011 20112011 2011 2 010 20102010 2010 2 011 20112011 2011 2 010 20102010 2010 2 011 20112011 2011 2 010 20102010 2010 2 011 20112011 2011 2 010 20102010 2010 2 011 20112011 2011 2 010 20102010 2010 2 011 20112011 2011 2 010 2010 C U LT U U R W E T E N S C H A P P E N
B AC H E LO R | M A S T E R
studiegids
ltijd e e d e Best eit t i s r e univ
Open Universiteit
www.ou.nl
Inhoud 02 Voorwoord Nieuw en anders in 2010-2011 04 Studeren aan de Open Universiteit 06
Faculteit Cultuurwetenschappen Opleidingen Algemene cultuurwetenschappen Beroepsperspectieven Bachelor-masterstructuur Ongewenste verbreking contact Bibliotheekvoorzieningen Facultaire opleidingscommissie Algemene Cultuurwetenschappen Studentenverenigingen Studentenraad Academia en SURFspot (Bijna) alumnus? Promoveren?
10 Studiebegeleiding 11 Docenten en mentoren 13 17 19 22 25
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Startpakket en vervolg propedeuse Postpropedeuse Compensatoriche regeling Inhoudelijke aanvullingstrajecten - 1e-graads docent Open bacheloropleiding Studieduur en structuur van de bacheloropleiding Normtrajecten Opleidingsschema Vrijstellingen voor de bacheloropleiding Cursusbeschrijvingen bachelor
50 53
Masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen Opleidingsschema Toelating tot de masteropleiding Cursusbeschrijvingen master
57
Algemene regelgeving Tentamens Inschrijven en kosten Procedures en regelgeving
Service en informatie
Open Universiteit
www.ou.nl
Voorwoord Cultuur is overal. We maken er zelf deel van uit en worden er constant en overal mee geconfronteerd. Maar cultuur en de uitingen daarvan zijn veelal niet eenduidig. Cultuur is geen statisch gegeven, maar voortdurend aan verandering onderhevig, met als gevolg dat ook cultuuruitingen in hoge mate divers en heterogeen zijn. De studie Algemene cultuurwetenschappen is erop gericht om cultuuruitingen te analyseren, te interpreteren en in een breder perspectief te plaatsen. Met andere woorden, onze wetenschappelijke opleidingen zijn niet alleen gericht op het bijbrengen en vergroten van de kennis op het terrein van de cultuur, maar ook op het ‘actief omgaan’ met cultuuruitingen. Dat ook reflectie op cultuur daarbij hoort, is bijna vanzelfsprekend. U verwerft dus niet alleen kennis, maar leert met deze kennis ook iets te doen. Vandaar de aandacht in het studieprogramma voor academische vorming en vaardigheden. Inhoudelijk stoelen de bachelor- en masteropleidingen Algemene cultuurwetenschappen op vier disciplines: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie. Hoewel de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit afstandonderwijs verzorgt, dat u in principe zelfstandig thuis kunt bestuderen, hoeft uw studie geen eenzaam avontuur te zijn. Aan onze faculteit staan zo’n 2500 studenten ingeschreven, die zich voor een deel hebben georganiseerd in studentenverenigingen. Medestudenten kunt u ook ontmoeten in de studiecentra, waar u bovendien bij docenten (mentoren) van de faculteit terecht kunt voor studieadvies en begeleidingsbijeenkomsten. Mentoren en studentenverenigingen organiseren in overleg elk jaar een programma van lezingen, voorlichtingsavonden, discussiegroepen, excursies et cetera. Deze activiteiten vinden wij een wezenlijk bestanddeel van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen. Zij dragen bij aan een bredere academische vorming. Daarom heeft de faculteit deze activiteiten ondergebracht in de aparte module ‘Cultuurwetenschappelijk debat’. Op die manier wordt uw deelname beloond met studiepunten. Er bestaat in de samenleving behoefte aan breed opgeleide academici. De brede kennis en de academische vaardigheden die u na het behalen van het bachelor- of masterdiploma Algemene cultuurwetenschappen hebt verworven, maakt u geschikt voor allerlei staf- en beleidsfuncties bij overheid, culturele instellingen en maatschappelijke organisaties. Ook zijn er mogelijkheden binnen de voorlichting, de journalistiek en het onderwijs. De faculteit streeft ernaar om u op deze punten steeds meer concrete handreikingen te doen. Zo zijn er afspraken gemaakt met lerarenopleidingen over de toelating van studenten Algemene cultuurwetenschappen tot opleidingen voor eerstegraads leraren. En als u kiest voor de open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, dan kunt u uw cultuurwetenschappelijke vorming aanvullen met relevante juridische, beleids- en managementkennis. Ik hoop u spoedig te mogen begroeten als student bij de faculteit Cultuurwetenschappen van de Open Universiteit. Indien u reeds ‘klant’ bij ons bent, dan wens ik u veel succes bij het vervolg van uw studie. Ik hoop dat de informatie uit deze studiegids wederom garant zal staan voor een spannend en inspirerend studiejaar, of u nu gaat voor één cursus, of voor de hele opleiding.
Prof. dr. Jaap van Marle, Decaan Cultuurwetenschappen
2
Nieuw en anders in 2010-2011 Disciplinaire verdieping 1 en 2 (C57111 en C58111) In het academisch jaar 2008-2009 werd op proef het ‘pluspakket kunst’ aangeboden. Onder het motto ‘extra begeleiding, extra verdieping, extra motivatie en extra vaardigheden’ werd de inhoud van de cursus Inleiding kunstgeschiedenis in de vorm van lezingen, begeleide bezoeken aan tentoonstellingen, directe contacten met de cursusbegeleider en oefening van vaardigheden in een actueel kader geplaatst. Het pluspakket viel in goede aarde. De belangstelling onder de studenten was groot. In 2009-2010 werd daarom naast het ‘pluspakket kunst’ (60 studie-uren) ook het ‘pluspakket filosofie’ aangeboden. Samen vormden zij de cursus ‘Disciplinaire verdieping 1’. Dit studiejaar krijgen ook de andere twee disciplines van Cultuurwetenschappen, de geschiedenis en de letterkunde, hun pluspakket. Zij zijn ondergebracht in de cursus ‘Disciplinaire verdieping 2’. De ‘verdiepingscursussen’ zijn facultatief, behoren tot de gebonden keuze. Het is aan u of u deze cursussen in uw studie wilt opnemen. U kunt ook besluiten tot het volgen van slechts twee van de vier pluspakketten. Elke combinatie is mogelijk. Dus als u alleen de pluspakketten kunst en letterkunde wilt volgen, worden die door ons automatisch ondergebracht in de cursus Disciplinaire verdieping 1. Zie voor meer informatie de cursuswebsites op Studienet en de cursusbeschrijving op pagina 31.
Nieuwe cursussen: kunstgeschiedenis en middeleeuwen Een oude bekende uit het bachelorprogramma, de inleidende cursus Kunst, is volledig gereviseerd. De inhoud is waar nodig aangepast en alles is geheel geactualiseerd naar de laatste stand van de wetenschap. Ook de vormgeving en het didactisch concept zijn geheel vernieuwd. Nieuw in 2010-2011 is verder dat de bestaande cursus ‘Middeleeuwen’, die tot nu toe werd aangeboden als cursus van het ‘aanvullingstraject geschiedenis’ met een speciale status, is uitgebouwd tot een volwaardige cursus met extra materiaal dat u door de studiestof leidt. Uiteraard is er in 2010-2011 ook weer een nieuw aanbod aan seminars, zomerscholen en activiteiten in het kader van CW-debat. Raadpleeg voor de laatste stand van zaken de cursuswebsites. Door het ter beschikking komen van de nieuwe cursussen verdwijnen de oude uit aanbod. Neemt u, voor zover relevant, goed notitie van het volgende: • Oude cursus Kunst (C06122) gaat uit aanbod per 1 juli 2010. De laatste tentamenkansen zijn: 10-11-2010, 22-06-2011 en 31-08-2011. • Het is mogelijk dat ook de revisie van de cursus Oudnederlandse schilderkunst (C17311) op tijd gereed komt. Als dat zo is, gaat oude cursus uit aanbod per 1 februari 2011. De laatste tentamenkansen zijn: 9-11-2010, 05-04-2011, 22-06-2011 en nov. 2011. • De oude cursus Middeleeuwen (C12211) gaat uit aanbod per 1 juli 2010. Uw laatste kans om mondeling tentamen over deze cursus te doen is op 30 juni 2011.
Beleidsvariant Algemene cultuurwetenschappen Vanaf 2009 is de faculteit Cultuurwetenschappen overgegaan tot het aanbieden van een open bacheloropleiding. Kenmerkend voor een ‘open’ opleiding is de combinatie van de inhoud van meerdere disciplines. Zo bestaat de open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen uit een blok cultuurwetenschappen van 116,1 studiepunten, een blok ‘verbreding’ met cursussen uit het programma van andere faculteiten of universiteiten van 43 studiepunten, en uit de vrije ruimte die eventueel aan het verbredingpakket kan worden toegevoegd. Zo kunnen interessante combinaties ontstaan, die u van pas kunnen komen op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld de beleidsvariant Cultuurwetenschappen (pagina 16) die onze faculteit samen met de faculteiten Rechts- en Managementwetenschappen aanbiedt. Ook kunt u in een ‘vorig studieleven’ behaalde studiepunten makkelijker combineren met uw huidige studie Algemene cultuurwetenschappen. 3
Studeren aan de Open Universiteit Het onderwijsaanbod van de Open Universiteit (OU) is anders samengesteld dan dat van de reguliere Nederlandse en Belgische universiteiten. Wij bieden afstandsonderwijs, deels elektronisch aangeboden met gebruikmaking van de mogelijkheden van internet. Dit betekent dat u als student niet naar college hoeft te gaan (al zijn er uitzonderingen), maar thuis achter uw bureau of op welke andere plaats dan ook, en op een tijdstip dat u schikt, kunt studeren. Het studiemateriaal is zelfinstruerend, de docent is als het ware aan het woord. Het studietempo bepaalt u zelf, want soms is er veel gelegenheid om te studeren, soms ook absoluut niet. U kunt op elk moment met uw studie aan de OU beginnen.
Toelatingseis Iedereen kan een studie op academisch niveau starten bij de Open Universiteit. De enige toelatingseis is de leeftijd van 18 jaar of ouder.
Een startpakket geeft dus een goed beeld van wat u verwachten kunt in het vervolg van de opleiding en van de capaciteiten die u daarvoor nodig hebt. Na afloop weet u wat studeren voor u betekent en beslist u of u verder wilt gaan met de studie.
Studiebegeleiding Zelfstudie en afstandsonderwijs betekenen niet studeren zonder begeleiding. De Open Universiteit biedt begeleiding op een aantal manieren. Zie voor details pagina 10. Wanneer u besluit een academische opleiding aan de Open Universiteit te volgen, krijgt u een mentor toege wezen die fungeert als vast en persoonlijk aanspreekpunt voor zaken als planning, aanpak en voortgang van de studie. www.ou.nl/begeleiding
Studiecentra Uw mentor houdt kantoor op een studiecentrum. Bij uw mentor en de andere medewerkers van een studiecentrum kunt u terecht voor alle informatie over uw studie. U kunt in een studiecentrum begeleidingsbijeenkomsten volgen, tentamens afleggen, praten met andere studenten, werken aan een computer en het studiemateriaal inzien. Er worden workshops en lezingen georganiseerd en er vinden diploma-uitreikingen plaats. Een studiecentrum is dan ook dé ontmoetingsplaats voor studenten, u kunt er afspreken met uw studiegroep en deelnemen aan bijeenkomsten van studentenverenigingen. De Open Universiteit beschikt over zestien studiecentra in Nederland en zes in Vlaanderen. Informatie over de vestigingen en openingstijden vindt u op de website. www.ou.nl/studiecentra
Studiemateriaal en studieaanbod Cursussen vormen de bouwstenen van het onderwijs aan de Open Universiteit. Een pakket van tekstboeken, werkboeken (al of niet elektronisch aangeboden), cd-roms, dvd’s, een cursuswebsite en soms nog andersoortige informatiedragers vormen het studiemateriaal van een cursus. Elke cursus is afzonderlijk te bestuderen en wordt afgesloten met een tentamen waarvoor bij een goed resultaat een certificaat wordt uitgereikt. Vele cursussen samen vormen een wetenschappelijke opleiding. De cursusbeschrijvingen elders in deze studiegids geven een indruk van de inhoud van elke cursus die de faculteit Cultuurwetenschappen aanbiedt. Bij elke cursusbeschrij ving staat de url (het elektronisch adres) van de cursus op de website www.studieaanbod.ou.nl vermeld. Daar vindt u uitgebreidere informatie en kunt u online cursussen bestellen.
Studiepunten en modulen De opleidingen van de Open Universiteit zijn opgebouwd uit cursussen die een afgerond geheel over een bepaald onderwerp vormen. Een cursus bestaat uit één of meer modulen, waarbij 1 module gelijk staat aan 4,3 studie punten. De cursusomvang in deze studiegids wordt uitgedrukt in modulen. Voor het bestuderen van 1 module wordt een studieduur van 100 tot 120 studie-uren gerekend.
Startpakket Als u een wetenschappelijke opleiding ambieert, kunt u het beste starten met een zogenaamd Startpakket. U bestudeert dan de eerste twee modulen van de opleiding en krijgt daarbij uitgebreide begeleiding (bij de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen is dat de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen). In groepsbijeenkomsten komen naast de inhoud ook zaken als een effectieve studieaanpak, planning, tentaminering en het gebruik van internet aan bod.
4
Bacheloropleiding 42 modulen = 180 studiepunten • Propedeuse (14 modulen) • Postpropedeuse (28 modulen) Masteropleiding 14 modulen = 60 studiepunten
Studeren in een elektronische leeromgeving Zonder computer met een goede internetaansluiting is het niet mogelijk om een academische opleiding van de Open Universiteit te voltooien, al is bij sommige cursussen computergebruik niet per se noodzakelijk.
Eigen e-mailadres
Studiepad online
Iedereen die aan de Open Universiteit studeert, krijgt een eigen e-mailadres bestaande uit uw naam en de uitgang @studie.ou.nl. Dit adres gebruikt de universiteit wanneer zij met u in contact wil treden.
Uw studievorderingen kunt u raadplegen in het Studie resultatensysteem (SRS). Als u een opleiding volgt geeft SRS een overzicht van het afgelegde, lopende en reste rende studiepad van de opleiding waarmee u bezig bent. Let op! Het studiepad geeft niet de aanbevolen volgorde van het bestuderen van cursussen weer. Deze volgorde vindt u in de normtrajecten op de pagina’s 17 en 18 van deze gids. Het studiepad is louter een overzicht van uw studievorderingen. www.ou.nl/studiepad
Studienet en cursuswebsites Alle cursussen hebben een eigen site op de elektronische leeromgeving van de OUNL, Studienet. Om op de hoogte te kunnen blijven van alle extra en actuele informatie die rond een cursus wordt aangeboden, is een geregeld bezoek aan deze cursuswebsite noodzakelijk. Zodra u zich heeft ingeschreven voor een cursus, krijgt u toegang tot de cursussite. Daar vindt u uitgebreide informatie over de begeleiding en het tentamen. Ook is het in de discussiegroep mogelijk contact te leggen met andere studenten die met de stof bezig zijn en zo samen de antwoorden op vragen te vinden. Docenten mengen zich soms ook in deze discussie. Op Studienet heeft de faculteit Cultuurwetenschappen een eigen plek (‘tab’) voor het doorgeven van belangrijke informatie aan haar studenten.
www.ou.nl Het adres van de openbare website van de Open Universiteit is www.ou.nl. Alle algemene informatie over studeren aan de Open Universiteit en alle benodigde formulieren worden gepubliceerd op deze website. Voor vragen over uw studie kunt u daar ook terecht bij Vraag en Antwoord. Hier staan alle veelgestelde vragen gerangschikt en kunt u meestal zelf direct het antwoord vinden. Is dit niet het geval dan kunt persoonlijk uw vraag stellen aan een van onze medewerkers van Service en informatie. www.ou.nl/directcontact
Studiecoach en workshops Veel studenten merken dat een studie aan een afstandsuniversiteit een nieuwe aanpak van studeren vergt. Sommige studenten zijn misschien al een tijdje uit het studieritme en moeten er weer even inkomen. Een goed timemanagement is dan geen overbodige luxe! Maar ook een goede motivatie en studieplanning is dan belangrijk. Er zijn verschillende methoden om informatie op te nemen en te onthouden en er zijn ook veel manieren om hoofden bijzaken te onderscheiden. De Studiecoach geeft u tips en suggesties om u actief te leren studeren. Daarnaast worden in de studiecentra regelmatig workshops georganiseerd waar u samen met andere studenten kunt werken aan het verbeteren van uw kwaliteiten en studievaardigheden. www.ou.nl/studiecoach
Studieplanner Om een goed studieresultaat te behalen en zo veel moge lijk gebruik te maken van uw beschikbare studietijd is het plannen van uw studie raadzaam. De Studieplanner geeft een aantal gegevens weer waardoor het indelen van uw studie overzichtelijk wordt. Nadat u invoert hoeveel uren per week u beschikbaar heeft voor de studie, ziet u meteen wanneer u klaar bent voor het afleggen van een tentamen. Andersom kan ook, als u op een bepaalde datum uw cursus wilt afronden, berekent de studieplanner hoeveel studie-uren u per week nodig heeft. U kunt ook meerdere cursussen plannen en rekening houden met vakanties. www.ou.nl/studieplanner 5
Faculteit Cultuurwetenschappen Er zijn twee manieren om de cursussen van de faculteit Cultuurwetenschappen te volgen: als onderdeel van een academische bachelor- of masteropleiding, of als losse cursus. Wat u kiest zal afhangen van uw doelstelling en de tijd die u beschikbaar heeft. Bij elke cursusinschrijving zijn drie tentamenkansen inbegrepen. Na het succesvol afronden van een cursus, ontvangt u een certificaat. Wilt u later toch een volledige opleiding volgen, dan kunt u uw behaalde certificaten inbrengen in een opleiding. Een certificaat kan ook vrijstelling opleveren bij andere universiteiten of hogescholen.
Opleidingen algemene cultuurwetenschappen Bij cultuur denken wij vooral aan wat ons met andere mensen bindt. Dat kan taal zijn, nationaliteit, godsdienst, de krant waar wij op geabonneerd zijn, onze politieke voorkeur of de manier waarop wij met elkaar omgaan. Cultuur is dus een heel ruim begrip, waarin in ieder geval identiteit, omgangsvormen en gemeenschappelijke ideeën en codes een grote rol spelen. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat die gemeenschappelijke kenmerken ooit gegroeid zijn, maar ook – en dat maakt het spannend – constant veranderen. Denkt u zich in uw eigen woonplaats eens drie eeuwen terug. Die is dan aanzienlijk kleiner, er staan andere gebouwen, u bent anders gekleed en de taal en omgangsvormen zijn anders. Ook de beleving van godsdienst, natuur of maatschappelijke identiteit wijkt af van wat u op dit moment ervaart. De voortdurende ontwikkeling in de cultuur van het bestaande naar het nieuwe is kort samengevat onder de noemer ‘traditie en vernieuwing’, een begrippenpaar dat in de opleidingen Algemene cultuurwetenschappen centraal staat.
Beroepsperspectieven De academische opleidingen Algemene cultuurwetenschappen kennen vier constituerende disciplines: cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde. Na het voltooien van uw opleiding hebt u een schat aan kennis opgedaan over een breed scala van culturele verschijnselen, zoals taal, ideeën, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. Uw kennis strekt zich uit over een periode die begint bij de renaissance en doorloopt tot de huidige samenleving. Belangrijk in het cultuurbegrip is dat gemeenschappelijke kenmerken die ooit in een samenleving zijn gegroeid, voortdurend aan verandering onderhevig zijn. Naast kennis en inzicht verwerft u als cultuurwetenschapper ook de vaardigheden om teksten en bronnen te analyseren, zelf een onderzoek op te zetten en daarover wetenschappelijk verantwoord te rapporteren, zowel schriftelijk als mondeling. De kennis en vaardigheden waarover u na het behalen van een bachelor- of masterdiploma Algemene cultuurwetenschappen beschikt, maken u geschikt voor staf- en beleidsfuncties bij overheid en culturele instellingen. Als docent (eerste graad) geschiedenis of kunstgeschiedenis/culturele en kunstzinnige vorming (CKV) kunt u aan de slag na het afronden van een inhoudelijk ‘aanvullingstraject’ (zie pagina 15) en de postmaster lerarenopleiding aan een reguliere universiteit. Na uw bachelordiploma kunt u soortgelijke trajecten volgen voor een tweedegraadsbevoegdheid aan een hogeschool. De faculteit werkt aan een soortgelijke regeling voor een docentschap Nederlands. In de zogenaamde ‘open bacheloropleiding’ kunt u reeds behaalde studiepunten uit andere opleidingen combineren met een opleiding Algemene cultuurwetenschappen. Zo maakt een combinatie van management-, juridische en cultuurwetenschappelijke vakken u geschikt voor beleidsfuncties in culturele instellingen.
Bachelor-masterstructuur De faculteit Cultuurwetenschappen biedt een wetenschappelijke bachelor- en een masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen aan. Dit zijn twee geheel zelfstandige opleidingen: • de bachelorstudie, een afgeronde academische opleiding die wordt bekrachtigd met een diploma en bijbehorende titel Bachelor of Arts. Een variant van de bacheloropleiding is de open bachelor Algemene cultuurwetenschappen. • en de masterstudie waarin sprake is een verdere wetenschappelijke verdieping en welke leidt tot het diploma Master of Arts.
6
De cursussen waaruit de opleidingen van de faculteit Cultuurwetenschappen (en de andere faculteiten van de Open Universiteit) bestaan, worden elk academisch jaar door de Raad van decanen vastgesteld en gepubliceerd in de Onderwijs- en examenregeling (OER). Een ander belangrijk onderdeel van de OER zijn de uitvoeringsregelingen, waarin de specifieke bepalingen voor elke opleiding zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten Met uitzondering van practica (waaronder ook de cursussen cultuurwetenschappelijke vaardigheden vallen) en scripties zijn alle cursussen van de opleidingen ook als losse eenheid aan te schaffen, te bestuderen en af te sluiten met een tentamen. Wel zijn er soms ingangseisen waaraan voldaan moet worden.
Ongewenste verbreking contact Als u cursussen die u in uw bezit hebt, ‘wegwerkt’ door het kopen van losse tentamenkansen, kan het zijn dat het contact tussen u en de Open Universiteit verbroken wordt. Wees hierop alert, met name als er meer dan één jaar verstreken is sinds uw inschrijfrechten op de laatst gekochte cursus zijn verlopen. In dat geval is het raadzaam het studiecentrum en de faculteit te laten weten dat u nog steeds studeert.
Bibliotheekvoorzieningen De bibliotheekfaciliteiten van de Open Universiteit bestaan uit een digitale bibliotheek, toegang tot de catalogus Picarta, toegang tot universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek. Deze faciliteiten zijn bereikbaar via Studienet, Mijn werkplek en www.ou.nl/ub. U heeft rechtstreeks toegang tot de digitale bibliotheek met een dertigtal belangrijke informatiebestanden en/of zoeksystemen voor wetenschappelijke tijdschriften en artikelen. De instructievideo geeft uitleg over het gebruik van de digitale bibliotheek. Daarnaast wordt meer informatie verstrekt via de veelgestelde vragen en nieuwsberichten. Heeft u inhoudelijke vragen over de collectie, dan kunt u Ask Your Librarian raadplegen. www.ou.nl/bibliotheek of www.ou.nl/ub
Facultaire opleidingscommissie Algemene cultuurwetenschappen Binnen de faculteit Cultuurwetenschappen is een (wettelijk verplichte) Facultaire opleidingscommissie (FOC) actief. Deze commissie bestaat uit minimaal drie studenten en drie medewerkers. De commissie brengt advies uit over de Onderwijs- en examenregeling Algemene cultuurwetenschappen, beoordeelt jaarlijks de uitvoering van die regeling en geeft verder gevraagd en ongevraagd advies over het CW-onderwijs. Verslagen van de vergaderingen van de FOC kunt u vinden in de rubriek ‘Facultaire Opleidingscommissie’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.
7
De samenstelling van de commissie is in het voorjaar van 2010 als volgt: prof. dr. Leo Wessels, voorzitter drs. Annet van Melle, wp-lid dr. Mieke Rijnders, wp-lid drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, plv. wp-lid drs. Herman Simissen, plv. wp-lid Rick Coone, student-lid Leni Luierweert, plv. student-lid Bep Sanders, student-lid Michel Severijns, student-lid 2 vacatures drs. Paul van den Boorn, ambtelijk secretaris Indien u in contact wilt komen met de Facultaire opleidingscommissie Algemene cultuurwetenschappen kunt u een e-mail sturen naar
[email protected].
Studentenverenigingen Studenten van de faculteit Cultuurwetenschappen hebben zich georganiseerd in studentenverenigingen en studiegroepen. Een aantal daarvan is landelijk werkzaam, andere in een bepaalde regio. De verenigingen organiseren uiteenlopende activiteiten, zoals lezingen, excursies, congressen of buitenlandse studiereizen. Het is een gemakkelijke manier om contact te krijgen met andere studenten en docenten van de faculteit en het studiecentrum. De verenigingen zijn er natuurlijk ook voor de gezelligheid. Voor velen zijn de sociale contacten onmisbaar; onderling worden veel studie-erva ringen uitgewisseld. Meer informatie staat meestal vermeld op de website van het dichtstbijzijnde studiecentrum, of op de eigen website via Studienet. Actuele informatie over adressen, contactpersonen en activiteiten kunt u vinden op www.ou.nl/studentenvereniging of de link ‘studentenverenigingen’ onder de tab ‘Cultuurwetenschappen’ op uw werkplek op Studienet.
Studentenraad Studenten worden op universiteitsniveau vertegenwoordigd door de Studentenraad. De raad heeft instemmingbevoegdheid op het algemene deel van de Onderwijs- en examenregeling (OER) en adviesbevoegdheid op de specifieke delen. Verder kan de raad advies uit brengen over zaken die direct in verband staan met de geboden studiemogelijkheden en faciliteiten daartoe, bijvoorbeeld: • het ontwikkelen van opleidingen; • beleidszaken met betrekking tot voorzieningen voor studenten; • de studiebegeleiding van studenten. Daarnaast kan de Studentenraad uit eigen beweging advies uitbrengen aan de Raad van toezicht of aan het College van bestuur, over aangelegenheden van de Open Universiteit die in het bijzonder studenten aangaan. Zie voor meer informatie de ingang ‘Studentenraad’ op Studienet. De Studentenraad is bereikbaar via
[email protected]. Uiteraard is de Studentenraad ook telefonisch of schriftelijk bereikbaar: 045 - 576 22 15 of 045 - 576 27 37 (ma t/m vr van 09.00 – 16.30 uur). Postadres: Open Universiteit, t.a.v. Studentenraad, Postbus 2960, 6401 DL Heerlen.
8
Academia en SURFspot De Open Universiteit Nederland is aangesloten op de SURFfederatie, waardoor u als student gebruik kunt maken van de mediabibliotheek Academia maar ook producten bestellen via SURFspot. Het Academia-materiaal bevat een enorme collectie aan beeld- en geluidmateriaal over de Nederlandse geschiedenis, de medische wereld, mediageschiedenis, politiek en recht, natuur en milieu en zelfs over entertainment en curiosa. Er zijn Polygoonjournaals, amateurfilms, programma’s van de publieke omroep, radiofragmenten, foto’s en artikelen te vinden. SURFspot is de ict-webwinkel voor het onderwijs waar officiële software en andere ict-producten tegen voordelige prijzen aangeschaft kunnen worden. www.ou.nl/computergebruik
(Bijna) alumnus? Promoveren? Als u de eindstreep van uw studie bijna of al eerder heeft bereikt, betekent dat niet dat het contact met de Open Universiteit komt te vervallen. Als alumnus bent u graag gezien, u bent tenslotte ambassadeur van onze universiteit doordat u uit eigen ervaring goed zicht heeft op de ontwikkeling van de vraag naar opleidingen, scholing en trainingen. Wederzijds contact vinden wij belangrijk omdat we dan iets voor elkaar kunnen betekenen. Daarom bent u van harte welkom op onze studie dagen, symposia en academische zittingen. Ook sommige cursussen staan voor u open. De faculteit Cultuurwetenschappen organiseert jaarlijks een alumnidag en geeft een nieuwsbrief uit. Voor degenen die wel eens nadenken over een promotie, organiseert de faculteit speciale informatiebijeenkomsten. Hebt u belangstelling, neem dan contact op met
[email protected]. Alumnus zijn betekent ook dat u in aanmerking komt voor een lidmaatschap van de algemene OU-Alumnivereniging. Deze vereniging is zelfstandig en voert haar eigen beleid. Lid zijn van deze vereniging heeft diverse voordelen. Als eerste het contact met andere afgestudeerden en het onderhouden van een netwerk. Daarnaast is het mogelijk informatie te ontvangen over promoties en promotie-onderzoek en u kunt bovendien cursussen bestellen (zonder tentamenrechten) tegen een gereduceerd tarief. De vereniging organiseert geregeld lezingen, excursies en bedrijfsbezoeken. www.open.ou.nl/alumni
9
Studiebegeleiding Begeleiding en zelfstudie Het studeren aan de Open Universiteit wordt ook wel aangeduid als ‘begeleide zelfstudie’. Dat een student aan de Open Universiteit wordt geacht zoveel mogelijk zelfstandig te studeren, komt bijvoorbeeld tot uiting in de zelf- en eindtoetsen die in vrijwel alle gevallen tot het studiemate riaal van cursussen behoren. Het zijn proeftentamens waarmee u zelf kunt testen of u de stof van een leereenheid (zelftoets) of de hele cursus (eindtoets) beheerst. Daarnaast zijn van vrijwel alle cursussen tentamenbundels beschikbaar, bestaande uit reeds afgenomen tentamens of in het verleden gemaakte opdrachten. Naast de zelfstudie biedt de faculteit Cultuurwetenschappen diverse vormen van begeleiding. In de opleidingsschema’s van de bachelor en master Algemene cultuurwetenschappen in deze gids staat voor elke cursus de begeleidingsvorm aangegeven. Uitgebreide informatie vindt u op de cursuswebsites, de tab Cultuurwetenschappen op Studienet en op www.ou.nl onder studieaanbod en studie-informatie. We onderscheiden de volgende categorieën:
Standaardbegeleiding Iedere cursus heeft een docent bij wie u voor inhoudelijke vragen terecht kunt. Dit kan telefonisch of via e-mail. Op de cursussite in Studienet ziet u per cursus wie de docent is en wanneer hij/zij telefonisch spreekuur houdt. Op Studienet kunt u ook via de discussiegroep of het forum vragen stellen aan medestudenten. Docenten kijken mee in de discussiegroep.
Groepsbegeleiding Voor het Startpakket worden in vrijwel alle studiecentra in Nederland en in een aantal studiecentra in Vlaanderen groepsbijeenkomsten georganiseerd. Dat geldt ook voor een aantal inleidende cursussen in de propedeuse en een paar cursussen in de postpropedeuse met dien verstande dat voor deze cursussen de bijeenkomsten alleen belegd worden in de belangrijkste studiecentra. De bijeenkomsten vinden meestal plaats op vrijdag of zaterdag. Tijdens de bijeenkomsten gaat u samen met docent en medestudenten dieper in op de leerstof en bereidt u zich voor op het tentamen. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. Tenzij anders aangegeven is het bezoeken van begeleidingsbijeenkomsten niet verplicht.
Studiedagen Bij een aantal cursussen wordt op een centrale plaats in Nederland een studiedag georganiseerd. Een studiedag heeft een ander karakter dan een begeleidingsbijeenkomst. Tijdens een studiedag maken docenten de inhoud van een cursus aanschouwelijk door bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, door lezingen of door het samen lezen van oorspronkelijke teksten. De dagen hebben een ‘plus-karakter’, inhoud van de cursus en tentamen komen slechts zijdelings ter sprake. Over data, locaties en inhoud van deze dagen wordt u tijdig via de cursuswebsite en het studentenblad Modulair geïnformeerd. De studiedagen kunnen meegenomen worden in het traject van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat. Zie de cursusbeschrijving van deze cursus.
Individuele begeleiding bij de afstudeeropdracht Bij het schrijven van de bachelorscriptie wordt u gedeeltelijk individueel begeleid. U maakt samen met uw docent afspraken. De begeleiding van het onderzoekspracticum en de scriptie van de masteropleiding is geheel individueel.
Studieadviseur en mentor Hebt u vragen met betrekking tot studieplanning, studievoortgang, studievaardigheden of organisatie (dus vragen die geen betrekking hebben op de inhoud van een specifieke cursus), dan kunt u elke werkdag van 9.00 tot 16.30 uur terecht bij de studieadviseur Cultuurwetenschappen, telefoon: 045 - 576 28 88. Daarnaast kunt u voor soortgelijke vragen een beroep doen op uw CW-mentor. Deze heeft als standplaats het studiecentrum in uw buurt en is een vast aanspreekpunt tijdens uw hele studie. Aan elk Nederlands studiecentrum is een CW-mentor verbonden (zie de foto’s). Hij/zij organiseert ook bijeenkomsten, te denken valt aan voorlichtingsbijeenkomsten over het nieuwe cursusaanbod, aan lezingen in het kader van het studium generale van CW of aan excursies. Op deze bijeenkomsten ontmoet u medestudenten uit uw eigen regio, hetgeen soms leidt tot het vormen van studiegroepjes. CW-mentor en studieadviseur richten zich ook op gezette tijden tot u via een mail in het kader van het zogenaamde bachelormentoraat.
Wijzigingen in studiebegeleiding Elektronische begeleiding Enkele cursussen van de opleidingen Algemene cultuurwetenschappen worden elektronisch begeleid via de cursuswebsite op Studienet. Elektronische, voorgeprogram meerde studietaken, discussie- en nieuwsgroepen en e-mail sturen u door de leerstof. Indien van toepassing worden studenten vanuit de cursuswebsite geleid naar een specifieke elektronische leeromgeving.
In de rubriek Studiebegeleiding in Modulair en op de cursuswebsites wordt u op de hoogte gehouden van wijzigingen van data, locaties en spreekuurtijden van docenten/ mentoren. Raadpleeg daarom altijd deze rubriek.
Contactpersonen in Vlaanderen en Brussel Ook aan de Vlaamse studiecentra zijn CW-mentoren verbonden. Bij hen kunt u informatie krijgen over CWdocenten en begeleiding. Zie voor de namen de CW-tab op Studienet onder ‘begeleiding en mentoraat’.
Docenten en mentoren Overige stafleden Prof. dr. Jaap van Marle
prof. dr. Wil Derkse
drs. Wil Michels
Decaan
(filosofie)
(taalcorrectie)
[email protected]
[email protected]
drs. Janny
drs. Dick Disselkoen
dr. Sarah de Mul
Bloembergen-Lukkes
(letterkunde)
(letterkunde)
(geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
dr. Lizet Duyvendak
dr. Michael Riemers
(letterkunde)
(geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
dr. Elisabeth
dr. Mieke Rijnders
den Hartog-De Haas
(kunstgeschiedenis)
drs. Lieke van den Bulck-
(filosofie)
[email protected]
Van der Linden
elisabeth.denhartog-
(cultuurwetenschappen)
[email protected]
Mentoren
janny.bloembergen-lukkes@ ou.nl CW-mentor Utrecht en Almere
dr. Toon Bosch (geschiedenis)
[email protected] CW-mentor Nijmegen
[email protected] CW-mentor Breda en Den
drs. Marjolein van Herten
dr. Ronald Rommes
Haag
(aio letterkunde)
(geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
CW-mentor in Rotterdam en
dr. Maartje Hoogsteijns
drs. Herman Simissen
Vlissingen
(coördinator erfgoed)
(filosofie / geschiedenis)
[email protected]
[email protected]
CW-mentor Zwolle en
drs. Miel Jacobs
dr. Patricia van Ulzen
Enschede
(aio geschiedenis)
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
[email protected]
CW-mentor in Groningen,
dr. Frauke Laarmann
drs. Arjan Vader
Leeuwarden en Emmen
(kunstgeschiedenis)
(cultuurwetenschappen)
[email protected]
[email protected]
drs. Tom van Dorp (filosofie / geschiedenis)
[email protected]
dr. Frank Inklaar (geschiedenis)
[email protected]
drs. Annet van Melle (filosofie)
[email protected]
dr. Jos Pouls (kunstgeschiedenis)
[email protected] CW-mentor Heerlen
dr. Martine Meuwese
(Parkstad) en Eindhoven
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
drs. Wouter Steffelaar (letterkunde)
[email protected] CW-mentor Amsterdam en Alkmaar
11
Secretariaat dr. Jeroen Vanheste
drs. Paul van den Boorn
Nicole Gruisen
(filosofie)
[email protected]
[email protected]
[email protected]
opleidingsmanager en scriptiecoördinator
dr. Karin Verelst
Véronique Smits
(filosofie)
vé
[email protected]
[email protected]
drs. Irmin Visser
Petra de Munnik
(kunstgeschiedenis)
[email protected]
[email protected]
prof. dr. Leo Wessels (geschiedenis)
[email protected]
12
Bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Bij het bepalen van de inhoud van de bacheloropleiding is de gedachte wat nu zo kenmerkend is voor onze cultuur richtinggevend geweest. Maar de cultuur waarin wij leven kent veel verworvenheden en toevallige overblijfselen uit het verleden. Aan de historische component, die onlosmakelijk verbonden is met de bestudering van cultuurfenomenen binnen het thema ‘traditie en vernieuwing’, wordt in de meeste cursussen van de opleiding dan ook een primaire plaats toegekend. De accenten liggen qua plaats op West-Europa en qua tijd op het tijdvak vanaf de renaissance (vanaf vijftiende eeuw), de periode waarin onze cultuur haar vorm kreeg. De cultuurgeschiedenis is echter slechts één van de vier constituerende disciplines van de opleiding Algemene cultuurwetenschappen. De andere drie, kunstgeschiedenis, filosofie en letterkunde, zorgen voor een reeks cursussen met een thematische benaderingswijze, die nader ingaan op de belangrijkste uitingen van cultuur zoals taal, symbolen, beelden, gebouwen en afbeeldingen. In het begin van het studieprogramma worden de constituerende disciplines zelfstandig aangeboden, later in onderling verband.
De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen telt totaal 42 modulen (180 studiepunten). Zij valt uiteen in de propedeuse van 14 modulen (12 cursussen, waarvan 4 gebonden keuze) en de postpropedeuse van 28 modulen. De laatste modulen zijn verdeeld over 7 verplichte cursussen, 13 (uit 18) cursussen in de gebonden keuze, het bachelorscriptiepracticum van 3 modulen en de vrije ruimte van 5 modulen. De propedeuse wordt gekenmerkt door een algemene, inleidende aanpak. De postpropedeuse zorgt voor een verdieping van kennis en inzicht en wordt afgesloten met een scriptie.
Kennis en academische vaardigheden Tijdens de opleiding doet u een schat aan kennis op over cultuur, maar ook over de eigen aard en ontwikkeling van de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. U maakt kennis met de verschillende typen bronnen waar cultuur wetenschappers mee werken en u krijgt inzicht in de verschillende benaderingswijzen die ze hanteren (en de debatten die hierover gevoerd worden). U leert ook parate kennis toe te passen op concrete vraagstukken, kritisch na te denken over de wetenschappelijke benaderingswijzen, zelf bronnen te analyseren en daarvan verslag uit te brengen. Aan het eind van uw bachelorstudie voert u zelf een klein onderzoek uit en doet daar schriftelijk en mondeling verslag van.
Startpakket en vervolg propedeuse De bacheloropleiding start met de Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, waarin u kennis maakt met de cultuurwetenschappelijke benadering. Deze cursus kunt u kopen in de vorm van een Startpakket (zie pagina 26). Het bestuderen van deze cursus duurt ongeveer een half jaar. Vervolgens volgt u inleidingen in de vier cultuurwetenschappelijke disciplines. Deze kunt u naar believen uitbreiden met een ‘pluspakket’, waarin door middel van lezingen, tentoonstellingen en ontmoetingen met de begeleiders de leerstof wordt genesteld in de actualiteit.
Daarna maakt u kennis met belangrijke historische ontwikkelingen uit de negentiende en twintigste eeuw – nationalisme, staatkundige veranderingen, politieke theorieën, die ook in hun culturele context worden geplaatst. In de cursus Geschiedenis van het privéleven maakt u kennis met allerhande soorten bronnen die bij historisch onderzoek een rol kunnen spelen. U voltooit de propedeuse met de bestudering van de cursussen Schrijfpracticum 1 (schrijfvaardigheid) en Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1. De academische vaardigheden die u daarin leert, zijn van belang voor het goed kunnen volgen van het postpropedeuseprogramma en later de masteropleiding.
Postpropedeuse In de postpropedeuse vindt verdieping van kennis en inzicht plaats en gaat u deze op kritische wijze toepassen. Het centrale thema ‘traditie en vernieuwing’ vormt de rode draad. Er is onder andere aandacht voor de invloed van de Amerikaanse cultuur op de Europese samenleving, voor ontwikkelingen in de stedenbouw en kunsten, voor de interpretatie en receptie van kunstvormen in later tijden, voor de nieuwste geschiedenis van Nederland en Vlaanderen, en voor de invloed van andere culturen op de Nederlandse letterkunde. U bestudeert cursussen waarin de behandeling van een bepaald onderwerp wordt aangegrepen om dieper in te gaan op de analyse van bronnen, de confrontatie van theorie en praktijk, en op wetenschappelijke benaderingswijzen. Kritische reflectie en het plaatsen van casussen binnen wetenschappelijke debatten staan daarbij centraal. Andere cursussen stellen fundamentele vragen aan de orde als ‘wat is wetenschap eigenlijk?’ en ‘wat is cultuur?’. Ook academische vaardig heden krijgen in de postpropedeuse volop aandacht. In de cursus Schrijfpracticum 2 staat (wederom) de schrijfvaardigheid centraal, dit keer gaat het om de in de wetenschap gebruikte genres. Bij Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 gaat het erom dat u de fundamentele competenties die nodig zijn voor het doen van wetenschappelijk onderzoek onder de knie krijgt.
13
Gebonden-keuzecursussen De bacheloropleiding bestaat voor een deel uit verplichte cursussen. Daarnaast zijn er gebondenkeuzecursussen. Dat houdt in dat u uit een reeks als zodanig aangeduide cursussen er een aantal moet kiezen.
Afstuderen bacheloropleiding In het laatste half jaar van de bachelorstudie bent u bezig met het schrijven van een scriptie op basis van een eigen leeronderzoek. De inhoud van deze scriptie moet zowel schriftelijk als mondeling correct gepresenteerd worden.
Vrije ruimte Verspreid over de postpropedeuse mag u zelf vijf modulen kiezen uit het totale cursusaanbod van de Open Universiteit, of – na toestemming – uit het aanbod van andere universiteiten. Daarmee vult u de zogenaamde ‘vrije ruimte’ in, geheel naar eigen inzicht. Dit zijn de mogelijkheden die u hebt: • u kiest modulen uit het overig cursusaanbod van de faculteit Cultuurwetenschappen. Dat kunnen gebonden-keuzecursussen zijn die ‘overschieten’, nadat u het gebonden-keuzeblok hebt gevuld. Het kunnen ook de cursussen zijn die de faculteit nog extra aanbiedt, sommige daarvan in het kader van het ‘inhoudelijk aanvullingstraject geschiedenis’ (zie beneden, en de cursusbeschrijvingen op pagina 46-49). Wel geldt de regel dat bachelorstudenten in de vrije ruimte geen cursussen mogen kiezen uit de (aansluitende) masteropleiding. • u kiest modulen uit het cursusaanbod van de andere faculteiten van de Open Universiteit • u kiest voor cursussen (opleidingsonderdelen) bij een andere universiteit. Dit hoeft niet per se een Nederlandse of Belgische universiteit te zijn (aanschuifonderwijs, zie onder). • u kiest voor een stage. Deze kan onder strikte voorwaarden worden ingebracht in de vrije ruimte. Neem van te voren contact op met een betrokken staflid en de opleidingsmanager (zie pagina 11). Voor het inbrengen van een stage dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurwetenschappen.
Aanschuifonderwijs Voor het invullen van uw vrije ruimte en het vullen van maximaal twee modulen in het gebondenkeuzeblok kunt u opleidingsonderdelen gevolgd aan een andere universiteit inbrengen. Voor dit zogeheten aanschuifonderwijs dient u vooraf toestemming te vragen aan de Facultaire toetsingscommissie (FTC) van de faculteit Cultuurweten-schappen. U draagt zelf zorg voor inschrijving, betaling et cetera aan die andere universiteit. Meer informatie over aanschuifonderwijs vindt u in de Uitvoeringsregeling bij de onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding 2009-2010, zie www.ou.nl/documenten.
Buitenlandse cursussen In het kader van het programma International Course Exchange (ICE) van de European Association of Distance Teaching Universities (EADTU) kunt u als aanschuifonderwijs ook kiezen voor cursussen die aangeboden worden door andere Europese afstandsuniversiteiten. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor de inbreng van onderwijs van andere Nederlandse of Belgische universiteiten: u moet vooraf toestemming vragen bij de FTC en u moet zelf alles regelen. Het aanbod 20102011 in het kader van het ICE-programma staat op www.ou.nl/buitenlandsecursuscw . Voor deze cursussen geldt dat inbreng door de FTC van de faculteit Cultuurwetenschappen altijd zal worden goedgekeurd.
14
Compensatorische regeling Binnen de bacheloropleiding is de compensatorische regeling van kracht. U kunt uw bachelor diploma halen met twee 5’en: binnen de propedeuse en binnen de postpropedeuse mag telkens één 5 blijven staan. De compensatorische regeling geldt niet voor cursussen die bestaan uit meer dan één module, voor de schrijfpractica, voor de vaardigheidscursussen en voor cursussen die niet met een cijfer worden gewaardeerd. Zie voor meer informatie de website: www.ou.nl/documenten > Uitvoeringsregels bachelor Algemene cultuurwetenschappen, en www.ou.nl/documenten > Nadere regels inrichting tentamen en examen, artikel 20a.
Inhoudelijke aanvullingstrajecten – 1e-graads docent De faculteit Cultuurwetenschappen heeft met het Instituut Leraar en School van de Radboud Universiteit Nijmegen de volgende afspraken gemaakt: 1) Studenten Algemene cultuurwetenschappen die zowel hun bachelorscriptie als hun masterscriptie in de discipline ‘geschiedenis’ hebben geschreven, alsook een historische variant van het Onderzoekspracticum in de master hebben gedaan, kunnen instromen in de postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent geschiedenis. Voorwaarde is dat zij nog een inhoudelijk aanvullingstraject volgen van 5 modulen (600 studie-uren). Een dergelijk traject biedt de faculteit Cultuurwetenschappen aan voor de vrije ruimte van de bacheloropleiding ACW. Het aanvullingstraject geschiedenis bestaat uit vier cursussen (zie de cursusbeschrijvingen op pagina 48-49). 2) Studenten Algemene cultuurwetenschappen die zowel hun bachelorscriptie als hun masterscriptie in de discipline ‘kunstgeschiedenis’ hebben geschreven, alsook een kunsthistorische variant van het Onderzoeksprac-ticum in de master hebben gedaan, kunnen meteen instromen in de postmaster pedagogisch-didactische opleiding tot eerstegraads docent kunstgeschiedenis/Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Een inhoudelijk aanvullingstraject omvat maximaal 12 studiepunten. Nadere informatie:
[email protected] 3) Besprekingen over een inhoudelijk reparatietraject dat uitzicht biedt op een eerstegraads bevoegdheid Nederlands zijn gaande. 4) De faculteit streeft ernaar zo spoedig mogelijk te komen tot landelijke afspraken.
15
B ac h e l o r op l e idin g
Open bachelor Algemene cultuurwetenschappen De faculteit Cultuurwetenschappen biedt een open bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) aan. Een open bachelorprogramma bestaat uit drie blokken: Facultair programma
116,1 studiepunten
Verbredingpakket
43 studiepunten
Cursussen van een of meer andere faculteiten
Vrije ruimte Totaal
21,5 studiepunten 180,6 studiepunten
De bachelorscriptie die u aan het eind van uw opleiding schrijft, maakt deel uit van het facultaire programma en dient te voldoen aan dezelfde eisen die worden gesteld aan een bachelorscriptie van de reguliere bacheloropleiding ACW. Na het behalen van uw diploma mag u de titel Bachelor of Arts voeren. De open bachelor Algemene cultuurwetenschappen kan interessant zijn, als u bijvoorbeeld een managementfunctie bij een culturele instelling ambieert. U kunt dan het facultaire programma ACW combineren met een verbredingspakket uit de faculteiten Management- en Rechtsweten schappen. Meer informatie vindt u op de tab van de faculteit Cultuurwetenschappen.
Beleidsvariant Cultuurwetenschappen (10 modulen) Verbredingspakket bij het facultair programma CW Code
Cursus
Aanbevolen cursussen vanuit Managementwetenschappen (MW) B01111
Human resource management
B38111
Administratieve processen en accounting (“Inleiding Boekhouden”)
B09111
Managementaccounting (“Kostencalculaties”)
B13121
Organisatie en management
B04111
Management competenties
Aanbevolen cursussen vanuit Rechtswetenschappen (RW) R01152
Basiscursus recht
R21271
Ondernemingsrecht
R01331
Arbeidsovereenkomstenrecht
R08181
Inleiding bestuursrecht
Naast nieuwe studenten die op deze wijze een eigen breed bachelorprogramma kunnen samenstellen is de Open Bachelor ook bedoeld voor studenten die in een vorig studieleven al een (gedeeltelijke) academische opleiding hebben gevolgd. Deze studenten kunnen in het verbredingspakket en/of de vrije ruimte eerder behaalde studiepunten inbrengen. Voorwaarde hiervoor is dat de behaalde vakken een eenheid dienen te vormen en dat het om onderwijs van academisch niveau gaat. Wanneer u een open bachelorprogramma ACW wenst te volgen, dient u een gemotiveerd verzoek daartoe in te dienen bij de Commissie voor de Examens (CvE). De Facultaire toetsingscommissie van de faculteit Cultuurwetenschappen adviseert de CvE inzake de te nemen beslissing. De gehele regeling kunt u nalezen op de website. Daar vindt u ook de samenstelling van het facultaire programma. www.ou.nl/openbachelor.
Studieduur en structuur van de bacheloropleiding De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen heeft een duidelijke structuur. In de schema’s van de normtrajecten kunt u zien dat de bacheloropleiding is verdeeld in een aantal halfjaartrajecten (semesters), die zich al naar gelang uw studietempo uitstrekken over een periode van zeven tot twaalf en een half jaar. De normtrajecten geven de volgorde aan waarin u volgens de faculteit de cursussen het beste kunt bestuderen. Als u volgens een normtraject studeert • sluiten de cursussen inhoudelijk, qua niveau en qua benodigde vaardigheden het beste op elkaar aan, • sluiten begeleidingsbijeenkomsten, tentamens en herkansingen het beste op elkaar aan. Voor de volgorde waarin u de cursussen bestudeert, moet u dus het schema van het normtraject raadplegen; voor de precieze titel, de omvang, de tentamen- en de begeleidingsvorm van een cursus kunt u terecht in het Opleidingsschema. Uw elektronisch studiepad is opgebouwd volgens het opleidingsschema. Het geeft niet de volgorde van studeren weer.
Normtrajecten bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen Door de faculteit sterk aanbevolen volgorde van studeren Studietempo: 3 tot 4 modulen per jaar Jaar 1
1e semester (september-januari)
2e semester (februari-augustus)
Modulen
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Ancien Régime
3
2
Inleiding letterkunde + Disciplinaire verdieping 2
Geschiedenis van het privéleven
3,5
3 Veranderende grenzen 1815-1919 + Disciplinaire verdieping 2 4 Veranderende grenzen 1919-1989 5 Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1
Inleiding in de filosofie + Disciplinaire verdieping 1
4
Inleiding kunstgeschiedenis + Disciplinaire verdieping 1
3,5
Wetenschapsleer + CW-debat of CW-seminars
3 + lintmodule
6
vrije ruimte 1 + Expressionisme
Culturele dialoog + CW-vaardigheden 2
3 + lintmodule
7
Kijken naar Amerika + vrije ruimte 2
Ethiek
3
8
Schrijfpracticum 2 + Stedenbouw
Literaire canon
3
9
vrije ruimte 3 + 4
Literatuurwetenschap
3
10
Argumentatieleer + Bewegend Beeld
Historiografie
3
11
Gouden Eeuw + Lieux de mémoire
Denken over cultuur
3
12
Kabinetten + Modernisering NL/VL 1948-1973
vrije ruimte 5 + Oudnederlandse schilderkunst
4
13
Onderzoekspracticum bachelorscriptie
3
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen.
17
B ac h e l o r op l e idin g
Studietempo: 4 tot 5 modulen per jaar Jaar
1e semester (september-januari)
2e semester (februari-augustus)
Modulen
1
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Ancien Régime + Geschiedenis van het privéleven
4
2 Inleiding letterkunde + Disciplinaire verdieping 2 Inleiding in de filosofie + Disciplinaire verdieping 1 3 Veranderende grenzen 1815-1919 + 1919-1989 Inleiding kunstgeschiedenis + Disciplinaire verdieping 1 + disciplinaire verdieping 2
5
4
Wetenschapsleer + Culturele dialoog
4 + lintmodule
5 Kijken naar Amerika + vrije ruimte 1 + CW-debat of CW-seminars 6 Expressionisme + Stedenbouw
Literaire canon + Schrijfpracticum 2
4 + lintmodule
Ethiek + vrije ruimte 2
4
7
Bewegend Beeld + Argumentatieleer
Literatuurwetenschap + Historiografie
4
8
Kabinetten + Gouden Eeuw
Denken over cultuur + vrije ruimte 3
4
9
Modernisering NL/VL 1948-1973 + vrije ruimte 4
Lieux de mémoire + Oudnederlandse schilderkunst
4
10
Onderzoekspracticum bachelorscriptie
vrije ruimte 5
4
Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1 + 2
5
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen.
Studietempo: 6 modulen per jaar Jaar
Semester
Propedeuse (14 modulen) 1 September
Cursus
Modulen
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
2
2
Februari
Inleiding in de filosofie + Ancien Régime + Disciplinaire verdieping 1
3,5
September
Inleiding letterkunde + Veranderende grenzen 1815-1919 + Disciplinaire verdieping 2
4
Februari
Inleiding kunstgeschiedenis + Geschiedenis van het privéleven + Disciplinaire verdieping 1
3,5
3
September
Schrijfpracticum 1 + CW-vaardigheden 1 + Veranderende grenzen 1919-1989
3
Postpropedeuse (28 modulen)
Februari
Culturele dialoog + Wetenschapsleer + Literaire canon + CW-vaardigheden 2
3 + lintmodule
4
September
Kijken naar Amerika + Expressionisme + vrije ruimte 1 + CW debat of CW-seminras
3 + lintmodule
Februari
Schrijfpracticum 2 + Ethiek + vrije ruimte 2
3
5
September
Stedenbouw + vrije ruimte 3+4
3
Februari
Argumentatieleer + Literatuurwetenschap + Lieux de mémoire
3
6
September
Bewegend beeld + Kabinetten, galerijen en musea
2
Februari
Denken over cultuur + Historiografie + Oudnederlandse schilderkunst
3
7
September
Modernisering NL/VL 1948-1973 + vrije ruimte 5 + Gouden Eeuw
3
Februari
Onderzoekspracticum: bachelorscriptie
3
Op de plek van elke gebonden-keuzecursus kan een zomerschool worden gevolgd, bij voorkeur tegen het eind van de studie. Gebonden keuze of verplichte cursussen: zie opleidingsschema. Lintmodules: invulling vindt plaats op verschillende tijdstippen
18
Opleidingsschema bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata blz. sept. ‘10 – aug. ‘11
Propedeuse Verplicht Startpakket C44122 Oriëntatiecursus Cultuurwetenschappen 2 vervolg propedeuse
groepsbijeenkomsten per open boek studiecentrum 1e en 2e semester 1 open vragen
10-11, 25-1, 6-4, 20-6, 31-8
26
C13122 Inleiding in de filosofie 2
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
10-11, 21-6, 31-8
26
C12122 Inleiding letterkunde 2 C19112 Inleiding kunstgeschiedenis 2
groepsbijeenkomst per regio2 1e semester
schriftelijk (mc)
24-1, 4-4, 29-8
27
groepsbijeenkomst per regio2 2e semester
schriftelijk (mc)
10-11, 22-6, 31-8
27
schriftelijk (mc) + open vragen
8-11, 26-1, 22-6
28
C51111 Schrijfpracticum 1 – Zakelijk schrijven 1 standaard C48211 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 1 C09221 Ancien Régime 1
groepsbijeenkomst per regio2 (v) 1e semester
opdracht
volgens afspraak
28
standaard
schriftelijk (mc)
10-11, 4-4, 30-8
29
C06311
1
trainingsdag CW-V 2
sys (mc)
volgens afspraak
29
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-19193
Gebonden keuze (eis 2 van de 4 modulen) C07321
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1919-1989
1
studiedag
sys (mc)
volgens afspraak
30
C50111
Geschiedenis van het privéleven
1
standaard
sys (mc)
volgens afspraak
30
C57111
Disciplinaire verdieping 1
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
31
C58111
Disciplinaire verdieping 2
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
31
trainingsdag CW-V 2
sys (mc)
volgens afspraak
32
standaard + elektronisch
opdracht
volgens afspraak
32
opdracht
volgens afspraak
33
schriftelijk (mc) + open vragen
8-11, 6-4, 20-6
34
Postpropedeuse verplicht C01221 Wetenschapsleer 1 C51211 Schrijfpracticum 2 – Academisch schrijven 1
C49221 Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 1 4 landelijke trainingsdagen (v) Lintmodule: zie cursusbeschrijving 1 standaard C02211 Literatuurwetenschap3 1 C01321 Denken over cultuur3 C17321 Oudnederlandse schilderkunst3, 5 1
landelijke groepsbijeenkomst 2e semester
opdracht
volgens afspraak
34
studiedag
schriftelijk (mc)
5-4 en 22-6
35
C36321 Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1 1948-1973 Postpropedeuse gebonden keuze (eis: 13 van de 18 modulen)
landelijke groepsbijeenkomst 1e semester
schriftelijk (ov)
25-1, 6-4, 29-8
35
C19111 Kijken naar Amerika C10311 Expressionisme
1
trainingsdag CW-V 2
opdracht
volgens afspraak
36
1
studiedag
sys (mc)
volgens afspraak
36
1
trainingsdag CW-V 2
CBG (mc)
24-1, 5-4, 29-8
37
schriftelijk (mc) + open vragen
9-11, 4-4, 21-6
37
C08321
Stedenbouw. De geschiedenis van de vroegmoderne stad in de Nederlanden
C52211 Argumentatieleer 1 standaard
code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘10 – aug. ‘11
blz.
C39211
Historiografie. Geschiedschrijving in de 1 studiedag Nederlanden van Renaissance tot heden
open boek open vragen
9-11, 5-4, 30-8
38
C23221
Ethiek
1
trainingsdag CW-V 2
schriftelijk (mc)
8-11, 5-4, 29-8
38
C27231
Bewegend beeld
1
standaard
opdracht
volgens afspraak
39
C05211
De Gouden Eeuw in perspectief
1
standaard
sys (mc)
volgens afspraak
39
C41211
Kabinetten, galerijen en musea
1
trainingsdag CW-V 2
schriftelijk (mc)
8-11, 26-1, 20-6
40
C33211
Culturele dialoog: lezen en schrijven 1 trainingsdag CW-V 2 tussen twee culturen
schriftelijk (open)
9-11, 22-6, 31-8
40
C03211 De literaire canon 1 trainingsdag CW-V 2 opdracht volgens afspraak C48321 Lieux de mémoire 1 standaard opdracht volgens afspraak C53211 Het cultuurwetenschappelijk debat 1 contactonderwijs opdracht volgens afspraak
42
C54211
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
44
C61311
Zomerschool cultuurgeschiedenis
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
41
C13382
Zomerschool Florence
2
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
41
C56311
Zomerschool Roma Caput Mundi
1
contactonderwijs
opdracht
volgens afspraak
42
Vrij te kiezen cursussen (vrije ruimte) 6
5 individueel + groepsbijeenkomsten (v)
scriptie + presentatie
volgens practicum- data
45
3 C42323 Onderzoekspracticum: bachelorscriptie4
44 43
Groepsbijeenkomsten in het 2e semester alleen in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Nijmegen, Eindhoven, Groningen en Rotterdam De regio’s zijn: Randstad (Alkmaar, Almere, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam); Noordoost (Leeuwarden, Groningen, Emmen, Zwolle en Enschede), Zuid (Vlissingen, Breda, Eindhoven, Nijmegen en Heerlen) en Vlaanderen. Zie voor nadere informatie de cursussite. Voor begeleiding in Vlaanderen: neem contact op met het studiecentrum. 3 Voorbereidende cursussen op het Onderzoekspracticum bachelorscriptie. Zie ook de ingangseisen van het practicum. 4 Te kiezen 1 uit 4: geschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde, filosofie. 5 Voor deze cursus kunt u inschrijven vanaf 1 februari 2011. Tot die tijd wordt de oude gelijknamige cursus (C17311) uitgeleverd. 6 De volgende cursussen maken geen deel uit van de bacheloropleiding ACW, maar worden aanbevolen ten behoeve van de vrije ruimte: C10212 Nederland in de 19e en 20e eeuw C11211 Oudheid C12221 Middeleeuwen C13211 Sociaal-economische geschiedenis C14222 Van Babylon tot Brugge C14311 Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd C17122 Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis C32222 Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven 1 2
20
Legenda opleidingsschema Begeleiding Voor een nadere toelichting op de verschillende vormen van begeleiding: zie pagina 10.
Contactonderwijs
Standaard
Onderwijs wordt gegeven in de vorm van bijeenkomsten. Tentamen door middel van een werkstuk of referaat.
De standaardvorm van begeleiding wordt geboden bij iedere cursus.
Tentamenvorm
Groepsbijeenkomsten Startpakket Groepsbijeenkomsten vinden in het eerste semester in alle Nederlandse studiecentra plaats met uitzondering van Emmen en Almere. In het tweede semester zijn er alleen startersbijeenkomsten in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Eindhoven, Groningen, Nijmegen en Utrecht. Deze laatste groeps bijeenkomsten gaan niet door wanneer zich minder dan vijf studenten aanmelden. Alle informatie rondom studiebegeleiding wordt gepubliceerd op de betreffende cursussite. In een aantal Vlaamse studiecentra worden voor het Startpakket begeleidingsbijeenkomsten georganiseerd. Vlaamse studenten wordt aangeraden zich te informeren in hun studiecentrum.
schriftelijk
Groepsbijeenkomsten per regio
open boek
Er worden groepsbijeenkomsten georganiseerd in een beperkt aantal Nederlandse studiecentra. Soms vindt ook in Vlaamse studiecentra een begeleidingsbijeenkomst plaats voor inleidende propedeusecursussen. Vlaamse studenten wordt aangeraden zich te informeren in hun studiecentrum.
Studiematerialen mogen meegenomen worden naar het tentamen. Check altijd de tentameninformatie op de cursuswebsite op Studienet.
Groepsbijeenkomsten landelijk De groepsbijeenkomsten vinden plaats in één centraal gelegen Nederlands studiecentrum.
Studiedag Er wordt één studiedag georganiseerd ergens in Nederland.
Trainingsdag Dag waarop academische vaardigheden worden getraind in het kader van de lintmodule Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2. Zie cursusbeschrijving elders in deze studiegids.
Regulier schriftelijk tentamen, bestaande uit meerkeuzevragen (mc) en/of open vragen (open).
sys Schriftelijk tentamen dat getentamineerd wordt volgens het sys-systeem (zie pag. 56), bestaande uit meerkeuzevragen (mc).
opdracht Een opdracht kan bestaan uit een werkstuk, een verslag, een referaat, een presentatie of anderszins. Bij de cursus beschrijving vindt u nadere informatie.
CBT De Open Universiteit kent sinds in 2009-2010 computer gebaseerde toetsing (CBT). Dit houdt in dat de afname van regulier schriftelijke en SYS-tentamens niet meer op papier maar via een pc verloopt. De invoering van CBT kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergege ven planning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven, zult u tijdig hierover worden geïnformeerd.
Tentamendata data Voor regulier schriftelijke tentamens worden de data van tevoren vastgesteld; het is niet mogelijk hier van af te wijken.
Elektronisch Zie voor nadere toelichting de cursusbeschrijving.
volgens afspraak
(v)
Het afleggen van sys-tentamens en het inleveren van opdrachten verloopt volgens afspraak; u kunt de tentamendata in principe zelf bepalen.
Deelname is verplicht. Zonder deelname geen toelating tot het tentamen.
Individueel In overleg wordt bepaald op welke manier begeleiding plaatsvindt, met name bij practica en scripties.
21
Vrijstellingen voor de bacheloropleiding Iedereen van 18 jaar of ouder kan bij de Open Universiteit starten met een bacheloropleiding. Er is dus geen vooropleidingseis zoals bij andere universiteiten. Hebt u in het verleden een wo- of hbo-opleiding 1 afgerond, dan komt u altijd in aanmerking voor vrijstelling. De vrijstelling is ruimer naarmate er meer overeenkomst (verwantschap) bestaat tussen de door u afgeronde wo- of hbo-opleiding en de te volgen opleiding aan de Open Universiteit. Is er minder of geen verwantschap, dan is de vrijstelling beperkt. Hebt u de opleiding niet voltooid, dan wordt per afgerond vak bekeken of er sprake kan zijn van vrijstelling. Een vrijstellingsverzoek wordt altijd individueel bekeken.
Vrijstelling vrije ruimte De bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen heeft een vrije ruimte van vijf modulen die u naar eigen keuze met cursussen van de Open Universiteit of met aanschuifonderwijs kunt invullen (zie pagina 14). Hiermee wordt het belang van de breedte van een universitaire opleiding onderstreept. Bij een reeds voltooide hbo- of wo-opleiding wordt aangenomen dat aan die breedte voldaan is. U komt dan, ook als die opleiding verder geen verwantschap heeft met Algemene cultuurwetenschappen, in aanmerking voor vrijstelling van de vrije ruimte.
Vrijstelling op basis van gelijkwaardige of verwante getuigschriften en vakken Is er tussen de eerder gevolgde opleiding en de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen (ACW) verwant schap, dan wordt op grond van de inhoud, het niveau en de omvang van de gevolgde vooropleiding in onderling verband bepaald welke cursussen u krijgt vrijgesteld. Als gelijkwaardig aan de bacheloropleiding ACW gelden gelijk namige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen gevolgd aan een andere Nederlandse of Belgische universiteit (en in bepaalde gevallen een Nederlandse hbo-opleiding) met een aantoonbaar vergelijkbaar programma. Hebt u bijvoorbeeld een propedeuse algemene cultuurwetenschappen gehaald, dan krijgt u de propedeuse ACW van de OUNL vrijgesteld. Als verwant aan de opleiding ACW worden beschouwd wo-, mo- en hbo-opleidingen op het gebied van geschiedenis, filosofie, letterkunde en kunstgeschiedenis. Dit geldt ook voor opleidingen met een sterke verwantschap met ACW, zoals opleidingen ‘kunsten, cultuur en media’. Bij een verwante vooropleiding hangt de omvang van uw vrijstelling af van de inhoud en het bereikte niveau. Heeft u bijvoorbeeld een propedeuse filosofie behaald, dan zullen met name filosofische cursussen in de propedeuse worden vrijgesteld. Bij voornamelijk praktijk gerichte opleidingen als hbo-muziek (conservatorium) en hbo-beeldende kunst (kunstacademie) beperkt de vrijstelling zich tot enkele specifieke cursussen. Op het niveau van een specifiek elders gevolgd vak wordt gekeken naar het aantal studiepunten waarmee dat vak in de eerdere opleiding wordt gehonoreerd, het niveau waarop het is gegeven en het aantal studiepunten dat de corresponderende cursus in onze opleiding heeft.
Vrijstelling op grond van verworven competenties De faculteit Cultuurwetenschappen kent de zogenaamde EVC-procedure. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Deze procedure maakt het mogelijk om bij het samenstellen van uw bachelorstudieprogramma rekening te houden met competenties, vaardigheden en/of kennis die u verworven heeft buiten het hoger onderwijs, zoals relevante werkervaring. Het resultaat kan zijn dat op grond van EVC vrijstelling verleend wordt voor bepaalde vakken. Hierdoor kan de faculteit u (mits u voor EVC in aanmerking komt) een studieprogramma aanbieden, dat beter aansluit bij hetgeen u reeds (formeel of informeel) geleerd hebt. Om voor vrijstellingen op basis van EVC in aanmerking te komen moeten de competenties erkend zijn door de Commissie voor de examens. Raadpleeg daarvoor www.ou.nl/evc of neem contact op via 045 - 576 28 88.
Vrijstellingsprofielen Voor een aantal veelvoorkomende vooropleidingen bestaan vrijstellingsprofielen. In het schema kunt u zien voor welke cursussen uit de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen u met de genoemde opleidingen vrijstelling kunt krijgen. Aangezien de vrijstellingsprofielen bijgesteld kunnen worden, betreft het een indicatief overzicht waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Alleen aan een beschikking van de Commissie voor de examens kunt u rechten ontlenen. Zie hiervoor bij ‘Aanvragen vrijstellingen’. 1 Waar in deze tekst gesproken wordt over hbo- of wo-opleiding,wordt bedoeld een Nederlandse hogere-beroeps- of wetenschappelijke opleiding die is opgenomen in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO). Vlaamse hogere en wetenschappelijke opleidingen worden op dezelfde voorwaarden behandeld. Voor het bepalen van het niveau van de opleidingen wordt gebruik gemaakt van de methodiek Waardering Buitenlandse Getuigschriften van NUFFIC.Aanvragen vrijstellingen
Standaardvrijstellingen Bachelor Algemene Cultuurwetenschappen Opleidingen enigzins verwant
niet verwant
HBO/prof. bachelor
MOA
Propedeuse
Kand/WO-bachelor
WO/master + MOB
Bibliotheekopleiding +
Journalistiek/communicatie
Beeld. Kunst
Muziek
Drama
4-jr. HBO
Geschiedenis
MoA
Geschiedenis
Filosofie
Overige talen
Nederlands
Kunstgeschiedenis
Cursussen
ACW-achtige opleiding
Propedeuse WO
Modulen
verwante opleidingen
Overige talen
Nederlands
Propedeuse 14 Orientatiecursus Cultuurwetenschappen 2 2 Inleiding in de Filosofie 2 2 2
Inleiding kunstgeschiedenis
2
Ancien Régime
1
1
1
Veranderende Grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919
1
1
1
Veranderende Grenzen. Nationalisme in Europa 1919-1989
1
1
1
Geschiedenis van het privéleven
1
Disciplinaire verdieping 1+2*
1
Schrijfpracticum 1
1
CW vaardigheden 1
1
Postpropedeuse
individueel bepaald
Inleiding Letterkunde
2
2
2
2
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
2
1 1
1 1
1 1
28
Verplichte cursussen Wetenschapsleer
1
Schrijfpracticum 2
1
CW vaardigheden 2
1
Oudnederlandse schilderkunst
1
Modernisering: Nederland-Vlaanderen 1948-1973
1
Literatuurwetenschap
1
Denken over Cultuur
1
1
1
1
1
1
1
individueel bepaald
Gebonden keuze Kijken naar Amerika
1
Expressionisme
1
Stedenbouw
1
Argumentatieleer
1
Historiografie
1
Ethiek
1
1
Bewegend Beeld
1
1
1
De Gouden Eeuw in perspectief
1
1
Kabinetten, galerijen en musea
1
1
Culturele dialoog. Lezen en schrijven tussen twee culturen
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1 1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
De literaire canon
1
Lieux de mémoire
1
Cultuurwetenschappelijk debat
1
Cultuurwetenschappelijke seminars
1
Zomerschool Roma Caput Mundi
1
Zomerschool Florence
2
1
Zomerschool Cultuurgeschiedenis
1
OP bachelorscriptie
3
Vrije ruimte
5
2
2
2
2
2
2
Totale vrijstelling
9
9
9
9
9
9 14
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
2
5
5
13
15 8
6
8
7
6
7
5
2
5
5
* De vrijstelling behelst het pluspakket dat bij de verwante, vrijgestelde opleiding hoort, plus een pluspakket naar keuze.
Bij de Open Universiteit Nederland beslist de Commissie voor de examens over vrijstellingsaan vragen voor de bacheloropleidingen. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens (met betrekking tot vrijstelling op basis van eerder behaalde getuigschriften/certificaten of EVC) kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot vrijstelling voor de bacheloropleiding moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. De kosten bedragen € 149,-. Het formulier kunt u: • downloaden, www.ou.nl/vrijstelling • telefonisch aanvragen, 045 - 576 28 88 • afhalen bij een studiecentrum. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een overzicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. Bij het indienen van uw verzoek is het van belang dat u dit zo gedocumenteerd mogelijk doet. In elk geval sluit u een overzicht bij waarin u aangeeft voor welke cursussen van de Open Universiteit Nederland u denkt vrijstelling te krijgen en op basis van welke voorkennis. Let wel dat u aan dit door uzelf opgestelde schema geen rechten kunt ontlenen. Wanneer u vrijstelling aanvraagt, kunt u in afwachting van de beschikking van de Commissie voor de examens, al starten met een cursus uit bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen waarvoor geen vrijstelling zal worden verleend. Daarom is het raadzaam om in elk geval vooraf advies in te winnen (tel. 045 - 576 28 88). Omdat elke aanvraag voor vrijstelling voor de bacheloropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de Open Universiteit gehanteerde vrijstellingsbeleid. Bij vrijstellingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit Nederland, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de facultaire toetsingscommissie Cultuurwetenschappen. Sommige onderdelen, zoals de scriptie/afstudeeropdracht, zijn van vrijstelling uitgesloten.
24
Cursusbeschrijvingen bachelor De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. Achteraan vindt u de cursussen die uitsluitend gekozen kunnen worden in de vrije ruimte. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt hier extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite in de elektronische leeromgeving Studienet. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad www.ou.nl/studiepad. Voor invulling van de vrije ruimte van de bacheloropleiding mogen geen mastercursussen gekozen worden. In uw studiepad staan de cursussen echter niet in de aangeraden volgorde van bestuderen. Bekijk daarvoor de normtrajecten op pagina 17 en 18.
25
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen
Inleiding in de filosofie
Cursuscode: C44122 Studielast: 2 modulen
In deze Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen maakt u kennis met de disciplines cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie, die aan de Open Universiteit tezamen de opleiding Algemene cultuurwetenschappen vormen. De opbouw is zodanig dat u zowel meer te weten komt over de afzonderlijke disciplines als over een historische periode waarin de Nederlanden een eigen identiteit en in het noorden een bijzondere staatsvorm kregen. De titels van de twee delen spreken voor zichzelf: Van Bourgondische Nederlanden tot Republiek en De Gouden Eeuw van de Republiek.
Voorkennis Voor bestudering van deze cursus is geen specifieke voorkennis nodig. U kunt de cursus als zelfstandige cursus bestuderen, maar hij is ook te beschouwen als een oriënterende inleiding op de overige cultuurwetenschappelijke cursussen.
Docenten en begeleiding In het eerste semester (vanaf 1 september) worden in alle studiecentra (behalve in Almere en Emmen; in Vlissingen alleen bij voldoende belangstelling) begeleidingsbijeenkomsten aangeboden. In het tweede semester (vanaf 1 februari) alleen in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven, Nijmegen en Groningen. Examinator: drs. Janny Bloembergen-Lukkes. Begeleiders: drs. Janny Bloembergen-Lukkes (Utrecht en Almere), dr. Toon Bosch (Nijmegen), drs. Lieke van den Bulck-van der Linden (Breda en Den Haag), drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), drs. Tom van Dorp (Rotterdam en Vlissingen), prof. dr. Dirk de Geest (Leuven), dr. Frank Inklaar (Enschede, Zwolle), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen), vacature (Groningen, Leeuwarden en Emmen), dr. Jos Pouls (Heerlen/Parkstad Limburg en Eindhoven), drs. Wouter Steffelaar (Alkmaar en Amsterdam). www.studieaanbod.ou.nl/C44122.htm
26
Cursuscode: C13122 Studielast: 2 modulen
Filosofie kan men omschrijven als het onderzoeken van de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de vragen die in het dagelijkse leven, in de cultuur en in de wetenschappen worden gesteld. In de filosofie wordt gezocht naar een algemene grondslag voor ware kennis en voor juist en rechtvaardig handelen, naar de structuur van de werkelijkheid zelf, naar het wezen van de mens, het leven en de schoonheid. Dergelijke grote, om niet te zeggen allesomvattende vragen maken het onvermijdelijk dat de filosofie zich beweegt op een hoger niveau van abstractie, maar dit hoeft niet te impliceren dat de betekenis voor de praktijk minder wordt. Het betekent wél dat de filosofie geen specifiek eigen object heeft. Het gaat in de filosofie niet om feitelijke kennis van bijvoorbeeld bepaalde technische mogelijkheden of van de normen die gelden in een bepaald land. Zulke kennis is het doel en het onderwerp van de verschillende vakwetenschappen. Filosofen vragen naar de grondslagen, de relevantie en de grenzen van dergelijke kennis. Dit houdt in dat de filosofie raakvlakken heeft met alle mogelijke wetenschappen en cultuuruitingen. In de cursus Inleiding in de filosofie maakt u kennis met een tiental grote westerse filosofen en door hun werk leert u de kenmerkende denkwijzen en problemen kennen uit de voornaamste perioden van de Europese geschiedenis. U krijgt tevens een overzicht van de belangrijkste filosofische begrippen en methoden.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Bij deze cursus worden in Nederland elk jaar in het tweede semester drie begeleidingsbijeenkomsten aangeboden, in elke regio één. De bijeenkomsten zijn gericht op tentamenvoorbereiding. Examinator: dr. Elisabeth Den Hartog-De Haas. Begeleiders: dr. Elisabeth den Hartog-De Haas, dr. Jeroen Vanheste en Paul Cordy (Vlaanderen). www.studieaanbod.ou.nl/C13122.htm
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Inleiding letterkunde
Cursuscode: C12122 Studielast: 2 modulen
Literatuur krijgt van de kunstuitingen van onze tijd ruimschoots de meeste aandacht in de massamedia: kranten en weekbladen, radio en televisie besteden wekelijks aandacht aan nieuw verschenen titels. Voor cultuurwetenschappers is de studie van literatuur van groot belang. In literaire teksten worden wereldbeelden, waardeoordelen, dromen, filosofische systemen, oeroude verhalen, visies en fantasieën vervat, die bij uitstek het onderwerp vormen van cultuurwetenschappen. De cursus Inleiding letterkunde verschaft kennis en inzicht in de werking van het verschijnsel literatuur. Fundamentele vragen komen aan de orde, waaronder: wat houdt het begrip ‘literatuur’ eigenlijk in, is er in alle tijden hetzelfde gedacht over dat begrip en bestaan er kenmerken die in alle literaire teksten aan de orde zijn? En: welke invloed ondergingen auteurs van andere auteurs en van de maatschappelijke omstandigheden en de tijd waarin ze hun tekst schreven? Hebben verschillende kunstuitingen (literatuur, beeldende kunst, muziek, film) elkaar beïnvloed? De cursus biedt naast de theorie ook de gelegenheid tot het lezen en beluisteren van de literatuur.
Inleiding kunstgeschiedenis
Nieuwe cursus
Cursuscode: C19112 Studielast: 2 modulen
Niet vereist.
De Inleiding kunstgeschiedenis is erop gericht de westerse kunst sinds de Griekse oudheid tot en met de huidige tijd te leren bekijken, begrijpen en in een maatschappelijke context te plaatsen. De cursus bestaat uit twee tekstboeken, ieder met een andere invalshoek. Het eerste boek, ‘101 hoogtepunten van de westerse kunst’ gaat uitvoerig in op een selectie van kunstwerken en gebouwen uit verschillende tijden en landen. Elk van deze 101 objecten wordt gedetailleerd beschreven, geïnterpreteerd en in verband gebracht met historische omstandigheden. Het tweede boek biedt, zoals de titel ‘Manieren van kijken’ al aangeeft, verschillende manieren om naar de in het eerste boek behandelde werken te kijken en betrekt daarbij andere kunstwerken en gebouwen. De eerste vier hoofdstukken gaan over de basisproblemen van het vak kunstgeschiedenis: de definitie van kunst, de groepering van werken, de relatie tussen kunst en historische context, en over de verschillende oplossingen die in de loop der eeuwen voor die problemen zijn aangedragen. De verdere veertien hoofdstukken brengen verbanden aan tussen verschillende werken, ze gaan in op mogelijke betekenissen en ze belichten de relatie met de tijd en plaats waarin de schilderijen, beelden en gebouwen zijn gemaakt.
Docenten en begeleiding
Voorkennis
Eén of twee begeleidingsbijeenkomsten in het eerste semester. Na inschrijving ontvangt u over deze groepsbegeleiding een brief met informatie over datum, locatie, opzet van de bijeenkomst en begeleiders. Examinator: drs. Dick Disselkoen. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden, drs. Dick Disselkoen, drs. Wouter Steffelaar, drs. Jean-Pierre Demoustiez (Diepenbeek, Gent), prof. dr. Dirk De Geest (Leuven), prof. dr. Hubert Meeus (Antwerpen).
Niet vereist
Voorkennis
www.studieaanbod.ou.nl/C12122.htm
Docenten en begeleiding Bij deze cursus wordt in het tweede semester per regio één begeleidingsbijeenkomst georganiseerd. Na inschrijving ontvangt u over deze groepsbegeleiding een brief met informatie over datum, locatie en begeleiders. De nadruk ligt tijdens de bijeenkomst op tentamenvoorbereiding. Tevens wordt in het voorjaar een architectuuren kunstpracticum georganiseerd in Utrecht. Examinator en landelijk begeleider: dr. Patricia van Ulzen. Begeleider voor de Vlaamse studiecentra: drs. Jean-Pierre Demoustiez. www.studieaanbod.ou.nl/C19112.htm 27
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1
Cursuscode: C51111 Studielast: 1 module
Legt u eens een paar teksten naast elkaar. Teksten die u zelf geschreven hebt in verschillende situaties. Een sms’je, een passage uit een dagboek, een e-mailbericht, het verslag van een vergadering of een brief; het zijn allemaal producten van één schrijver en toch zijn er waarschijnlijk grote verschillen wat betreft toon, zinsbouw en woordkeus. Elke tekst brengt een boodschap over en bij elk soort boodschap hoort een bepaalde verpakking. Die verpakking, de tekst, moet passen in de situatie. En bij elke situatie past een bepaalde vorm en een bepaalde inhoud. Waardoor worden vorm en inhoud van een tekst bepaald? Het antwoord krijg je door drie vragen te stellen: Wie is de schrijver en in welke functie schrijft hij? Welke boodschap wil hij overbrengen? En wie is de beoogde lezer? In de cursus Schrijfpracticum 1: zakelijk schrijven bestudeert u de vorm en inhoud van zakelijke teksten. Welke kennis en vaardigheid hebt u nodig om effectief te schrijven? Uw schrijfproducten dienen aan een aantal eisen te voldoen: effectieve schriftelijke communicatie is duidelijk, efficiënt, gepast, aantrekkelijk en correct. Al deze eisen komen in de cursus aan bod.
Voorkennis Niet nodig.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar. www.studieaanbod.ou.nl/C51111.htm
Cursuscode: C48211 Studielast: 1 module
De cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 heeft als centrale doelstelling de student kennis te laten maken met de academische vaardigheden die noodzakelijk zijn om cultuurwetenschappelijk onderzoek te kunnen doen. Zo leert u wetenschappelijke teksten te analyseren op probleemstelling en onderzoeksvragen. Voorts maakt u kennis met wetenschappelijke bibliotheken, archieven en musea, de ‘schatkamers’, waar veel bronnen voor cultuurwetenschappelijk onderzoek te vinden zijn. Door gerichte opdrachten leert u er gebruik van te maken. Ook gaat u de mogelijkheden van internet voor cultuurwetenschappelijk onderzoek verkennen. Het cursusmateriaal bestaat uit een studiehandleiding, het Vademecum (een naslagwerk dat u uw hele verdere studie kunt gebruiken), het boek Informatievaardigheden en een dossiermap met opdrachten.
Ingangseisen De cursus kan pas worden gevolgd nadat u drie van de vier volgende inleidingen met succes hebt afgerond: Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen, Inleiding in de filosofie, Kunst (of Visuele kunsten) en Inleiding letterkunde. U dient zich te realiseren dat u op (een) werkdag(en) onderzoek moet verrichten in een aangegeven bibliotheek, archief en museum. Computer met internetverbinding vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: verplichte groepsbijeenkomst per regio in het eerste semester; als de belangstelling groot is, worden er meer bijeenkomsten georganiseerd. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, dr. Frank Inklaar en drs. Herman Simissen. Coördinatie:
[email protected]. www.studieaanbod.ou.nl/C48211.htm
28
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Ancien Régime (Inleiding cultuurgeschiedenis 1)
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (inleiding cultuurgeschiedenis 2)
Cursuscode: C09221 Studielast: 1 module
Met de benaming ‘ancien régime’ wordt de periode uit de Europese geschiedenis aangeduid tussen de middeleeuwen en de Franse revolutie. Het is een tijd waarin de meerderheid van de Europese bevolking nog van de landbouw leeft en in kleine dorpen op het platteland woont. De maatschappelijke relaties worden beheerst door de verdeling van de samenleving in standen. Het bestuur is verbrokkeld en de politiek en de macht is in handen van een kleine groep bevoorrechten uit de samenleving. Desondanks vormt deze periode de bakermat van het moderne Europa: de Europese economie krijgt voor het eerst een mondiale reikwijdte; tijdens renaissance en verlichting worden belangrijke uitgangspunten van het moderne gedachtegoed geformuleerd en de eerste moderne gecentraliseerde staten ontstaan. De cursus Ancien Régime biedt aan de hand van veertien uiteenlopende bijdragen een overzicht op hoofdlijnen van de geschiedenis van Europa in de periode 1450-1800 (ook wel aangeduid als de ‘nieuwe tijd’), en van de belangrijkste en meest karakteristieke aspecten van de vroeg-moderne samenleving.
Voorkennis Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.
Cursuscode: C06311 Studielast: 1 module
De Europese geschiedenis sinds de Franse revolutie is in belangrijke mate bepaald door het nationalisme, te omschrijven als de problematiek van het al dan niet samenvallen van de grenzen van natie en staat. De in deze cursus gehanteerde scheidslijnen betreffen het Congres van Wenen (1815) en het Verdrag van Versailles (1919), twee momenten waarop de geopolitieke kaart van Europa opnieuw werd getekend. In die tussenliggende periode blijkt de toenemende invloed van het nationalisme, dat zich telkens weer, afhankelijk van de politieke, sociale, culturele en economische context, in uiteenlopende gedaanten manifesteert. Het nationalisme heeft de eigenschap om zich gemakkelijk te verbinden met zowel behoudsgezinde als op verandering beluste krachten. Nationalisme kan regeringen en regimes legitimeren én aanvallen. Het kan de vorm aannemen van een tolerant cultureel nationalisme of van economisch nationalisme, maar er zijn ook agressieve of geëxalteerde varianten. Nationalisme kan de interne cohesie versterken (bijvoorbeeld in oude natiestaten als Frankrijk en Groot-Brittannië), kan een verenigend effect hebben (bijvoorbeeld de vereniging van Duitsers en Italianen rond 1870 in de natiestaten Duitsland en Italië), maar kan ook desintegrerend werken zoals het geval was met de uitgestrekte rijken van de Habsburgse keizer, de Russische tsaar of de Turks-Ottomaanse sultan. De impact en achtergronden van het twintigste-eeuwse nationalisme komen in de vervolgcursus aan de orde.
Voorkennis www.studieaanbod.ou.nl/C09221.htm
Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Janny BloembergenLukkes. www.studieaanbod.ou.nl/C06311.htm
29
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1919-1989)
Geschiedenis van het privéleven. Bronnen en benaderingen
Cursuscode: C07321 Studielast: 1 module
Het nationalisme, dat in de negentiende eeuw al een belangrijke rol speelde in de geschiedenis van Europa, is ook in de twintigste eeuw een krachtig en onvoorspelbaar fenomeen gebleken. Het Verdrag van Versailles (1919) riep het ‘Europa van de naties’ in het leven. Als gevolg daarvan vierde in de periode tussen de twee wereldoorlogen het principe van zelfbeschikkingsrecht hoogtij. Als gevolg daarvan werd een flink aantal nieuwe natiestaten gecreëerd. Dit ‘Europa van de naties’ kende het nationalisme van de oude democratische natiestaten als GrootBrittannië en Frankrijk, maar ook de extremere varianten hiervan, die zich het sterkst ontwikkelden in totalitaire landen als Duitsland en Italië. Na de Tweede Wereldoorlog nam de invloed van het nationalisme in Europa in eerste instantie sterk af. Het ruimde toen het veld voor het internationalisme, dat als middel voor een nieuwe, vreedzame wereldorde werd ingezet. Het einde van de Koude Oorlog, de desintegratie van de Sovjet-Unie en haar satellietstaten in Midden- en Oost-Europa, en verregaande vormen van supranationale samenwerking in West-Europa plaatsten de na 1945 ontstane wereldorde onder spanning en deden het nationalisme op allerlei niveaus herleven.
Voorkennis Engels op havoniveau. De cursus Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 (C06311) vormt een ideale voorbereiding op deze cursus.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C07321.htm
30
Cursuscode: C50111 Studielast: 1 module
De cursus Geschiedenis van het privéleven heeft een drietal doelstellingen. Allereerst maakt u kennis met een groot aantal bronnen en methoden waarmee de wetenschapper inzicht krijgt in de geschiedenis van het persoonlijk leven. Een breed scala van benaderingswijzen en bronnen komt aan bod, zoals egodocumenten, literaire teksten, schilderijen, foto’s, grafmonumenten, huisraad, kinderspeelgoed, enzovoort. In de tweede plaats krijgt u een overzicht van de gezinsgeschiedenis in West-Europa van de late middeleeuwen tot heden. Tenslotte passeert in de teksten van het cursusboek ook een aantal belangrijke debatten binnen de geschiedwetenschap de revue. Na bestudering van de cursus heeft u zicht gekregen op het methodische gebruik van diverse historische bronnen en de voor- en nadelen van verschillende benaderingswijzen. Dat betekent dat u ook een zekere vaardigheid heeft verworven om zelf bronnen op hun waarde te schatten.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: tot nader bericht dr. Michael Riemers, aansluitend prof. dr. Leo Wessels. www.studieaanbod.ou.nl/C50111.htm
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Disciplinaire verdieping 1
Disciplinaire verdieping 2
Nieuwe cursus
Cursuscode: C57111 Studielast: 1 module
Pluspakketten worden eenmaal per jaar aangeboden (kijk op de cursuswebsites voor de data) en staan voor 60 studieuren. Zij kunnen naar believen over Disciplinaire verdieping 1 (C57111) en 2 (C58111) worden verdeeld. In de pluspakketten worden belangrijke aspecten van de inhoud van de inleidende cursussen op een alternatieve manier aangeboden. De pluspakketten bieden: • extra begeleiding in de vorm van toelichting, beantwoording van vragen en lezingen; • verdieping van de studiestof door het bezoek onder deskundige leiding aan tentoonstellingen, lieux de mémoire, musea en evenementen die aansluiten bij onderwerpen van de cursussen; • extra motivatie, door het directe en regelmatige contact met medestudenten en de cursusbegeleider; • extra vaardigheden.
Cursuscode: C58111 Studielast: 1 module
de cursus Inleiding in de filosofie behandeld worden. In 2010 werd ook deelgenomen aan de ‘Dag van de filosofie’ van de Universiteit van Tilburg.
Pluspakket letterkunde Als rode draad door het pluspakket letterkunde loopt de roman Karakter van Bordewijk. Aan de hand van dit boek oefent u aspecten van proza-analyse en bezoekt u de toneelvoorstelling Karakter in een theater in uw omgeving. Daarnaast bezoekt u het Letterkundig Museum en het Museum Meermanno in Den Haag en/of het AMVC Letterenhuis en Museum Plantin-Moretus in Antwerpen, en neemt u als toehoorder deel aan een poëziefestival. Ook lezingen over een specifiek literair onderwerp staan gepland. Alle activiteiten vinden plaats in het eerste semester. Ter afsluiting moet u een schriftelijke tekstanalyse indienen.
Pluspakket kunstgeschiedenis Het pluspakket kunstgeschiedenis bestaat uit een zestal bijeenkomsten die meestal bestaan uit twee dagdelen: het bezoek aan een tentoonstelling onder begeleiding van een expert en een mondelinge toelichting bij (een deel van) de cursus door de cursusbegeleider of een auteur. Het pluspakket wordt afgesloten met een bijeenkomst die geheel gewijd is aan de kunsthistorische, thematische Powerpoint presentaties die u als afsluitende opdracht maakt.
Pluspakket cultuurgeschiedenis In het kader van het pluspakket geschiedenis (1e semester) worden bezoeken gebracht aan Waterloo en Ieper, twee ‘lieux de mémoire’ die onlosmakelijk verbonden zijn met de studiestof. In een aantal aanvullende bijeenkomsten zullen experts de betekenis van de gebeurtenissen in deze twee plaatsen in een breder historisch kader plaatsen. Als afsluiting van het pluspakket presenteren studenten hun eigen visie op één van de thema’s in een powerpointpresentatie.
Pluspakket filosofie Het pluspakket filosofie bestaat uit een aantal bijeenkomsten, waarin een thema (in 2010 was dat ‘vrijheid’) vanuit verschillende invalshoeken belicht wordt. Filosofen verbonden aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten behandelen het thema aan de hand van het werk van de denkers die in
Ingangseisen Om een pluspakket te kunnen volgen dient u ingeschreven te zijn voor bijbehorende inleidende cursus, te weten Inleiding kunstgeschiedenis (C19112), Inleiding in de filosofie (C13122), Inleiding letterkunde (C12122) of Ancien regime (C09221) en Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa (1815-1919) (C06311). Ook studenten die deze cursussen (of hun voorgangers) hebben afgerond, mogen inschrijven. Bij het toekennen van plaatsen gaan ingeschreven studenten voor.
Begeleiding Contactonderwijs.
Docenten en examinators Pluspakket kunst: dr. Patricia van Ulzen. Pluspakket filosofie: dr. Elisabeth den Hartog. Pluspakket cultuurgeschiedenis: prof. dr. Leo Wessels en drs. Miel Jacobs Pluspakket letterkunde: drs. Dick Disselkoen Examinator module: drs. Dick Disselkoen. www.studieaanbod.ou.nl/C57111.htm www.studieaanbod.ou.nl/C58111.htm 31
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Wetenschapsleer
Schrijfpracticum 2: academisch schrijven
Cursuscode: C01221 Studielast: 1 module
In de cursus Wetenschapsleer wordt een integrale benadering van de wetenschappen gepresenteerd. Klassieke wetenschapsfilosofische vragen vormen het vertrekpunt: Wat is wetenschap? Waarop is de geldigheid van wetenschappelijke kennis gebaseerd? Hoe komt wetenschap tot stand? Moeten er grenzen gesteld worden aan de wetenschap? Bij de beantwoording wordt echter niet alleen een beroep gedaan op de filosofie maar ook op de wetenschapsgeschiedenis, de wetenschapssociologie en de wetenschapsantropologie. U bestudeert in de cursus de relatie tussen wetenschap en werkelijkheid, tussen theorie en empirie en de relatie tussen wetenschap, techniek en maatschappij. Belangrijke stromingen en denkers die daarbij worden besproken zijn onder andere(n): het logisch empirisme, de theorieën van Popper, Lakatos, Kuhn, het wetenschappelijk realisme, het sociaal constructivisme en Latours wetenschapsantropologie. De cursus stimuleert u om zelfstandig na te denken over het bedrijven van wetenschap en een oordeel te formuleren over de verhoudingen tussen de wetenschappen onderling en de relatie tussen wetenschap en samenleving.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van CW-vaardigheden 2. Examinator: drs. Herman Simissen. Begeleiders: drs. Herman Simissen. Tot nader bericht zal ook dr. Karin Verelst deze cursus begeleiden. www.studieaanbod.ou.nl/C01221.htm
32
Cursuscode: C51211 Studielast: 1 module
Schrijfpracticum 2 is een vervolg op de cursus Schrijfpracticum 1. Doel van de cursus is het verhogen van de vaardigheid in het schrijven en beoordelen van teksten waarmee academici veelvuldig in aanraking komen. Voorbeelden van deze genres zijn onderzoeksverslag, (populair-)wetenschappelijk artikel en recensie. In de cursus schrijft u zelf twee teksten en beoordeelt u vier teksten die door andere studenten geschreven zijn. Aan de hand van het commentaar van twee medestudenten herschrijft u uw eigen teksten. Deze eigen teksten (in twee versies) en de beoordeling van het werk van anderen vormen samen het schrijfdossier dat u aan het eind van de rit inlevert.
Ingangseisen Studenten Cultuurwetenschappen en losse cursisten: Schrijfpracticum 1 afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: er zijn vier tijdstippen per jaar waarop u kunt beginnen met de opdrachten. Informatie daarover ontvangt u na inschrijving voor de cursus. Begeleiding gaat deels elektronisch via de cursuswebsite van Studienet. Uiteraard is er ook standaardbegeleiding. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden. Begeleiders: drs. Lieke van den Bulck-van der Linden, drs. Wil Michels en drs. Wouter Steffelaar.
www.studieaanbod.ou.nl/C51211.htm
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2
©
Cursuscode: C49211 Studielast: 1 module
In de cursus Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 traint u zich verder in cultuurwetenschappelijke academische vaardigheden. Met name het analyseren van cultuurwetenschappelijk bronmateriaal en het contextualiseren van cultuuruitingen staan centraal. U oefent dit in vier verplichte trainingsdagen, die inhoudelijk gekoppeld zijn aan andere cursussen uit het curriculum. Deze cursussen zijn verdeeld over de vier disciplines binnen cultuurwetenschappen. De teksten die op de trainingsdagen centraal staan wordt u geacht van tevoren thuis te bestuderen. Op de bijeenkomsten wordt u in een groep ingedeeld. U wordt geacht een inhoudelijke bijdrage te leveren aan de analyse van de aangeboden teksten. Tevens krijgt u een bepaalde taak toegewezen. Dit kan zijn het geven van een mondelinge samenvatting van een tekst, het aandragen van discussiepunten over een tekst, het leiden van de discussie over een tekst, het notuleren van de gevoerde discussie, het achteraf mondeling presenteren van de discussie, enzovoort. Naast de vier trainingsdagen schrijft u in het kader van de Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 een kort werkstuk in de vorm van een beredeneerd onderzoeksvoorstel dat beoordeeld wordt. U schrijft dit werkstuk onder begeleiding van één van de docenten van de trainingsdagen. Welke docent dat is, mag u zelf bepalen. Zie voor meer informatie de cursuswebsite op Studienet.
Procedure Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 is georganiseerd als ‘lintmodule’. U schrijft in uw eigen tempo in voor de vier verplichte trainingsdagen, één voor elke cultuurwetenschappelijke discipline. U kunt deze dagen verspreiden over meerdere studiejaren. Voorwaarde voor deelname aan een dag is, dat u zich voor de betreffende inhoudelijk verwante cursus hebt ingeschreven, of deze reeds hebt afgerond of vrijgesteld gekregen (u hoeft op dat moment dus nog niet ingeschreven te staan voor de cursus CW-Vaardigheden 2). De cursus wordt afgesloten met een werkstuk.
Daartoe zoekt u contact met een van de begeleiders. Op dat moment moet u wel ingeschreven staan voor de cursus. De volgende trainingsdagen worden in het academisch jaar 2010-2011 aangeboden: 1. Cultuurgeschiedenis: Veranderende grenzen in Europa (1815-1919) of Kijken naar Amerika 2. Filosofie: Ethiek of Wetenschapsleer 3. Kunstgeschiedenis: Stedenbouw of Kabinetten, galerijen en musea 4. Letterkunde: Culturele dialoog of De literaire canon Aan het eind van de trainingsdag krijgt u van de begeleider een bewijs van deelname. Dit blijft vijf jaar geldig. U verkrijgt het certificaat voor Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 2 als u vier deelnamebewijzen van trainingsdagen kunt overleggen en nadat u het bij de cursus horende werkstuk met een voldoende hebt afgerond. Het werkstuk kunt u pas schrijven, als u voor de cursus hebt ingeschreven. Doet u langer dan vijf jaar over de cursus, dan dient u de niet meer geldende trainingsdagen opnieuw te volgen en/of het werkstuk opnieuw te schrijven.
Ingangseisen De gehele propedeuse is met succes afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaardbegeleiding en vier verplichte trainingsdagen te volgen over een periode van vijf jaar. De data van de trainingsdagen worden aangekondigd via Modulair en de cursuswebsite op Studienet. Examinator: dr. Frank Inklaar. Begeleiders: drs. Dick Disselkoen, drs. Janny BloembergenLukkes, dr. Frank Inklaar, dr. Jeroen Vanheste, dr. Lizet Duyvendak, dr. Mieke Rijnders, drs. Herman Simissen en drs. Irmin Visser. Coördinatie en aanmelden trainingsdagen: secretariaat.
[email protected] www.studieaanbod.ou.nl/C49211.htm © Detail van een zaaloverzicht in het Van Abbemuseum in Eindhoven met Juan Muñoz, Conversation Piece, 1994.
33
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Literatuurwetenschap
Denken over cultuur
Cursuscode: C02211 Studielast: 1 module
Met ingang van de OER 2011-2012 gaat deze cursus behoren tot de gebonden keuze. U weet globaal gesproken wel wat literatuur is. Veel moeilijker te beantwoorden is de vraag: waarom? Waarom is er literatuur? Waarom is literatuur wat het is? Waarom is volgens deskundigen een bepaalde auteur (nog) wel literatuur en een andere niet (meer)? Waarom vinden wij niet allemaal, altijd, dezelfde teksten literatuur? Waarom vindt u de ene tekst de moeite waard en de andere niet? De cursus Literatuurwetenschap is reflectief van opzet en benadering. De cursus probeert de vele waarom-vragen die men over literatuur kan stellen, te beantwoorden. In de loop der jaren zijn er verschillende theorieën en benaderingswijzen ontwikkeld die het verschijnsel ‘literatuur’ nader zouden moeten kunnen verklaren. Benaderingen van literatuur worden in deze cursus thematisch aan de orde gesteld. Afhankelijk van de doelstelling van de onderzoeker zijn er verschillende invalshoeken mogelijk van het verschijnsel literatuur. De cursus beschouwt literatuur als een veelzijdig cultureel verschijnsel, en laat zien dat de literatuurwetenschap het best beoefend kan worden binnen het bredere kader van de cultuurwetenschappen. Ook de relatie tussen literatuur en andere media is daarbij relevant.
Cursuscode: C01321 Studielast: 1 module
De cursus Denken over cultuur wil uw ‘denken over cultuur’, een van de hoofdbezigheden van de cultuurwetenschapper, bevorderen en versterken. In de vorm van opdrachten vragen wij u om u intensief bezig te houden met vragen als: wat is een goede omschrijving van cultuur? Hoe bouw ik een referentiekader op om cultuurverschijnselen te analyseren en te begrijpen? Wat is de taak van de cultuurwetenschappen? Welke wetenschappelijke en wijsgerige analyses zijn actueel voor het bestuderen van cultuurvraagstukken? Welke samenhang bestaat er tussen het analyseren en interpreteren van cultuurvraagstukken en het beoordelen en bekritiseren van deze vraagstukken? In de opdrachten wordt u gevraagd een antwoord op deze vragen en ook andere vragen te formuleren waarbij u zich kunt baseren op de ideeën en theorieën van cultuurwetenschappers die u in de cursus worden aangereikt. De opdrachten vindt u op de elektronische leeromgeving Studienet. Om het werken op Studienet te ordenen en ook te verlevendigen hebben we de site de vorm gegeven van een congres.
Voorkennis Om de cursus te kunnen bestuderen, is bekendheid met filosofie niet per se nodig. Basiskennis, bijvoorbeeld opgedaan in de cursussen Inleiding in de filosofie en Wetenschapsleer, zal een effectieve bestudering van de cursus ten goede komen.
Voorkennis Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde, Culturele dialoog, Denken over cultuur en Wetenschapsleer is gewenst.
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: dr. Lizet Duyvendak.
Begeleiding: standaard en een landelijke groepsbijeenkomst. De begeleiding van Denken over cultuur start op specifieke data in het eerste en tweede semester. Alleen dan zijn de opdrachten beschikbaar. Raadpleeg de cursuswebsite op Studienet. Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
www.studieaanbod.ou.nl/C02211.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C01321.htm
Docenten en begeleiding
34
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Oudnederlandse schilderkunst
Modernisering: Nederland en Vlaanderen 1948-1973
Cursuscode: C17321 Studielast: 1 module
Vanaf het begin van de negentiende eeuw hebben de intrigerende houten panelen van de ‘Vlaamse primitieven’ de kunsthistorici voor vragen gesteld. Wat is karakteristiek voor de scholen in de vijftiende eeuw? Is er wel sprake van een Noordelijke renaissance? Verhullen de realistische afbeeldingen symbolische boodschappen, zoals de iconologische benadering wil? En zijn de werken wel geschilderd door de meesters zelf? Centraal in deze cursus staat een representatieve keuze van belangrijke werken van Oudnederlandse meesters die u door middel van verschillende invalshoeken uitgebreid leert kennen. Aan het begin van de 19e eeuw steeg, parallel aan de ontwikkeling van de Europese natiestaten, de belangstelling voor de werken van de zogenaamde ‘Vlaamse primitieven’. Het was mede een reactie op de alom bewonderde kunst van de Italiaanse renaissance. Hoe kunnen echter de voor huidige beschouwers soms cryptische voorstellingen worden geïnterpreteerd? De cursus laat zien hoezeer de interpretatie van de werken van de Oudnederlandse meesters in de afgelopen 200 jaar afhankelijk is geweest van de culturele context en de technische mogelijkheden van hun tijd. Er is volop aandacht voor de methodes die beroemde kunstkenners als Max Friedländer, cultuurhistorici als Jacob Burckhard en Huizinga, en kunsthistorici als Erwin Panofsky hanteerden. Daarnaast worden ook recente kunsthistorische interpretatiemethodes behandeld. De vraag blijft echter in hoeverre technisch onderzoek met behulp van röntgen- en infraroodstraling en archiefonderzoek naar opdrachtgevers ons zekere informatie kunnen verschaffen over de ware betekenis van de Oudnederlandse schilderkunst.
Voorkennis Kennis van de cursussen Oriëntatiecursus cultuurwetenschappen en Inleiding kunstgeschiedenis (Kunst) met klem aanbevolen.
Cursuscode: C36321 Studielast: 1 module
De cursus kent twee varianten: een Nederlandse en een Vlaamse. Na inschrijving ontvangen Vlaamse studenten op verzoek hun eigen cursusmateriaal. In 1958 vond in Brussel de Wereldtentoonstelling plaats. Deze Expo’58 gaf uiting aan de sfeer van hoop en vooruitgang en bovenal aan het vertrouwen in een heil en welvaart brengende moderniteit. Centraal stond het atoom, fysiek vormgegeven in het Atomium. Een bijzondere ode aan de moderniteit was te horen in het Philips paviljoen. Daar weerklonk het Poème Electronique van Le Corbusier, op muziek van Edgar Varese, een elektronisch gestuurd licht- en geluidsspel. De cursus Modernisering: Nederland - Vlaanderen 1948-1973 biedt u een inkijk in deze wereld van moderniteit. Tussen 1945 en 1973 hebben zowel Nederland als Vlaanderen een fundamentele transformatie doorgemaakt op economisch, sociaal en cultureel gebied. Deze weg naar de moderne verzorgingsstaat wordt wel aangeduid met de term ‘modernisering’. In deze cursus wordt vanuit twee invalshoeken naar de modernisering van Nederland en Vlaanderen gekeken. Enerzijds gaat het om de veranderingen zelf, zoals die zich in vele gedaanten hebben voorgedaan. Deze veranderingen worden beschreven in de handboeken die behoren tot de cursus. Anderzijds wordt nagegaan hoe deze handboeken zelf zijn opgebouwd. Welke theoretische en historiografische uitgangspunten hanteren zij, hoe komen zij aan hun informatie? Met andere woorden hoe is een cultuurwetenschappelijke studie tot stand gekomen? U gaat aan de hand van een zelf gekozen thema na welke keuzes er zijn gemaakt en hoe cultuurwetenschappelijke literatuur in het handboek is verwerkt. U leert zo kritisch te kijken naar cultuurwetenschappelijke producten.
Ingangseisen Cultuurwetenschappelijke vaardigheden 1 en 2 afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: dr. Frauke Laarmann.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en landelijke groepsbijeenkomst. Examinator en begeleider: dr. Ronald Rommes.
www.studieaanbod.ou.nl/C17321.htm www.studieaanbod.ou.nl/C36321.htm
B ac h e l o r op l e idin g
35
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Kijken naar Amerika. Twintigste-eeuwse Amerikaanse cultuur in de VS en in Nederland
Expressionisme
Cursuscode: C19111 Studielast: 1 module
Waarom kijken naar Amerika? Amerika is overal om u heen! U eet cereals en hamburgers en drinkt Coca Cola, leest over Amerikaanse toestanden in onze grote steden en leest Peanuts met Charley Brown. We spreken over consultants, marketingmanagers of andere business en betalen in de supermarkt met creditcard. We doen aan fitness of basketbal, en gaan uit naar de disco. De Star Wars-rage, commerciële televisie met The Simpsons en Jerry Springer, westerns met Clint Eastwood, internet, Elvis en Little Richard en Mickey Mouse T-shirts: Amerika komen we de hele dag overal tegen. In de twintigste eeuw hebben de VS zich ontwikkeld tot de dominante wereldmacht, economisch, politiek en cultureel. Kijken naar Amerika heeft daarom een grote urgentie gekregen. Door het brede culturele panorama dat u in de cursus Kijken naar Amerika krijgt aangeboden, zult u beter begrijpen wat Amerika eigenlijk is en wat Amerikanen bezighoudt. Is Amerika wel zo eenvormig als het oppervlakkig gezien lijkt? Hoe blijft een natie met zo’n heterogene bevolkingssamenstelling bijeen? Welke grondslagen in het politieke en economische systeem zijn hiervoor te vinden? Hoe beïnvloeden cultuuruitingen als film, televisie, muziek en sport dit proces? Hoe wordt het leven in Amerikaanse grote steden verwerkt in etnische literatuur? Is er zoiets als een Amerikaanse architectuur of kunst, of zelfs een Amerikaanse cultuur? Ten slotte stelt de cursus de vermeende Amerikanisering van Nederland ter discussie. Is Nederland echt al een culturele kolonie van Amerika?
Cursuscode: C10311 Studielast: 1 module
Over het algemeen wordt onder ‘expressionisme’ een specifiek Duitse bijdrage aan de beeldende kunst van de 20e eeuw verstaan. Deze cursus kent aan het begrip een ruimere betekenis toe, namelijk: de stroming die in het eerste kwart van de 20e eeuw een omwenteling teweegbracht in de kunst in Duitsland en de stijl waarvan zich in de loop van de 20e eeuw verschillende groepen kunstenaars hebben bediend. Concreet zijn dat de fauvisten in het eerste decennium van de 20e eeuw in Frankrijk, de Duitse expressionisten van 1908 tot 1924, de leden van Cobra direct na de Tweede Wereldoorlog in Denemarken, België en Nederland, en de abstract-expressionisten in WestEuropa en de Verenigde Staten. De tweedeling - stroming/ stijl - keert terug in de verdeling van het studiemateriaal. Het eerste deel behandelt het Duitse expressionisme. Het tweede deel beschrijft en analyseert de momenten in de beeldende kunst van de 20e eeuw waarop het ‘expressieve’ en het ‘primitieve’ elkaar raken. In het bijzonder wordt nagegaan wat de invloed was van het ‘primitieve’. Wat zochten de (expressionistische) kunstenaars in de uitingen die niet tot de traditionele kunst behoren, zoals ‘kunst’werken van ‘primitieve’ volken en van geesteszieken, kindertekeningen en vormen van westerse volkskunst?
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding
Engels op havoniveau.
Begeleiding: standaard en een studiedag in het eerste semester. Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders.
Docenten en begeleiding
www.studieaanbod.ou.nl/C10311.htm
Voorkennis
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: dr. Frank Inklaar. www.studieaanbod.ou.nl/C19111.htm
36
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Stedenbouw. De vroegmoderne stad in de Nederlanden
Argumentatieleer
Cursuscode: C08321 Studielast: 1 module
Cursuscode: C52211 Studielast: 1 module
De stad is de zichtbare staalkaart van onze cultuur. Hoe die expliciet gelezen moet worden, is het onderwerp van de cursus Stedenbouw. Daarbij gaat u eerst heel praktisch te werk. Zo leert u historische kaarten van steden in Nederland en België uit de zestiende en zeventiende eeuw te lezen en geografische kenmerken te duiden. Kadaster- en recente kaarten, luchtfoto’s en videobeelden voeren u naar de stad van nu. Deze praktijk wordt verdiept in teksten over de ontwikkeling van de stad in de Nederlanden tot aan 1900, toen de binding met de historisch gegroeide invulling van het land definitief werd verlaten. Bovendien staat u het Practicum Stedenbouw op dvd ter beschikking, op grond waarvan weer andere, nu interactieve opgaven uitgewerkt kunnen worden tot en met het samenstellen van ‘tentoonstellingen’ over stedenbouwkundige onderwerpen aan toe. De cursus heeft de geschiedenis van de stad als fysieke structuur tot onderwerp, haar gebouwen en de stedenbouw zelf, alsook de relatie met de regio en andere steden en het verstedelijkingsproces op ‘nationaal’ niveau. Het spanningsveld tussen ideaal en werkelijkheid wordt nadrukkelijk verkend. Na deze cursus zal geen enkel bezoek aan een historische binnenstad meer hetzelfde zijn.
Argumentatie is er altijd op gericht een redelijke beoordelaar te overtuigen van de aanvaardbaarheid van een standpunt. Argumenteren veronderstelt dus een verschil van mening: als iemand een standpunt inneemt waar iedereen het mee eens is, zijn argumenten die een standpunt rechtvaardigen overbodig. In deze cursus wordt eerst stilgestaan bij het wezen van argumentatie: het innemen van standpunten, de verschillende soorten van meningsverschillen die kunnen worden onderscheiden, vormen van argumenteren en discussiëren. Vervolgens worden de belangrijkste kenmerken van dit hele proces geanalyseerd aan de hand van belangrijke theorieën en begrippen: de presentatie van de argumentatie, de verzwegen argumenten en standpunten, de argumentatiestructuur die een betoog kan aannemen, de deugdelijkheid van vormen van argumentatie en tenslotte drogredenen. Schrijvers en sprekers moeten in allerlei situaties hun publiek kunnen overtuigen. In deze cursus leert u niet alleen mondelinge en schriftelijke betogen te analyseren en beoordelen, maar krijgt u ook concrete aanwijzingen, soms in de vorm van modellen, om overtuigende schriftelijke en mondelinge betogen te maken. Een hele reeks oefeningen en verwijzingen naar achtergrondliteratuur helpen daarbij.
Voorkennis
Voorkennis
Ervaring met computergebruik.
Schrijfpracticum 1 en 2 dringend aanbevolen.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2.
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen en dr. Karin Verelst (tot nader bericht).
www.studieaanbod.ou.nl/C08321.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C52211.htm
37
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Historiografie. Geschiedschrijving in de Nederlanden van Renaissance tot heden
Ethiek
Cursuscode: C39211 Studielast: 1 module
Hoe zagen de mensen in het verleden hún verleden? Hoe beschouwden de bewoners van de Lage Landen hun eigen geschiedenis in de jaren rond 1500, de overgangsperiode van middeleeuwen naar renaissance? En hoe veranderde het aanwezige historisch besef later, gedurende de periode van humanisme, verlichting en romantiek? De cursus Historiografie behandelt de geschiedenis van de geschiedschrijving en de geschiedbeoefening, inclusief die van het veranderend historisch besef (de verhouding tussen heden en verleden), in Nederland en België vanaf de renaissance tot in onze tijd. Hij bestaat uit drie delen: een tekstboek, een bronnenboek en een werkboek. Aan de hand van essays, bronteksten en opdrachten wordt getoond hoe de omgang met het verleden vanaf de renaissance ook in de Nederlanden steeds weer nieuwe vormen heeft aangenomen. De kroniek, de erudiete verhandeling, het pamflet, het nationale epos, de historische monografie, het tijdschriftartikel, het essay, alle zijn het voorbeelden van genres die historici (mede) hebben ontwikkeld en beoefend. Door deze vormverandering kon de geschiedschrijving beantwoorden aan de noden van de tijd en vond zij meteen ook aansluiting bij de eigenheid van opeenvolgende cultuurstromingen als humanisme, verlichting, romantiek, modernisme en postmodernisme.
Voorkennis
Cursuscode: C23221 Studielast: 1 module
Ethiek maakt van oudsher een essentieel deel uit van de bezinning op de vooronderstellingen van het denken en handelen, die in de filosofie vorm krijgt. Het gaat om vragen als: welk handelen is goed en waarom? Hoe kan ik mijn handelen verantwoorden? Hoe zien de deugdzame mens en de rechtvaardige samenleving er uit? In de cursus komt onder meer naar voren dat filosofen teruggrijpen op de traditie als zij ethische problemen trachten te verhelderen. De antwoorden op ethische vragen door filosofen als Aristoteles en Kant zijn in de geschiedenis van de filosofie steeds opnieuw geïnterpreteerd en bekritiseerd. Dat verwerkingsproces kleurt onze huidige opvattingen over ethische vraagstukken. Door de theorieën van vijf invloedrijke filosofen te behandelen, biedt de cursus zicht op deze historische ontwikkeling. Opvattingen over juistheid en rechtvaardigheid, over het goede leven, verschillen per periode en per cultuur. De ethiek stelt zich niet tevreden met een afstandelijke beschrijving van zulke opvattingen, maar richt zich op de geldigheid en strekking van normen en waarden en vraagt zich af welke de meest rechtvaardige zijn. In de ethiek gaan theorie en praktijk hand in hand, want het rechtvaardige of goede is iets wat verwerkelijkt moet worden. Ethiek wordt daarom ook wel praktische filosofie genoemd. Ook het praktische aspect van ethiek komt in deze gereviseerde cursus daarom uitvoerig aan bod.
Niet vereist.
Voorkennis Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: prof. dr. Leo Wessels.
Deze cursus van het tweede niveau vereist geen specifieke voorkennis. Bekendheid met de cursus Inleiding in de filosofie vergemakkelijkt de bestudering van deze cursus.
www.studieaanbod.ou.nl/C39211.htm
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: nader bekend te maken. www.studieaanbod.ou.nl/C23221.htm
38
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Bewegend beeld
De Gouden Eeuw in perspectief
Cursuscode: C27231 Studielast: 1 module
De alomtegenwoordigheid en invloed van de audiovisuele media, in het bijzonder die waarbij bewegend beeld is betrokken, kan niemand zijn ontgaan. De aandacht voor die media is navenant. In de media zelf, maar ook de wetenschap blijft niet achter. De vakgebieden film, televisie en/of nieuwe media zijn op veel plaatsen een belangrijk onderdeel van het hoger onderwijs geworden. Cultuurwetenschappen moet aandacht schenken aan een onderwerp met zo’n maatschappelijk belang. De cursus Bewegend Beeld wil u leren bewegende beelden te analyseren, door u een algemene kennis van het fenomeen bewegend beeld en zijn geschiedenis te verschaffen, en inzicht in het bewegend beeld als product van een historische context, en als historische bron. Dit klinkt erg abstract, maar de module wil u bovenal laten kijken naar beelden, en zeker niet alleen over beelden laten lezen. Het hart van de module wordt gevormd door vier taken waarin u concrete beelden analyseert beelden die u zelf uitkiest! U zet in hoge mate uw eigen traject uit, in aansluiting op uw belangstelling, beroep, actualiteit, en studieomgeving. Na afloop zult u met andere ogen kijken naar de vele bewegende beelden waarmee u overal geconfronteerd wordt.
Cursuscode: C05211 Studielast: 1 module
De schilderijenproductie in de gouden eeuw had een enorme omvang. Schattingen spreken van 8 tot 9 miljoen schilderijen. In de loop der eeuwen zijn er vele verdwenen, verloren gegaan of beschadigd, maar desondanks blijft er een vrijwel onafzienbare massa kunstwerken over. In de cursus De Gouden Eeuw in perspectief wordt de waarde ringsgeschiedenis behandeld van schilderijen uit de zeventiende eeuw, met als kernvragen: wat hebben mensen in het verleden (en heden) in binnen- en buitenland over de zeventiende-eeuwse schilderkunst gezegd en gedacht en wat hebben ze ermee gedaan? Aan de hand van de beschrijving van de waarderingsgeschiedenis van de zeventiende-eeuwse schilderkunst wordt een aantal belangrijke keerpunten in de westerse cultuurgeschiedenis gemarkeerd. Het handboek valt uiteen in drie delen. Het eerste deel heet Liefhebbers, omdat de beeldvorming van de Gouden Eeuw in de achttiende eeuw gedragen werd door mensen die zelf dicht bij de praktijk van de kunstbeoefening stonden. Het tweede deel, Ideologen, is gewijd aan visies waarin politieke, filosofische en andere overwegingen een doorslaggevende rol speelden in het oordeel over de kunst. In het laatste deel, Kunsthistorici, komt de opkomst van de kunstgeschiedenis als wetenschap aan de orde.
Voorkennis Bij voorkeur Schrijfpracticum 1 en 2 (of de cursussen Tekst en effect en Schrijven in studie en beroep) afgerond. Engels op havoniveau.
Voorkennis Kunsthistorische voorkennis op het niveau van de cursus Kunst wordt verondersteld. Kennis van Ancien régime (C09221) aanbevolen.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en elektronisch via de cursuswebsite. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Docenten en begeleiding
www.studieaanbod.ou.nl/C27231.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C05211.htm
Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser.
39
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Kabinetten, galerijen en musea
Culturele dialoog: lezen en schrijven tussen twee culturen
Cursuscode: C41211 Studielast: 1 module
Kabinetten, galerijen en musea behandelt de uiterst gevarieerde geschiedenis van het verzamelen in Europa van circa 1500 tot heden. De gekozen voorbeelden behoren deels tot de nationale, deels tot de internationale geschiedenis. U maakt kennis met allerlei soorten collecties, niet alleen van kunstobjecten maar ook van voorwerpen uit de natuur en uit het domein van de natuurwetenschappen. De cursus beoogt geen compleet historisch overzicht te geven van de verschillende soorten collecties die in de loop van de geschiedenis zijn gevormd. Tot de thema’s die in de verschillende hoofdstukken terugkeren, behoren de motieven die vorsten, overheden en particulieren ertoe brachten verzamelingen aan te leggen en de functies die deze collecties, uitgegroeid tot kabinetten, galerijen en musea, werden geacht te vervullen. Omdat de functies goed afgelezen kunnen worden uit de wijzen waarop collecties worden geordend en tentoongesteld, loopt de presentatiegeschiedenis als een rode draad door de cursus. Nauw hiermee verbonden is het proces van geleidelijke openbaarmaking dat in de verzamel- en museumgeschiedenis getraceerd kan worden. In vijftien hoofdstukken worden aan de hand van representatieve voorbeelden de opvattingen over en de praktijk van het verzamelen en presenteren beschreven en onderzocht in samenhang met ontwikkelingen in het denken over zowel de kunst als de natuur. Zo wordt de geschiedenis van het verzamelen opgevat als een aspect van de wetenschapsgeschiedenis.
Cursuscode: C33211 Studielast: 1 module
In 2001 was het thema van de Nederlandse boekenweek ‘Schrijven tussen twee culturen’. Belangrijke Nederlandse literatuurprijzen worden de laatste jaren in de wacht gesleept door zogenaamde ‘nieuwe Nederlanders’. Een vergelijkbare doorbraak van niet-autochtone schrijvers zagen we in Groot-Brittannië bij de Bookerprijs al eerder. Zijn deze prijzen bedoeld als ‘aanmoedigingsprijs’? Wat voor soort literatuur schrijven de ‘schrijvers tussen twee culturen’? Ziet de Nederlandse literatuur er dankzij hen anders uit dan voorheen? De cursus bespreekt de literatuur uit de laatste tien jaar van auteurs die schrijven vanuit een culturele achtergrond uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten, zoals Turkije, Iran en Marokko. De redenen voor deze inperking zijn didactisch én inhoudelijk: het gaat om literatuur van schrijvers uit een ‘contrasterende’, niet-westerse cultuur (in tegenstelling tot de schrijvers die afkomstig zijn vanuit de voormalige koloniën). De centrale vraag van de cursus is wat voor literatuur de confrontatie tussen deze twee culturen oplevert. Daarbij gaat het niet alleen om de literaire thematiek; er is bewust gekozen voor een thema dat binnen de cultuurwetenschappen algemene, wetenschappelijke en ook actuele importantie heeft, namelijk het thema van de culturele dialoog. De cursus is opgezet aan de hand van een aantal studietaken met steeds één specifiek thema.
Voorkennis Noodzakelijk niveau: Inleiding letterkunde (C12122).
Voorkennis Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: drs. Dick Disselkoen.
Begeleiding: standaard en een trainingsdag in het kader van de cursus CW-vaardigheden 2. Examinator en begeleider: dr. Mieke Rijnders. www.studieaanbod.ou.nl/C41211.htm
40
www.studieaanbod.ou.nl/C33211.htm
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Zomerschool cultuurgeschiedenis
Zomerschool Florence
Cursuscode: C61311 Studielast: 1 module
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2010. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden. Tijdens de zomerschool cultuurgeschiedenis die plaats zal vinden in juni 2011, staat de relatie tussen staat, natie en koningshuis in de negentiende eeuw in Nederland (en België) centraal. Het programma bestaat uit literatuurstudie, het volgen van lezingen, werkcolleges, archiefonderzoek en het presenteren van de voorlopige onderzoeksresultaten. Daartoe spitst het onderzoek zich toe op de gang van zaken rondom koninklijke bezoeken aan Limburg en de viering van koninklijke feestdagen, de rol van de monarchie tijdens het Vereenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830); (eventueel de ontwikkeling van de Belgische monarchie) en van de jubilea in het kader van het herstel van het staatsgezag in de jaren 1863 en 1913 in deze provincie. Tijdens de zomerschool wordt in overleg met de begeleiders een onderzoeksthema vastgesteld waarover de student na afloop een werkstuk schrijft.
Ingangseisen De zomerschool Cultuurgeschiedenis staat open voor bachelorstudenten die hun propedeuse hebben afgerond. Ook de cursussen Veranderende grenzen. Nationalisme in Europa 1815-1919 en 1919-1989 moeten met succes zijn afgerond. Voor masterstudenten bestaat de mogelijkheid de zomerschool te integreren in het Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen (C95312). Zie voor meer informatie de website van deze cursus op Studienet.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs Examinator: dr. Toon Bosch. Begeleiders: dr. Toon Bosch en prof. dr. Leo Wessels.
Cursuscode: C13382 Studielast: 2 modulen
De inschrijving voor de zomerschool Florence is bij het ter perse gaan van de studiegids al gesloten. Florence is een van de belangrijkste centra van kunst en cultuur uit de Italiaanse renaissance. Een studiebezoek aan deze stad vormt een waardevolle aanvulling op ander cursusmateriaal van de faculteit Cultuurwetenschappen. Naast aandacht voor de kunst van Florence gaat minstens zoveel aandacht uit naar de ontwikkeling van mondelinge en schriftelijke vaardigheden, het zelfstandig plegen van literatuuronderzoek en het ontwikkelen van een eigen vraagstelling. Een referaat, te houden in Florence zelf, en een werkstuk, te vervaardigen na het verblijf in Florence, zijn verplichte onderdelen van deze zomerschool. Een student uit een van de eerdere zomerscholen schreef in LOCUS, het tijdschrift van Cultuurwetenschappen, over haar ervaringen: ‘In de eerste plaats schreef ik me voor deze cursus in om veel kunst te gaan zien en te bestuderen. Ik heb niet kunnen vermoeden hoe stimulerend het is om op reis te gaan met een groep studenten, die weliswaar dezelfde interesse hebben, maar op alle andere gebieden van elkaar verschillen, ‘ en verderop in haar verslag: ‘Wat bij alle referaten opviel, was dat iedereen er ongelooflijk veel tijd en energie in had gestoken om zich in het onderwerp te verdiepen.’
Ingangseisen Propedeuse van de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen en bij voorkeur ook Schrijfpracticum 2 (of Schrijven in studie en beroep) afgerond.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Examinator en begeleider: drs. Irmin Visser. www.studieaanbod.ou.nl/C13382.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C61311.htm
41
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Zomerschool Roma Caput Mundi
De literaire canon
Cursuscode: C56311 Studielast: 1 module
U kunt inschrijven voor de zomerschool na een oproep daartoe in Modulair en op de website van de faculteit Cultuurwetenschappen in het najaar van 2010. Aan de zomerschool zijn extra kosten verbonden.
Cursuscode: C03211 Studielast: 1 module
Met ingang van de OER 2011-2012 wordt deze cursus verplicht.
De propedeuse dient te zijn afgerond.
Wie het onderwerp ‘de literaire canon’ aansnijdt, komt al snel te praten over een virtuele ‘lijst van meesterwerken’. Het is een leuk gezelschapsspel na te gaan of er een verzameling klassieke teksten bestaat, die ieder beschaafd mens gelezen zou moet hebben. Wetenschappers richten zich tegenwoordig vooral op de vraag naar het proces van canonisering: welke instituties spelen bijvoorbeeld een sturende rol? En omgekeerd, wie worden er buitengesloten en hoe gaat die uitsluiting in zijn werk? Centraal staat het debat. We kijken naar de debatten die in Nederland al gedurende twee eeuwen rondom het verschijnsel ‘de literaire canon’ gevoerd worden. Die discussies zijn vaak bijzonder verhit. Geen wonder: er staat veel meer op het spel dan alleen het behoud van literaire meesterwerken. De canon wordt steeds weer gebruikt om te reflecteren op de vraag wie ‘wij’ zijn, wat onze gemeenschappelijke kenmerken zijn - of waarom het juist zo ontbreekt aan gemeenschappelijke kenmerken. Bovendien raakt de canon onmiddellijk aan de moeilijke vraag, waar wij als samenleving of cultuur in de toekomst naartoe willen. Wat gaan wij overdragen op de kinderen en hoe gaan we dat doen? Welke literaire werken moeten ze lezen en welke niet? Onderwijs, opvoeding en overdracht van kennis blijken een terugkerend punt van zorg. We trachten deze kluwen van sentimenten en argumenten enigszins te ontwarren. Welke stelling wordt door wie en wanneer betrokken? Waarom wordt de canon soms als een beknellend keurslijf gezien, en soms juist als een zeer bruikbaar instrument van culturele zelfdefiniëring?
Docenten en begeleiding
Voorkennis
Begeleiding: contactonderwijs. Begeleiding en examinator: dr. Nathalie de Haan (Radboud Universiteit Nijmegen). Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.
Kennis van de cursussen Inleiding letterkunde en Culturele dialoog is gewenst.
‘Rome, hoofdstad en sieraad van de wereld’ (Roma, caput mundi, mundi decus) dichtte Alcuinus van York na de kroning in Rome van Karel de Grote tot keizer (Kerstmis 800). Zelfs al was de stad tot ruïnes vervallen, Rome sprak nog altijd tot de verbeelding. Meer dan twintig eeuwen daarvoor waren kleine hutdorpen ontstaan op heuveltoppen bij een doorwaadbare plaats in de Tiber. Samen zouden zij uitgroeien tot Rome, hoofdstad van een wereldrijk. Ook na de val van het West-Romeinse Rijk en het vertrek van de keizers bleef Rome een belangrijke rol spelen, omdat de stad inmiddels het centrum van de Christenheid was geworden. Caput Mundi, ‘hoofdstad van de wereld’, kreeg zodoende een gelaagde betekenis: centrum van geestelijke én van wereldlijke heerschappij. De gelaagdheid van Rome staat centraal in deze zomerschool. Continuïteit en transformatie zijn daarbij de sleutelwoorden. Het verleden was en is in Rome tastbaar, zelfs onontkoombaar, meer dan in welke andere stad ter wereld ook. Weinig steden zijn immers gedurende zo’n lange tijd van hun bestaan als universele hoofdstad beschouwd. Het verleden is in Rome steeds weer ingezet en hergebruikt, waarbij oude vormen een nieuwe betekenis kregen.
Ingangseisen
www.studieaanbod.ou.nl/C56311.htm
42
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en een verplichte landelijke groepsbijeenkomst. Op die bijeenkomst dienen de studenten een poster te presenteren met daarop een stelling in het canondebat. Examinator: drs. Dick Disselkoen. Begeleiding: drs. Dick Disselkoen en dr. Lizet Duyvendak. www.studieaanbod.ou.nl/C03211.htm
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Het cultuurwetenschappelijk debat
Cursuscode: C53211 Studielast: 1 module
De cursus is een zogenaamde ‘lintmodule’. Na inschrijving verzamelt u studie-uren door het bijwonen van activiteiten die in het kader van de cursus worden georganiseerd. Elke keer dat u aanwezig bent geweest, ontvangt u (op vertoon van een geldig persoonsbewijs) een deelnamebewijs dat staat voor een aantal studie-uren. Als u 120 studie-uren bijeen hebt en de eindopdracht met een voldoende hebt afgerond, verkrijgt u op basis van de overlegde deelnamebewijzen en de goedgekeurde opdracht het cursuscertificaat. Deelnamebewijzen van activiteiten in het kader van de module Cultuurwetenschappelijk debat blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans.
6. Eindopdracht (verplicht): het schrijven van een essay van circa tweeduizend woorden waarin u een eigen visie geeft op het door uw gevolgde traject. Dit essay wordt beoordeeld en moet voldoende zijn (24 studieuren). Het aanbod van activiteiten wordt voortdurend vernieuwd. Kijk voor het meest actuele aanbod op de cursuswebsite op Studienet.
In het kader van de cursus Cultuurwetenschappelijk debat neemt u deel aan activiteiten die de faculteit organiseert over actuele thema’s of kwesties op het terrein van de cultuurwetenschappen. Als u aan voldoende activiteiten hebt deelgenomen, wordt u geacht een essay te schrijven waarin u een eigen visie geeft op het door u gevolgde traject. De volgende activiteiten maken deel uit van de cursus (tussen haakjes het aantal studie-uren dat u ervoor krijgt): 1. De landelijke CW-dag bij de opening van academisch jaar (8 studie-uren); 2. De CW-regiodagen (regio’s: Zuid-Nederland en Vlaanderen, Noordoost-Nederland, West-Nederland (Randstad) in het voorjaar (8 studie-uren); 3. Studium-generalelezingen in uw studiecentrum (4 studie-uren), in het geval van een dagprogramma: 8 studie-uren; 4. Dagexcursies onder leiding van een staflid van de faculteit (8 studie-uren); 5. Het bijwonen van een studiedag van de cursussen Historiografie, Veranderende grenzen in Europa 19191989, Expressionisme, De Gouden Eeuw in perspectief en Oudnederlandse schilderkunst (8 studie-uren). Om deze studiedagen te kunnen bijwonen dient u ingeschreven te zijn voor de desbetreffende cursus, of deze al hebben afgerond.
www.studieaanbod.ou.nl/C53211.htm
Voorkennis Er is geen specifieke voorkennis vereist.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Examinator: drs. Lieke van den Bulck-Van der Linden. Begeleiders: verschillen per activiteit.
43
B ac h e l o r op l e idin g
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Cultuurwetenschappelijke seminars
Lieux de mémoire
Cursuscode: C54211 Studielast: 1 module
De cursus is georganiseerd als ‘lintmodule’. Studenten kiezen uit het aanbod een aantal seminars totdat zij 120 studie-uren hebben gevuld. Elk seminar wordt afgesloten met een beoordeelde opdracht. Wanneer deze is goedgekeurd ontvangt u een deelcertificaat. Deelcertificaten van de module Cultuurwetenschappelijke seminars blijven vijf jaar geldig. Overschrijdt u de reguliere cursusinschrijftermijn van 14 maanden en zijn uw inschrijfrechten niet door het kopen van andere cursussen hernieuwd, dan ontvangt u uw cursuscertificaat door middel van een gratis tentamenkans. Tijdens een seminar wordt een bepaald cultuurwetenschappelijk onderwerp onder leiding van een docent diepgaand bestudeerd. De vorm waarin dat gebeurt, loopt per seminar sterk uiteen. U kunt denken aan leesgroepen, excursies, lezingencycli, bezoek aan congressen, ‘heiweekenden’, enzovoort. Na inschrijving voor de cursus schrijft u apart in voor de aangeboden seminars. Het actuele aanbod staat vermeld op de cursuswebsite op Studienet. Er bestaan seminars van 30 en 60 studie-uren. Voor elk seminar geldt dat er een minimum en een maximum aan het aantal deelnemers is. Aan de meeste seminars zijn extra kosten verbonden. Wanneer u 120 studie-uren hebt verzameld, ontvangt u bij overlegging van de deelcertificaten uw cursuscertificaat.
Ingangseisen Studenten dienen de propedeuse te hebben afgerond. Overige ingangseisen worden per seminar bepaald.
Cursuscode: C48321 Studielast: 1 module
Er zijn, zowel in Nederland als daarbuiten, heel wat voorbeelden van plaatsen die tot een historisch begrip zijn geworden: Waterloo, Ieper, Guernica, Auschwitz, de Mokerhei, Nova Zembla, Loevestein, Westerbork. Deze plaatsen roepen onwillekeurig en onmiddellijk de herinnering op aan ingrijpende historische gebeurtenissen, en vormen daarmee voorbeelden bij uitstek van wat de Franse historicus Pierre Nora ‘lieux de mémoire’ heeft genoemd, letterlijk: plaatsen van herinnering. Aan de hand van dergelijke lieux de mémoire kan de (cultuur) geschiedenis van een land in kaart worden gebracht. De idee van lieux de mémoire is niet alleen relevant voor de (cultuur)geschiedenis, maar ook voor de andere constituerende disciplines binnen de cultuurwetenschappen. Zo roept ‘de Kapellekensbaan’ onmiddellijk een boek van de Vlaamse schrijver Louis-Paul Boon in herinnering, Oegstgeest het werk van Jan Wolkers, ‘Gezicht op Delft’ de schilder Johannes Vermeer, wordt bij ‘Nuenen’ als snel aan Vincent van Gogh gedacht, bij ‘Rijnsburg’ aan de filosoof Baruch de Spinoza, en bij ‘Rotterdam’ kan ook worden gedacht aan de Franse filosoof Pierre Bayle, die er zich in 1681 vestigde om zijn kritische beschouwingen in vrijheid te kunnen blijven schrijven, hetgeen hij in zijn geboorteland niet had gekund. De idee van lieux de mémoire biedt dus een inhoudelijke ingang tot de cultuurwetenschappen. Tegelijk roept het ook vragen op. Die vragen kunnen betrekking hebben op de status en inhoud van het begrip lieux de mémoire zelf, maar ook op bijvoorbeeld het proces van canonvorming in de cultuurwetenschappen en de vier constituerende disciplines. In de cursus komen deze verschillende aspecten aan de orde.
Docenten en begeleiding Begeleiding: contactonderwijs. Elk seminar heeft zijn eigen docent(en).
Voorkennis
www.studieaanbod.ou.nl/C54211.htm
Docenten en begeleiding
Engels op havoniveau.
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. www.studieaanbod.ou.nl/C48321.htm 44
Studeer volgens het normtraject en niet volgens uw studiepad
Onderzoekspracticum: bachelorscriptie
Cursuscode: C42323 Studielast: 3 modulen
Met het Onderzoekspracticum bachelorscriptie sluit u uw bacheloropleiding af. In het kader van dit practicum doet u een wetenschappelijk (literatuur)onderzoek naar een bepaald onderwerp, dat in sommige gevallen aangevuld wordt met een leeronderzoek op basis van een set voorgeselecteerde data. In de loop van het practicum rapporteert u over de opzet van uw onderzoek en aan het eind presenteert u mondeling en schriftelijk de resultaten. Deze presentaties dienen te voldoen aan de criteria en normen die in de Practicumwijzer Onderzoekspracticum bachelorscriptie zijn vastgelegd. U bent niet vrij in het kiezen van een scriptieonderwerp. De onderwerpen die u onderzoekt sluiten inhoudelijk aan bij cursussen uit het programma van de bacheloropleiding. Elke van de vier constituerende disciplines van cultuurwetenschappen (cultuurgeschiedenis, kunstgeschiedenis, letterkunde en filosofie) heeft daartoe een cursus aangewezen. Deze cursussen zijn in het opleidingsschema (zie pagina 19) gemarkeerd. In het academisch jaar 20102011 zijn de onderwerpen: • Natie, staat en identiteit in het koninkrijk der Nederlanden 1815-1830 (cultuurgeschiedenis) • Literatuurgeschiedenis (letterkunde) • Het leven en werk van Jheronimus Bosch (kunstgeschiedenis) • Denken over Europa (filosofie) Uitgebreide informatie over de onderwerpen kunt u vinden op de cursuswebsite op Studienet.
Docenten en begeleiding Begeleiding: het onderzoekspracticum bachelorscriptie start tweemaal per jaar, op 1 september en 1 februari. Er zijn gedurende de practicumperiode minimaal vier verplichte bijeenkomsten. Tussendoor is er geregeld contact met de inhoudelijke begeleiders per telefoon en per mail. Inhoudelijke begeleiders: dr. Toon Bosch (cultuurgeschiedenis), dr. Frauke Laarmann (kunstgeschiedenis), drs. Wouter Steffelaar (letterkunde), dr. Jeroen Vanheste (filosofie). Presentatie- en taalbegeleiders: drs. Lieke van den Bulckvan der Linden, drs. Wouter Valentgoed. Examinators: prof. dr. Leo Wessels (cultuurgeschiedenis), dr. Jos Pouls (kunstgeschiedenis), dr. Lizet Duyvendak (letterkunde) en drs. Herman Simissen (filosofie). Coördinatie: dr. Toon Bosch en drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C42323.htm
Ingangseisen Studenten die willen inschrijven voor het Onderzoekspracticum bachelorscriptie mogen nog twee cursussen van de bacheloropleiding hebben openstaan. Voor deze twee cursussen dienen zij wel te staan ingeschreven. De openstaande cursussen mogen niet de cursussen zijn, die inhoudelijk voorbereiden op de onderwerpen van de bachelorscriptie. Van deze regel zijn uitgezonderd de cursussen van de vrije ruimte. Het tijdschema van het Onderzoekspracticum bachelorscriptie is strak, de begeleiding intensief. Vrijwel niemand zal tijd overhouden om naast het Onderzoekspracticum nog andere cursussen te bestuderen. 45
B ac h e l o r op l e idin g
Cursusbeschrijvingen vrije ruimte Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven
Thema’s en genres in de muziekgeschiedenis
Cursuscode: C32222 Studielast: 2 modulen
Cultuurfilosofie - reflectie op de eigen cultuur - is een kenmerk van de westerse beschaving. Actuele problemen als milieu, nucleaire energie, verdeling van de welvaart en multiculturele samenlevingen, leiden tot twijfel over onze westerse waarden en normen. Welke constructieve bijdrage kan de cultuurfilosofie leveren vanuit de verschillende levensbeschouwelijke perspectieven? In deze cursus krijgt u een inleiding tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, joods en islamitisch denken. Vanuit deze drie perspectieven wordt gereflecteerd op een specifieke menselijke activiteit, waardoor u tenslotte zicht krijgt op waarden en normen die houdbaar kunnen zijn. De cursus is uit de volgende vier onderdelen opgebouwd: • Een analyse van enkele elementen van de westerse cultuur, waarvan velen vinden dat hij zich in een crisis bevindt. • Historische en systematische inleidingen tot het humanistisch, katholiek, reformatorisch, islamitisch en joodse denken. • Vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven een aantal constructieve analyses van thema’s die gerelateerd zijn aan het huidige crisisbewustzijn. • Als casus de behandeling van het thema levensbeschouwing en onderwijs vanuit de diverse levensbeschouwelijke perspectieven.
Cursuscode: C17122 Studielast: 2 modulen
Muziek is niet weg te denken uit de moderne cultuur. Soms is het geluidsbehang, maar meestal weet muziek ons te raken of in ieder geval onze aandacht te trekken. De cursus is geen droge opsomming van de klassieke muziekgeschiedenis en de muziektheorie, maar speelt juist in op het wezen van muziek. De cursus beschrijft diverse thema’s en genres en laat ze ook horen om zo de muziek te kunnen doorgronden en te begrijpen. Het object staat daarbij centraal en tevens de context waarin het figureert. Niet alleen de klassieke muziek komt aan bod, maar ook genres die in onze cultuur alom vertegenwoordigd zijn, zoals popmuziek, jazz en etnische muziek. Integraal onderdeel van de cursus is een set van vijf cd’s met muziekfragmenten. Deze zijn zo gekozen dat essentiële elementen van de ontwikkeling van thema’s en genres erin kunnen worden aangetoond. Want alleen de wisselwerking tussen luistervaardigheid en kennis van de muziekgeschiedenis maakt een goed begrip van muziek mogelijk. Thema’s die aan bod komen zijn onder meer meerstemmigheid, muzieknotatie, de twintigste-eeuwse muziekstromen en relaties tussen de verschillende genres. De cursus is dan ook allereerst een vaardigheidscursus gericht op het luisteren.
Voorkennis Kennis van muziektheorie en notenschrift is wenselijk.
Voorkennis Niet vereist.
Docenten en begeleiding
Docenten en begeleiding
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Begeleiding: standaard en een studiedag. Examinator en begeleider: nader bekend te maken.
Tentamenvorm en data Schriftelijk (mc): 10-11, 21-6 en 30-8.
Tentamenvorm en data Sys + opdracht, volgens afspraak. www.studieaanbod.ou.nl/C32222.htm
46
www.studieaanbod.ou.nl/C17122.htm
Opera: twaalf opera’s als spiegels van hun tijd
Van Babylon tot Brugge
Cursuscode: C14311 Studielast: 1 module
‘Opera barst van de onwaarschijnlijkheden. Van alle muzikale vormen is opera de meest prestigieuze, de meest absurde, de meest irrationele. Opera is een mysterie.’ Er zijn steeds meer mensen die belangstelling hebben voor opera, al lopen hun meningen over dit genre vaak sterk uiteen. Opmerkelijk is dat het wetenschappelijk onderzoek in Nederland nogal achterloopt bij de groeiende publieke belangstelling voor opera. De cursus Opera maakt op dit punt veel goed. Een opera is een totaalkunstwerk, dat het resultaat is van het bijeenbrengen van muziek, literatuur, toneel, beeldende decoratie en dans. Per periode, per taalgebied en per stad is dit kunstwerk op de meest uiteenlopende wijze vormgegeven. Die levendige geschiedenis wordt in de cursus toegankelijk gemaakt via een caleidoscopische aanpak, waarbij twaalf opera’s in hun verschillende aspecten ‘als spiegels van hun tijd’ worden geanalyseerd: de opdracht, het publiek, de herkomst van het libretto, de theaterpraktijk, het muzikale idioom enzovoorts. Tevens wordt apart aandacht besteed aan operaregie en verschillende vormen van operabeleving.
Voorkennis Niet vereist.
Cursuscode: C14222 Studielast: 2 modulen
Steden hebben een cruciale rol gespeeld in het civilisatieproces. Via de cursus Van Babylon tot Brugge krijgt u een uitstekend overzicht van de sociale, politieke, economische en cultureel-ideologische aspecten van de stedelijke samenleving vanaf het oude Mesopotamië tot de late middeleeuwen. Bovendien leert u de continuïteit en de discontinuïteit in de ontwikkeling van de stedelijke samenleving aan te geven. U leert in de cursus de stedelijke samenleving te relateren aan ruimere samenlevingsverbanden. Vanuit de opgedane kennis over de ontwikkeling van de stedelijke samenleving bent u ook in staat meer algemene historische en historiografische problemen te analyseren, bijvoorbeeld het vraagstuk van de periodisering. De leerstof is verdeeld over vier cursusdelen: Algemene inleiding en Mesopotamië; Athene en Sparta; Rome, Efeze en Trier; Florence en Brugge. Bij de behandeling van de verschillende steden keren telkens dezelfde thema’s terug: naast ontstaan en groei, met in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen stad en achterland, worden de sociale en de politieke structuur, het economisch leven en bepaalde aspecten van de stedelijke cultuur behandeld. Deze aanpak maakt het mogelijk de verschillende thema’s van stad tot stad en van cursusdeel tot cursusdeel te volgen, en op deze wijze de steden, op vruchtbare wijze met elkaar te vergelijken.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Wouter Steffelaar.
Voorkennis
Tentamenvorm en data
Docenten en begeleiding
Schriftelijk (mc +open vragen): 8-11, 24-1 en 4-4.
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
Niet vereist.
www.studieaanbod.ou.nl/C14311.htm
Tentamenvorm en data Sys, volgens afspraak. www.studieaanbod.ou.nl/C14222.htm
47
B ac h e l o r op l e idin g
Cursusbeschrijvingen aanvullingstraject geschiedenis Oudheid
Middeleeuwen
Cursuscode: C11211 Studielast: 1 module
In het kader van deze cursus bestudeert u bijna alle hoofdstukken van het handboek De oudheid. Grieken en Romeinen in de context van de wereldgeschiedenis (Amsterdam 2001, 6e druk 552 pagina’s). Hoewel het boek van Frits Naerebout en Henk Singor een zeer brede periode bestrijkt, van de vroege prehistorie tot in de middeleeuwen, ligt het accent toch op de Grieks-Romeinse oudheid. De Grieks-Romeinse geschiedenis wordt behandeld ‘in de context van de wereldgeschiedenis’, zodat er ook aandacht is voor bijvoorbeeld de geschiedenis van China en van de nomadische volken van Europa en Azië. Het boek is opgebouwd uit chronologische blokken (de archaïsche tijd, de klassieke tijd, de hellenistische tijd en de tijd van het Romeinse keizerrijk), waarbinnen de verschillende volkeren en culturen afzonderlijk aan de orde komen. Hierbij is het historisch overzicht met de belangrijkste politiek-militaire gebeurtenissen relatief beknopt gehouden om meer ruimte te laten voor zaken als sociaaleconomische ontwikkeling, mentaliteit en religie.
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Cursuscode: C12221 Studielast: 1 module
In de cursus Middeleeuwen bestudeert u het boek Eeuwen des onderscheids. Een geschiedenis van middeleeuws Europa (Amsterdam 2004 2e druk, 476 pagina’s) van Wim Blockmans en Peter Hoppenbrouwers. De middeleeuwen roepen het beeld op van torens en kastelen, waar minstrelen hoofse liederen ten gehore brachten en koene ridders elkaar op het toernooiveld eervol bestreden. Het is een onuitroeibaar cliché dat slechts betrekking heeft op een klein en door verbeelding vertekend deel van een complexe periode uit de Europese geschiedenis die meer dan duizend jaar duurde. God heerste met harde hand over deze wereld die naar huidige maatstaven technologisch onderontwikkeld, arm, onrechtvaardig en uiterst gewelddadig was. Hoewel de middeleeuwen in veel opzichten ver van ons af staan en totaal ‘anders’ waren dan de tijd waarin wij leven, hebben nogal wat karakteristieke elementen van onze huidige samenleving middeleeuwse wortels. Dat geldt niet alleen voor het nederzettingspatroon en de staatkundige kaart van Europa, maar ook voor bepaalde instellingen die wij als wezenlijk beschouwen, zoals parlement, universiteit en vakvereniging.
Voorkennis Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Tom van Dorp.
Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Tentamenvorm en data Mondeling; in november, januari en juni (volgens afspraak). www.studieaanbod.ou.nl/C11211.htm
Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: drs. Herman Simissen. Het tentamen zal worden afgenomen door dr. Rob Meens in het bijzijn van drs. Herman Simissen. Dr. Meens is verbonden aan het Instituut voor geschiedenis van de Universiteit Utrecht. Hij is specialist op het gebied van de middeleeuwen.
Tentamenvorm en data Mondeling; in november, januari en juni (volgens afspraak). www.studieaanbod.ou.nl/C12211.htm 48
Nederland in de 19e en 20e eeuw
Sociaal-economische geschiedenis
Cursuscode: C10212 Studielast: 2 modulen
In het kader van de cursus Nederland in de 19e en 20e eeuw bestudeert u twee handboeken: Land van kleine gebaren. Een politiek geschiedenis van Nederland 17801990 van Remieg Aerts (red). en Een nieuwe wereld. Het ontstaan van het moderne Nederland van Auke van der Woud. Een land van grote gebaren is Nederland niet, ook niet in de politiek. Maar geheel zonder drama is het toch niet gegaan, de ontwikkeling van het elitaire bestel van de achttiende eeuw en het patriarchale bewind van na de Franse tijd naar de liberale politieke cultuur van de tweede helft van de vorige eeuw en de door massapartijen gedragen politieke gemeenschap van nu. Constitutionele monarchie, de schoolstrijd, het kiesrecht, de sociale kwestie, de parlementaire democratie, ze zijn inzet geweest van langdurige en soms hevige conflicten. De ontwikkelingen worden in vier studies geschetst: de eenwording van Nederland, de toename van de politieke participatie, de uitbreiding van het politieke domein, maar ook het diffuser worden van de politieke besluitvorming. Rond 1850 ontwaakte Nederland uit een diepe slaap. Langzaam kwamen toen de intensieve communicatie, mobiliteit en de massale productie en consumptie van energie op gang. We zijn inmiddels gewend dat verschijnsel als een overbekende geschiedenis (‘industriële revolutie’) af te doen. De tijdgenoot die in 1850, 1860 leefde, zag echter een ongekende nieuwe wereld verschijnen waarin niets vanzelfsprekend was: dit perspectief is de leidraad van Een nieuwe wereld.
Voorkennis Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: prof. dr. Leo Wessels. Begeleiders: prof. dr. Leo Wessels en dr. Toon Bosch, tot nader bericht bijgestaan door dr. Michael Riemers.
Cursuscode: C13211 Studielast: 1 module
Van der Wee en Aerts onderscheiden in hun boek over de economische ontwikkeling van Europa drie fasen: 9501450; 1450-1750; 1750-1950. Per tijdseenheid worden de belangrijke economische sectoren behandeld: landbouw, industrie, handel en kredietwezen. De auteurs gebruiken verschillende economische theorieën om de ontwikkeling van deze sectoren te verklaren. In zijn boek The Great Divergence (Het grote uit elkaar drijven) geeft Kenneth Pomeranz nieuw inzicht in een van de klassieke kwesties van de geschiedenis: waarom vond de Industriële Revolutie plaats in Noordwest-Europa, ondanks de verrassende overeenkomsten tussen de economische kerngebieden van Europa en Oost-Azië? Pomeranz laat zien dat er rond 1750 opmerkelijk veel parallellen te trekken waren tussen deze twee delen van de wereld, bijvoorbeeld op het gebied van levensverwachting, consumptie, productie en de manier waarop huishoudens hun leven inrichtten. Ook waren de kernregio’s van China en Japan in ecologisch opzicht niet slechter af dan die van West-Europa. Pomeranz argumenteert dat Europa erg veel te danken heeft aan het op vele plaatsen voorkomen van makkelijk winbare steenkool.
Voorkennis Engels op havoniveau. Aangeraden wordt deze cursus pas te bestuderen na afronding van de propedeuse.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: dr. Frank Inklaar tot nader bericht bijgestaan door dr. Ronald Rommes. Het tentamen zal worden afgenomen door prof. dr. Hein Klemann in het bijzijn van dr. Frank Inklaar. Prof. Klemann is verbonden aan de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit. Hij is specialist op het gebied van de sociaaleconomische geschiedenis.
Tentamenvorm en data
Tentamenvorm en data
Mondeling; in november, januari en juni (volgens afspraak).
Mondeling; in november, januari en juni (volgens afspraak).
www.studieaanbod.ou.nl/C13211.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C10212.htm
B ac h e l o r op l e idin g
49
Masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen De masteropleiding is een aparte academische opleiding die wordt afgesloten met een diploma. De masteropleiding heeft een omvang van veertien modulen en sluit direct aan op de bacheloropleiding. Het bachelordiploma Algemene cultuurwetenschappen van de Open Universiteit Nederland biedt onvoorwaardelijk toelating tot de gelijknamige master. In de master wordt u opgeleid tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoeker. Na de brede benadering in de bacheloropleiding, kenmerkt de masteropleiding zich door specialisatie. Masterstudenten specialiseren zich in één of twee van de vier constituerende cultuurwetenschappelijke disciplines door te kiezen voor bepaalde cursussen en varianten van het onderzoekspracticum. Specialisatie en verdieping komen uiteindelijk samen in de masterscriptie, een verslag van een zelfstandig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, waarin de opgedane kennis, inzichten en vaardigheden worden geïntegreerd. Een plan voor de opzet en uitvoering van uw onderzoek en scriptie maakt u in de module Scriptieplan. De masterscriptie zelf heeft een omvang van vijf modulen. Voor de masteropleiding moet u bij een studietempo van zes modulen per jaar op een studieduur van twee en een half jaar rekenen. Voor u aan het onderzoekpracticum en de masterscriptie kunt beginnen, dient u eerst de inhoudelijke cursussen af te ronden.
Opleidingsschema masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen code titel modulen begeleidingsvorm tentamenvorm
tentamendata sept. ‘10 – aug. ‘11
blz.
C47312 Techniek en de cultuur van tijd en 2 standaard mondeling ruimte (1880-1940) C37312 De negentiende-eeuwse roman 2 1 verplichte groepsbijeenkomst opdracht landelijk 2e semester2
volgens afspraak (nov, jan en april)
52
volgens afspraak
53
C38312 De canon in de kunst: theorie en geschiedenis 2 van de westerse beeldende kunst C39312 In het licht der rede 2
1 verplichte groepsbijeenkomst landelijk (v) 1e semester2
opdracht
volgens afspraak
53
standaard
opdracht
volgens afspraak
54
C95312
Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen3
2
afhankelijk van groepsgrootte
opdracht
volgens afspraak
54
C55311
Scriptieplan
1
individueel
scriptieplan
volgens afspraak
55
C98319
Masterscriptie
5
individueel
scriptie
volgens afspraak
55
gebonden keuze (eis: 6 van de 8 modulen)
Bij grote belangstelling worden meer tentamendagen georganiseerd. Zie voor actuele informatie de cursuswebsite op Studienet. Studenten die de bijeenkomst niet hebben bijgewoond, worden niet toegelaten tot het tentamen. 3 Zie voor het meest actuele aanbod de cursussite op Studienet 1 2
50
Toelating tot de masteropleiding Rechtstreekse toelating Om te worden toegelaten tot de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen dient een student – volgens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek – te beschikken over het bachelorgetuigschrift van een eraan voorafgaande wo-bacheloropleiding van de Open Universiteit Nederland. Als een student niet beschikt over dat getuigschrift, kan tot toelating worden besloten, mits men de kennis en de vaardigheden heeft die vergelijkbaar zijn met die van iemand die wel dat bachelorgetuigschrift heeft verworven. Ook studenten die een wo-bachelorgetuigschrift van een gelijkwaardig geachte opleiding hebben behaald bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit, worden toegelaten tot de master Algemene cultuurwetenschappen. Gelijkwaardig geachte opleidingen zijn gelijknamige bacheloropleidingen Algemene cultuurwetenschappen behaald aan een andere Nederlandse of Belgische wo-instelling. Studenten die over een dergelijk getuigschrift beschikken, zullen overigens wel formeel toelating tot de masteropleiding moeten aanvragen.
Schakelprogramma Behalve de rechtstreekse toelating is het ook mogelijk toegelaten te worden onder de voorwaarden van een zogeheten schakelprogramma. Daarmee worden studenten die bij een andere Nederlandse of Belgische universiteit een verwante doctoraal, kandidaats, mo-b of bacheloropleiding voor ten minste 42 modulen (180 studiepunten) hebben voltooid, in de gelegenheid gesteld hun kennis en vaardigheden op het peil te brengen van de eindtermen die behoren bij de bacheloropleiding aan onze universiteit. Voor deze studenten heeft de faculteit Cultuurwetenschappen standaardschakelprogramma’s vastgesteld waarmee zij kunnen instromen in de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen (zie schema). De precieze omvang van het schakelprogramma wordt individueel vastgesteld. De maximale omvang van een schakelprogramma is 14 modulen. Bij het voltooien van een schakelprogramma wordt overigens geen bachelorgetuigschrift afgegeven. Wanneer geen toelating tot de masteropleiding kan worden verleend, staat de vrijstellingsprocedure voor de daaraan voorafgaande wo-bacheloropleiding open. Schakelprogramma’s master Algemene cultuurwetenschappen 2009-20010 Betreft verwante vooropleidingen, te weten: • Kunstgeschiedenis • Nederlands • Overige talen • Filosofie • (Cultuur)geschiedenis De precieze omvang wordt vastgesteld aan de hand van het vakkenpakket van de vooropleiding.
Toelating op grond van verworven competenties De faculteit Cultuurwetenschappen kent de zogenaamde EVC-procedure. EVC staat voor Erkenning van Verworven Competenties. Deze procedure maakt het mogelijk om rekening te houden met competenties, vaardigheden en/of kennis die verworven zijn buiten het hoger onderwijs, zoals relevante werk- ervaring. Het resultaat kan op grond van EVC leiden tot een verkort schakelprogramma dat toegang geeft tot de masteropleiding. Hierdoor kan aan studenten een studieprogramma aangeboden worden dat beter aansluit bij hetgeen zij reeds (formeel of informeel) geleerd hebben. Om voor EVC in aanmerking te komen moeten de competenties erkend zijn door de Commissie voor de examens. Raadpleeg daarvoor www.ou.nl/evc of neem contact op via 045 - 576 28 88.
Vrijstellingen masteropleiding Voor cursussen uit de masteropleiding Algemene cultuurwetenschappen wordt slechts vrijstelling verleend als de overeenkomende vakken zijn afgerond in het kader van een universitaire opleiding én aldaar op wetenschappelijke niveau zijn getentamineerd. Voorwaarde is dat u bent toegelaten tot de masteropleiding. 51
mast e r op l e idin g
Aanvragen Bij de Open Universiteit Nederland beslist de Commissie voor de examens over verzoeken tot toelating tot de masteropleidingen, ongeacht of het hier gaat om verzoeken tot rechtstreekse toelating of toelating via een schakelprogramma. Elke aanvraag wordt individueel bekeken aan de hand van eerdergenoemde beoordelingscriteria. Daarom is het van belang dat u een verzoek tot toelating tot de masteropleiding ook daadwerkelijk indient. Alleen aan een officiële, persoonlijke beschikking van de Commissie voor de examens (met betrekking tot toelating) kunt u rechten ontlenen. Een verzoek tot toelating tot de masteropleiding via een schakelprogramma moet schriftelijk worden gedaan met een aanvraagformulier Vrijstellings- en/of toelatingsverzoek. De kosten bedragen € 149,Wanneer u rechtstreeks doorstroomt van de bacheloropleiding naar de masteropleiding moet u wel een verzoek tot toelating indienen, maar hier zijn geen kosten aan verbonden. Het formulier kunt u: • downloaden, www.ou.nl/vrijstelling • telefonisch aanvragen, 045 - 576 28 88 • afhalen bij een studiecentrum. Het aanvraagformulier bevat een toelichting en een overzicht van de vereiste bewijsstukken die u met uw aanvraag moet mee sturen. Bij het indienen van uw toelatingsverzoek is het van belang dat u dit zo gedocumenteerd mogelijk doet. Eventueel sluit u een overzicht bij waarin u aangeeft voor welke cursussen van de Open Universiteit Nederland u denkt vrijstelling te krijgen en op basis van welke voorkennis. Let wel dat u aan dit door uzelf opgestelde schema geen rechten kunt ontlenen. Omdat elke aanvraag voor toelating tot de masteropleiding afzonderlijk wordt beoordeeld, moet de tekst in deze studiegids gezien worden als een globale uiteenzetting van het door de OUNL gehanteerde toelatingsbeleid. Bij toelatingsverzoeken hanteert de Commissie voor de examens als maatstaf de overeenkomst tussen de oorspronkelijke voltooide opleiding en de opleiding van de Open Universiteit Nederland, waarvoor u opteert. De Commissie baseert haar oordeel op adviezen van de toetsingscommissies van de opleidingen.
Inschrijven en toelating aanvragen Als u zich zonder een toelatingsbewijs inschrijft voor de cursussen die deel uitmaken van een schakelprogramma, dan betekent dat niet dat u na afronding van die cursussen automatisch toegelaten bent tot de masteropleiding. Het is daarom van belang dat u vooraf een aanvraag tot toelating tot de master opleiding indient. Inschrijven voor een van de onderdelen van het schakel programma is voor eigen risico.
52
Cursusbeschrijvingen master De cursusbeschrijvingen zijn gerangschikt volgens het opleidingsschema. De meest actuele en uitgebreide gegevens over een cursus vindt u op de website. Bij elke cursusbeschrijving in deze gids staat het webadres vermeld dat direct toegang geeft tot deze informatie. U vindt daar extra informatie over ingangsvoorwaarden, cursusinhoud, tentaminering en begeleiding. Bent u eenmaal ingeschreven voor een cursus, dan krijgt u automatisch toegang tot de cursuswebsite in de elektronische leeromgeving Studienet. Als u een opleiding volgt, raadpleeg dan voordat u nieuwe cursussen gaat bestellen uw persoonlijke studiepad, www.ou.nl/ studiepad. Let goed op de ingangseisen die bij de mastercursussen gesteld worden.
Techniek en de cultuur van tijd en ruimte (1880-1940)
Cursuscode: C47312 Studielast: 2 modulen
In de periode 1880-1940 moderniseerden de westerse samenlevingen ongekend snel. In deze mastercursus bestuderen we in een breed cultuurwetenschappelijk, respectievelijk interdisciplinair perspectief de snelle en veelomvattende modernisering van westerse samenlevingen in de periode 1880-1940. Er is volop aandacht voor de ‘culturele schokken en breuken’ die in wisselwerking met tal van wetenschappelijke en technische en culturele innovaties de materiële en immateriële aspecten van leven en leefstijl letterlijk en figuurlijk veranderden. Denk in dit verband aan de quantum- en relativiteitstheorie, de opkomst van de psychoanalyse, nieuwe literaire technieken zoals de ‘monologue intérieur’ en ‘stream of consciousness’, het kubisme, de zeer snelle doorbraak van de elektrificatie, (auto) mobilisering, urbanisering, telefonie, cinema et cetera. We behandelen deze periode vanuit respectievelijk een historiografische, een cultuurhistorische en een thematische invalshoek. Daarbij staat de relatie tussen technologie en cultuur centraal.
Voorkennis Engels op havoniveau.
Ingangseisen Deze cursus is alleen toegankelijk voor masterstudenten Algemene cultuurwetenschappen.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator: dr. Toon Bosch. Begeleiders: drs. Tom van Dorp en dr. Toon Bosch. www.studieaanbod.ou.nl/C47312.htm
53
mast e r op l e idin g
De negentiende-eeuwse roman
De canon in de kunst: theorie en geschiedenis van de westerse beeldende kunst
Cursuscode: C37312 Studielast: 2 modulen
Cursuscode: C38312 Studielast: 2 modulen
De cursus De negentiende-eeuwse roman is ontworpen om uw plezier in en begrip van de negentiende-eeuwse roman te vergroten, door bestudering van een zorgvuldige selectie romans uit Groot-Brittannië, Frankrijk en de Verenigde Staten. De nadruk ligt op de tekst in zijn context, omdat de roman in de negentiende eeuw zich nadrukkelijk bezighield met de gebeurtenissen en opvattingen van zijn tijd. De cursus concentreert zich op de karakteristieke thema’s van de negentiende-eeuwse romans en de typerende kenmerken van het toen nog relatief nieuwe genre. De romans worden in chronologische volgorde besproken, maar er zijn ook thematische excursies naar bijvoorbeeld de weergave van het platteland en de grote stad, misdaad, de heldin, het fin de siècle en de wereld van uitgevers en lezers. U krijgt ook informatie over de boekhistorische achtergronden van de roman: de hoofdstukken Books and their readers verschaffen een beeld van de context van productie (uitgeven, drukken, verspreiden) en consumptie (wie las wat in de negentiende eeuw?) van literatuur. Aan de orde komen (in vertaling) Jane Eyre van Charlotte Brontë, Dombey en Zoon van Charles Dickens, De mijn van Emile Zola, Madame Bovary van Gustave Flaubert, Portret van een dame van Henry James en De ontnuchtering van Kate Chopin. De cursus is een bewerking van de cursus The nineteenthcentury novel van de Britse Open Universiteit. Tezamen met het Onderzoekspracticum literatuur over de receptie van de twintigste-eeuwse roman biedt de cursus uitstekende mogelijkheden voor scripties.
In de cursus De canon in de kunst maakt u kennis met de verschillende opvattingen die door de eeuwen heen hebben bestaan over kwaliteit en ‘eeuwigheidswaarde’ in de beeldende kunst. Aan de hand van casestudies besteedt u aandacht aan kunstwerken die in Europa vanaf de zeventiende eeuw beschouwd werden als voorbeelden voor ‘goede kunst’. Wat waren voor kunstenaars, theoretici en publiek de criteria om bepaalde kunstwerken al dan niet te rekenen tot die, op het eerste oog tamelijk ongrijpbare, categorie die ‘de westerse canon’ wordt genoemd? Welke rol speelden instituties, zoals kunstacademies en musea, in de vorming van dat corpus van voorbeeldige kunst? Maar ook: hoe is de canon in de loop der tijd geëvolueerd, ter discussie gesteld en aangepast? De kern van de cursus wordt gevormd door twee rijkgeïllustreerde handboeken, die u bestudeert aan de hand van een speciaal voor deze cursus ontwikkelde, Nederlandstalige, studeerwijzer. Het eerste boek (Academies, Canons and Museums of Art) stelt het begrip ‘canon’ expliciet centraal. Aan de hand van de deelonderzoeken in het tweede boek (The Challenge of the AvantGarde) verkrijgt u inzicht in de wijze waarop kunstenaars en kunsttheoretici in het geweer komen tegen het keurslijf van de gevestigde academische canon. De cursus is een bewerking van gedeelten van een kunsthistorische cursus van de Britse Open Universiteit.
Voorkennis
Docenten en begeleiding
Engels op havoniveau.
Begeleiding: standaard en één verplichte landelijke groepsbijeenkomst in het eerste semester. Examinator en begeleider: dr. Martine Meuwese.
Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard en één verplichte landelijke groepsbijeenkomst. Examinator en begeleider: dr. Lizet Duyvendak. www.studieaanbod.ou.nl/C37312.htm
54
Voorkennis Engels op havoniveau. Basiskennis van de kunstgeschiedenis op het niveau van de cursus Kunst.
www.studieaanbod.ou.nl/C38312.htm
In het licht der rede
Onderzoekspracticum cultuurwetenschappen
Cursuscode: C39312 Studielast: 2 modulen
De Verlichting wordt gewoonlijk gezien als een uiterst belangrijke periode in de geschiedenis van Europa. De Verlichting was immers een intellectuele beweging, die haar invloed deed gelden op tal van gebieden: politiek, maatschappij, godsdienst, filosofie, literatuur, kunst. Ideeën waaraan wij nu grote waarde hechten, hebben hun oorsprong in de Verlichting. Voorbeelden zijn gelijke rechten, tolerantie, de manier waarop de samenleving moet worden ingericht en de manier waarop wetenschap moet worden bedreven. Maar veel van de ideeën uit de Verlichting zijn in later tijden bekritiseerd; zo verwijt men denkers uit de Verlichting wel, dat zij eenzijdig rationalistisch zijn. In deze cursus maakt u kennis met woordvoerders en critici van de Verlichting. Het cursusmateriaal bestaat uit een bloemlezing met teksten uit de Verlichting en uit een werkboek. De bloemlezing is Het licht der rede. De Verlichting in brieven, essays en verhalen (Amsterdam en Antwerpen 2000), samengesteld door Cyrille Offermans; hierin zijn, in Nederlandse vertaling, teksten opgenomen van bijvoorbeeld Montesquieu, Voltaire, David Hume en Immanuel Kant. Het werkboek omvat onder meer teksten van critici van het Verlichtingsdenken.
Voorkennis
Cursuscode: C95312 Studielast: 2 modulen
Tijdens het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen neemt u deel aan een lopend cultuurwetenschappelijk onderzoek op het terrein van één van de vier constituerende disciplines van Cultuurwetenschappen. U draagt met een deelonderzoek bij aan een groot project. Hierbij wordt veel aandacht ingeruimd voor de fundamentele vragen die u zich als cultuurwetenschappelijk onderzoeker moet stellen. De ervaringen die u tijdens onderzoekspracticum cultuurwetenschappen zult opdoen, zullen ervoor zorgen dat u bij het schrijven van uw masterscriptie beter beslagen ten ijs komt. Het onderzoekspracticum cultuurwetenschappen kent een aantal varianten. Zie voor het meest actuele aanbod de cursuswebsite op Studienet. Het Onderzoekspracticum Filosofie en methodologie van de geschiedenis in combinatie met het schrijven van het scriptieplan voor de masterscriptie kunt u alleen kiezen als u voldoet aan bijzondere ingangseisen.
Ingangseisen Dit onderzoekspracticum is alleen toegankelijk voor masterstudenten. Twee van de drie tweemoduuls mastercursussen uit het gebonden-keuzeblok dienen te zijn afgerond. Ervaring met internet en elektronische gegevensuitwisseling is onontbeerlijk.
Engels op havoniveau.
Docenten en begeleiding Docenten en begeleiding Begeleiding: standaard. Examinator en begeleider: tot nader bericht dr. Karin Verelst; aansluitend drs. Herman Simissen.
Begeleiding: individueel of in kleine groepen (afhankelijk van de groepsgrootte). Examinering en begeleiding: dr. Lizet Duyvendak, dr. Frank Inklaar, drs Herman Simissen en dr. Jos Pouls.
www.studieaanbod.ou.nl/C39312.htm
www.studieaanbod.ou.nl/C95312.htm
55
mast e r op l e idin g
Scriptieplan
Masterscriptie
Cursuscode: C55311 Studielast: 1 module
Het schrijven van een scriptie is voor de meeste studenten een lastige opgave. De ervaring leert dat veel problemen kunnen worden voorkomen als u werkt op basis van een goed doordacht en logisch samenhangend scriptieplan. Soms is zelfs van tevoren onderzoek nodig of een beoogd onderzoek wel haalbaar is: zijn er genoeg bronnen? Zijn die toegankelijk? Is er genoeg literatuur? Is het onderzoek haalbaar binnen het tijdsbestek dat voor een scriptie staat (600 studie-uren)? In een goed scriptieplan is de structuur van uw onderzoek al duidelijk zichtbaar. Het plan moet u houvast bieden bij het doen van uw onderzoek en het schrijven van de scriptie doordat het duidelijk aangeeft welke bronnen er voorhanden zijn en welke literatuur zal worden gebruikt. Op basis van uw plan kiest u welk materiaal (bronnen, literatuur, voorwerpen) u wel en niet bij uw onderzoek betrekt en welke gegevens u opneemt in de uiteindelijke tekst van de scriptie. In het kader van deze cursus kunnen bijeenkomsten georganiseerd worden.
Ingangseisen 25,8 studiepunten in de master behaald, waaronder het Onderzoekspracticum CW.
Cursuscode: C98319 Studielast: 5 modulen
De inschrijvingsduur van uw scriptie gaat lopen vanaf de datum vermeld op het inschrijvingsbewijs. Na 14 maanden wordt de inschrijving stilzwijgend en gratis verlengd met nog eens acht maanden. Hebt u uw scriptie dan nog niet afgerond, dan dient u een extra tentamenkans te kopen. De scriptie is een schriftelijk onderzoeksverslag over een cultuurwetenschappelijk onderwerp. Het resultaat dient te voldoen aan de criteria en normen voor een wetenschappelijke publicatie zoals die in de cultuurwetenschappen gelden. Het onderwerp van uw onderzoek en scriptie moet aansluiten bij lopend onderzoek van de wetenschappelijke staf van de faculteit Cultuurwetenschappen. Uitvoerige informatie over de onderzoeksthema’s van de westenschappelijke staf en derhalve over de scriptieonderwerpen vindt u op de cursuswebsite van de masterscriptie op Studienet. Meer informatie over procedures en de criteria die aan de masterscriptie gesteld worden, vindt u in de Scriptiewijzer Masterscriptie (te downloaden van de cursuswebsite en/of te bestellen bij secretariaat.
[email protected]).
Ingangseisen Docenten en begeleiding Begeleiding: individueel. Examinator en begeleider: zie cursuswebsite van de masterscriptie. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van uw begeleider en examinator. Coördinatie: drs. Paul van den Boorn.
Studenten die willen beginnen met hun masterscriptie dienen de helft van het aantal studiepunten van de masteropleiding te hebben gehaald (30 van de 60 studiepunten), dan wel door vrijstelling verkregen. Hieronder vallen in elk geval de cursussen Onderzoekspracticum Cultuurwetenschappen en Scriptieplan.
www.studieaanbod.ou.nl/C55311.htm
Docenten en begeleiding Begeleiding: individueel. Examinator en begeleider: zie cursuswebsite. Het onderzoek dat u uitvoert bepaalt de naam van de examinator en begeleider. Scriptiecoördinator: drs. Paul van den Boorn. www.studieaanbod.ou.nl/C98319.htm
56
Algemene regelgeving Tentamens Elke cursus wordt afgesloten met een of meer tentamens. Soms is een combinatie van tentamenvormen is ook mogelijk. In het opleidingsschema en op de cursussite staat aangegeven waaruit het tentamen bestaat. Om u goed te kunnen voorbereiden op het tentamen, zijn er in het studiemateriaal oefententamens opgenomen, zodat duidelijk is wat u tijdens het tentamen mag verwachten.
Regulier schriftelijk tentamen Dit tentamen bestaat uit gesloten vragen (meerkeuzevragen en juist-onjuistvragen) en/of open vragen. Deze tentamens worden afgenomen op vastgestelde dagen tijdens vijf vastgestelde periodes per academisch jaar. Tentamenperiode 23 t/m 25 augustus 2010
Sluitingsdatum aanmelding
Tentamenperiode
Sluitingsdatum aanmelding
28 juli 2010
4 t/m 6 april 2011
9 maart 2011
8 t/m 10 november 2010
13 oktober 2010
20 t/m 22 juni 2011
25 mei 2011
24 t/m 26 januari 2011
29 december 2010
29 t/m 31 augustus 2011
3 augustus 2011
De geleidelijke invoering van computergebaseerde toetsing kan van invloed zijn op het tentamenrooster
Sys-tentamen
Aanmelden tentamen
Een sys-tentamen is een schriftelijk tentamen waarbij vragen door middel van de computer uit het totale vragen bestand zijn geselecteerd. Het tentamen kan bestaan uit meerkeuze- en open vragen. Het tentamen kan tijdens vaste sys-tentamentijden per week in het studiecentrum worden afgelegd.
Voor alle tentamens, met uitzondering van de bijzondere verplichting, is het nodig dat u zich hiervoor tijdig aanmeldt. Dit kan online door in te loggen bij Mijn account op de website. U kunt zich ook aanmelden met een formulier dat u kunt downloaden van de website. Voor studenten met een functiebeperking, studenten die langdurig buiten Europa verblijven of studenten in detentie gelden andere procedures en aanmeldtermijnen. Raadpleeg hiervoor de gegevens op de website. Er wordt een ontvangstbevestiging verstuurd nadat uw aanmelding is verwerkt. Een week voor de tentamen datum volgt uw oproepbrief. Hier op staan de tentamenlocatie, -datum, en het tafelnummer vermeld. Betreft uw tentamen een sys-tentamen, dan ontvangt u alleen een oproepbrief.
Computergebaseerd toetsen - CBT De Open Universiteit is in 2009-2010 gestart met computergebaseerde toetsing (CBT). Dit houdt in dat de afname van enkele regulier schriftelijke en SYS-tentamens niet meer op papier maar via een computer verloopt. De tentamens worden in de gebruikelijke tentamenlocaties afgenomen. De invoering van CBT kan van invloed zijn op de in het tentamenrooster weergegeven planning. Zodra er sprake is van een roosterwijziging voor de cursus of cursussen waarvoor u bent ingeschreven zult u hierover worden geïnformeerd. Bij een aantal cursussen wordt het tentamen reeds via de computer afgenomen. In het opleidingsschema is dan de afkorting CBI of CBG opgenomen. Staat er CBI aangegeven, dan betekent dit dat het tentamen individueel wordt afgenomen. Staat er CBG, dan wordt het tentamen groepsgewijs afgenomen.
Uitslag tentamen Afhankelijk van de tentamenvorm ontvangt u eerst een voorlopige uitslagbrief en zodra de Commissie voor de examens de uitslag formeel heeft vastgesteld, volgt uw definitieve uitslagbrief met een officieel certificaat als u geslaagd bent. Bij schriftelijke tentamens wordt het antwoordmodel twee dagen na het tentamen op de cursussite op Studienet geplaatst.
Mondeling tentamen Minimaal drie keer per jaar wordt een mondelinge tentamenronde vastgesteld. Een mondeling tentamen duurt 30 tot 45 minuten.
Bijzondere verplichting Een bijzondere verplichting kan een werkstuk, opdracht, practicum, paper, case of scriptie e.d. zijn. Met de examinator wordt afgesproken wanneer de bijzondere verplichting wordt ingeleverd.
Fraude Indien bij het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd kan de Commissie voor de examens passende maatregelen treffen. Zie voor de volledige regelgeving Nadere regels inrichting tentamen en examen 2009-2010. www.ou.nl/tentamen
Inschrijven en kosten Inschrijven U bepaalt zelf op welk moment u inschrijft. Dit kan op twee manieren. • Via digitale inschrijving op www.studieaanbod.ou.nl/inschrijven.htm. Op de betreffende cursuspagina staat de cursus uitgebreid beschreven. • Met een schriftelijk inschrijfformulier. Dit formulier kunt u downloaden van www.ou.nl/inschrijven Wanneer u voor de eerste keer inschrijft voor een cursus, moet u een kopie van uw paspoort of rijbewijs bijvoegen of nasturen.
Inschrijfmogelijkheden Cursus U schrijft in en studeert per cursus. Een cursus bestaat uit één of meer modulen. Binnen de inschrijfduur van 14 maanden zijn studiebegeleiding en drie tentamenkansen inbegrepen. Startpakket Twee vaste inleidende modulen van de bacheloropleiding. Studiepakket Bestaande uit minimaal drie modulen naar eigen keuze. Bij een studiepakket krijgt u opnieuw 14 maanden inschrijfduur inclusief drie tentamenkansen, voor cursussen die u nog niet heeft afgerond. Dit geldt voor zover deze cursussen nog getentamineerd worden.
Wanneer inschrijven? Voor een goede studieplanning en een optimale benutting van de inschrijfduur, de begeleiding en de beschikbare tentamenmomenten, adviseren wij u eerst de Studieplanner op de website of het opleidingsschema in deze gids te raadplegen. Na verwerking van uw inschrijving, ontvangt u bericht op welke datum u bent ingeschreven. De inschrijfduur gaat op die datum in. www.ou.nl/studieplanner
Extra tentamenkansen Heeft u al uw tentamenkansen verbruikt, maar de cursus nog niet afgerond, dan kunt u extra kansen bijkopen. Dit kan zowel binnen de inschrijfduur als daarna, zolang de cursus wordt getentamineerd. Met een losse tentamenkans krijgt u acht maanden tijd om tentamen te doen of uw opdracht in te leveren. Het is niet noodzakelijk de tentamenkans aansluitend aan uw inschrijfduur te kopen. U kunt ook kiezen voor een tentamenpakket. Daarmee krijgt u voor elke nog niet afgeronde cursus opnieuw 14 maanden inschrijfduur inclusief drie tentamenkansen. Of u schrijft in voor een nieuw studiepakket (zie hiervoor).
Kosten Per 1 september 2010 wordt de nieuwe Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onderwijs (WHW) van kracht. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen wettelijk collegegeld en instellingscollegeld. Welke cursuskosten op uw inschrijving van toepassing zijn, is onder meer afhankelijk van uw studieverleden en uw keuze voor bachelor- en/of mastercursussen. Tot en met 31 augustus 2010 gelden de tarieven van het studiejaar 2009-2010. Zie voor de actuele informatie over de kosten de uitgebreide studie-informatie op www.ou.nl/kosten
58
Prestatiebonus Elke module waarvoor u een certificaat heeft behaald, telt mee voor een prestatiebonus. Wanneer u in twee jaar voorafgaand aan een inschrijving een prestatiebonus voor zes modulen heeft opgebouwd, ontvangt u bij deze inschrijving automatisch een korting op de totale cursuskosten van € 112,- (per 1 september 2010 € 115,-).
Betalingswijze U kunt de Open Universiteit machtigen het cursusgeld van uw rekening af te laten schrijven of betalen met een acceptgirokaart. Betalen in termijnen is alleen via machtiging mogelijk. Kiest u voor 6 of 12 termijnen, dan betaalt u € 18,- aan administratiekosten. Het minimale termijnbedrag is € 27,- (€ 13,- bij KCOU).
Kortingsregeling cursusgeld – KCOU In een aantal situaties geeft de Open Universiteit een korting op het cursusgeld aan studenten met een laag inkomen.Wilt u een opleiding volgen aan de Open Universiteit, heeft u een (gezamenlijk) belastbaar inkomen tot 110% van het belastbaar minimumloon en geen voordeel uit sparen en beleggen, dan kunt u een korting op het cursusgeld aanvragen. Getoetst wordt onder meer het belastbaar jaarinkomen van u en uw partner/ouder in het kalenderjaar waarin de aanvraag wordt ingediend en of u voldoet aan de overige wettelijke voorwaarden om voor de kortingsregeling in aanmerking te komen. U kunt de brochure met het aanvraagformulier downloaden van de website of opvragen bij Service en informatie. Vraag de korting aan voordat u inschrijft voor een cursus. www.ou.nl/kcou
Belastingaftrek studiekosten Soms kunt u studiekosten aftrekken als u aangifte inkomstenbelasting doet, maar dit is aan regels gebonden. Om te beginnen moet u de studie volgen voor uw huidige of toekomstige baan. U kunt alleen studiekosten aftrekken als u ze zelf heeft gemaakt. Vergoedt uw werkgever een deel van uw studiekosten? Dan kunt u alleen de niet-vergoede kosten aftrekken als deze kosten voor aftrek in aanmerking komen.
Niet-aftrekbare kosten Kosten voor huisvesting, werkkamer of studeerruimte, eten, drinken en kleding komen niet voor aftrek in aanmerking. Betaalde rente op een studielening of reiskosten naar studiecentrum en kosten van excursies en studiereizen zijn niet aftrekbaar.
Aftrekbare kosten Kosten van boeken, leermiddelen en lesgeld, waaronder de kosten voor modules, tentamens, aanvraag voor vrijstellingen en voor toelating tot de masteropleiding, komen in aanmerking voor aftrek. Zelfs de afschrijving van een computer die u voor de studie heeft aangeschaft, is aftrekbaar. Gebruikt u de computer ook voor andere zaken, dan is slechts een deel van de afschrijving aftrekbaar. www.belastingdienst.nl
59
Procedures en regelgeving OER en Uitvoeringsregelingen In de Onderwijs en examenregeling (OER) staat het onderwijsprogramma beschreven en de rechten en plichten van de student. Onderdeel van de OER zijn de Uitvoeringsregelingen waarin voor elke opleiding de specifieke bepalingen zijn opgenomen. Deze regelingen kunt u downloaden van de website of de faculteitstab op Studienet. www.ou.nl/documenten
Getuigschriften De Open Universiteit verstrekt de volgende getuigschriften: een dossierverklaring, een propedeuse-, bachelor-, en mastergetuigschrift. www.ou.nl/getuigschrift
Compensatorische regeling Studenten die een propedeuse-, of bachelorgetuigschrift aanvragen kunnen gebruik maken van een compensatorische regeling. De algemene regeling is vastgelegd in art 20a van de Nadere regels inrichting tentamen en examen 20102011. De volledige tekst van dit artikel en van de Nadere regels kunt u downloaden op de website. www.ou.nl/tentamen
Beroepsprocedure Bij het College van beroep voor de examens kan binnen vier weken (administratief ) beroep worden ingesteld tegen o.a. beslissingen van de Commissie voor de examens of een examinator. Voorbeelden van een beslissing zijn: een individuele tentamenuitslag, een vrijstellingsbeslissing of een toelatingsbeslissing tot een wo-masteropleiding.
Bezwaarprocedure Bezwaar kan gemaakt worden tegen een besluit, genomen door of namens het College van bestuur, waartegen geen (administratief ) beroep mogelijk is. Deze besluiten kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld: de inschrijving, het cursusgeld.
Klachtencommissie Voor klachten, waarvoor u geen beroep of bezwaar kunt aantekenen, bijvoorbeeld over de dienstverlening of de wijze waarop u bent behandeld, kunt u terecht bij de Klachtencommissie. Meld uw klacht eerst bij Service en informatie. Wordt uw klacht daar niet naar tevredenheid verholpen, dan kunt u schriftelijk een formele klacht indienen. Uitgebreide informatie rondom Beroep, Bezwaar en Klachten en de benodigde formulieren kunt u vinden op de website. www.ou.nl/procedures
Vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen De Open Universiteit heeft vertrouwenspersonen aangesteld die kennis hebben van de organisatie en de problemen die zich daarin kunnen voordoen. Als u hulp nodig heeft bij het oplossen van een probleem van ongewenst gedrag tijdens de studie kunt u contact opnemen met een van de vertrouwenspersonen via
[email protected], of kijk op onze website voor meer informatie. www.ou.nl/vertrouwenspersonen Alle bovenstaande informatie is ook verkrijgbaar in de studiecentra of telefonisch aan te vragen bij de afdeling Service en informatie, 045 - 576 28 88.
1 20112011 2011 20 0 20102010 2010 20 1 20112011 2011 20 0 20102010 2010 20 1 20112011 2011 20 0 20102010 2010 20 1 20112011 2011 20 0 20102010 2010 20 1 20112011 2011 20 0 20102010 2010 20 1 20112011 2011 20 2010 20 Overige studiegidsen van de Open Universiteit:
Onderwijswetenschappen
Informatica
Managementwetenschappen
Rechtswetenschappen
Milieu-natuurwetenschappen
80049
Psychologie
Faculteit Cultuurwetenschappen bezoekadres: Valkenburgerweg 177, 6419 AT Heerlen postadres: Postbus 2960, 6401 DL Heerlen, T 045-576 28 88 www.ou.nl/cultuurwetenschappen