Studiereis referendum over toekomst Schotland Rapportage voor OSF
Reduzum/Fryslân, 8 december 2014
1
Inhoud
pagina
Samenvatting
3
Opzet onderzoek en verantwoording
4
Onderzoek
5
Uitkomsten van het onderzoek (n.a.v. probleemstelling)
6
Presentatie
9
Tekst Straatinterviews
Bijlage 1
Artikel: ‘Ook Friesland kan zelfstandig worden’
bijlage 2
Financiële verantwoording
Bijlage 3
2
Samenvatting Van 17 tot en met 20 september 2014 is een 17-koppige delegatie van de FNP op bezoek geweest in de politieke hoofdstad van Schotland, Edinburgh. Doel van het bezoek was het onderzoeken van het referendumproces, welke lering hieruit kon worden getrokken voor Fryslân en andere regio’s in Nederland en Europa en welke sterke en zwakke punten konden worden geanalyseerd. Vooraf hebben de deelnemers tientallen artikelen gelezen over de (politieke) situatie in Schotland, de aanleiding voor het referendum en de argumenten van voor- en tegenstanders van onafhankelijkheid (de vraag waar het referendum om draaide). Op deze wijze is vooraf op basis van publicaties informatie verzameld. Op de dag van het referendum zelf zijn in de publieke ruimte, voor de stembureaus, 168 mensen geïnterviewd door de deelnemers aan de studiereis. Hiervan zeiden 92 ‘ja’ gestemd te hebben op de vraag naar een onafhankelijke staat, 55 nee en 11 personen gaven aan hun mening niet prijs te willen geven. Daarnaast is ingegaan op het proces zelf, faal- en succesfactoren en achterliggende argumenten. Op basis van een studie vooraf kon worden geconcludeerd dat de referendum (kies)commissie die door de Schotse regering was aangesteld, de zaak perfect had georganiseerd. Tot in detail waren zaken als beveiliging, verloop op de dag zelf en voorbereiding en bekendmaking uitslag georganiseerd. Er kan dan ook zonder meer gesteld worden dat het referendum als democratisch instrument zeer goed heeft gefunctioneerd met een zeer hoge opkomst (85%). Ook het recht op zelfbeschikking van Schotten en andere volkeren om te besluiten over hun eigen toekomst werd alom erkend. Het leek er ook op dat de inhoudelijke informatie over de pro’s en contra’s van het referendum adequaat waren bekend gemaakt, denk aan de white paper van de Schotse regering en de mogelijkheden voor beide kampen om campagne te voeren. Toch bleek op de dag zelf dat veel kiezers onvoldoende informatie hadden gekregen en de consequenties van bijvoorbeeld een ‘ja’ stem onvoldoende konden doorzien. Tijdens de straatinterviews werd dit zeer vaak aangehaald. Dit zal er ongetwijfeld mede toe hebben geleid dat een meerderheid van 55% ‘no’ heeft gestemd en een minderheid van 45% ‘yes’. Conclusie voor Schotland zelf is dat hoewel één en ander heel goed bestuurlijk en juridisch was voorbereid, de ‘faalfactor’ met name de informatievoorziening was over de consequenties van de keuzes. Hier dient absolute helderheid over te zijn. Ten aanzien van de (on-)mogelijkheden in Fryslân of Nederland zelf van een dergelijke volksraadpleging (referendum) stond in de Leeuwarder courant van 16 september 2014 een zeer lezenswaardig artikel. In het artikel beweert Gerhard Hoogers van de RijksUniversiteit Groningen dat Fryslân via een referendum en een daaropvolgend democratisch proces politieke zelfstandigheid kan verwerven. De provincie Fryslân heeft al een referendumverordening en de Nederlandse grondwet heeft niet vastgelegd uit welke gebieden Nederland bestaat. Conclusie voor Fryslân/Nederland is dat een referendum op zich een uitstekend democratisch middel kan zijn om de bevolking te betrekken bij en een uitspraak te laten doen over de toekomst van een gebied, mits de informatie vooraf geen enkele twijfel laat over de consequenties van de te maken keuze.
3
Opzet onderzoek en verantwoording De bedoeling van de studiereis was een onderzoek naar de correlatie tussen de uitslag van het referendum (onafhankelijke variabele) en diverse juridische, bestuurlijke en politieke factoren (afhankelijke factoren). Hiertoe zijn allereerst (vooraf) data verzameld over referenda in het algemeen en publicaties over het referendum van Schotland in het bijzonder. Verder kreeg elke deelnemer aan de studiereis de expliciete opdracht om een twintigtal interviews af te nemen in de publieke ruimte om zo een antwoord te krijgen op de deelvragen. Zo is op grond van onderzoek van Canadees politiek wetenschapper Jean Laponce duidelijk geworden dat referenda over onafhankelijkheid over het algemeen succesvol verlopen (42 van de 46 referenda hierover sinds 1905 hebben geresulteerd in een onafhankelijke staat). Verder zijn de deelnemers vooraf tientallen artikelen gezonden over de (politieke) situatie in Schotland, de aanleiding voor het referendum en de argumenten van voor- en tegenstanders van onafhankelijkheid (de vraag waar het referendum om draaide). Hierbij zijn met name Engelse en Schotse bronnen geraadpleegd, naast een aantal artikelen uit Vlaamse en Nederlandse kranten. Ook is de deelnemers een document toegezonden met als titel ‘Timing of the Count and Declaration of Result for the Scottish Independence Referendum’. Dit document van de Schotse kiescommissie gaf tot in detail aan hoe het proces van het referendum en en het tellen zou gaan verlopen. Op deze wijze is vooraf op basis van publicaties informatie verzameld. Op de dag van het referendum zelf zijn in de publieke ruimte, voor de stembureaus in Edinburgh, 168 mensen geïnterviewd door de deelnemers aan de studiereis. Hiervan zeiden 92 ‘ja’ gestemd te hebben op de vraag naar een onafhankelijke staat, 55 nee en 11 personen gaven aan hun mening niet prijs te willen geven. Daarnaast is ingegaan op het proces zelf, faal- en succesfactoren en achterliggende argumenten. Door deze interviews en waarneming ‘on the spot’ is niet alleen inhoudelijke informatie verkregen, maar is ook duidelijk geworden dat het proces zeer geordend en veilig is verlopen. Vooraf werd gewaarschuwd voor eventuele ongeregeldheden, maar door een systeem waarbij ooggetuigen van beide kampen in en rond de stembureaus ‘postten’ en er ook onaangekondigd politie-agenten langskwamen was de veiligheid en objectiviteit optimaal gewaarborgd. Op basis van een studie vooraf kon al worden geconcludeerd dat de referendum (kies)commissie die door de Schotse regering was aangesteld, de zaak perfect had georganiseerd. Tot in detail waren zaken als beveiliging, verloop op de dag zelf en voorbereiding en bekendmaking uitslag georganiseerd. Er kan dan ook zonder meer gesteld worden dat het referendum als democratisch instrument zeer goed heeft gefunctioneerd met een zeer hoge opkomst (85%). De uitslag van het referendum is door de Schotse regering vastgesteld op basis van de stemuitslag. Uiteindelijk heeft 55% ‘No’ gestemd en 45% ‘Yes’. Ten aanzien van de verantwoording van de studiereis is er vooraf een bericht geplaatst op de website van de FNP met als titel ‘FNP reis naar Schotland’: http://www.fnp.nl/? nederlands/europa/nieuws/51/ . Vanaf 15 september heeft dit artikel geleid tot een storm aan publiciteit, zowel in Friese als in de landelijke media, en zowel de kranten als radio, TV en internet. Ter plekke in Edinburgh is een radio-interview afgegeven aan BNR Nieuwsradio en de Volkskrant
4
heeft 3 dagen ‘meegelopen’. Er is zowel op radio 1,2, 3 als op televisie (Eén Vandaag, Vandaag de Dag, Omrop Fryslân) uitgebreid verslag gedaan. Omrop Fryslân radio heeft elke dag van de studiereis verslag uitgebracht door middel van interviews met de perswoordvoerder van de FNP. Vanaf 17 september heeft een deelneemster aan de studiereis een ‘dagboek’ bijgehouden op ItNijs (http://www.itnijs.nl/?s=skotl%C3%A2n), een veelgelezen Friese internetkrant. De samenvatting van de studiereis (zie pagina 3) is aangeboden aan de redactie van de OSF-website.
Onderzoek Er is onderzocht op basis van een reëel bestaand geval (niet hypothetisch), op basis van de daadwerkelijke uitvoering van het referendum en voorafgaand daaraan op basis van diverse publicaties over het proces. Bovendien was het referendum ter plekke te volgen, het was al geruime tijd bekend dat er een referendum zou worden gehouden en het krachtenveld was bekend. Aan de hand van de publicaties vooraf was al duidelijk geworden dat de uitkomst zeer spannend zou gaan worden. De opiniepeilingen voorspelden een nek aan nek race. Een heel sterk punt was zoals vermeld dus de organisatorische voorbereiding. Zoals aangegeven is het referendum zelf en de voorbereiding daarvan zonder noemenswaardige problemen verlopen. In de (Engelse) media werden wel enkele incidenten op familieniveau uitgelicht (hoogoplopende ruzies onderling) en werd zelfs voorspeld dat er rellen of ongeregeldheden zouden uitbreken, maar op de dag zelf en rond de uitslag was hier helemaal niets van te merken. Integendeel: de sfeer ter plekke op straat en in diverse gelegenheden als pubs en restaurants was fantastisch, de deelnemers aan de studiereis hebben het referendum echt beleefd als een ‘feest der democratie’. Nadien werd de uitslag ook door iedereen gerespecteerd, door zowel de voor- als tegenstanders. Juridisch gezien was het zo dat Schotland zowel volgens internationaal als volgens eigen (parlementair) recht volledig bevoegd was om een referendum uit te schrijven over de toekomst van de regio/het land. Sinds 1905 zijn over de hele wereld maar liefst 46 referenda uitgeschreven over onafhankelijkheid van landen. Zelfbeschikking van volkeren is één van de uitgangspunten van de Verenigde Naties. Bestuurlijk gezien was er een politieke meerderheid in het Schotse parlement voor een referendum, namelijk de SNP (Scottish National Party) en de Greens. Hierdoor kon de Schotse regering zelfstandig dit referendum uitschrijven. Politiek gezien waren er diverse ‘faalfactoren’ in het spel. Zo zijn één week voor het referendum de drie leiders van de grootste fracties in het Britse parlement (namelijk van de Conservatives, Labour en Liberal Democrats) naar Schotland afgereist. Ze hebben daarbij aan de bevolking van Schotland beloofd dat het land bij een ‘No’ veel meer bevoegdheden zou krijgen op wettelijk en fiscaal gebied. Verder zijn in de week voor het referendum diverse statements van banken naar buiten gekomen dat men het hoofdkantoor mogelijk zou willen verplaatsen bij een ‘yes’ van de Schotten voor onafhankelijkheid. Het was wel de vraag of Schotland als aparte staat zou worden erkend door andere landen. Met name Spanje was hier beducht voor in verband met eisen van de Catalanen en Basken in eigen land. Je zou kunnen zeggen dat er door de ‘buitenwacht’ bewust is geparticipeerd in het krachtenveld dat invloed probeerde uit te oefenen op het proces.
5
Tijdens de straatinterviews is ons gebleken dat een belangrijke faalfactor toch het gebrek aan informatie is geweest. Veel mensen waren in totale onwetendheid wat er zou gebeuren als de uitkomst een ‘ja’ voor onafhankelijkheid zou zijn geweest. De deelnemers aan de studiereis kregen veel respons op dit punt. Was het bijvoorbeeld in zo’n geval nodig om een paspoort te hebben om de ‘nieuwe grens’ met Engeland over te steken? Zou Schotland nog wel lid blijven van de EU? Zou Schotland de euro krijgen of toch het Britse pond mogen blijven gebruiken? Er was veel onzekerheid en dat heeft voor veel mensen de doorslag gegeven om ‘No’ te stemmen. Daarnaast is na afloop van het referendum een analyse uitgevoerd waaruit bleek dat tot de leeftijd van 55 jaar een redelijke meerderheid van 50 tot 60% van de stemmers ja had gestemd (dus in bijna alle leeftijdscategorieën) maar dat met name boven de 65 jaar massaal ‘No’ is gestemd (75% van de oudere stemmers). Dit zou er op kunnen duiden dat de mensen die ‘gesetteld’ zijn en ‘iets te verliezen’ kunnen hebben, meer geneigd zouden zijn om tegen verandering te stemmen. Dit werd nog bevestigd in de stemming per stemdistrict. In typische arbeiderssteden als Glasgow is met grote meerderheid ‘Yes’ gestemd, terwijl in de meer welgestelde plaatsen een ruime meerderheid tegen onafhankelijkheid stemde. Ten aanzien van de (on-)mogelijkheden in Fryslân of Nederland zelf van een dergelijke volksraadpleging (referendum) stond in de Leeuwarder Courant van 16 september 2014 een zeer lezenswaardig artikel (bijlage 2). In het artikel beweert Gerhard Hoogers van de RijksUniversiteit Groningen dat Fryslân via een referendum en een daaropvolgend democratisch proces politieke zelfstandigheid kan verwerven. De provincie Fryslân heeft al een referendumverordening en de Nederlandse grondwet heeft niet vastgelegd uit welke gebieden Nederland bestaat. Conclusie voor Fryslân/Nederland is dat een referendum op zich een uitstekend democratisch middel kan zijn om de bevolking te betrekken bij en een uitspraak te laten doen over de toekomst van een gebied, mits de informatie vooraf geen enkele twijfel laat over de consequenties van de te maken keuze.
Uitkomsten van het onderzoek (n.a.v. probleemstelling) Aan de hand van de geschetste probleemstelling volgen hieronder de uitkomsten van het onderzoek. Sterke en zwakke punten van het (referendum-)proces: De organisatie was zonder meer voortreffelijk te noemen. Het land was opgedeeld in 32 kiesdistricten, er waren uitgebreide draaiboeken gemaakt ten aanzien van telling en presentatie van de stemming, de beveiliging en objectiviteit was gewaarborgd en de argumenten voor een onafhankelijk Schotland waren door de regering in een dik boekwerk van 670 pagina’s (White paper) gepubliceerd. De datum van het referendum was zeer ruim van te voren bekend gemaakt (bijna 2 jaar van te voren, overeenkomst tussen First minister Salmond en David Cameron, http://nl.wikipedia.org/wiki/Referendum_over_de_onafhankelijkheid_van_Schotland). Ook de vraagstelling van het referendum was zeer duidelijk: op 9 november 2012 werd door de Schotse regering de vraag geformuleerd: " Moet Schotland een onafhankelijk land zijn?". Uiteraard zijn er ook een aantal zwakke punten te noemen en dat is met name dat de bevolking kennelijk toch onvoldoende informatie heeft gehad over voor hen wezenlijke zaken. Door een bezoek aan 8 stembureaus en interviews met 168 kiezers hebben de deelnemers aan de studiereis ter plekke 6
vernomen dat een veelgehoord argument was dat er veel onzekerheid was over de gevolgen van de uitslag op een voor de bevolking aantal elementaire zaken. De Schotse regering heeft in onze ogen toch niet goed genoeg duidelijk kunnen maken wat de voordelen zouden zijn van een onafhankelijk Schotland en/of onzekerheden kunnen wegnemen. Juridische, bestuurlijke en politieke faal- en succesfactoren die invloed hebben op de uitslag Juridisch gezien was het zo dat Schotland zowel volgens internationaal als volgens eigen (parlementair) recht volledig bevoegd was om een referendum uit te schrijven over de toekomst van de regio/het land. Sinds 1905 zijn over de hele wereld maar liefst 46 referenda uitgeschreven over onafhankelijkheid van landen. Zelfbeschikking van volkeren is één van de uitgangspunten van de Verenigde Naties. Juridisch was één en ander in Schots/Brits verband ook goed geregeld. Al op 15 oktober 2012 werd een overeenkomst getekend tussen de premier van Schotland (Alex Salmond) en de premier van het Verenigd Koninkrijk (David Cameron) voor zo'n referendum in de herfst van 2014. Verder nam op 16 januari 2013 het Britse Hogerhuis unaniem een wet aan die wettelijke bevoegdheden afstaat aan het Schots Parlement om het referendum te kunnen houden. Dit was nodig omdat uittreding van een van de landen raakt aan het constitutionele wezen van het Verenigd Koninkrijk, waar normaal gesproken het Britse parlement zeggenschap over heeft. [1] Met deze overdracht werd de weg vrijgemaakt voor de Scottish Independence Referendum (Franchise) Bill (Wet op het Schotse onafhankelijkheidsreferendum). Bestuurlijk gezien was er een politieke meerderheid in het Schotse parlement voor een referendum, namelijk de SNP (Scottish National Party) en de Greens. Hierdoor kon de Schotse regering zelfstandig dit referendum uitschrijven. Politiek gezien waren er diverse ‘faalfactoren’ in het spel. Zo zijn één week voor het referendum de drie leiders van de grootste fracties in het Britse parlement (namelijk van de Conservatives, Labour en Liberal Democrats) naar Schotland afgereist. Ze hebben daarbij aan de bevolking van Schotland beloofd dat het land bij een ‘No’ veel meer bevoegdheden zou krijgen op wettelijk en fiscaal gebied. Verder zijn in de week voor het referendum diverse statements van banken naar buiten gekomen dat men het hoofdkantoor mogelijk zou willen verplaatsen bij een ‘yes’ van de Schotten voor onafhankelijkheid. Het was wel de vraag of Schotland als aparte staat zou worden erkend door andere landen. Met name Spanje was hier beducht voor in verband met eisen van de Catalanen en Basken in eigen land. Je zou kunnen zeggen dat er door de ‘buitenwacht’ bewust is geparticipeerd in het krachtenveld dat invloed probeerde uit te oefenen op het proces. Tijdens de straatinterviews is ons gebleken dat een belangrijke faalfactor toch het gebrek aan informatie is geweest. Veel mensen waren in totale onwetendheid wat er zou gebeuren als de uitkomst een ‘ja’ voor onafhankelijkheid zou zijn geweest. De deelnemers aan de studiereis kregen veel respons op dit punt. Was het in zo’n geval nodig om een paspoort te hebben om de ‘nieuwe grens’ met Engeland over te steken? Zou Schotland nog wel lid blijven van de EU? Zou Schotland de euro krijgen of toch het Britse pond mogen blijven gebruiken? Er was veel onzekerheid en dat heeft voor veel mensen de doorslag gegeven om ‘No’ te stemmen.
7
Daarnaast is na afloop van het referendum een analyse uitgevoerd waaruit bleek dat tot de leeftijd van 55 jaar een redelijke meerderheid van 50 tot 60% van de stemmers ja had gestemd (dus in bijna alle leeftijdscategorieën) maar dat met name boven de 65 jaar massaal ‘No’ is gestemd (75% van de oudere stemmers). Dit zou er op kunnen duiden dat de mensen die ‘gesetteld’ zijn en ‘iets te verliezen’ kunnen hebben, meer geneigd zouden zijn om tegen verandering te stemmen. Dit werd nog bevestigd in de stemming per stemdistrict. In typische arbeiderssteden als Glasgow is met grote meerderheid ‘Yes’ gestemd, terwijl in de meer welgestelde plaatsen een ruime meerderheid tegen onafhankelijkheid stemde. Verder is dichtbij de grens met Engeland veel meer ‘Nee’ gestemd dan in overige gebieden.
Wettelijke, bestuurlijke en politieke mogelijkheden in Nederland Ten aanzien van de (on-)mogelijkheden in Fryslân of Nederland zelf van een dergelijke volksraadpleging (referendum) stond in de Leeuwarder Courant van 16 september 2014 een zeer lezenswaardig artikel (bijlage 2). In het artikel beweert Gerhard Hoogers van de RijksUniversiteit Groningen dat Fryslân via een referendum en een daaropvolgend democratisch proces politieke zelfstandigheid kan verwerven. De provincie Fryslân heeft al een referendumverordening en de Nederlandse grondwet heeft niet vastgelegd uit welke gebieden Nederland bestaat. Conclusie voor Fryslân/Nederland is dat een referendum op zich een uitstekend democratisch middel kan zijn om de bevolking te betrekken bij en een uitspraak te laten doen over de toekomst van een gebied, mits de informatie vooraf geen enkele twijfel laat over de consequenties van de te maken keuze. Ten aanzien van de mogelijkheden om een land te worden binnen het Koninkrijk is er trouwens al sprake van precedentvorming. Immers, Aruba (in 1986) en Curacao en Sint Maarten (2006) hebben zelf al besloten om een ‘land’ te worden binnen het Koninkrijk der Nederlanden. In een verder verleden was sprake van het uittreden van Indonesië (1949) en Suriname (1975) uit het Koninkrijk. Bestuurlijk zal een Nederlandse provincie die streeft naar een andere of bijzondere positie binnen of buiten het Koninkrijk afhankelijk zijn van de politieke wil van de Nederlandse regering en Tweede/Eerste Kamer. Echter als een meerderheid van de bevolking in een bepaalde regio een andere politieke status wil en als dit bijvoorbeeld in een volledig democratisch referendum tot uiting is gebracht, zal men hier niet zomaar aan voorbij kunnen gaan. Het is wel de vraag hoe politieke partijen hier in een dergelijk, nu nog hypothetisch geval, mee om zouden gaan. Durven afdelingen van ‘Haagse’ partijen in de provincie een afwijkend geluid te laten horen? Politiek zullen er zich vast en zeker vergelijkbare processen afspelen als in Schotland. Er zullen, voorafgaand aan een eventueel referendum, door de politieke leiders van de Nederlandse partijen in de Tweede kamer beloftes worden gedaan aan de desbetreffende provincie/regio. Waarbij het de vraag is of ze (kunnen) worden nagekomen. Het hangt er ook van af hoe de politieke situatie in Fryslân of een andere provincie is op het moment van een dergelijke volksraadpleging. Zijn politieke partijen bereid de uitkomst te accepteren? Zitten er partijen in de provincie in de coalitie die zelf ook zelfbeschikking van volkeren/gebieden nastreven (net als in Schotland met de SNP)?
8
Conclusies en aanbevelingen voor Fryslân/Nederland Conclusies en aanbevelingen voor Fryslân/Nederland zijn dat referenda beslist een geëigend instrument kunnen zijn bij het nastreven naar een andere politieke situatie voor een bepaald gebied. Zowel in de situatie-Schotland als bij 46 andere referenda over onafhankelijkheid over de hele wereld is dit al gebleken. Vaak is de opkomst hoog en het onderwerp is belangrijk genoeg om de bevolking een uitspraak te laten ontlokken. Wettelijk gezien is er internationale jurisprudentie dat volken het recht hebben op zelfbeschikking en op provinciaal niveau hebben de meeste provincies intussen al een referendumverordening ingesteld. Dit betekent dat het instrumentarium aanwezig is voor het uitschrijven van referenda. Uiteraard moet een referendum over de toekomst van een regio gaan over een onderwerp dat leeft. Als te voorzien is dat er door een foutieve onderwerpkeuze een te lage opkomst zal volgen is het referendum gedoemd te mislukken. Van groot belang is wel een uitermate duidelijke vraagstelling waarbij elke twijfel wordt weggenomen. De communicatie over de consequenties van de keuzemogelijkheden bij een referendum moet ook perfect zijn. En men moet zich bewust zijn dat allerlei partijen/organisaties gaan interveniëren in het referendumproces met als doel om de publieke opinie te beïnvloeden.
Presentatie Vooraf heeft de FNP reeds een artikel op de website van de FNP gezet met als titel: ‘FNP reis naar Schotland’. Vanaf 15 september heeft dit artikel geleid tot een stormvloed aan publiciteit, zowel in Friese als in de landelijke media, en zowel de kranten als radio, TV en internet. Ter plekke in Edinburgh is een radio-interview afgegeven aan BNR Nieuwsradio en de Volkskrant heeft 3 dagen ‘meegelopen’. Er is zowel op radio 1,2, 3 als op televisie (Eén Vandaag, Vandaag de Dag) uitgebreid verslag gedaan. Omrop Fryslân radio heeft elke dag van de studiereis verslag uitgebracht door middel van interviews met de perswoordvoerder van de FNP. Vanaf 17 september heeft een deelneemster aan de studiereis een ‘dagboek’ bijgehouden op ItNijs (http://www.itnijs.nl/?s=skotl%C3%A2n), een veelgelezen Friese internetkrant. De samenvatting van de studiereis (zie pagina 3 van deze rapportage) is aangeboden aan de redactie van de OSF-website. Door via zoekmachines te zoeken op ‘Reis Schotland FNP’ zult u zien dat publiciteit over de studiereis bijna alle Friese en Nederlandse media heeft gehaald. Het rapport zelf over de studiereis leest u nu en is begin december 2014 aangeboden aan het Wetenschappelijk Bureau van de OSF.
9
Bijlage 1 Tekst Straatinterviews
Short interview on the Scottish referendum Hello, we are from Friesland and we are doing a little survey on the referendum proces. It’s fully anonymous. Is it ok that we ask you soms questions (just 6)?
- are you from Scotland? Yes-> next question. No -> thank you, no further questions, we are interviewing people from here. - did you vote for the referendum or do you intend to vote? No -> thank you, no further questions, we are only interviewing people who voted or intend to do; 1.
where do you live (city/village)?
2.
Man/woman?
3.
how old are you?
4.
what did you vote, yes or no?
5.
why did you vote for yes or no, what are the main arguments?
6.
Any other comments?
Thank you very much!
10
Bijlage 2 – artikel Leeuwarder Courant: ‘Ook Friesland kan zelfstandig worden’
11