Stuurgroep Getijdencentrale Brouwersdam 30 januari 2014 18.00 – 20.00 uur Bestuurscentrum Het Rondeel Middelharnis
Aanwezig Han Weber (vz), Hans Kleij, Wouter Groenen Donné Slangen Ben de Reu Arend-Jan v.d. Vlugt Eric Caspers (vervangt Ad Verseput) Johan Jacobs, Ben Spiering, Sylva Helder (verslag)
Provincie Zuid Holland Ministerie van I en M Provincie Zeeland Gemeente Goeree-Overflakkee Gemeente Schouwen-Duiveland Rijkswaterstaat
Afwezig m.k. Ad Verseput
Gemeente Schouwen-Duiveland
Opening Han Weber opent de vergadering om 18.15 uur waarna eerst een korte voorstelronde van alle aanwezigen volgt. Terugblik Hans Kleij geeft aan de hand van een presentatie een korte terugblik over de start van het project Getijdencentrale Brouwersdam. De getijdencentrale maakt onderdeel uit van een groter geheel. Het is voor de stuurgroep leden vooral van belang dat zij straks richting de provinciale staten, de gemeenteraden en de Tweede Kamer goed kunnen uitleggen waar dit project om draait. De getijdencentrale kan in een bredere context genoemd worden, denk hierbij aan de as Rotterdam/Antwerpen. Er is bijvoorbeeld in het verleden veel over mobiliteit gesproken maar uiteindelijk werd er weinig daadwerkelijk georganiseerd. Tevens is er een grote behoefte aan meer groen in de regio, er moeten nog meer woningen gebouwd worden maar hoe ga je zorgvuldig met je ruimte om? Een ander spoor is bijvoorbeeld de wateropgave. De deltawerken zijn gebouwd maar we gaan nu de neveneffecten van deze werken zien. Er liggen mooie mogelijkheden als het gaat om natuur en recreatie. Maar er spelen ook verschillende vragen, bijvoorbeeld hoe zit het met de waterkwaliteit in het gebied en hoe ga je om met de gebiedsontwikkeling? Kortom: wat is de meerwaarde van een project als de getijdencentrale. De marktconsultatie is op een slimme en dynamische manier aangepakt en verloopt buitengewoon goed. We gaan nu plannen maken maar hoe kunnen we deze goed tot uitvoering brengen en wat is de rol van de stuurgroep. De markt is ‘eager’, de raming van dit soort grote werken is in het begin nogal variabel. Naar aanleiding van een MIRT verkenning is door betrokken partijen besloten om het project
Getijdencentrale Brouwersdam in gang te zetten. Om de waterkwaliteit in de Grevelingen flink te verbeteren moet het getij moet weer terugkomen. De noodzaak is groot! Hans Kleij doet hierbij een oproep aan de aanwezigen om mee te denken hoe de begroting sluitend te krijgen. De ambitie leeft bij alle betrokken partijen om de getijdencentrale Brouwersdam te realiseren. Er worden tijdens dit overleg nog geen harde knopen doorgehakt. Wel gaan we kijken naar cruciale momenten waarbij een goede voorbereiding van groot belang is. Is de aanpak van het projectbureau een juiste, geeft het de leden van de stuurgroep vertrouwen, dat is waar we het vanavond over willen gaan hebben. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan het projectplan, deelplannen zijn in ontwikkeling. Er worden 4 sporen gehanteerd, te weten: - marktbenadering - governance - maatschappelijke verankering - kennis Kennis is de leverancier van de andere 3 sporen. Resultaten 2013 Als we naar de resultaten kijken die tot nu toe zijn behaald dan kunnen de volgende zaken worden genoemd: - articulatie van de maatschappelijke waarde; - de markt is inmiddels aangehaakt; - er is een verbinding met lokale ondernemers; - de kennisbasis is versterkt en; - de energie-exploitatiemodellen zijn verkend. Voortschrijdend inzicht Waar staan we op dit moment. Het beeld is niet onverdeeld positief. We zijn begonnen met een raming van 450 miljoen wat later door het ECKB is opgetrokken naar 650 miljoen. Er loopt op dit moment nog een discussie met het ECKB over de aannames en de kerngetallen. Uit de marktconsultatie kwam naar voren dat de markt behoefte had aan meer ruimte om ook andere technieken toe te kunnen passen, eventueel ook op andere locaties in de Brouwersdam en rondom de Grevelingen. Men gaf aan dat met toepassing van andere technieken dezelfde resultaten behaald zouden kunnen worden tegen significant lagere kosten. Er is minder naar de exploitatiehoek gekeken. Het gebruik van andere technieken zou kunnen leiden tot kleinere ingrepen in de civiele structuur. Het zit hem in de technieken, de stromingstechnieken maar ook op de ‘harde’ civiele kosten (vooral dat laatste verwacht men dat dat naar beneden gehaald kan worden door goed te kijken hoe en waar gebouwd kan worden). Er zijn meerdere mogelijkheden om de doorstroming (op meerdere plaatsen) te realiseren. Om te bezien wat de verschillende ideeën voor gevolgen hebben op de omgeving, de waterkwaliteit e.d. wordt het innovatieve 3Di model van Deltares gebruikt. Dit model biedt
2
direct interactiemogelijkheden. Het rekent bij het toepassen van een bepaald idee meteen de effecten op het watersysteem uit. Vervolgens worden de oplossingen samen met het ECKB door een ‘lifecycle cost’ model gehaald. De markt heeft aangegeven aan de ene kant van deze business case een voordeel te kunnen realiseren als de scope iets flexibeler kan. Om dit vervolgens dekkend te krijgen valt bijvoorbeeld te denken aan opbrengsten uit energie. Overigens zijn die door de Rebel Group wel iets naar beneden bijgesteld. De energiemarkt is een lastige markt. De getijdencentrale gaat veel bijdragen aan levering van energie, waterkwaliteit en -veiligheid. Zonder publieke bijdrage wordt dit echter een bijzonder lastige business case. Downsizen kan bijvoorbeeld ook door de bouw van de centrale te faseren. Toch is het een risicovol traject, de getijdencentrale Brouwersdam is de eerste laag verval getijdencentrale ter wereld. De mogelijkheden zullen moeten voortkomen uit de Joint Fact Finding (JFF). Hier zal de stuurgroep natuurlijk ook zijn bevindingen over moeten uitspreken. Hans Kleij geeft aan te twijfelen of het goed is om nu al aan te geven om wellicht eerst in kleinere stappen te gaan werken. Han Weber spreekt daarna uit dat de stuurgroep in eerste instantie wil kijken naar het realiseren van de volledige ambitie, het in een keer aanpakken van de getijdencentrale. Aanpak 2014 Ben Spiering legt daarna de aanpak van het projectteam uit aan de hand van de planning. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat we begin april een beeld hebben van het perspectief op de financiering van het gehele project. Uit de JFF zullen verschillende oplossingen naar voren komen waarmee we mogelijk verschillende business cases krijgen die zicht op risicoprofielen zullen geven. Bij de keuzes die voorgelegd zijn is uitgegaan van de totale ambitie. Doe je het in één keer of gefaseerd. Hieruit zullen waarschijnlijk 3 of 4 business cases volgen. Werk in uitvoering Na april wordt de marktorganisatievorm verder uitgewerkt. De prioriteit wordt nu gelegd bij de haalbaarheid van de business case. De belangrijkste keuzes willen we graag snel aan de stuurgroep voorleggen, in ieder geval voor medio april, wanneer het bestuurlijk overleg plaatsvindt tussen de Zuidwestelijke Delta en de minister van I & M. Voorts wordt er gewerkt aan de aanpak van de maatschappelijke verankering en wordt er bekeken of dit project kan dienen als een impuls voor de kennis infrastructuur Dutch Delta Academy. Er wordt immers veel nieuwe kennis ontwikkeld. Exploitatie energie Wouter Groenen geeft een toelichting op het exploitatiemodel Energie. Er is al met enkele energieleveranciers gesproken tijdens de marktconsultatie, maar een exploitant heeft zich nog niet aangediend. Het is belangrijk om een bepaalde reality check te doen, berekeningen moeten immers ook door de markt herkend worden.
3
Er wordt nu gedacht aan 3 groepen van potentiële afnemers van deze energie, te weten: - de energie intensieve bedrijven (om een voorbeeld te noemen: Heineken staat positief tegenover het idee om deze energie toe te passen); - de energiecoöperatie van locale ondernemers en bewoners; - en wellicht kunnen overheden een goed voorbeeld geven aan bedrijven, de omgeving, door ook zelf getijdestroom af te nemen. Er zou nu gekeken kunnen worden naar de raamcontracten die we als overheden met de energieleveranciers hebben. Misschien kan eea de komende jaren dusdanig aangepast/bijgestuurd worden dat wij in 2020 ook daadwerkelijk met getijdestroom kunnen gaan werken. Het reduceren van deze risico’s zijn ook voor de financierders van belang. De ASN bank is erg enthousiast over het idee, participeert al in dit type projecten en wil graag verder met ons in gesprek. Bij de Europese Investeringsbank zijn ook gesprekken geweest, daar is gewezen op de ‘risk sharing finance facility’. Om risico te delen hebben de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank gezamenlijk deze faciliteit ingericht voor projectkosten oplopend naar 300 miljoen. De helft wordt dan als ‘soft loan’ verstrekt. Grote innovatieve projecten die door de omvang en het risico niet van de grond komen doordat commerciële banken niet willen of durven te investeren kunnen hier worden ondergebracht. Uit een gesprek met leden van de Europese Commissie is gebleken dat dit project als een van de 4 meest kansrijke projecten in Europa wordt gezien. De Europese connectie brengt een 'exportpotentieel EU' met zich mee en een MER die moet aantonen dat een doorlaat/centrale KRW- en Natura 2000-proof is. Er is een besef, gezien de lage stroomprijzen en het grote publieke/maatschappelijke belang, dat overheden ieder vanuit hun eigen sectorale belangen en draagkracht moeten bijdragen aan een nader te bepalen onrendabele top om een centrale mogelijk te maken (stapelen). De provincie Zuid Holland zal vanuit de rol van initiatiefnemer van dit project ronde(n) gaan maken langs de verschillende overheden om tot een invulling te komen. Bestuursovereenkomst In de bestuursovereenkomst zullen enkele zaken goed beschreven moeten worden. Hierbij valt te denken aan: - de aanleiding / probleemdefinitie; - oplossingsrichting; - publieke belangen, investeringsvoorwaarden en kritische succesfactoren; - de gezamenlijke missie, visie en strategie; - een duidelijke beschrijving van rollen, taken en verantwoordelijkheden; Een duidelijke bestuursovereenkomst zal uiteindelijk moeten leiden tot het maken van afspraken over de volgende fase, de plan fase. Scope Ben Spiering vervolgt hierna met een toelichting op de scope optimalisatie, de fasering. Welke varianten van de business case kunnen we in april verwachten? - De referentievariant, een doorlaat/centrale aan de noordkant van de Brouwersdam; - een variant voortkomend uit de JFF, bijvoorbeeld 3 of 4 kleinere doorlaten rondom de Grevelingen;
4
-
of blijkt eea niet haalbaar en moeten we overgaan op een ander plan, de ‘terugval’ variant. Bij al deze varianten kunnen we de vraag stellen; realiseren we het in één keer of toch gefaseerd? Er moet een perspectief komen op financiering van één van die varianten om uiteindelijk de volgende fase in 2015 in te kunnen gaan. De kosten zullen nog berekend moeten worden. De 1,4 miljoen die nu beschikbaar is, is voldoende om de kosten die in 2014 gemaakt worden, te dekken. Maar wanneer we de volgende fase in gaan dan moet er o.a. gedacht worden aan plan- en voorbereidingskosten, waarbij de hoogte van deze kosten afhankelijk is van de variant waar voor wordt gekozen. Idealiter worden deze kosten (deels) gedragen door een private exploitant. De markt zal echter het totale risico niet kunnen dragen. Donné Slangen denkt dat het belangrijk is dat we toch alvast een exploitant bereid zien te vinden om mee te gaan in het traject. Ben Spiering geeft hierop aan dat het voor energie exploitanten nu nog een te onzekere fase is om te kunnen aangeven of men wil participeren in dit project. Dit gegeven is uit de gesprekken met diverse exploitanten naar voren gekomen. Men wil meer helderheid over de publieke rol. De ‘call of expression of interest’ zal later dit jaar wel moeten leiden tot houdbare varianten zodat een energie exploitant interesse krijgt om mee te gaan in het traject, om ook de haalbaarheid van dit project verder te versterken. Hans Kleij onderstreept het belang van een of meer partijen die ook verder durven te gaan op eigen rekening en risico. Besluiten stuurgroep - De stuurgroep gaat akkoord met de geschetste aanpak en de jaarplanning. Aandachtspunten bij de aanpak zijn de exploitatie van energie, de contouren van de bestuursovereenkomst en de scope optimalisatie, fasering. - Er moet gekeken worden naar goede financieringsmogelijkheden. Het vinden van een energie exploitant blijft nu nog wel even de kritische succesfactor. Ben Spiering noemt hierbij nog een mogelijkheid om internationaal te gaan kijken naar een financierder / exploitant. De stuurgroep reageert hier zeer positief op en geeft ook aan dat die mogelijkheden zeker onderzocht moeten worden. - De stuurgroep geeft aan de voorkeur te hebben voor één grote doorlaat/centrale op de noordlocatie. Geografische spreiding van meerdere kleinere doorlaten/centrales, fasering en/of downsizen kunnen in het kader van de JFF worden verkend op haalbaarheid. De verleidelijkheid van het project moet in de voorstellen zitten. Geconcludeerd kan worden dat dit project in ieder geval een groot maatschappelijk draagvlak heeft. - Deelname door EZ wordt overgelaten aan Donné Slangen, de stuurgroep denkt aan deelname van de regio ambassadeur EZ, die ook al deelneemt aan stuurgroep Zuidwestelijke Delta. - De globale indicatie van de kosten voor de plan/MER-fase (10-40 miljoen afhankelijk van scope) gaat over verschillende jaren (2015, 2016 en mogelijk 2017). De strategie is om dat zoveel mogelijk door de markt te laten dragen. Mogelijk zijn er ook andere strategieën om de kosten te verlagen. Een en ander zal na 2 april uitgezocht moeten gaan worden, mede afhankelijk van de keuze voor varianten BC’s.
5
Rol en opstelling SG leden Han Weber heeft eerder tijdens de vergadering uitgesproken dat hij blij is met het feit dat een ieder zich durft uit te spreken en benadrukt ook het belang van deze eerlijke en open opstelling. Hij ziet graag dat de stuurgroep leden zich naar buiten toe zullen opstellen als ambassadeur van dit project. Hier wordt door een ieder mee ingestemd. Sluiting Han Weber dankt een ieder voor zijn komst en sluit om 19.55 uur de vergadering. Het volgende stuurgroep overleg vindt plaats op 2 april te Middelharnis.
***
Agendapunt voor het volgende stuurgroep overleg - Energie exploitant
6