Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen College of Child Development and Education Graduate School of Child Development and Education Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ Amsterdam
[email protected]
Studiehandleiding Gespreksvaardigheden (70120255DP) Schakelprogramma Cursusjaar: 2012-2013 Semester: 1 (blok 3)
Coördinator/contactdocent: Marita van Langen (
[email protected], 020 – 5251358) Maartje Wijnekus Amsterdam, juli 2012 1
1. Deelname aan het onderwijs en tentamen Deelname onderwijs/tentamen Om deel te kunnen nemen aan het onderwijs en/of eerste afsluitingsgelegenheid (tentamen) in deze module moet je je binnen de voorgeschreven periode aanmelden conform de door de onderwijsbureau voorgeschreven procedure. Bij niet-tijdige aanmelding en/of onjuiste inschrijving kan deelname aan het onderwijs/tentamen op praktische gronden worden geweigerd. Zie voor de aanmeldingsprocedure www.student.uva.nl/pw of /owk. Deelname herkansing Als je wilt deelnemen aan de herkansing dien je je minimaal 8 dagen voor de herkansing aan te melden via Student Self Service (SIS). Aanmelden kan nadat de uitslagen van de eerste afsluitingsgelegenheid bekend zijn gemaakt. Indien de aanmelding niet of niet tijdig heeft plaatsgevonden, kan deelname aan de herkansing op praktische gronden worden geweigerd, of kan het werk niet worden nagekeken en/of beoordeeld. 2. Inleiding
Het Practicum gespreksvaardigheden’ (code 70120255DP) is een verplicht onderdeel van het schakelprogramma. In deze module worden basale gespreksvaardigheden aangeleerd die van belang zijn in de eerste probleemverhelderende fase van een hulpverleningsgesprek, dat zowel informatiegericht als vraagstelling-dialogisch gericht is. Er zal aandacht zijn voor technieken en vaardigheden die van belang zijn bij zowel gesprekken met volwassenen als gesprekken met kinderen en pubers. De vaardigheden die in deze module aan de orde komen, komen in belangrijke mate overeen met de vaardigheden van pedagogen die geschoold zijn op HBO-niveau. Er zijn echter een aantal punten waarin een WO-opleiding zich onderscheidt van een opleiding op HBO-niveau: • Bij de universitaire opleiding worden studenten ook opgeleid om professionele pedagogen te begeleiden bij hun beroepsuitoefening. • De academische pedagogische vaardigheden omvatten onder andere het hanteren van onderzoeksmiddelen (tests), vaardigheden in het formuleren van problemen, de uitvoering en verslaglegging van onderzoek en de vertaling ervan in hulpverleningshandelen en de communicatie ervan. • De universitaire pedagogiek kent ten slotte een ander reflectiegehalte; extra vaardigheden zijn vereist bij het signaleren en hanteerbaar maken van complexe en omvattende problematiek. Ook kritische reflectie op de vaardigheden zelf is een opgave voor de universitaire pedagoog. Het gaat dan vooral om de systematische argumentatieve manier waarop academici geacht mogen worden te kunnen reflecteren en de manier waarop ze deze reflectie schriftelijk kunnen rapporteren. 3. Voorkennis en aansluiting met andere modulen
De module maakt op de eerste plaats deel uit van de brede Bachelor fase, waarin pedagogen worden opgeleid om in diverse velden werkzaam te zijn. Hierbij kan gedacht worden aan onderzoek, opvoedingsondersteuning en beleidsontwikkeling. Goede communicatie- en luistervaardigheden zijn op deze terreinen onmisbaar voor een goed functioneren van de academisch opgeleide pedagoog.
Daarnaast bereidt de module (in combinatie met de modules Diagnostiek en Diagnostische Vaardigheden) voor op de Master-fase van de studie, waarin de (klinische) diagnostiek en hulpverlening een centrale plaats heeft. Tot slot is de module een eerste stap in het opleidingstraject dat toegang geeft tot de Post Master opleidingen NVO Generalist en schoolpsycholoog, alsmede 2
de Gezondheidszorg psycholoog in het kader van de wet BIG. De invoering van de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (de Wet BIG) per 1 januari 1994 heeft geleid tot specifieke kwalificatie-eisen, waaronder ook gespreksvaardigheden. Een gedetailleerde beschrijving van het totale studiepakket dat toegang geeft tot deze postdoctorale opleidingen is opgenomen in de studiegids. 4. Leerdoelen
Toepassen van kennis en inzicht • Gesprekstechnieken (her)kennen, benoemen, en gebruiken ten behoeve van een hulpverleningsgesprek in het algemeen en een diagnostisch interview in het bijzonder (Eindtermen PW; 8 ) • Afstemmen van gesprekstechnieken op de fase van het hulpverleningsproces, de hulpverleningsbehoefte van de cliënt en de ontwikkelingsfase van de jeugdige cliënt (Eindtermen PW; 8 & 12 ) • Uit de diagnostische informatie handelingsadviezen afleiden (Eindtermen PW; 12)
Oordeelsvorming • Het interpreteren van de informatie, verkregen tijdens gespreksvoering (Eindtermen PW; 15) • Een open, objectieve, professionele, niet veroordelende houding aannemen die past binnen een hulpverleningssituatie (Eindtermen PW; 18) • Oog hebben voor ethische aspecten (Eindtermen PW; 18) • Een kritische blik hebben ten aanzien van de reikwijdte van de kennis die wordt verworven met betrekking tot gespreksvoering (Eindtermen PW; 18) Communicatie • Gesprekstechnieken flexibel kunnen inzetten (Eindtermen PW; 19 & 20)
Leervaardigheden • Een professionele houding jegens anderen (collega’s, cliënten) aannemen: bewustzijn van het verschil tussen een professioneel en een informeel gesprek (Eindtermen PW; 23) • Een rollenspel kunnen leiden en feedback kunnen geven (Eindtermen PW; 23) • Open staan voor feedback van een ander en deze kunnen gebruiken om de eigen kennis en vaardigheden te vergroten (Eindtermen PW;23, 24 )
5. Inhoud
In de module ‘Gespreksvaardigheden’, staat het aanleren van basale gespreksvaardigheden centraal zoals deze in een professioneel gesprek zoals een hulpverleningsgesprek toegepast worden. Het gaat hier met name om vaardigheden in de eerste fase van een hulpverleningsgesprek waarbij het doel de probleemverheldering is. De bijeenkomsten staan in het teken van gespreksvoering met volwassenen en met kinderen. In bijeenkomst één t/m vier wordt geoefend met gesprekstechnieken die in Lang en van der Molen (2012) worden besproken. In bijeenkomst vijf en zes ligt de nadruk op gespreksvoering met kinderen en zal er geoefend worden aan de hand van ‘Luister je wel naar mij’ van Delfos (2008) en de literatuur die te vinden is op Blackboard.
Tijdens de bijeenkomsten bespreekt de docent de theorie met betrekking tot het voeren van een eerste gesprek met een cliënt en het verhelderen van de hulpvraag. Daarnaast zullen de voorbereidingsopdrachten besproken worden. In de werkgroepen zal aan de hand van video’s en rollenspelen in kleine groepen geoefend worden met de verschillende basisvaardigheden.
3
Naast de wekelijkse opdrachten staat er ook een eindopdracht op het programma waarbij een gesprek gevoerd moet worden met een volwassene of een kind. Hiermee laat de student zien dat de geleerde vaardigheden ook in de praktijk toegepast kan worden. De studenten zoeken zelf personen uit met wie deze gesprekken gevoerd kunnen worden. De gesprekken worden opgenomen op een geluidsdrager (bijvoorbeeld een MP3-speler. Elke student beoordeelt zichzelf als gespreksleider en geeft feedback op een medestudent. Na zelf feedback van een medestudent te hebben ontvangen, wordt er een reflectieverslag geschreven. Deze eindopdracht wordt niet beoordeeld met een cijfer, maar dient wel gedaan te zijn om deze module succesvol te kunnen afronden. Meer informatie over deze opdracht is te vinden in bijlage 1 van deze studiehandleiding.
De module wordt afgesloten met een tentamen met zogenaamde ‘vignetten’, waarbij aan de hand van een videofragment gevraagd wordt schriftelijk een bepaalde respons te geven (bijvoorbeeld ‘geef een parafrase’) . 6. Literatuur
Aan te schaffen literatuur: Lang, G. en H.T. van der Molen (2012) Psychologische gespreksvoering, een basis voor hulpverlening, Baarn, Nelissen, p. 16-168. Delfos, M.F. (2008) Luister je wel naar mij? Gespreksvoering met kinderen tussen vier en twaalf jaar, Amsterdam, p. 15-184.
Op blackboard onder course materials: Delfos, M.F. (2007) Ik heb ook wat te vertellen! Communiceren met pubers en adolescenten, Amsterdam SWP (4de druk). p. 127-135 & 177- 191 Van Leeuwen, H.M.P. (2008) Het diagnostisch interview met het kind. In : Th. Kievit, J.A. Tak en J.D. Bosch (red) Handboek psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen Utrecht, De Tijdsstroom (7de druk). p. 129-147 7. Onderwijsvormen
Onderwijsvormen • Maken en bespreken van de voorbereidingsopdrachten • Maken van de eindopdracht • Lezen van literatuur • Bekijken van video-materiaal • Rollenspellen • Uitleg van theorie • Maken van video-toets (tentamen)
Tijdsinvestering Voor deze module staan 3 studiepunten, wat globaal overeenkomt met een studielast van 84 uur in het totaal of 21 uur per week. Er zijn zes bijeenkomsten van elk drie uur, de overige tijd wordt besteed aan het maken van voorbereidingsopdrachten en de eindopdracht, het lezen van literatuur en het maken van het tentamen. Rol van de docent De docent geeft tijdens de bijeenkomst uitleg over de theorie, bespreekt de voorbereidingsopdrachten met de studenten en geeft feedback op de rollenspellen. Wanneer je vragen hebt over de module raadpleeg je eerst de studiehandleiding of vraagt een medestudent. Wanneer je dan nog geen antwoord op je vraag hebt gevonden neem je contact op met de werkgroepdocent. 4
Blackboard Op Blackboard is een deel van de literatuur te vinden (zie hoofdstuk 6 van deze studiehandleiding). De voorbereidingsopdrachten en de eindopdracht kun je vinden op Blackboard, de gemaakte opdrachten lever je ook in op Blackboard. Raadpleeg Blackboard voor de meest recente informatie over bijeenkomsten, opdrachten en het tentamen. Cursusevaluaties
Op Blackboard vind je onder Studenten POW de cursusevaluaties van afgelopen jaar. Je kunt hierin lezen welke cursusaanpassingen plaatsvinden naar aanleiding van de evaluaties door de studenten en de docent(en).
8. Rooster Groep
Dag
Tijd
Zaal
Docent
A
Dinsdag
9.00 – 12.00
GS.09
Marita van Langen
B
Dinsdag
9.00 – 12.00
GS.08
Jeanine Klijn
JK.305B
Anner Bindels
GS.04
Puck Winnubst
P1.24
Nynke Burgers
GS.16
Veronique van Miert
GS.14
Rosanne Sluiter
GS.09
Norman Nat
C D E F G H
Vrijdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
Dinsdag Vrijdag
13.00 – 16.00 13.00 – 16.00 9.00 – 12.00
13.00 – 16.00 9.00 – 12.00
13.00 – 16.00 9.00 – 12.00
13.00 – 16.00 9.00 – 12.00
13.00 – 16.00 13.00 – 16.00 13.00 – 16.00 13.00 – 16.00 13.00 – 16.00
GS.16 GS.08
JK.305B GS.01b P1.24 P0.15A GS.14 GS.09
5
Datum
Bijeenkomst
Inhoud
Voorbereiding
8 januari 2013
1
Gespreksvoering volwassenen
Lezen: Lang en Van der Molen: pp 19-129 (t/m par. 6.2)
Gespreksvoering volwassenen
Lezen: Lang en Van der Molen: pp 129-145 (t/m 6.4.1)
-Inleiding gespreksvoering Doen: -Observatie en feed- Huiswerkopdracht 1 back (zie blackboard) -Openen gesprek 11 januari 2013
2
-Aandachtgevend gedrag en kleine aanmoedigingen -Vragen stellen 15 januari 2013
3
Gespreksvoering volwassenen -Parafraseren -Gevoel reflecteren -Concretiseren -Samenvatten
18 januari 2013
4
Gespreksvoering volwassenen -Situatie verduidelijken -Hardop denken -Afsluiten gesprek
Doen: Huiswerkopdracht 2 (zie blackboard)
Lezen: Lang en Van der Molen: pp. 145-158 (t/m 6.4.5) Doen: Huiswerkopdracht 3 (zie blackboard)
Lezen: Lang en Van der Molen: pp. 159-171 Doen: Huiswerkopdracht 4 (zie blackboard)
6
22 januari 2013
5
Gespreksvoering kinderen
Lezen: Delfos luister je wel naar mij?: p. 15-112 Doen: Huiswerkopdracht 5 (Oefening 3.13 (p 167).)
25 januari 2013
6
Gespreksvoering kinderen en pubers
Lezen: Delfos; Luister je wel naar mij? p. 112-185 Op BB: Van leeuwen: p. 129-149 Delfos; Ik heb ook wat te vertellen! (127 t/m 135; 177 t/m 191) Doen: Huiswerkopdracht 6 (Oefening 4.11 p. 170) en voorbereiden eindopdracht (zie bijlage)
30 januari 2013
30 januari 2013
Tentamen
Videotoets, vignetten
Inleveren eindopdrachten
Inleveren transcript, feedback en reflectieverslag
Wordt later bekend Hertentamen gemaakt
Videotoets, vignetten
Zaal M1.01, M1.03
M1.02
en
13.00 – 15.00
De locatie van het onderwijs vind je op http://rooster.uva.nl. Houd de website www.student.uva.nl/pw of www.student.uva.nl/owk in de gaten voor roosterwijzigingen.
7
9. Van de student verwachte activiteiten Voorafgaand aan elke bijeenkomst bestudeert de student de literatuur en maakt de opdrachten die voor die week op het programma staan (zie ‘rooster’ en ‘bijlage 1’ in deze studiehandleiding). Indien de stof niet vooraf bestudeerd en de opdrachten gemaakt zijn, is het vrijwel onmogelijk om tijdens de practicumbijeenkomst goed mee te kunnen doen.
Tijdens de bijeenkomsten wordt een actieve werkhouding verwacht. Voor dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Er mag maximaal één bijeenkomst gemist worden, mits daar een goede reden voor is. Deze reden dient vooraf voorgelegd te worden aan de docent van de werkgroep. Indien twee of meer bijeenkomsten worden gemist, kan deze module dit jaar niet meer worden afgerond en zal dit vak een in ander jaar opnieuw gevolgd moeten worden.
10.
Beoordeling
De module wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen, waar de studenten zich minimaal drie weken van tevoren voor dienen aan te melden via Studieweb. Het tentamen bestaat uit videofragmenten met zogenaamde vignetten. De verschillende gesprekstechnieken waarmee geoefend is in de bijeenkomsten, moeten dan worden toegepast aan de hand van videobeelden. Er wordt dan aan de hand van een opdracht (bijvoorbeeld ‘geef een parafrase’) gevraagd een schriftelijke reactie te geven op de cliënt in het fragment. Om dit vak met een voldoende af te ronden, moet:
(1) het tentamen minimaal met een 6 beoordeeld zijn (2) voldaan zijn aan de aanwezigheidsplicht (zie hoofdstuk 9) (3) en dienen alle gespreksopdrachten gedaan en ingeleverd te zijn en als ‘voldoende’ te zijn beoordeeld (deze opdrachten worden niet beoordeeld met een cijfer).
In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) vind je meer algemene informatie over toetsing, bijvoorbeeld over de voorwaarden om aan tentamens te mogen deelnemen, herkansingen en de geldigheidsduur van uitslagen. Zorg ervoor dat je van deze informatie op de hoogte bent! Je vindt de OER in de digitale studiegids, en op www.student.uva.nl/pw of www.student.uva.nl/owk onder Studiegids -> Studiegids POW 2012-2013. De OER bevat ook andere belangrijke informatie, zoals over volgordeverplichtingen, aanwezigheidsverplichtingen, keuzepunten en minoren. 11. Feedback Voor feedback op opdrachten en inzage van het tentamen kun je een afspraak maken met je werkgroepdocent. 12. Belangrijk Evaluatie van het onderwijs Docenten en het onderwijsinstituut hebben behoefte aan feedback van de studenten op de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Waar nodig kan een betreffende module verbeterd worden voor de volgende groep studenten. Maar evalueren kan ook een goed leermoment zijn voor jou als student, omdat je zo extra nadenkt over je eigen leerproces en nagaat hoe je achteraf kijkt naar de inhoud van een module. 8
Binnen de FMG wordt gewerkt met een vragenlijst die UvA-breed wordt toegepast. Bij het laatste college of na afloop van het tentamen zal je gevraagd worden deze vragenlijst in te vullen. Vul deze vragenlijst zo eerlijk mogelijk in, de resultaten ervan hebben geen consequenties voor de uitslag van het tentamen. Bovendien blijf je bij het invullen van de vragenlijst anoniem. Indien uit de resultaten van de vragenlijst blijkt dat toelichting nodig is op de evaluatie van de betreffende module, organiseert het Onderwijsinstituut een panelgesprek. Hiertoe worden een aantal studenten uitgenodigd en wordt samen met de docent en de onderwijsdirecteur of studieadviseur gesproken over het verloop en de inhoud van de betreffende module. Studenten kunnen indien gewenst ook zelf een panelgesprek aanvragen.
Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van de student dat erop gericht is het vormen van een juist oordeel door de examinator omtrent kennis, inzicht en vaardigheden van de student geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Een voor iedereen duidelijk herkenbare vorm van fraude is bijv. het op enigerlei wijze ‘spieken’ tijdens het tentamen. Een helaas vaak voorkomende vorm van fraude, die in de wetenschappelijke wereld zeer zwaar wordt aangerekend, is het plegen van plagiaat.
Plagiaat Een wetenschappelijke tekst moet controleerbaar zijn en daarom dien je gebruikte (internet)bronnen altijd vermelden in een zogenaamde bronvermelding. Als je een stuk tekst of tabel van iemand overneemt geef je precies aan wie de auteur is en waar je de tekst of tabel hebt gevonden. Doe je dat niet en wek je dus de indruk dat die tekst of die gegevens van jezelf zijn, dan wordt dat plagiaat genoemd. Het plegen van plagiaat in een paper of scriptie betekent altijd uitsluiting van de betreffende tentamen- of scriptiegelegenheid. Bovendien kan de examencommissie nog zwaardere straffen opleggen. Zorg dus dat je altijd goed je bronnen vermeldt en niet zomaar stukken tekst of gegevens van anderen overneemt. Zie ook Serviceplein voor studenten, Fraude- en plagiaatregeling, http://www.student.uva.nl/fraude-plagiaat/voorkomen.cfm, en OER bachelor- en masteropleiding Pedagogische wetenschappen en Onderwijskunde, artikel 5.14.
Beroepsmogelijkheden Als je het niet eens bent met een beslissing van een examinator, is het verstandig om je eerst te wenden tot de Examencommissie POW met het verzoek om een uitspraak te doen over je eventuele klacht. Na die uitspraak kun je besluiten om binnen 4 weken beroep aan te tekenen bij de COBEX. Raadpleeg de studieadviseurs voor advies en de procedure.
9
Bijlage 1: Huiswerkopdrachten & Eindopdracht Huiswerkopdracht 1
Pagina 11
Huiswerkopdracht 3
Pagina 12
Huiswerkopdracht 2
Huiswerkopdracht 4
Pagina 11
Pagina 12
Huiswerkopdracht 5
Pagina 13
Eindopdracht
Pagina 14
Huiswerkopdracht 6
Pagina 13
10
Huiswerkopdracht 1 Lezen: Lang & Van de Molen: 19 t/m 129 (t/m par. 6.2)
In dit practicum zal geoefend worden met vaardigheden die met name van belang zijn in de eerste fase van het hulpverleningsproces: de fase van de probleemverheldering (zie 5.4 uit Lang & Van der Molen). In deze fase is het de bedoeling om een duidelijk beeld te krijgen van de problematiek van de cliënt. Het is de taak van de hulpverlener om een gespreksklimaat te creëren, waarin de cliënt zijn verhaal kan en wil vertellen. In hoofdstuk 6 van Lang & Van de Molen worden uitgebreid een aantal technieken besproken die, mits op een adequate manier gebruikt, voor een gespreksklimaat kunnen zorgen waarin de cliënt zich gehoord en geaccepteerd voelt en aangespoord wordt om zijn verhaal te doen. De komende bijeenkomsten zal door middel van rollenspellen uitgebreid geoefend worden met deze vaardigheden. Deze rollenspellen zullen plaatsvinden in subgroepjes van drie studenten, die om beurten elk de rol van ‘hulpverlener’, ‘cliënt’ en ‘observator’ op zich nemen. De rol van observator is in deze van belang omdat het leerproces van de hulpverlener mede afhankelijk is van de kwaliteit van de feedback die deze van de observator krijgt. Vandaar dat het van belang is, alvorens met de rollenspellen van start te gaan, te oefenen met observeren en het geven van feedback. Doen: 1. Neem de literatuur op blackboard door over het rollenspel, observatie en het geven van feedback. Print deze bestanden en zorg dat je deze documenten bij je hebt tijdens de eerste bijeenkomst! 2. Op de CD-ROM bij het boek van Lang & Van de Molen, staan onder ‘VIP-GEVAT basisvaardigheden’ een aantal oefeningen met betrekking tot het observeren en het geven van feedback. Bekijk de video’s bij deze oefeningen en maak de opdrachten. 3. Voorbereiding eindopdracht: ga op zoek naar een volwassene of kind waarmee het gesprek voor de eindopdracht gevoerd kan worden.
Huiswerkopdracht 2 Lezen: Lang & Van de Molen: 129-145 (t/m 6.4.1)
Doen: de oefeningen van de CD-ROM bij: -‘aandachtgevend gedrag en kleine aanmoedigingen’ -‘vragen stellen’ 11
Huiswerkopdracht 3 Lezen: Lang & Van de Molen: 145-158 (t/m 6.4.1) Doen: 1) de oefeningen van de CD-ROM bij: -parafraseren -gevoel reflecteren -concretiseren -kleine samenvatten
2) doornemen bestand op blackboard: “ voorbeeld concretiseren”. Verzin een vage uitspraak waarachter een specifiek probleem schuil kan gaan (vb. Alles gaat ook altijd mis). Tijdens het practicum moet een medecursist door te concretiseren in vijf stappen uit zien te vinden wat het probleem is.
Huiswerkopdracht 4 Lezen: Lang & v.d. Molen: p. 159-171
Doen: de oefeningen van de CD-ROM bij: -situatie verduidelijken -hardop denken -afsluiten gesprek
Doen: Printen en meenemen naar bijeenkomst: bestand van blackboard “afsluiten van gesprek”. Huiswerkopdracht 5 Lezen: Delfos luister je wel naar mij?: p. 15-112
Doen: Oefening 3.13 (p 167). Formuleer een gesprekskader voor: • • • •
een hulpverlener die een kind wil helpen bij problemen een leerkracht die merkt dat de leerling de laatste tijd snel huilt een orthopedagoog die onderwijsleerproblemen wil onderzoeken neem de gedrukte versie mee naar practicum 5
Doen: Print de volgende bestanden van blackboard, en neem deze mee naar de bijeenkomst: “ kijkwijzer Nienke” en “ kijkwijzer Mattheus”. 12
Huiswerkopdracht 6 Lezen: - Delfos; Luister je wel naar mij? p. 112-185 - Van leeuwen: p. 129-149 (op BB) - Delfos; Ik heb ook wat te vertellen! (127 t/m 135; 177 t/m 191; op BB)
Doen: - Opdracht: o Ten behoeve van eindopdracht: volwassene of kind (toestemmingsformulier door ouders laten tekenen) uitnodigen en afspraak maken voor volgende week. -
Oefening 4.11 p. 170 o Verzin een gedrag, dat voor het kind en/of omgeving lastig is (bv. druk zijn in de klas; huiswerk niet maken; broertje of zusje plagen) o Probeer te formuleren hoe je een kind duidelijk kunt maken dat gedragsverandering belangrijk is zonder het kind onder druk te zetten o Neem een gedrukte versie mee naar practicum 6.
Doen: Print de volgende bestanden van blackboard, en neem deze mee naar de bijeenkomst: “ kijkwijzer Lex” en “ kijkwijzer Ali”.
13
Eindopdracht De eindopdracht wordt uitgevoerd in tweetallen waarbij één student een gesprek voert met een volwassene (eindopdracht A) en de andere student een gesprek voert met een kind (eindopdracht B). Je hoeft niet bij elkaars gesprek aanwezig te zijn, wel is het van belang om elkaars geluidsfile te beluisteren en het transcript van commentaar te voorzien. Wat precies de bedoeling is bij het gesprek met de volwassene en het kind, is te vinden in de onderstaande beschrijvingen. Eindopdracht A: gesprek met volwassene
Op de volgende pagina vind je een rolbeschrijving die je aan iemand in je omgeving kunt geven om te spelen terwijl je een hulpverleningsgesprek met deze persoon voert. Dit gesprek open je en sluit je af zoals dat tijdens het practicum is aangeleerd en je past alle vaardigheden toe waarmee je tijdens het practicum geoefend hebt. Hou een tijdsduur van 10 minuten aan en hou deze nu zelf in de gaten zoals je dat bij een echt hulpverleningsgesprek zou doen. Als je vastgelopen denkt te zijn in het gesprek of je hebt een onhandige opmerking gemaakt, begin dan niet opnieuw, maar ga daar dan mee om zoals je dat in een echt hulpverleningsgesprek zou doen. Blijf dus in je rol en blijf met je cliënt communiceren; ook ervaren therapeuten kunnen onhandige opmerkingen maken en dienen daar vervolgens samen met hun cliënt uit te komen. Van dit gesprek maak je een geluidsopname, vervolgens schrijf het verbatim van je eigen gesprek uit volgens de 3 kolommenstructuur. Zorg dat 1 medestudenten in het bezit komt van je geluidsopname & transcript, en zorg dat je zelf in het bezit komt van een geluidsopname & transcript van de medestudent die een gesprek met een kind heeft gevoerd. Luister naar de geluidsopname van je medestudent en geef schriftelijk feedback (volgens de regels “ geven van feedback”). Schrijf tot slot een reflectieverslag a.d.h.v. eigen en verkregen feedback. Kort samengevat: o Je voert een gesprek van 10 minuten o Zorg dat je een geluidsopname maakt van dit gesprek o Schrijf je gesprek uit in drie-kolommen-structuur (transcript) o Zorg dat de student die feedback gaan geven in het bezit komt van je geluidsopname en het transcript o Geef feedback op het fragmenten van 1 medestudent o Schrijf een reflectieverslag aan de hand van feedback van medestudenten
Het document dat je inlevert op Blackboard dient de volgende onderdelen te bevatten: o het transcript o de feedback die je hebt gegeven en ontvangen (totaal dus 2 feedbackverslagen) o het zelfreflectie-verslag.
Zorg dat je medestudent tijdig in het bezit is van de geluidsopname en transcript zodat hij/zij niet onnodig lang hoeft te wachten met het geven van feedback. Let op: je bent zelf verantwoordelijk dat je de feedback verzamelt. 14
Rolomschrijving eindopdracht A Geachte mevrouw / meneer,
Hartelijk dank voor uw medewerking aan het rollenspel dat de student die u benaderd heeft, als eindopdracht moet doen in het kader van het ‘practicum gespreksvaardigheden’ van de studie Pedagogiek en Onderwijskunde van de UvA. De bedoeling van dit rollenspel is dat de student laat zien dat hij/zij de vaardigheden waar tijdens het practicum mee geoefend is, in de praktijk kan toepassen. De student neemt daartoe de rol van hulpverlener of gespreksleider op zich en de vraag aan u is om voor cliënt te spelen. Hieronder vindt u een globale rolomschrijving, waarbij u het de bedoeling is dat u de specifieke details en gevoelens van de cliënt zelf invult, zodat de student niet het hele verhaal van te voren al kent. Geef tijdens het gesprek niet alle informatie na de eerste vraag weg, maar laat uzelf als het ware uitnodigen om uw verhaal te doen. Let daarbij op het gevoel dat de hulpverlener u geeft en reageer daar zo natuurlijk mogelijk op. Weet deze hulpverlener uw vertrouwen te winnen? Wilt u uw verhaal doen bij deze hulpverlener? Wordt er naar u geluisterd? Heeft u het gevoel dat u begrepen wordt?
Tijdens het gesprek zijn er naast de gespreksleider nog een aantal studenten aanwezig die het gesprek observeren en ook wordt er een geluidsopname gemaakt. Deze geluidsopname wordt, samen met het transcript van het gesprek, alleen beschikbaar gemaakt voor de medestudenten en docent van degene die het gesprek met u voert. De opname en observatie dienen om de gespreksvaardigheden van de student te beoordelen. Cliëntrol:
U bent een vader/ moeder van een tweeling, twee jongetjes van 3 jaar. U hebt contact opgenomen met de hulpverlening omdat u problemen ervaart in de opvoeding. Uw kinderen zijn erg druk en luisteren slecht en ziet zelf niet hoe u de situatie kunt verbeteren. U verwacht van de hulpverlener tips te krijgen over hoe u de opvoeding beter aan kunt pakken.
15
Eindopdracht 1b: gesprek met kind Dit gesprek wordt gevoerd met een kind tussen de 4-12 jaar. Het gesprek duurt 10 minuten en gaat over vrije tijd, hobbies, spelen, clubjes, en andere dingen die het kind graag doet. Hou zelf de tijd zelf in de gaten en open en sluit het gesprek op een adequate manier. In tegenstelling tot eindopdracht 1a, betreft het nu geen rollenspel en het gesprek met het kind is om die reden dan ook een ‘echt’ gesprek. Opnieuw beginnen als het even niet loopt, kan dan ook niet. Van dit gesprek maak je een geluidsopname, vervolgens schrijf het verbatim van je eigen gesprek uit volgens de 3 kolommenstructuur. Zorg dat 1 medestudenten in het bezit komt van je geluidsopname & transcript, en zorg dat je zelf in het bezit komt van een geluidsopname & transcript van 1 medestudenten. Luister naar de geluidsopname van een medestudent die een gesprek met een volwassene heeft gevoerd en geef schriftelijk feedback (volgens de regels “ geven van feedback”). Schrijf tot slot een reflectieverslag a.d.h.v. eigen en verkregen feedback. Omdat deze opdracht een gesprek met een kind betreft, is naast de toestemming van het kind zelf ook toestemming van de ouders nodig. Een toestemmingsformulier is te vinden in de bijlage van deze opdracht. Laat dit formulier ondertekenen door beide ouders. De ouders mogen zelf ook bij het gesprek blijven. Kort samengevat: o Je voert een gesprek van 10 minuten o Zorg dat je een geluidsopname maakt van dit gesprek o Schrijf je gesprek uit in drie-kolommen-structuur (transcript) o Zorg dat de student die feedback gaan geven in het bezit komt van je geluidsopname en het transcript o Geef feedback op het fragment van 1 medestudent o Schrijf een reflectieverslag aan de hand van feedback van medestudenten Het document dat je inlevert op Blackboard dient de volgende onderdelen te bevatten: o het transcript o de feedback die je hebt gegeven en ontvangen (totaal dus 2 feedbackverslagen) o het zelfreflectie-verslag. o ingevuld toestemmingsformulier
Zorg dat medestudenten tijdig in het bezit zijn van de geluidsopname en het transcript zodat zij niet onnodig lang hoeven wachten met feedback geven. Let op: je bent zelf verantwoordelijk dat je alle feedback verzamelt.
16
Toestemmingsbrief opdracht 1b
Geachte ouders / verzorgers,
In het kader van het practicum ‘Gespreksvaardheden’ van studie Pedagogiek en Onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam, hebben studenten de opdracht gekregen een gesprek van 10 minuten te voeren met een kind van 4-12 jaar.
Het doel van het practicum gespreksvaardigheden is onder andere om studenten te leren om op een adequate manier met kinderen te communiceren. Met de bovengenoemde opdracht worden de studenten geacht om datgene dat ze hebben geleerd in de praktijk te brengen. Het gesprek zal gaan over wat het kind zoal in zijn vrije tijd doet en wat het leuk vindt. Van het gesprek wordt een geluidsopname gemaakt die alleen beschikbaar zal zijn voor de medecursisten van de student die het gesprek voert en de practicumbegeleidster. Via deze brief vragen wij u of u toestemming verleent aan de medewerking van uw kind aan deze opdracht. U kunt uiteraard bij het gesprek aanwezig blijven als uw kind of uzelf dat prettig vinden.
Indien u toestemming verleent, vragen wij u het bijgevoegde toestemmingsformulier te ondertekenen en mee te geven aan de student die het gesprek gaat voeren. Indien u nog vragen en/of opmerkingen heeft, kunt u contact opnemen via de onderstaande gegevens. Bij voorbaat hartelijke dank voor uw medewerking Met vriendelijke groet,
Drs. M.A.M van Langen Coördinator ‘Practicum Gespreksvaardigheden’ UvA, FMG, afd. POW Nieuwe Prinsengracht 130 1018 VZ, Amsterdam
tel. 020-5251358 e-mail:
[email protected]
17
Toestemmingsformulier voor deelname zoon / dochter aan: ‘eindopdracht gespreksvaardigheden’
Bij deze verklaren de ouders/ verzorgers van ........................................................
de bijgevoegde brief te hebben gelezen en toestemming te verlenen de deelname van hun kind aan het oefengesprek in het kader de eindopdracht van het practicum ‘Gespreksvaardigheden’ van de studie Pedagogiek en Onderwijskunde van de UvA. Ouder/ verzorger 1
Ouder/ verzorger 2
Naam: .........................................
Naam: ......................................
Handtekening:
Handtekening:
Plaats, datum
Plaats, datum
...........................,…………………., ......-.......-…….
..................................................., ......-.......-…….
18
19