalyse doelstellingen formuleren (SMART-principe) en resultaatsindicatoren bepalen actieplannen opstellen om het hulpverleningsaanbod te kaderen in de éénloketfunctie van het sociaal huis - terugkoppeling naar projectgroep LSB
-
4.
COACHING & REDACTIE
De coaching van de projectgroep en de clustergroepen gebeurt door een consultant. Deze is tevens verantwoordelijk voor het opmaken van de omgevingsanalyse en voor het redactioneel werk. De consultant wordt aangesteld door het overlegcomité gemeente en OCMW. 4
5.
TIJDSCHEMA
ONDERWERP Planningsstructuur
UITVOERDER
DEADLINE
Samenstelling Projectgroep LSB Samenstelling clustergroepen en clusterverantwoordelijken bepalen Aanstelling consultant
Lokale besturen Lokale besturen
OK OK
Overlegcomité
OK
Projectgroep LSB
OK
Clustergroepen en consultant Consultant
26-10-2006 November 2006
Clustergroepen en consultant
19-12-2006 20-12-2006
Clustergroepen en consultant Projectgroep LSB en consultant Clustergroepen en consultant Projectgroep LSB en consultant Consultant
Februari 2007
September 2007
Consultant
Oktober 2007
Projectgroep LSB
November 2007
Projectgroep LSB Overlegcomité OCMW-Raad Gemeenteraad
November 2007 November 2007 December 2007 December 2007
Participatie Kaderafspraken (begripsbepaling lokaal sociaal beleid, doel, werkwijze, basisvisie lokaal sociaal beleid…) communiceren naar clustergroepen (ambtenaren, lokale actoren en adviesraden) en bevolking
Omgevingsanalyse Startvergadering, omgevingsanalyse, samenstelling clusters, timing Omgevingsanalyse opmaken a.d.h.v. de analyses van de clustergroepen (redactie) Sterkte – zwakte analyse bespreken
Doelstellingen Doelstellingen opmaken a.d.h.v. de resultaten van de omgevingsanalyse Bespreking van de doelstellingen (tussentijdse evaluatie en feedback) Doelstellingen verfijnen (strategisch – tactisch – operationeel) en resultaatindicatoren bepalen Bespreking van de doelstellingen (tussentijdse evaluatie en feedback) Actieplan opmaken a.d.h.v. de doelstellingen van de clustergroepen (redactie)
Maart 2007 Juni 2007 Juli 2007
Redactioneel werk Verwerking van alle gegevensbronnen en actieplannen tot een gestructureerd lokaal sociaal beleidsplan
Participatie Toekomstvisie en geplande acties (doelstellingen) communiceren naar alle clustergroepen (ambtenaren, lokale actoren en adviesraden) en naar de bevolking
Goedkeuring Goedkeuring Goedkeuring Goedkeuring Goedkeuring
lokaal lokaal lokaal lokaal
sociaal sociaal sociaal sociaal
beleidsplan beleidsplan beleidsplan beleidsplan
5
SOCIAAL HUIS De oprichting van een sociaal huis in Kampenhout zal voor de burger het meest zichtbare resultaat worden van het decreet. Het sociaal huis is geen fysisch gebouw, maar dekt een begrip dat de volgende taken inhoudt: informeren, doorverwijzen en hulp verlenen. Het omvat een loketfunctie: één loket waar men terecht kan voor informatie over alle diensten aangeboden in de gemeente. Er is ook een doorverwijsfunctie die als doel heeft het tot stand brengen van een ruime samenwerking met de lokale actoren. Om de éénloketfunctie optimaal te kunnen ontwikkelen, zijn een aantal voorwaarden noodzakelijk. Bij de uitwerking van het lokaal sociaal beleidsplan is het de bedoeling dat de clustergroepen bij de opmaak van hun doelstellingen en actieplannen rekening houden met deze drie voorwaarden.
1.
GESTRUCTUREERD HULPVERLENINGSAANBOD
In ons sociale landschap zijn een aantal partners (lokale actoren) actief. Op zich is dit een troef: vele medespelers betekenen immers een groot en verscheiden aanbod, verschillende en soms verrassende en vernieuwende invalshoeken. Deze rijkdom heeft echter ook een keerzijde: vaak ziet men door het bos de bomen niet meer, diensten en organisaties communiceren te weinig, stemmen hun werking te weinig op mekaar af... Dit gaat niet alleen ten koste van een efficiënte inzet van middelen, maar is vooral verwarrend voor inwoners, waarvoor dit aanbod uiteindelijk bedoeld is. Een duidelijker, logischer, overzichtelijker gestructureerd aanbod en een betere onderlinge afstemming van de eigen werkingen.
2.
OVERZICHTELIJK HULPVERLENINGSAANBOD VOOR HULPVERLENERS
Hulpverlening kan slechts effectief zijn wanneer hulpverleners een juist en (zo) volledig (mogelijk) beeld hebben van het bestaande aanbod. Alleen op die manier kan snel en correct doorverwezen worden naar de juiste instantie.
3.
GEKEND & BEREIKBAAR HULPVERLENINGSAANBOD VOOR DE BEVOLKING
Een sociaal aanbod heeft uiteraard alleen maar zin wanneer de burger het kent en er gebruik van maakt. In de praktijk merken we echter dat heel wat mensen niet op de hoogte zijn van wat er bestaat, of er – om welke reden dan ook – geen gebruik van maken. Een derde voorwaarde is daarom gericht op het bekend maken van het aanbod en het verlagen van drempels.
6
PARTICIPATIE VAN LOKALE ACTOREN & DOELGROEPEN Hier willen wij verduidelijken hoe wij de participatie vorm willen geven tijdens de planningsfase, de uitvoering en de evaluatie van het lokaal sociaal beleidsplan
1.
WAAROM PARTICIPEREN?
De belangrijkste motivatie om werk te maken van participatie is om te komen tot een lokaal sociaal beleid dat ook door de belangrijkste actoren gedragen wordt. Informatie en communicatie worden daarbij als een eerste cruciale opdracht beschouwd. Naast het creëren van een draagvlak, is ook het inventariseren van behoeften en tendensen, evenals het peilen naar de tevredenheid over de huidige dienst- en hulpverlening, een belangrijk element m.b.t. participatie.
2.
WIE PARTICIPEERT?
Ambtenaren van het gemeente- en OCMW-bestuur zijn bij het lokaal sociaal beleid betrokken omwille van hun functie. Zij maken deel uit van de clustergroepen rond een bepaal thema (sociaal grondrecht). Hun ervaring met hun dienst en met de burger die er beroep op doet, is onmisbaar tijdens de opmaak, uitvoering en evaluatie van het lokaal sociaal beleidsplan. Daarnaast zijn er de lokale actoren (alle overheden en particuliere organisaties die lokaal acties opzetten ten behoeve van burgers van wie de sociale grondrechten in het gedrang komen). In dit kader denken wij dan aan welzijnsorganisaties, verenigingen, vakbonden, mutualiteiten… De gemeentelijke adviesraden willen we ook graag laten participeren in de clustergroepen. Op deze manier hopen wij enkele specifieke doelgroepen te betrekken, niet rechtstreeks, maar wel via hun vertegenwoordigers in de adviesraden. De burgers worden vooral geïnformeerd. Participatie van burgers zien we vooral haalbaar m.b.t. zeer concrete thema’s in de fase van de uitvoering.
3.
COMMUNICATIE
Via de websites van gemeente en OCMW zal regelmatig beknopte, actuele en duidelijke informatie gegeven worden over de stand van zake m.b.t. de opmaak van het lokaal sociaal beleidplan. Participatie neemt een start bij het organiseren van een informatieve vergadering over lokaal sociaal beleid. Hierbij worden de personeelsleden en mandatarissen van het lokaal bestuur uitgenodigd, evenals de lokale actoren, de adviesraden en de bevolking. Tijdens deze vergadering wordt er informatie gegeven over het decreet,
7
rond de fundamentele doelstellingen, de uitdagingen, de werkwijze en de visie op lokaal sociaal beleid in Kampenhout. Eens het lokaal sociaal beleidsplan vorm heeft gekregen, wordt er een tweede informatieve vergadering georganiseerd voor dezelfde groep mensen. De toekomstvisie en de actieplannen worden dan uitgebreid toegelicht. Het lokaal sociaal beleidsplan wordt m.a.w. toegelicht.
4.
PARTICIPATIE IN DE PLANNINGSFASE
In de planningsfase is het de bedoeling om een actieve participatie te realiseren door middel van deelname aan een clustergroep (themawerkgroep op basis van een sociaal grondrecht). Personeelsleden, lokale actoren en de vertegenwoordigers vanuit de adviesraden geven in de omgevingsanalyse hun kijk op de dienstverlening. Met de hulp van een consultant maken zij o.a. een SWOT-analyse. Na een grondige studie van de resultaten van de omgevingsanalyse, geeft de clustergroep vorm aan de uitdagingen voor de toekomst. Samen met de consultant stellen zij een actieplan op met doelstellingen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Zij bepalen ook de resultaatindicatoren. Regelmatige feedback tussen de clustergroepen en de projectgroep LSB moet er voor zorgen dat we op dezelfde golflengte zitten.
5.
PARTICIPATIE IN DE UITVOERINGSFASE
Eens het lokaal sociaal beleidsplan af is, dient het gecommuniceerd te worden naar alle betrokken partijen. Daarna begint de echte uitdaging: de uitvoering. Tijdens de uitvoeringsfase is regelmatig overleg noodzakelijk. De leden van de clustergroepen blijven tijdens de uitvoeringsfase nauw contact houden met elkaar om: - een goede afstemming tussen de verschillende voorzieningen te bewaren; - de samenwerkingsafspraken uit te voeren; - gezamenlijke projecten te realiseren; - de actieplannen van het lokaal sociaal beleidsplan te realiseren.
6.
PARTICIPATIE IN DE EVALUATIEFASE
Bij de evaluatie en bijsturing van dit lokaal sociaal beleidsplan zullen de evoluties in de welzijnssector op de voet gevolgd worden zodat er adequaat kan op ingespeeld worden.
8
In de clustergroepen zal regelmatig een kritische analyse van de veranderende maatschappij worden georganiseerd en zal worden nagegaan welke rol de lokale overheid daarbij kan spelen. Jaarlijks zal een evaluatievergadering georganiseerd worden, waarop de uitvoering van het lokaal sociaal beleidsplan kritisch wordt bekeken en waar eventueel kan beslist worden om het plan aan te passen aan de actuele noden en behoeften van de bevolking.
9
SAMENWERKINGSAFSPRAKEN TUSSEN GEMEENTE & OCMW 1.
ENGAGEMENT VAN GEMEENTE EN OCMW
Gemeente en OCMW komen overeen een geïntegreerd lokaal sociaal beleid te voeren. Het lokaal sociaal beleid moet gedragen worden door de gemeente en het OCMW; beide besturen engageren zich om hieraan vorm te geven. Beide besturen streven wat het lokaal sociaal beleid betreft naar: - een inclusief beleid: op zoveel mogelijk terreinen werken aan welzijsaspecten - een integraal beleid: samenbrengen van zoveel mogelijk beleidsterreinen om problemen aan te pakken - een participatief beleid: een beleid dat zoveel mogelijk uitgebouwd wordt in samenspraak met de lokale actoren.
2.
SAMENWERKINGSPROTOCOL TUSSEN GEMEENTE EN OCMW
2.1
SAMEN AAN WELZIJN WERKEN
Gemeente en OCMW engageren zich om gezamenlijk na te denken over het lokaal welzijnsbeleid en om samen het lokale welzijnsbeleid vorm te geven. Beide besturen hebben wettelijke taken inzake welzijn. Door gezamenlijke afspraken te maken en samen te werken, worden overlappingen voorkomen, wordt afstemming gerealiseerd en wordt onderlinge concurrentie vermeden. OCMW en gemeente zullen de burger over de welzijnstaken duidelijk informeren via hun communicatiekanalen (websites, brochure…). Om de samenwerking concreet gestalte te geven, zal het Overlegcomité optimaal gebruikt worden. Beide besturen zullen zich inzetten voor een efficiënte werking van het Overlegcomité. Het gemeentebestuur erkent de coördinatietaak van het OCMW in het lokaal sociaal beleid. Het OCMW erkent dat het realiseren van een geïntegreerd lokaal welzijnsbeleid enkel lukt wanneer het gemeentebestuur in de gemeentelijke beleidsdomeinen de welzijnseffecten verrekent. Het gemeentebestuur engageert zich om in alle andere gemeentelijke beleidsdomeinen rekening te houden met de welzijnsaspecten en -effecten. 2.2
TAAKVERDELING
Gemeente en OCMW nemen elk specifieke welzijnstaken op zich. De taken zijn complementair aan elkaar en worden in een overeenkomst duidelijk afgebakend. Op het Overlegcomité wordt het globale welzijnsbeleid uitgetekend en bewaakt. Het OCMW is het loket waar de burger voor welzijnsmateries terecht kan, dit wordt duidelijk gemaakt aan de burgers. De éénloketfunctie in de gemeente Kampenhout zal plaatsvinden in de gebouwen van het OCMW te Kampenhout. Hier kunnen de inwoners met al hun vragen terecht, ze worden doorverwezen, geïnformeerd en geholpen. 10