Universitaire Pabo van Amsterdam
Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam E-mail:
[email protected] www.student.uva.nl/upva
Studiehandleiding Geschiedenis (studiegidsnr.: 70710102MY) Jaar 1 Semester 1, blok 2 Studiejaar 2013-2014 Coördinator en docent: Drs. Bart J.M. Gielen (
[email protected]/ 06 211 555 22)
Amsterdam, oktober 2013
Deelname onderwijs Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure in SIS. Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure www.student.uva.nl/upva. Deelname herkansing Als je wilt deelnemen aan de herkansing dien je je minimaal 8 dagen voor de herkansing aan te melden via Student Informatie Systeem (SIS). Aanmelden kan nadat de uitslagen van de eerste afsluitingsgelegenheid bekend zijn gemaakt. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan de herkansing op praktische gronden worden geweigerd, of kan het werk niet worden nagekeken en/of beoordeeld. Onderwijsbalie Voor vragen met betrekking tot de inschrijving in SIS, kun je contact opnemen met de onderwijsbalie van de Universitaire Pabo via
[email protected] of 020-5257616.
Inleiding Geschiedenis is voltooid verleden tijd. Iets wat tot het verleden behoort, komt nooit meer terug. Voor leerlingen, zeker in het basisonderwijs, is geschiedenis iets abstracts. Vandaar dat het verleden geconcretiseerd dient te worden, waarbij het uitgangspunt altijd de belevingswereld van het kind dient te zijn. Geschiedenis gaat immers over mensen: de mens – en menselijk handelen – staat dan ook centraal in het geschiedenisonderwijs. Zo biedt geschiedenis een verdiepende en onmisbare dimensie aan de hedendaagse werkelijkheid (van de leerling) en draagt het vak bij aan de verheldering van het bestaan in de vorm van identiteitsvorming. Het toepassen van verschillende didactisch verantwoorden beeldvormers in de geschiedenisles is dan ook essentieel. Een geschiedenisles op de basisschool moet zinvol, leerbaar en haalbaar zijn. Zinvol in de zin dat geschiedenis zin en betekenis moet hebben voor degenen die ermee aan de slag gaan. Het doel van geschiedenis moet voor de leerling duidelijk zijn. Met leerbaar wordt bedoeld dat leerlingen zich kunnen bekwamen en waarbij ze een structuur kunnen ontdekken in de geschiedenis. Haalbaar tenslotte richt zich op de belangstelling, aanleg en het niveau (mogelijkheden) van de leerlingen. Gebruikmaken van jaartallen voor leerlingen uit groep 4 en 5 zal weinig effect hebben. Geschiedenis als vak zal aan leerlingen de basis moeten bieden waarop historisch besef tot ontwikkeling kan komen. Dit, gekoppeld aan een brede historisch kennis omtrent de kenmerkende aspecten van de tien tijdvakken en de vensters van de Nederlandse canon, zal de rode draad zijn van de module geschiedenis
Leerdoelen
Kennis en inzicht: -
je hebt kennis van de kerndoelen die door het Ministerie van Onderwijs gesteld zijn voor het vak geschiedenis op de basisschool; je hebt kennis van de tien tijdvakken en de daarbij behorende kenmerkende aspecten welke voor het basisonderwijs gelden; je hebt kennis van de vijftig venster van de Nederlandse canon; je hebt kennis van de vakinhoudelijke uitgangspunten en vakinhoudelijke doelstellingen van het vak geschiedenis in het basisonderwijs; je hebt inzicht in historisch denken en redeneren en weet welke basisvaardigheden daarvoor nodig zijn; je hebt inzicht in de ontwikkeling van (historisch) tijdsbesef bij leerlingen in het basisonderwijs; je hebt kennis van de leer- en ontwikkelpsychologie van kinderen in het basisonderwijs en de gevolgtrekkingen hiervan voor het geschiedenisonderwijs; je hebt kennis en inzicht van de verschillende beeldvormers die ingezet kunnen worden in de geschiedenisles; je hebt kennis van de verschillende didactische mogelijkheden die er zijn om historische kennis en historisch bewustzijn bij kinderen in het basisschool te stimuleren en te bevorderen;
Toepassen kennis en inzicht: - je bent in staat om een zelfstandig een geschiedenisles te bedenken voor zowel de midden- als bovenbouw met als uitgangspunt, de tien tijdvakken en/of een van de vijftig vensters Nederlandse canon; - je kun historische kennis voor kinderen op het basisschool concretiseren door gebruik te maken van verschillende beeldvormers die te vinden zijn in het beeldvormingschema; - je kunt verschillende werkvormen, die historisch denken en redeneren bevorderen, ontwikkelen en inzetten en de theoretische gedachte daarachter uitleggen; - je bent in staat om differentiatie in leerstijlen toe te passen in je geschiedenisles; - je kunt verschillende didactische benaderingswijzen toepassen om vakbegrippen in relevante contexten en thema’s te verduidelijken met als doel kennisconstructie bij leerlingen te stimuleren; - je kunt taalonderwijs op een betekenisvolle manier verbinden met geschiedenisonderwijs en kunt dit illustreren aan de hand van lesvoorbeelden zoals historische verhalen vertellen; - je bent in staat om het onderwerp Holocaust, te behandelen in de bovenbouw.
Communicatie: -
-
je kan vakinhoudelijke uitgangspunten en vakinhoudelijke doelstellingen van het vak geschiedenis in het basisonderwijs noemen en verklaren; kan de ontwikkeling van tijdsbesef bij kinderen verwoorden; je bent in staat didactische werkvormen te onderbouwen en te evalueren aan de hand van relevante wetenschappelijke literatuur; Je bent in staat de door jou gekozen leeractiviteiten en de effecten daarvan te evalueren en basis daarvan handelen bij te stellen.
Oordelingsvermogen: - je bent in staat om op grond van het zelf doen van historisch bronnenonderzoek activiteiten te bedenken, waarmee je het historisch inzicht van kinderen kunt vergroten; - je in staat bent om onder meer activerende werkvormen te presenteren aan medestudenten.
Leervaardigheden: - Historische vaardigheden; - Onderzoeksvaardigheden; - Vertelvaardigheden, zoals het vertellen van een historisch verhaal; - Digitale vaardigheden, zoals het werken met filmpjes en internet in de les, waarbij de leerling wordt gestimuleerd hier actief mee om te gaan; - Het aanleren van onderzoekende vaardigheden ten aanzien van kinderen (stimuleren onderzoekende werkhouding). Literatuur • •
C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek (eerste druk, 2009/tweede druk, 2013) Verschillende artikelen welke op blackboard geplaatst zullen worden
Onderwijsvormen De module geschiedenis zal bestaan uit twee hoorcolleges en zeven practicumgroepen. Hoorcolleges: Tijdens de hoorcolleges, maar ook tijdens de practicumgroepen, wordt een theoretisch raamwerk geschapen met betrekking tot geschiedenis in het basisonderwijs. Naar voren komt: Hoorcollege (1) -
-
basisinzichten in het geschiedenisonderwijs (doel en functie van geschiedenis in het onderwijs) overzicht van de ontwikkeling van geschiedenisdidactiek en –onderwijs in Nederland (in vergelijking met buurlanden Engeland en Duitsland). de kerndoelen voor geschiedenisonderwijs voor basisschool leerlingen overzicht inhoud historische kennis voor basisschooldocenten (tien tijdvakken en Nederlandse canon)
Hoorcollege (2) -
-
het perspectief van de leerling: psychologie van kinderen in het basisonderwijs en de gevolgtrekkingen voor het geschiedenisonderwijs. Tijdsbesef bij leerlingen in het (basis)onderwijs
Zeven practicumgroepen Het streven is om de practicabijeenkomsten zoveel mogelijk aan te sluiten bij de praktijk van de leeren werkplek. Tijdens de practicumgroepen wordt gewerkt aan het ontwikkelen van duidelijk gestructureerde lessen vanuit de vakinhoud aan de hand van de volgende vragen: -
wat zijn de vakinhoudelijke uitgangspunten en vakinhoudelijke doelstellingen van het vak geschiedenis in het basisonderwijs?
-
-
-
-
-
wat zijn de vakdidactische principes en uitgangspunten voor het vak geschiedenis in het basisonderwijs, met als uitgangspunt: wat je moet onderwijzen, hoe je moet onderwijzen, wat en hoe je aan wie moet onderwijzen? welke verschillende werkvormen kun je inzetten met als doel het bevorderen van historisch denken en redeneren en was is de theoretische gedachte daarachter? hoe verloopt de ontwikkeling van tijdsbesef bij kinderen, en hoe kunnen aan de hand van passende werkvormen en het inzetten van tijdbalken de ontwikkeling van tijdsbesef bij leerlingen gestimuleerd worden. wat zijn verschillende didactische benaderingswijzen om vakbegrippen in relevante contexten en thema’s te verduidelijken met als doel kennisconstructie bij leerlingen te stimuleren. wat is de didactische rol en de kenmerken van een goed historische verhaal in het geschiedenisonderwijs en hoe vertel ik een dergelijk verhaal wat is een onderwijsleergesprek en hoe is deze te ontwerpen en uit te voeren, waarbij de leerlingen aan de hand van activerende vragen historische denk- en redeneerwijzen (historisch bewustzijn) worden aangeleerd.
Bijenkomsten Bijeenkomst
Onderwijsvorm
Voorbereiding
30 oktober 2013
Hoorcollege (2x)
30 oktober 2013
Hoorcollege 1) Introductie vak geschiedenis: nut en doelstellingen.
Practica (7x)
Literatuur hoorcollege 1: - C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek, p. 239 – 248 (2de druk: p. 227-239) - ‘Zinvol geschiedenisonderwijs’ in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek. p 15-37. Beschikbaar via blackboard.
1 november 2013 Practicum 1) Een goed begin van de les: de instap
- ‘Balans van de historische beeldvorming aan het einde van de basisschool’, in PPON-reeks nr. 27, p. 8-12. Beschikbar via blackboard. 1 november 2013 Literatuur practicum 1 -‘ De Instap’ in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek. p. 257 – 272. Beschikbaar via blackboard.
8 november 2013
8 november 2013
Practicum 2) Werken met beeldvormers: stilstaand beeld
Literatuur practicum 2: - C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek, p. 284-300 (2de druk: p. 282 – 298) - ‘Stilstaand beeld’, in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek, p. 127 – 154. Beschikbaar via blackboard
15 november 2013 15 november 2013
Literatuur practicum 3
Practicum 3) Werken met beeldvormers: het bewegende beeld
- ‘Bewegend beeld en geluid’ in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek, p. 181-196. Beschikbaar via blackboard
22 november 2013 22 november 2013 Literatuur hoorcollege 2 en practicum 4: Hoorcollege 2) ontwikkelingspsychologie en (historisch) tijdsbesf : gevolgen voor geschiedenisonderwijs
- C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek, p. 250- 267 (2de druk: p. 244 – 264)
Practicum 4) Differentiatie en leerstijlen
- 'Historisch denken over tijd. Onderzoek naar tijdsbewustzijn', in: Kleio, jrg. 52 nr 3, pag. 12-17 - ‘Differentiatie’, in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek, p. 93-97. Beschikbaar via blackboard
29november 2013 29 november 2013 Literatuur practicum 5: Practicum 5) Werken met beeldvormers: begrippen uitleggen.
‘Begrippen’, in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek, p. 53- 60; p. 290- 294. Beschikbaar via blackboard - Carla van Boxtel c.s., ‘Leer de vaktaal gebruiken. Taalgericht geschiedenisonderwijs helpt leerlingen de stof te begrijpen’, in: Kleio, mei 2010, p. 18-22. Beschikbaar via blackboard
6 december 2013 6 december 2013
Literatuur practicum 6:
Practicum 6) Werken met beeldvormers: verhalen vertellen
- C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek, p. 332 – 335 (2de druk: p. 330 – 333) - ‘Kenmerken van goede verhalen’, in: Wilschut, Van Straaten & Van Riessen (2004). Geschiedenisdidactiek, p. 159 – 175. Beschikbaar via blackboard
13 december 2013 13 december 2013 Practicum 7) Omgaan met Anne Frank en Holocaust
Literatuur practicum 7: - H. Kaldenbach, ‘Politieke tegenstellingen in de klas. Verstandig reageren in emotionele situaties’, in: Kleio, jrg. 44, nr. 4, p. 42-44
20 december 2013 20 december 2013
TENTAMEN
Afronding Voor het afronden van de module geschiedenis zal bestaan uit een schriftelijk tentamen in multiple choice vorm en heeft betrekking op: -
Basiskennis tien tijdvakken: C. van der Kooij, M de Groot-Reuvekamp, Geschiedenis en samenleving. Kennisbasis inhoud en didactiek, 25 t/m 235 (2de druk: p. 15 t/m 221) Vakdidactiek geschiedenis: alle artikelen en literatuur welke in de practica en hoorcolleges aan bod zijn gekomen.
Feedback Feedback op het gemaakte tentamen wordt op tweeërlei wijzen gegeven: o Individueel Studenten kunnen desgewenst het gemaakte tentamen inzien als zij zich van tevoren hebben ingetekend (een intekenlijst komt te hangen bij de coördinator, kamer G0.14). o Collectief in een responsiecollege Studenten dienen (uiterlijk drie dagen) van te voren hun vragen te mailen naar de coördinator. Deze vragen (alleen) worden besproken in het responsiecollege. Op practicumopdrachten wordt feedback gegeven door de practicumdocent. Mocht de eindopdracht als onvoldoende worden beoordeeld, dan dient aan de hand van de feedback een verbeterde versie te worden ingeleverd, die dan weer volgens de gebruikelijke criteria wordt beoordeeld. Evaluatie van het onderwijs Docenten en de Universitaire Pabo hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een
panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen. Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat. Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand over-neemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tenta-men- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook Serviceplein voor studenten, Fraude- en plagiaatregeling, http://www.student.uva.nl/fraudeplagiaat/voorkomen.cfm, en OER bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, artikel 5.14. Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie UPvA met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure.